HERMENEUS Jrg 52-1980 Nummer 2

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

HERMENEUS Jrg 52-1980 Nummer 2 De Romeinen in België en Nederland A. van Doorselaer Gallië beleeft zijn eigen geschiedenis; niet zo den door Caesar3 gezamelijk onder de Ger- vredig op het eerste gezicht. Dit laatste zal mani Cisrhenani geplaatst. Samen stonden o.m. Caesar de gelegenheid geven tot een zij in voor 40.000 weerbaren. De belang- interventie, tot verovering en bezetting door rijkste blijken de Eburones te zijn. Het zijn de Romeinen. Louter archeologisch is de de oosterburen van de Menapiërs, tussen toestand, vóór de komst van de Romeinen Rupel, Schelde en Rijn. Hun gebied omvat niet zo duidelijk te onderkennen. De mate- aldus de Kempen en het grootste gedeelte riële resten tonen aan dat we behoren tot het van het grondgebied tussen Maas en Rijn. gebied van de Keltische La Tène-kultuur, Zij zijn schatplichtig aan de Aduatuken4. ook al liggen we in het randgebied. Naam- De huidige Condroz was het woongebied en plaatsnaamkunde, maar vooral de geschre- der Condrusi, de Caeroesi worden in de Eifel ven bronnen in verband met de Romeinse rond Prüm gelokaliseerd, de Paemani tussen verovering en verder de Romeinse historie Maas en Rijn en de Segni ergens tussen de bezorgen nadere inlichtingen. Eburonen en de Treveri. Deze laatsten bewo- Zo heet het volgens Caesar dat gans het nen het grootste gedeelte van de Ardennen, noordelijk gedeelte van Gallië tussen de het Moezelgebied, de Eifel en de Hunsrück. oceaan, de Rijn, de Mame en de Seine be- Hun territorium reikte tot aan de Rijn. Caesar woond werd door de Belgae. De Morini rekent hen niet tot de Belgae, maar tot de leven in de kuststreek, tussen de Canche Galli van centraal Gallië. Toch zijn er duide- en de Aa. Zij konden volgens Caesar 25.000 lijke banden o.m. met de Eburonen en de weerbare mannen lichten1, wat naar bepaal- Condrusen, die als clientes der Treveren 1 de berekeningsfactoren (-4 van de bevolking worden vernoemd. bestaat uit weerbare mannen) een totale Caesar’s gegevens zijn sterk tijdgebonden bevolking van 100.000 mensen zou beteke- en garanderen geenszins een feitelijke toe- nen. De Menapii, hun noorderburen, bewo- stand in vorige periodes. Gedurende de IJzer- nen de kusten van Vlaanderen en Zeeland. tijd grijpt precies de z.g. stammenvorming De Aa, de Leie, de Deule en de Schelde zou- plaats en duidelijk houdt de Keltisering van den hun grenzen vormen. Het moerassig en onze gewesten verband met deze stammen- bosrijk gebied is wellicht de reden van een vorming. Volksbewegingen, twisten, stam- geringere bevolking. Caesar schrijft hen oorlogen waren schering en inslag en hebben slechts 9.000 krijgers toe. De Nervii met soms banden van afhankelijkheid tussen 50.000 weerbare mannen2, worden geloka- stammen en groepen tot gevolg. Die onstand- liseerd in het gebied tussen de Schelde, de vastigheid, gevolg van stammenformaties in Rupel, de Dijle en de Lasne en het Kolen- wording, weerspiegelt zich duidelijk in de woud bewesten de Maas en de bossen van de archaeologica: moeilijk nauwkeurig te date- Thiérarche en de Arrouaise. De Aduatuci ren vindplaatsen, ontbreken van typische met 19.000 krijgers waren de oosterburen gidsfossielen5. Het is en blijft op dit ogen- van de Nerviërs en de zuiderburen van de blik onmogelijk, zelfs niettegenstaande meer- Eburonen. Hun woongebied ligt in de