-Çe deSingel deSingel 89-90

Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen 03/237.61.58

ENSEMBLE MUSIQUE OBLIQUE LACHAPELLE ROYALE

FAURÉ . BRUCKNER

2 3 MAART 9 0 ENSEMBLE MUSIQUE OBLIQUE LACHAPELLE ROYALE PH ILIPPE H E R R E W E G H E muzikale leiding A G N È S M E L L O N sopraan P E T E R H ARVEY bariton

PROGRAMMA

1ANTON BRUCKNER 1824-1896 MOTETTEN Locus iste Os justi Christus factus est AEQUALE NR 1 voor 3 trombonen LIBERA ME voor koor, 3 trombonen en orgel AEQUALE NR 2 voor 3 trombonen MOTETTEN Vexilla Régis Ave Maria CVC ONDER AUSPICIËN VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DIENST VOOR MUZIEK EN CULTURELE FILM PAUZE

GABRIEL FAURÉ inleidend gesprek Foyer 19.15 uur 1845-1924 aanvang concert 20.00 uur MESSE DE REQUIEM OPUS 48 pauze 20.40 uur originele orkestratie van 1888 einde 21.40 uur reconstructie Jean-Michel Nectoux LACHAPELLE ROYALE

La Chapelle Royale is gesticht in 1982. Het is één van de eerste Europese ensem­ bles die een repertoire aanbiedt dat van Renaissance tot de romantische perio­ d e gaat. Het verenigt een vokaal ensemble van 16 professionele zangers met een orkest van oude instrumenten. Het ensemble is gespecialiseerd in de oude uitvoerings­ praktijk en de Barok. Hun uitzonderlijke kwaliteiten brachten hen op de belangrij­ ke muziekfestivals en in de grote concertzalen: TMP Châtelet, La Fenice, Théâtre Royal de Versailles, Théâtre de , Festival d’Aix-en-Provence,... Het Franse Barokrepertoire geniet hun grootste interesse. Ze werden bekend door opmerkelijke uitvoeringen van Cantates, Motetten, de 2 Passies en Mis in B van J.S. Bach. Dit in samenwerking met het Collegium Vocale van Gent dat gesticht heeft en nu nog leidt. Hun versies van d e motetten van Brahms en Mendelssohn werden unaniem ge­ loofd door de internationale pers voor hun radicaal nieuwe aanpak. La Chapelle Royale heeft zich ook toegelegd op de 20ste eeuwse muziek en voerde al werken uit van Webern, Schönberg, Stravinski, Pousseur en Ligeti. In 1990 creëren zij d e “Tombeau d ’Henri Ledroit" van Jacques Lenot. , Michel Corboz, John Elliot Gardiner en Simon Preston hebben a l bij la Chapelle Royale gedirigeerd. MUSIQUE OBLIQUE

Sinds hun stichting in 1982 wil het Ensemble een gevarieerd en coherent beeld van de 20ste eeuw geven. Vertrekkend van Liszt, Fauré en Ravel, voerde het ensemble veel muziek uit van d e Weense School en van de groten van de 20ste eeuw: Ligeti, Boulez, Scelsi, Bé- rio ,... O p hun kalender staan onder andere concerten op festivals van Madrid, het Fes­ tival van Vlaanderen, en andere. Tot hun recente plannen behoren een plaatop­ name maken van d e mis voor dubbel koor en blazers van Anton Bruckner. Dit doen ze met le Chapelle Royale en Philippe Herreweghe. Er staat ook een videodisc op het programma van Schönbergs Pierrot Lunaire, in een regie van Isabelle Pousseur. De artistieke coördinatie van het ensemble is in handen van . PHILIPPE HERREWEGHE AGNES MELLON PETER HARVEY

