Raboclubsupport

Ook dit jaar mogen wij hierover meebeslissen. Zoals ze het bij de Rabobank omschrijven, een club kan zoveel meer zijn dan een club. Zij willen met hun kennis en financiële steun aan clubs en verenigingen, deze weer sterk te maken in de toekomst. Help jij mee om onze club haar doel te behalen. Als lid kun jij de club die jou het diepst in je hart meedraagt helpen aan een financiële ondersteuning. Jouw stem is dus geld waard. Vanaf 5 oktober a.s., kun jij als je lid bent van de Rabobank jouw stem uitbrengen op jouw club of vereniging, dit kan tot 25 oktober. Dan is de stemperiode voorbij en is dit niet meer mogelijk. Let wel even op om te kunnen stemmen moet je lid zijn van de Rabobank, ook al heb je een rekening bij de bank, ben je nog geen lid, daarvoor moet je je aanmelden bij de bank. Je stemt mee om ons clubgebouw energiezuiniger te maken, vandaar dat er ledverlichting buiten in de lantaarnpalen komen. Dus breng je stem uit voor de club, helaas heb ik eruit begrepen dat dit alleen maar digitaal kan gebeuren, dus per computer. Mocht je die niet hebben en toch lid zijn van de Rabobank, vanuit het bestuur willen ze je best helpen om jouw stem uit te brengen op de club of vereniging die jij wilt. Ik heb mijn best gedaan om dit toch weer hopelijk zo duidelijk mogelijk in ons clubblad te krijgen de rest is aan jullie.

De redactie, Peter wil wel weer met deze dame op de foto.

Vervolg elfstedenpad

Vrijdag 13 juli zijn we weer naar gegaan om nog drie dagen te gaan lopen. We reden naar Dokkum om vandaar de tocht weer voort te zetten. Het is ongeveer i uur als we beginnen en is het al behoorlijk warm geworden. Bij het busstation begint onze route weer en wandelen we richting het centrum van Dokkum. Dokkum is een vestingstad, als je over het bolwerk loopt kan je de contouren van de vesting nog goed zien. Toen der tijd, nog gelegen aan zee, werd de stad in 1597 als havenplaats uitgekozen voor de vloot die Noord - Nederland moest verdedigen en zodoende als admiraliteitsstad werd aangewezen. Dokkum speelt daarnaast een cruciale rol als laatste stad op de route van de elf steden tocht. Bij de gracht, het Klein Diep is het keerpunt te vinden vanwaar de schaatsers teruggaan . We lopen rustig verder door het centrum en zachtjes aan verlaten wij de stad, maar eerst nog even ons11e stempeltje gehaald. En gaan nu op weg naar Driezum, een klein dorpje. Daar volgen we wat straatjes en lopen al snel Driezum weer uit, even later net buiten het dorp kwamen we langs het statige landhuis Rinsma State op het gelijknamige landgoed. Rinsma State is een 17e - eeuwse state die in 2002 is gekocht door bankier Dirk Scheringa van de D.S.B. bank. De State was lang de aderlijke verblijfplaats van de Baronnen van Sytzama, thans is het een huis met een tuintje (prijs € 1,7 miljoen) in het bezit van een rijke oliemagnaat, die het gebruikt als vakantiehuisje. Gelukkig is hij wel bereid om de wandelaars door een gedeelte van zijn tuin te laten wandelen. Het pad loopt door een prachtig gebied met mooie vergezichten, bij een bankje nog maar even rusten om van dit moois te genieten. Even later vervolgen we weer onze weg, via een beton pad tussen de weilanden door en langs het water. Na het oversteken van weer een brug komen we aan in een gebied waar vroeger een aantal dorpen lagen, Dantumawoude, Akkerwoude en Murmerwoude en zijn nu bij elkaar gevoegd en heet het Damwoude. Op deze zandrug stonden een aantal voorname States en Stinzen, dat waren Friese aderlijke woonburchten gelegen op kunstmatige ophoging. We wandelde rustig verder langs al dat moois, totdat ik zei: “lopen we wel goed”. We raakten helemaal van het dorp af, maar ja de pijlen stonden zo. Maar helaas kwamen we er toch achter dat er hier twee wandelpaden waren met dezelfde kleur, dus toch maar weer terug naar het begin van het dorp. Zo kwamen we weer op het parcours en liepen we over het Halepad, aan de zuidkant van het dorp lagen vroeger diverse zandkoppen, de Halen en over deze zandkoppen liep een Halepad en daarop kwamen tientallen zitpaadjes uit. We waren intussen Damwoude ingelopen, waar we op zoek moesten naar de bushalte, want we moesten vanhier weer terug naar Dokkum. We hadden deze dag een korte wandeling genomen, voor mij lang genoeg. Toch 19 kilometer gelopen en het was behoorlijk warm. Terug in Dokkum nog wat gegeten en gedronken en toen terug naar ons hotel in Hardegarijp.