Maas- dere pogingen, een aanvaardbaar verband te vallei, stroomopwaarts van Namen en in het leggen tussen het archeologisch materiaal van westelijke gedeelte van de Famenne en van de La Tènetijd en de verschillende volks- de Ardennen. Zij zouden nazaten zijn van stammen m.a .w. archeologisch zijn de voor- de Cimbren en de Teutonen. De Condrusi, noemde stammen niet te vatten, niet te om- Eburones, Caeroesi, Paemani en Segni wor- schrijven. Alleen kunnen wij vaststellen dat 10 75 Kaart 1 Noord-Gallië ten tijde van Caesar bezuiden de Rijn het archeologisch materiaal ten, het elkaar bekampen in ongebreidelde behoort tot het gebied van de keltische La wedijver kunnen alleen bijgelegd worden als Tène-kultuur, met dezelfde politieke en so- een gemeenschappelijk gevaar, als een ge- ciale strukturen en eenzelfde godsdienst als meenschappelijke vijand een bedreiging bij de meer zuidelijke stammen van het Kel- vormt. tische kerngebied. De lagere standen, wel- Waren de volksstammen in onze gewesten licht afstammelingen van de vroegere in- ten tijde van Caesar Keltisch? Volgens de heemse bevolking onderworpen door de Kel- huidige stand in de diskussie menen wij deze tische krijgersbenden bij hun invallen bij het vraag positief te mogen beantwoorden. Cae- begin van de Uzertijd, worden beheerst sar’s uitlatingen zijn evenwel niet duidelijk: door een leidende stand, dragers van Kel- de Rijn vormt de grens tussen Galliërs en tische namen. Hun onderlinge veten en twis- Germanen; hij noemt enkele stammen Ger- 11 76 mam Cisrhenani’, hij noemt de meeste Belgae Misschien laten we ons bij lezing van Caesar afstammelingen van destijds van over de Rijn wat misleiden door de lotgevallen van de komende stammen. In recente studies stellen held’, maar de werkelijkheid van suprema- Hawkes en Hachmann dat met deze Germa- tie, militaire overmacht, meerwaardigheids- nen eigenlijk de Germanoi van Poseidonios gevoel van de overheerser enerzijds en het worden bedoeld, Keltische stammen, eertijds gevoelen van verkocht zijn, met eigen vraag gevestigd op de rechter Rijnoever, tussen de naar interventie, het ‘beschermd en bevei- Uppe en de Main, benoorden de Helvetiërs. ligd’ zijn, het deelachtig worden aan een Caesar zou, net als op zovele andere plaatsen ‘hogere’ beschavingsvorm anderzijds moge in zijn ‘mémoires’, deze terminologie gema- ten overvloede blijken uit de toespraak van nipuleerd hebben. Hij kon in Rome de in- generaal Cerialis tot de overwonnen Treveri druk wekken dat hij – niettegenstaande mis- (70 n. Chr.!), ons door Tacitus weergegeven8. lukkingen op de rechteroever van de Rijn Met dit verhaal beleven wij de onderdruk- toch het Keltische land (Gallia omnis) vol- king van de Bataafse opstand (69/70), bij ledig had onderworpen nl. door Keltisch welke gelegenheid de aan Rome ‘ontrouw’ sprekende Germani degelijk te distanciéren geworden Treveri even de les gespeld wor- van de overige Kelten en de Rijn als scherpe den. Op dit ogenblik is de verovering van afgrenzing te laten fungeren. Later zou de onze gewesten één en een kwart eeuw oud. naam van deze Germani door de Romeinen Samen met de vele krijgsgebeurtenissen en overgedragen zijn op de Germaansspreken- lokale moeilijkheden illustreert deze late’ de stammen die in Augustus’ tijd stilaan het opstand dat de onderwerping van Noord- gebied binnen vielen dat oorspronkelijk door Gallie niet zo vlot verliep en dat er