Boekje-2012.Pdf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Voorpagina Historisch Meerkerk Stichting Vrienden van Historisch Meerkerk Inhoudsopgave 1 - Historie van een kerkgebouw 4 2 - Een gedenkwaardige avond en nacht 13 3 - Historisch praatje met een plaatje 20 4 - Ruim een halve eeuw kruidenierswaren 32 aan de Zouwendijk Colofon Dit is een uitgave van Stichting Vrienden van Historisch Meerkerk, november 2012. Het bestuur Voorzitter: W. de Jong Secretaris: G.J. Grootendorst Meerkerk Penningmeester: D. Versluis-de Bruin Zouwendijk 26, 4231 CE Meerkerk tel. 0183-351988 Bankrekeningnr: 3413.08.617 Donateursbijdrage € 5,00 per jaar. Verenigingsnieuws: informeer naar onze lezingen (2 x per jaar) en een excursie naar een historische plaats. 2 Het begin van een verkenning Teus den Breejen, oud-burgemeester (1978-2004) MEERKERK heeft als dorp, haar dorpse karakter behouden. De ontwikkelingen van het leven (verenigingswerk, kerk, staat en maatschappij) hebben hun gevolgen nagelaten en daarmee moeten we verder. Als we goed nagaan is er in het verleden met regelmaat wel een en ander gepubliceerd over de activiteiten in het dorp en ook over bijvoorbeeld de oorlog. Er valt genoeg uit te pluizen – maar wie begint eraan? Nou, dat is de Stichting Vrienden van Historisch Meerkerk en dat vind ik als lid een zinvol initiatief. Immers door deze publicaties wordt de jonge generatie de kennis geboden van VROEGER TOT NU. En dat is niet gek. Van het verleden kan je leren en daarvan is deze publicatie het begin. Het begin van de ‘verkenning’. Mijn opmerking is, om mee te doen als er door het stichtingsbestuur een beroep op u wordt gedaan om een bijdrage te leveren voor een nieuwe publicatie. Ik stel me voor dat het bestuur zal proberen om Meerkerkers (of oud-Meerkerkers) te benaderen om een onderzoek te willen doen en of in werkgroepverband het onderwerp verder uit te zoeken. 3 4 Historie van een kerkgebouw Wilbert de Jong Het ontstaan van Meerkerk Ongetwijfeld is er op het kruispunt van Meerkerk is ontstaan op de plaats waar in het waterwegen en dijken al snel een locatie begin van de 12e eeuw de riviertjes Lede en Laak gevonden voor een kerk, speciaal in de directe uitmondden in de Middel, die z’n loop vervolgde nabijheid daarvan, vanwege de verzande naar het huidige Ameide en via de Noordeloos. ondergrond. De geschiedenis gaat in ieder geval De naam Meerkerk is waarschijnlijk ontleend terug tot een middeleeuwse parochiestichting2. aan een oudere, verlande uitwetering. Het Als dorp wordt Meerkerk voor het eerst vervolg van de Middelloos verlandde, maar heeft genoemd in oorkonden uit 1266 en 1267 van het nog tot 1280 gefungeerd als uitweteringsroute. kapittel van Sinte Marie. In een kaartgedeelte3 In dat jaar werd namelijk de Zouwendijk uit 1738 zijn de oorspronkelijke riviertjes, met aangelegd. De Middelloos verloor haar functie in het middelpunt Meerkerck nog te traceren. definitief in 1311 toen het resterende gedeelte aan uitwatering vanaf de dam in de Middel, werd verplaatst naar de Giessen1. De aanleg van de zijdewindedijk, een dwarsdijk als bescherming tegen overstromingswater uit het hoger gelegen gebied (later Vijfheerenlanden geheten), genaamd Zouwendijk-Bazeldijk, zorgde ervoor, dat dit overtollige water werd geloosd via de Arkelloos. In de loop der eeuwen is dit gebied achter de Bazeldijk ontwikkeld tot het huidige Merwedekanaal en het gebied ten oosten van de Zouwendijk tot de Zouweboezem. 