Philippe Herreweghe was, naast zijn stu­ De sopraan Agnès Mellon studeerde bij Peter Harvey studeerde aan de Oxford dies in geneeskunde en psychiatrie, Jean Laurens en Nicole Fallien in Parijs, University en de Guildhall School Lon­ ook geïnteresseerd in de oude muziek. en bij Lilian Loran in San Fransisco. Ze den. Tegelijkertijd won hij verschillende Hij studeerde clavecimbel en orgel aan debuteerde in 1980 als soliste en spit­ studiebeurzen en prijzen op nationale het conservatorium van zijn geboortes­ ste zich toe op het Barokrepertoire. Ze en internationale competities. Zo won tad Gent, bij Johan Huys en Gabriel zong o.a. met het ensemble "Les Arts hij o.a. de Walther Gruner International Verschraegen. Florissants* van William Christie en nam Lieder Compétition. Sinds vele jaren doet hij, samen met het aan vele Europese festivals deel. Onlangs zong hij "Aeneas" in "Dido en Collegium Vocale van Gent en de Dankzij haar dynamiek, haar klare stem Aeneas* op met de St. James' Baroque Chapelle Royale, onderzoek in een re­ en haar fijngevoelige interpretaties Players, waar hij regelmatig solist is. Hij pertorium dat van de Renaissance tot werd zij één van de meest gevraagde werkt nog met andere Britse groepen, de hedendaagse werken gaat. artiesten in haar genre. zoals The Sixteen en London Baroque. Als orkestleider dirigeerde hij verschillen­ Bekende figuren dirigenten, zoals Herre­ Met deze groepen toert hij tot in Zuid- de werken van dit repertoire. Naast La weghe, Malgoire, e.a., nodigden haar Amerika en Polen. Chapelle Royale, zijn eigen ensemble, uit voor tal van produkties. Hij werkt regelmatig met La Chapelle en Concerto Köln leidde hij ook tradi­ Agnès Mellon neemt ook deel aan Royale in Frankrijk. Met het zingen van tionele formaties als Scottish Chamber operaproduties in Frankrijk en in het Gossecs Requiem met het Collegium Orchestra, Ensemble Orchestral de Pa­ buitenland. Vocale en La Chapelle Royale, en can­ ris en Orchestre Philharmonique de Liè­ tates en het Magnificat van Bach, ge- kwam hij op de Franse televisie. Op dit Hij heeft opgetreden in de belangrijkste moment werkt hij mee aan opnames Europese steden en in Amerika. On­ met Le Concert Spirituel met Franse Ba­ langs nam hij deel aan festivals in Fran­ rokmuziek. Peter Harvey werkt ook gere­ krijk, Polen, Duitsland en Vlaanderen. geld in de hedendaagse muziek en Vorig seizoen leidde hij twee onvergete­ opera. lijke integrale Weihnachtsoratoria in deSingel. Sinds 1982 is hij Artsistiek Directeur van het Festival en het Institut de Musique Ancienne van Saintes. ANTON BRUCKNER

LOCUS ISTE LIBERA ME

Locus iste a Deo factus est Libéra me, Domine, de morte aetema, inaestimabile sacramentum in die ilia tremenda: irreprehensiblis est. Quando coeli movendi sunt et terra: Dum veneris judicare saeculum per ignem. Tremens factus sum ego, et timeo, OS JUSTI dum discussio venait, atque ventura ira. Dies ilia, dies irae, Os justi meditabitur sapientiam, calamitatis et miseriae. et lingua ejus loquetur judicium. Dies magna et amara valde. Lex Dei ejus in corde ipsius Requiem aetemam dona eis Domine: et non supplantabuntur gressus ejus. et lux perpétua luceat eis. Libéra me, Domine, de morte aetema, in die ilia tremenda: CHRISTUS FACTUS EST Quando coeli movendi sunt et terra: Dum veneris judicare saeculum per ignem. Christus factus est pro nobis obediens usque ad mortem, VEX1LLA REGIS mortem autem crucis. Propter quod et Deus exaltavit ilium et dédit llli nomen, Vexilla regis prodeunt fulget crucis quod est super omne nomen. mysterium quo came camis conditor suspensus est patibulo.