Zaterdag 1 augustus: vervolg elf steden pad

Vandaag niet zo’n lange afstand en het is weer mooi weer. Na een stevig ontbijt rijden we naar Damwoude waar we parkeren, trekken onze wandelschoenen aan en beginnen we weer aan onze voetreis. We wandelen eerst no even door wat straatjes in dit dorp en aan de Hoofdweg staat een monumentaal pand, herberg “De Kruisweg” en werd gebouwd in 1881. Oorspronkelijk was de herberg een halteplaats van de paardentram, van Veenwoude naar Dokkum, met een stalling voor de paarden. Na een paar kilometer verlieten we Damwoude via een parkeerplaats en liepen daar het bos in. We wandelden rustig verder tot aan een klinkerweg, deze weg moesten volgen. Ruim een kilometer onderweg doen we bij een picknicktafel even een kleine pauze om ons banaantje op te eten. We kwamen door verschillende kleine dorpjes en in het dorpje Rinsumageest kwamen we langs een koffietentje, waar we heerlijk op het terras hebben genoten van een bakje koffie. We vervolgen onze route weer door een klein stukje bos tot aan de asfaltweg. We blijven deze weg volgen tot aan een beton pad, hier gaan we linksaf en lopen we Rinsumageest zachtjes aan alweer uit. Zo wandelen we een lange weg van een paar kilometer uit en komen we langs het Eeltjesmeer, ontstaan door zandwinning en is nu een recreatieplas waar omwonenden zwemmen, surfen en andere watersporten bedrijven. Aangekomen bij een bospad, rechtsaf door antifietshekken. Via een heuveltje en over een stenenbrug liepen we richting landhuis Klinze. Eerst weer even een pauze ingelast op een prachtig stekje in dit mooie park. Nadat we wat gegeten hadden vervolgde wij onze weg naar het landhuis de Klinze, de route volgen we door de landschapstuin van Staniastate. Het bied ons prachtige doorkijkjes op waterpartijen, prachtige bomen en slingerpaadjes. Het landhuis Klinze staat in Oudkerk en Staniastate in Oenskerk. Na dit prachtige landgoed kwamen we aan bij de brug in Oudkerk, hier konden we kiezen om een ommetje te maken naar het bruggetje van . We besloten om dit te doen, maar na 1½ kilometer bij een rotonde aangekomen zijn we toch maar teruggegaan. We moesten best nog wel een lang stuk naar Bartlehiem, maar dat stuk moesten we ook weer terug. We besloten dit later op de dag met de auto te gaan doen. Terug in het dorp Oudkerk, het parcours maar weer gaan volgen, door het dorp. Na een wit huis nr. 28 linksaf het bos in en dachten dat we wel erg ver van huis waren, op het bord stond Grikelân en Turkeije. We liepen het bos in alsmaar rechtdoor zij paden negerend en kwamen uit, bij een mooi park met vele houten bruggetjes. Uiteindelijk bereikte we het fietspad, deze moesten we een klein stukje volgen tot aan de bushalte, waar we weer de bus moesten nemen terug naar Damwoude. Maar we moesten nog wel drie kwartier wachten op de bus. Dat was niet zo erg, aan de overkant was een café – restaurant, dus daar maar wat wezen drinken. Peter een pilsje en ik een cola en daarna nog een bakje koffie. Terug in Damwoude was het weer 1 kilometer lopen naar onze auto. Terug bij de auto, schoenen uit slippers aan, en toen zijn we richting het bruggetje van Bartlehiem. Nou was ik blij dat we daar ’s middags niet naar toe zijn gegaan, want van deze kant had je alleen maar uitzicht op het bruggetje. Dus maar weer in de auto om te kijken of we aan de andere kant van het water konden komen. Uiteindelijk na enkele kilometers rijden kwamen we bij een parkeerplaats en vanhier nog een stukje lopen naar het bekende

schaatsbruggetje van Bartlehiem, na hier wat foto’s te hebben gemaakt maar weer terug naar de auto. Het was weer een hele mooie wandel dag. ’S Avonds in het hotel weer heerlijk gegeten en zijn we weer vroeg naar bed gegaan, morgen nog één etappe naar Leeuwarden en dan zit het elf steden pad er op.

Zondag 2 augustus: de laatste etappe.

We gaan vandaag de laatste etappe lopen van het elf steden pad. Na het ontbijt hebben we uitgecheckt bij ons hotel, koffers in de auto en dan naar Oenkerk waar we weer moesten beginnen. Auto geparkeerd bij het café – restaurant waar we de dag ervoor wat hebben gedronken. Wandelschoenen aan, rugzak om en maar weer gaan lopen. Na 100 meter gaan we al gauw een park in, de route loopt over het terrein van een verzorgingstehuis en daar lopen we langs het graf van het paard van Baron van Heemstra uit 1812. Deze man was commandant in het leger van Napoleon en tijdens de terugtocht van het leger heeft dit paard ervoor gezorgd dat de Baron veilig over de rivier Berezina in Rusland is gekomen. We vervolgde onze voetreis door een klein stukje bos, tot aan de asfaltweg. Even dachten we dat we verkeerd gingen, maar aan twee wandelaars gevraagd of het wel klopte, maar gelukkig zaten we goed. Een klein foutje in het boekje met parcours. Het volgende doorkomst dorp was het kerkdorp Giekerk, waar we langs het landhuis lopen waar eens de toenmalige commissaris van de Koningin in Friesland woonde, Hans Wiegel. Een aardig optrekje met een nog veel grotere tuin, als je die moet onderhouden, kom je nooit meer aan wandelen toe (dus niets voor ons). Giekerk is ook de geboorteplaats van fotomodel Doutzen Kroes. Na het dorp, kan je in de verte het eindpunt al zien liggen, Leeuwaren. We wandelden verder langs de Singel tot aan het fietspad en we uiteindelijk bij de beroemde elf steden tegelbrug kwamen. De tegelbrug is het laatste bruggetje waar de schaatsers onderdoor gaan, voordat ze de finish op de Bonkervaart in Leeuwarden bereiken. Op deze brug zijn duizenden tegeltjes aangebracht, met portretten van elf steden schaatsers erop. Door kleurgebruik en een bepaalde aanleg vormen de tegeltjes een groep schaatsers. De brug heeft de legendarische naam “It Sil Heve” gekregen. Via een steiger aan de onderkant van de brug kan men ook deze tegeltjes bekijken. Onder de schuilnaam W.A. van Buuren heeft onze kon koning de schaatstocht in 1986 ook gereden en zijn tegeltje zit ook op de brug. Na wat foto’s gemaakt te hebben en naar de tegeltjes te hebben gekeken zijn we weer verdergegaan met onze voetreis, want we waren nog niet in Leeuwarden. Na een vaste brug zijn we een beton pad gaan volgen over particulierterrein. We wandelden door weilanden, over houten bruggetjes en aan het water hebben we een rustpauze genomen om wat te eten en drinken. Het was hier heerlijk vertoeven aan het water. Na onze pauze liepen we weer verder langs het water, totdat we in het dorpje Lekkum kwamen. Via verschillende bruggetjes zijn we over de Bonkervaart gegaan en liepen we nog door een lief klein dorpje , dit dorp vormt samen met de dorpen en Lekkum al eeuwenlang één gemeenschap. Deze drie dorpen worden ook wel de Trije dorpen genoemd. We vervolgde ons parcours over het fietspad langs de Dokkumer Ee en liepen door verschillende straten, het einde kwam naderbij. We kwamen in Leeuwarden bij de Prinsentuin. Hier hadden we bij de eerst stadswandeling van het elf steden pad ook gewandeld en liepen langs de bovenkant van de tuin tot aan de Olde Hove, de scheve toren. Zo wandelden we het centrum van Leeuwarden binnen en bij de Vrouwenpoort was het eindpunt van dit geweldige pad. In het centrum eerst eens een bakkie doen, dit hadden we deze dag nog niet op. Het was verschrikkelijk druk in de stad, het leek wel of er helemaal geen Corona was. Na de koffie opzoek naar het V.V.V. om ons laatste stempeltje te halen, maar helaas die was om twee uur al dicht gegaan. Toen maar opzoek naar een winkeltje waar we een stickertje kregen op onze stempelkaart en daarna weer op weg naar het station. Waar we eerst nog een fot hebben gemaakt van ons samen en hierna zijn we weer met de bus naar Oenkerk gegaan waar onze auto stond. Daar hebben we onder het genot van een pilsje en een wijntje zitten napraten over deze mooie tocht, het was zeker de moeite waard. En nu gaan we de volgende uitdaging aan, dat wordt get Krijtland pad in Zuid – Limburg. Tot de volgende keer, Corrie Hoogendoorn

