DE OKKERNOOT
PLANOLOGISCH ATTEST
Besluit Team MER
vzw De Okkernoot
Repingestraat 12 • 1570 Vollezele
Tel. 05 456 74 53
Planologisch attest De Okkernoot
Colofon
Planologisch attest De Okkernoot
Opdrachtgever:
vzw De Okkernoot
Opdrachthouder:
D+A Consult nv – Meiboom 26, 1500 Halle – Kardinaal Mercierplein 2, 2800 Mechelen – [email protected] – www.da.be
Opgemaakt door ondergetekende ontwerper,
Ann Lambrechts, projectcoördinator
erkend ruimtelijk planner
Andreas De Mesmaeker, projectmedewerker
erkend ruimtelijk planner
fase document datum revisie versie
1 planologisch attest – bespreking gemeente 14/05/2019 - ad al 1.0
2 planologisch attest – bespreking gemeente en 09/06/2019 - ad al 2.0 opdrachtgever – advies Omgeving
planologisch attest – aanvraagdossier Team 24/09/2019 - ad al 2.1 MER
planologisch attest – versie adviesronde MER 15/10/2019 - ad al 2.2
planologisch attest – besluit Team MER 10/12/2019 - ad al 2.3
612001 │ december 2019 2│70 Planologisch attest De Okkernoot Inhoudsopgave
1 Aanvraag planologisch attest ...... 5 1.1 Algemene bedrijfsgegevens ...... 5 1.2 Voorwerp van de aanvraag ...... 5 1.3 Juridische omkadering - conformiteit ...... 6 1.4 Doel van het dossier ...... 6 1.5 Opbouw van het dossier...... 7
2 Bestaande ruimtelijke toestand...... 8 2.1 Situering van het plangebied ...... 8 2.2 Beschrijving bestaande toestand ...... 9
3 Relatie met de structuurplannen ...... 12 3.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ...... 12 3.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant...... 12 3.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Galmaarden ...... 13 3.3.1 Gewenste ruimtelijke structuur Galmaarden, deelstructuren samenhang doorheen het grondgebied ...... 13 4 Planningscontext ...... 17 4.1 Bestemmingsplannen ...... 17 4.2 Bestaande juridisch-technische aspecten ...... 17 4.3 Relevante studies, plannen en wetgeving ...... 18
5 Individueel bedrijfsdossier ...... 20 5.1 Administratieve gegevens ...... 20 5.1.1 Eigendomstitel ...... 20 5.1.2 Korte bedrijfshistoriek ...... 20 5.1.3 Vergunningen en erfdienstbaarheden ...... 20 5.2 Economisch profiel ...... 21 5.2.1 Bedrijfsactiviteiten en -structuur ...... 21 5.2.2 Evolutie van omzet en tewerkstelling ...... 21 5.2.3 Profiel van zorgvragers ...... 22 5.3 Huidig mobiliteitsprofiel ...... 22 5.3.1 Ontsluiting ...... 22 5.3.2 Transport ...... 22 5.3.3 Woon-werkverkeer ...... 22 5.3.4 Mobiliteitsprofiel zorgvragers ...... 22 5.4 Bestaande toestand – huidig ruimtegebruik ...... 23 5.5 Noodzaak tot opmaak planologisch attest...... 24
612001 │ december 2019 3│70 Planologisch attest De Okkernoot 5.5.1 Korte probleemstelling...... 24 5.5.2 Toekomstvisie van het bedrijf ...... 25 6 Ruimtelijke behoeften ...... 26 6.1 Ruimtebehoefte op korte termijn (1 – 3 jaar) ...... 26 6.2 Ruimtebehoefte op middellange termijn (3 – 5 jaar) ...... 28 6.3 Ruimtebehoefte op lange termijn (> 5 jaar) ...... 29 6.4 Bebouwing voor korte en middellange termijn ...... 35
