2014

gemeente Borger- Hoofdstraat 50 7875 AD Postbus 3 7875 ZG EXLOO 0591-535353 www.borger-odoorn.nl [email protected]

2

Inhoudsopgave

Onderdeel Pagina Deel I 3 I.1 Inleiding 4 I.2 Recapitulatie lasten en baten per programma 5 I.3 Samenvatting en conclusies 6 I.4 Algemene uitgangspunten 9 I.5 Analyse op hoofdlijnen 12

Deel II 14 II.1 Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 15 II.2 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 18 II.3 Programma 3 Economische zaken, recreatie, toerisme 20 II.4 Programma 4 Onderwijs 22 II.5 Programma 5 Sport, cultuur, groene ruimte 24 II.6 Programma 6 Sociale zaken, zorg, welzijn 26 II.7 Programma 7 Gezondheid, milieu 29 II.8 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 31 II.9 A Algemene dekkingsmiddelen 33

Deel III 34 III.1 Paragraaf A Lokale heffingen 35 III.2 Paragraaf B Weerstandsvermogen, risicobeheersing 41 III.3 Paragraaf C Kapitaalgoederen 47

III.4 Paragraaf D Financieel fundament 52

III.5 Paragraaf E Financiering, Emu-saldo 56

III.6 Paragraaf F Bedrijfsvoering 60 III.7 Paragraaf G Verbonden partijen 62 III.8 Paragraaf H Grondbeleid 65 III.9 Paragraaf I Demografische ontwikkelingen 69

Deel IV 70 IV.1 Meerjarenbegroting 2015 - 2018 70

Bijlagen Bijlage I Dynamische prioriteitenlijst, uitgebreid 74

Bijlage II Lijst met afkortingen 75

Programmabegroting 2014 3

DEEL I ALGEMEEN

Onderdeel Pagina I.1 Inleiding 4 Voorwoord 4 I.2 Recapitulatie lasten & baten per programma 5 Recapitulatie 5 Toelichting 5 I.3 Samenvatting & conclusies 6 Ontwikkeling begroting 2014 6 Uitkomst begroting 2014 6 Bezuinigingsopdracht 2014 6 Bestedingsvoorstellen 7 Projecten en actiepunten 7 Ken- en stuurgetallen 7 Gemeentefonds 7 Nieuwe bezuinigingsopdracht 2016-2018 7 Uitkomst meerjarenbegroting 2015-2018 7 Budget incidenteel nieuw beleid 2015-2018 8 Mutaties reserves 8 I.4 Algemene uitgangspunten 9 Financiële uitgangspunten 9 Gemeentefonds 9 Rente 11 Nullijn voor loon- en prijsgevoelige producten 11 Beleidsintensivering & nieuw beleid 11 Belastingtarieven, belastingsdruk 11 I.5 Analyse op hoofdlijnen 12 Stelpost incidenteel nieuw beleid 12 Saldo begroting 12 Toelichtingen 13

Programmabegroting 2014 4

I.1 INLEIDING

Voorwoord Opnieuw zijn wij in staat u een sluitende begroting aan te bieden. Daarbij hebben we de stijging van de lokale lastendruk weten te beperken tot 1,6%. De begroting is uiteraard een uitwerking van de door u vastgestelde kadernota. Ten opzichte van de kadernota is er nog wel een aantal zaken aangepast: - De nieuwe bezuinigingen van het Rijk hebben nadelige gevolgen voor onze begroting. Voor 2014 lijkt het nog mee te vallen, maar er moet rekening worden gehouden met een structurele tegenvaller ter hoogte van € 480.000. De meerjarenbegroting is hierop aangepast. - De werkvoorzieningschappen staan als gevolg van rijksmaatregelen voor extra uitgaven, daarom moet reeds voor 2014 een hogere bijdrage worden geraamd. - Wij stellen voor uit de post incidenteel nieuw beleid middelen in te zetten voor activiteiten in het kader van onze status als Geopark, voor een aanvulling op het cultuurfonds, voor de continuïteit van het inzetten van onze combicoaches en voor de voortzetting van Cittaslow-activiteiten.

Het saldo van de programmabegroting 2014 is behoorlijk positief. Toch vinden wij dat we zeer terughoudend moeten zijn met het aangaan van nieuwe structurele verplichtingen. Immers, we zullen nog een behoorlijke tegenvaller in de uitkering van het gemeentefonds voor 2013 moeten verwerken en vanaf 2014 is er sprake van een forse negatieve bijstelling van het structurele bedrag wat wij uit het gemeentefonds krijgen. In 2015 hopen wij onze bezuinigingsoperatie van in totaal € 5 miljoen af te kunnen ronden. Gezien de hiervoor geschetste ontwikkelingen achten wij het noodzakelijk ook voor de jaren na 2015 een bezuinigingstaakstelling neer te leggen. Vooralsnog achten wij een bedrag dat jaarlijks met € 500.000 oploopt voldoende.

Ondanks alle bezuinigingen is het toch gelukt in onze meerjarenbegroting de ruimte voor incidenteel nieuw beleid in stappen te verhogen tot circa 1 miljoen per jaar. Dat gegeven, in combinatie met de beperkte lastenstijging voor onze burgers geeft ons vertrouwen voor de toekomst van onze mooie gemeente.

College van burgemeester & wethouders

Programmabegroting 2014 5

I.2 RECAPITULATIE VAN LASTEN EN BATEN

Recapitulatie Hieronder is een verzameling weergegeven van de in de afzonderlijke programma's opgenomen lasten en baten, inclusief de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties op de reserves. tabel 1

Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo Programma 1 Politiek, bestuur, burger 8.310.391 418.824 7.891.567 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 4.310.571 1.999 4.308.572 Programma 3 Econ. zaken, recreatie, toerisme 670.886 36.556 634.330 Programma 4 Onderwijs 2.418.329 185.917 2.232.412 Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 6.234.106 593.862 5.640.245 Programma 6 Sociale zaken, zorg, welzijn 24.072.032 14.269.387 9.802.645 Programma 7 Gezondheid, milieu 5.538.806 5.309.756 229.050 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 3.191.541 803.564 2.387.977 Totaal programma's 54.746.663 21.619.866 33.126.797 Belastingen & lokale heffingen -6.445.072 Algemene uitkering gemeentefonds -25.240.833 Dividend -109.665 Saldo financieringsfunctie -1.597.017 Algemene lasten en baten 131.858 Totaal algemene dekkingsmiddelen -33.260.728 Saldo (programma's -/- dekkingsmiddelen) -133.931 Stelpost nieuw beleid 168.000 Onvoorzien, calamiteiten 65.900 Saldo voor bestemming (tekort) 99.969 Mutaties reserves -650.910

Saldo na bestemming (overschot) -550.941

Toelichting Hieruit blijkt dat de begroting 2014 sluit met een overschot van € 550.941. Ook is te zien dat voor incidenteel nieuw beleid nog € 168.000 beschikbaar is en dat voor onvoorzien (calamiteiten) € 65.900 is geraamd.

Programmabegroting 2014 6

I.3 SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Ontwikkeling begroting 2014 De begroting 2014 is opgesteld conform de kaders (uitgangspunten) zoals vastgesteld door de raad. Wel zijn de ramingen aangepast op basis van de huidige kennis en inzichten en contractuele verplichtingen. De voornaamste ontwikkelingen worden hieronder genoemd.

Uitkomst begroting 2014 Deze begroting sluit met een voordelig saldo van € 550.941. In de kadernota 2014 is voor 2014 een voordelig saldo gepresenteerd van € 690.201. Hiervan wordt conform besluit € 266.841 ingezet voor aanvulling van het budget voor nieuw beleid tot € 250.000, zodat € 423.360 resteert. Omdat bovenop het taakstellend bedrag voor 2014 van € 1 miljoen een bedrag van € 23.815 extra is bezuinigd wordt het saldo van de jaarschijf € 447.175. In hoofdstuk I.5 wordt een analyse gegeven van de afwijking ten opzichte van dit geprognosticeerde saldo 2014.

Bezuinigingsopdracht 2014 De raad heeft bij de kadernota ingestemd met de bezuinigingsvoorstellen. De bedragen hiervan zijn verwerkt in de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015 t/m 2018. Voor het jaar 2014 heeft de raad ingestemd met een bezuinigingsbedrag van € 1.023.815 dus € 23.815 extra bovenop de taakstelling van € 1 miljoen. Voor 2015 heeft de raad al ingestemd met een bezuinigingsbedrag van € 612.500. Voor het restant van € 387.500 is een taakstelling opgenomen waarover in de volgende kadernota moet worden beslist. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 is respectievelijk al € 62.500, € 37.500 en € 25.000 als bezuinigingsbedrag ingevuld (zie blz. 22 kadernota). De specificatie van de in deze begroting 2014 verwerkte € 1.023.815 is als volgt. tabel 2

functie, omschrijving mutatie 2014 t.o.v. 2013 104 Leges burgerlijke stand hogere baten 3.000 105 Statistisch jaarboek lagere lasten 6.500 106 Minder bestuurskosten lagere lasten 5.000 113 Uitvoeringskosten Woz lagere lasten 25.000 114 Onderhoud openbare verlichting lagere lasten 18.000 116 Gladheidsbestrijding, eerste tranche lagere lasten 25.000 121 Huisvesting scholen lagere lasten 50.000 122 Leerlingenvervoer lagere lasten 40.000 126 Podiumplan lagere lasten 4.000 130 Sportvelden samen, eerste tranche lagere lasten 25.000 132 Cultureel platform lagere lasten 1.815 132 Try-out lagere lasten 10.000 137 Bijzondere bijstand, minimabeleid, eerste tranche lagere lasten 20.000 140 Speeltuinen lagere lasten 20.000 141 Normenkader peuterspeelzalen, eerste tranche lagere lasten 10.000 143 Ggd lagere lasten 23.000 144 Aanbesteden restfractie lagere lasten 35.000 144 Afvalstromen optimaliseren, eerste tranche lagere lasten 80.000 150 Verkoop snippergroen hogere baten 15.000 154 Vervallen stelpost korting gemeentefonds hogere baten 300.000 158 Inkoop (CBP terugverdienen), eerste tranche lagere lasten 10.000 162 Verlagen rentepercentage (5% - 4,5%) lagere lasten 25.000 162 Bedrijfsvoering lagere lasten 250.000 164 Korting Dvo Emmen, eerste tranche lagere lasten 12.500 166 Energie gem. gebouwen, eerste tranche lagere lasten 10.000

Programmabegroting 2014 7

Bestedingsvoorstellen In bijlage 1 is de DPL (dynamische prioriteitenlijst) opgenomen, waarop de onderwerpen staan waarvoor de komende jaren wellicht budget nodig is. Voor 2014 wordt voor een viertal onderwerpen budget gevraagd. Voorgesteld wordt om budget beschikbaar te stellen voor: 1. € 22.000 inzake Geopark De Hondsrug voor elk van de jaren 2014, 2015 en 2016; 2. € 10.000 eenmalig voor 2014 inzake Cultuurbeleid; 3. € 40.000 inzake de Combicoaches voor elk van de jaren 2014 en 2015; 4. € 10.000 incidenteel voor Cittaslow-activiteiten. De betreffende bedragen zijn verwerkt ten laste van de stelpost voor incidenteel nieuw beleid.

Projecten en actiepunten In deel II van deze programmabegroting zijn per programma de projecten en actiepunten opgenomen. Ze zijn gepresenteerd in twee blokken: de doorlopende vanuit 2013 en de nieuwe voor 2014. Gedurende het jaar 2014 zal de voortgang in beeld komen in de bestuursrapportages 2014-I (stand april 2014) en 2014-II (stand september 2014).

Ken- en stuurgetallen Het verder invulling geven aan het werken met de ken- en stuurgetallen is momenteel onderwerp van discussie. De behoefte aan relevantie indicatoren met betrekking tot de maatschappelijke effecten is duidelijk. Ook door de ingrijpende herinrichting van het sociale domein blijkt de behoefte aan een nieuw systeem van monitoring. In afwachting hiervan zijn nu geen stuurgetallen gepresenteerd; deze zullen gericht ontwikkeld worden. De relevante ken- en stuurgetallen worden in de programmabegroting 2015 opgenomen.

Gemeentefonds In de kadernota 2014 konden de consequenties van de meicirculaire 2013 nog niet worden verwerkt. Hierover is inmiddels duidelijkheid; zie hoofdstuk 1.4. Voor de jaren 2014 t/m 2018 resteren op basis van deze circulaire nu wel voordelige saldi, maar hierbij zijn de jaarlijks geraamde reserveringen van € 600.000 nu geheel ingezet. Verder is een voorschot genomen op de uitkomst van de septembercirculaire 2013, waarin de Rijksbezuinigingen (groot € 6 miljard) worden gepresenteerd. Rekening moet worden gehouden met een nadeel van € 480.000 structureel. Dit is verwerkt in het saldo van de diverse schijven van de meerjarenbegroting.

Nieuwe bezuinigingsopdracht 2016-2018 In de bijgestelde meerjarenbegroting (zie deel IV van deze programmabegroting) is te zien dat de bezuinigingsopdracht van totaal € 5 miljoen in het jaar 2015 afloopt. Gezien de verwachte nadelige saldi na 2015 is een nieuwe opdracht onvermijdelijk. Wij stellen voor deze te bepalen op € 500.000 per jaar vanaf 2016 voor drie jaren. Hierbij geldt het eerder gebruikte uitgangspunt, dat de bedrijfsvoering voor 20% bijdraagt.

Uitkomst meerjarenbegroting 2015-2018 In deel IV van deze programmabegroting is de meerjarenbegroting 2015-2018 geüpdate. Rekening houdend met de nieuwe bezuinigingsopdracht zijn de uitkomsten van de jaarschijven tot en met 2018 positief. tabel 3

Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Saldo begroting (zie deel IV) 550.941 358.719 536.101 576.059 Mutaties -579.722 - 322.618 - 460.042 - 469.675 Nog in te vullen 387.500 500.000 500.000 500.000 bezuinigingsopdracht Totaal, saldo begroting 358.719 536.101 576.059 606.384

- is nadeel

De mutaties worden toegelicht in deel IV van deze programmabegroting.

Programmabegroting 2014 8

Budget incidenteel nieuw beleid 2015-2018 In de kadernota is voor de 4 jaarschijven 2014 t/m 2017 een bedrag van € 500.000 per jaar ten laste van het budget voor incidenteel nieuw beleid gebracht voor het project Borger- centrum. Rekening houdend met de bestedingsvoorstellen zoals hiervoor aangegeven, resteren er voor de jaren na 2014 nog onderstaande budgetten. In 2018 zal het budget voor nieuw beleid weer meer dan een € 1 miljoen zijn omdat dan geen bijdrage meer staat gepland voor Borger-centrum. tabel 4

Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Stand kadernota 2014 250.000 324.110 510.410 Nieuwe jaarschijf 2018 1.126.710 Geopark De Hondsrug - 22.000 - 22.000 Combicoach - 40.000 Stand begr. 2014 saldo jaarschijf 188.000 302.110 510.410 1.126.710

Mutaties reserves In onderstaand overzicht zijn de mutaties in de reserves weergegeven, zoals in de begroting verwerkt. De mutaties vloeien voort uit eerdere besluitvorming door de raad. De afbouw van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing in drie jaren valt niet onder deze mutaties van de reserves; deze is functioneel (programma 7) verwerkt, omdat het een voorziening betreft. tabel 5

Mutaties reserves 2014 2015 2016 2017 2018 1 Rentetoevoeging aan reserves 308.024 294.881 285.524 281.762 282.175 2 Egalisatiereserve riolering 190.877 190.877 190.877 190.877 190.877 Totaal toevoegingen 498.901 485.758 476.401 472.639 473.052 1 Reserve begrotingssaldo -451.899 -437.399 -422.899 -408.399 -393.899 2 Reserve aandelen bouwfonds -151.118 -105.796 0 0 0 3 Egalisatiereserve riolering -251.266 -212.973 -159.729 -106.485 -53.241 4 Vervoermiddelen -270.000 -165.000 0 0 0 5 Gekoppelde reserves -25.528 -21.463 -21.125 -19.300 -8.294 Totaal onttrekkingen -1.149.811 -942.631 -603.753 -534.184 -455.434 Totaal mutatie reserves -650.910 -456.873 -127.352 -61.545 17.618

Programmabegroting 2014 9

I.4 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

Financiële uitgangspunten De begroting 2014 en meerjarenbegroting 2015 t/m 2018 zijn opgesteld conform de uitgangspunten zoals genoemd in de kadernota 2014. In de raadsvergadering van 27 juni 2013 is deze kadernota vastgesteld. Hiernavolgend worden de meest belangrijke algemene uitgangspunten nader toegelicht.

Gemeentefonds 1. Effecten meicirculaire 2013 Door de late verschijning van de meicirculaire in 2013 konden de gevolgen van die circulaire niet meer in de kadernota 2014 worden verwerkt. In onderstaande tabellen zijn de ramingen gespecificeerd t/m de kadernota (tabel 6), conform de meicirculaire (tabel 7) en het verschil tussen beide (tabel 8). tabel 6

Kadernota 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Basisuitkering 16.001.877 15.953.506 15.698.175 15.825.449 15.831.007 15.831.007 Uitkeringsfactor 1,475 1,505 1,510 1,546 1,568 1,568 subtotaal 23.602.769 24.010.026 23.704.244 24.466.144 24.823.019 24.823.019 Suppletie-uitk. Ozb 305.473 305.473 305.473 305.473 305.473 305.473 subtotaal 23.908.242 24.315.499 24.009.717 24.771.617 25.128.492 25.128.49 Bestuursrap. 2013-I 247.828 247.828 247.828 247.828 247.828 247.828 subtotaal 24.156.070 24.563.327 24.257.545 25.019.445 25.376.320 25.376.320 Reservering 3-D's -600.000 -1.200.000 -1.800.000 -2.400.000 -2.400.000 Inzet korting 300.000 300.000 300.000 300.000 300.000 Totaal 24.156.070 24.263.327 23.357.545 23.519.445 23.276.320 23.276.320 tabel 7

Meicirculaire 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Basisuitkering 16.224.896 16.210.754 15.812.811 15.933.475 15.913.370 15.925.320 Uitkeringsfactor 1,400 1,516 1,476 1,475 1,474 1,472 subtotaal 23.363.850 24.575.503 23.339.709 23.501.876 23.456.307 23.442.071 Suppletie-uitk. Ozb 305.473 101.184 101.184 101.184 101.184 101.184 Totaal 23.669.323 24.676.687 23.440.893 23.603.060 23.557.491 23.543.255 tabel 8

Verschil 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Kadernota 24.156.070 24.263.327 23.357.545 23.519.445 23.276.320 23.276.320 Meicirculaire 23.669.323 24.676.687 23.440.893 23.603.060 23.557.491 23.543.255 Verschil -486.746 413.360 83.348 83.614 281.171 266.935 Al dekking 2012 144.000 Totaal -342.746

Opmerking: Deze bedragen betreffen niet de totale raming gemeentefonds, maar het onderdeel basisuitkering, waarop de accreswijzigingen ook van invloed zijn.

Programmabegroting 2014 10

2. Toelichting effecten jaarschijven 2013 en 2014 Uit dit overzicht blijkt voor het jaar 2013 nog een nadeel van € 342.746. Dit nadeel zal in de bestuursrapportage 2013-II worden verwerkt. Voor het jaar 2014 resteert nog een voordeel van € 413.360. In de berekening hiervan is al rekening gehouden met de jaarlijkse reservering van € 600.000 en met de inzet van de helft hiervan als aandeel in de bezuinigingstaakstelling 2014. Het voordeel van € 413.360 moet worden gereserveerd voor de verwachte nadelige gevolgen van de septembercirculaire 2013 (zie hierna). Door wijzigingen in aantallen (inwoners, uitkeringsgerechtigden, bedrijven e.d.) en als gevolg van de definitieve cijfers van de septembercirculaire 2013 zullen genoemde bedragen nog wijzigen.

3. Toelichting effecten jaarschijven 2015 t/m 2018 Uit het overzicht blijkt dat voor de periode 2015 t/m 2018 voor alle jaren nog een voordeel resteert. Deze bedragen zullen moeten worden gereserveerd voor de verwachte nadelige gevolgen van de septembercirculaire 2013. Belangrijk te weten is, dat deze voordelen t/m 2018 zijn ontstaan nadat de reservering van € 600.000 per jaar hiervoor grotendeels is aangewend. Met andere woorden voor opvang van aanvullende accreskortingen en/of nadelen als gevolg van de decentralisaties resteert nauwelijks nog budget voor opvang van deze kortingen en/of nadelen.

4. Nadere verklaring van deze (forse) achteruitgang t/m 2017 Hiervoor is aangegeven dat de jaarlijkse reservering van € 600.000 al volledig moet worden aangewend. Dus voor 4 jaar (2014-2017) maar liefst € 2,4 miljoen! Dit vraagt om een nadere verklaring. Uit de tabel blijkt, dat het uitkeringspercentage in 2017 volgens de meicirculaire maar liefst met 94 punten is gedaald (van 1,568 naar 1,474). Dit betekent voor onze gemeente al een nadeel van afgerond € 1,5 miljoen. Dit nadeel is o.a. ontstaan door een verlaging van de uitkering als compensatie voor het behoud van het Bcf (€ 640.000) en tevens door de verlaging als gevolg van de overheveling onderwijshuisvesting naar de begroting van Ocw (€ 336.000). Ook de suppletie-uitkering Ozb voor onze gemeente wordt ingaande 2014 verlaagd met € 200.000. Inclusief overige onderdelen bedraagt het totaal nadeel € 1,7 miljoen. Om dit nadeel op te kunnen vangen moet dus de jaarlijkse reservering van € 600.000 worden ingezet. Totaal dus voor 4 jaar € 2,4 miljoen. Hiervan is € 300.000 bestemd bij de bezuinigingsvoorstellen 2014. Er resteert dus nog een reservering van € 2,1 miljoen om het nadeel van € 1,7 miljoen van de meicirculaire op te vangen.

5. Verwacht nadeel septembercirculaire 2013 De gevolgen voor de gemeenten van de aanvullende Rijksbezuinigingen van € 6 miljard worden in de septembercirculaire 2013 bekend gemaakt. Het aandeel van onze gemeente wordt heel globaal ingeschat op 30 uitkeringspunten (30 x € 16.000 = € 480.000). Er wordt rekening mee gehouden dat het Rijk dit bedrag, dat een structureel nadeel is, volledig t.l.v. het jaar 2014 brengt. Het voordeel van 2014 van € 413.360 (zie vorige tabel) slaat hierdoor om in een nadeel van € 66.640. In het volgend overzicht worden de verwachte tekorten voor het gemeentefonds incl. de verwachte gevolgen van de septembercirculaire voor de jaren 2014 t/m 2018 weergegeven. tabel 9

Septembercirculaire 2014 2015 2016 2017 2018

Meicirculaire 24.676.687 23.440.893 23.603.060 23.557.491 23.543.255 Verwacht nadeel -480.000 -480.000 -480.000 -480.000 -480.000 subtotaal 24.196.687 22.960.892 23.123.060 23.077.491 23.063.255 Raming begroting 24.263.327 23.357.545 23.519.445 23.276.320 23.276.320 Nadeel -66.640 -396.653 -396.385 -198.829 -213.065

Opgemerkt wordt dat dit het verschil betreft zonder rekening te houden met de mutaties in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen.