Eindelijk weer op stap

Zaterdag 12 september zijn we, al was het maar met een klein gezelschap weer eens aan de wandel gegaan. Zoals je al in je vorige clubblad heeft kunnen lezen, geen georganiseerde wandeltochten bij een andere wandelclub. Maar het werd het Jordenpad in Poederoijen. Om in Poederoijen te komen rijdt richting Breda, bij Almkerk sla je eraf en neem je onderaan de rotonde, derde afslag richting Zaltbommel. Deze blijf je allemaal rechtdoor volgen totdat je over de Wilhelminasluis komt bij Andel, daar neem je de eerste weg rechts en dan weer rechts en zo kom je op de Maasdijk en bij Brasserie De Buurman op nr. 84 daar was onze startgelegenheid. Deze brasserie is op de plaats gebouwd van het vroegere wachthuis, want achter deze brasserie ligt fort Poederoijen. Daar aangekomen weet je het wel, we gingen eerst voor de koffie. Gelukkig hoefde niet iedereen zijn naam en adres op te geven we waren een groep en daarbij volstond dat Peter zijn naam en telefoonnummer afgaf. Onze wandeling over dit Jordenpad met een lengte van zo’n 16 kilometer, maar er was ook nog een kortere route bij speciaal voor mij. Het is gewoon een rondje natuur en de ervaren lopers die meer willen lopen dan maar 16 kilometer, die konden dit nog combineren met het nabij Engelenburgerpad (Herwijnen), het Nijwelepad (Niewaal bij Zaltbommel 10 of 14 km) of het Vurens polder pad (dan start je bij fort Vuren 15 km alternatieve routes 7 – 18 km). Voor mij zal het maar een kilometer of twaalf worden, want ja al die tijd thuis zitten levert alleen maar wat meet vet op de botten en geen conditie. Maar daar gaat het ook niet om, gewoon er weer uit zijn en deze dag was voor mij al speciaal, want mijn jongste kleindochter vergezelde mij. Ik weet het is niet goed te praten een conditie van niks. Achter de brasserie ligt nog een gedeelte van de verdedigingswerken van de Hollandse Waterlinie. Hier zagen wij maar een klein stukje van en het heet hier Batterij Poederoijen, ieder weet intussen wel waar deze forten voor dienden en deze liggen meestal dichtbij een sluis in een dijk die men vanhier moest verdedigen en als de nood aan de man kwam de sluizen geopend moesten worden zodat de polder rond het fort vol liepen. Dat was in de tijd van Napoleon nog wel te doen, als je lang zat van tevoren wist, vanwaar de vijand kwam, het duurden meestal toch wel zo’n twee dagen voordat een polder was volgelopen. Door de moderne oorlogvoering met vliegtuigen en parachutisten is dit alles al lang achterhaald en werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw veel van deze forten opgeheven. Het complex hier is zo’n zes hectare groot, vanaf boven gezien is het net een grote letter D, één vlakke zijde met ingangen en de ronde kant is afgedekt met grond en rond het gehele complex ligt een gracht. Het heeft de bouwers zeven jaar geduurd om te bouwen, men had veel last van een drassige bodem. Daardoor is ze net als de Batterij bij Brakel kleiner dan wat men had willen bouwen. De koffie was op en buiten de brasserie nog wat plaatjes te hebben geschoten, konden we aan onze wandeling beginnen. We staken de Maasdijk over en gelijk moesten we al over een hek klimmen om op het begroeide deel van de dijk te komen, deze moesten we gaan volgen. Voor ons lag aan de overkant het plaatsje Andel en voor ons de Afgedamde Maas, dit was tussen 1300 en 1900 nog een hoofdstroom van de Maas. Rond het jaar 1200 vond er bij het plaatsje Giessen een grote dijkdoorbraak plaats, waarbij het water in noordelijke richting ging stromen om bij Woudrichem uit te monden in de Waal.

