Modelwoningen Op Expo 58
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
doi: 10.2143/GBI.36.0.2131157 MODELWONINGEN OP EXPO 58 DRIE CASES: DE NEDERLANDSE, DUITSE EN FRANSE PAVILJOENEN IRIS BAUWENS EN CÉLINE GOESSAERT Modelwoningen maken al lang een wezenlijk onderdeel uit de nadruk meer op rust en ontspanning in de woning. Ook van nationale en internationale tentoonstellingen. Paul the American way of life had een belangrijke invloed op de Betts en David Crowley stellen dat het centraal plaatsen inrichting van de woning. We bekijken hoe de Neder- van huisvesting in grote nationale en internationale evene- landse, Duitse en Franse modelwoningen zich presenteren menten teruggaat op de Great Exhibition in Londen van en welke boodschap zij willen overbrengen. We situeren ze 1851 en de Exposition Universelle in Parijs van 1867. Daar ook binnen de context van hun eigen paviljoen en zien zo werden industrieel vervaardigde producten en arbeiders- hoe sommige modelwoningen naadloos aansluiten op het woningen voor het eerst tentoongesteld.1 Ook in de 20ste algemeen thema en andere minder. De manier waarop de eeuw werden modelwoningen gebruikt om de nieuwe idea- boodschap wordt overgebracht en de hiervoor gebruikte len van het wonen en het huiselijke leven ingang te doen methodes verschillen ook van land tot land en vormen op vinden, bijvoorbeeld op verschillende edities van The Ideal zich een interessant gegeven. Ten slotte belichten we de Home Exhibition (sinds 1908) in Londen, op de Weissenhof vaak politiek getinte ondersteunende nationale organisaties. Siedlung (1927) van de Deutsche Werkbund2 of op de De Nederlandse, Duitse en Franse modelwoningen op Salons des Arts Ménagers (sinds 1923) in Parijs.3 Expo 58 worden zowel in een brede algemene als in een nationale context gelezen. Zo wordt een verhaal gebracht Fredie Floré maakte voor haar recente proefschrift4 een over drie landen die elk op hun eigen manier op zoek analyse van de modelwoningen in de Belgische Sectie van waren naar een hoopvolle humane toekomst. de wereldtentoonstelling van 1958.5 Dit artikel gaat hierop verder en werpt een licht op de modelwoningen van de Expo 58 was de eerste wereldtentoonstelling na de Tweede buitenlandse afdelingen op Expo 58, meer bepaald van de Wereldoorlog (afb. 1). Het boek van Johanna Kint, Expo Nederlandse, de Duitse en de Franse deelname. Het is 58 als belichaming van het humanistisch modernisme7, gaat gebaseerd op ons onuitgegeven afstudeerwerk waarvoor hier dieper op in. Kint introduceert de term humanistisch een uitgebreid archiefonderzoek werd gevoerd in binnen- modernisme, die de link tussen techniek en modernisme en buitenland.6 De archiefbronnen leverden veel specifieke nuanceert. Op de Wereldtentoonstelling van 1958 werden informatie op over de modelwoningen op Expo 58. Daar- nieuwe technologische ontwikkelingen gelinkt met een naast raadpleegden we heel wat secundaire bronnen, waar- moderne levensstijl, maar ze moesten in de eerste plaats ten onder tijdschriften, boeken en catalogussen. Vooral de dienste staan van de mens en niet omgekeerd. Dat was ook tijdschriften Goed Wonen en Arts Ménagers, respectievelijk een kenmerk van de tijdsgeest. De beelden van de Eerste en uitgegeven door de stichting Goed Wonen en het Salon Tweede Wereldoorlog waren op ieders netvlies gebrand. des Arts Ménagers, vormden een belangrijke bron van Voor velen betekenden de oorlogen een ingrijpende con- informatie. frontatie met de negatieve en verwoestende gevolgen van de technologische ontwikkelingen. Maar niet alleen het verle- De modelwoningen worden geanalyseerd als communica- den voedde het sceptische klimaat ten opzichte van tech- tiemedia en worden gesitueerd binnen een ruime sociale en niek, ook het dreigende toekomstbeeld van een derde architecturale context. In die context moet het begrip wereldoorlog versterkte dat gevoel. Het was precies daarop ‘modelwoning’ veeleer begrepen worden als een interieur- dat de organisatoren van Expo 58 wilden inspelen: men model waarbij geen aandacht wordt besteed aan het exteri- koos resoluut voor de optimistische toekomstvisie van een eur. Het begrip ‘modelwoning’ wordt vanuit verschillende meer humane wereld als tegenpool van een door techniek invalshoeken benaderd. Zo lag na de Tweede Wereldoorlog ontaarde wereld.8 Elk deelnemend land probeerde met zijn 94370_Gentse_Bijdr_36_05.indd 87 20/12/11 09:43 88 IRIS BAUWENS EN CÉLINE GOESSAERT Afb. 1. Plattegrond van Expo 58 met Nederland (17), Duitsland (12) en Frankrijk (16). – Brussel, Koninklijk Filmarchief: E. Martens, Expo 58 (2006): 25. paviljoen op Expo 58 een geslaagde wederopbouw voor te (1914-1981) en Gerrit Rietveld (1888-1964), samen ver- stellen met specifieke accenten. enigd in de Architectengroep Brussel 58, tekenden het bouwplan uit. Ze kozen niet voor een opstelling