Nederlandse Plaatsnamen Verklaard
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nederlandse plaatsnamen verklaard Nederlandse plaatsnamen verklaard Reeks Nederlandse plaatsnamen deel 12 Gerald van Berkel en Kees Samplonius Schrijvers: Gerald van Berkel en Kees Samplonius Kaart omslag: Famiano Strade, Leo Belgicus, ca. 1632 ISBN: 9789463679176 /2 © 2018, de schrijvers Ten geleide Het hier gepresenteerde corpus omvat circa 9.000 toponiemen, 35.000 attestaties en 38.000 literatuur- en bronvermeldingen. De opzet is vergelijkbaar met die van Nederlandse plaatsnamen. Herkomst en historie (2006) van Gerald van Berkel en Kees Samplonius. Het begrip plaatsnaam is in het huidige woordenboek echter ruimer gedefinieerd: ook wijk- en buurtnamen en een enkele gebiedsnaam zijn opgenomen. Een van de belangrijkste kritiekpunten op het gezamenlijke woordenboek was het gebrek aan uniformiteit in de verklaringen van de twee auteurs. Om tegemoet te komen aan de kritiek heb ik alle lemma’s opnieuw geschreven en geüniformeerd. Bovendien zijn ongeveer 2.500 lemma’s, 20.000 attestaties en de bronvermeldingen door mij toegevoegd, alsmede ruim 200 toponymische grondwoorden. Ook de inleiding en de bibliografie zijn van mijn hand. Voor dit alles draag ik als enige de verantwoordelijkheid. Dank aan Kees Samplonius, die zijn aanvullingen op Nederlandse plaatsnamen. Herkomst en historie (2006) ter beschikking stelde. Dank is tevens verschuldigd aan Frank van den Hoven, hoofdredacteur van plaatsengids.nl, die meerdere malen aan- vullingen en verbeteringen doorgaf. Speciale dank gaat uit naar mijn vrouw, Carolien van Berkel, voor de jaren- lange ondersteuning en voor het met grote zorgvuldigheid uitgevoerde correctiewerk. Ik hoop dat u als lezer plezier aan de verzamelde informatie zult beleven. Gerald van Berkel Amstelveen Januari 2018 5 6 Inleiding Het doel van dit woordenboek is om aan te geven wat de etymologie van een plaatsnaam is, dat wil zeggen wat zijn oorspronkelijke betekenis is. Het uitgangspunt daarbij is dat op het moment van naamgeving plaatsnamen altijd een zinvolle betekenis hebben. Is eenmaal sprake van een plaatsnaam dan verwijst de naam nog slechts naar die ene specifieke locatie en speelt de betekenis geen rol meer. Mede daardoor zijn plaatsnamen in het spraakgebruik extra gevoelig voor wijzigingen door klankverandering en verkorting. Enkele voorbeelden van het resultaat van deze veranderingen toont de volgende tabel: Plaatsnaam Oudst bekende attestatie Betekenis Farmsum 10e-11e eeuw Fretmarashem ‘woonplaats van Fretmar’ Breinder 1263 Breiderode ‘uitgestrekte ontginning’ ca. 1200 Alerdeskirke Serooskerke ‘eigenkerk van heer Alard’ 1429-1430 tSer Olaertskerke De voorbeelden illustreren dat het zonder de oudste vormen moeilijk –zo niet onmogelijk- is de oorspronkelijke betekenis van namen als Farmsum te Delfzijl, Breinder te Schinnen en Serooskerke op Walcheren te achterhalen. Maar ook als namen transparant lijken, blijken de oude vormen soms een ander licht te werpen op de oorsprong van de naam. Bekende voorbeelden zijn Doodstil, 1456 Doetijl, 1497 Doetil ‘vaste brug van Dode’, Ridderkerk, 1292 Riederkerke ‘kerk behorend bij de plaats Riede’ en Bazuin, dat in 1415 Byzueden ‘ten zuiden van’ heette. In enkele gevallen heeft men een niet meer begrepen plaatsnaam of delen daarvan later gereïnterpreteerd. Een voorbeeld daarvan is Boekend te Venlo, dat in 1369 vermeld wordt als Boychoyt ‘beukenbos’, maar waarbij men het tweede deel, oorspronkelijk hout ‘hoogopgaand loofbos’, na afslijting opvatte als eind ‘rand, uiteinde, plaats waar iets ophoudt’. Bij Eeneind bij Nuenen (1381 Ghibo de enode), waarbij men mnl. enode ‘woestijn, eenzaam, onherbergzaam oord’ niet meer begreep, verving men het laatste deel eveneens door eind (reeds 1520 op deen eynde). Voor een plaatsnaamkundige zijn daarom de volgende werkzaamheden van belang: - identificeren en lokaliseren van toponiemen in oude bronnen - achterhalen van de oudste vormen van een bepaald toponiem - analyseren van de vormingswijze - vaststellen van de betekenis - toetsen van het resultaat aan plaatselijke omstandigheden - onderkennen van verspreidingspatronen - opstellen van een relatieve chronologie - vastleggen van de resultaten Om de oorsprong van een naam te kunnen bepalen moeten we zo dicht mogelijk bij het moment van naamgeving geraken. Hiervoor is het nodig onderzoek te doen naar de oudste vormen van de plaatsnaam, die we kunnen vinden in oorkonden en op oude kaarten. De schriftelijke overlevering begint in ons land met de komst van 7 de Romeinen. Voor wat de plaatsnamen betreft zijn de gegevens dan nog schaars. Meer informatie komt beschikbaar vanaf de 8e eeuw, als kerkelijke instanties als kloosters steeds meer grondbezit verwerven, waarvan zij de overdracht in oorkonden en de jaarlijkse inkomsten in registers noteerden. Een oorkonde is