0 crux ave spes unica hoc passionis tempore auge piis justitiam reisque dona veniam.

Te summa Deus Trinitas collaudet omnis spiritus quos per crucis mysterium salvas rege per saecula. Amen.

AVE MARIA

Ave Maria gratia plena Dominus tecum. Benedicta tu in mulieribus et benedictus fructus ventris tui, Jésus. Sancta Maria, mater Dei, ora pro nobis peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

- GABRIEL FAURE REQUIEM

REQUIEM & KYRIE SANCTUS LIBERA ME

Requiem aetemam dona eis, Domine, Sanctus, sanctus, sanctus, Libéra me, Domine, de morte aeterna, Et lux perpétua luceat eis. Dominus Deus Sabaoth! In die ilia tremenda: Te decet hymnus, Deus, in Sion, Fleni sunt caeli Quando coeli movendl sunt et terra: Et Tibi reddetur votum in Jérusalem. Et terra gloria tua. Dum veneris judicare saeculum per ignem. Exaudi orationem meam, Hosanna in exelsis, sanctus. Tremens factus sum ego, et timeo, Ad Te omnls caro veniet. Dum discussio venerit, atque ventura ira. Kyrie eleison, Christe eleison. Dies irae, dies ilia, PIE JESU Calamitatis et miseriae. Dies magna et amara valde. OFFERTORIUM Pie Jesu, Domine, Requiem aetemam dona eis, Domine: dona eis requiem, Et lux perpétua luceat eis. O Domine Jesu Christe, Rex gloriae, sempitemam requiem. Libéra me, Domine, de morte aeterna, in die ilia tremenda: libéra animas defunctorum Quando coeli movendi sunt et terra: de poenis infemi et de profundo lacu. AGNUS DEI Dum veneris judicare saeculum per ignem. O Domine Jesu Christe, Rex gloriae, libéra animas defunctorum Agnus Dei, de ore leonis, Qui tollis peccata mundi: IN PARADISUM ne absorbeat Tartarus. Dona eis requiem sempitemam. Lux aeterna luceat eis, Domine. In paradisum deducant Angell O Domine Jesu Christe, Rex gloriae, Cum sanctis tuis in aetemum, in tuo adventu, O Domine Jesu Christe, quia pius es. suscipiant te Martyres, ne cadant in abscurum. Requiem aeternam dona eis, Domine, et perducant te in civitatem sanctam Jérusalem. Et lux perpétua luceat eis. Chorus Angelorum te suscipiat, Hostias e preces tibi, Domine, et cum Lazaro quondam paupere laudis offerimus: tu suscipe aetemam habeas requiem. pro animabus illis quarum hodie memoriam facimus: faceas, Domine, de morte transire ad vitam. Quam olim Abrahae promisisti, et semini ejus.

O Domine Jesu Christe, Rex gloriae, libéra animas defunctorum de poenis infemi et de profundo lacu, ne cadant in obscurum. Amen. GABRIEL FAURE Messe de Réquiem, opus 48

