DOCSLIB.ORG

Bremia Lactucae) on Lettuce and Side Effects on Basal Rot Caused by Botrytis Cinerea and Rhizoctonia Solani

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
Bremia Lactucae) on Lettuce and Side Effects on Basal Rot Caused by Botrytis Cinerea and Rhizoctonia Solani Nathalie Van Hese INTEGRATED CONTROL OF DOWNY MILDEW (BREMIA LACTUCAE) ON LETTUCE AND SIDE EFFECTS ON BASAL ROT CAUSED BY BOTRYTIS CINEREA AND RHIZOCTONIA SOLANI Thesis submitted in fulfilment of the requirements for the degree of Doctor (PhD) in Applied Biological Sciences Dutch translation of the title: Geïntegreerde beheersing van valse meeldauw (Bremia lactucae) in kropsla en neveneffecten op smet, veroorzaakt door Botrytis cinerea en Rhizoctonia solani Cover illustration Bremia lactucae conidium, treated with calcofluor and visualized with a UV epi-fluorescence microscope. Cite as: Van Hese N. (2015) Integrated control of downy mildew (Bremia lactucae) on lettuce and side effects on basal rot caused by Botrytis cinerea and Rhizoctonia solani. PhD thesis, Ghent University, Belgium ISBN-number: 978-90-5989-853-0 The author and promotor give the authorisation to consult and to copy parts of this work for personal use only. Every other use is subject to the copyright laws. Permission to reproduce any material contained in this work should be obtained from the author. Promotor: Prof. Dr. Ir. Monica Höfte Department of Crop Protection, Laboratory of Phytopathology Dean: Prof. Dr. Ir. Marc Van Meirvenne Rector: Prof. Dr. Anne De Paepe Members of the jury Prof. dr. ir. Monica Höfte Department of Crop Protection Ghent University Dr. ir. Peter Bleyaert Tuinbouw onder afdekking – Glasgroenten Inagro Prof. dr. ir. Inge Van Bogaert Department of Biochemical and Microbial Technology Ghent University Prof. dr. ir. Benny De Cauwer Department of Plant Production Ghent University Dr. Marc Ongena Microbial Processes and Interactions (MiPI) Research Unit University of Liège Dr. Berit Nordskog Plant Health and Biotechnology Division Nibio – Norwegian Institute of Bioeconomy Research I Dankwoord Een doctoraatsstudie maken kan een beetje vergeleken worden met een kaartenhuisje bouwen: er is het enthousiasme als de toren weer wat hoger wordt, en de schrik en stress als de constructie wankelt. Verder bestaat een kaartenhuisje uit vele kaarten, en zo zijn er ook bij het maken van een doctoraat veel mensen betrokken. Deze verdienen hier dan ook terecht een bedanking. First, I would like to thank the members of the jury, for their valuable input. Ik wil ook Prof. Van Damme bedanken om het voorzitterschap voor de verdediging op zich te nemen. Dan is er natuurlijk mijn promotor, Monica Höfte. Als zij mij niet de kans gegeven had eerst een thesis te maken aan haar labo, en daarna te starten aan dit project, was er van mijn doctoraatsthesis natuurlijk geen sprake geweest. Monica slaagde erin een geweldige team samen te stellen en het te leiden. Bedankt voor alle kansen, Monica. Dat geweldige team, dat waren mijn fantastische collega’s. Toen het tijd werd na het indienen van mijn doctoraatsthesis, had ik schrik dat ik nergens nog een job zou vinden met zo’n geweldige collega’s. Laat ik beginnen bij de “oude garde”, waar ik veel van leerde, maar die ook stuk voor stuk heel toffe mensen bleken te zijn: Katrien, Jolien, Sarah, Soraya: dank jullie wel om mij wegwijs te maken in het labo. Ellen, van jou nam ik het Bremia project over en jij en jouw notities hebben me geholpen bij de start van mijn project. Evelien, Lien B., Jonas, Jasper: jullie gaven een heel eigen, leuke dynamiek aan het labo. Dank jullie wel. Jonas, jij was trouwens de eerste die me hulp bood bij het aanvragen van mijn IWT-beurs, wat enorm gewaardeerd werd! Feyi, you are a wonderfull, caring, friendly and funny person. Khuong, you make the best springrolls ever and it is always nice talking to you. Vincent we started writing our thesis at the same moment, which gave