7 Effecten van het planologisch attest ...... 37 7.1 Onderzoek tot mer ...... 37 7.1.1 Methodiek ...... 37 7.1.2 Toepassingsgebied ...... 37 7.1.3 Alternatieven ...... 37 7.1.4 Beoordeling milieueffecten ...... 38 7.1.5 Verder te onderzoeken disciplines en nevendisciplines ...... 56 7.1.6 Grensoverschrijdende effecten ...... 56 7.1.7 Globale conclusie ...... 56 7.2 Mobiliteitsstudie ...... 56 7.3 Watertoets...... 57 7.3.1 Besluit ...... 59 7.4 Verantwoording inname HAG...... 60
8 Overleg en inspraak ...... 61
8.1.1 Advies Team MER ...... 61 8.1.2 Verzoek tot raadpleging ...... 61 8.1.3 Besluit Team MER ...... 61 9 Kaartmateriaal als bijlagen ...... 62
10 Bijlagen ...... 63 10.1 Kadastrale gegevens ...... 64 10.2 Overzicht vestigingen ...... 65 10.3 Fotoreportage ...... 66 10.4 Stedenbouwkundige vergunning ...... 68 10.5 Milieumelding ...... 69 10.6 MER-screening ...... 70
612001 │ december 2019 4│70 Planologisch attest De Okkernoot
1 AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST
1.1 Algemene bedrijfsgegevens
bedrijfsnaam De Okkernoot
contactpersoon Pat Hamelrijck
adres maatschappelijke zetel Repingestraat 12, 1570 Vollezele
telefoonnummer 05 456 74 53
e-mailadres [email protected]
Nacebel 87.202
Statuut van het bedrijf Vzw
Adres exploitatiezetel Repingestraat 12, 1570 Vollezele
1.2 Voorwerp van de aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op de optimalisering van het bedrijf De Okkernoot, gelegen in de Repingestraat te Vollezele.
De Okkernoot is een door het VAPH1 erkende en vergunde zorgaanbieder. De activiteiten van het bedrijf zijn gericht op de begeleiding van personen, zowel kinderen, jongeren als volwassenen, met een mentale beperking, autismestoornis en/of gedragsproblematiek.
De Okkernoot biedt naast begeleiding, ook verblijf en activiteiten aan. Het verblijf bestaat zowel uit residentiële (woonverblijf) als uit occasionele opvang (kortverblijf). Tevens wordt mobiele begeleiding aan huis aangeboden. Samen met de zorgvragers van De Okkernoot worden structureel activiteiten georganiseerd waaronder het maken van yoghurt, aanmaakhout, kaarsen, vlierbloesemsiroop…. Deze producten zijn hetzij voor eigen gebruik, hetzij voor lokale verkoop. Deze activiteiten vormen een belangrijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van De Okkernoot, aangezien ze integraal deel uitmaken van de zorgaanbieding en begeleiding van de zorgvragers.
Naast haar vestiging in Vollezele heeft De Okkernoot nog een vestiging in Halle en een vestiging in Denderwindeke. In totaal worden er op heden 91 personen residentieel begeleid, waarvan een 40-tal in de vestiging in Vollezele. Het kortverblijf wordt voorzien in huis1 en huis2 en bestaat in totaal uit 20 kamers. Het residentieel verblijf vindt plaats in het woonverblijf en telt 24 kamers verdeeld over 4 leefgroepen. De gemiddelde kamergrootte beslaat tussen de 8 en 10 m2. Momenteel staat elke begeleider in voor 5 tot 7 zorgvragers.
De gebouwen van de vestiging te Vollezele zijn vandaag de dag echter sterk verouderd en voldoen niet meer aan de huidige normen inzake bouw-infrastructurele en -technische eisen. Bovendien voldoen de huidige verblijfsruimten2 en kamers niet aan de normen voor minimale netto vloeroppervlakte zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 houdende het faciliteren van een multifunctionele infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen.