Toen men Fauré naar het ontstaan van zijn Requiem vroeg, antwoordde hij: "Ik heb mijn Requiem zomaar gecomponeerd...voor ‘t plezier, als ik dat mag zeg­ gen." In een interview zij hij dat hij "aan het gebruikelijke wou ontsnappen", door zijn artistieke gevoeligheid, zijn opvatting over de dood "als een blijde bevrijding” uit te drukken.Hij vond de dood eerder "een streven naar het gelukkige hierna­ maals", dan een"pijnlijk heengaan". Het grootste gedeelte van het werk dateert van d e herfst van 1887 en begin 1881 (d.w.z. Pie Jesu, Introit en Kyrie, In Paradi- sum, Agnus Dei en Sanctus in volgorde van compositie). Deze 5 stukken werden opgevoerd in de Madeleine in Parijs op 16 januari 1888 op een begrafenis. Dit onder leiding van d e componist, die kapelmeester was van de parochie. Fauré componeerde zo snel dat hij geen tijd had om de orkestratie af te werken. Deze bevatte altviolen, cello’s, orgel, harp en pauken. Voor een tweede voorstel­ ling in de Madeleine in mei 1888 voegde hij 2 hoorns en 2 trompetten toe aan dit beperkte ensemble. Het Offertorium schreef hij in 2 verschillende periodes. De schets in 1887, de bari­ ton solo (Hostias) in de lente van 1889 en het prachtige koor in canon voegde hij er waarschijnlijk aan toe in 1894. Het Libero me was eerst geschreven voor een solozanger en orgel in 1877. Pas in 1891 voegde hij het aan het Requiem toe. Hiervoor werden 3 trombones voorzien. De stijl is zo homogeen dat men de complexe oorsprong onmogelijk opmerkt tij­ > dens het luisteren. In die tijd waren de opvoeringen steeds onder leiding van Fau­ ré met de beperkte mogelijkheden van de Madeleine. Een kinderkoor van ) ongeveer 30 kinderen zong de sopraan- en altpartijen, omdat vrouwen van het heiligdom uitgesloten waren. Enkele mannen voor de bas en tenor, een contra­ bas en het kerkorgel. Voor sommige gelegenheden voegde men er strijkers en blazers aan toe. Faurés orkestratie was zeer origineel: geen violen en geen houtblazers. Daarom ra a d d e zijn uitgever (Hamelle) hem aan een versie van een volledig symfonie-or- kest voor te bereiden. Dan pas zou hij de partituur publiceren. Alhoewel het werk klaar was voor een concert op 17 mei 1894, werd het niet gedrukt voor 1900. Dat was dan nog enkel voor piano en zangers. De volledige partituur drukte men pas in 1901. Van deze partituur vond men geen enkel exemplaar, noch bij de com ­ ponist, noch bij de uitgever. Daarom veronderstelt men dat Roger Ducasse (één van Faurés leerlingen) mogelijk een nieuwe orkestratie maakte. Het originele werk van de Madeleine-voorstelling vond men wel terug. Fauré heeft dit zelf nog aangepast en gecopiëerd. Dit gaf ons dan een juiste versie van het manuscript. Want verschillende delen waren door elkaar geraakt en drie delen van solisten ontbreken. De dirigent, Roger Delage, hielp bij het nauwgezette reconstrueren van de parti­ tuur van 1893-1894. Deze originele versie is uiteraard erg bruikbaar voor uitvoe­ ringen in een kerk. De symfonische versie, die Hamelle publiceerde, is aangeraden om te gebruiken bij uitvoeringen in grote concertzalen. De compo­ nist heeft deze versie goedgekeurd en getekend, alhoewel het zijn origineel idee niet weergaf. Autentiekliefhebbers zullen ongetwijfeld de originele versie van het meesterwerk verkiezen. ANTON BRUCKNER Motetten, Aequales en Libéra Me