voort- de Germani was bewoond6. durende tegenstand was tegen kolonisatie, En toen kwam Caesar... De verovering van pacificatie en organisatie. En er gebeurde Gallië was voor Caesar een belangrijke fak- heel wat op dit terrein: na de nederlaag van tor in de uitbouw van zijn politieke loop- de laatste Gallische opstandelingen in 51 baan. Na zijn consulaat had hij zich het be- v. Chr. verdwijnen de Eburonen en de Adua- stuur toegeëigend over de provincies Illyri- tuken uit de historie. De prijs van de ‘Galli- cum, Gallia Cisalpina en Gallia Transalpina. sche oorlog’: een 800-tal versterkingen zijn Aldus bezorgden militaire prestaties hem te gevallen, een 300-tal stammen onderwor- Rome populariteit en roem en goed getrain- pen, l miljoen doden en l miljoen gevange- de troepen voor eventuele tussenkomsten in nen op 3 miljoen bevochten vijanden; een de strijd om de macht. Nieuwe wingewesten forse aderlating bij de vitale bevolking9. bezorgden het moederland niet alleen levens- Deze is misschien mede oorzaak van een middelen, maar vooral afzetgebieden voor vrij lange vredesperiode, waarin slechts loka- Romeinse mercatores en verrijking van cijns- le moeilijkheden voorkomen. pachters. Voorwendsels om in te grijpen Het oorspronkelijke protektoraatsysteem in lagen voor de hand. Ariovistus en de voor Gallië faalde en pas na het bezoek van keizer hem vluchtende Helvetii, de Aedui en de Augustus (27 v. Chr.) aan Gallië en met het Keltische stammen die Caesar’s hulp inroe- uitvaardigen van de ‘lex provinciae’ (22 v. pen. Verontrust door Caesar’s verblijf bij de Chr.) komt de organisatie stilaan op gang. Sequani sluiten de Belgae een verbond, wat De census, basis voor innen van belastingen Caesar opnieuw een voorwendsel geeft om wordt opgesteld en het wegennet, met Lyon – in 57 v. Chr. – naar het noorden op te als uitgangspunt naar Boulogne en naar rukken. Een vloedgolf van vernieling, uit- Trier, wordt uitgezet. Van 16 tot 13 v. Chr. moording en deportatie (53.000 Aduatuci verblijft Augustus nogmaals in Gallia Nova als slaven verkocht!)7 trekt over onze ge- dat verdeeld wordt in drie provincies (Tres westen. Op het einde van 57 v. Chr. laat Galliae) met o.m. Gallia Belgica. Onze pro- Caesar Rome weten dat Gallie beheerst vincie is ingedeeld in civitates met grosso wordt in ‘pais en vree’.. maar de vele op- modo het vroeger stamgebied als oppervlak- standen, het verzet, het verder verloop van te en met inwendige autonomie. Zij zijn afslachting, nog jaren lang, leert ons beter. verplicht tot het leveren van hulptroepen en 12 77 het betalen van belastingen. De ordo decu- hebben aan niet-Romeins materiaal is moei- rionum bestuurt de civitas en is bij verkie- lijk nauwkeurig te dateren. Bovendien had- zing samengesteld door aristokratische ma- den de legioenen geen vaste kampen. Wel gistraten. De legatus Augusti pro praetore heeft men vroege legerbases vermoed in Ton- heeft het burgerlijk bestuur over de provin- geren en in Trier. Anderzijds zijn ook de in- cie, een stadhouder van senatoriale stand: de heemse nederzettingen door Caesar opge- financiële administratie valt onder de procu- somd niet bekend. De vrij recente vondsten rator quaestorialis. De Rijngrensdistrikten te Kanne-Caster (Limburg) werden wellicht worden evenwel beheerd door de legatus te voorbarig met Caesar’s Aduatuca10 ge- consularis, en vallen aldus onder het militaire ïdentificeerd.