Programmabegroting 2014 11

6. Toelichting gevolgen voor onze begroting In bovenstaand overzicht zijn op de laatste regel de nadelen inzichtelijk gemaakt tussen de raming gemeentefonds conform onze vorige meerjarenbegroting en de raming na verwerking van zowel de meicirculaire als de septembercirculaire. Hierbij nogmaals de opmerking dat de jaarlijkse reserveringsbedragen van € 600.000 dan al zijn aangewend. De berekende nadelen komen t.l.v. het saldo begroting. In deel IV van deze programmabegroting (Meerjarenbegroting 2015-2018) is het (nieuwe) verloop van het begrotingssaldo weergegeven.

Rente In de kadernota 2014 is nog rekening gehouden met een rentepercentage over ons financieringstekort van 3,5% over de eerste € 5 miljoen (is onze kasgeldlimiet) en 5% over het bedrag meer dan die € 5 miljoen. Door de combinatie van ons oplopende financieringstekort en de situatie op de kapitaalmarkt hebben we inmiddels besloten in te grijpen. Begin september 2013 hebben we geconsolideerd: geldleningen met een langere looptijd aangetrokken om de financiering met kort geld te verlagen. Hierdoor is het financieringstekort voor dit moment grotendeels weggewerkt. De consequenties voor rentelasten (kort geld / lang geld) zijn in deze begroting verwerkt.

Nullijn voor loon- en prijsgevoelige producten De ramingen van de budgetten in de begroting zijn opgesteld op basis van de nullijn. Daar waar sprake is van contracten (bv. budgetten voor energie) en/of nieuwe besluitvorming (bv. ramingen voor Gemeenschappelijke Regelingen) zijn de ramingen conform de nieuwe contracten en/of besluiten zoveel mogelijk gevolgd.

Beleidsintensivering & nieuw beleid In het vorige hoofdstuk zijn vier bestedingsvoorstellen genoemd; hierbij kan het volgende worden toegelicht. Aan Geopark De Hondsrug is op 5 september 2013 de internationale status toegekend. Voor het sluitend krijgen van de exploitatie voor de jaren 2014 t/m 2016 wordt van de Drentse gemeenten gevraagd bij te dragen. Van onze gemeente wordt € 22.000 subsidie gevraagd voor elk van de jaren 2014, 2015 en 2016. In 2014 wordt het cultuurfonds geëvalueerd. Daarbij wordt, inzake de festivalachtige evenementen, nadrukkelijk gekeken naar een combinatie met andere promotiebudgetten. In afwachting van de structurele consequenties daarvan, wordt incidenteel € 10.000 uitgetrokken voor het jaar 2014. Bij de behandeling van de programmabegroting 2013 is - bij amendement - ook incidenteel € 10.000 extra beschikbaar gesteld voor het cultuurfonds. De uitvoering van het project combicoach is financieel afgedekt tot en met het schooljaar 2013-2014. Voor de periode daarna moeten nog bijdragen beschikbaar komen. Overleg hierover met de schoolbesturen en de sportverenigingen hierover is gaande. Ook de provincie is hierin betrokken. Ter onderstreping van het belang dat de gemeente hecht aan voortzetting van het project wordt totaal € 80.000 geraamd (€ 40.000 voor elk van de jaren 2014 en 2015) als gemeentelijke bijdrage in de benodigde € 115.000 per jaar. Voor Cittaslow-activiteiten is geen structureel budget in de begroting opgenomen; de wens daarvoor is wel opgenomen op de Dpl. In het kader van de continuïteit van Cittaslow wordt incidenteel € 10.000 geraamd voor activiteiten in 2014.

Belastingtarieven, belastingsdruk In de kadernota 2014 zijn de uitgangspunten benoemd voor aanpassing van de tarieven 2014 voor belastingen. Ons eigen tariefkader voor de mutatie Ozb zoals opgenomen in onze meerjarenbegroting betreft een verhoging van 2,75%. Het kader voor de afvalstoffen- en rioolheffing is 100% kostendekkendheid. Voor de afvalstoffen is dit kader al bereikt. Voor de rioolheffing wordt de 100% kostendekkendheid in 2014 bereikt. Het tariefkader 2014 voor de onderdelen leges en lijkbezorgingrechten van 2,75% is conform de eerder vastgestelde kadernota 2014 in de begroting verwerkt. In de paragraaf A Lokale heffingen is een toelichting gegeven van de totale belastingdruk. Dit betreft het totale effect van de onderdelen Ozb, reiniging en riool. Uit de paragraaf blijkt, dat de belastingdruk 2014 beperkt is gebleven tot een stijging van 1,6%.

Programmabegroting 2014 12

I.5 ANALYSE OP HOOFDLIJNEN

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de afwijkingen die zich sinds de kadernota 2014 hebben voorgedaan op het structurele budget voor incidenteel nieuw beleid en het saldo van de begroting.

Stelpost incidenteel nieuw beleid In de kadernota 2014 is voorgesteld om aan de start van een jaar een bedrag voor incidenteel nieuw beleid beschikbaar te hebben van minimaal € 250.000. Inmiddels is besloten tot het bevriezen van het tarief voor de toeristenbelasting voor het jaar 2014. De jaarlijkse verhoging van deze belasting (€ 60.000) was wel al in de meerjarenbegroting geraamd en toegevoegd aan de stelpost voor nieuw beleid. Deze toevoeging vervalt nu voor één jaar. Vanuit het saldo van de begroting wordt deze € 60.000 weer aangevuld, om het jaar te starten met een beschikbaar bedrag van € 250.000. In hoofdstuk I.4 is gemeld dat voorgesteld wordt om vanuit dit budget voor vier onderwerpen budget beschikbaar te stellen: Geopark, cultuurbeleid, combicoach en Cittaslow. Na verwerking hiervan resteert bij aanvang van het jaar € 168.000 als stelpost voor incidenteel nieuw beleid. tabel 10

Omschrijving bedrag Stand kadernota 2014 + 250.000 Vervallen toevoeging vanuit verhoging toeristenbelasting 2014 -/- 60.000 Toevoeging (extra) vanuit saldo van de begroting 2014 + 60.000 Geopark De Hondsrug -/- 22.000 Cultuurbeleid -/- 10.000 Combicoach -/- 40.000 Cittaslow -/- 10.000 Stand begroting 2014 + 168.000

Saldo begroting In de kadernota 2014 is de update van het meerjarenperspectief gepresenteerd; het saldo van de jaarschijf 2014 bedraagt daarin € 690.201 voordelig. De nu voorliggende begroting sluit met een saldo van € 550.941 voordelig, zodat er totaal voor € 139.260 aan mutaties is verwerkt. tabel 11

Omschrijving bedrag Stand kadernota 2014 + 690.201 Aanvulling stelpost nieuw beleid -/- 266.841 Bezuiniging 2014 meer dan € 1.000.000 + 23.815 Telling + 447.175 Rentegevolgen consolidatie + 263.500 Wsw-bedrijven, conceptbegroting 2014 Wedeka -/- 127.645 Mutatie algemene uitkering gemeentefonds -/- 25.854 Extra aanvulling nieuw beleid (bevriezen toeristenbelasting) -/- 60.000 Actualiseren diverse ramingen, per saldo + 53.765 Stand begroting 2014 + 550.941

Programmabegroting 2014 13

Toelichtingen

Rentegevolgen consolidatie Ons financieringstekort werd de laatste jaren gefinancierd met kasgeld; de rente hiervan is uitzonderlijk laag maar loopt weer op. De rente voor een vaste geldlening is nog steeds historisch laag maar heeft op dit moment ook een stijgende trend. Gesteld kan worden dat een lagere rente voor kasgeld in feite niet meer kan; tijd dus om maatregelen te nemen. Door het consolideren krijgen de (rente)voordelen een structureel karakter. In de begroting wordt voor de eerste vijf miljoen van het financieringstekort rekening gehouden met een rente van 3,5% en van het meerdere vanaf 2014 met een rente van 4,5%. Door voor het financieringstekort nu langlopende geldleningen aan te trekken tegen gemiddeld 1,5% ontstaat een structureel (rente)voordeel van € 263.500. Een bijkomend aspect is, dat na consolidatie voorlopig geen sprake is van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Zoals zo vaak heeft elk voordeel zijn nadeel: er zal nauwelijks nog sprake zal zijn van incidentele rentevoordelen.

Wsw-bedrijven, conceptbegroting 2014 Wedeka In de kadernota 2014 is de financiële problematiek rond de Wsw-bedrijven benoemd. De meerjarenbegrotingen van de beide schappen (Emco, Wedeka) laten oplopende bijdragen zien voor de deelnemende gemeenten. Voor de gemeentelijke meerjarenbegroting is uitgegaan van een extra bijdrage van € 15.232 voor 2014 (betreffende Emco) en vanaf 2015 structureel nog € 200.000 (inzake Wedeka) extra. Recent zijn de conceptbegrotingen 2014 van beide schappen ontvangen. Uit de conceptbegroting van Wedeka blijkt dat al voor het jaar 2014 rekening gehouden moet worden met een gemeentelijke bijdrage in het tekort. De oorzaak daarvan ligt bij de tegenvallende bijdragen vanuit het Rijk en niet bij de bedrijfsvoering van Wedeka zelf. De raming voor de gemeentelijke bijdrage voor 2014 moet - voor beide schappen samen - met € 127.645 worden verhoogd. In zijn algemeenheid geldt, dat de onzekerheid over het landelijk beleid (Participatiewet), de te verwachten bezuinigingen op het sociale domein, de onduidelijkheid over de precieze uitwerking van het sociaal akkoord en de ongewisheid over de economische ontwikkeling, maken dat het weerstandvermogen van Wedeka eerder moet worden aangesproken dan nog bij de kadernota 2014 werd ingeschat.

Programmabegroting 2014 14

DEEL II PROGRAMMA'S

Onderdeel Pagina II.1 Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 15 II.2 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 18 II.3 Programma 3 Economische zaken, recreatie, toerisme 20 II.4 Programma 4 Onderwijs 22 II.5 Programma 5 Sport, cultuur, groene ruimte 24 II.6 Programma 6 Sociale zaken, zorg, welzijn 26 II.7 Programma 7 Gezondheid, milieu 29 II.8 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 31 II.9 Algemeen A Algemene dekkingsmiddelen 33

Per programma wordt in beeld gebracht: - missie; - doelstellingen; - producten; - projecten en actiepunten: - doorlopend vanuit 2013; - nieuw 2014; - budgetten: - 2014: programmabegroting 2014; - 2013: bestuursrapportage 2013-I; - 2012: jaarstukken 2012.

Programmabegroting 2014 15

hoofdstuk II.1 1 POLITIEK, BESTUUR, BURGERS

Missie De raad en het college van burgemeester en wethouders zijn samen verantwoordelijk voor daadkrachtig bestuur. De griffie en bestuursondersteuning faciliteren daarbij. Gemeentebestuur maakt zich sterk voor realisering van de strategische projecten van de Toekomstvisie 2018, het coalitieakkoord en de (meerjaren)programmabegroting. We willen onze rol als efficiënte, betrouwbare en transparante overheid waarmaken.

Doelstellingen

1. Betere dienstverlening: - verbeterde directe dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen; - snellere afhandeling van brieven en klachten; - verbetering informatievoorziening aan burgers; - dienstverlening wordt beoordeeld als transparant, feitelijk juist, begrijpelijk, integer en klantgericht. 2. Grotere betrokkenheid: - grotere betrokkenheid van inwoners bij gemeentelijke ontwikkelingen; - afstand tussen burgers en bestuur verder verkleinen; - herkenbare en duidelijke beleidspunten; goede publieke verantwoording; - vergroten vertrouwen van burgers in het bestuur van de gemeente. 3. Bewerkstelligen van een efficiëntere en kwalitatief beter gebruik van de voorzieningen in onze gemeente. 4. Bevordering veiligheid en risicobeheersing in de gemeente.

Producten 100 Gemeenteraad GRIF 101 Burgemeester en wethouders SECR 102 Griffie GRIF 103 Rechtsbescherming VSO 104 Bevolkingszaken SEM 105 Bestuurlijke ondersteuning SECR 106 Kabinet & representatie VSO 107 Communicatie VSO 108 Verkiezingen SEM 109 Ontwikkeling vastgoed REAL 110 Openbare orde & veiligheid VSO 111 Brandweer & hulpverlening VSO 112 Rampenbestrijding VSO 113 Belastingen FBC

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 102 Vergaderen met I-pad. Alert zijn op en verkennen van uitbreiding van praktische gebruiksmogelijkheden en deze zo mogelijk (laten) ontwikkelen. 102 Aanpassing raadszaal. Verdere doorontwikkeling zoals livestreaming afhankelijk van beschikbare middelen. 107 Dienstverleningsconcept en 1. Afronding nog openstaande doorlopende kwaliteitshandvesten. actiepunten 2013. 2a. Basis op orde. 2b. Visievorming dienstverlening Antwoord© 2015- 2020.

Programmabegroting 2014 16

Prod. Project Actiepunten 109 Kern & kader. Kern en kader IV: sport uitvoeren (voetbalvelden, tenniscomplexen e.d.). 109 Kern & kader, maatwerk. 1. Exloo. 2. 2e Exloërmond. 3. Ees. 4. . 5. -oost. 109 Kern & kader, leefgebieden. Bewaking verdere uitwerking van de functies per *) leefgebied in rapportage leefgebieden 2.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 102 Gemeenteraadsverkiezingen. Afronding werkzaamheden vertrekkende raadsleden en opstarten proces met nieuw geïnstalleerde raadsleden. 102 Griffie, regulier. 1. Samen met de organisatie de planning en controlcyclus door ontwikkelen; 2. Via de werkgroep financiën afstemming bereiken ten aanzien van onderzoeken van het College (doelmatigheid), accountant (rechtmatigheid) en rekenkamercommissie (zwaardere onderzoeken); 3. Via de werkgroep financiën jaarstukken met de accountant bespreken. 105 Cittaslow. 1. Europees jaar van de voedselverspilling 2014 vormgeven. 2. Self-audit t.a.v. de Cittaslowcriteria medio 2014. 108 Verkiezingen. 1. Organisatie verkiezingen gemeenteraad. 2. Organisatie verkiezingen Europees parlement. 109 Nawerk realisatie MFA's. Functioneren beheersstichtingen MFA’s en dorpshuisbesturen. 110 Openbare orde, veiligheid. 1. Uitvoeringsprogramma IV 2014 schrijven. 2. Schrijven Kadernota IV 2015-2018.

Toelichting

Dienstverleningsconcept en kwaliteitshandvesten

2a. basis op orde en 2b. visievorming dienstverlening Antwoord© 2015-2020 In 2015 zijn gemeenten dé ingang voor alle burgers, bedrijven en instellingen voor nagenoeg alle vragen aan de overheid. Deze visie van de commissie Gemeentelijke Dienstverlening (commissie Jorritsma) is overgenomen in de “Verklaring betere dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische overheid” door de gezamenlijke overheden. Antwoord © definiëren we als het concept dat Borger-Odoorn helpt de contacten met burgers professioneler af te handelen door een Klant Contact Centrum (KCC) vorm te geven dat -op termijn- dé ingang wordt voor nagenoeg de gehele overheid. Het KCC is het organisatieonderdeel dat de fysieke, telefonische, papieren en elektronische contacten met de burger aanneemt en mogelijk direct afhandelt. Antwoord © staat voor de verbreding van de producten en diensten die het gemeentelijke KCC afhandelt en het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening. Een groot aantal aspecten van Antwoord © zijn in Borger-Odoorn al (ver) voor 2015 gerealiseerd. Om een professionele dienstverlener te zijn moet Borger-Odoorn zich blijven inzetten. De samenleving en de verwachtingen van burgers en bedrijven zijn/blijven hoog.

Programmabegroting 2014 17

Sprake is van een tweetrapsraket. In 2014 de basis op orde, dan voortbouwen in de keten met de focus op 2020. Focusbegrippen: - dienstverlening die niet meer plaats en tijdsgebonden is; - dienstverlening met een efficiënte basis; - dienstverlening met ruimte voor maatwerk, als daar behoefte aan is; - dienstverlening waar de burger/bedrijf centraal staat; - dienstverlening waar we uit gaan van wat wel kan zonder de grenzen die we als locale overheid moeten bewaken loslaten.

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 8.310.391 418.824 7.891.567

Begroot 2013 8.321.113 371.593 7.949.520

Werkelijk 2012 7.816.983 433.483 7.383.500

Programmabegroting 2014 18

hoofdstuk II.2 2 WEGEN, VERKEER, VERVOER

Missie Wegen, verkeer en vervoer Het efficiënt beheren en onderhouden van de bestaande verhardingen, zoals wegen, fiets- en voetpaden, het bevorderen van de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Water Het adequaat verzorgen van de gemeentelijke waterhuishouding in de bebouwde gebieden en langs de wegen. Het beheer zodanig verzorgen dat bij extreme weersomstandigheden overlast ten gevolge van een overvloed of tekort aan water zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Doelstellingen

1. Het zo efficiënt mogelijk inzetten wegenonderhoudsgelden door middel van de door de raad goedgekeurde prioriteringssystematiek. Prioriteit ligt bij de doorgaande wegen, kernontsluitingswegen en woonstraten. 2. De Denktank Plattelandswegen werkt aan creatieve oplossingen voor het wegwerken van onderhoudachterstanden aan plattelandswegen. Nagaan in hoeverre er een verfijning van de prioriteringssystematiek voor plattelandswegen mogelijk is. Trachten voor het wegwerken van deze onderhoudsachterstanden extra financiële middelen beschikbaar te krijgen. 3. Verlichting in het buitengebied terugbrengen naar minimaal niveau. Overgaan op duurzame en energiezuinige armaturen. 4. Het inrichten van de wegen conform Gvvp. 5. Toegankelijkheid van de haltevoorzieningen openbaar vervoer verbeteren. Dit is een onderdeel van het provinciaal programma Openbaar vervoer. 6. Strooibeleid actualiseren om te komen tot een verdere efficiëntie. 7. Parkeerproblematiek vrachtwagens binnen de bebouwde kom terugdringen. 8. Met het waterschap overeenstemming krijgen het onderhoud van de sloten daar onder te brengen.

Producten 114 Wegen REAL 115 Verkeer REAL 116 Gladheidbestrijding REAL 117 Afwatering & vijvers REAL

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 114 Projecten Onderhouden van verhardingen d.m.v. groot onderhoud wegenonderhoud (projectmatig, meerjarenplanning) op basis van verhard. beschikbare budget. 114 Reductie openbare 1. Inventariseren en controleren mastenbestand, fase 2. verlichting buitengebied. 2. Tweede fase (van vier) ontwikkelen en bespreken met bevolking. 115 Projecten verkeer. 1. Begeleiding uitvoeren projecten N34. 2. Verbeteren toegankelijkheid bushaltes.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 114 Kruising N374 / In uitvoering nemen van kruising N374. Molenstraat 114 Reconstructie Zuiderdiep Uitvoering van subsidieproject i.s.m. riolering en groen. Nieuw-.

Programmabegroting 2014 19

Toelichting

Het college beslist in het voorjaar over de investeringsgelden van wegen en openbare verlichting. Als basis voor deze keuze ligt de meerjarenonderhoudsplanning Real en de door de raad goedgekeurde prioriteringssystematiek. Daar waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met andere vakgebieden (riolering/groen/openbare verlichting). Getracht wordt de onderhoudsachterstand beheersbaar te houden met het huidige budget. Lage prioriteit wordt gegeven aan landbouwwegen.

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 4.310.571 1.999 4.308.572

Begroot 2013 4.410.109 1.999 4.408.110

Werkelijk 2012 4.378.279 419.955 3.958.324

Programmabegroting 2014 20

hoofdstuk II.3 3 ECONOMISCHE ZAKEN, RECREATIE, TOERISME

Missie Het bevorderen van de economische ontwikkeling en de ontwikkeling van recreatie en toerisme in onze gemeente.

Doelstellingen

1. Het behouden / vergroten van de werkgelegenheid, waarbij het toerisme een belangrijke rol speelt. 2. Verbeteren van het ondernemingsklimaat. 3. Goede relatie met het bedrijfsleven. 4. Ondersteunen van projecten die de economie, het toerisme en de recreatie bevorderen (onder meer Stichting Bestemming Borger-Odoorn, Cittaslow). 6. Het handhaven en uitdragen van de Cittaslow-kwaliteiten van onze gemeente: ruimte, rust, authenticiteit en onthaasting.

Producten 118 Lokale economie SEM 169 Recreatie, toerisme SEM

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 169 Geopark De Hondsrug. Participeren in agendacommissie Geopark: informeren en waar mogelijk verbinden van gemeentelijke ontwikkelingen met productontwikkelingen en activiteiten Stichting Geopark.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 118 Uitvoering economisch 1. Actieplan ambachteconomie (in samenwerking met beleidsplan (Ebp). Ovbo): inventarisatie, netwerkvorming, relatie met arbeidsmarkt en onderwijs. *) 2. Ondernemersplein Drenthe: structureren, uitbouwen regionale samenwerking in kader sociaal-economische ontwikkeling ZO-Drenthe. 3. Bevordering (glasvezel)bekabeling buitengebied Drenthe: in samenwerking met gemeenten en provincie (die de lead heeft). 4. Ondernemen in zwaar weer: ondersteuning regionaal ondernemers instituut (Roi). 5. Arbeidsmarktbeleid: werkgeversbenadering, verslag (tussen)stand van zaken uitvoering Ebp. *) 169 Uitvoering toeristisch 1. Afstemming met en netwerkvorming via St. recreatief beleidsplan. Bestemming Borger-Odoorn (lokale RT-beurs, Tip’s, brochure, relatie T&R en Cittaslow etc.). 2. Promotie i.s.m. Marketing Drenthe, ZO-Drenthe en Aa en Hunze. 3. Periodiek overleg via Tpbo. 4. Bedrijfsbezoeken. 5. Updating T&R-beleidsplan.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Programmabegroting 2014 21

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 670.886 36.556 634.330

Begroot 2013 608.413 36.556 571.857

Werkelijk 2012 518.289 18.421 499.868

Programmabegroting 2014 22

hoofdstuk II.4 4 ONDERWIJS

Missie Het bevorderen van deelname aan voldoende en goed onderwijs voor jongeren en volwassenen in onze gemeente en het bieden van gelijke kansen.

Doelstellingen

1. Het op een adequate manier verdelen van de budgetten voor onderwijshuisvesting door middel van het gemeentelijk huisvestingsbeleid. Prioriteit ligt bij een voldoende aantal en goed verspreid liggende scholen. 2. Het mogelijk maken van vervoer voor kinderen die binnen de kaders van de verordening leerlingenvervoer vallen en voor de kinderen van de opgeheven scholen naar de fusiescholen. 3. Het voorkomen en tegengaan van schoolverzuim. 4. Participatie bevorderen door middel van het aanbieden van volwasseneneducatie. 5. De ontwikkelings- en onderwijskansen verbeteren door het creëren van een veilige en stimulerende omgeving voor jonge kinderen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven; en door de samenwerking tussen organisaties op het gebied van onderwijs, welzijn, kinderopvang, sport, cultuur en zorg te verbeteren.