De religieuze composities van Anton Bruckner zijn een belangrijke bijdrage tot de ge­ schiedenis van het motet in de 19de eeuw. Hun geconcentreerde vorm, de compacte sfeer en de intensieve woord-klank relatie zeggen ons iets over het werk en de per­ soonlijkheid van Bruckner. M et uitzondering van de 2 Aequales uit 1847, driestemmige werken voor trombones uit 1847, zijn er weinige jeugdwerken van Bruckner die de later geniale componist doen vermoeden. Hij schreef deze trombonestukjes op 23-jarige leeftijd in St. Florian als be- grafenismuziek. Het tweede Aequali heeft geen baspartij, doch die werd later geschre­ ven door Hans Bauernfeind. De tegelijk pretentieloze en ernstige harmonieën vragen om een ruimtelijke akoestiek. M et zijn a capella motet 'Ave maria" van 1861 noteerde hij een belangrijk werk. Dit was het jaar van zijn eindexem voor een jury van het Weense conservatorium. We vinden hier een zeer persoonlijke stijl terug, waarin harmonie en contrapunt gebruikt worden om die typische Brucknerklank te bereiken. Ook “Locus iste" uit 1869 is geschreven voor gemengd a capella koor en valt op door zijn doorvoeld liturgische steer. Het motet "Os justi", in de Lydische toonsoort, is een zeer ongewoon werk: Bruckners gebruik van Gre­ goriaanse elementen is opmerkelijk. Het verwijst naar de lineaire sterkte van zijn compo­ sitiestijl - samen met zijn zeer persoonlijke harmonieën het belangrijkste kenmerk van zijn werk. "Christus foetus est" behoort tot de meest geniale 19de eeuwse a capella werken en is tegelijk archaïsch-mystiek en visionair avant-gardistisch. De vocale polyfonie van de 15 de en 16de eeuwse liturgische traditie is erin verwerkt zoals alleen Bruckner dat kon. Het verfijnde motet "Libéra me" voor koor en 3 trombones is geschreven in 1854. Het is eenvoudig en duidelijk. Het bevat geen uitgebreid contrapunt, maar de verschillende partijen en de sonoriteit zijn geniaal. Het heeft de plechtige waardigheid die past voor begrafenismuziek. Bruckner was geen beginner toen hij deze muziek schreef. Hij was dertig en had veel ervaring in kerkelijke muziek. Het verhaal, dat beweert dat Bruckner m aar vanaf zijn 40 een goed componist was, is een mythe. De prachtige kerkmuziek d ie in dit concert wordt gebracht illustreert dit ten volle. LET OP DATUMVERANDERING

UW VOLGENDE REQUIEMCONCERT IN DESINGEL DINSDAG 23 MEI 1990

RICERCAR CONSORT CAPELLA SANCTI MICHAELIS

BIBER . KERLL . WECKMANN

Twee requiems van tijdgenoten uit de vroeg-barok, Heinrich Ignaz Franz Von Biber SOLISTEN Greta De Reyghere en Gilt Feldmann sopraan (1644-1704) en Johann Kaspar Kerll (1627-1693), ronden de concertreeks ‘Requiem’ af. James Bowman altus Het motet ‘Es Erhub sich’ van Matthias Weckmann vervolledigt dit programma. Guy De Mey en lan Honeyman tenor De Duitse organist en componist Kerll studeerde bij Frescobaldi te Rome. Hij werkte van Max Van Egmond bas 1656 als kapelmeester te München, vanaf 1677 als organist te Wenen waar hij o.a. Pa- chelbel onderrichtte, en vanaf 1684 weer te München. Hij was één van de grootste or­ ganisten van zijn tijd. Zijn instrumentale muziek is echter goeddeels verloren g egaan, en PROGRAMMA van zijn vocale werken resten de Sacrae Cantiones en enkele missen, waaronder dit Heinrich Ignaz Franz Von Biber, Requiem Johann Kaspar Kerll, Requiem ‘Missa pro defunctis’ requiem. De Oostenrijker Biber was een avontuurlijk componist en violist. Aan de vorstenhoven in Matthias Weckmann, Motet ‘Es Erhub sich’ Centraal-Europa was deze toverkunstenaar op de viool een graaggeziene gast. Hij w erd beroemd met zijn unieke Rosenkranz-Sonaten voor viool en continuo, die in deSin- gel in 1985 werden uitgevoerd door Reinhard Goebel. Ook in dit requiem speelt de vi­ ool een belangrijke rol, een uitdaging dus voor concertmeester François Fernandez. Het Ricercar Consort ontstond in 1981 uit musici van La Petite Bande en het Orkest van de XVIIIde Eeuw. Uitgangspunt in de repertoirekeuze was de Duitse muziek van de 17de eeuw. Daarna kwamen de verschillende aspecten van de barok aan bod. On­ der de opmerkelijke plaatopnamen van het ensemble noteren we werk van Tele- mann, Charpentier en Buxtehude. Concertmeester is François Fernandez. Als koor werd geopteerd voor de Capella Sanctti Michaelis onder leiding van Eric Van Nevel. Vaste waarden bij de vokale solisten in dit requiem-concert: de sopranen Greta De Reyghere en Jill Feldmann, de altus James Bowman, de tenoren Guy De Mey en lan Honeyman, en de bas Max Van Egmond. MAART IN DESINGEL APRIL IN DESINGEL

