INHOUDSOPGAVE 1 Ligging, Grenzen En Omvang 2 2 Landschappelijke Structuur 4 3 Infrastructuur 9 4 Nederzettingen 12 5 Bevolking 1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 4 3 Infrastructuur 9 4 Nederzettingen 12 5 Bevolking 17 6 Middelen van bestaan 19 7 Sociale en culturele voorzieningen 26 8 Ontwikkeling 1850 - 1940 29 Bronnen 35 Bijlagen 37 HET OVERSTICHT Zwolle, mei 1990. 1 Ligging, grenzen en omvang Vriezenveen is een verstedelijkte plattelandsgemeente in het noordwesten van Twente. In het noorden grenst de gemeente aan de Sallandse gemeente Hardenberg, in het noordoosten aan de "Samtgemeinde" Uelsen in de Bondsrepubliek Duitsland, in het oosten aan Tubbergen, in het zuidoosten aan Almelo, in het zuidwesten aan Wierden en in het westen aan de Sallandse gemeenten Hellendoorn en Den Ham. Op kaart 1 is de ligging van Vriezenveen in Twente ingetekend. Behalve het bestuurlijke en administratieve centrum Vriezenveen bestaat de gemeente uit de kernen Westerhaar- Vriezenveensewijk, De Pollen en Aadorp en de buurschappen Bruinehaar, Weitemanslanden en Westerhoeven. De gemeente Vriezenveen is in april 1811 ontstaan uit het voormalige gelijknamige schoutambt, dat het noordelijke gedeelte vormde van de Heerlijkheid Almelo en Vriezenveen. Nadien hebben zich slechts twee kleine gemeentelijke grenswijzigingen voorgedaan, in 1935 met de gemeente Hardenberg en in 1967 met de gemeente Den Ham. Op 1 januari 1988 bedroeg het totale gemeentelijke grondgebied 73,99 km2 (waarvan 0,75 km2 binnenwater breder dan 6 meter), het aantal inwoners 18.484 en de woningvoorraad 5.886 eenheden. De bevolkingsdichtheid en de woningdichtheid per km2 land waren op die datum respectievelijk 252 en 80. Ter vergelijking: de bevolkingsdichtheid per km2 land in Twente als geheel bedroeg op 1 januari 1988 400, de woningdichtheid 149. 2 Landschappelijke structuur 2.1. Geologie Het huidige landschap van de gemeente Vriezenveen is grotendeels het resultaat van natuurlijke processen en van activiteiten van de mens in de jongste geologische periode, het zogenaamde Holoceen. Onder invloed van veranderingen in klimatologische omstandigheden vond in het bekken, waarin onder andere Vriezenveen ligt, veenvorming plaats. Langzaam maar zeker ontwikkelde zich in dat met dekzandruggen omringde bekken, waaruit het overtollige water moeilijk afgevoerd kon worden, in een zuurstofarm, drassig milieu een pakket hoogveen, variërend in dikte van enkele decimeters in het zuiden tot plaatselijk ruim acht meter in het noorden. In het zuidoosten van de gemeente op de grens met Tubbergen ontstond hier en daar moerasveen. Alleen in het uiterste noorden van de gemeente bevinden zich enkele gebieden die niet met veen bedekt zijn geweest. Het betreft de uit grind, keien en grof zand bestaande en met dekzand bedekte gestuwde afzettingen van Sibculo en Bruinehaar ("haar" betekent in dit verband een dekzandopduiking temidden van lager gelegen heide- en veengronden). 2.2. Bodemgesteldheid en landschap Door de verschillende wijzen van exploitatie van het grondgebied sedert het begin van de occupatie heeft zich in de gemeente Vriezenveen grofweg een tweetal bodemsoorten ontwikkeld. De eerste bewoners vestigden zich op de hogere delen bij Sibculo en Bruinehaar en langs het riviertje de Vriezenveensche Aa. Bemesting van de akkers met heideplaggen werd vervangen door een vermengd met dierlijke hoofdzakelijk oost-west uitwerpselen leidde tot het georiënteerde blokverkaveling met ontstaan van vruchtbare brede, rechte ontwateringssloten. enkeerdgronden. De gestuwde Alleen in het gebied "Het afzettingen kregen zo in de loop Veenschap" is het sterk van de tijd dikke cultuurdckken afwisselende slagenlandschap variërend van 30 tot 50 cm. Op de bestaande uit smalle stroken bouw- kleine stuwwal in het noordoosten en weilanden, bos en onvergraven van de gemeente ontstond het hoogveen bewaard gebleven. Dit esdorp Bruinehaar. De nederzetting deel van het oude zelf is na 1850 in landschappelijk ontginningslandschap is vanwege de opzicht nauwelijks veranderd, het enorme dikte van het veenpakket bijbehorende veengebied ten niet in de ruilverkaveling zuiden, westen en noorden ervan ingebracht en geeft als zodanig daarentegen zeer sterk. Met een goed beeld van de vroegere uitzondering van het ruimtelijke structuur van een natuurreservaat groot deel van de gemeente "Engbertsdijksvenen", waar nog op Vriezenveen. Kaart 2 geeft een beperkte schaal veen gewonnen gegeneraliseerd overzicht van de wordt, en de Nieuwe in de gemeente Vriezenveen Hoevenwegsvenen, heeft het voorkomende bodemsoorten en de vroegere veenlandschap plaats bijbehorende geologische gemaakt voor een veenkoloniaal formaties. akkerbouwgebied met een rationele verkavelingsstructuur. 