Producten 121 Onderwijshuisvesting JOS 122 Leerlingenvervoer SEM 123 Leerplicht JOS 124 Volwasseneneducatie SEM 125 Brede schoolsamenwerking JOS 126 Lokaal onderwijs SEM

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 121 Beleidsplan 1. Notitie leegstand. onderwijshuisvesting. 2. Aanpassen verordening. *) 3. Verzekeringen. 4. Beleidsnota. *) 5. Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs. 124 Laaggeletterdheid. *) I.s.m. het veld uitvoering geven aan de nota laaggeletterdheid. 126 Lokaal onderwijs. *) 1. Vaststellen Lea. 2. Uitwerking Lea (m.n. ouderbetrokkenheid).

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 123 Leerplicht. 1. Verlagen aantal voortijdig schoolverlaters. *) 2. Koppeling van het Vmbo naar Mbo verbeteren. 125 Brede school. *) Het aanstellen van een tijdelijke procescoördinator Brede School. 126 Wet Oké, Vve. *) Inrichting voorschoolse educatie. 126 Passend onderwijs. *) Vaststellen ondersteuningsplannen PO en VO met gemeenten in de samenwerkingsverbanden van het onderwijs.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Programmabegroting 2014 23

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 2.418.329 185.917 2.232.412

Begroot 2013 2.595.857 185.917 2.409.940

Werkelijk 2012 3.016.703 727.101 2.289.602

Programmabegroting 2014 24

hoofdstuk II.5 5 SPORT, CULTUUR, OPENBARE RUIMTE

Missie 1. Het bevorderen van een gezonde leefstijl en cultureel bewustzijn, door het stimuleren van deelname aan sport- en culturele activiteiten; en het aanbieden van adequate sport- en cultuur voorzieningen in onze gemeente. 2. Duurzaam in stand houden en ontwikkelen van eenvoudig, aantrekkelijk en karakteristiek openbaar groen.

Doelstellingen

1. Zorgen voor een adequaat sport- en beweegaanbod door organisaties te faciliteren die bij sport en bewegen zijn betrokken. 2. Het aanbieden van adequate sportvoorzieningen in onze gemeente. 3. Het mogelijk maken van culturele activiteiten en cultuureducatie, waarbij participatie van de burgers van Borger-Odoorn een belangrijk speerpunt is (o.a. door bieden van het cultuurfonds, een podiumplan, faciliteren van organisaties voor cultuureducatie, cultuurcoach). 4. Behouden en versterken van de karakteristieke opbouw van de dorpen. 5. Aandacht voor cultuurhistorische aspecten door behoud en versterking van karakteristieke (groen)elementen. 6. Het openbaar groen zo veel mogelijk onderhouden op onderhoudsniveau 3 (redelijk niveau). 7. Karakteristieke eenvoud en onderhoudsniveau 3 ook zo veel mogelijk aanbrengen in nieuwe woonwijken en nieuwe projecten. 8. Streven naar gebiedseigen beplanting en eenvoud in materiaalgebruik. 9. Streven naar een eenduidig kwaliteitsniveau binnen de gemeente. 10. Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma begraafplaatsen.

Producten 127 Sportstimulering JOS 128 Zwembaden JOS 129 Binnensport JOS 130 Buitensport JOS 131 Bibliotheek SEM 132 Kunst & cultuur SEM 133 Groene ruimte REAL 134 Begraven REAL

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 127 Uitvoering project brede 1. Bespreken continuering inzet combicoaches met scholen, sport en cultuur onderwijs. (combicoach). *) 2. Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs. 3. Versterken lokale sportverenigingen. 4. Organiseren naschools aanbod. 5. Inzetten op MRT. 131 Bibliotheek. Uitwerken nieuwe visie. 134 Renovatie 1. Opruimen graven begraafplaats Odoorn. begraafplaatsen. 2. Aanleg strooiveld begraafplaats Borger.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Programmabegroting 2014 25

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 128 Zwembaden. Evaluatie overdracht exploitatie zwembad De Zwaoi Valthermond. 132 Kunst, cultuur. 1. Nieuwe samenwerking met CQ. 2. Evaluatie cultuurfonds.

Toelichting

Het college beslist in het voorjaar over de investeringsgelden van openbaar groen. Als basis voor deze keuze ligt de meerjarenonderhoudsplanning Real (groen). Daar waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met andere vakgebieden binnen cluster Real (riolering / wegen / verkeer / openbare verlichting).

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 6.234.106 593.862 5.640.245

Begroot 2013 6.026.997 719.525 5.307.472

Werkelijk 2012 7.469.586 712.754 6.756.832

Programmabegroting 2014 26

hoofdstuk II.6 6 SOCIALE ZAKEN, ZORG, WELZIJN

Missie Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van alle burgers, jong en oud, in onze gemeente.

Doelstellingen

1. Het versterken van de sociale samenhang/infrastructuur van een wijk of dorp. 2. De eerste contouren van toekomstig beleid t.a.v. de 3 decentralisatietaken zijn bekend. 3. Vanuit de gemeente wordt zoveel mogelijk gezocht naar synergie tussen de diverse beleidsterreinen en het maatschappelijke veld. 4. Anticiperen op alle landelijke ontwikkelingen en besluitvorming.

Producten 135 Inkomen SEM 136 Werk SEM 137 Minima SEM 138 Maatschappelijke zorg JOS 139 Nieuwkomers SEM 140 Sociaal cultureel werk JOS 141 Kinderdagopvang JOS 142 Wmo SEM

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 136 Decentralisatie 1. Herinrichting sociale werkvoorzieningen. participatie 2. Samenwerking met de zorg met betrekking tot (Participatiewet). *) arbeidsmatige dagbesteding. 136 Regionaal Doorontwikkeling, met speciale aandacht voor de arbeidsmarktbeleid. *) toeristische en recreatieve sector. 137 Schulddienstverlening. *) Integrale aanpak schulddienstverlening. 138 Decentralisatie 1. Vormgeving van gebiedsgebondenteams. jeugdzorg. *) 2. Organiseren van de toegang tot de jeugdzorg. 3. Overleg met betrokken partijen m.b.t. passend onderwijs. 138 Jeugdparticipatie. 1. Interactieve bezoeken van leerlingen Esdalcollege Borger. 2. Digitale mogelijkheden voor jeugdparticipatie verkennen. *) 140 Herijking subsidiebeleid. In kaart brengen van scenario’s om efficiënter en *) doelmatiger te subsidiëren. 142 Decentralisatie Awbz- 1. In samenhang met de decentralisatie jeugdzorg en de Wmo. *) transitie WWnV uitvoering geven aan een pilot om dagbesteding en Wsw te verbinden. 2. Overleg met zorgpartijen over de lokale mogelijkheden. 142 Mobiliteit en voorziening. 1. Onderzoek integratie vervoersstromen. *) 2. Verdere uitwerking op basis van een totale vervoersmatrix door integrale denktank. 3. Efficiënt doelgroepenvervoer (Wmo, leerlingen, etc.).

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Programmabegroting 2014 27

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 141 Harmonisatie Harmonisatie kinderopvang. kinderopvang. *)

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Toelichting

Project Herinrichting sociaal domein

Uiterlijk dec. 2014 (o.v.v. Rijksbeleid!) moet de gemeente klaar zijn voor de verschillende nieuwe taken op het sociale domein. Zoals in de kadernota Meedoen naar vermogen staat beschreven, kiezen wij voor een integrale benadering waarbij het gezin / het huishouden centraal staat. Oplossingen worden zo eenvoudig en zo lokaal mogelijk gezocht, gebruikmakend van de eigen kracht van burgers en hun omgeving. Dit uitgangspunt heeft verstrekkende gevolgen voor de vormgeving van het sociale domein in onze gemeente. Maar ook voor de rol die wij als gemeente hebben: we laten meer over aan burgers zelf en professionals. De gemeente heeft dan steeds meer een regisserende en faciliterende rol.

CENTRAAL: sommige activiteiten vereisen een grootschalige aanpak: deze zullen wij vooral in BOCE verband oppakken (overheadachtige zaken als Ict ed., specialistische hulpverlening). Hiervoor is een afzonderlijk programma gemaakt, waarbij de drie gemeente de kartrekkersfunctie op de verschillende onderwerpen hebben verdeeld.

DECENTRAAL: veel activiteiten zullen aan de voorkant plaatsvinden, in de dagelijkse leefomgeving van burgers. Door de integrale benadering, vroegtijdige signalering en het betrekken van cliënt en omgeving bij de oplossing, verwachten wij tot een betaalbaarder, vraaggestuurd aanbod te komen.

Dit betekent veel ruimte voor maatwerk en dat is alleen mogelijk als je de verantwoordelijkheid voor het vinden van creatieve oplossingen laag in de organisatie van het sociale domein legt. Dat biedt professionals en vrijwilligers handelingsruimte, maar wel in onderlinge samenhang (integraal). Om dit allemaal mogelijk te maken, zal in 2014 een aantal integrale activiteiten plaatsvinden ter voorbereiding van de definitieve inrichting van het sociale domein: - vormgeven en inrichten van sociale teams in de 4 gebieden (m.b.v. een kwartiermaker); - aanbestedingen t.b.v. basisaanbod; - communicatie t.b.v.: betrokken (belanghebbende) partijen in de uitvoering, eigen organisatie, cliëntenorganisaties, Wmo raad, collega-gemeenten, burgers; - treffen van (algemene) voorzieningen in de 4 gebieden waar dat nodig is; - monitor + arbeidsarme registratie realiseren. Ict toepassingen zijn hierbij van belang; - begroting 2015 uitvoering sociaal domein (financiën in beeld); - samenwerking in Boce doorontwikkelen; - organisatiestructuur vaststellen voor 2015.

Programmabegroting 2014 28

Heel specifiek zullen in 2014 in dit kader o.m. de volgende acties plaatsvinden: - ontwikkelen van een webshop voor minima/Wmo; - maatregelen voor chronisch zieken, in eerste instantie in 2014 via het minimabeleid; - afstemming op passend onderwijs; - herziening subsidiebeleid; - stimuleren van eigen kracht; - passende communicatietrajecten met de burgers; - mogelijkheden bieden met maatschappelijke partijen en bedrijfsleven om mensen passend werk te bieden of vrijwilligerswerk te doen; - goede samenwerking en afstemming met de 1 e lijns gezondheidszorg; - integraal vervoersplan; - ontwikkeling/uitwerking Dop's (mobilisatie van de eigen kracht van burgers t.b.v. hun eigen leefomgeving).

Deze en daarmee samenhangende actiepunten zijn bij de diverse programma's met een *) gemerkt. De rapportage over de voortgang hiervan (in de bestuursrapportages 2014-I en 2014-II) zal in een gecombineerd overzicht "Herinrichting sociaal domein" plaatsvinden.

Omdat het Rijksbeleid eind augustus 2013 nog steeds niet duidelijk is, worden bovenstaande activiteiten benoemd onder voorbehoud van landelijke ontwikkelingen. Deze kunnen namelijk de handelingsvrijheid en ontwikkelingsmogelijkheden beïnvloeden.

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 24.072.032 14.269.387 9.802.645

Begroot 2013 23.708.311 13.727.738 9.980.573

Werkelijk 2012 23.153.267 13.400.521 9.752.746

Programmabegroting 2014 29

hoofdstuk II.7 7 GEZONDHEID, MILIEU

Missie Doorgaan met het duurzaam doorontwikkelen van de gemeente waarmee naar de toekomst het vertrouwen blijft bestaan dat ook toekomstige generaties in hun eigen behoeften kunnen voorzien. Het in stand houden van gemeentelijke voorzieningen (bijvoorbeeld afvoer rioolwater en afvalinzameling). Bevorderen van een optimale gezondheid en een gezonde leefstijl.

Doelstellingen

1. Uitvoering geven aan de speerpunten van het Gemeentelijk rioleringsplan (Grp). 2. Zoeken naar alternatieve methoden voor onkruidbestrijding. 3. Uitvoering geven aan de speerpunten van het Milieubeleidsplan.

Producten 143 Volksgezondheid SEM 144 Afval OW 145 Riolering REAL 146 Milieu OW

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 143 Gezonde leefstijl (incl. 1. Bevorderen van gezonde leefstijl in de dorpen Borger Valthermond gezond en en Valthermond. projecten Nasb). *) 2. Interventies uitvoeren op gebied gezonde leefstijl. 3. Organiseren werkgroepen gezonde leefstijl. 4. Eindevaluatie project Gezonde leefstijl. 143 Bestrijding 1. Plaatsen vlindervallen. eikenprocessierups. 2. Verdelgen van rupsenconcentraties. 3. Deelname regionaal onderzoek bestrijding eikenprocessierups. 145 Projecten riolering. Uitvoeren van projecten van de meerjarenplanning en Gbrp op basis van beschikbare budget. 146 Rud (regionale Nog niet bekend; afhankelijk van (voortgang) uitvoeringsdienst). bestuurlijke besluitvormingsproces, bedrijfsplan Rud en de Dvo.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 143 Volksgezondheidsnota. *) 1. Opstellen gezondsheidsnota 2014-2017. 2. Samen oud. 145 Samenwerking in de Betreft samenwerkingsprogramma met waterschap Velt waterketen. en Vecht en verschillende gemeenten inzake ontwikkeling afvalwaterplan, reiniging en inspectie riolering, aanbesteden, meten en monitoren, gemalenbeheer en subsidie.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Programmabegroting 2014 30

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 5.538.806 5.309.756 229.050

Begroot 2013 5.706.646 5.264.836 441.810

Werkelijk 2012 5.531.673 5.060.070 471.603

Programmabegroting 2014 31

hoofdstuk II.8 8 WONEN, RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Missie Het bevorderen van een duurzame en veilige woon-, werk- en leefomgeving, waar de burgers graag willen wonen, werken en hun vrije tijd doorbrengen door het stimuleren van passende ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Doelstellingen

1. De woningbehoefte binnen de gemeente afstemmen op de economische en demografische ontwikkelingen in de regio. 2. Kwaliteitsslag maken in bestaande woningvoorraad en woonomgeving in relatie met de huidige demografische ontwikkelingen in de gemeente. 3. Het bieden van ruimtelijke en wettelijke kaders ten behoeve van het behoud en de verbetering van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. 4. Bijdrage leveren aan de leefbaarheid. 5. Verder uitwerken van het beleid met betrekking tot het beheren, onderhouden en verkopen van gemeentelijke gebouwen. 6. Via actief en faciliterend grondbeleid de ruimtelijke inrichting afstemmen op gemeentelijke plannen.

Producten 147 Ruimtelijke ontwikkeling OW 148 Wonen SEM 150 Grondzaken OW 151 Herstructurering OW

Projecten en actiepunten, doorlopend vanuit 2013

Prod. Project Actiepunten 147 Ontwikkelingen Borger- 1. Structuurvisie opstellen en vertalen in centrum. bestemmingsplan. 2. Faciliteren marktinitiatieven. 3. Uitvoeringsplan opstellen. 4. Waar mogelijk uitvoering starten. 147 Roeken. Binnen provincie intergemeentelijk overwegen. 147 Ontsluiting 1. Bestemmingsplan afronden. Hunebedcentrum. 2. Parkeren optimaliseren. 147 Actualisatie Ontwerpbestemmingsplan laten vaststellen door de bestemmingsplan gemeenteraad. Buitengebied. 147 Windmolens. Gemeentelijke belangen bewaken en besluitvorming inbrengen in planproces. 147 De Gloep, Exloo. Strategie en in ontwikkeling brengen. 147 Ondernemersinitiatief 1. Strategie en ontwikkeling. Nieuw-Buinen. 2. Samenwerking initiatiefnemers. 3. Afronden bestemmingsplanprocedure. 4. Subsidie genereren. 147 Structuurvisie. (Markt)initiatieven oppakken. 147 Dorpsontwikkelprogram- Implementatie Dop 2e Exloërmond/Valthermond. ma's Dop's). *) 147 Hunzeproject. Ondersteunen functioneren nieuwe commissie (verbindingen leggen). 147 Wijkontwikkeling Nieuw- Herstructurering Nieuw-Buinen. Buinen.

Programmabegroting 2014 32

Prod. Project Actiepunten 150 Bestemmingsplannen 1. Verkoopbevorderende maatregelen treffen waar grondbedrijf. mogelijk. 2. Voorbereidingen treffen voor ontwikkeling volgende fase Daalkampen voor woningbouw. 3. Ontwikkelconcepten aandragen voor dagrecreatie, strijkijzer en Atc in Daalkampen Borger. 4. Verkennen mogelijkheden voor vervolgontwikkeling van Veenlanden.

*) onderdeel Herinrichting sociaal domein.

Projecten en actiepunten, nieuw 2014

Prod. Project Actiepunten 147 Gebiedsontwikkeling 1. In werkgroepverband de mogelijkheden onderzoeken Bronnegermaden. van realisatie. 2. planvorming starten.

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 3.191.541 803.564 2.387.977

Begroot 2013 3.461.220 1.648.369 1.812.851

Werkelijk 2012 6.344.105 2.801.777 3.542.329

Programmabegroting 2014 33

hoofdstuk II.9 A ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

Missie

Doelstellingen

Producten 153 Lokale heffingen FBC 154 Gemeentefonds FBC 155 Dividend FBC 157 Nieuw beleid, onvoorzien FBC 158 Algemene lasten en baten FBC 159 Mutaties reserves FBC

Projecten en actiepunten 2014

Prod. Project Actiepunten -

Budgetten

Dienstjaar Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo

Begroot 2014 214.861 33.475.590 -33.260.728

Begroot 2013 875.122 33.855.692 -32.980.570

Werkelijk 2012 44.906 34.445.060 -34.400.154

Programmabegroting 2014 34

DEEL III PARAGRAFEN

Onderdeel Pagina III.1 Paragraaf A Lokale heffingen 35 Onroerende zaakbelastingen 36 Toeristenbelasting 37 Forensenbelasting 37 Afvalstoffenheffing 37 Rioolheffing 38 Totale lastenstijging belastingen 2014 (belastingdruk) 39 III.2 Paragraaf B Weerstandsvermogen, risicobeheersing 41 Weerstandsvermogen 42 Reserves en voorzieningen 44 III.3 Paragraaf C Kapitaalgoederen 47 Wegen 47 Groen 49 Riolering 50 Gebouwen 51 Conclusie 51

III.4 Paragraaf D Financieel fundament 52 Huidig algemeen financieel beeld (2e helft 2013) 52 Tot dusverre gevoerd financieel beleid 52 Ingezet toekomstig financieel beleid 54 Nieuwe maatregelen 55

III.5 Paragraaf E Financiering, Emu-saldo 56

III.6 Paragraaf F Bedrijfsvoering 60 Algemeen 60 Personeel & Organisatie 60 Informatisering & Automatisering 61 III.7 Paragraaf G Verbonden partijen 62 III.8 Paragraaf H Grondbeleid 65 III.9 Paragraaf I Demografische ontwikkelingen 69

Programmabegroting 2014 35

hoofdstuk III.1 A LOKALE HEFFIINGEN

Soorten belastingen en rechten Gemeenten zijn beperkt in het aantal belastingen dat ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de Gemeentewet. Naast belastingen heft de gemeente rechten (leges, retributies) voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten moeten zodanig worden vastgesteld dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de onroerende-zaakbelastingen (Ozb) de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en rechten die in onze gemeente worden geheven zijn: onroerende-zaakbelastingen, toeristenbelasting, forensenbelasting, reinigingsheffingen (verzamelnaam voor reinigingsrechten en afvalstoffenheffing), rioolheffing en diverse leges en retributies.

Wet waardering onroerende zaken (Wet Woz), herwaardering Vanaf het belastingjaar 2008 worden de Woz-waarden van de onroerende zaken jaarlijks vastgesteld. De daarbij gehanteerde waardepeildatum ligt altijd één jaar voor het belastingjaar. Voor het belastingjaar 2014 is de Woz-waarde per 1-1-2013 dus bepalend.

Belastingopbrengsten In de onderstaande tabel geven wij de totaal geraamde belastingopbrengsten 2013 en 2014 weer. tabel 12

Nr. Belasting Bedrag 2013 Bedrag 2014 Stijging

1 Onroerende zaakbelastingen 4.959.791 5.115.000 155.209 2 Toeristenbelasting 1.200.000 1.200.000 0 3 Forensenbelasting 126.007 126.007 0 Telling algemene belastingen 6.285.798 6.441.007 155.209

4 Afvalstoffenheffing 2.461.026 2.336.796 -124.230 5 Rioolheffing 2.595.590 2.744.110 148.520 Telling gebonden heffingen 5.056.616 5.080.906 24.290

Totaal 11.342.414 11.521.913 179.499

Opmerking bedragen 2013 De cijfers van de belastingopbrengsten 2013 zijn aangepast op basis van de mutaties in de bestuursrapportage I van 2013. In deze bestuursrapportage is de Ozb opbrengst 2013 verhoogd met € 100.000 en de opbrengst rioolheffing 2013 met € 30.000.

Opmerking bedragen 2014 De cijfers van het jaar 2014 zijn nader gespecificeerd bij de toelichting van de belastingsoort zelf en aan het eind van deze paragraaf bij het onderdeel Totale lastenstijging belastingen 2014 (belastingdruk).

Programmabegroting 2014 36

1. Onroerende-zaakbelastingen (Ozb)

Macronorm Ozb In de circulaire van het gemeentefonds worden gemeenten jaarlijks geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen m.b.t. de macronorm Ozb. In de circulaire van mei/juni 2013 staat hierin het volgende; ”De gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar Ozb tarief. De grondslag daarvoor is de Woz-waarde. Het beheersbaar houden van lokale lasten, betekent dat het product van Ozb tarief en Woz waarde voor het totaal van de gemeenten niet sterker dan de bestuurlijk overeengekomen zogeheten macronorm mag stijgen. De macronorm 2013 voor de Ozb stijging is 3% (zonder correctie 2012). De bestuurlijke afspraak om de totale (landelijke) Ozb stijging in 2013 te beperken tot € 103.900.000 met een correctie van de overschrijding in 2012 van € 7.700.000 is niet gehaald. Er is sprake van een overschrijding in 2012 en in 2013 van tezamen € 37.800.000. Deze overschrijding is besproken in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 22 mei 2013. Een en ander leidt er toe dat a) het bedrag van de overschrijding in mindering wordt gebracht op wat in 2014 aan maximale stijging gerealiseerd mag worden en b) de systematiek van de macronorm geëvalueerd wordt. De macronorm 2014 betekent een Ozb stijging van maximaal € 125.900.000 (= 3,5% over Ozb opbrengst 2013, bron Coelo) zonder correctie van de overschrijding over de jaren 2012 en 2013. De maximale Ozb stijging 2014 inclusief overschrijding 2012-2013 komt daarmee uit op maximaal € 125.900.000 - € 37.800.000 = € 88.100.000 (Ozb stijging van 2,45%). Het streven is om in de sept.circulaire 2013 uitsluitsel te geven over de uitkomsten van de evaluatie macronorm als instrument om lokale lasten beheersbaar te houden.”

Voor het jaar 2014 is de macronorm-Ozb door het Rijk dus vastgesteld op 2,45%. Dit is het percentage dat de Ozb macrogezien (= landelijk) maximaal mag stijgen. Een individuele gemeente (= micro) mag het eigen percentage hoger of lager vaststellen. Een overschrijding van het totaalbedrag op macroniveau kan echter leiden tot een landelijke korting op het gemeentefonds. De macronormen Ozb van de voorgaande jaren waren: 2010: 4,30%, 2011: 3,50%, 2012: 3,75% en 2013 3%. Onze gemeente zat met een eigen raming van 2,75% al die jaren onder deze norm.