Zo verloren andere Maasstromen hun belang en zijn deze in de latere tijd afgedamd om plaats te maken voor de omdijking van de Grote Waard. Veel van deze toenmalige stromen zijn grotendeels verdwenen en wat er nog van over is zijn wat brede sloten in het landschap. In 1898 rond die tijd werd in de lange dam die Maas en Waal van elkaar scheidt de Wilhelminasluis aangelegen, dit is de enige waaiersluis in ons land met een groene kolk. Dat wil zeggen dat de wanden van de sluis bekleed zijn met gras en niet van beton, de schepen worden hier tussen de stootbalken gehouden zodat de oever niet beschadigd. In 1904 werd bij het plaatsje Well toen de Maas afgedamd en kreeg deze de naam Afgedamde Maas, waarvan de plannen al zo’n vijftig jaar op de plank lagen. Een stukje zuidelijker stroomt de Maas nog, maar vanaf Heusden heet deze de Bergse Maas en net bij Heusden kun je nog via de keersluis ‘De Kromme Nolkering’ en het Heusdens kanaal op de Afgedamde Maas komen en noordelijk varen naar Andel. De Bergse Maas, die het historisch landschap van Heusden in tweeën deelt, is door nog een oude Maasbedding van voor 1270 gegraven. Waar de Donge in deze Bergse Maas stroomt en dat is bij Geertruidenberg, wordt het ineens weer de Amer, die dan weer uitkomt in het Hollandsdiep. Zo nu weet je wat over het water waar wij maar kortstondig lang liepen, want na een stukje dijk en weer even over een opstapje kwamen we weer op het asfalt van de Maasdijk, een klein stukje terug en we liepen de Maarten van Rossum weg op. Nog geen honderd meter verder een paadje in voor een Chrysantenkwekerij, aan de ene kant de kassen en de andere de weilanden, langs dit pad hadden ze gedeeltes met veldbloemen. Dit pad kwam uit op de Hoekseweg en nog geen vijftig meter over het asfalt het volgende paadje langs de kassen van Satter Roses. Het zijn niet echt allemaal geëgaliseerde paden en verstapte ik mij al bijna in een kuiltje. Na dit pad kwamen we weer op het asfalt en staken we de weg over, maar op dit punt scheiden onze wegen. De wandelaars op de langere afstand moesten rechtdoor en wij sloegen met ons vieren linksaf en liepen richting Brakel. Het was niet echt eentonig lopen, maar je moest wel een beetje op de fietsers letten. Langs de weg naar het dorp op het laatste stuk mooie veldbloemen, waar ik een foto van nam, ook Ashley moest hier een foto van nemen met haar telefoon en kreeg ik te horen van opa als we een bakje zien wil ik wel even uitrusten. Dat is goed zei ik tegen haar, maar zoals altijd blijven dan de bankjes weg en was het pas in Brakel dat we bij keurslager De Vries een bankje zagen. Daar werd dan ook gelijk gebruik van gemaakt, de dames op het bankje en ik vond een stukje verder plaats op een muurtje en heb daar mijn boterhammetjes opgegeten en wat gedronken. Er was nu eenmaal niet meer plek op het bankje en ja je probeert dan toch een beetje de regels in acht te nemen om afstand van elkaar te houden. Ashley had haar brood al op en kwam bij mij kijken, met haar vermoeidheid leek het dus nog wel mee te vallen. Niet veel later stapten wij weer op en vervolgde wij onze route en kwamen in het Brakelse bos, hier is nu nog de ruïne van kasteel Brakel en bevindt zich zo’n drie honderd meter ten zuidwesten van de hervormde kerk. Nu heet het landgoed Brakel, gelegen in een 19e - -eeuws park van het huidige huis Brakel, dat hier is gebouwd in 1768. Het kasteel zou in het jaar 1321 getroffen zijn door blikseminslag en deels uitgebrand en weer opgebouwd totdat het weer werd verwoest door de soldaten van graaf Willem ΙΙ van Holland. Daar deden de Franse troepen nog een schepje bovenop in het jaar 1672 omdat er niet was voldaan aan de opgelegde brandschatting. Maar wil jij nog in een park wonen het nabijgelegen huis ‘Het Spijker is te koop voor € 1.495,000 kosten koper gelegen aan de Dreef 1 5306 BB te Brakel. Het huis is eigenlijk de voormalige schuur van het landgoed waar men vroeger de voorraden van het kasteel bewaarden, later dus omgebouwd als woonhuis en in 1318 werd het afgescheiden van het kasteel. Deze foto heb ik van Funda, het huis op de voorgrond met de kerk erachter en verderop in het park bevindt zich dus Huis Brakel, door verwerving was dit in bezit gekomen van een rijke Rotterdamse weduwe Van Dam. Wilhelmus van Dam van Brakel behartigde de belangen van zijn moeder die in Rotterdam bleef wonen en af en toe eens langskwam, hij liet onder meer het kasteelpark opnieuw aanleggen en was zelfs enkele jaren burgemeester van Brakel tot 1811. Tot 1856 was hij in functie als dijkgraaf van de Bommelerwaard. Bij zijn overlijden liet hij een vermogen achter van meer dan een miljoen gulden en de heerlijkheid van Brakel. Deze werd in 1972 opgekocht door de gemeente Brakel, die het als dorpshuis en conferentieoord in gebruik nam. In het park bevindt zich ook nog een moestuin, die gelegen is op de oude voorburcht oorspronkelijke aanleg 1768. Deze wordt nu onderhouden door vrijwilligers als ecologische bloemen – kruiden en moestuin. Het dorp ligt gedeeltelijk op stroomruggen (zandruggen) van de Waal en gedeeltelijk laagland Veel van de boerderijen, de Nederlands Hervormde kerk, Huis Brakel en ‘Het Spijker’ zijn op zulke kunstmatige verhogingen gebouwd en worden ook wel huisterpen genoemd. De geschiedenis van het dorp gaat wel tot 870 terug toen Boudewijn ΙΙ, de derde Heer van Heusden hier een slot bouwden. En in de 13e eeuw stond hier een burcht, waar ridder Eustachius woonde, het was een waterburcht, een vierkant ommuurd complex. Bij de ingang een zware vierkante toren en aan de andere zijde een rechthoekig woongebouw met twee torens, en wat hiermee gebeurt is dat heb ik jullie al vertelt. Onze route voerden ons verder de oprijlaan af en bij de kerk zag ik iets waar ik toch wel een foto van moest maken, op het plein voor de kerk wat de markt heet wordt de jaarlijkse ponymarkt gehouden, dit jaar helaas niet en ieder weet wel waarom. Rond 1750 werd hier door Baron Willem Hendrik Piek, heer van Brakel, een paardenmarkt ingesteld, tot ver in de 19e eeuw was het hier een levendige handel, maar later veranderde het meer in een jaarlijks terugkerende kermis. Net voor de Tweede Wereldoorlog werd deze afgeschaft, maar in 1963 in ere hersteld door de toenmalige burgemeester J. Aantjes en op de laatste zaterdag van september werd er weer een ponymarkt gehouden. Dit is dus nu al meer dan een halve eeuw en een jaarlijks terug kerend familiefeest in het dorp. Daar moest mijn moppie natuurlijk even op het daar aanwezige beeld gaan zitten voor een fotootje. Vanhier klommen we de dijk op en keken uit over de uiterwaarden en de rivier de Waal. De wandelaars op de langere afstand die via de Achterdijk, de Pinkweg en de Meidijk helemaal in het plaatsje Zuilichem kwamen, een plaats waar we vroeger nog in groep hebben gewandeld. Dat is wel wat jaren terug, maar ik kan mij nog goed herinneren dat we buiten het dorp achter de B.A.B. uit Gorinchem kwamen en zoals toen nog jong en rebels vrij dicht achter die groep kwamen en flink hard zongen, de leider van die groep zijn ploeg aan de kant haalden en ons voorbij liet gaan. Maar daar lieten wij het niet bij wij bleven uit volle borst zingen, ook al moet ik eerlijk zijn het was verschrikkelijk hard en zal niet altijd even zuiver hebben geklonken. We bereikten er wel mee dat heel Zuilichem uitliep en naar de straat kwam om die herrieschoppers te aanschouwen en dat we later nog met een eerst prijs naar huis zijn gegaan, maakte het nog meer een dag om nooit te vergeten. Wat ze allemaal verder langs de dijk weer op weg naar Brakel hebben gezien weet ik natuurlijk niet, dat kan ik net als jullie als je naar de site gaat en naar foto’s bekijken. Hier op de dijk staan verscheidene bankjes en bij die bankjes staan borden met foto’s hoe het er hier voor de dijkverzwaring uit moet hebben gezien, toen stonden er net als bij ons veel huizen buitendijks, maar die zijn ook hier verdwenen. Hier langs deze dijk staat ook het beeld van het vrouwtje van Brakel, het is een schepping van de kunstenaar Ton Koops. Het bronzen beeld stelt een vrouw voor die met een zorgelijke blik uitkijkt over de Waal. Het herinnert aan de tijd dat het dorp nogal eens werd getroffen door een overstroming. Nu alleen vind je hier nog buitendijks de voetbalkantine van de lokale voetbalclub net naast de pont Brakel Vuren – Herwijnen en bij Ellie was intussen de nood zo hoog opgelopen dat ze het gehele pad af is gelopen naar de kantine om te gaan lossen. Wij wachtte rustig op een bankje maar totdat ze terugkwam en zagen wel dat we zeker niet de enige wandelaars waren deze dag. Toen ze na wandelingetje pot terug was konden we weer verder en vervolgde wij onze route over de dijk tot bijna buiten het dorp, daar moesten we de dijk af en de route door de uiterwaarden gaan volgen. De eerste paar overstapjes gingen wel tot ik toch bij een wat hogere kwam en met mijn verkeerde been wilde afzetten. Ja ik weet het, maar er moet toch wel zo’n honderd kilo omhoog worden gebracht en daarbij schoot het gelijk achterin mijn geopereerde knie, maar met een handje extra lukte het mij toch dit obstakel te passeren en moest ik al dan niet wat langzamer de routevervolgen, want hier in die uiterwaarden blijven zitten was geen optie. Het volgende hek stond gelukkig open en de laatste hindernis was voor ieder te hoog, maar daar konden we tussen het prikkeldraad door klimmen. Of nou Ellie’s kont te dik was of Nel hield het prikkeldraad niet ver genoeg uit elkaar, toen zij deze passage nam prikte ze haar waterfles aan zo’n punt lek en stoomde het water over haar tasje.

