Programmaboekje : Alexei Lubimov

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Programmaboekje : Alexei Lubimov Klavier Alexei Lubimov Brahms, Schubert, Debussy, Ives, Cage woensdag 15 oktober 2003 Klavier . Seizoen 2003-2004 Miklós Spányi klavichord C. Ph. E. Bach, Haydn zondag 12 oktober 2003 . 12 uur Alexei Lubimov piano Brahms, Schubert, Debussy, Ives, Cage woensdag 15 oktober 2003 Zoltan Kocsis piano van Beethoven, Schubert, Bartók, Kurtág, Liszt vrijdag 23 januari 2003 Naum Grubert piano Schumann, Skriabin, Liszt dinsdag 27 januari 2004 Aleksandar Madzar piano Schönberg, Haydn, Rameau, Ravel zaterdag 7 februari 2004 Alexei Lubimov piano Franz Schubert (1797-1828) Vier Impromptus, D935 33’ Johannes Brahms (1833-1897) Twee Rapsodieën, opus 79 15’ pauze begin concert 20.00 uur John Cage (1912-1992) pauze omstreeks 20.50 uur The Perilous Night 13’ einde omstreeks 21.55 uur Charles Ives (1874-1954) inleiding door Rudy Tambuyser . 19.15 uur . Foyer Three-Page Sonata 8’ teksten programmaboekje Rudy Tambuyser coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk Claude Debussy (1862-1918) Zes Préludes uit Tweede Boek: 22’ gelieve uw GSM uit te schakelen! • Feuilles mortes (Lent et mélancolique) • La puerta del vino (Mouvement de Habanera avec des brusques oppositions d’extrême violence et de passionnée douceur) • Ondine (Scherzando) Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal • Général Lavine - eccentric open vanaf 18.40 uur (Dans le style et le Mouvement d’un Cake-Walk) kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur • La terrasse des audiences du clair de lune broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes (Lent) Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Feux d’artifice • Restaurant HUGO's at Corinthia (Modérément animé) open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag De wereld is rond Een avond in het gezelschap van Alexei Lubimov is altijd een Anatol Ugorski. Lubimov speelde Schönberg, Cage, Boulez… beetje reizen. In de ruimte zowel als in de tijd. De grondig- (mind the gap). Even later geraakte hij in de ban van de authen- heid waarmee hij zich doorheen zijn loopbaan op de meest tieke muziekbeweging en de bijbehorende klavecimbels, uiteenlopende stijlen en disciplines heeft toegelegd, maak- pianofortes en andere protopiano's. Niet zoals een Paulus die te van hem, zo lijkt het wel, een musicus die niet kan kie- door de bliksem wordt getroffen en wat hij tot dan toe had zen. Voor een avond Bach-partita's, een rondje Beethoven- verworven afzwoer: Lubimov, en precies dat maakt hem tot sonates of een schubertiade hoef je hem wellicht niet te een van de interessantste pianisten van vandaag, bezit de bellen. Nee, liever raakt hij van een rondo van Mozart in een afgunstwekkende vaardigheid schijnbaar extreme antipoden sonate van Silvestrov verzeild. Of peddelt hij doorheen een in een logisch verband te plaatsen. Zijn muzikale universum fantasie van Carl Philipp Emanuel Bach tot aan Debussy's heeft ontelbaar vele hoeken, kanten, nissen en stegen, maar ‘L'Isle joyeuse’. Een avond als deze, die voor Lubimovs doen het krijgt nooit de allure van een doolhof. Zijn betoog is con- opmerkelijk romantisch en pianistiek inzet met Schubert en sistent, zelfs in programma's die op het eerste, foute gezicht Brahms, eindigt dan weer transatlantisch bij de vriendelijke lukraak in elkaar gegooid lijken. beeldenstormers Ives en Cage, na een tussenstop in het Uiteraard vergt het soms wat moeite, een hoofd en handen Parijs van de prille twintigste eeuw. die met zoveel muziek, kennis, ervaring en eigengereidheid Men kan zich afvragen hoe een van de laatste leerlingen van zijn gevuld, bij te houden. Wanneer Lubimov de