Bodemkundig Onderzoek Van Twee Daliebulten Bij Middelie En Beets in De Zeevang (N.H.)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bodemkundig onderzoek van twee daliebulten bij Middelie enBeet s ind e Zeevang(N.H. ) J.R Mulder en L.W. Dekker Alterra-rapport 1411,ISS N 1566-7197 Bodemkundig onderzoek van twee daliebulten bij Middelie en Beets in de Zeevang (N.H.) J.R Mulder en L.W. Dekker Opdrachtgevers Naam: Dienst Landelijk Gebied regio West Contactpersonen: ing. T. van der Spelt Adres: Postbus 8540 Postcode/plaats: 3503 RM Utrecht Telefoon: 030 2344537 E-Mail: [email protected] Opdrachtnemer Alterra Auteurs: J. R. Mulder en L.W. Dekker Afdeling: Landschap en Ruimtegebruik/ Bodemkunde Telefoon: 0317-474245 E-Mail: [email protected] Vormgeving: J.Tahitu, Communication Services, Wageningen Datum: Februari, 2007 REFERAAT Mulder, J.R. enL.W. Dekker 2006. Bodemkundig onderzoek van twee daliebulten bij Middelie en Beets in de Zeevang. Wageningen. Alterra, Research Instituut vto r deGroen e Ruimte.Alterr a- rapport 1411, 33 blz, 9afb . Tijdens de bodemkarteringva n de herinrichting De Zeevang boven Edam in 1994 zijn zogenaamde daliebulten ontdekt. Daarinwer d een circa 3,50 tot 4 mdi k verstoord pakket veenaangetroffen , terwijl deveendikt e direct naast de bult niet meer dancirc a 1,50 mbedroeg .Daliebulte n zijn het equivalent van daliegaten,di e zichal s depressies in kleigebieden manifesteren en die voorheen met veenware n bedekt. Devullin gva n twee onderz'ichte daliebulten bestaat grotendeels uit oligotroof veen, dat uit de omgeving uit mesotroof veen. Ind e loop der eeuwen isdoo r deverbeterd e ontwatering hetoligotrof e veenpakke tvrijwe lgehee l door oxidatieverdwenen .O pee ndiept eva n35-4 0c m komt ind edaliebul t van Middelie een grotere dichtheid van de grond voor en een lager organisch stofgehalte dan ernaast. Bij Beets is over het veen inclusief daliebult in de middeleeuwen een laag klei afgezet. Beide vullingen van de daliebulten bevatten door het hele profiel heen resten van oude cultuurlagen.D ebode mva nd edaliebul t bestaat uitmengse lva nteruggestor t veene nslapp e klei.E rzij ngee narcheologic a ind e onderzochte daliebulten aangetroffen. Trefwoorden: Daliebulten,daliegaten ,D eZeevang ,Middelie ,Beets ,bodemkundi g onderzoek, oligotroof, mesotroof. ISSN 1566-7197. Dit rapport isdigitaa l beschikbaar viawww.alterra.wur.nl . Eengedrukt e versie van dit rapport, evenals vanall e andereAlterra-rapporten , kunt uverkrijge n bij Uitgeverij Céréalest e Wageningen (0317 46 66 66).Voo r informatie over voorwaarden, prijzene n snelste bestelwijze zie www.boomblad.nl/rapportenservice © 2006 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte Droevendaalsesteeg 3 Postbus 47 6700 AA Wageningen Telefoon: 0317-47 47 00 Fax: 0317-4190 00 E-Mail: pQstkamer@alterrajïag-iirjil Niets uit dit drukwerk magworde n verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra, noch mag het zonder dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk danwaarvoo r het isvervaardigd . Projectnummer 232545 [Alterra-rapport 141l/JT/02-200 7 Alterra-rapport 1411 Inhoud 1. Inleiding 7 2. Gebiedsbeschrijving 9 3. Methode van onderzoek 11 4. Resultaten van het onderzoek 15 