een document dat diende als bewijs van een juridische handeling. In de Middeleeuwen werden alle belangrijke transacties in een oorkonde vastgelegd. Daarnaast beschreven de monniken de gebeurtenissen in hun tijd in kronieken. De voor Nederland belangrijkste kloosters lagen op één uitzondering na niet in Nederland zelf. Het waren de kloosters van Werden, Fulda, Lorsch en Echternach. Als kerkelijk centrum van Nederland hadden de bisschop van Utrecht en de Sint Maartenskerk diverse bezittingen overgedragen gekregen of nieuw verworven. Het enige vroege Nederlandse klooster was Egmond, dat echter pas gesticht is in de 10e eeuw. Voor het zoeken van oude vormen van plaatsnamen biedt de digitalisering van de archieven van het afgelopen decennium grote voordelen. Ik heb hiervan dankbaar gebruik kunnen maken. Genoemd dient te worden het project Cartago, dat alle akten tot 1601 met betrekking tot de provincies Groningen en Drenthe en het Duitse Oost- Friesland ontsluit. Andere regionale voorbeelden zijn de digitale archieven van het Brabants Historisch Informatie Centrum en het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. De oudste documenten zijn te vinden in diverse oorkondenboeken. Het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis heeft de papieren edities van de belangrijkste oorkondenboeken van Holland en Zeeland, Utrecht, Gelre en Zutphen en Noord-Brabant online beschikbaar gesteld (het oorkondenboek van Groningen en Drenthe vindt men bij Cartago.nl). Zijn de oudste vormen verzameld, dan volgt de analyse van de vormingswijze van de plaatsnaam1. Structureel gezien kunnen plaatsnamen in grofweg drie categorieën worden onderverdeeld: enkelvoudige namen, samengestelde namen en afleidingen. Enkelvoudige namen zijn namen die alleen uit een grondwoord bestaan, zonder toevoeging. Een voorbeeld is de naam De Berk (bedrijventerrein te Echt) identiek met de boomnaam berk. Bij afleidingen moeten we denken aan een grondwoord waaraan een achtervoegsel is toegevoegd. Een voorbeeld daarvan is De Berckt (1279 Berck, ca. 1329 te Berket, kasteel te Baarlo), een afleiding met het achtervoegsel –t van berk met de betekenis ‘plaats waar berken staan’. De meest voorkomende categorie vormen de samenstellingen, combinaties van een grondwoord met een bepalend woord. Zo is Berkelaar (te Echt, midden 11e eeuw kopie 18e eeuw Berclar), een samenstelling van het grondwoord laar ‘intensief benut bos, bosweide’ en de boomnaam berk, die aangeeft om wat voor type laar het gaat. De samenstellende delen worden in dit woordenboek doorgaans aangeduid met eerste deel en tweede deel. In het voorbeeld Farmsum hierboven is Oudnederlands hem ‘woonplaats, woning’ het tweede deel ofwel het grondwoord. Het eerste deel is de voornaam Fretmar. Deze voornaam heeft hier de verbogen vorm Fretmaras, de tweede naamval (genitief) met de betekenis ‘van Fretmar’. Anders dan bij voorbeeld het Duits gebruikt het moderne Nederlands nauwelijks meer naamvallen, maar ten tijde van de vorming van de meeste plaatsnamen speelden naamvallen nog een belangrijke rol. Zo gebruikte men vroeger om de ‘plaats waar’ aan te duiden de derde 1) Een verklaring van de meest gebruikte termen is te vinden op bladzijde 16. 8 naamval (datief), nog duidelijk herkenbaar aan het lidwoord in plaatsnamen als Den Haag ‘bij de haag’ en Den Bosch ‘bij of in het bos’. Voor het achterhalen van de betekenis van de woorden die deel uitmaken van de plaatsnamen is de digitaal beschikbare Geïntegreerde Taal Bank van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie van grote waarde. Op de site gtb.nl vindt men het Oudnederlands Woordenboek, het Vroegmiddelnederlands woordenboek, het Middel- nederlandsch Woordenboek, het Woordenboek der Nederlandsche Taal en het Woordenboek der Friese Taal. Daarnaast raadplege men de etymologiebank.nl, opge- zet door Nicoline van der Sijs, voor alle belangrijke etymologische publicaties van het Nederlands. Veel detailstudies zijn te vinden in de tijdschriftenreeksen Nomina Geographica Neerlandica, in de Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde en in het tijdschrift Naamkunde. Een van de belangrijkste publicaties op het gebied van de plaatsnaamkunde, het Toponymisch Woordenboek van Maurits Gysseling, is door de Universiteit van Antwerpen online beschikbaar gesteld. De grote verdienste van dit woordenboek zijn de attestaties en de identificaties. De etymologische informatie is echter beperkt houdbaar gebleken. Naast het Toponymisch Woordenboek beschikken we over diverse andere belangrijke hulpmiddelen, met als belangrijkste het Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 van de hand van Künzel, Blok en Verhoeff. Daarnaast blijven de werken van Schönfeld over veldnamen en waternamen van onschatbare waarde. Verouderd, maar nog steeds bruikbaar, is het werk van Moerman, Nederlandse plaatsnamen. Een overzicht.