Conform de kadernota 2014 wordt voor onze gemeente voor het begrotingsjaar en de vier jaarschijven van de meerjarenbegroting naast de jaarlijkse areaaluitbreiding rekening gehouden met een verhoging van 2,75%. Voor 2014 ligt dit dus 0,3% boven de landelijke macronorm 2014 van 2,45%. Een verlaging van het stijgingspercentage voor onze gemeente wordt niet voorgesteld omdat dan in de eerste plaats sprake is van een inkomstenverlaging die dan op andere wijze weer moet worden gecompenseerd en in de tweede plaats heeft onze gemeente in voorgaande jaren ons eigen percentage van 2,75% ook niet verhoogd wanneer de landelijke macronorm hoger was.

Opbrengst en tarief 2013 en 2014 tabel 13

Opbrengst Opbrengst Tarief Tarief Onderdeel 2013 2014 2013 2014 Eigenarenbelasting woningen 3.869.216 3.990.298 0,1748% nnb Eigenarenbelasting niet-woningen 693.851 715.563 0,1748% nnb Gebruikersbelasting niet-woningen 396.724 409.139 0,1188% nnb Totaal 4.959.791 5.115.000

Omdat nog niet alle waardegegevens bekend zijn kunnen de tarieven 2014 nog niet worden berekend. Deze zullen bij de behandeling van de belastingverordeningen (december 2013) aan de raad worden voorgelegd. Gezien onze meeropbrengst raming van 2,75% heeft voorgaande geen invloed op de opbrengstraming 2014.

Programmabegroting 2014 37

2. Toeristenbelasting

Besloten is het tarief voor de toeristenbelasting van € 1,00 per overnachting voor het jaar 2013 voor één jaar te bevriezen (2014). Dit is conform het advies van het Recreatieschap Drenthe. Voor volgende jaren, en dus ook in onze Meerjarenbegroting, blijft de eerder geraamde verhoging van € 0,05 per overnachting gehandhaafd. tabel 14

Opbrengst Opbrengst Tarief Tarief Onderdeel 2013 2014 2013 2014 Opbrengst toeristenbelasting 1.200.000 1.200.000 1,00 1,00

3. Forensenbelasting

Naast de toeristenbelasting heft onze gemeente ook een forensenbelasting. De forensenbelasting wordt opgelegd ter zake van het ter beschikking hebben van een gemeubileerde woning door niet-inwoners. De hoogte van de heffing van deze belasting is afhankelijk van de Woz-waarde van het object. Omdat de forensenbelasting conform de toeristenbelasting sterk is gelieerd aan recreatieve activiteiten loopt de tariefaanpassing van de forensenbelasting gelijk op met de tariefaanpassing van de toeristenbelasting. Voor het jaar 2014 wordt conform de toeristenbelasting het tarief voor de forensenbelasting voor 1 jaar bevroren. tabel 15

Opbrengst Opbrengst Tarief Tarief Onderdeel 2013 2014 2013 2014 Opbrengst forensenbelasting 126.007 126.007 zie belastingverordening

4. Reinigingsheffingen (combinatie afvalstoffenheffing en reinigingsrechten)

Sinds 1 juli 2000 wordt de afvalstoffenheffing geheven op basis van het zogenaamde Diftar- systeem. Hierbij wordt het ingezamelde huisvuil per woonhuis gewogen. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrechtgedeelte en een variabel gedeelte, waarvan de hoogte afhankelijk is van het aangeboden huisvuil. Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is dat het tarief 100% kostendekkend moet zijn (inclusief de Btw-component).

Voor de begroting 2014 is rekening is gehouden met: 1. een aantal aansluitingen 2014 van 10.800 (conform 2013); 2. de resultaten van de nieuwe aanbesteding van de gescheiden afvalstromen ABP; 3. de toerekening van kosten (uren/tractie) op basis van de jaarplannen 2014.

Vanaf 1 januari 2005 wordt ook het aangeboden afval op het Afvalbrengpunt te 2e Exloërmond gewogen en per kilogram bij de burger in rekening gebracht.

Programmabegroting 2014 38 tabel 16

Bedrag Bedrag Tarief Tarief Onderdeel 2013 2014 2013 2014 Kosten afvalverwerking 2.135.563 2.027.333 Btw 354.463 354.463 Kwijtschelding 46.000 46.000 Onttrekking fonds -75.000 -91.000 Totale kosten 2.461.026 2.336.796

Opbrengst afvalbrengpunt 194.700 185.700 0,06 0,06 Opbrengst vast tarief 1.362.326 1.279.152 126,12 118.44 Opbrengst variabel tarief 904.000 872.000 0,16 0,16 Afronding -56 Totale opbrengst 2.461.026 2.336.796

Kostenstijging -124.230

Kostendekkendheid 100% 100%

Toelichting voorziening afvalstoffen In de kadernota 2014 is, op basis van advies van de accountant, besloten de voorziening afvalstoffenheffing volledig te laten vrijvallen ten gunste van het vaste tarief per aansluiting in de jaren 2014, 2015 en 2016. De vrijval zal plaatsvinden in 3 gelijke bedragen van afgerond € 91.000 per jaar. Omdat geen voorziening meer mag worden opgebouwd is in de kadernota 2014 tevens besloten dat eventuele afwijkingen in jaarrekeningen van de 100% kostendekkendheid vanaf 2013 ten gunste of ten laste van de algemene middelen komen.

Toelichting bezuinigingsvoorstel 2014 en 2015 In de kadernota 2014 is toegelicht dat in het jaar 2014 een voordeel van € 35.000 wordt verwacht als gevolg van een aanbestedingsvoordeel van de restfractie. Tevens wordt in 2014 een voordeel van € 80.000 verwacht als gevolg van het optimaliseren van de afvalstromen (besparing als gevolg van invoering van een 3-wekelijkse inzameling). Het totaal verwacht voordeel bedraagt € 115.000 en is in de bedragen 2014 verwerkt. In de kadernota 2014 is tevens besloten tot hetzelfde bedrag de rioolheffing versneld op 100% kostendekking te brengen.

5. Rioolheffing

Vanaf 1 januari 2010 is landelijk de rioolheffing in de plaats getreden van de rioolrechten. Door deze nieuwe rioolheffing kunnen de kosten worden verhaald die de gemeente maakt c.q. moet maken voor maatregelen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig werkende riolering en de afvoer van het hemelwater en het grondwater. Uitgangspunt blijft echter een maximale kostendekkendheid van 100%. Dit uitgangspunt wordt door onze gemeente gehanteerd. Op basis van het raadsbesluit stijgt de opbrengst rioolheffing jaarlijks met € 100.000 tot het moment dat de 100% kostendekking is bereikt (inclusief de Btw-component). Op basis van het bestuursakkoord wordt gedurende de raadsperiode 2010-2014 het vaste deel van rioolheffing verhoogd totdat ca. 50% van de totale kosten door de opbrengsten van dit deel van de heffing wordt afgedekt.

Programmabegroting 2014 39 tabel 17

Bedrag Bedrag Tarief Tarief Onderdeel 2013 2014 2013 2014 Kosten riolering 2.340.217 2.343.107 Kosten verbrede rioolheffing 410.318 401.003 Totale kosten 2.750.535 2.744.110

Opbrengst vast tarief 1.260.000 1.386.000 100,00 110,00 Opbrengst variabel tarief 1.335.590 1.358.110 0,0520% nnb Totale opbrengst 2.595.590 2.744.110

Kostendekkendheid 93,28% 100%

Toelichting bedragen 2013 De cijfers van de opbrengst variabel tarief 2013 is op basis van de mutaties in de bestuursrapportage I van 2013 met € 30.000 verhoogd.

Toelichting bedragen 2014 In de kadernota 2014 is toegelicht dat het verwacht voordeel afvalstoffen 2014 van totaal € 115.000 in het kader van de invulling van de bezuinigingsopdracht 2014 de rioolheffing tot hetzelfde bedrag versneld te verhogen tot 100% kostendekkendheid. De cijfers van het jaar 2014 zijn nader gespecificeerd aan het eind van deze paragraaf bij het onderdeel Totale lastenstijging belastingen 2014 (belastingdruk).

Rekening is gehouden met een aantal aansluitingen in 2014 van 12.600 (cf. 2013). De totale lasten riolering 2014 zijn t.o.v. de kosten 2013 gedaald met € 6.425. Oorzaak hiervan is het feit, dat de toerekening van kosten nu gebaseerd is op de jaarplannen 2014. Tot en met 2012 was de toerekening gebaseerd op historische gegevens. Door de toerekening op basis van de jaarplannen 2014 zijn nu ook de interne kosten als gevolg van de invoering van de verbrede rioolheffing aan dit onderdeel toegerekend. Dit betreft o.a. de kosten van bermsloten, schouwsloten, vijvers en de veegmachine (incl. chauffeur). Het variabele tarief is gerelateerd aan de Woz-waarde. Omdat nog niet alle waardegegevens bekend zijn kan het variabele tarief nog niet worden berekend. Het tarief 2014 zal bij de behandeling van de belastingverordeningen (december 2013) aan de raad worden voorgelegd.

Totale lastenstijging belastingen 2014 (belastingdruk)

Op grond van eerdere besluitvorming is de Ozb voor 2014 verhoogd met het reguliere percentage van 2,75%. Dit leidt tot een verhoging van de opbrengst met € 136.394. Dit bedrag is exclusief de verhoging van de areaaluitbreiding van € 18.815 als gevolg van nieuw- en verbouw van objecten. Deze areaaluitbreiding leidt niet tot een lastenstijging voor de burger en wordt dus niet meegenomen in de berekening van de totale belastingdruk. De opbrengst reinigingsheffingen is met € 124.230 verlaagd. Het effect hiervan op de totale belastingdruk is 1,24%. Het effect van de verhoging rioolheffing met een bedrag van € 148.520 i.v.m. de versnelde ophoging naar 100% kostendekkendheid als gevolg van o.a. de invulling van bezuinigingsopdracht 2014 is 1,48%. Het totaal effect van de lastenstijging van alle 3 heffingen tezamen geeft een stijging van de lokale lastendruk 2014 t.o.v. 2013 met 1,6%.

Programmabegroting 2014 40 tabel 18

Afvalstoffen Riool Ontwikkeling lokale lasten Ozb Totaal Proc. heffing heffing Opbrengst 2013 4.959.791 2.461.026 2.595.590 10.016.407 Mutaties: OZB: + 2,75% 136.394 136.394 1,36% Rein.heffing: daling lasten - 124.230 - 124.230 - 1,24% Rioolheffing: verh. 100% 148.520 148.520 1,48% Totaal verhoging 136.394 - 124.230 148.520 160.684 1,60%

Areaaluitbr. (0,4%) + afr. 18.815 18.815 Opbrengst 2014 5.115.000 2.336.796 2.744.110 10.195.906

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Onze gemeente hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Zij maakt daarmee, net als het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor kwijtschelding. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. Voor kwijtschelding komt in beginsel alleen de afvalstoffenheffing (voor wat betreft het vastrechtgedeelte) in aanmerking. Sinds 2006 werken de waterschappen Hunze & Aa’s, Velt & Vecht en de gemeente samen op het gebied van kwijtschelding van de lokale heffingen. De administratieve afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken op het grondgebied van het waterschap Hunze & Aa’s wordt door dit waterschap afgehandeld. De afhandeling van verzoeken binnen het gebied van waterschap Velt & Vecht wordt gedaan door de gemeente. De samenwerking loopt goed en zal dus ook voor de komende jaren worden voortgezet.

Programmabegroting 2014 41

hoofdstuk III.2 B WEERSTANDSVERMOGEN, RISICOBEHEERSING

Toenemende aandacht voor deze paragraaf Omdat de gemeentelijke financiën de laatste jaren sterk onder druk staan is de paragraaf weerstandsvermogen landelijk meer onder de aandacht gekomen. Aandacht van o.a. de commissie Bbv, in het kader van begrotingsvoorschriften, aandacht van de Provincie, in het kader van het financieel toezicht en aandacht van de accountant i.v.m. hun controletaak. Al deze aandacht heeft geleid tot verschillende adviezen en aanbevelingen om de paragraaf voor de begroting 2014 aan te passen. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op het algemeen financieel beleid van onze gemeente m.b.t. de risico’s die zich kunnen voordoen en daarna op alle afzonderlijke wijzigingen die ten opzichte van de vorige paragraaf zijn doorgevoerd n.a.v. de adviezen en aanbevelingen van derden.

Algemeen financieel beleid van onze gemeente m.b.t. mogelijke risico’s In de mei/juni circulaire 2013 van het gemeentefonds is ook een hoofdstuk opgenomen over de Bbv-aanpassingen. M.b.t. deze paragraaf is de volgende zinsnede opgenomen.

Bij onderwerpen waar zich risico’s kunnen voordoen zal de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing inzicht moeten geven in mogelijke ontwikkelingen (scenario’s), en welke (beleidsmatige) opties er zijn om mogelijke niet geraamde financiële consequenties zo goed mogelijk te beheersen mocht dat scenario zich gaan voordoen.

Samengevat staat hier: Geef aan wat wij (kunnen) doen als zich een risico voordoet.

Onze gemeente heeft de laatste jaren bewust geen specifiek beleid ontwikkeld voor elk afzonderlijk financieel risico dat wordt gelopen maar juist een algemeen financieel beleid voor alle risico’s die worden gelopen. Een voorbeeld hiervan is het budget dat jaarlijks in de exploitatie beschikbaar is voor incidenteel nieuw beleid. Dit budget, dat uiteindelijk oploopt naar een bedrag van € 1 miljoen per jaar, is breed inzetbaar en bijvoorbeeld ook beschikbaar om tegenvallers op te vangen die zich in het kader van het risicomanagement voordoen. Een uitzondering op de algemene regel betreft de drie grootste financiële risico’s die onze gemeente kan treffen en dat betreft het risico m.b.t. het accres gemeentefonds, het risico m.b.t. de drie decentralisaties en het risico m.b.t. de grondexploitatie. Voor het risico dat wordt gelopen m.b.t. het accres gemeentefonds en de decentralisaties werd jaarlijks rekening gehouden met een risicobedrag van € 600.000 en voor het risico van de grondexploitatie is de bufferreserve grondexploitatie aanwezig. Ons algemeen risicobeleid past ook uitstekend bij ons algemeen financieel beleid om zo weinig mogelijk afzonderlijke reserves in het leven te roepen.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige paragraaf Op de volgende punten hebben de adviezen en aanbevelingen van derden ter versterking van deze paragraaf geleid tot aanpassingen.

Naam van de paragraaf (advies Bbv) De naam van de paragraaf is gewijzigd in "Weerstandsvermogen en risicobeheersing" om het aspect van risicobeheersing van deze paragraaf beter te benadrukken.

Totaal bedrag weerstandscapaciteit (advies provincie en accountant) Bij het totaalbedrag van de weerstandscapaciteit wordt door ons de laatste jaren (op advies van de provincie) ook het totaal van de bestemmingsreserves betrokken. Het argument om bestemmingsreserves wel mee te nemen in het totaalbedrag aan weerstandscapaciteit is dat bestemmingsreserves altijd herbestemd kunnen worden. Om bestemmingsreserves wel of niet te betrekken in het totaalbedrag bestaat landelijk verschil van inzicht.

Programmabegroting 2014 42

Daarom wordt door ons in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing vanaf 2014 inzicht gegeven in zowel het totaal aan weerstandscapaciteit inclusief als exclusief onze bestemmingsreserves.

Totaal bedrag risico’s (advies accountant) Het totaalbedrag aan risico’s wordt door ons uitgedrukt voor een periode van vier jaar. Deze termijn is gebaseerd op zowel een regeerperiode van de raad en tevens op de periode van de begroting + de verplichte periode van drie meerjarenschijven. Onze accountant is van mening dat met een periode van een jaar voor de risico’s ook kan worden volstaan. In deze paragraaf zal vanaf 2014 inzicht worden gegeven in zowel de risico’s voor een jaar als de risico’s voor vier jaar.

Kans op risico (advies provincie) Bij de berekening van de ratio (capaciteit / risico) wordt er rekening mee gehouden dat alle risico’s zich gelijktijdig voordoen. De provincie ervaart dit gegeven als te somber en geeft in overweging te kiezen voor een minder negatief scenario. Door ons is er voor gekozen om m.b.t. dit onderdeel nog geen wijziging door te voeren. Wij willen volstaan met het aangeven van de mogelijkheid dat bij dit onderdeel voor een minder somber scenario kan worden gekozen. Op deze wijze wordt tevens voorkomen dat te veel verschillende uitkomsten (ratio’s) in deze paragraaf worden genoemd.

Onderscheid tussen incidentele en structurele risico’s (advies provincie) De provincie adviseert alle genoemde risico’s te rubriceren in structurele- en incidentele risico’s. Omdat in onze gemeente het beleid er steeds meer op is gericht alles zo veel mogelijk onder te brengen in de exploitatie vinden wij het aanbrengen van een onderscheid in structureel en incidenteel niet van meerwaarde.

Scenario’s Voor de berekening van de ratio (capaciteit/risico’s) wordt vanaf de begroting 2014 uitgegaan van het scenario zoals deze tot dusverre steeds is gepresenteerd en tevens van twee nieuwe scenario’s. Dit is enerzijds het meest denkbare negatieve scenario (laag capaciteitsbedrag en hoog risicobedrag) en anderzijds het meest denkbare positieve scenario (hoog capaciteitsbedrag en laag risicobedrag). Deze scenario’s zijn als voorbeeld uitgewerkt in de cijfers van de paragraaf van 2013.

1. Weerstandsvermogen

Jaarlijks dient inzicht te worden gegeven in het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiervoor is nodig dat de beschikbare weerstandscapaciteit wordt berekend en dat de risico's worden geïnventariseerd. De weerstandscapaciteit bestaat uit de incidentele en structurele financiële middelen die beschikbaar zijn. Een risico is een onzekere gebeurtenis, die negatieve effecten kan hebben op de realisatie van de beleidsdoelen. De mate waarin de weerstandscapaciteit het totaal van de risico's kan afdekken is het weerstandsvermogen.

Waardering / ratio De berekening van het weerstandsvermogen levert als uitkomst een getal op. Dit wordt ook wel de ratio genoemd. Vanaf de begroting 2012 wordt door onze gemeente in navolging van sommige andere gemeenten de volgende gangbare indeling als ratio voor de uitkomst aangehouden.

Ratio weerstandsvermogen Aanduiding groter dan 2,0 Uitstekend tussen 1,4 en 2,0 Ruim voldoende tussen 1,0 en 1,4 Voldoende tussen 0,8 en 1,0 Matig tussen 0,6 en 0,8 Onvoldoende lager dan 0,6 Zeer onvoldoende

Programmabegroting 2014 43

Berekening Hieronder worden de risico's en de capaciteit gekwantificeerd. Bij de risicoberekening wordt een periode van vier jaren (raadsperiode) aangehouden (risicobedrag x 4) en voor de capaciteit wordt het bedrag per 31-12 van het dienstjaar aangehouden.

Risico's tabel 19

Omschrijving Jaarbedrag Bedrag vier jaren Uitkering gemeentefonds 500.000 2.000.000 Decentralisaties 500.000 2.000.000 Btw compensatiefonds 100.000 400.000 Bodemsanering 100.000 400.000 Planschade 100.000 400.000 Verzekeringen 200.000 800.000 Juridische procedures 100.000 400.000 Garantieverplichtingen 100.000 400.000 Rente 50.000 200.000 Gemeenschappelijke regelingen 200.000 800.000 Grondexploitatie 1.050.000 4.200.000 Krimp 250.000 1.000.000 Totaal 3.250.000 13.000.000

Toelichting Ten opzichte van het vorig jaar zijn de risicobedragen nu afgerond op bedragen van € 50.000. Voor de grondexploitatie is een herziene risicoberekening gemaakt. Uit deze berekening blijkt dat na verrekening van de restant boekwaarden met de opgebouwde reserves en voorzieningen en vervolgens verkoop van de beschikbare gronden tegen landbouwwaarde een totaal risicobedrag resteert van afgerond € 4,2 miljoen.

Weerstandscapaciteit tabel 20

Omschrijving Bedrag 31-12-2014 Algemene reserve 4.423.370 Vrije reserve 489.386 Bestemmingsreserves 14.376.958 Stelpost incidenteel nieuw beleid (conform kadernota) 250.000 Onvoorzien, calamiteiten (€ 2,50 per inwoner) 65.900 Onbenutte belastingcapaciteit 0 Stille reserves pm Totaal 19.945.230

Toelichting weerstandscapaciteit Ten opzichte van het vorig dienstjaar is de weerstandscapaciteit per saldo toegenomen met afgerond € 400.000. Deze verhoging kan grotendeels worden toegeschreven aan de ophoging van de reserves vanuit het rekeningsaldo 2012.

Conclusie weerstandsvermogen / ratio De mate waarin de risico's kunnen worden afgedekt met beschikbare capaciteit (ratio weerstandsvermogen) kan dus worden bepaald op 19.945.230 / 13.000.000 = 1,5. Deze uitkomst is volgens de door ons gehanteerde ratio te duiden als ruim voldoende.

Nieuwe ratio’s op basis van de externe adviezen/aanbevelingen (Bbv, provincie, accountant) Meest negatieve ratio: Dit is de ratio waarbij de weerstandscapaciteit exclusief de bestemmingsreserves is en waarbij alle risico’s voor een periode van vier jaar in beeld zijn gebracht en tevens de risico’s zich ook nog gelijktijdig zullen voordoen: De ratio is dan: 5.568.272 / 13.000.000 = 0,428 (is zeer onvoldoende).

Programmabegroting 2014 44

Meest positieve ratio: Dit is de ratio waarbij de weerstandscapaciteit inclusief de bestemmingsreserves is en waarbij alle risico’s voor een periode van een jaar in beeld zijn gebracht: De ratio is dan: 19.945.230 / 3.250.000 = 6,137 (is uitstekend).

Opmerking Hierbij is er nog wel van uitgegaan dat de risico’s zich gelijktijdig zullen voordoen. De ratio wordt hoger als ook hier van een minder somber scenario wordt uitgegaan.

Nadere toelichting uitkomsten van de 3 ratio’s Wij blijven de door ons tot dusverre gehanteerde ratio met als uitkomst 1,5 de meest reële ratio vinden en wel om de volgende redenen. In de eerste plaats nemen de (financiële) risico’s in tijden van financiële krapte toe. Dit is zeker nu het geval. Door voor de risico’s uit te blijven gaan van zowel een periode van vier jaar als van het zich gelijktijdig voordoen van risico’s is in ons scenario compensatie ingebouwd voor de toename van risico’s in tijden van financiële krapte. In de tweede plaats kan de raad in principe altijd besluiten bestemmingsreserves te bestemmen als Algemene Reserve. Bij het door ons tot dusverre gekozen scenario als ratio maakt dit geen verschil omdat beide reserves meetellen. In de derde plaats is een algemene (boekhoud)regel dat nadelen en/of verliezen direct moeten worden genomen en voordelen en/of winsten pas nadat deze zijn gerealiseerd. Bij ons tot dusverre gekozen scenario doet zich dit feit ten opzichte van de beide andere scenario’s het sterkst voor.

2. Reserves en voorzieningen

De financiële positie van de gemeente wordt ondermeer bepaald door de beschikbare reserves en voorzieningen. De reserves zijn onderverdeeld in de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserves. De voorzieningen zijn onderverdeeld in algemene voorzieningen, onderhoudsvoorzieningen en voorzieningen onderwijs. Hieronder wordt de stand van de reserves en voorzieningen vermeld conform de laatst bekende jaarstukken (2012) en de begroting 2014.