2.3. Bodembeheer en ontginningen Om de controle over het grote Ten noorden van de Vriezenveensche veengebied ten noorden van Almelo Aa ontwikkelde zich in de loop van te effectueren, gaven de bewoners de tijd het voor Vriezenveen zo van het Huis van Almelo in het karakteristieke begin van de veertiende eeuw de hoogveenontginningslandschap wildernissen ter ontginning uit gekenmerkt door lintvormig aan "Vrijen Vresen ende alle die samengetrokken bebouwing en een lude ende oeren erfgenamen, die strookvormige daer nu wonet op den voerseyden verkavelingsstructuur. Door vene dat gheleghen is tusschen der bemesting kreeg het veen Wederder (Wierdense) wueste ende plaatselijk een dun cultuurdek. Bavesbeke". Waar door oxidatie en inklink het veenpakket verdween, kwamen De ontginningsmethode die de verschillende zandgronden aan de kolonisten toepasten, was van het oppervlakte. in de Middeleeuwen ontwikkelde Fries-Hollandse type. Dwars op de Door de in 1954 besloten en in Vriezenveensche Aa werden op 1964 voltooide ruilverkaveling gelijke afstand sloten gegraven. "Vriezenveen" onderging het Deze zogenaamde zwettesloten slagenlandschap een drastische dienden als ontwateringskanalen en gedaanteverwisseling. De noord- als perceelsgrenzen. zuid gerichte strokenverkaveling Belangrijk bij de individuele De grootschalige exploitatie van ontginning van de woeste gronden het dikke veenpakket in het was het "recht van opstrek", noorden van de gemeente begon waarbij iedere gerechtigde nadat tussen 1890 en 1895 het eigenaar het recht had op het Vriezenveensche Veenkanaal was ontginnen van de voor en achter gegraven. De vervening werd zijn in cultuur gebrachte landen georganiseerd door verveners uit gelegen gronden, voorzover deze de in 1859 aan het Overijsselsen binnen de verlengden van zijn Kanaal Almelo-Zwolle ontstane zwettesloten (=grenssloten) en veenkolonie Vroomshoop. De eerste binnen de grenzen van het eigen fase in het ontginnen van de dorp of buurschap lagen. Door het hoogvenen bestond uit het graven steeds verder voortschrijden van van een stelsel van de ontginningen ontstonden ontwateringskanalen (wijken en langgerekte percelen, die als dwarswijken) en het afvoeren van gevolg van het heersende erfrecht de turf. In de tweede fase werden steeds smaller werden. Een en de aan de oppervlakte gekomen ander leidde, hoewel noodzakelijk pleistocene zandgronden om iedere boer te laten beschikken (dalgronden of dallen) geschikt over zowel hooi-, wei- en gemaakt voor agrarische bouwlanden als woeste gronden, tot doeleinden. Vooral zonen van de een uit agrarisch oogpunt zeer kolonisten uit de Groninger en ongunstig verkavelingspatroon. Drentse veenkoloniale Voor de genoemde ruilverkaveling akkerbouwgebieden die zich na de kwam het niet zelden voor dat een verveningen in de veenkoloniën van opgaand erf zich van zuid naar Noordoost-Overijssel hadden noord over een lengte van tien gevestigd en daar hun grote kilometer uitstrekte, terwijl de veenkoloniale akkerbouw- en breedte ervan slechts enkele veeteeltbedrijven hadden opgezet, meters bedroeg. legden zich toe op het in cultuur brengen van deze dalgronden in Het duurde tot het einde van de Vriezenveen. negentiende eeuw voordat een begin gemaakt werd met het op grote Ontginnings- en schaal vergraven van de verkavelingswerkzaamheden in het veenpakketten in het noorden van uit moerassige weilanden en de gemeente. Dit was enerzijds te hoogvenen bestaande gebied ten wijten aan het tot dan toe westen van het Overijsselsen ontbreken van goede afvoerwegen Kanaal, De Woesten, werden in 1919 voor overtollig water en voor ter hand genomen door een turf, anderzijds aan het feit dat ruilverkavelingsmaatschappij. Het de verveningen nog niet vanuit complex gronden ten zuiden van de Noordoost-Overijssel tot in de weg Vriezenveen-Geesteren en ten gemeente Vriezenveen waren oosten van de Schipsloot, de doorgedrongen. Daarvoor werd er Weitemanslanden, werd in 1928 in alleen turf gewonnen voor eigen een ontginningsmaatschappij gebruik en voor het verwerven van ingebracht. Het noordelijke deel extra inkomsten naast het inkomen van de Kooiplas bleef als uit het landbouwbedrijf. natuurmonument gereserveerd. Bestond in 1847 ongeveer 3.800 ha vorige eeuw de ontginningen van de van het totale gemeentelijke woeste gronden in omringende grondgebied van ruim 7.200 ha uit gebieden een sterke stimulans woeste veengronden en heidevelden kregen, onder meer als gevolg van (=ruim 50%), in 1947 bedroeg het het opheffen van de marke- oppervlak woeste gronden nog ruim organisaties, nam in het gehele 2.800 ha, oftewel ongeveer 38% van Reggedal de wateroverlast flink de totale oppervlakte van de toe, vooral in natte jaargetijden. gemeente. Na 1947 is het oppervlak Verschillende gemeenteverslagen woeste grond (droog en nat van Vriezenveen uit het midden van natuurlijk terrein) verder de vorige eeuw melden, dat 's afgenomen tot 806 ha op 1 januari winters het grootste deel van de