Vlaamse Schilderkunst En De Zee Vlaamse Schilderkunst in De Achttiende En Negentiende Eeuw
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
N orbert H ostyn _ , w C w Vlaamse schilderkunst en de zee Vlaamse schilderkunst in de achttiende en negentiende eeuw De late achttiende eeuw: getoetst aan de marineschilderkunst inderdaad een dalperiode De tweede helft van de 18de eeuw was zeker niet rijk aan Vlaamse kunstschil ders met oog voor zee en kust. Van alle ons gekende namen beoefenden, naast schaarse te verwaarlozen figuren, enkel Frans-Balta- sar Solvijns, Jean-Baptiste Tency, Marten Waefelaerts de marine ais specialiteit. Hun aandacht ging amper uit naar de zee en de kust. De havens en de scheepvaart, het mercantiele, trokken vooral hun aandacht en dat van hun klanten. Inhoudelijk bete kende dat voornamelijk Antwerpen en de Scheldemonding. Het recreatieve of poëti sche aspect van de Vlaamse kust, de toeris tische mogelijkheden, moesten nog ontdekt worden, al zijn er wel berichten die zelfs tot in 1623 teruggaan: toen werd het de Paters Capucijnen uit Oostende verboden te gaan baden in zee. In 1625 werd het verbod ver soepeld en mocht het weer wel op dokters voorschrift. Daaruit leren we dat het nemen van zeebaden toen reeds gebruikelijk was. Robert Daudet naar Frans-Balthasar Solvijns, 'De haven van Oostende', kopergravure op papier, Pas in 1783 worden voor 't eerst badkarren 375 x 5$° mmfc a • 1781 Oostende, Museum voor Schone Kunsten op het Oostendse strand geplaatst, op ini tiatief van de Engelse ondernemer William Hesketh. Maar daaruit afleiden dat er toen Torts de France'. Het nu verscholen schil noodde, maakten schilderden de Brugse al een toeristenstroom bestond ware ver derij bleef bekend dank zij een reproductie- meesters van het moment - Jan Garemyn keerd. gravure die kort na de voltooiing ervan (1712-1799), Jan Beerblock (1739-1806) of In de enkele, op Oostende na, nog werd gemaakt. Deze opdracht bracht Sol Constantin Van Eecke (?-?) - maritiem onbeduidende Vlaamse kuststeden zelf wa vijns uiteraard naar Oostende waar hij een geïnspireerde werken, bv. om te integreren ren er geen marineschilders werkzaam. En tijdlang woonde en zelfs huwde. Maar in schilderijensuites ter bekleding van een zelfs Oostende bood niet genoeg draagvlak Solvyns' carrière zou kort daarna een totaal salon van een burgershuis. Vaak lopen wer om kunstenaars vooruitzicht op een loop onverwachte wending nemen die hem voor kelijkheid en fantasie door elkaar in dit baan met werkzekerheid te bieden. lange tijd in Azië bracht waar hij niet alleen soort doeken. Frans-Balthasar Solvijns (1760-1824) gewoonten en gebruiken van volkeren be Een suite van zeven salonschilde- uit Antwerpen kreeg ais plastisch begaafde studeerde en in tekeningen vastlegde, maar rijen die Beerblock tussen 1796 en 1804 tiener in 1773 een bestelling van de land ook een gevierd marineschilder werd in creëerde voor het huis van Mechior Kindts voogden Maria-Christina van Oostenrijk en kringen van Britse kolonisten in Calcutta. in Brugge, bevat twee doeken die kustsites Albert-Casimir van Polen voor het schilde Voor zover gekend was de ca. 1793 voorstellen: Blankenberge (Brugge, Groe- ren van een gezicht van de haven van zijn actieve Antwerpenaar Marten Waefelaerts ningemuseum) en het Sas-Slykens bij Oos geboortestad. Ais twintiger kreeg hij in (?-?) ook meer Schelde-gericht in zijn the tende (U.S.A., privéverzameling). 