Recommended publications
  • Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 1905
    Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905 bron Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, over het jaar 1904-1905. E.J. Brill, Leiden 1905 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa003190501_01/colofon.htm © 2005 dbnl 1 Handelingen. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905 3 Verslag van de jaarlijksche vergadering, gehouden te Leiden op den 14den Juni 1905. De Beschrijvingsbrief luidde aldus: den LEIDEN, den 13 Mei 1905. M. Bij dezen heb ik de eer U uit te noodigen tot het bijwonen der Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die gehouden zal worden op Woensdag den 14den Juni, des voormiddags klokke elf uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Steenschuur alhier. De orde der werkzaamheden is als volgt: I. Opening der Vergadering door den Voorzitter, Prof. Dr. G. KALFF, met eene toespraak. II.* Voordracht van den Heer Prof. Dr. J. TE WINKEL: ‘De verspreiding van het Frankisch over de Nederlanden’. III. Verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar. * Door het Bestuur zal worden voorgesteld de behandeling van punt II uit te stellen tot na de pauze. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905 4 IV. Verslag van den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop. V. Verslag omtrent de rekening en verantwoording van den Penningmeester. VI. Verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde. VII. Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde. VIII. Bekendmaking van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden.
    [Show full text]
  • The Rhine: Germany's River, Not Germany's Boundary
    Source: E.M. Arndt, Deutschlands Fluss, aber nicht Deutschlands Gränze, English trl. UvA Talen / SPIN. the French was as bad as it was foolish. One would have The Rhine: Germany’s river, not Germany’s thought that ten years, indeed twenty years, of blindness and misfortune might have sent a little light into their dark minds boundary and brought the errants back into line, especially since the French had long ago overturned their own proof, but far from it. There are still many who behave, indeed who exhaust Ernst Moritz Arndt themselves in deductions and proofs, as if the Rhine as the border between France and Germany is something indispu- table and settled. So effective is constant repetition, and so little are most Germans – who pride themselves on their ‘The Rhine is France’s natural boundary’ is what Sully proved profundity in thought and speech – accustomed to thinking. 1600 and 1610; ‘the Rhine is France’s natural boundary,’ The empty echoing of foreign opinions, especially the proclaimed Richelieu in 1625 and 1635; ‘the Rhine is France’s echoing of French hocus-pocus and sophistries, has sadly natural boundary,’ declared Count d’Avaux in the 1640s at become too much of a fashion on this side of the Rhine, in Münster, in the holy places where Hermann the Cheruscan had the country where thoroughness and depth of thought is once made a dufferent typeof declaration to the Romans; ‘the supposed to reside. Given this state of affairs, especially this Rhine is France’s natural boundary,’ resounded from 1670 to sad state of German minds and hearts, I consider it not super- 1700 in Louvois’ and Colbert’s speeches in Louis XIV’s council fluous to present our ancient, magnificent and holy River of state, and the court poets Boileau and Racine sang it in the Rhine, what it was, is and will be, to the good German antechamber; ‘the Rhine is France’s natural boundary’ cried the people, who are confused by too many political prattlers and monsters on the Seine from 1790 to 1800.
    [Show full text]
  • Histoire Des Collections Numismatiques Et Des Institutions Vouées À La Numismatique
    25 Histoire des collections numismatiques et des institutions vouÉes À la numismatique Igor Van den Vonder and Guido Creemers tHe COINs AND MEDALs COLLECTION oF tHe GALLO-ROMAN MUSEUM IN TONGEREN (BELGIUM) the coin and medal collection of the Gallo-roman museum in tongeren is the former coin and medal cabinet (Munt- en Penningkabinet) of the Province of limburg. it is an important collection, comprising over 30,000 coins and exonumia. the collection reflects the coins produced and in circulation in the region from antiquity to the 19th century and is unique because many were excavated locally. When the coin and medal cabinet was established in 1985, the province’s own collection consisted of the collections belonging to the royal limburg Historical and antiquarian society (Koninklijk Limburgs Geschied- en Oud- heidkundig Genootschap) and the barons Philippe de schaetzen and armand de schaetzen de schaetzenhoff. these form the core of the collection, to- gether with the collection of the former small seminary of sint-truiden, on loan from the diocese of Hasselt. With the acquisition of several private collections, the coin and medal cabinet achieved its target of 10,000 items. an active collecting policy was implemented and the collection soon doubled in size, largely thanks to gifts. Furthermore, Belgium’s royal court made over Prince charles’ personal collection to the coin and medal cabinet as a long-term loan. systematic efforts were also made to acquire the coin hoards found in the region. at the end of the last century the Province of limburg decided to fully integrate the coin and medal cabinet into the archaeological collection of the Gallo-roman museum.