a connection between us. I hope you are doing well and you can finish soon! You taught me so much, even about Belgian history! ZongWang, silent, but always with a smile and a talented runner. It was nice to have you in our team for the Ekiden run! Nam, you thaught me a lot in the lab and you have the most infectious laugh! Andrea, although you were only one year in our lab, it felt like you belonged here from the first moment! Huangske, you supported me so much, and you even planned your trip to Belgium to come to my wedding. You and your wife are very lovely people! Every lab needs a Huang! Thank you all! Lien T., we kenden elkaar natuurlijk al van tijdens onze studies en het was leuk om samen met jou de EIP cursus te volgen! Nadia, nooit kon ik iets verkeerd vragen aan jou, dank je wel daarvoor! Ook Bjorn, jij bedankt voor alle administratieve hulp. Evelien, jij hebt nog zoveel cupcakes tegoed voor al het werk waarmee je mij geholpen hebt, al die qPCR’s! Zonder jou was dat nooit goed gekomen! Maar daarnaast ben je ook een ongelooflijk toffe aanwinst voor het labo, goedlachs en altijd vrolijk! Ozzy, we hadden soms pittige discussies, maar we hebben veel gelachen en jouw mojito-bolletjes vergeet ik niet! Silketje, jij bent fantastisch: je staat altijd klaar voor mensen: of het nu is om te helpen met labowerk of om een luisterend oor te bieden. Ons citytripje in Zweden was echt leuk en Werchter was trouwens ook geweldig. Ik kijk al uit naar volgend jaar! Crazy Paulinie! Het was geweldig om iemand te hebben in het labo die even gek is als ik én die mijn looppassie deelt. Lieselotte, we zijn samen begonnen aan onze doctoraatsstudie, en hebben onze ups en downs die III daar onvermijdelijk mee gepaard gaan samen beleefd. Ik heb veel steun aan je gehad, maar we hebben toch ook ongelooflijk veel plezier gehad samen! David, onvoorstelbaar dat ik in het begin schrik had van jou. Je hebt vaak tijd vrijgemaakt om mijn resultaten te bespreken en die qPCR die we samen gedaan hebben, was eigenlijk de enige leuke die ik gedaan heb. Maar het is ook altijd heel leuk babbelen en zeveren met jou. En dan had ik nog de meest fantastische bureau die je je kan indenken. Sorenneke, you were always so enthusiastic and full of jokes, a real multipotentialite person. JingJing, since the last year you were in Belgium, we called eachother ‘twinsister’, it tells something about us. It was fantastic to go to China with you and I love that we still mail eachother so frequently, but I hope we will meet again soon! En tot slot is er Ilseke. Het is zo moeilijk om te beschrijven hoe fantastisch jij bent. Een luisterend oor, praktische raad, altijd goedlachs en optimistisch, vol passies… Ik kan met jou over alles, maar dan ook echt alles praten. Dan was er ook nog mijn fantastische studente, Lien: ik ben blij dat ik jouw begeleidster mocht zijn! Voor dit doctoraat werkte ik ook vaak samen met de proefcentra, Inagro, PCG en PSKW. Dat was steeds een prettige samenwerking waar ik ook veel leuke mensen heb ontmoet: Aaike, Isabel, Ilse, Nathalie, Ronny, Roger, An, Sofie, Kenneth, en Ilse: bedankt voor de aangename samenwerking! En dan is er die andere groep die heeft bijgedragen aan mijn kaartenhuisje, de mensen die niets te maken hadden met dit werk, maar wel erg belangrijk zijn voor mij. Sara en Hanna, we kennen elkaar al zo lang, jullie zijn fantastische vriendinnen! Ook Isabel, we hebben samen al heel veel leuke momenten meegemaakt, meer van dat! Iris, Sven, Kaat, Katrien, Ann en Tine, bedankt voor de leuke uitstapjes en steun! Dan kom ik ook bij mijn familie en schoonfamilie, bedankt voor alle getoond interesse, hulp en de leuke momenten! Mijn geweldige ouders, die altijd voor mij klaar staan, ik besef heel goed dat ik veel geluk heb. Zonder jullie liefde en steun zou ik hier nooit geraakt zijn. Dank je wel voor alles! Mijn zusje, mijn beste vriendin, mijn hulplijn, mijn loopmaatje, de beste zus ter wereld, jij ook