Reserves en voorzieningen tabel 21

jaarrekening begroting begroting Omschrijving 2012 1-1-2014 31-12-2014 Reserves Algemene reserve 4.423.370 4.423.370 4.423.370 Vrije reserve 410.226 411.533 489.386 Bestemmingsreserves 18.147.628 16.431.729 14.376.958 Overige reserves 270.727 257.726 244.075 Voorzieningen Algemeen 1.305.349 1.308.383 1.295.417 Onderhoud 153.394 153.394 153.394 Onderwijs 180.000 181.708 181.751 Rekeningresultaat 516.320 Totaal 25.407.014 23.167.843 21.164.351

Toelichtingen

Algemene Reserve De hoogte van deze reserve is vastgesteld op minimaal € 150 per inwoner.

Vrije Reserve De vrije reserve werd tot voor kort ingezet om rekeningstekorten op te vangen en ter financiering van de jaarlijkse incidentele bestedingsvoorstellen voor nieuw beleid. Het nieuw financieel beleid is er op gericht dat deze financieringsfunctie van de vrije reserve wordt overgenomen door het jaarlijks bedrag dat in de exploitatie beschikbaar is voor incidenteel nieuw beleid.

Programmabegroting 2014 45

Bestemmingsreserves tabel 22

jaarrekening begroting begroting Omschrijving 2012 1-1-2014 31-12-2014 Grondbedrijf 1.425.683 1.642.003 1.642.003 Herstructurering 1.550.825 1.589.596 1.629.336 Nog uit te voeren werken 5.672.611 4.000.000 4.000.000 Bouwfonds 2.458.604 2.307.486 2.156.368 Begrotingssaldo 2.629.668 2.654.011 2.268.462 Kern & kader 1.554.147 1.807.501 513.072 Vervoermiddelen 1.787.215 1.416.895 1.182.317 WWB 201.306 206.339 211.497 Gebouwen 547.257 560.938 574.962 RW34 131.859 131.859 131.859 Overige 188.453 115.101 67.082 Totaal 18.147.628 16.431.729 14.376.958

Toelichtingen

Bufferreserve Grondbedrijf De reserve is enerzijds bedoeld om verliezen op gronden te kunnen opvangen en anderzijds voor dekking van onvoorzienbare risico’s en/of tegenvallers. Bij de rekening 2012 is besloten de bufferreserve te verhogen tot € 1.642.003. Of deze verhoging voldoende is, wordt jaarlijks bekeken.

Herstructureringsfonds Uitgaven passend binnen de doelstelling (creëren van een duurzame en veilige woon- en leefomgeving) kunnen worden gedekt uit dit fonds. Het fonds is tot dusverre gevoed uit de winstnemingen van de grondexploitatie. De hoogte van het fonds was in 1e instantie bepaald op een maximum van € 1 miljoen. gebaseerd op een maximaal bedrag van € 5.000 per woning in een herstructureringsgebied.

Reserve nog uit te voeren werken In deze reserve wordt op 31-12 van enig jaar het bedrag gestort dat moet worden overgeheveld naar het jaar erop voor nog uit te voeren werken. De financiële dekking zit dan in dat "oude" jaar. In het "nieuwe" jaar wordt op 1-1 deze reserve weer onttrokken voor hetzelfde bedrag en aan de budgetten toegevoegd.

Aandelen Bouwfonds In 2000 zijn de aandelen Bouwfonds verkocht. De opbrengst is in een reserve gestort. De rente van deze reserve wordt ten gunste van de exploitatie gebracht en is bedoeld als compensatie voor de vanaf 2000 vervallen jaarlijkse dividenduitkering. De winst wordt vanaf het jaar 2000 in een periode van vijftien jaar ten gunste van de exploitatie gebracht.

Reserve begrotingssaldo Deze reserve is gevormd met de eenmalige (winst)uitkeringen van de Bank Nederlandse Gemeenten. Sinds die tijd worden incidentele meevallers door bijvoorbeeld verkoop van eigendommen (niet Kern & kader) ook in deze reserve gestort. Door jaarlijks een tiende gedeelte hieraan te onttrekken ontstaat gedurende tien jaren structurele ruimte in de exploitatie.

Reserve Kern en Kader Deze reserve is in 2006 ingesteld om boekwinsten op verkochte Kern & Kader gebouwen apart te houden. In 2014 wordt rekening gehouden met een afboeking van de boekwaarde van de Grollemanschool te Borger.

Programmabegroting 2014 46

Vervoermiddelen en machines De Bbv schrijft voor dat de aanschaf van een vervoermiddel wordt beschouwd als een investering met een economisch nut waarop moet worden afgeschreven. Ons financieel beleid was voorheen om vooraf te sparen. Nu worden de extra kapitaallasten uit deze reserve gedekt. In de kadernota 2013 is besloten dat deze reserve samen met de Ict en I-mop ook onderdeel uitmaakt van de verbrede bedrijfsvoering.

Reserve Wwb gelden De exploitatie overschotten van de ontvangen gelden Wet werk en bijstand werden apart gehouden, om in slechtere tijden te kunnen worden ingezet.

Voorzieningen tabel 23

jaarrekening begroting begroting Omschrijving 2012 1-1-2014 31-12-2014 Afvalstoffen 347.734 272.734 181.734 Wethouderspensioen 957.615 1.035.649 1.113.683 Aukje Wolf 153.394 153.394 153.394 Overige 180.000 181.708 181.751 Totaal 1.638.743 1.643.485 1.630.562

Toelichtingen

Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing Deze egalisatievoorziening wordt met ingang van 2014 in drie jaar afgebouwd tot € 0.

Wethouderspensioenen De voorziening is ingesteld om pensioenverplichtingen van oud-wethouders te kunnen nakomen.

Programmabegroting 2014 47

hoofdstuk III.3 C KAPITAALGOEDEREN

Inleiding In deze paragraaf wordt het beleidskader gegeven over het onderhoud van: 1. wegen; 2. groen; 3. riolering en 4. gebouwen. Deze paragraaf geeft daarnaast een dwarsdoorsnede van de begroting, uitgaven voor onderhoud kapitaalgoederen komen immers op diverse beleidsvelden voor. Het voorzieningenniveau en de kwaliteit hiervan is mede bepalend voor de hoogte van de jaarlijkse onderhoudslasten. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen is een belangrijk deel van de begroting gemoeid. Een goed overzicht is daarom belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de financiële positie. Verder wordt in deze paragraaf de stand van zaken weergegeven met betrekking tot het project Vastgoed en geld.

Vastgoed en geld In het jaar 2010 was één van de heroverwegingsvoorstellen een structurele korting op de vastgoedbudgetten. De korting bedroeg voor de vastgoedonderdelen totaal € 736.300. De intentie was om die korting zo snel als mogelijk weer ongedaan te maken. In 2012 is het totaal te herstellen bedrag verlaagd voor onderwijshuisvesting en is een extra korting doorgevoerd; samen € 216.815. Tevens is de termijn verlengd van 2015 naar 2018. Vorig jaar (2013) is besloten om het te herstellen bedrag nog te verlagen met € 94.469 en de periode te verlengen; nu naar 2023. Vanaf dit jaar (2014) wordt het budget vastgoed met stappen € 50.000 per jaar verhoogd. tabel 24

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Herstel 150.000 -66.815 0 50.000 50.000 50.000 50.000 Totaal 150.000 83.185 83.185 133.185 183.185 233.185 283.185

2018 2019 2020 2021 2022 2023 Herstel 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 22.345 Totaal 333.185 383.185 433.185 483.185 533.185 555.530

Uit de tabel blijkt dat in 2014 het beschikbare budget € 133.185 bedraagt.

1. Wegen

Gemeentelijk bezit tabel 25

Omschrijving Eenheid Aantal Onderhoudsbudget Verhardingen binnen en buiten beb. kom: - Rijbanen algemeen m² 1.435.734 - Rijbanen landbouwwegen m² 698.892 - Voetpaden m² 126.690 - Fietspaden m² 302.662 - Overige verhardingen m² 193.895 Totaal verhardingen m² 2.757.873 € 1.180.471 Openbare Verlichting st. 6.480 € 170.408 Bruggen st. 47 € 20.539 Abri’s st. 42 € 7.479 Totaal € 1.378.897

Programmabegroting 2014 48

Financiering wegenonderhoud De financiering van het wegenonderhoud is als volgt onderverdeeld. 1. Klein onderhoud: Onder klein onderhoud verstaan we het aanbrengen van slijtlagen, het dichten van scheuren in asfalt, het plaatselijk repareren van slechte plekken, het dichten van kleine gaten en het aanpakken van voorkomende calamiteiten. 2. Groot onderhoud: Dit zijn grootschalige onderhoudsprojecten. U treft ze aan op de meerjarenplanning Real. Ieder voorjaar wordt aan het college een onderhoudsvoorstel voorgelegd t.a.v. de uit te voeren projecten voor het betreffende jaar.

Beleid klein onderhoud Jaarlijks worden alle openbare verhardingen onderworpen aan een visuele inspectie. Op basis van deze inspectie wordt het rapport "klein wegenonderhoud" opgesteld. Op prioriteit worden de calamiteiten en onderhoudsmaatregelen binnen het beschikbare budget uitgevoerd.

Beleid groot onderhoud De verzamelde gegevens van de jaarlijkse visuele inspectie worden ingevoerd in het geautomatiseerde wegbeheersysteem. Na toetsing door het cluster Real ontstaat hieruit een technische en financiële onderhoudsplanning voor de komende drie jaar. Ieder voorjaar - na de weginspecties - wordt deze meerjarenplanning Real aangepast en vastgesteld door het college. Het budget voor wegenonderhoud is onvoldoende om al het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Om verantwoorde keuzes te kunnen maken tussen de projecten welke wel in uitvoering worden genomen en welke niet, is door het cluster Real een prioriteringssystematiek ontwikkeld. Verkeersveiligheid, de kans op mogelijke schadeclaims, comfort en de gevolgkosten bij uitstel van onderhoud worden o.a. betrokken in deze systematiek. Immers, een weg kan er goed uitzien terwijl uitstel van onderhoud leidt tot hogere kosten op langere termijn. Middels deze - door de gemeenteraad goedgekeurde prioriteringssystematiek - kan het college uitvoerings- en budgetkeuzes maken. Nadrukkelijk aandachtspunt blijft het voorkomen van gevaarzettingen voor weggebruikers en exponentiële toenames van schade aan wegconstructies als gevolg van het niet kunnen oppakken van noodzakelijk onderhoud. Binnen het beschikbare budget worden de projecten, die met de hoogste prioritering staan vermeld op de meerjarenplanning Real, vervolgens uitgevoerd. Hiervoor is jaarlijks een bedrag € 1.180.471 beschikbaar.

Reconstructie Zuiderdiep Nieuw-Buinen De projecten voor groot onderhoud worden grotendeels bepaald in het begrotingsjaar zelf. Wel is duidelijk dat in 2014 het Zuiderdiep in Nieuw-Buinen, tussen de Drentse Mondenweg en de Kerklaan wordt gereconstrueerd. De weg, de parkeerstrook, de voetpaden en de openbare verlichting worden vernieuwd. Voor dit project is een provinciale Bdu-subsidie toegekend. Ook de nutsvoorzieningen worden grotendeels vervangen. Uitvoering staat gepland vanaf maart 2014.

Denktank Plattelandwegen Door budgettaire beperkingen binnen het wegenonderhoud worden de knelpunten bij deze wegen steeds groter, waarbij bij meerdere wegen sprake is van zeer onwenselijke situaties welke middels bebording onder de aandacht van de weggebruiker worden gebracht. Een denktank van specialisten (aannemers, ingenieursbureaus en de gemeente) heeft getracht technische en financiële oplossingen voor dit probleem te vinden. Dit heeft ondermeer geresulteerd in de aanleg van een achttal proefvakken welke in de toekomst wellicht kunnen dienen als goedkopere alternatieven voor onderhoud van plattelandswegen. De monitoring van deze proefvakken vindt de komende jaren plaats. Verder wordt in 2014 - in overleg met de leden van de denktank en de portefeuillehouder - een projectvoorstel gedaan voor het nog beschikbare bedrag van € 350.000.

Openbare Verlichting Vervanging van openbare verlichting vindt zo mogelijk plaats bij reconstructiewerkzaamheden aan de weg. In het gemeentelijk verlichtingsplan zijn de bestaande knelpunten en de reguliere vervangingen van masten en armaturen opgenomen. Het plan voorziet in een kostendekkende financiering tot 2017.

Programmabegroting 2014 49

Op plaatsen waar de verkeers- en sociale veiligheid niet in het geding is, kunnen we toe met minder straatverlichting. Wij denken dat een reductie van ca. 25% van het aantal masten in het buitengebied haalbaar is. Dit jaar wordt gestart met de voorbereidingen van de tweede fase van het energiezuiniger maken van de verlichting in het buitengebied.

Aanbesteding Beheer en onderhoud openbare verlichting Eind 2013 is in een samenwerkingsverband van 25 gemeenten en de provincies Groningen en Drenthe het onderhoud van de openbare verlichting aanbesteed. Het bedrijf Imtech heeft het onderhoud voor de komende drie jaar aangenomen. Juridisch is de zaak nog niet gesloten. Onze oude contractparner Essent voert tegen de projectgroep een rechtszaak over de eigendom van de masten en het ondergrondse net. De uitspraak kan invloed hebben op het nu opgestelde contract.

2. Groen

Gemeentelijk bezit tabel 26

Omschrijving Eenheid Aantal Bomen st 46.893 Bos(plantsoen) m² 2.825.519 Heesters m² 119.711 Gras, gazon, berm m² 5.373.334 Sportvelden m² 274.463 Waterpartijen, greppels m² 473.919 Volkstuinen m² 20.722 In gebruik gegeven grond m² 381.885 Totaal oppervlakte groen m² 9.469.553 inclusief sport, begraafplaatsen, groen rond scholen, dorpshuizen en sportzalen; een aantal nieuwe bestemmingsplannen, de landinrichting Odoorn en renovatieprojecten dienen nog te worden verwerkt.

Beleidskader groen Het integraal groenbeleid is in 2006 vastgesteld. Het beleid is per groenthema uitgewerkt. Het benodigde onderhouds- en renovatiebudget en het budget om achterstallig onderhoud weg te werken is uitgerekend. Het onderhoudsniveau was vastgesteld op niveau 3; een redelijk basisniveau. In het groenbeheerprogramma is per beplantingsvak het groentype bepaald en zijn de bijbehorende onderhoudsmaatregelen vastgesteld. In het boombeheerprogramma worden de boomcontroles en uitgevoerde werkzaamheden aan de bomen vastgelegd. Het bermbeheerplan is in 2005- en het bosbeheerplan is in 2008 door het college vastgesteld.

Actueel beleidskader Afgelopen jaren is als gevolg van bezuinigings- en efficiëntiemaatregelen op het groen het budget van groen naar beneden bijgesteld. De laatste bezuiniging van € 300.000 is in de begroting 2013 verwerkt. Daarnaast is in 2013 voor een scenario gekozen waarbij het eerder door de raad vastgestelde onderhoudsniveau 3 nu is bijgesteld naar een onderhoudsniveau dat uitgaat van zoveel mogelijk niveau 3 en anders niveau 4.

Achterstallig groenonderhoud en renovatie In de meerjarenplanning Real is aangegeven in welke wijken plantsoenen en bomen (boombestanden) gerenoveerd moeten worden en waar achterstallig groenonderhoud is geconstateerd. Globaal dient jaarlijks 2 tot 5% van het bestaande groenareaal gerenoveerd of vervangen te worden. Op onderhoud van bomen is een snoeiachterstand; voor het wegwerken van deze achterstand wordt het boombeheerprogramma in 2014 geactualiseerd met de laatste snoeigegevens en tevens een meerjaren snoeiprogramma opgesteld.

Programmabegroting 2014 50

Het controleren van de boomveiligheid vraagt in 2014 nadrukkelijk aandacht. Voor achterstallig onderhoud en renovatie is een zeer gering budget beschikbaar in 2014. Prioritering is daarom noodzakelijk. Het vervangen van het groen wordt zoveel mogelijk uitgevoerd tijdens reconstructie van wegen of projecten van riolering / afkoppelen.

3. Riolering

Gemeentelijk bezit tabel 27

Omschrijving Eenheid Aantal Vrijvervalriolering km 217 Drukriool km 77 Rioolgemalen st 470 Bergbezinkbassin st 1 Huisaansluitingen st 12.435 Straatkolken st 11.125 IBA’s st 96 Infiltratievoorzieningen st 700 Totaal onderhoudsbudget riolen 2014 € 1.054.741 Kapitaallasten 2014 € 999.091 Reservering kapitaallasten riolen € 44.852 Reservering kapitaallasten Grp 2010-2015 € 25.775

De totale vervangingswaarde van de ondergrondse infrastructuur (incl. bovenliggende verharding) bedraagt ruim € 86 miljoen.

Gemeentelijk rioleringsplan (Grp) Het huidige Grp (2010-2015) is 22 april 2010 door de raad vastgesteld. In dit Grp is onder meer het beleid met betrekking tot de nieuwe zorgplichten voor hemelwater en grondwater vastgelegd. In 2013 is de samenwerking in de waterketen geïntensiveerd. Onze gemeente ligt in twee waterschappen, het waterschap Velt en Vecht en het waterschap Hunze en Aa’s. Het college heeft te kennen gegeven zich in de samenwerking in de waterketen volledig te willen richten op het gebied Velt en Vecht, hierin vallen de Boce gemeenten en de gemeenten Ommen en Hardenberg. In 2013 is het uitvoeringsprogramma bestuursakkoord afvalwaterketen Noordelijke Vechtstromen 2013-2016 tot stand gekomen. De uitvoering van dit programma is inmiddels gestart.

Afkoppelen Zoals aangegeven in het Grp 2010-2015 is het streven elk jaar 10.000 m² af te koppelen. In 2014 gaan we de weg en woningen langs het Zuiderdiep (Kerklaan-Mondenweg) te Nieuw- Buinen afkoppelen. Onze eigen dienst Borg is bezig regenwater dat is aangesloten op de drukriolering, af te koppelen. In 2013 is het gebied tussen Odoorn en aangepakt en in 2014 zal Odoornerveen en worden afgekoppeld. Verder wordt in de gemeente op kleine schaal op diverse locaties afgekoppeld.

Onderhoud van bestaande stelsels en systemen Zoals bekend behoort onze gemeente tot de 10 grootste plattelands gemeenten van Nederland. De omvang van de rioolstelsels is daardoor in verhouding tot de meer stedelijke gemeenten groot. De kosten voor het reguliere onderhoud van de bestaande stelsels en systemen worden ondergebracht in de rioolheffing.

Renovatie en vervanging riolen en gemalen Voor renovatie en vervanging van riolen en gemalen is een gekapitaliseerd bedrag opgenomen in de beheersbegroting. Deze stelpost is voor 2014 voldoende hoog om de kwaliteit van ons stelselsysteem te waarborgen. In de financiële paragraaf van het Grp 2010-2015 staat aangegeven hoe de kosten en inkomsten zich de komende jaren zullen ontwikkelen.

Programmabegroting 2014 51

Verbrede rioolheffing Per 2010 is de verbrede rioolheffing ingevoerd. Voor de kostendekkendheid wordt verwezen naar de paragraaf A Lokale heffingen.

Benchmark In 2013 heeft de gemeente meegedaan aan de derde landelijke benchmark riolering. De uitkomsten zijn op dit moment nog niet bekend, maar zullen na verwachting eind 2013 aan het college worden voorgelegd.

4. Gebouwen

Gemeentelijk bezit (prognose per 1-1-2014) tabel 28

Kern Oppervlakte m² Bvo Aantal Borger 11.011 22 Buinen 467 1 138 1 Drouwenermond 311 1 Ees 917 2 2e Exloërmond 7.204 5 Exloo 10.013 9 Klijndijk 664 2 Nieuw-Buinen 3.961 9 Odoorn 1.703 4 Odoornerveen 0 0 887 2 Valthermond 1.263 5 Totaal 38.539 63 exclusief onderwijs, inclusief in verkoop zijnde panden

Vastgoedbeleid 2014 gebouwen Per 1 januari 2014 wordt een verdere afname van het gemeentelijk bezit verwacht (in aantallen en m² Bvo). Deze verwachting is gebaseerd op de ontwikkelingen binnen het project Kern & kader. In de raming voor 2014 zijn de woningen die in verkoop staan wel meegenomen in de telling. De reden is de lage doorloopsnelheid. In de telling zijn de onderwijscomplexen weggelaten. Door de afname van de in bezit zijnde gebouwen komt de verhouding benodigde kosten en beschikbare budgetten meer in balans. Het tekort is echter nog steeds aanmerkelijk en prioritering is daarom noodzakelijk. De genoemde kosten zijn gebaseerd op de Mjop. De genoemde m², en bijbehorende kosten, zijn gebaseerd op de werkelijk aanwezige gebouwen (september 2013) en normprijzen (prijspijl 2013). De verdere actualisering, van de meerjaren onderhoudsprognose zal in 2014 plaatsvinden.

Conclusie

Het herstel van het budget Vastgoed en geld loopt tot 2023. Hiermee zullen op de taakvelden wegen, groen en gebouwen onderhoudsachterstanden tot een acceptabel niveau moeten worden beperkt. Met name de werkzaamheden welke op termijn een toename van kosten geven bij niet adequaat onderhoud zullen hoog geprioriteerd staan in de meerjarenplanning om te worden uitgevoerd.

Programmabegroting 2014 52

hoofdstuk III.4 D FINANCIEEL FUNDAMENT

Deze paragraaf, die niet verplicht is, ervaren wij als een paragraaf die voor ons van meerwaarde is om een gedegen en consistent financieel beleid te kunnen voeren. Dit vooral door een terugblik en evaluatie van eerder genomen maatregelen en een vooruitblik om maatregelen verder uit te rollen en nieuwe maatregelen te bedenken.

1. Huidig algemeen financieel beeld (2e helft 2013)

Gemeenten worden al vanaf 2008 geconfronteerd met een economische terugval. De gevolgen hiervan ondervinden wij nog steeds. Op dit moment (tweede helft 2013) heeft ons land nog steeds te maken met een te hoog begrotingstekort (>3%) waardoor een nieuwe bezuinigingsoperatie nodig is. Van een groei van het gemeentefonds voor de komende jaren is op dit moment geen sprake meer. Integendeel zelfs. Zo daalt bijv. het accres (uitkeringspercentage) van het gemeentefonds van 1,516 in 2014 naar 1,472 in 2018 volgens de meicirculaire van 2013. Dit is een terugval van 44 punten wat voor onze gemeente een nadeel betekent van ruim € 700.000. In de meerjarenbegroting van het vorig jaar werd voor de periode 2013 t/m 2017 nog uitgegaan van een groei met 93 punten of te wel een groei van ca. € 1,5 miljoen. Met andere woorden: in één jaar tijd is sprake van een terugval van € 2,2 miljoen voor een periode van vier jaar. Hier komt nog een verwacht nadeel bij van ca. € 500.000 van de nog te ontvangen septembercirculaire als gevolg van de landelijke bezuinigingsopdracht van € 6 miljard. Kortom, van een omslag naar betere tijden is zeker op korte termijn nog geen sprake. Wij zullen daarom moeten blijven nadenken over welke (nieuwe) maatregelen voor onze gemeente nodig zijn om een gunstig financieel meerjarenperspectief te kunnen behouden. Bij onderdeel 4. zal nader worden ingegaan op nieuwe maatregelen.