    [Show full text]
  • The Symbolic Role of Tumuli in the Villa Landscape of the Civitas Tungrorum Author: Laura Crowley Pages: 113–126
    Paper Information: Title: Creating a Community: The Symbolic Role of Tumuli in the Villa Landscape of the Civitas Tungrorum Author: Laura Crowley Pages: 113–126 DOI: http://doi.org/10.16995/TRAC2008_113_126 Publication Date: 17 April 2009 Volume Information: Driessen, M., Heeren, S., Hendriks, J., Kemmers, F., and Visser, R. (eds.) (2009) TRAC 2008: Proceedings of the Eighteenth Annual Theoretical Roman Archaeology Conference, Amsterdam 2008. Oxford: Oxbow Books Copyright and Hardcopy Editions: The following paper was originally published in print format by Oxbow Books for TRAC. Hard copy editions of this volume may still be available, and can be purchased direct from Oxbow at http://www.oxbowbooks.com. TRAC has now made this paper available as Open Access through an agreement with the publisher. Copyright remains with TRAC and the individual author(s), and all use or quotation of this paper and/or its contents must be acknowledged. This paper was released in digital Open Access format in April 2013. Creating a Community: The Symbolic Role of Tumuli in the Villa Landscape of the Civitas Tungrorum Laura Crowley Introduction The subject of this article is the tumuli of the civitas Tungrorum. They are currently a subtopic within a study of privileged burials in the villa landscapes that lie on the loess plains more or less between Colonia Claudia Ara Agrippinensium (Cologne) and Bagacum Nerviorum (Bavai). Previously, the region had been witness to Caesar’s displacement and/or genocide of the Eburones and Atuatuci around the year 51 BC (Caesar: VIII 25). These ethnic groups were replaced with a group known as the Tungri, the exact composition of which is unknown, but which most likely comprised survivors from the former tribes as well as Germanic immigrants (Mariën 1980: 45ff; Wightman 1985: 36, 40, 53; Nouwen 1997: 9, 31ff; Carroll 2001: 28–29).
    [Show full text]
  • The Cimbri of Denmark, the Norse and Danish Vikings, and Y-DNA Haplogroup R-S28/U152 - (Hypothesis A)
    The Cimbri of Denmark, the Norse and Danish Vikings, and Y-DNA Haplogroup R-S28/U152 - (Hypothesis A) David K. Faux The goal of the present work is to assemble widely scattered facts to accurately record the story of one of Europe’s most enigmatic people of the early historic era – the Cimbri. To meet this goal, the present study will trace the antecedents and descendants of the Cimbri, who reside or resided in the northern part of the Jutland Peninsula, in what is today known as the County of Himmerland, Denmark. It is likely that the name Cimbri came to represent the peoples of the Cimbric Peninsula and nearby islands, now called Jutland, Fyn and so on. Very early (3rd Century BC) Greek sources also make note of the Teutones, a tribe closely associated with the Cimbri, however their specific place of residence is not precisely located. It is not until the 1st Century AD that Roman commentators describe other tribes residing within this geographical area. At some point before 500 AD, there is no further mention of the Cimbri or Teutones in any source, and the Cimbric Cheronese (Peninsula) is then called Jutland. As we shall see, problems in accomplishing this task are somewhat daunting. For example, there are inconsistencies in datasources, and highly conflicting viewpoints expressed by those interpreting the data. These difficulties can be addressed by a careful sifting of diverse material that has come to light largely due to the storehouse of primary source information accessed by the power of the Internet. Historical, archaeological and genetic data will be integrated to lift the veil that has to date obscured the story of the Cimbri, or Cimbrian, peoples.