Tweede de grote Russische leraar Heinrich Neuhaus zo'n historische Sonate van Silvestrov speelt, doet ze bijna klassiek aan. Een en geografische veelvraat kon worden. Richter, Gilels, fantasie van Mozart kan enkele minuten later haar Horowitz, Virsaladze en nog veel ander groot volk kwamen gewaagdheid van ruim twee eeuwen geleden herwinnen. Of uit dezelfde school en waren in een bepaald opzicht ook nog eigenaardiger: men kan Lubimov horen betogen dat hij veelzijdig, maar toch. Bij hen is binnen het geheel van fysie- met Bach of Mozart op een moderne concertvleugel geen ke en geestelijke activiteiten dat musiceren is, het bezwe- enkel probleem heeft, maar Beethoven eigenlijk alleen nog rende, hypnotische of transcendente aspect primordiaal. op een oud instrument zou willen spelen. Daar valt veel Lubimov is het, denk ik, minder om heiligheid te doen. Bij tegen in te brengen, maar luister, en u zal hem geloven. hem staat de nieuwsgierigheid centraal, de continuïteit en hoe ze wordt doorbroken. Midden in de jaren zestig een al te grote interesse voor westerse nieuwe muziek tentoonspreiden, kon een sovjet- musicus van toen nog duur te staan komen, vraag maar aan Johannes Brahms (1833-1897) Twee Rapsodieën, opus 79 (1879) De ‘Twee Rapsodieën opus 79’ van Johannes Brahms zijn enigszins atypisch binnen het oeuvre van de componist. Eerst en vooral is er de naam zelf: 'rapsodie' verwijst vaak naar een vrije vorm met een manifest improvisatorische inslag, maar deze twee zijn formeel als uit graniet gehou- wen. De thema’s worden netjes voorgesteld en op diep-Duit- se wijze contrapuntisch tegen mekaar uitgespeeld. Dat alles binnen een onwankelbare triptiekstructuur. Opvallender is echter het karakter van de stukken: eerder heroïsch, een beetje aan de verwaaide kop van Beethoven herinnerend, enigszins breedvoerig maar toch affirmatief. Brahms schreef wel vaker paren van werken, vooral dan kamermuziek, die echter altijd op een bepaalde manier com- plementair waren: het tweede bevatte het materiaal dat in het eerste niet bruikbaar was, zoiets. Deze twee rapsodieën trekken echter ondubbelzinnig aan hetzelfde zeel. Boven- dien lijkt Brahms hier terug te keren naar de soort expressie van zijn jongere jaren: het stormachtige van zijn sonates of van de derde ballade zit er opnieuw in. Terwijl we als histo- risch terugkijkende, op evolutiematige logica gestelde luisteraars zo graag een direct verband zien tussen de ‘Kla- vierstücke opus 76’, waarin het zo typisch Brahmsiaanse, geleerde mijmeren inderdaad een aanvang neemt en de ronduit geniale cycli van het einde van zijn leven: opus 116 tot 119. We zouden kunnen vragen: waarom, beste Johannes, sla je als rijpe veertiger opnieuw die jeugdige toon aan? En Brahms zou zonder twijfel antwoorden: dat gaat u geen moer aan, en wilt u me alstublieft niet tutoyeren? Gelijk heeft hij. Franz Schubert (1797-1828) Vier Impromptus, D935 (1827) Dat Brahms nogal wat Schubert in zijn bibliotheek had staan, is geen geheim. Hij was een grote fan, net zoals Schumann, Mendelssohn, Chopin en tal van andere roman- tici die door de kleine Wiener beïnvloed werden. Dan heb- ben we het vooral over zijn zogeheten lyrische pianomuziek - aan de sonate voor pianosolo besteedden de negentiende- eeuwers relatief weinig aandacht, op enkele memorabele bijdragen van Chopin, Schumann, Brahms en Liszt na. Het is niet bekend wie de term ‘impromptu’ precies bedacht, maar wel is zeker dat hij begin negentiende eeuw in zwang raakte: voortaan stond ‘impromptu’ voor een lyrisch stuk in een vrije vorm (rondo, thema met variaties, zelfs de sonate- vorm duikt nu en dan op) die wel steeds tot doel had, een soort intiem moment met de componist tot leven te wek- ken. Aangezien