1) Zie Ruud de Jong, Inter Leccam et Ligniam, Zoetermeer 1989. 2) Zie Catharina L. van Groningen, De Alblasserwaard, Zwolle 1992. 3) Kaartcollectie Zuid-Holland Ernsting, Kaart van Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Oorspronkelijke titel: Nieuwe kaarte vertoonende den geheel en Alblasserwaardt met de Vijf Heeren Landen samen groot 33110 mergen. 5 Ontwikkelingen aan het kerkgebouw gezegde Gemeente Welk gebouw hij in eenen zeer Over overstromingen en watersnoden is op bouwvalligen toestand bevonden heeft zijnde het hoog gelegen punt waarop de kerk is de zijmuur meer dan zes palmen overhangende gesitueerd, in de loop der eeuwen weinig of zoodanig dat daar door de kolommen niets bekend. Wel is het duidelijk, dat de kerk overgedrongen worden en in allen deelen diende als vluchtplaats in tijden van hoog kragteloos zij, terwijl de westmuur van boven water. Van Groningen vermeld wel een andere tot onder gescheurd zijnde aan het daaronder ramp, namelijk dat de kerk in 1828 door een staande schoolgebouw het vreeslijkste gevaar felle brand zou zijn getroffen, waardoor de bedreigt, zodat dit gebouw ieder oogenblik kerk gedeeltelijk moest worden afgebroken. kan instorten en hierdoor groote ongelukken te Alleen het koor en een deel van het brede schip wachten zijn, zoo is het van het grootste belang, bleven behouden4. Dit is een vreemd verhaal, dat met de meeste spoed wordt overgegaan tot het het duikt wel meer op5, zoals op de ANWB- schoren van de beide zijmuren en Kolommen met bordjes die aan de kerk zijn bevestigd, maar in Kruisschoren. Terwijl ik verder verklaar dat het de stukken van de kerkelijke gemeente wordt Gebouw voor geene Reparatie Vatbaar is hetwelk niet gerept over een kerkbrand6. In het kerkelijk meer zoude kosten dat het plaatsen van een archief bevindt zich wel een verklaring van een geheel Nieuw Kerkgebouw’. aannemer die specifieker ingaat op de staat van het kerkgebouw7: De zijmuur hing dus zes palmen, ofwel ongeveer 60 cm uit het lood en bovendien was de westelijke ‘De Ondergeteekende Anthony van Veen Junior muur van boven tot onder gescheurd. Deze M. Timmerman te Utrecht, verklaard bij deze westmuur zal, gelet op oude tekeningen, juist dat hij op verzoek van Heeren kerkvoogden ter hoogte van de overgang van de hooggelegen der Hervormde Gemeente te Meerkerk heeft zandgrond en het precies daarachter gelegen opgenomen en nagezien het kerkgebouw van venige gebied hebben gestaan. Zodoende is het 4) Van Groningen, pag. 151. 5) J.P. Neven, Kerkelijk leven in beeld, De Alblasserwaard II, Houten, 2003. 6) Zie bijvoorbeeld Extract uit het Verbaal van het verhandelde bij de Gedeputeerde Staten van Zuidholland, 23 mei 1828 en brief van de Staatsraad Gouverneur van Zuidholland aan den Burgemeester en de Assessoren van Meerkerk 1 april 1829. 7)Verklaring d.d. 7 juli 1830. 