    [Show full text]
  • Were Used by the Romans and in What Contexts Frisii and Frisiavones Used Their Own Ethnic Names
    FRISII AND FRISIAVONES M.C. GALESTIN University of Groningen, Groningen Institute of Archaeology, Groningen, the Netherlands ABSTRACT: A study was made of the literary and epigraphical evidence referring to Frisii or Frisiavones, with the aim of assessing their relations with the Romans. The similarity of their names makes it difficult to distinguish between the two tribes. It emerges that the Frisii and Frisiavones probably were not related and lived in different territories. Both groups had contacts with the Romans, who made their names part of recorded history. Both Frisii and Frisiavones served in the Roman army and received Roman citizenship afterwards. The Frisiavones made their appearance around the middle of the first century and towards the end of the first century they formed an ethnic unit which served in Britain during the 2nd and 3rd centuries. Frisii were active in the Roman army from their first encounter in 12 BC, but their name did not become linked to an ethnic unit until the 3rd century, when several Frisian units were deployed in forts along Hadrian’s Wall. The Frisiavones had become incorporated into the Roman Empire, while the Frisii remained outside. The Frisii adopted some Roman habits but largely retained their own cultural identity. Members of both groups were present in Rome, as equites singulares, where their ethnic names are found combined with Roman names in their epitaphs. Their relations with the Roman Empire also provided new identities for Frisii and Frisiavones. KEYWORDS: Frisii, Frisiavones, Roman army, Roman Empire, ethnic identity. 1. InTRODUCTION were used by the Romans and in what contexts Frisii and Frisiavones used their own ethnic names.
    [Show full text]
  • PLAYBOOK by Andrew Ruhnke and Volko Ruhnke
    COIN Series, Volume VI PLAYBOOK by Andrew Ruhnke and Volko Ruhnke TABLE OF CONTENTS Falling Sky Tutorial . 2 Credits . .. 45 Roles and Strategy . 18 Card List . 46 Non-Player Examples . 20 Countersheet Scan . 47 Design Notes . 26 Tribes and Forces . 48 Event Text and Notes . 32 © 2015 GMT Games, LLC • P .O . Box 1308, Hanford, CA 93232-1308 • www .GMTGames .com 2 Falling Sky — PLAYBOOK the Forces display; the Germans do not track Victory; 7 .0 .) Go ahead Falling Sky Tutorial and put four cylinders and those three markers on the Edge Track numbers as noted in that setup section . (If you have not punched First-time players should start here! out the counters, punch what you need as we go .) Welcome to the tutorial for Falling Sky . It will walk you through setup and some game play step by step, getting you going with the Next is the Senate and Legions Track, some red boxes at lower right core mechanics and demonstrating a few of the options available to of the board . We will account here for the attitude of the Senate in each faction . Our purpose here is merely to teach concepts, not to Rome toward Caesar, meaning toward the Roman venture in Gaul suggest optimal strategy—we will leave that to you! (6 .5) . As noted in the Setup, place the Senate marker at “Intrigue” (“Firm” side down) . If you would like to look up specific Rules of Play as we go, we provide the relevant reference numbers in parentheses . Now find the 12 Legions—red cubes—among the Roman forces pieces and move them to the Legions track .