hartelijk bedankt! En dan mijn Roenie, alle ups en downs komen eerst bij jou terecht! Door alles wat zo’n doctoraat met zich meebrengt, ben ik er nog meer van overtuigd dat jij en ik samen alles aankunnen. <3 IV List of abbreviations AG anastomosis group Avr avirulence Ca calcium CLP cyclic lipopeptides dbi days before inoculation dpi days post inoculation DMSO dimethyl sulfoxide EHM extrahaustorial membrane ET ethylene Eth Ethephon ETI effector triggered immunity ETS effector triggered susceptibility F10 fengycin 10 mg/L HIGS host-induced gene silencing siRNA small interfering ribonucleic acid hpi hours post inoculation IBEB International Bremia Evaluation Board IPM integrated pest management ISR induced systemic resistance JA jasmonic acid LHP lipid hydroperoxidase LOX lipoxygenase M10 mycosubtilin 10 mg/L MAMP microbe associated molecular pattern MeJA methyl-jasmonate MS-medium Murashige and Skoog medium NB-LRR proteins nucleotide-binding leucine rich repeats proteins NHR non host resistance V List of abbreviations NO nitric oxide pal phenylalanine ammonia lyase PAMP pathogen associated molecular pattern PDA potato dextrose agar PDB potato dextrose broth PGPR plant growth-promoting rhizobacteria pr pathogenesis related PRR pattern recognition receptors PTI PAMP-triggered immunity qRT-PCR quantitative reverse transcriptase polymerase chain reaction ROS reactive oxygen species QTL quantitative trait loci S10 surfactin 10 mg/L SA salicylic acid SAR systemic acquired resistance VI Table of contents MEMBERS OF THE JURY..................................................................................................................................... I DANKWOORD ................................................................................................................................................. III LIST OF ABBREVIATIONS ..................................................................................................................................
Load more

Recommended publications
  • Salisapiliaceae</I> ÂŒ a New Family of Oomycetes from Marsh Grass Litter
    Persoonia 25, 2010: 109–116 www.persoonia.org RESEARCH ARTICLE doi:10.3767/003158510X551763 Salisapiliaceae – a new family of oomycetes from marsh grass litter of southeastern North America J. Hulvey1, S. Telle 2, L. Nigrelli 2, K. Lamour 1*, M. Thines 2,3* Key words Abstract Several filamentous oomycete species of the genus Halophytophthora have recently been described from marine environments, mostly from subtropical and tropical ecosystems. During a survey of oomycetes from internal transcribed spacer leaf litter of Spartina alterniflora in salt marshes of southeastern Georgia, isolates of four taxa were recovered that nuclear ribosomal large subunit (nrLSU) bore similarity to some members of Halophytophthora but were highly divergent from isolates of Halophytophthora Peronosporales s.str. based on a combined sequence analysis of two nuclear loci. In phylogenetic analyses, these isolates were phylogeny placed basal to a monophyletic group comprised of Pythium of the Pythiaceae and the Peronosporaceae. Sequence Pythiaceae and morphology of these taxa diverged from the type species Halophytophthora vesicula, which was placed within the Peronosporaceae with maximum support. As a consequence a new family, the Salisapiliaceae, and a new ge- nus, Salisapilia, are described to accommodate the newly discovered species, along with one species previously classified within Halophytophthora. Morphological features that separate these taxa from Halophytophthora are a smaller hyphal diameter, oospore production, lack of vesicle formation during sporulation, and a plug of hyaline material at the sporangial apex that is displaced during zoospore release. Our findings offer a first glance at the presumably much higher diversity of oomycetes in estuarine environments, of which ecological significance requires further exploration.