van het materiaal in een groot gebouw, maar voor een dijk en een Het Nederlandse paviljoen waterbassin met kunstmatig opgewekte golven als centraal punt van de tentoonstelling (afb. 2). Alle andere elementen, Het Algemeen Bestuur van de stichting Wereldtentoonstel- zoals de lage tentoonstellingshallen waarin zich ook een ling Brussel Afdeling Nederland wilde met het paviljoen op modelwoning bevond, waren ondergeschikt aan het alge- Expo 58 een degelijk en realistisch beeld geven van Neder- mene thema en beeldden de andere facetten van het dage- land. Als thema koos men voor Het water, vriend en vijand. lijkse leven in Nederland uit. Het Nederlandse volkskarakter, doorgaans geassocieerd met vasthoudendheid en doorzettingsvermogen, werd immers Gerrit Rietveld was verantwoordelijk voor de afdelingen vooral gevormd door ‘de strijd met het water’.9 Zeker na de Textielindustrie en Moderne Woninginrichting in het watersnoodramp van 1953 was dat een zeer actueel thema. Nederlandse paviljoen. Samen met zijn zoon Jan Rietveld (1919-1986) ontwierp hij de ‘flat voor de toekomst’ Het Algemeen Bestuur besteedde de grootste zorg aan de (afb. 3). Die modelwoning, die ook als ‘de radicale flat’, ‘de keuze van de architecten. Joost Boks (1904-1986), Johannes ideale flat’ en ‘de woning voor morgen’ werd beschreven, Hendrik van den Broek (1898-1978), Jacob Berend Bakema lijkt op het eerste gezicht in groot contrast te staan met het 94370_Gentse_Bijdr_36_05.indd 88 20/12/11 09:43 MODELWONINGEN OP EXPO 58 89 Albert Speer (1905-1981) op de Expo van 1937 in Parijs, de laatste Europese wereldtentoonstelling vóór de oorlog, koos Duitsland voor een transparante structuur op stalen kolommen. Het paviljoen bestond uit acht rechthoekige gebouwen, verbonden door bruggen, binnen en rondom een organisch gestructureerd park, ontworpen door de architecten Egon Eiermann (1904-1970) en Sep Ruf (1908- 1982) (afb. 5).11 Het paviljoen toonde de vooruitgang in het dagelijkse leven in Duitsland met betrekking tot wonen, werken en vrije tijd. Men koos voor soberheid en ingetogenheid, met als algemeen thema Leben in Deutschland. Niet de heropge- bouwde economie en het nieuwe buitenlandse gewicht stonden centraal. Veel meer aandacht ging uit naar de nieuwe humane gestalte van alle economische en culturele Afb. 2. Maquette van het Nederlandse paviljoen op Expo 58. pogingen. Die keuze paste goed bij het algemene devies van – Nederland op de Wereldtentoonstelling in Brussel 1958, Expo 58: ‘Een balans van het tijdperk van de atoom; het Stichting Wereldtentoonstelling Brussel 1958 afdeling leven in een menselijker wereld, waar de techniek in dienst Nederland, ’s Gravenhage (1960): afb. 1. Afb. 3. Gerrit Rietveld, leefruimte, eetkamer en werkruimte in het Nederlandse modelappartement, 1958. – Nederland op de Wereldtentoonstelling in Brussel 1958, Stichting Wereldtentoonstelling Brussel 1958 afdeling Nederland, ’s Gravenhage (1960): afb. 42. opzet van het Nederlandse paviljoen om een realistisch beeld te geven van Nederland. Het Duitse paviljoen Afb. 4. Het Duits paviljoen op Expo 58, 1958. – August Bagel Verlag/Der GeneralKommissar der West-Duitsland10 nam deel met een modern paviljoen uit Bundesrepublik Deutschland bei der Weltausstellung Brüssel glas en staal (afb. 4). In grote tegenstelling tot het massieve 1958, Weltausstellung Brüssel 1958. Deutschland, Düsseldorf neoclassistische monumentalisme van het paviljoen van (1958): afb. 75. 94370_Gentse_Bijdr_36_05.indd 89 20/12/11 09:43 90 IRIS BAUWENS EN CÉLINE GOESSAERT resentments… The architects resisted any symbolism or kind of pomp… did without, and built simply and functionally, and have therefore built in accordance with these facts.13 Met het Duitse paviljoen behaalden de architecten een ‘nieuw niveau van precisie, helderheid, structurele integri- teit en aandacht voor detail.’14 Volgens Deborah Ascher Barnstone in The Transparant State. Architecture and politics in postwar Germany15 sloot het Duitse paviljoen aan bij het doel van de politieke vernieuwing in het naoor- logse Duitsland. Dat doel wordt duidelijk door de leuze: ‘Hij die transparant bouwt, bouwt democratisch.’ De transparantie in de architectuur beantwoordde aan het collectieve verlangen om het Duitse gevoel van schuld over de nationaal-socialistische excessen te vergeten en om opnieuw te beginnen.16 Eiermann en Ruf legden ook de voorwaarden vast voor het ontwerp van de programma’s van de verschillende afdelin- gen. Onder leiding van Hans Schwippert (1899-1973)17 toonde de afdeling Stadt und Wohnung een van de belang- rijkste punten van het concept van de Duitse bijdrage. Met die afdeling wilde West-Duitsland tonen hoe trots het land was op het feit dat in 1958 bijna elk Duits gezin een dak boven het hoofd had, dat de industrie op volle toeren draaide en dat er zoveel initiatieven