Schuberts lyrische pianomuziek - twee sets van vier impromptu's, de ‘Moments Musicaux’ en de drie postume ‘Klavierstücke’ - integraal in zijn laatste twee levensjaren ontstond, moet duidelijk zijn wat de emotione- le strekking van die ontboezemingen was: droefenis troef. De tweede reeks impromptu's, die Lubimov vanavond speelt, hebben dezelfde wrede schoonheid als de kolossale sonatetriptiek waarmee Schubert zijn muzikale testament zou schrijven. Misschien zijn ze iets berustender en mede- deelzamer dan die laatste sonates, zonder evenwel aan- spraak te maken op de architecturale absoluutheid ervan. Of toch? De eerste van de vier is immers een van de gaafste staaltjes van deugdelijke sonatevorm die Schubert ooit heeft neergeschreven. Waarvoor twee eeuwen later nog steeds onze dank. Claude Debussy (1862-1918) Préludes, boek II (1912-13) Een verband tussen de ‘Impromptus’ van Schubert en de ‘Préludes’ van Debussy zou kunnen zijn: de autonomie van de stukken. De bundels zijn geen cycli in de werkelijke zin van het woord. De afzonderlijke stukken staan door hun vrije vorm op zichzelf. Als verzameling worden ze niet strij- dig (al sprak Debussy zich ooit uit tegen integrale uitvoe- ring) maar ook niet in een nieuw of verhelderend licht geplaatst. Verder is elke vergelijking irrelevant, en niet alleen omdat Debussy zo'n eeuw jonger is dan Schubert, of omdat Parijs niet Wenen is. Debussy's ‘Préludes’ zijn vintage twintigste eeuw; dat wil zeggen de eeuw waarin de tonen zich ont- voogdden tegenover het tonale systeem, waarin de term consonantie stilaan zijn vaste betekenis verloor, waarin appreciatie zich niet meer in geijkte termen liet vangen, kortom: de eeuw die door Nietzsche terecht werd aange- kondigd als die van de psychologie. Debussy doet, anders dan Schubert, de luisteraar geen ver- trouwelijke mededeling. Daarvoor vindt hij noch de luiste- raar, noch zichzelf belangrijk genoeg. Voor Debussy kan de basisidee van een werk geen geestesgesteldheid zijn - hij is geen romanticus meer en nog geen expressionist. Zijn idee is een atmosfeer, een neiging,
Recommended publications
  • Late Fall 2020 Classics & Jazz
    Classics & Jazz PAID Permit # 79 PRSRT STD PRSRT Late Fall 2020 U.S. Postage Aberdeen, SD Jazz New Naxos Bundle Deal Releases 3 for $30 see page 54 beginning on page 10 more @ more @ HBDirect.com HBDirect.com see page 22 OJC Bundle Deal P.O. Box 309 P.O. 05677 VT Center, Waterbury Address Service Requested 3 for $30 see page 48 Classical 50% Off beginning on page 24 more @ HBDirect.com 1/800/222-6872 www.hbdirect.com Classical New Releases beginning on page 28 more @ HBDirect.com Love Music. HBDirect Classics & Jazz We are pleased to present the HBDirect Late Fall 2020 Late Fall 2020 Classics & Jazz Catalog, with a broad range of offers we’re sure will be of great interest to our customers. Catalog Index Villa-Lobos: The Symphonies / Karabtchevsky; São Paulo SO [6 CDs] In jazz, we’re excited to present another major label as a Heitor Villa-Lobos has been described as ‘the single most significant 4 Classical - Boxed Sets 3 for $30 bundle deal – Original Jazz Classics – as well as a creative figure in 20th-century Brazilian art music.’ The eleven sale on Double Moon, recent Enlightenment boxed sets and 10 Classical - Naxos 3 for $30 Deal! symphonies - the enigmatic Symphony No. 5 has never been found new jazz releases. On the classical side, HBDirect is proud to 18 Classical - DVD & Blu-ray and may not ever have been written - range from the two earliest, be the industry leader when it comes to the comprehensive conceived in a broadly Central European tradition, to the final symphony 20 Classical - Recommendations presentation of new classical releases.
