Landschapsinventarisatie Stroomdal Koningsdiep | Boarn
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Landschapsinventarisatie stroomdal Koningsdiep | Boarn Stichting Beekdallandschap Koningsdiep | de Nije Boarn 24 augustus 2018 1 Landschapsinventarisatie stroomdal Koningsdiep / de Boarn 2 3 Inhoudsopgave Inleiding en procesverloop 6 Bouwhistorie 10 Werkwijze en Inventarisatiegebied Bevindingen, bijzonderheden en aanbevelingen Kaarten Archeologie 24 Werkwijze Bevindingen, bijzonderheden en aanbevelingen Kaarten Deze Landschapsinventarisatie stroomdal Koningsdiep / Boarn is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van: Landschapshistorie 32 Werkwijze en Inventarisatiegebied Iepen Mienskipfûns / Provincie Fryslân Bevindingen, bijzonderheden en aanbevelingen Gemeente Opsterland Gemeente Heerenveen Kaarten Stichting Van Teyens Fundatie It Fryske Gea Ecologie 40 Natuurmonumenten Werkwijze en Inventarisatiegebied Staatsbosbeheer Bevindingen, bijzonderheden en aanbevelingen P.W. Janssen’s Friesche Stichting Kaarten een particuliere bijdrage Resultaten inventarisatie: hoe, wat, waar? 52 Colofon Bouwhistorie 52 Archeologie 55 Bouwhistorie: Bé Lamberts Archeologie: Jan Slofstra Landschapshistorie 58 Landschapshistorie: Jan Slofstra Ecologie 62 Ecologie: Wibe Altenburg Cultuurhistorische Landschapsinventarisatie Gorredijk-Kortezwaag-Langezwaag Bijlage 1 Landschapsinventarisatie Gorredijk e.o. 68 Esgo Kuiper / Rijksuniversiteit Groningen - Kenniscentrum Landschap Bijlage 2 Lijst Objecten Bouwhistorie Opsterland 86 Samenstelling en redactie: Lenneke Büller Stichting Beekdallandschap Koningsdiep | de Nije Boarn © 2018 4 5 Inleiding en procesverloop Het feit dat de inventarisatie – door de zoektocht naar een geschikte werkwijze en het maken van keuzes wat wel en wat niet te inventariseren – negen maanden langer heeft geduurd dan gedacht, heeft ook gevolgen gehad voor de afspraken met de RUG. Esgo Kuiper heeft het proces niet tot het eind toe kunnen Begin 2016 had onze stichting voldoende fondsen verworven om te kunnen meemaken, mede vanwege een baan elders in het land. De uren van Kuiper zijn starten met een Landschapsinventarisatie (LSI) van het stroomdal Koningsdiep daarom deels besteed aan het maken van een landschapshistorische inventarisatie | Boarn. Met de deskundige hulp van de Rijksuniversiteit Groningen, - van een deelgebied: de omgeving van Gorredijk. De inventarisatie van Kuiper Kenniscentrum Landschap (RUG), maar vooral i.s.m. de burgers - in de vorm van vormt een apart onderdeel van dit rapport. lokale deskundigen en verenigingen. De afronding van de inventarisatie als geheel is gebeurd onder verantwoordelijk- De LSI vormt onderdeel van het meerjarenproject Het Koningsdiep: de NIJE heid van Wibe Altenburg (ecologie), Bé Lamberts (bouwhistorie) en Jan Slofstra Boarn, bouwen aan de reputatie en identiteit van het beekdal Koningsdiep (28 (landschaphistorie en archeologie). mei 2015). Dit project bestaat uit vier elementen: Wat betreft Bouwhistorie, Archeologie en Landschapshistorie heeft een vaste • Landschapsinventarisatie groep vrijwilligers verspreid over 1,5-2 jaar aan de inventarisatie gewerkt. Steeds • Landschapsbiografie o.l.v. een (vrijwillige) deskundige. Wat betreft Ecologie (een zeer breed terrein) • Allerhande Maatschappelijke en culturele projecten hebben we ook gesteund op de inzet van studenten van Van Hall Larenstein en • Ontwikkelingsvisie een pas afgestudeerd ecoloog. Deze mensen hebben gewerkt o.l.v. van Altenburg & Wymenga, ecologisch onderzoeksbureau. Onze stichting heeft destijds met Het Koningsdiep: de NIJE Boarn een grote ambitie neergezet onder het motto: wie niet groot durft te denken kan ook nooit In de hoofdstukken over de vier thema’s gaan wij verder op methode en iets groots bereiken. De omvang van het gebied; de samenwerking tussen RUG werkwijze in. Niet alles wat is geïnventariseerd zal in deze hoofdstukken de revue en lokale deskundigen – tussen specialisten en leken; het doen van een passeren. We belichten de bijzonderheden en hoogtepunten die aan het licht inventarisatie die zich baseert op de inzet van vrijwilligers, vormden zowel voor zijn gekomen en doen vanuit onze ervaringen en waarnemingen aanbevelingen onze stichting als de RUG een avontuur. waarvan we hopen dat de overheden, de (terrein beherende) organisaties en de historische en natuurverenigingen er hun voordeel mee doen. Met dit rapport sluit onze stichting Participatietraject 1: de Landschaps- inventarisatie af. Het is een avontuur geweest in de ware zin van het woord, met moeilijke en mooie kanten. Mooi waren de inzet van tientallen vrijwilligers, het samenzijn en de verhalen die het losmaakte. Moeilijk was het om een methodiek Wynjeterper Schar te ontwikkelen op basis waarvan die vrijwilligers op een uniforme manier aan de slag konden. Wij dachten dat gedeelte