Dus eerst weer terug tasje af, fles eruit en wat water eruit gedronken de rest werd maar aan het gras gedoneerd en de volgende poging ging goed, na haar volgde de rest. Nu liepen we dwars door het weiland naar het hek in de verte waar net een wandelaar met zijn hond was door gegaan tussen de paarden door, door het hek en de Waaldijk uit. Toen wij hier liepen zagen we al in de verte dat we werden gevolgd, dat was de groep die al in Zuilichem waren geweest en nu ook weer hetzelfde stuk nog moesten lopen net als wij. Vanaf deze dijk kijk je uit over de Waal en het industrieterrein van Vuren aan de overzijde, de grootste obstakels hier waren voor mij wel de vee roosters. Maar we kwamen op een punt waar als je rechtdoor zou gaan je uit zou komen bij slot Loevestein en hier bevond zich ook Batterij Brakel. Hen liepen over het terrein hoog en bleven dit pad volgen langs de kleine en de oude wiel beide ontstaan door dijkdoorbraken, terwijl wij langs het pompstation van waterleidingbedrijf Dunea kwamen. Vanhier wordt het relatief schone Maaswater getransporteerd naar de duinen van Katwijk, waar het verder wordt gefilterd wordt als drinkwater voor de regio Den Haag. Terwijl hen boven liepen volgde wij een voet – fietspad dezelfde kant uit, het ging dan wel niet zo hard maar we gingen vooruit. Zij waren aan het eind van het pad de Hiemstrabaan al overgestoken ofwel de N332 en vervolgde daar de Nieuweweg en wij kwamen uit op de lager - gelegen Schouwendijk. Deze volgde we een stuk westwaarts, want ik had de borden allang gezien die aangaven waar de sluis zich bevond en ik wist nog hoe ik hier heen gereden was en wist dat is de kortste weg terug. Terwijl ik daar net met Ashley deze Hiemstrabaan over was gestoken ging mijn telefoon en Peter aan mij vroeg van waar ben jij. Hij stond op het punt waar ook wij eigenlijk over hadden moeten steken, al snel had ik hem uitgelegen waar ik mij bevond en wachtte rustig af. Nog geen paar minuten draaide hij de auto voor mij langs en konden Ashley en ik instappen en reed de taxi ons naar de brasserie terug. Zo zie je maar weer dat een kleine misstap mijn eerste mooie wandeling bijna had verpest, maar het biertje dat ik hier nog dronk verlichtte toch wel wat de pijn, een daagje rust en dan zou ik wel weer verder zien, want de volgende week stond er weer een wandeling op het program en zou ik wel zien hoe het uit zou pakken. Het verhaal, ja sorry maar als ik alweer een tijdje niks heb kunnen schrijven dan kan het

een beetje uit de hand lopen. Toch was het weer een genot om er met elkaar erop uit te trekken, het was anders en ondanks die zere knie heb ik ervan genoten. Voor ieder zal het anders zijn, maar zorg dat je wel stevige schoenen aan trekt, hier nog een foto van het monument op de dam tussen Poederoijen Andel vlakbij de Wilhelminasluis.

Klompen pad nummer twee.