2. Tot dusverre gevoerd financieel beleid

Met incidentele meevallers structurele ruimte vrijmaken (in 2004) In 2004 is de reserve begrotingssaldo ingevoerd. De voeding van deze reserve kon in de eerste jaren worden gerealiseerd uit voordelige saldi van jaarrekeningen en uit extra dividend inkomsten van de Bng. De voeding bestaat in principe uit eenmalige meevallers. Door jaarlijks een tiende deel van de eenmalige meevaller aan de exploitatie toe te voegen kreeg een eenmalige meevaller begrotingstechnisch een structureel karakter. Een bijkomend voordeel hiervan is dat onze reserve positie hierdoor voor een langere periode wordt verstevigd. Als gevolg van dit beleid is het saldo van de jaarrekening 2011 van € 1,9 miljoen volledig toegevoegd aan de reserves waarvan € 1 miljoen aan de reserve begrotingssaldo. Ook is het voordelig saldo van de rekening 2012 (€ 516.320) volledig bestemd voor ophoging van onze reserves. Onze ervaring met deze in 2004 genomen maatregel is nog steeds positief.

Overhevelen investeringen naar exploitatie (in 2007) Steeds duidelijker wordt, dat ons in 2007 ingezet financieel beleid om investeringen met maatschappelijk nut (wegen, huisvesting onderwijs) over te hevelen van investering naar exploitatie ons geen windeieren legt. Door deze overheveling zijn bijv. bezuinigingsmaatregelen op deze onderdelen effectiever in te vullen. Effectiever in die zin dat bezuinigingen in de exploitatiesfeer direct voor de volle 100% doorwerken. Bezuinigingen in de investeringsfeer werken voor een deel door afhankelijk van de afschrijvingsperiode. Een aanvullend voordeel is dat voor de uitgaven wegen en onderwijshuisvesting vanaf de overheveling geen geldlening meer behoeft te worden aangetrokken. Onze ervaring met deze in 2007 genomen maatregel is nog steeds positief.

Programmabegroting 2014 53

Kort geld i.p.v. lang geld (in 2008) In 2007 is voor het laatst een vaste geldlening gesloten (€ 3 miljoen / 15 jr. / 4,35%). Omdat vanaf 2008 de rente voor kort geld (lening < 1 jaar) sneller daalt dan de rente voor lang geld is vanaf dat moment ingezet op financiering van onze geldbehoefte met kort geld. Onze schulden (geldleningen) en rentelasten zijn hierdoor en mede als gevolg van de overheveling van investeringen naar exploitatie aanmerkelijk lager geworden. Zo is bijv. de boekwaarde van onze vaste geldleningen teruggebracht van ruim € 38 miljoen eind 2007 tot € 21 miljoen eind 2012. Hierdoor konden onze vaste rentelasten worden gehalveerd van afgerond € 1,7 miljoen tot ruim € 850.000. Wel staat hier tegenover dat meer kort geld (geldleningen met een looptijd korter dan 1 jaar) is aangetrokken, maar de rentelasten hiervan zijn de laatste jaren extreem laag. Omdat onze gemeente altijd rekening moet houden met een plotseling stijgende rente wordt in onze begroting ook voor kort geld rekening gehouden met een rentepercentage van 3,5% voor de eerste € 5 miljoen van ons financieringstekort en van 5% voor het meerdere. Dit laatste percentage is in de kadernota 2014 verlaagd naar 4,5%. Het renterisico in onze begroting is hierdoor minimaal te noemen. Onze ervaring met deze in 2008 genomen maatregel is positief. Aan het eind van deze paragraaf wordt bij onderdeel 4. uiteengezet dat in de tweede helft van 2013 is geconsolideerd: kort geld wordt omgezet in lang geld.

Stopzetten geplande uitzetting van budgetten (in 2009) Als gevolg van de eind 2008 ontstane economische crisis zijn in onze voorjaarsnota 2009 direct maatregelen genomen om uitzetting van budgetten in onze meerjarenbegroting terug te draaien. Een voorbeeld hiervan is het (tijdelijk) stopzetten van extra budget voor vastgoed (wegen, groen, gebouwen, begraafplaatsen). Door deze maatregel kwam onze meerjarenbegroting minder onder financiële druk te staan. Om toch grip te houden op meer of minder budget voor vastgoed is nadien in de meerjarenbegroting een budget voor herstel korting vastgoed opgevoerd. Hierdoor kan in de komende jaren regulerend (knoppen draaien) op dit onderdeel worden gestuurd afhankelijk van financieel goede of financieel minder goede jaren.

Bezuinigingsopdracht (in 2010) In 2010 is bij het opstellen van de begroting 2011 door de raad een bezuinigingsopdracht aan het college verstrekt van totaal € 5 miljoen voor de jaren 2011 t/m 2015. De opdracht is opgedeeld in een jaarlijks structureel te bezuinigen bedrag van € 1 miljoen. In deze begroting vindt de invulling plaats van de vierde tranche van € 1 miljoen. Onze ervaring met deze bezuinigingsopdracht voor een langere periode is positief. Door de opdracht voor 5 jaar te verstrekken kan ook jaarlijks meer worden geprofiteerd van in eerdere jaren opgedane ervaringen. Wel wordt er rekening mee gehouden dat invulling van de bezuinigingsopdracht voor vervolgjaren steeds meer moeite gaat kosten en er ook een grotere kans is dat invulling van de opdracht meer voorzieningen gaan raken. Wel hebben wij de indruk dat burgers meer begrip krijgen voor de moeilijke financiële tijden waarin gemeenten verkeren. Aan het eind van deze paragraaf wordt bij onderdeel 4. uiteengezet dat een nieuwe bezuinigingsopdracht na 2015 wordt voorgesteld.

Reservering verwachte korting gemeentefonds van € 600.000 per jaar (2010) In 2010 werd duidelijk dat gemeenten zich de komende jaren moesten voorbereiden op aanzienlijke kortingen op de jaarlijkse accressen (toevoegingen) van het gemeentefonds. Door onze gemeente is hierop geanticipeerd door voor alle jaarschijven van onze meerjarenbegroting een reservering te ramen van € 600.000 per jaar voor een verwachte accreskorting. Cumulatief is dit voor vier jaar een bedrag van € 2,4 miljoen. Nadien is besloten deze reservering ook te bestemmen voor opvang van financiële nadelen als gevolg van de door het Rijk voorgestelde decentralisaties. Dat een reserveringsbedrag van € 600.000 per jaar geen overbodige luxe is bewijst de uitkering gemeentefonds 2013. In de junicirculaire 2012 heeft het Rijk t.o.v. de septembercirculaire 2011 het accres voor 2012 voor onze gemeente gekort met € 340.000 en het accres voor 2013 met € 285.000. Samen is dit een structureel kortingsbedrag van € 625.000. Ondanks de reservering van € 600.000 voor 2013 is dus toch nog sprake van een overschrijding van € 25.000.

Programmabegroting 2014 54

Ditzelfde feit doet zich voor als de accressen van de junicirculaire van 2012 worden vergeleken met de accressen van de meicirculaire 2013. Deze vallen voor de periode t/m 2017 zodanig nadelig uit dat bijna de volledige reserveringen van € 600.000 per jaar aangewend moeten worden voor dekking van een lagere uitkering. Onze ervaring met deze in 2010 genomen maatregel is positief. Omdat nu reeds bekend is dat het bedrag van € 600.000 per jaar voor de komende jaren volledig nodig is, wordt bij onderdeel 4 nader toegelicht hoe hiermee voor de komende jaren wordt omgegaan.

Personeelskosten niet meer activeren (in 2012) Tot en met 2011 werd een deel van de personeelskosten toegerekend aan de investeringen. Vanaf de begroting 2012 worden alle personeelskosten aan de exploitatie toegerekend. Voordeel van deze wijziging is o.a. dat een besparing op formatie ook direct voor de volle 100% doorwerkt. Onze ervaring met deze voor de begroting 2012 genomen maatregel is positief.

3. Ingezet toekomstig financieel beleid

Exploitatiebudget voor nieuw beleid (2012) In de begroting 2012 is voor het eerst in de exploitatie een structureel budget geraamd voor incidenteel nieuw beleid. Voor 2012 werden de uitgaven voor incidenteel nieuw beleid gefinancierd vanuit de vrije reserve. Deze verandering betekent een verdere versterking van ons financieel fundament omdat de incidentele (nieuwe) uitgaven niet meer ten laste komen van de reserves. In de kadernota 2013 is toegelicht hoe dit jaarlijks beschikbaar budget kan groeien van € 500.000 in 2012 naar ca. € 1 miljoen in 2016. Door deze wijziging staat onze vrije reserve minder onder druk. Alle uitgaven voor nieuw beleid kunnen nu namelijk bijna geheel vanuit de exploitatie worden betaald. Onze ervaring met deze in 2012 genomen maatregel is nog steeds positief.

Verdere ophoging van budget nieuw beleid blijft nodig. De komende jaren zullen voor bijna alle gemeenten in Nederland financieel niet de gemakkelijkste jaren worden. Het Rijk staat voor de taak al dan niet gefaseerd het begrotingstekort en de staatschuld van ons land terug te dringen. De lagere overheden en dus ook onze gemeente zullen hierin evenredig een bijdrage moeten leveren. Dit alles om de Emu-tekorten (lees gezamenlijke overheidstekorten) verder terug te dringen. Een verdere ophoging van het jaarlijks beschikbaar budget voor nieuw beleid is geen overbodige luxe gezien de brede aanwendingsmogelijkheden die in principe elk jaar mogelijk zijn vanuit de exploitatie zoals voor: - het dekken van een begrotingstekort en/of tekort meerjarenbegroting; - het dekken van een tekort van een jaarrekening; - het honoreren van (tussentijdse) Dpl-voorstellen; - het ophogen van te lage reserves en of voorzieningen; - het afboeken van restant boekwaarden als gevolg van verkoop, sloop e.d.; - het kunnen honoreren van tijdelijke knelpunten; - het compenseren van (tijdelijke) lasten als gevolg van strategische aankopen; - het compenseren van nog niet gerealiseerde taakstellingen. Onze ervaring met deze vanaf 2012 genomen maatregel is nog steeds positief. Wij zijn hierdoor bijv. in staat om het geraamd gemeentelijk aandeel van € 2 miljoen voor het project Borger-centrum in een periode van 4 jaar geheel ten laste van deze post te brengen. In de kadernota van 2014 is hiertoe besloten.

Financieel beleid met betrekking tot toekomstige investeringen Wij voorzien dat voor komende jaren verantwoord investeren steeds meer zal inhouden: stapsgewijs investeren (bijv. elk jaar een deel). Door het jaarlijks beschikbaar hebben van een groeiend budget voor incidenteel nieuw beleid zal ons financieel beleid hier ook steeds beter voor zijn uitgerust. Voor een investering (met maatschappelijk nut) kan dus ook elk jaar een deel ten laste van het budget nieuw beleid worden gebracht.

Programmabegroting 2014 55

De investering behoeft dan niet te worden geactiveerd en het is dan ook niet meer nodig hiervoor een geldlening aan te trekken. Een aanvullend voordeel van dit nieuw financieel beleid is dat dan van extra rentelasten ook geen sprake meer is omdat betaling en dekking dan plaatsvindt vanuit de exploitatie. Onze ervaring met deze vanaf 2012 genomen maatregel is nog steeds positief.

4. Nieuwe maatregelen

Nieuwe bezuinigingsopdracht De huidige bezuinigingsopdracht van totaal € 5 miljoen in 5 jaar loopt af in 2015. Onze nieuwe meerjarenbegroting geeft aan dat op basis van huidige inzichten voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zonder aanvullende maatregelen financiële tekorten ontstaan. Een maatregel in de vorm van een nieuwe bezuinigingsopdracht is onvermijdelijk. Gezien onze positieve ervaringen van een spreiding van een dergelijke opdracht over meerdere jaren is een nieuwe opdracht voor eveneens meerdere jaren logisch. Als eindjaar wordt uitgegaan van de laatste jaarschijf van de meerjarenbegroting (2018). Het jaarlijks te bezuinigen bedrag zouden wij conform de vorige opdracht niet afhankelijk willen stellen van een geraamd exact tekortbedrag omdat een tekort steeds een momentopname is. Uitgegaan is van een bedrag van € 500.000 per jaar waardoor de jaarschijf 2016 er € 500.000 voordeliger uit zal zien, de jaarschijf 2017 € 1 miljoen en de jaarschijf 2018 € 1,5 miljoen.

Omzetten kort geld in lang geld. Het dieptepunt voor de rente voor kortgeld (< 1 jaar) lijkt bereikt. De rente is zo laag lager kan in feite niet meer. Dan resteren nog slechts twee mogelijkheden: of de rente blijft gelijk of de rente stijgt. De rente voor geldleningen voor 1 jaar en langer lijkt nu structureel hoger te worden. De kans is groot dat ook de rente voor kort geld in Nederland gaat stijgen. Omdat ons financieringstekort jaarlijks nog blijft oplopen is het tijd om maatregelen te nemen: kort geld om te zetten in lang geld. Begin september 2013 heeft een omzetting plaatsgevonden van een totaalbedrag van € 15.000.000.

(nieuwe) Reservering gemeentefonds Al eerder is vermeld dat de raming in onze meerjarenbegroting van € 600.000 per jaar als buffer voor mogelijke kortingen van het accres gemeentefonds en/of decentralisaties in de nieuwe meerjarenbegroting 2015-2018 door aanvullende rijksbezuinigingen moest worden aangewend. Dit betekent dat voor aanvullende kortingen op het accres na de septembercirculaire 2013 deze buffer niet meer als reservering beschikbaar is en ook niet voor eventuele nadelen als gevolg van de decentralisaties. Wij vinden een raming van een nieuwe reservering op dit moment niet wenselijk omdat de nieuwe accressen t/m 2018 al een negatief verloop hebben. Een nog negatiever scenario zal te veel druk op onze begroting leggen. Dit te meer nu ook een nieuwe bezuinigingsopdracht voor de periode 2016 t/m 2018 wordt voorgesteld. In de volgende kadernota zal dit onderdeel opnieuw worden geëvalueerd.

Programmabegroting 2014 56

hoofdstuk III.5 E FINANCIERING, EMU-SALDO

Algemeen De Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) bevat kaders voor de uitvoering van de financieringsfunctie door de decentrale overheden. De belangrijkste uitgangspunten van de wet Fido zijn het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid en het beheersen van renterisico’s. Verder heeft de wet een macrobudgettaire doelstelling. Deze doelstelling houdt in het beheersen van het zogenaamde EMU-tekort van 3% van het Bbp. Een berekening van ons aandeel treft u aan het eind van deze paragraaf aan.

Gemeentefinanciering Geldleningen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. De financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) en de exploitatieruimte te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn uitsluitend onderhandse leningen (geldleningen waarbij rechtstreeks contact bestaat tussen geldgever en geldnemer). Bij het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening worden minimaal twee offertes gevraagd.

Financieringsomvang Gemeenten hebben meestal structureel een financieringsbehoefte. Dit houdt verband met het, volgens de boekhoudvoorschriften voorgeschreven, stelsel van baten en lasten. Volgens dit stelsel worden de lasten gespreid over de jaren waarin de investering wordt afgeschreven. Het is van belang dat de lasten en de baten hierbij in evenwicht zijn. Gelijktijdig leidt dit voor gemeenten tot de noodzaak om investeringen te financieren. Zoals hierboven is aangeven houdt de financieringsomvang hoofdzakelijk verband met de hoogte van de totale kapitaalschuld. Het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de financieringsmiddelen wordt in onderstaande tabel zichtbaar gemaakt. tabel 29

Financieringspositie per 1 januari begroot 2013 begroot 2014

Boekwaarde geactiveerde investeringen 54.688.648 55.086.888 Reserves 21.570.351 21.524.358 Voorzieningen 1.585.339 1.643.485 Geldleningen 21.248.232 32.906.137 Totaal financieringsmiddelen 44.403.922 56.073.980

Financieringstekort (+) / -overschot (-/-) 10.284.726 -987.092

Mutatie 2013/2014 en invloed grondexploitatie op financieringspositie Uit de tabel blijkt, dat het financieringstekort 2013 van ruim € 10 miljoen is omgeslagen in een overschot van afgerond € 1 miljoen. Oorzaak van deze mutatie is vooral het feit dat in 2013 vaste geldleningen zijn aangetrokken. Aanvullend is in 2013 afgelost op geldleningen, afgeschreven op boekwaarden en is in 2013 geïnvesteerd. Omdat de grondexploitatie volgens de voorschriften onder de voorraden wordt geadministreerd en de boekwaarde van het grondbedrijf niet in deze opzet wordt betrokken, is in werkelijkheid geen sprake van een financieringsoverschot, maar van een financieringstekort. Dit tekort wordt door de gemeente gefinancieerd in rekening courant krediet en aanvullend met kort geld/kasgeld.

Programmabegroting 2014 57

Schatkistbankieren Het verplicht schatkistbankieren houdt in, dat overtollige geldmiddelen van een gemeente als gevolg van een financieringsoverschot, rentedragend door het Rijk worden afgeroomd. Invoering van schatkistbankieren is voorzien uiterlijk eind 2013. Ons financieringsbeleid is tot dusverre zodanig dat in onze situatie niet of nauwelijks sprake zal zijn van afroming door het rijk van overtollige geldmiddelen omdat, met inbegrip van de grondexploitatie, bij ons sprake is van een financieringstekort.

Kasgeldlimiet Een belangrijk uitgangspunt van de wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan kortlopende financiering is in de wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet is formeel begrensd op 8,5% van de totale lasten. Voor 2014 bedraagt ons kasgeldlimiet € 4.650.000 (8,5% van € 54,7 miljoen). Per 1 januari 2014 is, excl. het grondbedrijf, conform tabel 29 een financieringsoverschot berekend van afgerond € 1 miljoen. Formeel is dus geen sprake meer van overschrijding van de kasgeldlimiet.

Renteontwikkeling / rentevisie Als gevolg van de (mondiale) financiële crisis vanaf 2008 is de rente op de kapitaal- en geldmarkt de laatste jaren sterk verlaagd. Dit geldt dus zowel voor de korte- als de lange rente en vooral in de economisch sterkere Noord- en West-Europese landen. Vanaf medio 2013 lijkt sprake te zijn van een (structureel) oplopende rente. Een mogelijk voorteken dat het dieptepunt van de crisis achter ons ligt en economisch herstel nadert. Als op basis hiervan het vertrouwen om te investeren terug komt ligt een verdere renteverhoging voor de hand. Voor ons was dit aanleiding om begin september voor een bedrag van € 15 miljoen te consolideren (d.w.z. kort geld omzetten in vaste geldleningen). Omdat jaarlijks nog wordt geïnvesteerd in o.a. riolering, groot onderhoud en vervoermiddelen zal jaarlijks sprake zijn van een (her)financieringsbehoefte. Hierdoor kunnen wij periodiek blijven afwegen of deze (nieuwe) behoefte het beste met kort- of lang geld kan worden ingevuld.

Gehanteerde rentepercentages Conform de kaderstelling door de raad worden in de begroting de volgende rentepercentages gehanteerd. tabel 30

Omschrijving Percentage Rente kort geld (voor de eerste € 5 miljoen financieringstekort) 3,5 Rente kort geld (voor het financieringstekort > € 5 miljoen) 4,5 Rente lang geld 5,0 Rente uitgezette middelen 2,0 Rentetoevoeging bestemmingsreserves 2,5 Omslagpercentage kapitaallasten *) 5,0

*) Het verschil tussen de rekenrente voor kapitaallasten en de werkelijke rentelasten komt tot uitdrukking in het saldo van de financieringsfunctie.

Renterisico / renterisiconorm Gemeenten moeten rapporteren over het renterisico dat zij over de vaste schuld lopen. Hiervoor heeft het Rijk een norm vastgesteld. Het doel van deze norm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de organisatie. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal en stelt dat per jaar maximaal 20% van het begrotingsaldo in aanmerking mag komen voor herfinanciering of renteherziening. De berekening van het renterisico op de vaste schuld vindt plaats volgens een wettelijk voorgeschreven model.

Programmabegroting 2014 58

Renterisiconorm op vaste schuld (bedragen x € 1.000) tabel 31

Renterisico op vaste schuld 2013 2014 2015 2016 2017 1 Renterisico op vaste schuld: 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 907 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening (1a-1b) 0 907 0 0 0 3 Vaste schuld/verstrekte leningen: 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 15.000 3b Nieuwe verstrekte langlopende leningen 4 Netto nieuw aangetr. vaste schuld (3a-3b) 15.000 0 0 0 0 5 Betaalde aflossingen 3.342 7.736 5.413 4.241 3.491 6 Herfinanciering (laagste 4 en 5) 3.342 0 0 0 0 7 Renterisico op vaste schuld (2+6) 3.342 907 0 0 0 Renterisiconorm: 8 Begrotingstotaal 53.028 54.746 53.858 54.528 55.236 9 Het normpercentage 20% 20% 20% 20% 20% 10 Renterisico op vaste schuld (8x9) 10.606 10.949 10.772 10.906 11.047 Toetsing renterisiconorm: Renterisiconorm (10) 10.606 10.949 10.772 10.906 11.047 Renterisico op vaste schuld (7) 3.342 907 0 0 0 11 Ruimte (10-7) 7.264 10.042 10.772 10.906 11.047

Uit deze tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld tot en met 2017 binnen de wettelijk gestelde normen blijft en dat dit niet leidt tot een verhoogd risico.

Leningen portefeuille In onderstaand overzicht geven wij de mutaties in de leningenportefeuille weer. tabel 32

Bedrag Gemiddelde Invloed op gem. Omschrijving x € 1.000 rente rente Stand 1 januari 2014 32.906 2,60 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen 7.736 0,20 Vervroegde aflossingen Stand per 31 december 2014 25.170

Verstrekte leningen De verstrekte langlopende leningen betreffen voornamelijk leningen, verstrekt aan de Bng (belegging verkoopopbrengsten aandelen Bouwfonds), aan (welzijns)instellingen die een publiek belang behartigen en aan ambtenaren (op basis van vastgestelde arbeidsvoorwaarden). Het risico dat de gemeente bij de uitstaande geldleningen loopt, kan als minimaal worden beschouwd. Hieronder de verstrekte geldleningen (x € 1.000). tabel 33

2013 2014 Risicogroep Restant % Restant % Overheidsbanken (SVN: nr. 322.000) 1.365 45,20 1.373 46,96 Overige (nr.'s 330.000 / 330.999) 1.655 54,80 1.551 53,04 Totaal financieringsmiddelen 3.020 100 2.924 100

Programmabegroting 2014 59

Kasbeheer Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd via de Bng. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet in rekening courant. Bij het uitzetten van gelden zijn dit daggeld, rekening courant en deposito’s. De gemeentelijke kaspositie is dagelijks aan schommelingen onderhevig. Om de saldi optimaal te beheren wordt gebruik gemaakt van het pakket van de Bng. Op basis van dit arrangement trekt de bank voor de gemeente daggelden aan bij een schuld in rekening courant en zet de bank daggeld uit bij een tegoed in rekening courant. Het voordeel hiervan is dat de tarieven van daggeld gunstiger zijn dan de tarieven voor rekening courant.

