Beklimming van de in het massief Vrijdag 14 augustus 1981. We hebben in de Rif. Gnifetti (3611 m) aan de zuidkant van de Monte Rosa een rustdag gepland om te acclimatiseren. We, dat is een groepje van 5 bergwandelaars die al een paar jaar met elkaar de bergen in zijn gegaan en ook al een paar jaar een tocht met gidsen gemaakt hebben. Op zaterdag 8 augustus kwamen we aan in Macugnaga en liepen we verder omhoog naar de Rif. Zamboni e Zappa (2066 m) aan de voet van de 2½ km hoge oostwand van de Monte Rosa. De dagen daarna liepen we via de Sentiero Terzaghi (een avontuurlijk pad dat op 2 verschillende Italiaanse kaarten ook verschillend stond aangegeven en dat in werkelijkheid hier en daar nog weer anders liep), het Bivacco Lanti (2150 m, een klein bivakhutje 600 m onder de Colle del Turlo, waar we aan het einde van de Sentiero Terzaghi voor het eerst en voor het laatst in een bivakhutje overnacht hebben), de Rif. Pastore in het Valsesia (met 1575 m het laagste punt in 13 dagen) naar de zuidkant van het Monte Rosa massief, waar we op 13 augustus in de Rif. Gnifetti aankwamen. Dat acclimatiseren hebben we gepland omdat we de komende 5 dagen een flink aantal uren ruim boven de 4000 m hoogte zullen doorbrengen. We hebben met onze Zwitserse gidsen afgesproken dat zij deze dag naar de Rif. Gnifetti zullen komen.

Na de kennismaking ‘s middags met onze gidsen Fritz en Konst en een inlooptocht op zaterdag naar de Vincentpyramide (4214 m, onze eerste 4000-er) en verder omhoog naar de Ludwigshöhe (4341 m), op de grens met Zwitserland, hebben de gidsen genoeg vertrouwen in ons kunnen om zondag 16 augustus de Dufourspitze te beklimmen, met 4634 m de hoogste top van Zwitserland. Het zal wel een lange tocht gaan worden, en dat betekent: zo vroeg mogelijk weg. Het plan van de gidsen is om ongeveer 2 uur op te staan, en dan kunnen we voor 3 uur weg zijn, heel gebruikelijk bij een beklimming in de West-Alpen. Om 2 uur worden we dus door de gidsen gewekt, en we blijken niet de enigen die er vroeg bij zijn. Ontbijt is er zo vroeg niet, maar Konst deelt thee met een scheut 1. Colle Gnifetti, Zumsteinspitze, Dufourspitze en Nordend vanaf de Capanna Margherita wijn rond uit zijn thermosfles. Tegen 3 uur vertrekken we, de stijgijzers onder. Het is een heldere nacht, de volle maan schijnt, zodat we genoeg licht hebben om te zien waar we lopen, en Orion is, net als wij, net opgekomen. De touwgroep van Konst vordert snel, die van Fritz loopt als gevolg van stijgijzer-problemen enige vertraging op. Het spoor naar het Lysjoch kennen we al van onze inlooptocht van gisteren, en verder naar de Colle Gnifetti kunnen we ook een goed spoor volgen. Dan is het nog 100 meter omhoog naar de Punta Gnifetti (of , 4554 m) waar we in de Capanna Margherita kunnen ontbijten. Deze hut is de hoogste van Europa, en dat geldt dan uiteraard ook voor de prijzen. Je moet er, gelijk met de eerste consumptie, zelfs entree betalen, voor bediening en verwarming. Als je weet, dat deze hut te voet vanuit de Rif. Gnifetti bevoorraad wordt - we hebben bij de Gnifetti-hut iemand met een rugzak vol zien vertrekken - dan heb je die 1000 lire er wel voor over.

De groep van Konst is om ongeveer zes uur in de hut, Fritz en consorten een half uur later. Het is onze eerste pauze, dus we nemen het er een beetje van; je bent tenslotte 4½ km hoger dan je thuis gewend bent.

2. Dufourspitze vanaf de Zumsteinspitze (rechts Nordend)

Om half acht is het tijd om weer op te stappen. Na de afdaling naar de Colle Gnifetti klimmen we door de sneeuw en enkele gemakkelijke rotsen naar de Zumsteinspitze (4563 m), aan de andere kant gevolgd door een afdaling, ook over een sneeuwgraat met in het midden iets lastiger rotsen, naar het Grenzsattel (4453 m). 2½ km beneden ons zien we de Belvedere- gletsjer en de Rif. Zamboni. We komen nu geleidelijk van de sneeuw in de rotsen; de Dufourspitze is een echte rots-top met af en toe een beetje sneeuw. We hebben een Kletterei van 2½ uur met over het algemeen moeilijkheidsgraad II en soms een stukje III. Het is een bijzonder leuke klimpartij. Vlak voor de top kunnen we al even rustig van het uitzicht genieten, want voor ons zit een groepje dat nogal wat moeite heeft om vooruit te komen. De reden wordt ons, als we verder gaan, niet duidelijk. Om kwart over elf zijn we op de hoogste top van Zwítserland, op een hoogte van 4634 m.

3. Op de top van de Dufourspitze met uitzicht op de Tegenover ons staat de Lyskamm met zijn steile noordwand, beneden ons zien we de gletsjers van de Monte Rosa, die bij het samenvloeien een mooi patroon van licht gletsjer-ijs en donkere middenmorenen laten zien. De gletsjer-breuken van de Zwillingsgletscher, waar doorheen we woensdag van Italië naar de Zwitserse Monte Rosa Hütte zullen gaan, zien er erg ruig uit. Wat verderop staat de Matterhorn en nog verder de Mont Blanc. In het zuiden steekt een eenzame top omhoog; dat kan alleen de Monte Viso zijn, die met zijn 3841 m de hoogste top ten zuidwesten van Turijn is, ongeveer 150 km van ons vandaan. En er is nog veel meer te zien. Het bevalt ons dan ook niet erg dat de gidsen na een half uur alweer opstappen; ze willen echter het langzame clubje van zopas nu voor zijn.

4. Uitzicht vanaf de Dufourspitze. Als je op deze foto klikt, wordt hij uitvergroot, dat kan even duren. Je kan de foto ook vergroten door in de werkbalk van Acrobat Reader het percentage op 400% te zetten of daar een ander percentage in te tikken..

Ook de afdaling verloopt voorspoedig. De sneeuw is zachter dan toen we omhoog gingen, en in de buurt van het Grenzsattel blijkt het een dun laagje sneeuw op harde firn te zijn; uitkijken is de boodschap, maar met onze stijgijzers is het goed te doen. Tijdens een korte pauze merkt Konst op, dat we wel veel geluk hebben: prachtig weer en niet eens koud, en dat komt op deze hoogte niet vaak voor. Er komen nu wel wat meer wolken, en als we op het Lysjoch zijn is de zon verdwenen. De wolken beloven niet veel goeds, we lopen flink door, maar we houden het droog tot we om ongeveer half vijf, kwart voor vijf weer in de hut zijn. Daarna valt er alleen maar een hagelbuitje. Het is een lange en mooie dag geweest. We waren elf uur lang boven de 4000 meter, en dank zij onze acclimatisatie-rustdag heeft het ons geen van allen moeite gekost.