6 niet onwaarschijnlijk, dat deze muur al heel westzijde en portaal aan de oostzijde’, ‘noodeloze lang scheef had gestaan, maar een scheur van kosten van meer dan ƒ 1.000,-‘. boven tot onder, dat moet op zeker moment zo’n Waar Van Groningen spreekt over ‘De bouw indruk van bouwvalligheid hebben gegeven, van slank torentje tegen de nieuwe westgevel dat onmiddellijke sloop wenselijk werd geacht. gebouwd, dat van een sierpleisterlaag werd Spoedig daarna werd de kerk inderdaad voor het voorzien’10, stemt dit wel overeen met de grootste gedeelte gesloopt. De hoofdingenieur gevonden archiefstukken11: van de Waterstaat geeft dat te kennen in het verslag van zijn bezoek aan de Gouverneur ‘Dat de toren der Burgerlijke gemeente, anders van Zuid-Holland8. Hij heeft daarbij gezien, nog in vrij goeden staat, door het amoveren van dat het niet als gevaarlijk beschouwde gedeelte het oude Kerkgebouw, noodwendig is moeten niet is veranderd, en adviseert de kerk te worden afgebroken, welks herbouw, geheel op bouwen overeenkomstig de contouren die zichzelven voor de gemeente te kostbaar en deze tot op heden nog heeft. Aan het koor bezwarend zoude worden…dat tot completering wordt een gedeelte van 278 vierkante ellen des werks het een vereischte is, thans ook den gebouwd en de kerkenraadskamer kan worden toren te bouwen en tegelijk met den westmuur gebouwd buiten aan de kerk en de ‘preekstoel van de kerk op te trekken, daardoor zou het zoude aan het einde der kerk bij dit punt zeer geheele gebouw hecht, sterk en compleet in orde doelmatige zoude kunnen geplaatst worden’. moeten gebracht…welke toren tevens zal rusten De gesloopte materialen mochten worden op de kerkmuren, tot meerdere sterkte van het verkocht9. Timmerman en molenmaker kerkgebouw…’. J. Verloop verdiende er nog ƒ 850,- aan. Overigens blijkt de bouw van een consistorie De toren werd voorzien van een gebosseerde nogal wat voeten in de aarde te hebben. pleisterlaag en behield bij een restauratie ‘Bezuiniging is mogelijk op kerkekamer aan de in 1953 zijn in 1832 tot stand gekomen 8) d.d. 5 october 1830. 9) Extract uit het Register der besluiten van den staatsraad, gouverneur van ZuidHolland, 9 October 1830, verbaal van het verhandelde bij de Gedeputeerde Staten van ZuidHolland, den 29 October 1830. 10) Van Groningen, pag. 153. 11) Proces verbaal van de deliberatieën met de gemeenteraad van 23 maart 1832. 7 uitmonstering, aldus van Groningen12. Dit is niet in overeenstemming met de officiële beschrijving van het Monument13: In oorsprong laat-middeleeuws bouwwerk, waarvan het koor en de, thans gepleisterde, toren met slanke naaldspits nog bewaard zijn, Het is, op grond van de stukken, dus niet onmogelijk, dat de officiële monumentenbeschrijving, net als de brand, slechts is geïnspireerd op oude verhalen, of artistieke vrijheden. Zo bestaat er een afbeelding van de kerk, met toren, uit 173514. De inleider in het boekwerkje waar dit in is De veronderstelling is, dat de toren in de opgenomen bevestigt wel, dat het grootste zuidwestelijke hoek van de kerk of aan de gedeelte van het schip en de resten van de toren zuidgevel heeft gestaan. Een oude plattegrond wegens bouwvalligheid werden gesloopt, maar van 1832 met de oude contouren is juist op die verzuimt bij de omschrijving van de prent op plaats voorzien van een eigenaardige afwerking. te merken dat de toren veel westelijker moet Een duidelijke kadastrale kaart uit 182215 zou hebben gestaan. Als de toren inderdaad meer er echter op kunnen duiden, dat de toren aan westelijker heeft gestaan, dan zou deze juist de zuidelijke gevel heeft gestaan, ongeveer ter vrijwel achter één van de huizen zijn verdwenen hoogte van de plaats waar tot 1953 de ingang en dat is artistiek gezien niet fraai. Ook klopt de van de kerk is geweest.