met het inhuren van de RUG te hebben opgelost, maar ook de RUG bleek niet over ‘sjablonen’ te beschikken die ingezet konden worden voor een inventarisatie met vrijwilligers. Bovendien heeft de RUG ervaring met (methodieken voor) Landschapshistorie, maar niet met Ecologie, Archeologie en Bouwhistorie, de andere drie thema’s van onze Landschapsinventarisatie. Het heeft de betrokken specialisten binnen en buiten ons bestuur veel tijd gekost om aan een methode van werken vorm te geven. Met als ongewild bijeffect dat sommige vrijwilligers het moeilijk vonden om gemotiveerd te blijven. Want dat is de essentie van het werken met vrijwilligers: deze mensen doen mee omdat ze het leuk vinden. Lang wachten voor je van start kan is niet leuk. En slechts een enkeling blijft gemotiveerd door het ‘hogere doel‘ dat het werk dient - een vrijwilliger Ecologie heeft weinig trek een dag in een veld door te brengen waar hij of zij weinig verwacht te vinden. Ook de keuze van de te inventariseren soorten kan ertoe leiden dat men afhaakt. En als je in de vorm van een baan kunt gaan inventariseren, dan gaat dat natuurlijk voor. We zijn het allemaal tegengekomen. 6 7 De inventarisatie is niet gebiedsdekkend. Er zijn hiaten, simpelweg omdat zich voor dat gebied geen vrijwilligers aanmeldden. Misschien dat deze inventarisatie lokale deskundigen alsnog inspireert om aan de slag te gaan of dat de betreffende gemeentes zich aangespoord voelen de draad verder op te pakken. Wat ons betreft is dit rapport geen eindpunt, maar het begin van een vervolg. Een vervolg dat er in eerste instantie uit zal bestaan dat we in het najaar van 2018 een reeks bijeenkomsten zullen organiseren om de resultaten breed te presenteren en bespreken. Niet alleen met de betreffende overheden en organisaties, maar vooral ook met de bevolking. En wat ons betreft vormen die bijeenkomsten een aanzet om de (potentiële) kwaliteiten van het stroomdal van Koningsdiep en Boarn nog verder in kaart en onder de aandacht te brengen. Met als doel om met kennis van zaken gezamenlijk te werken aan de toekomst. Want daarom hebben wij deze inventarisatie geïnitieerd. Wij wensen het stroomdal van Koningsdiep en Boarn kwaliteitsverbetering toe. Niet vanuit een ‘behoudend’ standpunt, maar vanuit de overtuiging dat de aanwezige én potentiële kwaliteiten aan natuur, landschap en cultuurhistorie van waarde zijn voor een vitale toekomst van dit ‘landelijke gebied’. Dat is in ieder geval de motivatie geweest van de tientallen vrijwilligers die hun tijd, energie en kennis in deze inventarisatie hebben gestoken. Wat hun betreft vraagt deze inventarisatie om vervolgprojecten en producten. Om verdere uitwerking door de overheden maar ook om routes, boekjes, tochten etc. die bewoners, recreanten en toeristen meer bekend maakt met de (leef)omgeving die ze zo aan het hart gaat. Aldeboarn, 24 augustus 2018 Stichting Beekdallandschap Koningsdiep | de Nije Boarn Piet Dijkstra, voorzitter Thijs Willems (links) hier samen met zijn vriend Lars Meetsma inventariseert de dassenburchten. Thijs verzorgde ook een ‘Verhaal van de Maand’ van juli 2017. Foto: Marije Geertsma 8 9 1. Bouwhistorie De Inventarisatie van het MIP beperkte zich tot de periode 1850-1940, waardoor interessante zaken van vóór 1850 en uit de periode van de Wederopbouw (1940-1965) buiten beschouwing zijn gelaten. Ook bleek Werkwijze en Inventarisatiegebied dat een aantal zaken die wel in de MIP inventarisatie thuis horen over het Beginvraag wat betreft Bouwhistorie was - er vanuit gaande dat je gaat werken hoofd zijn gezien. Omdat in de periode 1992-2018 diverse bouwwerken met een groep in bouwhistorie geïnteresseerde vrijwilligers, de een meer zijn afgebroken of ingrijpend zijn verbouwd vielen meerdere zaken uit deskundig dan de ander: op basis waarvan kunnen we met elkaar aan het werk de MIP inventarisatie af. Het kwam er op neer dat de gehele gemeente gaan? daardoor opnieuw moest worden gescand om deze omissies in beeld te krijgen. Zodoende is er uiteindelijk een sterk aangepaste lijst ontstaan. We hebben ervoor gekozen om het MIP, het Monumenten Inventarisatie Project van de provincie uit de jaren ’90 als basis te nemen. De MIP geeft een overzicht De nieuwe lijst bevat nu 465 adressen waarop of waarbij zich gebouwde of van waardevolle panden uit de periode 1850 – 1940. De groep vrijwilligers aangelegde zaken bevinden die voor een belangrijk deel beantwoorden aan de heeft, elk in de eigen omgeving, in beeld gebracht of de panden die op deze lijst criteria die ook werden gehanteerd door het MIP en het hieruit voortvloeiende voorkwamen nog bestonden en zo ja in welke staat ze waren. Monumenten Selectie Project (MSP) later in de jaren ´90. Alle opgenomen Daarnaast heeft architectuurhistoricus Bé Lamberts de groep uitgebreid adressen voldoen aan een of meerdere van de volgende criteria: cultuur-/