    [Show full text]
  • Formalismo, Libertad Estilística O Expresividad1
    NOTAS CRÍTICAS A CAES., Gall.5,39,2: FORMALISMO, LIBERTAD 1 ESTILÍSTICA O EXPRESIVIDAD CRITICAL NOTES TO CAES., Gall. 5,39,2: FORMALISM, STYLISTIC FREEDOM OR EXPRESSIVITY José PARDO NAVARRO [email protected] Recibido: 14 de abril de 2008 Aceptado: 17 de junio de 2008 RESUMEN: La lectura huc de CAES., Gall. 5,39,2, presente en numerosos manuscritos y ediciones, se ha venido atribuyendo erróneamente a los recentiores y, por tanto, no ha sido suficientemente valorada. En el presente trabajo se aclara su antiquísima procedencia de la corrección del ms. Vaticanus Latinus 3864 (M) y se aportan argumentos que pudieron motivar su elección y que la restituyen como la alternativa más idónea frente a la cuestionable lectura huic presente en los testimonios más antiguos. ABSTRACT: A large amount of manuscripts and editions show the reading huc of CAES., Gall. 5,39,2 which had been attributed wrongly to the recentiores, and therefore underestimated. In this work it is explained as an early correction of ms. Vaticanus Latinus 3864 (M) and reasons are brought forward which could have caused its selection and which turn it into the more suitable choice instead of the doubtful reading huic which appears on the oldest witness. PALABRAS CLAVE: Julio César. Bellum Gallicum. Crítica textual. KEYWORDS: Iulius Caesar. Bellum Gallicum. Textual criticism. CAES., Gall. 5,392: (1) Itaque confestim dimissis nuntiis ad Ceutrones, Grudios, Levacos, Pleumoxios, Geidumnos, qui omnes sub eorum imperio sunt, quam maximas manus possunt cogunt et de 1 Este artículo se ha realizado dentro del Proyecto de Investigación «Estudio filológico de la tradición textual y literaria de la obra de Julio César en España» (HUM2005-00442), financiado por el Ministerio de Educación y Ciencia.
    [Show full text]
  • From Adam to Alemanni to America
    This picture of an Oberholzer stained glass was sent to the OFA by Adrian Overholser, Hong Kong, which hangs on the outside of Oberholzer Inn, Oberholz Switzerland From A to A to A Page 1 From Adam to Alemanni to America ©2000Dennis Lee Oberholtzer Printed & Published by Paradise Living Publishing 49 Paradise Lane, Paradise, PA 17562 June 15, 2000 Given for usage by the Overholser Family Association 2019 From A to A to A Page 2 C O N T E N T S Stained Glass of Oberholzer Coat of Arms Cover The Beginnings of our Family 4 Early History of the Suevi (1000-500 b.c.e.) 9 Barbarian Life 15 Map of Zurich Lake & Surrounding Communities 21 Settling in Oberholtz 700-1000 C.E. 22 Hohenstauffen Dynasty 1000-1267 C.E. 30 Habsburg Dynasty 32 Events That Promoted Anabaptism 34 Swiss Independence 36 Research 45 From A to A to A Page 3 THE BEGINNINGS OF OUR FAMILY Antediluvian Percentile Chart of Known Dates F rom Year of Creation % of Weeks # of Weeks # of Years B.C.E. Years Lived 0 Biological creation of Adam 0. 0.00 0.000 4120,Eve of 1st of Tishri * 0 Start of Jubilee Calender 0. 0.00 0.000 4119.0 * 50 First Family Jubilee 2549.0 49. 4069 49 130 Seth born 7.86 6790. 130.57 3990 217 Extinct Calender in Book of Jubilees began 11,284.0 217.0 3902 216 235 Enos born 14.17 12,246. 235.5 3885 235 Men began to proclaim YHWH 12,246.