    [Show full text]
  • Alexander Melnikov Piano, Fortepiano
    ALEXANDER MELNIKOV PIANO, FORTEPIANO Biography Alexander Melnikov graduated from the Moscow Conservatory under Lev Naumov. His most formative musical moments in Moscow include an early encounter with Svjatoslav Richter, who thereafter regularly invited him to festivals in Russia and France. He was awarded important prizes at eminent competitions such as the International Robert Schumann Competition in Zwickau (1989) and the Concours Musical Reine Elisabeth in Brussels (1991). Known for his often-unusual musical and programmatic decisions, Alexander Melnikov discovered a career-long interest in historically-informed performance practice at an early age. His major influences in this field include Andreas Staier and Alexei Lubimov. Melnikov performs regularly with distinguished period ensembles including the Freiburger Barockorchester, Musica Aeterna and Akademie für Alte Musik Berlin. As a soloist, Alexander Melnikov has performed with orchestras including the Royal Concertgebouw Orchestra, Gewandhausorchester Leipzig, Philadelphia Orchestra, NDR Sinfonieorchester, HR-Sinfonieorchester, Russian National Orchestra, Munich Philharmonic, Rotterdam Philharmonic, BBC Philharmonic, Orchestre des Champs-Élysées and the NHK Symphony, under conductors such as Mikhail Pletnev, Teodor Currentzis, Charles Dutoit, Paavo Järvi and Valery Gergiev. Together with Andreas Staier, Alexander Melnikov developed a programme that sets excerpts from Bach's Well-Tempered Clavier (Andreas Staier – harpsichord) in musical dialogue with Shostakovich's 24 Preludes
    [Show full text]
  • Wolfgang Amadeus Mozart: the Piano Concertos with Ronald Brautigam, Fortepiano Kölner Akademie Michael Alexander Willens, Conductor BIS -2544 SACD (12 Sacd’S)
    Wolfgang Amadeus Mozart: The Piano Concertos with Ronald Brautigam, fortepiano Kölner Akademie Michael Alexander Willens, conductor BIS -2544 SACD (12 sacd’s) CD 1 Piano Concerto No. 3 in D major, K 40 Piano Concerto No. 1 in F major, K 37 Piano Concerto No. 2 in B flat major, K 39 Piano Concerto No. 4 in G major, K 41 Cadenzas: Mozart (K 40), Brautigam (K 37, 39 & 41) Instrument: Paul McNulty 2007, after Johann Andreas Stein 1788 Recorded: August 2015, Deutschlandfunk, Kammermusiksaal, Cologne CD 2 Piano Concerto No. 5 in D major, K 175 Piano Concerto No. 6 in B flat major, K 238 Piano Concerto in D major after J.C. Bach, K 107 Piano Concerto in G major after J.C. Bach, K 107 Piano Concerto in E flat major after J.C. Bach, K 107 Cadenzas: Mozart, Brautigam (K 175, third movement; K 107 II/III) Instrument: Paul McNulty, after Walter c. 1792 (K 175 & K 238); Paul McNulty 2007, after Johann Andreas Stein 1788 (K 107 I/III) Recorded: December 2014, Deutschlandfunk, Kammermusiksaal, Cologne CD 3 Concerto in E flat major for two pianos, K 365 Concerto in F major for three pianos, K 242 (London Concerto) Concerto in E flat major for two pianos, K 365 (version with clarinets, trumpets and timpani) Cadenzas: Mozart With Alexei Lubimov, fortepiano (piano 1 in K 365, piano 2 in K 242); Ronald Brautigam, fortepiano (piano 2 in K 365, piano 1 in K 242); Manfred Huss, fortepiano (piano 3 in K 242), Haydn Sinfonietta Wien Instrument: Paul McNulty, after A.