    [Show full text]
  • Report of a Working Group on Leafy Vegetables: First Meeting
    European Cooperative Programme for Plant Genetic Report of a Working Resources ECP GR Group on Leafy Vegetables First Meeting, 13-14 October 2005, Olomouc, Czech Republic L. Maggioni, A. Lebeda, I. Boukema and E. Lipman, compilers IPGRI and INIBAP operate under the name Bioversity International Supported by the CGIAR European Cooperative Programme for Plant Genetic Report of a Working Resources ECP GR Group on Leafy Vegetables First Meeting, 13-14 October 2005, Olomouc, Czech Republic L. Maggioni, A. Lebeda, I. Boukema and E. Lipman, compilers ii REPORT OF A WORKING GROUP ON LEAFY VEGETABLES: FIRST MEETING Bioversity International is an independent international scientific organization that seeks to improve the well- being of present and future generations of people by enhancing conservation and the deployment of agricultural biodiversity on farms and in forests. It is one of 15 centres supported by the Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR), an association of public and private members who support efforts to mobilize cutting-edge science to reduce hunger and poverty, improve human nutrition and health, and protect the environment. Bioversity has its headquarters in Maccarese, near Rome, Italy, with offices in more than 20 other countries worldwide. The Institute operates through four programmes: Diversity for Livelihoods, Understanding and Managing Biodiversity, Global Partnerships, and Commodities for Livelihoods. The international status of Bioversity is conferred under an Establishment Agreement which, by January 2008, had been signed by the Governments of Algeria, Australia, Belgium, Benin, Bolivia, Brazil, Burkina Faso, Cameroon, Chile, China, Congo, Costa Rica, Côte d’Ivoire, Cyprus, Czech Republic, Denmark, Ecuador, Egypt, Ethiopia, Ghana, Greece, Guinea, Hungary, India, Indonesia, Iran, Israel, Italy, Jordan, Kenya, Malaysia, Mali, Mauritania, Morocco, Norway, Oman, Pakistan, Panama, Peru, Poland, Portugal, Romania, Russia, Senegal, Slovakia, Sudan, Switzerland, Syria, Tunisia, Turkey, Uganda and Ukraine.
    [Show full text]
  • Effector Identification in the Lettuce Downy Mildew Bremia Lactucae By
    bs_bs_banner MOLECULAR PLANT PATHOLOGY (2012) 13(7), 719–731 DOI: 10.1111/J.1364-3703.2011.00780.X Effector identification in the lettuce downy mildew Bremia lactucae by massively parallel transcriptome sequencing JOOST H. M. STASSEN1, MICHAEL F. SEIDL2,3, PIM W. J. VERGEER1, ISAÄC J. NIJMAN4, BEREND SNEL2,3, EDWIN CUPPEN4 AND GUIDO VAN DEN ACKERVEKEN1,3,* 1Plant–Microbe Interactions, Department of Biology, Utrecht University, Padualaan 8, 3508 CH Utrecht, the Netherlands 2Theoretical Biology and Bioinformatics, Department of Biology, Utrecht University, Padualaan 8, 3508 CH Utrecht, the Netherlands 3Centre for BioSystems Genomics (CBSG), Wageningen University, Binnenhaven 5, 6709 PD Wageningen, the Netherlands 4Hubrecht Institute, Developmental Biology and Stem Cell Research, KNAW and University Medical Center Utrecht, Uppsalalaan 8, Utrecht, the Netherlands agent of the Irish potato famine, and P. ramorum, which causes SUMMARY sudden oak death. The downy mildews have a narrow host range, Lettuce downy mildew (Bremia lactucae) is a rapidly adapting for instance Hyaloperonospora arabidopsidis grows only on living oomycete pathogen affecting commercial lettuce cultivation. Arabidopsis thaliana plants, Plasmopara viticola is an important Oomycetes are known to use a diverse arsenal of secreted proteins grape pathogen and Bremia lactucae is the most important patho- (effectors) to manipulate their hosts. Two classes of effector are gen of lettuce (Lactuca sativa). The control of B. lactucae is an known to be translocated by the host: the RXLRs and Crinklers. To increasingly difficult task as fungicides have been phased out gain insight into the repertoire of effectors used by B. lactucae to because of environmental concerns, and fungicide resistance is manipulate its host, we performed massively parallel sequencing becoming more widespread (Brown et al., 2004).