1780 een nieuwe opdracht van het Hof in matiek, terwijl Jean-Baptiste Tency (ca. 1733 Gentenaar Dominique De Bast Brussel, nu voor een havenzicht van Oos - na 1808) genreachtige marinestukken in (1781-1842) was dan reeds een overgangsfi tende. Oostende was in die tijd een vrijha neoklassieke trant bracht, zonder veel be- guur tusen de 18de en de 19de eeuw. Zijn ven en bood veelbelovende economische kommmernis om topografische werkelijk interesseveld als marineschilder situeerde perspectieven. Het gezicht op de haven heidsweergave maar met des te meer modi zich echter in het schipbreuk-thema en ver werd een marine die volledig in de geest euze vormgeving. der vooral in wat nu Nederland is: De lag van Joseph Vernets (1714-1789) reeks Wanneer de gelegenheid er toe Maas in Rotterdam, het IJ in Amsterdam, V l a a m s e schilderkunst e n de zee 199 | 71 de Schelde voor Vlissingen... vaart op de Noordzee die hem ook naar nig reisjes aan boord van vissersschepen Charles-Louis Verboeckhoven (1802- Shetland en de Far-Oëreilanden bracht. om de gebruiken van de zeevaart en de vis 1884), broer van de wereldvermaarde die Meerdere schilderijen van Clays stellen het vangst van nabij te leren kennen. De renschilder Eugène Verboeckhoven, is de visserijwachtschip 'Marie-Louise' voor Schelde van Antwerpen tot aan de mon auteur van honderden marineschilderijen (Antwerpen, Nat. Scheepvaartmuseum; ding was één van Linnigs voornaamste in die - op uitzonderingen na - stereotiep Brussel, Museum van het Leger), andere re spiratiebronnen, maar ook de kustplaatsen overkomen. De Vlaamse, Nederlandse, fereren aan de havens en de kusten die hij hadden zijn aandacht, zoals blijkt uit etsen Franse en Engelse kustplaatsen leverden tijdens deze tocht ontmoette. Ook een reis met Nieuwpoortse en Wenduinse kustland- hem de nodige thema's, net ais de vele naar Portugal liet veel sporen na in zijn schappen. Die af en toe zeer gedurfde etsen kleine haventjes van toen aan de Schelde werk uit de romantische periode. Voor zo plaatsen hem bij de grote namen van de tussen Antwerpen en de zee. Een molen op ver is na te gaan was Clays in tijd de eerste drukgrafiek. een dijk, een vuurbaken... vaak is het topo- Belgische marineschilder die radicaal de Louis Verboeckhoven, 'Aankomst van het yacht van Koningin Victoria op de rede van Oostende anno 1843', olieverf op doek, 50 X 70cm, 1843 Oostende, Museum voor Schone Kunsten (inv. 1938/366) grafische element in zijn werk te vaag om welbepaalde sites te herkennen, al twijfelen we daarom niet aan de exactheid van zijn werk vanuit topografische optiek. Zijn oeu vre kent enkele uitschieters: 'Opkomend tij met Engelse brik' (1839; Antwerpen, K.M.S.K.), 'De aankomst van Queen Victo ria te Oostende in 1843' (Brussel, Kon. Verz.). Uitbeelden van poëtische zeeroman- tiek - dageraad, zonsondergang, storm en Paul-Jean Clays, 'Haven van Oostende met het Britse Kon. yacht', olieverf op doek, 58,5 X 71,2cm, ca. 1843-1844 schipbreuk - was blijkbaar niet aan een 'za Oostende, Museum voor Schone Kunsten (inv. 2000/-) kelijk' schilder zoals Verboeckhoven be steed. Bruggeling Paul-Jean Clays (1817- breuk maakte met romantiek en, na een re Bij alle hoger genoemde kunste 1900), familiaal nauw verwant met zowel latief korte realisme-fase, nog modernere naars, een lijstje waaraan we ook nog Henri de kunstenaars Jean-Baptiste Madou