EMU saldo / Wet Hof In april 2013 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel wet Hof (houdbare overheidsfinanciën). Deze wet stelt, dat de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese doelstellingen van de begroting. De tekortnorm waarvan sprake is in de wet Hof is in het bestuursakkoord van januari 2013 voor de gezamenlijke medeoverheden bepaald op maximaal 0,5% van het Bbp gedurende de periode 2013 t/m 2015. Eind 2015 volgt een evaluatie aan de hand waarvan wordt bezien of de beoogde tekortnorm voor de jaren 2016 (-0,4% Bbp) en 2017 (-0,3% Bbp) verantwoord en mogelijk is. tabel 34

Berekenening Emu Saldo ( x € 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 1 Exploitatiesaldo voor mutaties reserves. + -100 -98 409 515 624 (-/- = saldo nadelig) 2 Afschrijvingen t.l.v. exploitatie + 2.459 2.113 2.085 2.068 2.127 3 Bruto dotaties aan de post voorziening + 91 91 91 91 91 4 Uitgaven aan investeringen in materiële - 882 500 500 500 500 vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Ontvangsten van rijk, provincies, EU en + overigen, die niet via de balans lopen 6a Ontvangsten uit desinvesteringen in vaste + activa tegen verkoopprijs 6b De daarin te verwachten boekwinsten - 7 Uitgaven aankoop grond, bouw-, woonrijp - 210 20 50 259 1.087 maken e.d. 8a Ontvangsten uit verkoop grond (tegen + 560 422 845 333 956 verkoopprijs) 8b De daarin te verwachten boekwinsten - 9 Betalingen ten laste van de voorzieningen - 10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, - maar rechtstreeks t.l.v. de reserves worden gebracht en die niet onder een van de andere posten vallen 11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en - aandelen Ruimte (10-7) 1.918 2.008 2.880 2.248 2.211

Toelichting De posten met een "+" verkleinen het Emu-tekort.

Programmabegroting 2014 60

hoofdstuk III.6 F BEDRIJFSVOERING

Algemeen

Met de term bedrijfsvoering wordt bedoeld de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in een organisatie. Van dit begrip zijn talrijke definities in omloop. De kern ervan is dat het de aansturing van de organisatie betreft, zoals die onderscheiden kan worden van de feitelijk uitvoering (het daadwerkelijk maken van producten en het verlenen van diensten) en van het bepalen van beleid (keuzes maken over wat wel en wat niet te doen). Op hoofdlijnen zijn onze accenten in de volgende jaren de volgende: A. De organisatie nog beter inrichten om de complexiteit van de vraagstukken in de samenleving intern integraal en goed afgestemd te kunnen aanpakken; B. De voorbereiding op de grote nieuwe taken die naar de gemeente toekomen, inclusief positiebepaling van onze rol als gemeente; C. De efficiency van de organisatie blijven vergroten, o.a. door verdergaande digitalisering van de werkprocessen; D. Verder werken aan de invoering van ons dienstverleningsconcept.

Personeel & Organisatie

Organisatieontwikkeling Wij zullen de komende jaren de gemeentelijke organisatie binnen de hoofdstructuur van de organisatie doorontwikkelen. Met de organisatieontwikkeling beogen wij de gemeentelijke organisatie dusdanig in te richten dat de dienstverlening naar de burger optimaal verloopt en dat het werk zo efficiënt mogelijk wordt gedaan. We zullen hierbij sturen op een integrale aanpak. Integraal kan slaan op het verband tussen beleid en uitvoering binnen een werkgebied, maar ook op de verbanden tussen uiteenlopende werkgebieden. In ons geval kiezen we er bewust voor deze laatste verbanden te gebruiken om het werk te organiseren. Juist, omdat de afstemming tussen werkterreinen moeilijker is en minder natuurlijk plaats vindt dan tussen beleid en uitvoering binnen een werkterrein. De herinrichting van onze backoffice is hierbij een logisch gevolg.

Samenwerking De lange termijnvisie richt zich primair op samenwerking in Zuidoost Drenthe verband met Emmen en Coevorden (Boce), met inachtneming van de lessen die we hebben kunnen trekken uit de evaluatie in 2012 van de eerste jaren van samenwerking in het "Gastheermodel". Daarnaast worden andere samenwerkingsverbanden niet uitgesloten. Natuurlijk hebben we ook te maken met andere ontwikkelingen op samenwerkingsgebied, vaak voorgeschreven door het Rijk. Dit geldt zowel voor de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (Rud) en de Veiligheidsregio Drenthe (Vrd). Bij zowel de Rud als bij de Vrd zal het nodig zijn, om de capaciteit of in huis te hebben of te organiseren, om voor deze organisaties de rol van opdrachtgever goed in te vullen, door kaders te stellen, resultaten af te spreken die behaald moeten worden en de uitvoering daarop te monitoren.

Personeel Wij willen kwalitatief goed toegerust personeel, een goede werkomgeving, goed werkgeverschap en een prettige werksfeer. Wij verwachten een flexibele houding van de medewerker. Waar de aard van de werkzaamheden het toe staat, bieden wij medewerkers ook de mogelijkheid van telewerken. Een eigentijds leeftijdsbewust personeelsbeleid wordt als onderdeel van de strategische personeelsplanning verder vorm gegeven. Wij besteden in 2014 extra aandacht aan opleidingen en trainingen en hebben oog voor Arbo en gezondheid met als doel het ziekteverzuim terug te brengen.

Programmabegroting 2014 61

Rechtspositie Sinds 1 januari 2013 is de looptijd van de huidige Caovoor de sector Gemeenten verstreken. Onderhandelingen over een nieuwe Cao zijn gaande maar verlopen moeizaam. Wij houden rekening met een zeer bescheiden Cao ontwikkeling van 1,5% over de jaren 2013 en 2014 samen.

Volumeafspraak bedrijfsvoering In 2012 is met uw raad een meerjarige volumeafspraak gemaakt over de omvang van de bedrijfsvoeringbudgetten. Voor de periode 2012-2015 is hierbij een bezuinigingstaakstelling van totaal € 1 miljoen euro afgesproken. Het ambtelijk management heeft zich eraan verbonden om binnen dat volume zorg te dragen voor verbetering van de kwaliteit en doorgroei naar nog meer doelmatigheid en efficiency in de organisatie.

Huisvesting Onze huisvestingsconcept sluit aan bij ons huidige organisatiemodel en het biedt de mogelijkheid van plaats- en tijdonafhankelijk werken. Komt er als gevolg van het organisatie ontwikkelingsproces en of het nieuwe huisvestingsconcept meer kantoorruimte vrij, dan hebben wij als doelstelling vrijkomende ruimte te verhuren. Voor de komende periode is het wenselijk om de centrale hal van het gemeentehuis in te richten aan het nieuwe dienstverleningsconcept.

Informatisering & Automatisering

In 2012 is het huidige Informatisering Meerjaren Ontwikkelplan (iMop) 2011-2015 vastgesteld. In dit plan wordt vooruit gekeken naar de ontwikkelingen voor de komende 4 jaar. De belangrijkste verandering vindt plaats door de focus van het I&A beleid (sterker) te richten op de verbetering van de bedrijfsprocessen en minder op de techniek. De bedrijfsprocessen worden (opnieuw) ingericht naar de principes van zaak- en klantgericht werken. Om deze ontwikkelingen goed te integreren wordt nauw samengewerkt in Boce en Dimpact verband.

Naast de "eigen" belangen van goede Ict systemen, worden ook vanuit de rijksoverheid meer verplichtingen opgelegd. Hiervoor is tot 2011 het Nationaal Uitvoeringsprogramma (Nup) als leidraad gebruikt. Dit programma is in het voorjaar van 2011 vervangen door de opvolger, de i-Nup. Hierbij staat de i voor implementatie, hetgeen betekent dat het programma zich richt op het gaan gebruiken van de voorzieningen die met de Nup zijn ontwikkeld. Hiermee heeft de i-Nup ook meer gevolgen voor dienstverlening en bedrijfsvoering en moet het er toe leiden dat uiteindelijk de vruchten van de investeringen worden geplukt. Voor 2014 zijn de voornaamste projecten en actiepunten: • doorontwikkelen van zaakgericht werken; • opbouw en inrichten van basisregistratie grootschalige topografie (Bgt); • modernisering gemeentelijke basisadministratie (mGba); • aansluiten op de landelijke berichtenbox “MijnOverheid”; • informatievoorziening sociaal domein; • doorontwikkelen managementinformatie; • synchronisatie applicaties Boce (3 e fase A-integratie); • standaardisatie en lean maken van processen en systemen. Door de raad zijn bij de kadernota 2013 middelen vrij gemaakt om uitvoering te kunnen geven aan de iMop en i-Nup verplichtingen.

Wij zullen uw raad op de gebruikelijke wijze rapporteren en op gezette tijden informeren over de ontwikkelingen binnen de bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014 62

hoofdstuk III.7 G VERBONDEN PARTIJEN

Kader Het takenpakket van gemeenten wordt niet altijd door de eigen ambtelijke organisatie uitgevoerd, maar ook door andere organisaties: een verbonden partijen. In de definitie van een verbonden partij gaat het om én een bestuurlijk én een financieel belang. Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij. De verbonden partijen hebben en privaatrechtelijk karakter (Nv, Bv, stichting, vereniging) of een publiekrechtelijk karakter (gemeenschappelijke regeling op basis van de Wgr).

Overzicht Hierna zijn de verbonden partijen aangegeven. Nieuw in de lijst is de Rud (Regionale uitvoeringsdienst). Per verbondenpartij zijn de gemeentelijke doelstelling, de bestuurlijke vertegenwoordiging en bedragen in de begroting 2014 vermeld. Voor de beleidsvoornemens op het werkterrein van de diverse verbonden partijen wordt verwezen naar de betreffende programma's. tabel 35

bestuurlijk financieel Verbonden partij doelstelling belang belang Programma 1 Cittaslow Tot de top behoren op het gebied Burgemeester gemeente: Nederland van leefomgeving, landschap, M.L.J. Out is € 5.000 streekproducten, gastvrijheid, vice-president milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit (internationale keurmerk). P-10 Krachtenbundeling om gezamenlijk Burgemeester gemeente: steviger gesprekspartner te kunnen M.L.J. Out en € 7.000 zijn bij het behartigen van de Wethouder specifieke belangen die uit de J.J. Bruintjes gemeenteopbouw voortvloeien. zijn lid AB. Gr Edr (Eems Aandacht vestigen bij de bevoegde Wethouder gemeente: Dollar regio) instanties op de gemeenschappelijke J.J. Bruintjes is € 2.933 belangen op het gebied van lid DB. ruimtelijke ordening, infrastructuur, bevordering van de regionale economie, cultuur e.d. Gr Betreft een samenvoeging van de Burgemeester verb.partij: Veiligheidsregio Regionale Brandweer Drenthe en de M.L.J. Out is lid € 25.132.320 Drenthe (Vrd) Geneeskundige Hulp bij Ongevallen AB. gemeente: en Rampen. Alle activiteiten richten € 1.126.381 zich op het vergroten van de veiligheid van de inwoners van Drenthe. Vdg (Vereniging Het bieden van een platform aan de Wethouder verb.partij: van Drentse leden voor communicatie en J.J. Bruintjes is € 149.415 gemeenten) afstemming. lid AB. gemeente: € 7.829

Programmabegroting 2014 63

bestuurlijk financieel Verbonden partij doelstelling belang belang Programma 3 Nv Wmd Zorg voor de kwaliteit van het drink- Gemeente heeft gemeente: (Waterleidingmaa en oppervlaktewater. 55 aandelen € 0 t-schappij Drenthe) Gr Recreatieschap Voldoende (openlucht) recreatie Wethouder verb.partij: Drenthe mogelijkheden voor eigen bevolking J.F.A. Alberts is € 936.703 Incl. Stichting en toeristen. Reguliere bijdrage / lid AB. gemeente: Recreatievoorz. fonds recreatie & toerisme. € 78.082 Programma 6 Gr Emco (Emmen, Uitvoeren Wsw voor mensen met Wethouder verb.partij: Coevorden, een arbeidshandicap of een grote J.F.A. Alberts is € 1.392.000 Odoorn) afstand tot de arbeidsmarkt. lid DB/AB gemeente: Wethouder W.C. € 140.000 Luchjenbroers is plv. lid DB/AB Gr Wedeka Uitvoeren Wsw voor mensen met Wethouder verb.partij: (Werkvoorziening een arbeidshandicap of een grote J.F.A. Alberts is € 2.035.000 -schap de afstand tot de arbeidsmarkt. lid DB/AB. gemeente: Kanaalstreek) Wethouder W.C. € 95.645 Luchjenbroers is plv. lid DB/AB Programma 7 Gr Ggd Bevorderen en beschermen van de Wethouder verb.partij: (Gemeenschappe- gezondheid van de inwoners. J.F.A. Alberts is € 8.485.000 lijke gezondheids- lid AB. gemeente: dienst) € 442.940 Stichting Esgeva / Tariefafspraken over ingezameld gemeente: Stivam bedrijfs- en huishoudelijk afval. € 4.000 Gr Rud (Regionale Verbetering van de kwaliteit en de Burgemeester Uitvoeringsdienst) professionaliteit van het toezicht, de M.L.J. Out is lid bedrijfs- handhaving, de vergunningverlening AB. voering en de samenwerking binnen het omgevingsrecht. Programma 8 Agenda voor de Bundeling van krachten voor de Burgemeester verb.partij: Veenkoloniën ontwikkeling van het veenkoloniaal M.L.J. Out is lid € 300.000 gebied. stuurgroep gemeente: € 10.000 Algemeen Nv Bng (Bank Gespecialiseerde financiële Gemeente heeft gemeente: Nederlandse dienstverlening. Zo laag mogelijke 80.340 € 0 gemeenten) kosten maatschappelijke aandelen voorzieningen. Bv Ban Aanvullen of opfrissen van kennis, gemeente: Personeelsdienst vaardigheden en inzichten. € 3.733 (Bestuursacademi e Nederland) Stichting Gbkn Instandhouding / actueel houden Wethouder gemeente: Groningen / van topografische basiskaart. J.F.A. Alberts is € 20.880 Drenthe bestuurslid (Grootschalige basiskaart Nederland)

Programmabegroting 2014 64

bestuurlijk financieel Verbonden partij doelstelling belang belang Algemeen Dimpact (Cv) Organiseren van samenwerking voor gemeente: het laten ontwikkelen van een € 114.415 oplossing voor gemeentelijke multi- channel dienstverlening.

Invloed en risico's In de ideale situatie is er grip op sturen (beleidskaders en meerjarenplannen), beheersen (control-maatregelen), toezien (realiseren van doelen) en verantwoorden (informatieverschaffing). De gemeentelijke invloed op de besluitvorming binnen de - vaak nog monistisch ingerichte – gemeenschappelijke regelingen is dan duidelijk.

Programmabegroting 2014 65

hoofdstuk III.8 H GRONDBELEID

Algemeen In de paragraaf grondbeleid wordt de raad jaarlijks geïnformeerd over: - de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; - de te verwachten resultaten (actuele prognose); - de onderbouwing van de geraamde winstneming; - de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Grondbeleid De economische crisis blijft voortduren en de financiële effecten daarvan zijn ook in Borger- Odoorn voelbaar. De markt staat onder druk en woningplannen moeten verder worden opgeschort. Alle mogelijke maatregelen worden genomen om de financiële tegenvallers te beperken. Hierbij wordt telkens gezocht naar alternatieve mogelijkheden. Er wordt niet meer gekozen voor een actief grondbeleid, tenzij de belangen zo groot zijn dat een uitzondering moet worden gemaakt. Immers het bereiken van sommige gemeentelijke doelstellingen blijft afhankelijk van grondposities. Deze situationele benadering is destijds al grotendeels vastgelegd in de notitie grondbeleid 2010. In de actualisering van de genoemde notitie (die naar verwachting in het voorjaar van 2014 aan uw raad zal worden voorgelegd) worden alle aspecten (beleid en financiën) van het gemeentelijk grondbeleid geëvalueerd en toegelicht.

Stand van zaken bestemmingsplannen / kaveluitgifte In alle bestemmingsplannen stagneert de verkoop van bouwkavels. Er wordt voortdurend gezocht naar mogelijkheden om de verkoop de stimuleren. Zo zijn per 1 januari 2013 de kavelprijzen voor woningbouw verlaagd en ook tijdens de startersmanifestatie (Drents Woningmarktoffensief) is een speciale verkoopactie gevoerd. Verder lopen nu in het bestemmingsplan Daalkampen (samen met ontwikkelaars) projecten tot de bouw van betaalbare (starters) woningen. Tot dusver leveren de in uitvoering zijnde plannen in hun totaliteit een positief eindresultaat op. Op dit moment zijn er elf plannen in exploitatie, waarvan drie met een verwacht negatief eindresultaat en zeven bestemmingsplannen in voorbereiding. In het grondbedrijf zijn verder nog opgenomen de cultuurgronden en overige gronden (Daalkampen-IV te Borger).

Drentse Horn Alleen waar het gaat om de exploitatie van het deelplan Nieuw Veenlanden-I te Nieuw-Buinen wordt de samenwerking met Stadskanaal en De Monden B.V. / Lefier gecontinueerd. Tot dusver zijn in dit plan 56 kavels verkocht. De bestemmingsplanprocedure Nieuw Veenlanden-I Herziening is afgerond. Ook in dit plan zal het aanmerkelijk langer duren alvorens alle resterende kavels zijn verkocht.

Bedrijventerreinen Doelstelling van bedrijventerreinen is (in eerste instantie) om plaatselijke ondernemers de mogelijkheid te bieden zich hier te vestigen of uit te breiden. In 2013 is tot dusver 4.356 m² verkocht op het bedrijventerrein Noorderkijl-II in 2e Exloërmond. Verder is er momenteel een optie verstrekt op een kavel op het bedrijventerrein Aan de Strengen te Borger. Door de omlegging van de Rolderstraat is de ligging en de bereikbaarheid van het terrein verbeterd. Ook is onlangs de verkaveling van de terreinen aan de zuidzijde (Schoonloërstraat) aangepast in die zin, dat het bedrijfsgedeelte en het woongedeelte in tweeën is gesplitst. Hierdoor is het mogelijk om het voor een dienstwoning bestemde perceelsgedeelte in een later stadium aan te kopen. Het gebied is hierdoor nog aantrekkelijker geworden voor bedrijfsvestiging en de aanpassingen zullen naar onze verwachting van positieve invloed zijn op de verkoop van kavels in de komende jaren.

Programmabegroting 2014 66

Overzicht kaveluitgifte diverse bestemmingsplannen (september 2013) tabel 36

Kavels Kern Plan Totaal Uitgegeven Verkocht Restant Woningbouw in aantallen Valthe De Linden 46 46 46 0 Odoorn Langhieten-II 82 82 81 1 2e Exloërmond Exloërkijl-III 32 32 30 2 Valthermond Plaats 62 33 33 18 15 Buinen Lijnstukken-II 21 19 18 3 Tiekamp-III 19 17 17 2 Borger Daalkampen-II 64 64 25 39 Bedrijventerreinen in m² Borger Aan de Strengen *) 33.955 33.955 2.860 31.095 2e Exloërmond Noorderkijl-II 75.306 75.306 71.646 3.660 Nieuw-Buinen Drentse Poort 96.523 96.523 88.633 7.890

*) in 2013 loopt nog een optie voor 3. 755 m².

Financiële uitgangspunten

Algemeen De in het grondbedrijf opgenomen bestemmingsplannen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: - plannen in exploitatie (zijn bouwrijp, verkoop kavels); - plannen in voorbereiding (worden binnen 10 jaar in exploitatie genomen); - cultuurgronden (strategisch, niet aangekocht voor ontwikkeling); - overige gronden (Als niet binnen afzienbare tijd (10 jaar) wordt gestart met de bouw, dan vallen de plannen onder deze categorie). Uitgangspunt bij het opstarten van een nieuw bestemmingsplan binnen het grondbedrijf is minimaal een sluitende exploitatie. Hiermee wordt bedoeld dat alle kosten, zowel voor bouwkavels als voor de gemeenschapsvoorzieningen (o.a. wegen, riolering, plantsoenen en openbare verlichting), worden gedekt uit de opbrengsten van de te verkopen bouwkavels. Hiervan wordt alleen afgeweken als hiervoor zwaarder wegende argumenten zijn dan de kostendekkendheid (bijv. werkgelegenheid). Voor het verwachte verlies wordt dan een voorziening getroffen.

Bufferreserve Deze reserve dient ter dekking van onvoorzienbare risico’s (conjuncturele- en marktrisico’s). Vooral bij bestemmingsplannen, met een langere looptijd, zijn de risico’s voor de grondexploitatie groot. Door de huidige economische crisis staan looptijden van diverse plannen onder druk en is het van groot belang om ieder jaar de wenselijke hoogte van de bufferreserve opnieuw te bepalen. De bufferreserve wordt, indien noodzakelijk, gevoed door eventuele winstnemingen uit het grondbedrijf en door het jaarlijkse rentevoordeel op het grondbedrijf (zie de kadernota).

Voorzieningen Binnen het grondbedrijf worden voorzieningen opgebouwd voor zowel de plannen in exploitatie, als de plannen in voorbereiding en overige gronden. Conform de voorschriften worden voorzieningen opgebouwd als er sprake is van de volgende situaties: - voor bestemmingsplannen in exploitatie met een verwacht verlies wordt een voorziening getroffen ter hoogte van dit verwacht verlies; - voor bestemmingsplannen in voorbereiding en overige gronden wordt een voorziening getroffen zodra de boekwaarde de marktwaarde overstijgt. Het verschil tussen beide waardes bepaalt de hoogte van de voorziening.

Programmabegroting 2014 67

De voorzieningen worden gevoed door eventuele winstnemingen uit het grondbedrijf en door het jaarlijkse rentevoordeel op het grondbedrijf. Indien in een jaar de benodigde bijboeking op de voorziening hoger is dan de winstneming en het rentevoordeel, dan wordt het restant gedekt uit de bufferreserve.

Winst- en verliesneming grondexploitatie Winst wordt genomen bij het afsluiten van het bestemmingsplan of tussentijds als aan het volgend kader wordt voldaan: "Indien de boekwaarde van het plan positief is en deze tevens hoger is dan € 50.000 wordt winst genomen. De hoogte van de te nemen winst wordt bepaald op het bedrag van de boekwaarde minus de nog te maken kosten en minus het bedrag van de rentecomponent". Door tussentijds winst te nemen wordt getracht de winstneming een meer structurele karakter te geven. Gelet op de huidige economische situatie is het maar zeer de vraag of geraamde winsten worden gehaald. Begrotingstechnisch wordt vooraf geen rekening gehouden met winstnemingen, waardoor de risico’s voor de gemeente minimaal zijn.

Aanwending winsten Winsten uit het grondbedrijf worden volgens onderstaande volgorde ingezet: 1. voor de opbouw van een voorziening voor eventuele verliesgevende plannen; 2. voor de opbouw van een voorziening voor plannen in voorbereiding en overige gronden waar de boekwaarde de marktwaarde overstijgt; 3. voor aanvulling van de bufferreserve tot de gewenste hoogte; 4. voor herstructureringsprojecten tot een bedrag van maximaal € 5.500 per woning *); 5. een restant wordt toegevoegd aan de vrije reserve.

*) Aangezien herstructurering meer is dan een fysieke aanpassing, ook maatschappelijke en welzijnsfactoren komen aan bod, zijn de criteria behorende bij het herstructureringsfonds verruimd. Uitgaven die passen binnen deze doelstelling kunnen ook gedekt worden uit dit fonds. De (wenselijke) hoogte van het fonds moet jaarlijks worden beoordeeld.