5. Conclusies en aanbevelingen 19 Literatuurlijst 21 Bijlage 1 Boorbeschrijvingen 22 Afbeeldingen 1 Overzichtskaart DeZeevan g 8 2 BodemkaartD eZeevan g 9 3. Locatie daliebultMiddeli e 10 4 Lieselotte Meersschaert (I)e nVaness a Gelorini (r)aa nhe twer k op dedaliebul t Middelie 11 5 Locatie daliebult Beets 12 6 Fotodaliebul t Beets 13 7 Louis Dekker met de baak 14 8 Dwardoorsnede daliebult Middelie 15 9 Dwarsdoorende daliebult Beets 16 Alterra-rapport 1411 Dankwoord Van verschillende zijde hebben wij medewerking gekregen om dit project te kunnen uitvoeren. Dank gaat uit naar: - fam. J.J. De Boer uit Middelie en fam. A.D. Mayer uit Beets die toestemming gaven om op hun percelen onderzoek te doen. - Prof. Erik Thur van de Universiteit van Gent, vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis; - Drs. P. Franzen uit Nijmegen voor de verwerking van de boringen en hettekene n van de dwarsdoorsneden. - P. Laan uit.Middelie , voorzitter van de Heemkundekringva n Middelie voor het verstrekken van informatie en van scans van oude foto's van het gebied. Alterra-rapport 1411 1. Inleiding Tijdens de bodemkartering van De Zeevang in 1994 in opdracht van DLG-Regi o West zijn meer dan 500 zogenaamde daliebulten ontdekt. De ontstaanswijze is identiek aan die van daliegaten. Omdat de daliebulten als gevolg van grootscheepse egalisaties van percelen worden bedreigd, heeft DLGregi o West aanAlterr a opdracht verleend om een archeobotanisch en bodemkundig onderzoek uit te voeren naar het ontstaan en de inhoud van daliebulten. Het veldwerk, laboratoriumonderzoek en de rapportage heeft in 2006 plaatsgevonden. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden gebruikt bij het uitzetten van een strategie voor nader onderzoek zowel binnen als buiten de herinrich ting Zeevang. Het onderzoek werd gefinancierd door het Ministerie van LNV, via het BOcluste r Vitaal Landelijk Gebied, thema Landschap. Daliebulten hebben een doorsnede vanzo' n 5 meter en zijn opgevuld met een circa 3,50-4,00 m dik verstoord pakket veen. Bij de boeren staan ze bekend als Veenkringen'.Vanweg e de grote, historische betekenis verstrekte de Dienst Landelijk Gebied regio West aan het toenmalige Staring Centrum (nuAlterra ) een aanvullende opdracht om de daliebul ten te inventariseren (Mulder enVa n Steenbergen 1995). Een eerste artikel over daliebulten verschijnt volgend jaar in het Historisch Geografisch Tijdschrift (Mulder 2007 i.v.) Projectdoelstelling De doelstelling van dit project is: 1. Inzicht te krijgen in het natuurlijke- en cultuurlandschap van de Zeevang rond 1000 na Chr. Welke vormen van akker- enweidebou w hebben in De Zeevang plaatsgevonden? 2. Tot hoever hebben de veenmosveenkussens en daarmee de akkerbouw zich in de Zeevang uitgestrekt? 3. Waar bevonden zich de akkerbouwcomplexente n opzichte van de nederzettingen in de Zeevang? 