    [Show full text]
  • Genetic Variability and Distance Between Lactuca Serriola L
    Acta Bot. Croat. 77 (2), 172–180, 2018 CODEN: ABCRA 25 DOI: 10.2478/botcro-2018-0019 ISSN 0365-0588 eISSN 1847-8476 Genetic variability and distance between Lactuca serriola L. populations from Sweden and Slovenia assessed by SSR and AFLP markers Michaela Jemelková1, Miloslav Kitner1, Eva Křístková1, Ivana Doležalová2, Aleš Lebeda1* 1 Palacký University in Olomouc, Faculty of Science, Department of Botany, Šlechtitelů 27, 783 71 Olomouc, Czech Republic 2 Department of Genetic Resources for Vegetables, Medicinal, and Special Plants of Crop Research Institute in Olomouc, Šlechtitelů 29, 783 71 Olomouc, Czech Republic Abstract – The study involved 121 samples of the common weed, Lactuca serriola L. (prickly lettuce), represent- ing 53 populations from Sweden and Slovenia. The seed materials, originating from different habitats, were re- generated and taxonomically validated at the Department of Botany, Palacký University in Olomouc, Czech Re- public. The morphological characterizations of the collected plant materials classified all 121 samples as L. serriola f. serriola; one sample was heterogeneous, and also present was L. serriola f. integrifolia. Differences in the amount and distribution of the genetic variations between the two regions were analyzed using 257 ampli- fied fragment length polymorphism (AFLP) and 7 microsatellite (SSRs) markers. Bayesian clustering and Neigh- bor-Network were used for visualization of the differences among the samples by country. Under the Bayesian approach, the best partitioning (according to the most frequent signals) was resolved into three groups. While the absence of an admixture or low admixture was detected in the Slovenian samples, and the majority of the Swedish samples, a significant admixture was detected in the profiles of five Swedish samples collected near Malmö, which bore unique morphological features of their rosette leaves.
    [Show full text]
  • Bremia Lactucae)
    International Journal of Forestry and Horticulture (IJFH) Volume 4, Issue 2, 2018, PP 1-6 ISSN No. (Online) 2454–9487 DOI: http://dx.doi.org/10.20431/2454-9487.0402001 www.arcjournals.org Method Optimization Studies on Inoculation and Isolation of the Causal Agent of Lettuce Downy Mildew (Bremia Lactucae) Razieh Ebrahimzadeh1, F. Sara Dolar1*, Kenan Sönmez2, Ş. Şebnem Ellialtıoğlu3 1 Ankara University, Faculty of Agriculture, Department of Plant Protection, Ankara, Turkey. 2Eskişehir Osmangazi University, Faculty of Agriculture, Department of Horticulture, Eskişehir, Turkey. 3Ankara University, Faculty of Agriculture, Department of Horticulture, Ankara, Turkey. *Corresponding Author: F. Sara Dolar, Department of Plant Protection, Faculty of Agriculture, Ankara University, Ankara, Turkey. Abstract: Downy mildew disease caused by Bremia lactucae causes one of the most devastating diseases of lettuce worldwide. An obligat parasite, B.lactucae’s sporulation in unnatural environments and storage is more difficult than necrotrophic pathogens and some special methods are needed to be developed. For this aim, disease samples were collected during 2016 lettuce growing seasons. The all samples were stored at -20 °C and -80 °C. Small leaf parts showing symptoms from the samples were dissected and spores were scraped by various methods. The spore suspensions were obtained using three methods (keep at room illumination+room temperature, room illumination+stored in ice, darkness+room temperature). In order to determine the suitable inoculation method, seedling, and detached leaf tests (blotter, floating, waxed slide test and water agar methods) were performed. A series of petri plates and seedlings were kept at 13±1 °C in the climate chamber and another series of assay were incubated at 18-21 °C until sporulation.