en schilderstijlen ging uitproberen. Deze over- Lehon (1809-1872), Jacob Jacobs (1821-1879) Fernand Khnopff, was van jongsaf aan tot gang situeert zich ca. i860 en evolueerde en Henri-Adolphe Schaep (1826-1870) kun de zee aangetrokken, en had de jeugdige verder consequent naar een gematigd im nen toevoegen, vinden we geen mensen van ambitie om zeeman te worden; ais adoles pressionisme. In die werken is de Vlaamse de kustregio. De schilderkunst in Oostende cent manifesteerde zich zijn kunsttalent; kust prominent aanwezig in zijn werk, net begint eigenlijk met de figuur van Michel aanvankelijk autodidact ais kunstschilder ais de Schelde vanaf Antwerpen tot de Van Cuyck (1797-1875). Na studie aan de maar daarna een tijdlang leerling van Ho monding. Academie in Bmgge, vestigde hij zich in race Vernet en Théodore Gudin in Paris. Egide Linnig (1821-1860), telg uit zijn geboortestad en combineerde zijn car Van 1839 af in Brussel woonachtig kende een gekend Antwerps kunstenaarsgeslacht, rière ais kunstschilder noodgedwongen met hij een uitermate succesvolle carrière ais kwam door zijn gevoelsgeladen band met een zaak in huisschilderwerken. Samen met marineschilder, aanvankelijk in de romanti Schelde en zee tot het marineschilderen. In François Bossuet stond hij aan de oorsprong sche traditie. Hij schilderde nogal wat een autobiografische tekst berichtte hij in van de Oostendse kunstacademie in 1820. schipbreuktaferelen waarmee hij op de ac- gebrekkig Nederlands ais volgt over zijn Hij schilderde in romantisch-realistische stijl I tualiteit inspeelde. In 1841 deed hij zijn studiejaren: '...ik hielt mijn veel met zee lie de meest verscheidene genres: landschap i aanvraag om mee te mogen varen op een den op, was bijna bestendig aan boord der pen, stadsgezichten, volksfeesten op het ! schip van de Kon. Marine. Dit werd hem scheepen en gelukt er in de noodige en platteland, Oostendse volkstypes, maar I toegestaan en zo voer hij mee met het grondige kenis welke het marien betreven vooral marines en strandtaferelen. Hij toont wachtschip 'Marie-Louise' tijdens een rond- in te zamelen...' Meermaals ondernam Lin- met nadruk het toeristische aspect van het 72 I 200 Vl a a m s e schilderkunst e n d e zee Strand: de badgasten, de badkarren, het zijn oeuvre is de Vlaamse kust prominent Ensor naar het pointillisme zich voltrok. badpersoneel, de protserige wandelaaars op aanwezig: de haven van Oostende, het de zeedijk. Dat was zeer vernieuwend. Ook weidse strand van de Panne, de vuurtoren James Ensor (1860-1949) waagde een reeks schilderijen met de geschiedenis van Knokke.... De tweede belangrijkste zich aan de traditioneelste schildergenres: van de in 1827 in Oostende aangespoelde aandachtspool zijn de Zeeuwse en Hol stilleven, portret, figuur, landschap, stads walvis waren van zijn hand. Ze behoorden landse havens en kusten. gezicht. Ook marines behoorden reeds heel bij een reizend tentoonstellingspaviljoen Het werk van zijn zoon Auguste vroeg tot zijn interesse: bij zijn jeugdwer waarin het skelet van het reusachtige dier Musin (1852-1923) sluit naadloos aan bij ken vinden we reeds strandgezichten, zo werd geëxposeerd. Het skelet bevindt zich zijn latere werk: de Grote Rivieren in Ne wel Oostendse ais Blankenbergse. nu in een museum in Petrograd. De schilde derland, de Vlaamse havens, dokken, ha Ais kind woonde hij op enkele pas rijtjes zijn nog niet opgedoken.