Financiële positie De exploitatieopzetten worden jaarlijks geactualiseerd. Op basis van deze opzetten worden de verwachte eindresultaten herberekend. Onderstaand een overzicht van de financiële stand van zaken per 1-1-2013: tabel 37

Omschrijving Bedrag Boekwaarde gronden in exploitatie 3.458.636 Boekwaarde gronden in voorbereiding 6.261.294 Boekwaarde cultuurgronden 656.298 Boekwaarde overige gronden 2.783.233 Totaal 13.159.461

(netto)winstneming per 1-1-2013 50.000 verwachte nettowinst 2013-2030 (7 woningbouwplannen) 2.807.921 verwacht nettoverlies 2013-2030 (3 bedrijventerreinen) * ) 688.053 voorzieningen voor gronden in voorbereiding 2.929.235

stand herstructureringsfonds per 1-1-2013 **) 1.551.000

*) dit verlies is reeds afgedekt middels opgebouwde voorzieningen **) dit bedrag is geoormerkt voor het herstructureringsprojecten Nije Daip te Nieuw-Buinen en Hunzedal te Borger. In 2013 is wederom € 500.000 subsidie ontvangen voor het project Nije Daip.

Op basis van de geactualiseerde exploitatieopzetten wordt door het grondbedrijf over de jaren 2013 t/m 2030 een positief nettoresultaat verwacht van € 2.807.921. Een garantie voor deze berekende verwachte nettowinst kan niet worden gegeven.

Programmabegroting 2014 68

Door de lange looptijd van de meeste grondexploitaties zijn er onzekerheden ten aanzien van de geplande faseringen, het rentepercentage en de te verwachten stijgingen of dalingen van kosten en opbrengsten. Bovengenoemde risico’s kunnen van grote invloed zijn op de winstverwachting van de grondexploitaties. Het is duidelijk dat met name wanneer de financiële resultaten van de grondexploitaties tegenvallen, daarmee ook de financiële positie van de gemeente meer onder druk kan komen te staan.

Solvabiliteit Een goede graadmeter voor de financiële positie van het grondbedrijf is de solvabiliteit. Hierbij wordt bekeken in hoeverre het grondbedrijf in staat is zijn schulden af te lossen bij directe beëindiging van al haar activiteiten. Uitgaande van de situatie per 1 januari 2013 is berekend dat het grondbedrijf solvabel is. Dit houdt in dat de boekwaarde van € 13.159.461 volledig wordt afgedekt door de bufferreserve, de voorzieningen en de waarde van de in het grondbedrijf aanwezige bezittingen. Als gevolg van de huidige economische situatie (afnemende grondverkopen, oplopende rentebijschrijvingen) loopt de solvabiliteit wel verder terug. Om dit effect voor een belangrijk deel te compenseren is besloten bufferreserve ook te voeden met het jaarlijkse netto rentevoordeel van het grondbedrijf. Op grond van bovenstaande wordt verwacht dat het grondbedrijf ook de komende jaren solvabel blijft.

Programmabegroting 2014 69

hoofdstuk III.9 I DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN

Inleiding Onze gemeente is en wordt geconfronteerd met verschuivingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking. De mensen worden ouder en er worden minder kinderen geboren; de zogenaamde ontgroening en dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen (65+) zal in het jaar 2020 naar verwachting zijn gestegen naar 7.000 en het aantal jongeren (tot 20 jaar) daalt naar verwachting naar 4.463. Veel jongeren verhuizen naar de plaatsen waar voldoende werkgelegenheid en betaalbare huisvesting is. Het laatste bekende cijfer van het negatief migratiesaldo bedraagt 44 per jaar. Het vorig cijfer was 80. De genoemde verschuiving in leeftijdsopbouw heeft naast de werkgelegenheid ook vooral gevolgen voor de beleidsvelden onderwijs en wonen, welzijn en zorg.

Ontwikkeling aantal inwoners en leeftijdsgroepen laatste 7 jaar (Cbs: gemeentefonds) tabel 38

Omschr. 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 Inwoners 25.659 25.859 25.941 26.068 26.150 26.201 26.297 waarvan -20 5.634 5.847 5.901 6.021 6.034 6.136 6.193 waarvan 65+ 5.324 5.094 4.856 4.757 4.626 4.472 4.330 Werkelijke aantallen per 1-1

Regionale samenwerking Oost-Drenthe Samen met de gemeenten Aa en Hunze, Coevorden, Emmen en Westerveld en de provincie Drenthe is de regionale Krimpagenda en de Regionale Woonagenda. Aansluitend op deze rapporten is een uitvoeringsagenda opgesteld, die tevens als onderlegger kan dienen voor de uitwerking van Vitaal Platteland. Centraal stond de vraag: Wat is het effect van demografische ontwikkelingen op de thema’s wonen, leefbaarheid, bereikbaarheid en arbeid voor de Oost- Drentse gemeenten. Onze gemeente gaat samen met de andere gemeenten verder met de uitwerking van het uitvoeringsprogramma.

Woonplan In 2011 is het nieuwe Woonplan vastgesteld met als voornaamste conclusie dat er voor de komende jaren een zeer beperkte toename van de woningvoorraad nodig is. De verwachte toename van woningen tot 2020 wordt geschat op maximaal 300.

Leefbaarheid Het leefbaarheidsonderzoek in onze gemeente is afgerond. Dit onderzoek betrof de veronderstelde en ervaren leefbaarheid in deze gemeente. De resultaten van het onderzoek worden nu betrokken als onderlegger bij de verdere beleidsontwikkeling op tal van beleidsterreinen binnen de gemeentelijke organisatie. De gemeente is ingedeeld in vier leefgebieden en er is per leefgebied een gebiedscoördinator aangesteld.

Leegstand Een belangrijk onderdeel is de leegstand van maatschappelijk vastgoed (bijv. de vrijkomende schoolgebouwen). Leegstand van gebouwen is een nadrukkelijk aandachtspunt. Wij blijven de leegstand voortdurend monitoren.

Financieel nadeel gemeentefonds als gevolg van demografische ontwikkelingen Op macro niveau wordt door het Rijk uitgegaan van groei van het aantal inwoners en het aantal woningen. Onze gemeente heeft net als vele andere plattelandsgemeenten echter te maken met een daling van het aantal inwoners. Voor ons als krimpgemeente betekent dit een extra nadeel door een lagere uitkering gemeentefonds.

Programmabegroting 2014 70

DEEL IV MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018

De mutaties in de jaarschijven 2015 t/m 2018 kunnen als volgt worden weergegeven. Op de afzonderlijke posten in het overzicht wordt een toelichting gegeven. tabel 39

begroot begroot begroot begroot Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 2018 Saldo begroting 550.941 358.719 536.101 576.059 Mutaties dienstjaar: 1 Nieuw beleid en beleidsintensiveringen -116.300 -116.300 -116.300 -116.300 2 Kapitaallasten en investeringslasten 226.793 -21.525 -82.183 -29.767 3 Prijsstijging 0 0 0 0 4 Bedrijfsvoering -104.054 -447.980 -409.726 -410.366 5 Gemeentefonds -1.224.694 108.925 -98.813 -67.481 6 Belastingopbrengsten 230.316 234.930 239.566 244.332 7 Overige 93.869 -130.802 -20.031 -114.500 8 Bezuinigingsopdracht 2011-2015 312.500 62.500 37.500 25.000 Restant per saldo 1.848 -12.366 -10.055 -593 Totaal mutaties voor bezuinigingsopdracht -579.722 -322.618 -460.042 -469.675 Bezuinigingsopdracht 387.500 500.000 500.000 500.000

Geactualiseerd begrotingssaldo 358.719 536.101 576.059 606.384

1. Nieuw beleid en beleidsintensiveringen

Vanaf 2010 wordt jaarlijks een bedrag van € 50.000 toegevoegd aan incidenteel nieuw beleid. In de kadernota 2013 is besloten dat de hogere opbrengst toeristenbelasting en woonforensenbelasting ook aangewend wordt voor ophoging van het budget voor incidenteel nieuw beleid. Voor 2014 vindt eenmalig geen verhoging van de toeristenbelasting plaats. tabel 40

begroot begroot begroot begroot Nieuw beleid en beleidsintiveringen Totaal 2015 2016 2017 2018 Nieuw beleid / beleidsintensivering -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 -200.000 Extra opbrengst toeristenbelasting -60.000 -60.000 -60.000 -60.000 -240.000 Extra opbrengst woonforensenbelasting -6.300 -6.300 -6.300 -6.300 -25.200 Totaal ophoging nieuw beleid -116.300 -116.300 -116.300 -116.300 -465.200

Programmabegroting 2014 71

2. Kapitaallasten en investeringslasten

Jaarlijks vallen kapitaallasten vrij. Het betreft hier het totaal van de rente en afschrijving. Voor een aantal onderdelen van de reguliere bedrijfsvoering worden de vrijvallende kapitaallasten gereserveerd om de continuïteit te kunnen waarborgen. Voor het onderdeel riolering worden jaarlijks investeringsuitgaven gedaan. De kapitaallasten die hier uit voortvloeien worden in de meerjarenbegroting geraamd. tabel 41

begroot begroot begroot begroot Kapitaallasten en investeringslasten Totaal 2015 2016 2017 2018 Vrijvallende kapitaallasten 290.988 13.746 -6.053 14.882 313.563 Reservering vrijvallende kapitaallasten: - automatisering -25.095 0 -10.327 -9.378 -44.800 - tractie -3.829 0 -30.532 0 -34.361 Investeringslasten riolering -35.271 -35.271 -35.271 -35.271 -141.084 Totaal 226.793 -21.525 -82.183 -29.767 93.318

3. Reservering prijsstijging

In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van de nullijn voor prijsgevoelige mutaties. Er is dan ook geen bedrag gereserveerd voor het opvangen van de gevolgen van prijsstijgingen.

4. Bedrijfsvoering

Voor de bedrijfsvoering wordt een stijging van 3% per jaar aangehouden. De raming is bedoeld voor het opvangen van periodieke verhogingen, voor verhoging van de sociale lasten en voor de Cao-ontwikkelingen. Bij de kadernota 2013 is besloten om deze ruimte voor de komende jaren tevens aan te wenden voor het op orde brengen van bedrijfsvoeringbudgetten, het structureel laten ingroeien in exploitatie van de kosten i-Mop en tractiemiddelen. tabel 42

begroot begroot begroot begroot Loonkostenontwikkeling Totaal 2015 2016 2017 2018 Kosten bestuur -19.367 -19.744 -20.143 -20.544 -79.798 Cao, period., soc. lasten, marge loonkosten -259.687 -378.236 -389.583 -389.822 -1.417.328 Taakstelling bedrijfsvoering 300.000 300.000 iMop (ingroeimodel) -50.000 -50.000 Tractie -75.000 -75.000 -150.000 Taakstelling Ict 25.000 25.000 Totaal -104.054 -447.980 -409.726 -410.366 -1.372.126

5. Gemeentefonds

De hoogte van de uitkering gemeentefonds wijzigt jaarlijks sterk. De wijzigingen in het gemeentefonds kunnen als volgt worden weergegeven

Programmabegroting 2014 72 tabel 43

begroot begroot begroot begroot Gemeentefonds Totaal 2015 2016 2017 2018 Basisuitkering -1.211.450 162.169 -45.569 -14.237 -1.109.087 Integratieuitkeringen 0 Verfijningsuitkering riolering -53.244 -53.244 -53.244 -53.244 -212.976 Vervallen kosten combi-coaches 40.000 40.000 Verwachte korting 0 Totaal -1.224.694 108.925 -98.813 -67.481 -1.282.063

6. Belastingen en rechten

Ozb De jaarlijkse verhoging voor de jaren 2015 t/m 2018 is gebaseerd op een verhoging als gevolg van aan- en verbouw en op grond van een tariefstijging van 2,75%.

Rioolheffing De opbrengst rioolheffing is de afgelopen jaren met € 150.000 verhoogd tot het moment dat de 100% kostendekking is bereikt. Dit punt is in 2014 bereikt.

Afvalstoffenheffing Voor de afvalstoffenheffing geldt het kader van 100% kostendekking. Aangezien in de meerjarenbegroting geen prijsindex wordt doorgevoerd, is de opbrengst constant.

Toeristenbelasting Conform het uitgangspunt van het Recreatieschap werd jaarlijks uitgegaan van een verhoging van € 0,05 per overnachting per jaar tot een bedrag van € 1,00. Dit tarief is in 2013 bereikt. Bij de kadernota 2013 is besloten om de jaarlijkse verhoging van € 0,05 voort te zetten en dit bedrag toe te voegen aan het structurele budget voor incidenteel nieuw beleid. In 2014 is het tarief voor een jaar bevroren.

Forensenbelasting De Forensenbelasting is afhankelijk van de hoogte van de Woz-waarde van het object en wordt gerelateerd aan de procentuele verhoging van de toeristenbelasting.

Leges De leges worden jaarlijks met 2,75% verhoogd. De bouwleges worden niet verhoogd, doordat hier een directe relatie bestaat met de (ontwikkeling van) bouwkosten. tabel 44

begroot begroot begroot begroot Belastingopbrengsten Totaal 2015 2016 2017 2018 Ozb 157.080 161.503 165.944 170.508 655.035 Rioolheffing 0 Afvalstoffenheffing 0 Toeristenbelasting 60.000 60.000 60.000 60.000 240.000 Forensenbelasting 6.300 6.300 6.300 6.300 25.200 Leges en overige 6.936 7.127 7.322 7.524 28.909 Totaal 230.316 234.930 239.566 244.332 949.144

Programmabegroting 2014 73

7. Overige mutaties

De overige mutaties bevatten onderwerpen waarvan de besluitvorming in het verleden heeft plaatsgevonden en waarvan de effecten van invloed zijn op de meerjarenbegroting. tabel 45

begroot begroot begroot begroot Overige mutaties Totaal 2015 2016 2017 2018 Afbouw reservering begrotingssaldo -14.500 -14.500 -14.500 -14.500 -58.000 Vervallen reserve Aandelen bouwfonds -45.322 -105.796 -151.118 Vervallen bijdrage Reg.Veiligheidsregio 68.924 0 0 0 68.924 Vervallen bijdrage verzelfstandiging OPO 106.900 106.900 Waar Staat Je Gemeente 0 -4.975 0 0 -4.975 Incidenteel voordeel herstel vastgoed 100.222 44.469 44.469 -50.000 139.160 Hogere bijdrage Wedeka -72.355 -72.355 Herstel korting vastgoed -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 -200.000 Totaal 93.869 -130.802 -20.031 -114.500 -171.464

8. Bezuinigingen

In de kadernota 2014 is invulling gegeven aan de bezuinigingsopdracht voor 2014. Daarbij zijn ook al voorstellen gedaan die geëffectueerd worden de jaren 2015-2018. Onderstaande mutaties zijn in de begroting verwerkt. De bezuiniging op de bedrijfsvoering is onder punt 4 verwerkt. Voor 2015 resteert nog een in te vullen taakstelling van € 387.500 van de oorspronkelijke € 5 miljoen over de periode 2011-2015. tabel 46

begroot begroot begroot begroot Bezuinigingen 2011-2015 Totaal 2015 2016 2017 2018 Gladheidsbestrijding 25.000 25.000 Sportvelden 50.000 25.000 75.000 Bijzondere bijstand, minimabeleid 30.000 0 0 0 30.000 Normenkader peuterspeelzalen 50.000 50.000 WMO 30.000 30.000 Afvalstromen optimaliseren 80.000 80.000 Korting DVO Emmen 12.500 12.500 12.500 37.500 Inkoop 25.000 25.000 25.000 25.000 100.000 Energie gemeentelijke gebouwen 10.000 0 0 10.000 Bedrijfsvoering (zie onder punt 4) 0 Totaal 312.500 62.500 37.500 25.000 437.500

Programmabegroting 2014 74

BIJLAGE I Dynamische prioriteitenlijst, uitgebreid (DPL+)

In onderstaand overzicht is de DPL (Dynamische prioriteitenlijst) aangevuld met onderwerpen die in de pijplijn zitten c.q. waar mogelijk in de komende jaren budget voor nodig is.

product, omschrijving 2013 2014 2015 2016 2017

104 Modernisering GBA I pm 105 Budget Cittaslow I 10.000 109 Kern & Kader, opdrogen reserve I pm 109 Vastgoed, budget gebouwen S pm pm pm pm pm 114 2/3 weg Noord boeren Nieuw-Buinen I pm 114 Vastgoed, budget wegen S pm pm pm pm pm 115 Maatregelen N34 Klijndijk I pm 115 Steunpunt provincie N34 Borger I pm 115 Uitvoeringsbudget GVVP I 24.333 24.333 24.333 125 Schoolmaatschappelijk werk S 66.500 126 Onderwijs, 5 jaarlijkse afrekening I pm 127 Combicoaches I 67.000 48.000 129 Sportnota, aanpassing binnensport S 80.000 130 Sportnota, privatisering buitensport S pm 130 Bestrijding ziekten, plagen sportvelden S 25.000 132 Cultuurbeleid I 10.000 133 Vastgoed, budget groen S pm pm pm pm 134 Begraafplaatsen 2e fase I 100.000 136 Decentralisatie Wsw I pm 138 Achter de voordeur S 120.000 138 Decentralisatie Jeugdzorg I pm 138 Digitaal Jongerenplatform I pm pm 138 Nieuwe Drank- en Horecawet I 10.000 142 Decentralisatie Awbz I pm 147 Vm. sportterrein Nieuw-Buinen I pm 147 Buitenruimte Fabrieksstraat Exloo I pm 147 Ontwikkelingen Borger west I pm 147 Geopark de Hondsrug I 22.000 22.000 22.000 150 Grondbedrijf, opdrogen winst S pm 150 Grondbedrijf, boek-/marktwaarde S pm 150 Grondbedrijf, rente verliesplannen S pm 150 Grondbedrijf, herstructurering I pm 150 Ondernemersplan Nieuw-Buinen I pm 300.000 151 Herstructurering Nieuw-Buinen I pm 168 Org.ontwikkeling, hal gemeentehuis I 75.000 75.000

Telling 331.500 653.333 94.333 46.333 0

DPL (collegebesluit)

Als onderwerpen worden gehonoreerd c.q. als bedragen beschikbaar worden gesteld voor deze onderwerpen, moet dekking komen uit de stelpost voor incidenteel nieuw beleid.

Programmabegroting 2014 75

BIJLAGE II Lijst met afkortingen

Afkorting Voluit AB Algemeen bestuur ABP Afvalbrengpunt APV Algemene plaatselijke verordening ARBO Arbeidsomstandigheden ATC Avontuurlijk toeristisch centrum AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten BAG Basisregistratie adressen en gebouwen BAN Bestuursacademie Nederland BBP Bruto binnenlands product BBS Bijzondere basisschool BBZ Besluit bijstandverlening zelfstandigen BBV Besluit begroten en verantwoorden BCF BTW compensatiefonds BCO Bestuur- en concernondersteuning BDU Brede doeluitkering BGT Basisregistratie grootschalige topografie BIJV Bijvoorbeeld BNG Bank Nederlandse gemeenten BOCE Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen BORG team Beheer openbare ruimte en gebouwen BRP Basisregistratie personen BS Burgerlijke stand BTW Omzetbelasting BV Besloten vennootschap BVO Bruto vloeroppervlakte BZ cluster Burgerzaken B&W Burgemeester en wethouders CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CBS Centraal bureau voor de statistiek CPM Contactpunt mantelzorg DB Dagelijks bestuur DIFTAR Differentiatie afvaltarieven DOP Dorpsontwikkelingsplan DPL Dynamische prioriteitenlijst DVO Dienstverleningsovereenkomst EBP Economisch beleidsplan EDR Eems Dollard regio EMU Economische en monetaire unie EU Europese unie E-HRM Electronic HRM FAQ Frequently asked question FAZ team Facilitaire zaken FBC cluster Financieel beleid en controlling FIDO Financiering decentrale overheden FSP Facilitair servicepunt FTE Fulltime-equivalent GBA Gemeentelijke basisadministratie GBKN Grootschalige basiskaart Nederland GBRP Gemeentelijk basisrioleringsplan GF Gemeentefonds GFT Groente, fruit en tuin GGD Gemeenschappelijke gezondheidsdienst GKB Gemeentelijke kredietbank

Programmabegroting 2014 76

Afkorting Voluit GO Georganiseerd overleg GR Gemeenteraad GR Gemeenschappelijke regeling GRIF Griffier GRP Gemeentelijk rioleringsplan GVVP Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan GZ Grondgebiedszaken HA Hectare HOF Houdbare overheidsfinanciën HRM Human resource management HVD Hulpverleningsdienst IBA Individuele behandeling van afvalwater ICT Informatie- en communicatietechnologie IOAW Inkomensvoorziening oudere en/of arbeidsongeschikte werklozen IOAZ Inkomensvoorz. oudere en ged. arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen I-MOP Informatiserings meerjaren onderhoudsplanning I-NUP Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma I&A Informatisering en automatisering JOS cluster Jeugd, onderwijs, sport KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten KM Kilometer LEA Lokale educatieve agenda LED Light-emitting diode MARAPS Managementrapportages MBO Middelbaar beroepsonderwijs MGBA Modernisering GBA MFA Multifunctionele accommodatie MJB Meerjarenbegroting MJOP Meerjaren onderhoudsplanning MKB Midden- en kleinbedrijf MOR Meldingen openbare ruimten MP Medewerkersportaal MRT Motorisch remedial teaching MT Managementteam NASB Nationaal actieplan sport en bewegen NL Nederland NT2 Nederlandse taal 2 NUP Nationaal uitvoeringsprogramma NUW Reserve nog uit te voeren werken NV Naamloze vennootschap OBS Openbare basisschool OCW Onderwijs, cultuur en welzijn OGGZ Openbare geestelijke gezondheidszorg OMC Ontmoetingscentrum OR Ondernemingsraad OV Openbare verlichting OVBO Ondernemersvereniging Borger-Odoorn OVT Opleiding, vorming, training OW Ontwikkeling OZB Onroerende zaakbelastingen PDC Productencatalogus PO Primair onderwijs PS Provinciale staten PVA Plan van aanpak PVE Programma van eisen P&C Planning & control P&O Personeel en organisatie

Programmabegroting 2014 77

Afkorting Voluit REAL cluster Realisatie ROI Regionaal ondernemers instituut RUD Regionale uitvoeringsdienst RT Recreatie en toerisme SE Standaard eenheid SECR Secretaris SEM cluster Sociaal economisch en maatschappelijk beleid SEPA Single Euro payments area SPP Strategische personeelsplanning TIP Toeristisch informatiepunt TPBO Toeristisch platform Borger-Odoorn T&R Toerisme en recreatie VAVO Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs VDG Vereniging Drentse gemeenten VMBO Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VO Voortgezet onderwijs VRD Veiligheidsregio Drenthe VSO cluster Visie, strategie, ondersteuning VVE Voor- en vroegschoolse educatie WOB Wet openbaarheid van bestuur WGR Wet gemeenschappelijke regelingen WMD Waterleidingmaatschappij Drenthe WMO Wet maatschappelijke ondersteuning WOZ Waardering onroerende zaken WSJG Waar staat je gemeente WSW Wet sociale werkvoorziening WWB Wet werk en bijstand WWNV Wet werken naar vermogen ZTC Zaaktypecatalogus

Programmabegroting 2014