    [Show full text]
  • Alexei Lubimov Messe Noire
    ECM Alexei Lubimov Messe Noire Stravinsky: Serenade in A Shostakovich: Sonata No. 2 op. 61 Prokofiev: Sonata No. 7 op. 83 Scriabin: Sonata No. 9 op. 68, “Black Mass” Alexei Lubimov: piano ECM New Series 1679 CD 0289 465 1372 9 Release: June 6th, 2005 “This album is dedicated to my teachers and mentors Anna Artobolevskaja, Heinrich Neuhaus, Lev Naumov and Maria Yudina” Alexei Lubimov 1913, 1925, 1942 and 1943 – stations of Russian piano music in the first half of the 20th century: Scriabin, Stravinsky, Prokofiev and Shostakovich. Four important works, all of them masterpieces. But what connects them? “I see this selection as a panorama of different styles”, says Alexei Lubimov. “Messe Noire” is a subjective selection, and could have had a completely different look. Nevertheless, when the outstanding Russian pianist presents his first solo program since the album “Der Bote” (”The Messenger” – ECM New Series 1771), so highly praised by reviewers when released three years ago, one expects not just highly reflective interpretation, but carefully-considered dramaturgy as well. In the surprisingly homogenous compilation of elegiac miniatures in “Der Bote” – from Carl Philipp Emanuel Bach to Valentin Silvestrov – a withdrawn, meditative tone easily bridged the span of three centuries, and the relationship between the works was immediately audible. “Messe Noire” concentrates on the short span of only 30 years. However, the contrasts between the works are all the more marked and the conflicts carried out in them more intense. Just as “Der Bote” was a “new” program, as Lubimov himself said, representing as it did his repertoire interests since the 90’s, “Messe Noire” is a relatively “old” one.
    [Show full text]
  • ALEXANDER MELNIKOV, PIANO Biography
    ALEXANDER MELNIKOV, PIANO Biography Alexander Melnikov graduated from the Moscow Conservatory under Lev Naumov. His most formative musical moments in Moscow include an early encounter with Svjatoslav Richter, who thereafter regularly invited him to festivals in Russia and France. He was awarded important prizes at eminent competitions such as the International Robert Schumann Competition in Zwickau (1989) and the Concours Musical Reine Elisabeth in Brussels (1991). Known for his often-unusual musical and programmatic decisions, Alexander Melnikov discovered a career-long interest in historically-informed performance practice at an early age. His major influences in this field include Andreas Staier and Alexei Lubimov. Melnikov performs regularly with distinguished period ensembles including the Freiburger Barockorchester, Musica Aeterna and Akademie für Alte Musik Berlin. As a soloist, Alexander Melnikov has performed with orchestras including the Royal Concertgebouw Orchestra, Gewandhausorchester Leipzig, Philadelphia Orchestra, NDR Sinfonieorchester, HR-Sinfonieorchester, Russian National Orchestra, Munich Philharmonic, Rotterdam Philharmonic, BBC Philharmonic, Orchestre des Champs-Élysées and the NHK Symphony, under conductors such as Mikhail Pletnev, Teodor Currentzis, Charles Dutoit, Paavo Järvi and Valery Gergiev. An essential part of Melnikov’s work are intensive chamber music collaborations with partners including cellist Jean-Guihen Queyras. Alexander Melnikov’s association wth the label harmonia mundi arose through his regular recital partner, violinist Isabelle Faust, and in 2010 their complete recording of the Beethoven sonatas for violin and piano won a Gramophone Award. This album, which has become a landmark recording for these works, was also nominated for a Grammy. Their most recent release features the Brahms sonatas for violin and piano.