    [Show full text]
  • Vergil & Caesar Name of Assignment
    Course Number (when applicable) Course Title AP Latin - Vergil & Caesar Name of Assignment (title of book(s), Author, Edition, and ISBN (when applicable) The Gallic War: Seven Commentaries (English), Carolyn Hammond ISBN 10: 199540268 Expectations/Instructions for Student When Completing Assignment Read the English of Caesar’s Gallic War Books 1, 6, and 7 (summaries of books 2-5 provided) and answer the ​ ​ questions in the attached reading packet (pdf). It might be helpful to answer the reading questions as you read through the text. reading questions (pdf) One Essential Question for Assignment What should we expect from comentarii in form and content - how does Caesar confirm and challenge these ​ ​ expectations? What point of view does Caesar take when describing actions? One Enduring Understanding for Assignment Caesar adapts the characters, structures, and tropes of historical prose to create a uniquely Roman commentary and define basic tenets of ‘Romanness’, as well as structure of Latin literature and language Parent Role and Expectations Students work independently. Estimated Time Requirement Approximately 1 week per English Book Questions for the English Reading of Julius Caesar’s Gallic Wars Answer questions in complete sentences. Book I 1. Outline each of the following territories in the colors indicated: Belgae (blue); Celts/ Gauls (yellow), Aquitani (red): Figure 1: The Roman Provinces in Gaul around 58 BC; note that the coastline shown here is the modern one, different from the ancient coastline in some parts of the English Channel 2. Who was Orgetorix and what were his ambitions? 3. Why did Orgetotix commit suicide? 4. What actions or preparations did the Helvetii make before leaving their homeland? 5.
    [Show full text]
  • Krebs Reviewed Work(S): Source: the American Journal of Philology, Vol
    "Imaginary Geography" in Caesar's "Bellum Gallicum" Author(s): Christopher B. Krebs Reviewed work(s): Source: The American Journal of Philology, Vol. 127, No. 1 (Spring, 2006), pp. 111-136 Published by: The Johns Hopkins University Press Stable URL: http://www.jstor.org/stable/3804926 . Accessed: 21/08/2012 09:34 Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at . http://www.jstor.org/page/info/about/policies/terms.jsp . JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range of content in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new forms of scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected]. The Johns Hopkins University Press is collaborating with JSTOR to digitize, preserve and extend access to The American Journal of Philology. http://www.jstor.org "IMAGINARY GEOGRAPHY" IN CAESAR'S BELLUM GALLICUM Christopher B. Krebs Abstract. Caesar's "imaginary geography" of Germania as an infinite extension without any patterns but simply endless forests contrasts with his presentation of Gallia as an overviewed space. Within these geographies different concepts of space prevail, all of which serve to explain why his celeritas ceases in Germania. Having crossed the Rhine and thereby entered terra incognita like Alexander and Pompey, he refrains from campaigning because of the geographical conditions. By alluding to Scythia's similar space and Darius' failure, he shows himself to act prudently. It is also a characteristic of the imperator optimus to know when a venture is too risky.
    [Show full text]
  • Historical Review
    THE ENGLISH HISTORICAL REVIEW NO. XCII.—OCTOBER 1908' Downloaded from The Germans of Caesar ir. http://ehr.oxfordjournals.org/ E will now consider rather moro in detail the composition of the W confederacy which Ariovistua led. Caeear thus enumerate* the tribes commanded by that chief in the order in which they were ranged in the battlefield : gencratimque constitutrunt Hantdet, MoTcomanoB, Tnbocot, Vangionet, Nemett$, Scdasiot . SUCCOB.1 The Harades did not originally form a part of the confederacy. They arrived in Gaul Beparately. In the address of the Aeduan at University of Sussex on August 31, 2015 Divitiacus, reported by Caesar in chapter ixxi. of his first book, we are told : ptncis mengitms ante Harodnm milia hominnm xxir ad earn veniuent, qnibai looas %o aedea pararentur. In this passage, be it noted, the Harxides are not qualified as Germans, In chapter xxivii. we read again of them as acting quite Beparately : Aedai qoeetam qaod Huudot, qm naper in Gftliiun truuport&ij Msent, fines eomni popnlareotor. Here, again, they are not described as Germane, and are found acting independently of Ariovistua. It w*s later only that they joined his confederacy. We may leave them out of consideration therefore for the present- In regnrd to the Suevi, it would seem that theirs also was a contingent of foreignera which had joined the forces of Ariovistua. He had married a daughter of the Suevian king, and it was not 1 Comm. d» B. O. i. 61. VOL. XJUI —NO. XCII. 8 6- • All righti roerr»d. 628 THE GERMANS OF CAESAR Oct. unnatural that the hitter Bhould supply him with a contingent.
    [Show full text]