Mijn knie is nog wel niet helemaal in orde, maar we wagen het er gewoon op. Het opgegeven weerbericht maakte het zo, dat ik er gewoon weer uit moest. Alle tijd gehad om wat uit te rusten, dus deze zaterdag gingen we naar Culemborg om daar het Goilberdingerpad te gaan lopen. Met een lengte van zo’n vijftien kilometer, je kon hier nog een rondje bij doen en kwam je op zo’n achttien kilometer of een stukje afsnijden en dan werd het zo’n elf kilometer en daar gingen wij dus maar voor. Ik hoefde niet zo vroeg op te staan, want we zouden pas om kwart over negen vertrekken en zorgde ik dat ik wel op tijd bij de Hoogevliet aankwam. Annie en Bert waren er ook weer bij en ik kreeg Jeanette ook nog als medepassagier, voor mij geen mondkapjes in de auto, want ik ga ervanuit als je zelf je eigen niet lekker voelt blijf dan gewoon lekker thuis. Je moet ook wel in die zin aan de je mede wandelaars denken. Nel en Ger die werden door Gijs hier opgehaald en Peter die ging over Giessenburg en pikte daar Jaap en Nico op voordat hij naar de carpool bij de Avelingen kwam. Flora en Beitske stonden al op wacht toen ik daar arriveerde, ik draaide achter aan mijn auto en wachtte rustig af op de andere. Culemborg is van ons vandaan ook geen wereldreis, ook al had ik nog nooit van Caatje aan de Lek gehoord, maar het is een restaurant aan de Goilberdingendijk nummer 40 en bleek gelegen op een gedeelte van het binnendijkse deel van Fort Werk aan het Spoel. Toch een plek waar je dagelijks niet komt, het fort is gebouwd tussen 1816 en 1824 en had als doel de nabijgelegen waaiersluis te beschermen, één van de vijf in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, samen met de onderwaterzetting van fort Everdingen kon hiermee de polder tussen Culemborg en de Diefdijk onder water worden gezet. Net voor dat WO ΙΙ uitbrak werd de waterlinie onder dreiging van een Duitse inval nog versterkt. Tussen september 1939 en maart 1940 ontstonden in de omgeving van dit fort en fort Everdingen, groepsschuilplaatsen, mitrailleurkazematten en tankversperringen. Ten zuiden van het fort staat midden in een weiland een hoge vrijstaande muur. Dit is een kogelvanger en het restant van een Duitse schietbaan. Zoals ik al in mijn vorige verhaal schreef, dat door vliegtuigen en door luchtlandingstroepen, een heersende rol werd gespeeld tijdens de laatste oorlog en heeft de Hollandse Waterlinie toen zijn functie al verloren. De forten Everdingen en Het Spoel bleven echter nog in militair gebruik, doordat ze als thuisbasis gingen dienen van de Explosieve Opruimingsdienst (EOD). Dagelijks zijn zo’n drie tot vier teams klaar om ingezet te worden en krijgen ze bij de EOD jaarlijks zo’n 2000 meldingen binnen. Ze zijn verantwoordelijk voor de identificatie en ruiming van explosieven. Men had hier onderdak tot 2001 en is nu te vinden in Soesterberg. Toen kwam Werk aan het Spoel in bezit van de gemeente en onderging het in 2007 een volledige metamorfose. Een landschapsarchitect en een kunstenaar maakte de oorspronkelijke vorm van het fort op een andere manier zichtbaar, het ontwerp bestond uit grassculptuur waarin zowel historische als nieuwe elementen deel vanuit maken. Wij hadden onze auto’s langs de dijk geparkeerd, maar zouden bij Caatje geen koffie gaan drinken, ze hadden dit enkele kilometers verderop gepland bij een zorgboerderij ‘De Witte Schuur”. Daar vinden zo’n veertig jongvolwassenen met een beperking een nuttige dagbesteding. Ik vond het allemaal best. Hier op het Culemborgse platteland biedt men hun werk tussen de Swifter schapen op 15 ha weiland, klein vee zoals Kippen, Kwartels, Konijnen, Geiten, Varkens en Australische Kelpie’s. (Hondenras) Maar buiten al deze dieren hebben ze hier ook nog een moestuin, hoogstam boomgaard, bakkerij, atelier, theeschenkerij, houtwerkplaats en een boerenwinkel. Dus was het eerst een rondje om het fort binnendijks, dan de polder in langs de kogelvanger en aan het eind van het pad een klein stukje fietspad en staken we over bij de zorgboerderij. Corrie ging even naar binnen, want hier zouden ze wel een route -beschrijving hebben, maar die hadden ze helaas ook niet, dus moesten we het maar met de plattegrondjes doen die Corrie had uitgeprint. We mochten plaats nemen in de tuin, maar moesten wel wat uit elkaar gaan zitten en kwam er een jonge dame bij ons de bestellingen opnemen. Of we nou hier ons geld uit gaven of bij Caatje, hier leek het ons beter besteed en koffie is koffie zal ik maar zeggen. Annie kon het niet laten en liep even de winkel binnen en toen de jonge dame de koffie kwam brengen stonden er op haar blaadje ook twee grote appelpunten met slagroom naast de koffiekopjes, voor haar één en voor haar Bertje Ik kon mij bedwingen om ook niet even de winkel in te lopen om daar eens even rond te snuffelen en Jeanetjes koek waren ze vergeten en toen ze haar kopje thee terugbracht kwam ze toch wel met een koek weer naar buiten, maar ja die kan het hebben. Na de koffie, die ik trouwens nog aan Corrie moet betalen liepen we een klein stukje weg om bij een brede sloot een smal pad te gaan volgen, we mochten blij zijn dat het droog was, want veel ruimte om hier te lopen was er niet. Mijn veter was al even los, maar ik bleef maar door lopen goed oplettend waar ik mijn voeten neer zetten, want in een zwempartijtje had ik nu geen zin. Aan het einde van het pad had ik de ruimte en kon ik weer even mijn veter strikken en sloegen net om een bosje rechtsaf en liepen langs dit stukje bos met aan de ander kant weilanden met zeker wel een honderd Ganzen. Ik had Gijs al het bos in zien gaan en kon wel op mijn vingers uittellen wat hij daar deed, want er waren al verschillende wandelaars voorbij gekomen en hij was nog niet in beeld, verdere uitleg behoef ik jullie niet te geven zeker. Wij vervolgde nu een vrij breed pad met naast ons een redelijk breed water en in de verte zagen we nog ‘De Witte Schuur’ waar we koffie hadden gedronken. Eenmaal weer op het asfalt sloeg de groep die de langere afstand had verkozen linksaf, maar eerst moest Peter toch nog even een foto maken van het gehannes hoe de dames over het hek klommen. Er zat niets anders op het hek kon niet open er hing een enorm hangslot aan, dus klimmen was de enige optie. Maar allemaal kwamen we erover soms wel met een beetje hulp. Het water waar wij nu langs wandelden draag de naam Prijsche Wetering en bij de Zoowijkseweg waren we over het hek geklommen. In dit water zag je veel Pijlkruid en aan de overzijde liepen een aardig koppel mooie paarden.