4. Hoe is het geomorfologische verschijnsel van de daliebulten te verklaren? Projectteam Het archeobotanisch onderzoek is in 2006 uitgevoerd door respectievelijk drs V. Gelorini van de Universiteit van Gent (vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis) en Drs L. Meersschaert van de Archeologische Dienst Waasland uit St. Niklaas. Het bodemfysisch onderzoek werd verricht door dr L.W. Dekker enJ.R . Mulder (projectleider) vanAlterra . De resulta ten zijn vastgelegd intwe e afzonderlijke rapporten, (Gelorini enVa n Meersschaert 2006) enhe t onderhavige rapport. Verder is in december 2006 opdracht verleend aan M. van Strydonck van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatri monium te Brussel voor C14-onderzoek naar 4 veenmonsters. De resultaten hiervan verschijnen in april 2007. Alterra-rapport 1411 Slingerdijk veenstroom achtergrensorrtginningsblo k O O o O O veenterpjes dijk gebiedenme t relatief weel dali bulten 's y\ buitendijkse gebiedeno f koge •• • » i - secundairebewonings-a s A /\' geologische dwarsdoorsnede |i|. drooggemaaktebrake n O 0.5 l km Afb.1. OverzichtskaartDe Zeevang. Alterra-rapport 1411 ?. nehifidsheschrijving Het herinrichtingsgebied Zeevang ligt ingeklemd tussen het IJsselmeer en de Beemster met de Oudendijk (Westfriese Omringdijk) als noordgrens en het stadje Edam met het Edammer dijkje als zuidgrens. Oosthuizen, Beets, Warder, Middelie en Kwadijk zijn de voornaamste dorpen (afb. 1). Inhe t binnendijkse gebied komen overwegend veengronden voor, in de voormalige kogen moerige gronden en langs de IJsselmeer Dijk zogenaamde braakgronden (afb. 2). Afb.2. BodemkaartDe Zeevang. Alterra-rapport 1411 Vóór de ontginning bestond De Zeevang uit enkele veenmosveenkoepels, die begroeid waren met heide en berken en die via veenstroompjes als de Kromme Ue en de Kerspe (bij Beets) afwaterden op het Almere. De eerste bewoners vestigden zich tussen de 9e en 11e eeuw op huisplaatsen op de veenkoepels. Vanuit de veenstroompjes werd het gebied in de lle/12e eeuw ontgonnen en ontstond een strookvormig verkavelingspatroon. Na de ontginning begon het proces van maaivelddaling door oxidatie als gevolg van de verbeterde ontwatering (Borger 1975) en door bemesting van kalkrijke klei. De uitbreiding vanAlmer e naar Zuiderzee ging ten koste van grote delen ontgonnen landva n de nederzettingen Scharwoude, Etersheim enWarder . Via de benedenloop van de veenstromen als de Kromme Ye drong het Zuiderzeewater het gebied binnen. Langs de oevers kwam klei tot afzetting. Omstreeks 1200 kwam de bedijking van de Polder Zeevang tot stand.Tusse n de Slingerdijk en de Oudendijk bleef een brede strook onbedijkt land over, de Polder Beetskoog en Koogpolder. Bij hoge Zuiderzeestanden overstroomden deze gebieden envon d het overstromingswater zijn weg van de Zuiderzee naar de uitdijende Beemster. Uiteindelijk zijn de kogen in de 14e eeuw bedijkt. De Zuiderzeedijk is talloze malen bij stormvloeden doorgebroken, waarbij doorbraakkolken werden gevormd, de bra ken. Een aantal van de braken zijn drooggemaakt zoals de Etersheimerbraak en de Heintjesbraak bovenWarder . Ze bestaan uit klei-afzettingen van de Oude Blauwe Zeeklei. Daarin komen veelal daliegaten voor (Mulder enVa n Steenber gen 1995). V 1 .'•Wjlblfc*' «h'tllM •> V -*•«*-•-, ; *—-i: - / A-V "~"—-—J .—T- . t . * 'ljMqt»_n IWIUM Iktaft^tyiiu , 4' / ^V ! ~* * Hriiii*iMFAvb>NlM i f I . *>• $£• •!-.• v j '•- . -, Ä ' •- N^-£^V *"" *- "'S ,WM 9 j»PWW•. , j1..J » »«—.» ., it*.- ' f, •?.'/. • , »il-"" !•' "«"•.' ƒ € ••«•• ' /v^ ^ s» •«f ÉMIM mir i •—•«• « * ' '/ ,«^ /tfb.3 . Locatie dakiebultMiddelie.