VR 23 / 2011 ZA 24 MAART TOT ZO 8 APRIL ZO 15 / 20U ZO 22/15U REQUIEM TENTOONSTELLING M A 16/ 15U JONGE HELDEN ENSEMBLE MUSIQUE OBLIQUE SEATRADE CENTER HOOGDAGEN ATELIERS DE LA COLLINE LA CHAPELLE ROYALE ZEEBRUGGE SCHOLA CANTORUM BASILIENSIS De laatste monsters (5+) Philippe Herreweghe, muzikale leiding Vijf ontwerpen INSTRUMENTAAL ENSEMBLE Agnès Mellon, sopraan A.W.G. M A23/14U , bariton Fumihiko Maki CAPRICCIO SCHOOLVOORSTELLING Réné Jacobs, muzikale leiding Aldo Rossi Fauré. Bruckner Maria Christina Kiehr, sopraan ATELIERS DE LA COLLINE Rem Koolhaas Tannie Willemstijn, sopraan De laatste monsters (5+) Charles Vandenhove en Ass. MA 26 / 20U Andréas Scholl, contratenor HOUTBLAZERS Gerd Türk, tenor Dl 24 / 20U ZO 1/ 11 u Ulrich Messthaler, bas Heinz Holliger, hobo / engelse hoorn ZONDAGWERK JONGE HELDEN ElmarSchmid, klarinet/basklarinet ATELIERS DE LA COLLINE Radovan Vlatkovic, hoorn KAMERKOOR KV MC Paascantates Buxtehude Soap (12+) Klaus Thunemann, fagot o.l.v. Roger Leens Andras Schift, piano W O 18/20U Zang UIT DE MUNT Dl 24/ 14U M ozart. B eethoven. Holliger SCHOOLVOORSTELLING SYMFONIE-ORKEST VAN DE MUNT Dl 3 / 20U o.l.v. Sylvain Camberling ATELIERS DE LA COLLINE SJOSTAKOVITSJ Françoise Pollet, sopraan Soap (12+) SJOSTAKOVITSJ Mozart. Boesmans. Schubert WO 25 APRIL TOT VR 27 MEI KWARTET TENTOONSTELLING Slotconcert ZA 21 / 20U W.J. NEUTELINGS VAN 3 TOT 7 / 20U NIEUW BELGISCH KAMERORKEST W.J. Neutelings in Antwerpen THEATER Jan Caeyers, muzikale leiding Jozef De Beenhouwer, piano DO 26. VR 27. ZA 28 / 20U DE TIJD Mischa Maisky, cello Jakov Bogomolov Augustin Dumay, viool DANS JEAN-CLAUDE GALLOTTA Dl 10. W O 11 /20U Schumann GROUPE EMILE DUBOIS DANS Les Mystères de Subal ROSAS Stella PULLMAN PARK HOTEL Antwerpen

lste drank aan 1/2 prijs in de PULLMAN BAR van het PULLMAN PARK HOTEL, desguiniei 94,2018 Antwerpen op vertoon van uw toegangskaart van d e S ingel

Desguiniei 94-B-2018 Antwerpen - tel.:03/2164800 -Telex:33368 - Telefax:03/2161712