Er stond wel langs dit water een uit de kluiten gewassen bank, maar deze was al in gebruik bij twee dames, die vanuit hun positie een goed uitzicht hadden over de polder en de paarden. We kwamen weer op een hoek aan moesten het water over en onder mij zag ik wel honderden visjes zwemmen, Nel kwam naast n mij staan en daar beneden zie je die visjes niet. Ik ben bang dat Cees ze maar weer eens mee moet nemen naar de brillenzaak, want ze zei wel van ja, maar ik heb hier nog mijn twijfels over. Hier werd het ook even kijken van waar gaan we heen, dat was niet zo moeilijk op de paal stonden wel klompjes, maar er stond ook vijftien bij geschreven en dat vonden wij te ver. Dus volgde wij het pad rechtdoor en kwamen zo op de Diefdijk, dit is tevens de grens tussen de provincies Gelderland en Utrecht en deze moesten we nu gaan volgen. In de velden onderaan de dijk waren boeren driftig bezig om nu het nog droog weer was het gras te maaien, de volgende maakten er pakken van de derde reed daar weer achteraan, nummer vier reed met een kar door het land en nummer vijf pikte de pakken op en lag die op de kar. Door het veld rende drie angstige hazen, die waren uit hun veilige plaatsje in het hoge gras verjaagd en zochten een goed heenkomen enkele weilanden verder. Hier vlogen ook wat roofvogels of die nu hierop af kwamen en rond - scharrelden of dat er niet wat muizen door het veld renden kon ik niet echt zien en ze zaten net te ver weg voor op de foto. Nog hoger in de lucht vlogen wat ooievaars, die op de warme opstijgende lucht steeds hoger cirkelen en dan gaan ze in glijvlucht en kunnen dan enorme grote afstanden afleggen zonder dat het hen veel energie kost, op deze manier steken ze zelfs de Straat bij Gibraltar over om te gaan overwinteren in Afrika. We kwamen nu aan bij een rotonde, rechtsaf dan liepen we weer naar de zorgboerderij, rechtdoor was Diefdijk vervolgen en ons kaartje althans wat Annie in haar handen had, gaf aan dat wij hier de dijk af moesten De Lange Meent. Dat was kortstondig, want nog geen honderd meter verder rechtsaf de Korte Meent in, het bord aan het eind gaf het al aan, doodlopend. Eerst asfalt overgaand op een gras pad, uitkomend op een boerenerf en daar klommen we weer de dijk op en dit was dan weer de Lekdijk. Toen ik mijn verhaal zat te schrijven zat ik met google maps voor mij en zag dat wij maar zo’n honderd meter vanaf fort Everdingen hier de Lekdijk op waren gekomen. Rechtsaf was naar het fort en onze route voerden ons linksaf naar het plaatsje Everdingen en in de verte zagen we het stuwcomplex bij Hagenstein, die grote witte bogen steken wel boven het landschap uit. Nog voordat we Everdingen in liepen werden we alweer de dijk afgestuurd en moesten nu het pad volgen door de Everdingsewaard, maar zo’n honderd meter van de dijk vond ik het wel welletjes, het was dan wel geen bankje, het verhoginkje bij een soort sluisje was voor mij ook goed. Even op mijn gemak uitblazen en tijd voor mijn brood, je moet de motor toch ook van brandstof voorzien. De verhoging waarop ik zat was breed genoeg, oké het was dan wel geen anderhalve meter, maar op de weg hiernaartoe hebben ze ook bij mij in de auto gezeten en dan is die afstand toch ook niet te handhaven. Terwijl wij hier zaten zagen we de andere al op de dijk lopen en toen ze bij ons aankwamen hebben wij maar plaats gemaakt zodat zij nog even hier konden gaan zitten. Wij vervolgde het pad en kwamen zo aan de Lek en op dit stuk was ook de oversteek van het Liniepontje, maar zoals je zult begrijpen was deze ook uit de vaart gehaald. De mensen die als vrijwilligers deze pontjes bevaren zijn allemaal al op leeftijd en die willen natuurlijk zich niet blootstellen aan de gevaren van dit virus, zo zie je je heb er op alle manieren mee te maken. Daarom doe maar normaal, probeer drukte te vermijden en hou zelf goed je gezondheid in de gaten, niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen. We kwamen op de plek waar zo’n pontje aanlag en op ons kaartje stond dat we hier een klein rondje moesten gaan doen, maar ja geen beschrijving en op het kaartje zag ik dat we hier weer terug zouden komen om het pad langs het water verder te gaan vervolgen. Dus besloten we maar rechtsdoor te gaan en door te lopen naar Caatje. Achteraf als we daar wel heen gelopen hadden zouden we bij fort Everdingen zijn gekomen en het inductie sluisje hier was toch een aanwijzing hiervan. Binnen in is het water vrij vervuild en aan de buitenkant heeft zand de werking van het sluisje beperkt tot nul, er lag al bijna een heel strand voor. Waar we nu liepen heet het de Goilberdingsewaarden, buiten de twee forten vind je hier ook nog een Ármenboomgaard’, deze was ooit eigendom van de Katholieke kerk. De opbrengst van deze boomgaard was bestemd voor de armen uit de Betuwe. Er staan nu nog oude hoogstamfruitbomen met verschillende soorten appels en peren. Nu heeft alleen deze boomgaard die door vrijwilligers onderhouden wordt nog een cultuurhistorische waarden en veel vogel profiteren nu van deze oude bomen. Mijn dag was al goed doordat ik toch nog hier langs het pad bij de rivier wat mooie foto’s heb kunnen nemen van een blauw vlindertje. Onze route was dan wel iets korter geworden en achteraf hoorde ik dat het andere groepje ook niet naar het fort is gelopen en ook het pad langs het water was gevolgd. En zo kwamen we dus weer bij het fort en Caatje aan de Lek, nu gingen we er wel aan om even wat te drinken, al deed de jonge dame wel even moeilijk toen ik zei er komen er straks nog wel wat meer aan. Gijs die liep samen met Nel, Ada, Ger en Jeanette en waar wij zaten konden wij hun wel zien komen, maar ze liepen eerst door naar de auto’s om hun spullen weg te brengen. Ze hadden geluk er waren op de plaats waar wij zaten geen mensen meer bij gekomen, dus mochten ze toch bij ons komen zitten. Toen de hoofdmoot eraan kwam zijn wij maar opgestaan en naar de auto gegaan, ik had het ploegje dat ik hiermee naar toe had gebracht, dus wij konden al naar huis en hun konden op onze plaatsen achterin de serre bij de anderen toch nog wat gaan drinken. Het was weer een pracht tochtje, gelukkig wat minder hekjes om te beklimmen, maar we hebben zeker genoten van het prachtige weer en wat de natuur ons zo dichtbij huis te bieden heeft. Voor nog meer foto’s moet je natuurlijk naar de site gaan, afwachten waar onze volgende tocht ons brengt.

Ik heb gisteren 800 calorieën verbrand: Ik had mijn pizza te lang in de oven laten zitten. . ..