1 VAPH: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. 2 verblijfsruimte: slaapkamer + gemeenschappelijke zit- en eetruimten + gemeenschappelijke sanitaire ruimten 612001 │ december 2019 5│70 Planologisch attest De Okkernoot Om te voldoen aan de huidige normen en de huidige activiteiten te kunnen behouden dient De Okkernoot Vollezele uit te breiden3. Daarnaast wil De Okkernoot, gelet op de nieuwe subsidiëringswetgeving en om ook in de toekomst rendabel te blijven, beperkt groeien in aantal zorgvragers. Op korte termijn wenst men daarom het aantal kamers voor kortverblijf uit te breiden van 20 naar 24 kamers. Hiertoe wordt een nieuwbouw voorgesteld (voorgevelbreedte 14,70 m en diepte 42,30 m). In deze nieuwbouw zullen de kamers en bijhorend sanitair, leefruimte, keuken… voorzien worden in vervanging van de kamers in huis1 en huis2. Op die manier kan per zorgvrager een verblijfsruimte van minimaal 30 m2 netto vloeroppervlakte gegarandeerd worden en kunnen de kamers vergroot worden naar 16 m2 conform de huidige normen van het BVR4.
Daarnaast dienen de huidige functies (o.a. fietsenstallingen, stockageruimtes, werkateliers, polyvalente ruimtes, kantoren etc.) behouden te blijven – eventueel geherlokaliseerd – om een optimale zorgaanbieding te garanderen. Daarom wenst men op korte tot middellange termijn de bestaande gebouwen en functies van huis1 en huis2 maximaal te behouden. De stockageruimtes en fietsenstallingen die momenteel in de tuinzone gesitueerd zijn ter hoogte van de geplande nieuwbouw en voor de realisatie van de nieuwbouw moeten worden afgebroken, wenst men bijkomend in deze gebouwen onder te brengen.
De polyvalente ruimtes zijn momenteel ondergebracht in beide schuren van huis1. Deze ruimtes maken een belangrijk onderdeel uit van De Okkernoot daar ze door verschillende doelgroepen en voor verschillende activiteiten gebruikt worden. Omwille van de herlokalisatie van fietsenstallingen en opslagruimte/koelcellen naar de schuren van huis1, zullen de huidige polyvalente ruimtes echter niet behouden kunnen blijven. Daarom wenst men op middellange termijn eveneens een nieuwe polyvalente ruimte op te richten met een oppervlakte van ca. 480 m2. Deze ruimte kan gebruikt worden voor verschillende activiteiten (ontvangst, overleg, sport en spel, semi-industrieel werk, ontspanningsruimte, uitlaatruimte bij koud en regenweer, het jaarlijkse eetfestijn…) en kan tevens gebruikt worden door verenigingen uit de buurt.
Om aan de vooropgestelde normen te kunnen voldoen en om tegelijk rendabel te blijven, dient tevens het aantal kamers voor residentieel verblijf te verhogen van 24 naar 32. Het is momenteel niet mogelijk om dit aantal binnen het bestaande woonverblijf te voorzien. Daarom wenst men op lange termijn een nieuwbouw voor het woonverblijf op te richten. Verder wordt er geen groei in het aantal begeleiders beoogd daar elke begeleider in de opvang van 8 zorgvragers kan voorzien in het kader van de persoonvolgende financiering binnen de gehandicaptenzorg.
1.3 Juridische omkadering - conformiteit
Artikel 4.4.24 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt dat het planologisch attest enkel kan aangevraagd worden door en voor een bedrijf dat voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
1° het bedrijf is onderworpen aan de vergunnings- of meldingsplicht, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
2° het bedrijf betreft een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf;
3° het bedrijf is een tuincentrum.
De Okkernoot voldoet aan de eerste voorwaarde (cf. milieumelding dd. 21/11/2018).
1.4 Doel van het dossier
Onderhavig dossier heeft tot doel de aanvraag van een planologisch attest om de huidige activiteiten verder te zetten en om een toekomstige optimalisering mogelijk te maken.
3 Uitbreiding in nuttige oppervlakte van de gebouwen (binnen de bestaande site) voor het behoud van dezelfde activiteiten. 4 BVR: Besluit van de Vlaamse Regering cf. supra 612001 │ december 2019 6│70 Planologisch attest De Okkernoot Met deze aanvraag tot planologisch attest vraagt De Okkernoot aan de gemeente Galmaarden om deze planwijziging mogelijk te maken. Het attest dat de overheid na het evalueren van de aanvraag afgeeft, zal zich uitspreken over het behoud en de ontwikkelingsmogelijkheden van De Okkernoot. Bij een (voorwaardelijk) positief planologisch attest wordt voor de site van De Okkernoot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) verondersteld in kader van een bestemmingswijziging naar zone voor zorgcentrum en complementaire functies.