    [Show full text]
  • OOMYCETE GENETICS and GENOMICS Diversity, Interactions, and Research Tools
    OOMYCETE GENETICS AND GENOMICS Diversity, Interactions, and Research Tools Edited by Kurt Lamour The University of Tennessee Knoxville, Tennessee and Sophien Kamoun Sainsbury Laboratory Norwich, United Kingdom OOMYCETE GENETICS AND GENOMICS OOMYCETE GENETICS AND GENOMICS Diversity, Interactions, and Research Tools Edited by Kurt Lamour The University of Tennessee Knoxville, Tennessee and Sophien Kamoun Sainsbury Laboratory Norwich, United Kingdom Copyright r 2009 by John Wiley & Sons, Inc. All rights reserved Wiley-Blackwell is an imprint of John Wiley & Sons, formed by the merger of Wiley’s global Scientific, Technical, and Medical business with Blackwell Publishing. Published by John Wiley & Sons, Inc., Hoboken, New Jersey Published simultaneously in Canada No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning, or otherwise, except as permitted under Section 107 or 108 of the 1976 United States Copyright Act, without either the prior written permission of the Publisher, or authorization through payment of the appropriate per-copy fee to the Copyright Clearance Center, Inc., 222 Rosewood Drive, Danvers, MA 01923, (978) 750-8400, fax (978) 750-4470, or on the web at www.copyright.com. Requests to the Publisher for permission should be addressed to the Permissions Department, John Wiley & Sons, Inc., 111 River Street, Hoboken, NJ 07030, (201) 748-6011, fax (201) 748-6008, or online at http://www.wiley.com/go/permission. Limit of Liability/Disclaimer of Warranty: While the publisher and author have used their best efforts in preparing this book, they make no representations or warranties with respect to the accuracy or completeness of the contents of this book and specifically disclaim any implied warranties of merchantability or fitness for a particular purpose.
    [Show full text]
  • Aphanomyces Euteiches Laurent Camborde
    Fuctional characterization of different candidate effectors from the root rot oomycete Aphanomyces euteiches Laurent Camborde To cite this version: Laurent Camborde. Fuctional characterization of different candidate effectors from the root rot oomycete Aphanomyces euteiches. Vegetal Biology. Université Paul Sabatier - Toulouse III, 2020. English. NNT : 2020TOU30227. tel-03208760 HAL Id: tel-03208760 https://tel.archives-ouvertes.fr/tel-03208760 Submitted on 26 Apr 2021 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. Abstract Oomycetes are eukaryote pathogens able to infect plants and animals. During host interaction, oomycetes secrete various molecules, named effectors, to counteract plant defence and modulate plant immunity. Two different classes of cytoplasmic effectors have been described to date, Crinklers (CRNs) and RxLR proteins. The translocation process allowing the entrance into the host cells is still unclear, and while extended research gave insight into some molecular targets and role during infection, most of effectors have not been characterized. In the root rot pathogen of legumes Aphanomyces euteiches, only the CRNs are present. Based on a previous study reported by our research group, we published an opinion paper focused on the emergence of DNA damaging effectors and their role during infection.
    [Show full text]
  • Phylogenetic Relationships of Plasmopara, Bremia and Other
    Mycol. Res. 108 (9): 1011–1024 (September 2004). f The British Mycological Society 1011 DOI: 10.1017/S0953756204000954 Printed in the United Kingdom. Phylogenetic relationships of Plasmopara, Bremia and other genera of downy mildew pathogens with pyriform haustoria based on Bayesian analysis of partial LSU rDNA sequence data Hermann VOGLMAYR1, Alexandra RIETHMU¨LLER2, Markus GO¨KER3, Michael WEISS3 and Franz OBERWINKLER3 1 Institut fu¨r Botanik und Botanischer Garten, Universita¨t Wien, Rennweg 14, A-1030 Wien, Austria. 2 Fachgebiet O¨kologie, Fachbereich Naturwissenschaften, Universita¨t Kassel, Heinrich-Plett-Strasse 40, D-34132 Kassel, Germany. 3 Lehrstuhl fu¨r Spezielle Botanik und Mykologie, Botanisches Institut, Universita¨tTu¨bingen, Auf der Morgenstelle 1, D-72076 Tu¨bingen, Germany. E-mail : [email protected] Received 28 December 2003; accepted 1 July 2004. Bayesian and maximum parsimony phylogenetic analyses of 92 collections of the genera Basidiophora, Bremia, Paraperonospora, Phytophthora and Plasmopara were performed using nuclear large subunit ribosomal DNA sequences containing the D1 and D2 regions. In the Bayesian tree, two main clades were apparent: one clade containing Plasmopara pygmaea s. lat., Pl. sphaerosperma, Basidiophora, Bremia and Paraperonospora, and a clade containing all other Plasmopara species. Plasmopara is shown to be polyphyletic, and Pl. sphaerosperma is transferred to a new genus, Protobremia, for which also the oospore characteristics are described. Within the core Plasmopara clade, all collections originating from the same host family except from Asteraceae and Geraniaceae formed monophyletic clades; however, higher-level phylogenetic relationships lack significant branch support. A sister group relationship of Pl. sphaerosperma with Bremia lactucae is highly supported.