    [Show full text]
  • MOZART Concertos for Two and Three Pianos Ronald Brautigam · Alexei Lubimov · Manfred Huss Haydn Sinfonietta Wien
    MOZART Concertos for Two and Three Pianos Ronald Brautigam · Alexei Lubimov · Manfred Huss Haydn Sinfonietta Wien BIS-SACD-1618 BIS-SACD-1618 Mozart:booklet 15/8/07 08:16 Page 2 MOZART, Wolfgang Amadeus (1756–91) Concerto in E flat major for two pianos 23'14 KV 365 (316a) (1779) 1 I. Allegro 9'48 2 II. Andante 6'29 3 III. Rondeau. Allegro 6'45 Concerto in F major for three pianos 20'49 ‘Lodron Concerto’, KV 242 (1776) 4 I. Allegro 8'19 5 II. Adagio 6'55 6 III. Rondeau. Tempo di Menuetto 5'24 Concerto in E flat major for two pianos 23'46 KV 365 (316a) (1779, rev. 1782) · version with clarinets, trumpets & timpani 7 I. Allegro 10'17 8 II. Andante 6'35 9 III. Rondeau. Allegro 6'44 TT: 69'02 Alexei Lubimov fortepiano (piano 1, KV 365 / piano 2, KV 242) Ronald Brautigam fortepiano (piano 2, KV 365 / piano 1, KV 242) Manfred Huss direction and fortepiano (piano 3, KV 242) Haydn Sinfonietta Wien 2 BIS-SACD-1618 Mozart:booklet 15/8/07 08:16 Page 3 he first fortepianos were produced by Bartolomeo Cristofori (1655–1732) in Florence before the end of the 17th century; he called them Arpicimbalo che Tfá il piano e il forte. Around 1730 Gottfried Silbermann (1683–1753), the first important German piano builder, became acquainted with Cristofori’s instru - ments and copied them so successfully that, as early as around 1740, a number of such fortepianos were ordered for the Berlin court. Johann Sebastian Bach was already involved in this development, and as a court virtuoso in Berlin his eldest son, Carl Philipp Emanuel, was one of the earliest significant players of the forte piano.
    [Show full text]
  • L a Re N Co N
    La Rencontre – Dimanche 20 novembre 2016 Orchestres en fête : Ludwig van (2) Le mythe Beethoven commença d’être élaboré dès avant sa mort. Un enterrement en grande pompe plus tard, les générations à venir pouvaient continuer de bâtir une légende où chacun allait puiser. Ce parcours où s’entrecroisent la musique, la vie et la postérité de Beethoven est au cœur de l’exposition Ludwig van. Le mythe Beethoven, et il trouve son prolon- gement dans deux cycles de concerts. Après un premier cycle « tout Beethoven » (ou presque), le week-end « Orchestres en fête » est l’occasion de proposer aux auditeurs une nouvelle expérience Beethoven. Cette fois, l’accent est mis sur la descendance musi- cale du compositeur, en une démarche d’aller-retour entre œuvres originales et échos artistiques. On y entend ainsi des symphonies (la Neuvième par l’Orchestre Philharmonique de Strasbourg, la Septième par l’Orchestre de Picardie), des concertos (le Triple Concerto par Tugan Sokhiev et l’Orchestre du Capitole de Toulouse, le Concerto pour piano n° 5 par Enrique Mazzola, Louis Lortie et l’Orchestre National d’Île-de-France – un spectacle avec vidéo destiné aux familles – ou par Paul Daniel, Nicholas Angelich et l’Orchestre National Bordeaux-Aquitaine, le Concerto pour piano n° 0 par Alexandre Bloch, Alexei Lubimov et l’Orchestre du Conservatoire de Paris) ou des pièces orchestrales diverses. Contemporains ou successeurs de Beethoven y prennent leur place, tel Brahms dont le XIXe siècle finissant voulut absolument faire l’héritier du compositeur en matière symphonique (Symphonie n° 4 par l’Orchestre du Capitole et Tugan Sokhiev).
    [Show full text]
  • Samedi 12 Novembre Alexei Lubimov a Le Xe I Lu B Im Ov
    Roch-Olivier Maistre, Président du Conseil d’administration Laurent Bayle, Directeur général Samedi 12 novembre Alexei Lubimov Dans le cadre du cycle La mélancolie Du 8 au 13 novembre Samedi 12 novembre Samedi 12 | Vous avez la possibilité de consulter les notes de programme en ligne, 2 jours avant chaque concert, à l’adresse suivante : www.citedelamusique.fr Alexei Lubimov Alexei Cycle La mélancolie « Soleil noir » de Nerval, « bile noire» d’Hippocrate, « oiseau d’ébène » d’Edgar Poe, la ténébreuse mélancolie enveloppe celui qu’elle atteint « d’un jour noir plus triste que les nuits » (Baudelaire). Si l’Église médiévale la condamna, Aristote et Kant l’associèrent au génie et à la création. Considérée comme un remède à la mélancolie, la musique en est en même temps la voix. Carl Philipp Emanuel Bach, dans son trio Sanguineus & Melancholicus (ca 1751), se situe dans la perspective de la théorie humorale. Préigurant La Malinconia de Beethoven, sa partition est fondée sur deux caractères, Melancholicus, Allegretto en do mineur, et Sanguineus, Presto en mi bémol majeur, qui, selon l’auteur, « se disputent […] jusqu’à la in du deuxième mouvement », où « le Mélancolique cède ». Longtemps après la disqualiication scientiique de la théorie des humeurs, cette dernière a conservé la puissance des écrits fondateurs : c’est cette place que Pascal Dusapin lui assigne dans sa Melancholia (1991), « opératorio » qui donne à ces textes anciens un caractère sacral. La mélancolie retrouve tout son prix dans la seconde moitié du XVIIIe siècle. Des mythes et des dieux, venus du Nord, tendent à remplacer la mythologie gréco-latine.