1.5 Opbouw van het dossier
In het eerste deel wordt de planningscontext en een ruimer planologisch kader geschetst. In het tweede deel wordt de bestaande ruimtelijke structuur toegelicht. In het daaropvolgend hoofdstuk wordt het individueel bedrijfsdossier verder uitgewerkt. De eigendomsstructuren, vergunningen, een ruimtelijk-economische analyse en het mobiliteitsprofiel worden hierin besproken. In het voorlaatste hoofdstuk worden de gewenste uitbreiding en ruimtelijke behoefte voorgesteld. Tenslotte worden de effecten van het planologisch attest besproken.
612001 │ december 2019 7│70 Planologisch attest De Okkernoot
2 BESTAANDE RUIMTELIJKE TOESTAND
2.1 Situering van het plangebied
De Okkernoot is gesitueerd in de gemeente Galmaarden, ten zuiden van de kern van Vollezele langsheen de Repingestraat (N272). De Repingestraat vormt de verbinding tussen het centrum van Galmaarden in het westen en de Ninoofsesteenweg in het oosten.
De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door landbouwgebied en residentiële bebouwing met voornamelijk eengezinswoningen in open en halfopen bebouwing.
612001 │ december 2019 8│70 Planologisch attest De Okkernoot
2.2 Beschrijving bestaande toestand
| Zie ook plan bestaande en juridische toestand als bijlage. | Zie ook genummerde fotoreeks in bijlage.
Het betreft een perceel gesitueerd op de hoek van de Repingestraat. Op de site zijn in bestaande toestand drie hoofdgebouwen gesitueerd. Het woonverblijf is ingeplant op ca. 1,00 m achter de rooilijn en op ca. 3,30 m van het rechter aanpalend perceel. De bouwdiepte bedraagt ca. 34,00 m. Dit gebouw is onder andere ingericht met 24 kamers voor residentieel verblijf.
Huis1 situeert zich op ca. 9,00 m van het woonverblijf en bevindt zich op ca. 1,00 m achter de rooilijn. De bouwdiepte bedraagt ca. 19,00 m. Huis1 is ingericht met 15 kamers, activiteitenruimten, keuken en administratieve lokalen voor kortverblijf. De uiterste gedeelten van huis1 zijn schuren die zijn ingericht als polyvalente ruimtes.
Huis2 situeert zich op ongeveer 7,30 m achter huis1 en heeft een bouwdiepte van ca. 16,00 m. Huis2 is ingericht met 5 kamers, woonruimte en keuken voor kortverblijf. Verder bevat huis2 een voedingsatelier en een lokaal voor de technische dienst.
Aan de voorzijde van het woonverblijf en van huis1 zijn verhardingen aangelegd in functie van de toegang tot de gebouwen en in functie van autostaanplaatsen.
In de tuinzone zijn drie bijgebouwen gesitueerd. Eén bijgebouw is gesitueerd op ca. 2,50 m van de achterste perceelsgrens en wordt gebruikt als fietsenstalling voor zorgvragers en stalling voor tuinonderhoud. De andere twee bijgebouwen zijn naast elkaar gesitueerd. Het ene bijgebouw wordt gebruikt als fietsenstalling voor het personeel. Het andere bijgebouw, twee chalets, de ene gebruikt als stockageruimte, de andere een atelier voor houtbewerking bestemd voor de zorgvragers. Verder is de tuinzone ingericht met (half)verharde tuinpaden, grasperken en hoogstammige bomen.
| Situering plangebied op luchtfoto.
612001 │ december 2019 9│70 Planologisch attest De Okkernoot
| Inplantingsplan bestaande toestand
612001 │ december 2019 10│70 Planologisch attest De Okkernoot
612001 │ december 2019 11│70 Planologisch attest De Okkernoot
3 RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN
3.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)5 doet uitspraak over de structuurbepalende elementen van gewestelijk en bovengewestelijk belang.