    [Show full text]
  • EPPO Standards 
    EPPO Standards GUIDELINES ON GOOD PLANT PROTECTION PRACTICE LETTUCE UNDER PROTECTED CULTIVATION PP 2/3(2) English oepp eppo European and Mediterranean Plant Protection Organization 1, rue Le Nôtre, 75016 Paris, France APPROVAL EPPO Standards are approved by EPPO Council. The date of approval appears in each individual standard. REVIEW EPPO Standards are subject to periodic review and amendment. The next review date for this set of EPPO Standards is decided by the EPPO Working Party on Plant Protection Products. AMENDMENT RECORD Amendments will be issued as necessary, numbered and dated. The dates of amendment appear in each individual standard (as appropriate). DISTRIBUTION EPPO Standards are distributed by the EPPO Secretariat to all EPPO Member Governments. Copies are available to any interested person under particular conditions upon request to the EPPO Secretariat. SCOPE EPPO guidelines on good plant protection practice (GPP) are intended to be used by National Plant Protection Organizations, in their capacity as authorities responsible for regulation of, and advisory services related to, the use of plant protection products. REFERENCES All EPPO guidelines on good plant protection practice refer to the following general guideline: OEPP/EPPO (1994) EPPO Standard PP 2/1(1) Guideline on good plant protection practice: principles of good plant protection practice. Bulletin OEPP/EPPO Bulletin 24, 233-240. OUTLINE OF REQUIREMENTS For each major crop of the EPPO region, EPPO guidelines on good plant protection practice (GPP) cover methods for controlling pests (including pathogens and weeds). The main pests of the crop in all parts of the EPPO region are considered. For each, details are given on biology and development, appropriate control strategies are described, and, if relevant, examples of active substances which can be used for chemical control are mentioned.
    [Show full text]
  • UC Davis UC Davis Previously Published Works
    UC Davis UC Davis Previously Published Works Title Sporulation of Bremia lactucae affected by temperature, relative humidity, and wind in controlled conditions Permalink https://escholarship.org/uc/item/9j91h7dr Journal Phytopathology, 94(4) ISSN 0031-949X Authors Su, H van Bruggen, AHC Subbarao, K V et al. Publication Date 2004-04-01 Peer reviewed eScholarship.org Powered by the California Digital Library University of California This article is from the April 2004 issue of published by The American Phytopathological Society For more information on this and other topics related to plant pathology, we invite you to visit APSnet at www.apsnet.org Ecology and Epidemiology Sporulation of Bremia lactucae Affected by Temperature, Relative Humidity, and Wind in Controlled Conditions H. Su, A. H. C. van Bruggen, K. V. Subbarao, and H. Scherm First, second, and third authors: Department of Plant Pathology, University of California, Davis 95616; and fourth author: Department of Plant Pathology, University of Georgia, Athens 30602. Current address of H. Su: Alberta Research Council, Vegreville, Alberta, Canada. Current address of A. H. C. van Bruggen: Leerstoelgroep Biologische Bedrijfssystemen, 6709 PG Wageningen, The Netherlands. Accepted for publication 4 December 2003. ABSTRACT Su, H., van Bruggen, A. H. C., Subbarao, K. V., and Scherm, H. 2004. 0.0001) affected the number of cotyledons with sporulation and the Sporulation of Bremia lactucae affected by temperature, relative humid- number of sporangia produced per cotyledon. No sporulation was ob- ity, and wind in controlled conditions. Phytopathology 94:396-401. served at wind speeds of >0.5 m s–1, regardless of RH. In still air, the number of sporangiophores produced per cotyledon increased linearly The effects of temperature (5 to 25°C), relative humidity (81 to 100%), with RH from 81 to 100% (P = 0.0001, r = 0.98).