    [Show full text]
  • Composers R-Z
    RUSSIAN, SOVIET & POST-SOVIET CONCERTOS A Discography of CDs and LPs Prepared by Michael Herman Edited by Stephen Ellis Composers R-Z ERKEGALI RAKHMADIEV (1932-2013, KAZAKHSTAN) Born in Semipalatinsk. He graduated from Alma-Ata (now Almaty) State Conservatory where he studied composition with Yevgeny Brusilovsky. He continued his studies at the Moscow Conservatory with Genrikh Litinsky and then joined the faculty of the Alma-Ata Conservatory. His work mixes elements of classical and Kazakh musical styles. He has composed operas, orchestral and choral music, including a Trumpet Concerto (1982). Violin Concerto (1985) Aiman Musakodzhaeva (violin)/Pavel Kogan/Moscow Symphony Orchestra (rec. 1990) ( + Kudash-Duman, Dairabay and Martinu: Rhapsody-Concerto for Viola and Orchestra) CONSONANCE 81-0003(1995) Scherzo for Trumpet and Orchestra (1966) Yuri Klushkin/I.Ostrovsky/Kazakh State Symphony Orchestra ( + Kuzhamyarov: Chintomur - Ballet Excepts) MELODIYA D 027971-2 (LP) (1970) NIKOLAI RAKOV (1908-1990) Born in Kaluga. He studied under Reinhold Glière and Sergei Vasilenko at the Moscow Conservatory. He then spent 58 years at this school where he became a professor of composition and the head of the orchestration department. He composed in various genres but concentrated on orchestral, chamber and solo instrumental works and produced a lot of music suitable for performance by children and teenagers. His Piano Concertos Nos. 3 (1973) and 4 (1977) and 4 Pieces for 2 Violins and String Orchestra (1964) have not been recorded. Concerto No. 1 for Piano and String Orchestra in G major (1969) Alexei Nasedkin (piano)/Nikolai Rakov/Moscow Radio Symphony Orchestra Strings ( + Piano Concerto No. 2 and Haydn: Piano Concerto in D) MELODIYA 33S 10-053339-40 (LP) (1974) Concerto No.
    [Show full text]
  • THIS IS NOT a DREAM Magic Lantern for Satie/Cage ! Louise MOATY, Conception and Projections Alexeï LUBIMOV, Pianos !
    CREATION 2014/15 THIS IS NOT A DREAM Magic Lantern for Satie/Cage ! Louise MOATY, Conception and Projections Alexeï LUBIMOV, Pianos ! Executive producer I Fondation Royaumont Co-production I Théâtre de l’incrédule, IMEC Abbaye d’Ardenne - Caen, Théâtre de Caen, Maison de la Musique Nanterrre Residencies l Abbaye de Noirlac CCR, Scène nationale d’Orléans with the precious help of Compagnie Les Rémouleurs, technical stuff of the Théâtre de Caen, FormaTTec – Porrentruy (Switzerland) OPTICAL CONCERT In her singular makery, Louise Moaty reinvents a new type of dialogue between image and music. Linked to pre-cinema, object theatre or cinetic art, the shadow play and projections of her magic lantern interact with the pieces for piano of Erik Satie and John Cage, to create a dreamlike musical landscape, and open new dimensions full of surprises… Contact production / diffusion : Compagnie Louise Moaty Elisabeth Le Coënt [email protected] / +33 6 10 77 20 25 From Satie to Cage… Erik Satie, John Cage: two composers who surveyed the full range of music’s potential, and between whom one can discern the horizon of a musical landscape whose perspectives were clearly identified by Satie in his role as the father of modern music. Following in the footsteps of a creator for whom his admiration knew no bounds, the American composer and visual artist John Cage embarked on his own explorations, asserting the artistic filiation of the two men. In this school of free inquiry, the keyboard plays the role at once of playing field and testing ground. By turns ludic, esoteric, meditative or absurd, provocative, tender or explosive, but always poetic, the music of Satie and Cage – played here on piano, prepared piano, or toy piano – seems to transport us according to the whims of a witty and mysterious mechanism conceived to dream itself into existence.