Niets ter wereld wordt meer bewonderd en minder begrepen dan Humor!

Mijn vrouw vroeg mij of ze mij kon helpen, met mijn drankprobleem. Heb haar naar de slijterij gestuurd voor wat bier en wijn.

Mijn vrouw is zo lui. Ik heb de hele dag vanaf de bank gekeken wat ze nou deed. Nou, gewoon helemaal niks. . . . .

Wat moet de vrouw het eerst uittrekken om haar man in bed te krijgen? De stekker van de TV.

Je bent pas echt dik als je op het strand ligt en milieuactivisten je proberen terug te duwen in zee.

Ik moet van de dokter wat meer bewegen, dus draai ik me nu een paar keer extra om in bed.

Mijn vrouw is sinds een week verdwenen. De politie zegt dat ik mij aan het ergste moet verwachten. . . . . Ik voel het...... ze gaat terug komen!

Als je denkt dat de vrouw het zwakke geslacht is, probeer dan het maar eens naar je toe te trekken.

Hoewel we in een tijd leven waarin in wezen niemand in elkaar is geïnteresseerd, worden we overspoeld met informatie over anderen. Al die informatie ligt zomaar voor het grijpen. En toch weten we nauwelijks iets over de mensen om ons heen.

Je eigen glazen ingooien, wordt niet gedekt door de verzekering!

Verjaardagen zijn net als chocolaatjes, je geniet er veel meer van als je ze niet telt.

Als ik oud ben, ga ik overal over zeuren. Dat wordt lachen!

Ouder worden is best wel vernieuwend.

Je bent niet waardeloos, ook al voelt het soms zo. Allen je hart is al een half miljoen waard, laat staan je nieren.

Ik blijf een beetje boven mijn streefgewicht. Het zou oneerlijk zijn als ik naast knap, intelligent ook nog eens slank zou zijn.

Waarom het leven moeilijk maken? Mis je iemand – bel Zit je met vragen – vraag Vind je iets niet leuk – zeg het Wil je begrepen worden – geef uitleg Houd je van iemand – toon het We hebben maar één leven. Houdt het simpel!

De drie essentiële elementen voor geluk zijn: Iets om te doen te hebben. Iemand om lief te hebben, en iets om naar uit te kijken.

Dat je alles mag zeggen en vragen, is een recht, zeker geen plicht. Gebruik dat om iets bij te dragen, of houdt gewoon je mond dicht.

Hard werken voor iets dat ons niet interesseert, noemen we stress. Hard werken voor iets dat ons wel interesseert, noemen we passie.

Verstandig spreken is heel moeilijk, verstandig zwijgen nog veel meer.

Natuurlijk praat ik tegen mezelf. Soms heb ik het advies nodig van een expert.

Ik ben zeker niet perfect, maar voor het grootste deel toch best geweldig.

Om leuk te leven, hier vijf simpele gewoontes. 1: breng meer overzicht in je leven 2: breng je lichaam in balans 3: Neem verantwoordelijkheid voor je leven 4: leer genieten van elk moment 5: uit je liefde en dankbaarheid

Liegen oogt zo simpel, maar ogen liegen niet!

Gelukkig zijn is vriendelijk zijn tegenover iedereen, ook tegen die gene die je tegen komt.

Ik wens je een bloempje voor elke dag. Een vriendelijk woord, een vrolijke lach, een arm om je schouder, een knipoog die ’t doet. Maar vooral een duim in de hoogte, die hoopt het gaat je goed.

Ik stop met mijn donaties aan Afrika. Als wij geen zwarte Piet mogen hebben, spelen wij niet meer voor Sinterklaas.

Stoppen met roken is zoiets als de eerste week in een nudistenkamp. Je weet niet waar je met je handen moet blijven.

Geld maakt misschien niet gelukkig, maar ik rijd toch liever in een Porsche, dan in een bus.

Uit de oude doos. Bij ons thuis: Toen ik geboren werd was ik nog heel klein. Mijn vader en moeder waren er niet, ze waren op het aardappelveld. We waren thuis met zoveel kinderen: 10 jongens en 9 meisjes en de laatste is de jongste gebleven. We sliepen op één kamer met maskers op en omdat we maar één bed hadden, was dat erg moeilijk. Het 1e kind werd in bed gelegd en als het sliep werd het eruit gehaald en tegen de muur gezet...... , dan kwam no. 2 en zo verder. Ze hebben mij een keer 14 dagen laten staan tegen de muur voor ze er erg in hadden. We waren allemaal knap, een broer van mij is kunstenaar, hij ging met een oude jas naar het café en kwam er met een nieuwe uit. Mijn moeder spoelde nooit de luiers uit, want we zijn met melkpoeder groot - gebracht. (Ze kon de luiers zo uitschudden) Natuurlijk moesten we heel zuinig leven, we gebruikten het toiletpapier aan twee kanten en daarna ging het door naar de stomerij. Mijn vader kon niet zo best horen, want we hadden de oren van zijn kop gevreten, bij ons aten we nooit met mes en vork, we deden onze mond open en moeder gooide er wat in en vader deed ze weer dicht. Onze jongens heten allemaal Jan, behalve Kees, want die heet Hendrik. Een zus van mij heeft verkering...... , met een jongen! Hij heeft maar één oog en als hij haar onder vier ogen wil spreken mag ik er altijd bij zijn, maar...... , met één oog dicht. En dan de jongste, die klaagt altijd over buikpijn, mijn moeder zei: Je moet blij zijn dat je een buik hebt, anders zakt je boterham zo in je onderbroek. Mijn oudste broer is 59, hij kon 60 zijn, maar hij is een jaar ziek geweest. Mijn ene zus is scheel en als ze lacht rollen de tranen over haar schouders. Toen ik op school kwam was ik zes jaar en ik kon heel goed met de meester opschieten, verscheidene klassen mocht ik twee keer doorlopen, terwijl de andere ieder jaar naar een andere klas moesten. De meester vroeg mij een keer: ”Als je bij de bakker ƒ12,- schuld hebt en bij de slager ƒ10,- en bij de melkboer ƒ 5,-, hoeveel schuld heb je dan in totaal?” Ik zei: “Dat weet ik niet meester, want als we zoveel schulden hebben, verhuizen we meestal.” Onze wekker was een emmer en als die vol was, was het zes uur, maar als mijn vader te veel gedronken had stonden we al om vier uur naast bed. En zo was het bij ons thuis!!!!!!!!