    [Show full text]
  • Wild Lactuca Species in North America
    Horticulture Publications Horticulture 2019 Wild Lactuca Species in North America A. Lebeda Palacký University E. Křístková Palacký University I. Doležalová Medicinal and Special Plants of Crop Research Institute in Olomouc M. Kitner Palacký University Mark P. Widrlechner Iowa State University, [email protected] Follow this and additional works at: https://lib.dr.iastate.edu/hort_pubs Part of the Agricultural Science Commons, Ecology and Evolutionary Biology Commons, Horticulture Commons, Natural Resources and Conservation Commons, and the Plant Breeding and Genetics Commons The complete bibliographic information for this item can be found at https://lib.dr.iastate.edu/ hort_pubs/39. For information on how to cite this item, please visit http://lib.dr.iastate.edu/ howtocite.html. This Book Chapter is brought to you for free and open access by the Horticulture at Iowa State University Digital Repository. It has been accepted for inclusion in Horticulture Publications by an authorized administrator of Iowa State University Digital Repository. For more information, please contact [email protected]. Wild Lactuca Species in North America Abstract This chapter presents a brief history of the uses of lettuce (Lactuca sativa L.) and its wild North American relatives, and reviews the agricultural importance of lettuce and challenges in its cultivation, in relation to nutritional quality, diseases, pests, and edaphic and climatic limitations. The evolution and taxonomy of the genus Lactuca are presented, with a primary focus on the wild Lactuca species of North America, their characterization, biogeography and distribution, habitat ecology, and genepools. Specific examples of phenotypic variability, genetic diversity and disease resistance of wild Lactuca taxa from both published reports and recent evaluations conducted in our laboratory are also presented.
    [Show full text]
  • I. Albuginaceae and Peronosporaceae) !• 2
    ANNOTATED LIST OF THE PERONOSPORALES OF OHIO (I. ALBUGINACEAE AND PERONOSPORACEAE) !• 2 C. WAYNE ELLETT Department of Plant Pathology and Faculty of Botany, The Ohio State University, Columbus ABSTRACT The known Ohio species of the Albuginaceae and of the Peronosporaceae, and of the host species on which they have been collected are listed. Five species of Albugo on 35 hosts are recorded from Ohio. Nine of the hosts are first reports from the state. Thirty- four species of Peronosporaceae are recorded on 100 hosts. The species in this family re- ported from Ohio for the first time are: Basidiophora entospora, Peronospora calotheca, P. grisea, P. lamii, P. rubi, Plasmopara viburni, Pseudoperonospora humuli, and Sclerospora macrospora. New Ohio hosts reported for this family are 42. The Peronosporales are an order of fungi containing the families Albuginaceae, Peronosporaceae, and Pythiaceae, which represent the highest development of the class Oomycetes (Alexopoulous, 1962). The family Albuginaceae consists of the single genus, Albugo. There are seven genera in the Peronosporaceae and four commonly recognized genera of Pythiaceae. Most of the species of the Pythiaceae are aquatic or soil-inhabitants, and are either saprophytes or facultative parasites. Their occurrence and distribution in Ohio will be reported in another paper. The Albuginaceae include fungi which are all obligate parasites of vascular plants, causing diseases known as white blisters or white rusts. These white blisters are due to the development of numerous conidia, sometimes called sporangia, in chains under the epidermis of the host. None of the five Ohio species of Albugo cause serious diseases of cultivated plants in the state.
    [Show full text]