    [Show full text]
  • Alexander Melnikov Piano / Fortepiano
    ALEXANDER MELNIKOV PIANO / FORTEPIANO Alexander Melnikov graduated from the Moscow Conservatory under Lev Naumov. His most formative musical moments in Moscow include an early encounter with Svjatoslav Richter, who thereafter regularly invited him to festivals in Russia and France. He was awarded important prizes at eminent competitions such as the International Robert Schumann Competition in Zwickau (1989) and the Concours Musical Reine Elisabeth in Brussels (1991). Known for his often-unusual musical and programmatic decisions, Alexander Melnikov developed his career-long interest in historically informed performance practice early on. His major influences in this field include Andreas Staier and Alexei Lubimov. Melnikov performs regularly with distinguished period ensembles including the Freiburger Barockorchester, Musica Aeterna and Akademie für Alte Musik Berlin. As a soloist, Alexander Melnikov has performed with orchestras including the Royal Concertgebouw Orchestra, Gewandhausorchester Leipzig, Philadelphia Orchestra, NDR Elbphilharmonie Orchester, HR-Sinfonieorchester, Munich Philharmonic, Rotterdam Philharmonic and BBC Philharmonic, under conductors such as Mikhail Pletnev, Teodor Currentzis, Charles Dutoit, Paavo Järvi and Valery Gergiev. Together with Andreas Staier, Alexander Melnikov recorded a unique all-Schubert programme of four-hand pieces, which they have also performed in concert. An essential part of Melnikov’s work is intensive chamber music collaboration with partners including cellist Jean-Guihen Queyras. Alexander Melnikov’s association with the label harmonia mundi arose through his regular recital partner, violinist Isabelle Faust, and in 2010 their complete recording of the Beethoven sonatas for violin and piano won a Gramophone Award. This album, which has become a landmark recording for these works, was also nominated for a Grammy.
    [Show full text]
  • SONATAS Op.44 & Op.77
    Complete Piano Sonatas Volume 3 SONATASD Op.44usse & Op.77 k Alexei Lubimov fortepiano Johann Ladislaus Dussek 1760-1812 (from Haydn’s letter to Dussek’s father) I...therefore consider myself fortunate in being able to assure you, that you have one of the most upright, moral, and, in music most eminent of men, for a son. I love him Sonata in E flat major Op.44, Craw 178 Sonata in F minor Op.77, Craw 259 just as you do, for he fully deserves it. Give him, then, daily, a father’s blessing, and “The Farewell” (1800) “L’Invocation” (1812) thus will he be ever fortunate, which I heartily wish him to be, for his remarkable 1 I. Introduzione. Grave – 5 I. Allegro moderato, talents. I am, with all respect, Allegro moderato 11’00 ma energico 12’30 2 II. Molto adagio e sostenuto 7’37 6 II. Tempo di menuetto: Your most sincere friend, 3 III. Tempo di menuetto Con moto 4’37 Joseph Haydn piuttosto Allegro 3’42 7 III. Adagio non troppo, 4 IV. Rondo: Allegro moderato ma solenne 6’01 London, February 16, 1792. ed espressivo 7’30 8 IV. Rondo: Allegro moderato 9’25 If Dussek had spent the creative years of his life in Vienna, instead of traveling through all of Europe, from Paris to Lithuania and Russia, then to London, then to Alexei Lubimov fortepiano Paris again, he most likely could have become a real rival to Mozart and Beethoven. His enormous talent certainly could have allowed that and in his works we can hear a bridge leading from Mozart’s classical style to the Romanticism of Schubert.
    [Show full text]