Het kernbegrip in de visie, die aan de basis ligt van de ontwikkeling van een gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen, is duurzame ruimtelijke ontwikkeling. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen (Vlaanderen: open en stedelijk) leidt tot de volgende basisdoelstellingen:
• een selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, een gericht verweven en bundelen van functies en voorzieningen waaronder de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden. Daarbij gaat absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur;
• het behoud en waar mogelijk versterking en uitbreiding van de open ruimte en een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied;
• het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen;
• het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van vervoer genererende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.
Volgens het RSV behoort Galmaarden tot het buitengebied. Bekeken op het niveau van Vlaanderen is dit het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt.
Binnen het buitengebied zijn en blijven vele functies en activiteiten aanwezig en mogelijk. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
• de structuurbepalende functies en activiteiten. Dit zijn natuur en bos, landbouw en wonen en werken • andere functies en activiteiten van het buitengebied. Hieronder worden de functies en activiteiten verstaan die in bepaalde gebieden van het buitengebied weliswaar hoofdfunctie zijn, maar die niet als structurerend voor het gehele buitengebied worden beschouwd. Dit zijn de recreatieve en toeristische activiteiten, sommige gemeenschaps- en nutsvoorzieningen (onder meer afvalbeheer/slib, waterzuivering, drinkwater- en energievoorzieningen), ontginningen en waterwinning
3.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant
Als rode draad doorheen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSVB)6 worden vijf kernprincipes gehanteerd.
De kernprincipes zijn:
• herwaardering van het fysisch systeem;
• een centrum-provincie met Brussel;
5 Goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 23/09/1997, herzieningen definitief vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering op 12/12/2003 en 17/12/2010 6 Goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 07/10/2004 en een addendum goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering van 06/11/2012
612001 │ december 2019 12│70 Planologisch attest De Okkernoot
• een provincie met diverse stedelijke kernen;
• de Vlaamse Ruit geeft een duidelijke structuur;
• mobiliteit als sturend gegeven. Met deze kernprincipes schaart de provincie Vlaams-Brabant zich achter de ruimtelijke principes van het Vlaams Gewest, die zij wenst te verfijnen en gebiedsgericht te vertalen.
De gemeente Galmaarden behoort in het RSVB tot de deelruimte ‘Landelijke Kamer West’. De Landelijke Kamer West is gelegen in de zuidwestelijke hoek van de provincie Vlaams-Brabant en vormt de schakel met de provincie Oost-Vlaanderen en de provincie Henegouwen. Het vrij homogeen, gaaf en onaangetast landschap, gedomineerd door de natuurlijke en agrarische structuur, wordt gevrijwaard. De Markvallei vormt een belangrijk structurerend element.
De karakteristieken van de historische kernen die vrij homogeen en evenwichtig verspreid zijn, worden behouden en versterkt. Enkel in de geselecteerde kernen met goede ontsluitingsmogelijkheden wordt wonen gestimuleerd.
Hoogdynamische ontwikkelingen worden zoveel mogelijk gestuurd naar de randen van het gebied.
Voor de Landelijke Kamer West worden volgende ruimtelijke principes naar voren geschoven:
• maximaal behouden van het landelijke karakter: • glooiend landbouwlandschap, ten zuiden van de Mark en Zuunbeek/Bellingenbeek en aansluitend op het Waals Gewest • groen Heuvellandschap, tussen de Markvallei, de N285 en ten noorden van de Zuunbeek • richten van hoogdynamische ontwikkelingen naar de randen van het gebied • landelijk wonen mogelijk houden maar sturen naar goed ontsloten geselecteerde kernen
7 3.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Galmaarden
3.3.1 Gewenste ruimtelijke structuur Galmaarden, deelstructuren samenhang doorheen het grondgebied
Gewenste openruimtestructuur
De gewenste openruimtestructuur is het synthesebeeld van de gewenste structuur voor de te onderscheiden deelstructuren binnen de open ruimte. Op basis van dit synthesebeeld of de ‘gewenste open ruimte’ wordt ook een gebiedsgericht openruimtebeleid en een ruimtelijk afwegingskader voor zonevreemde functies uitgezet.
De Okkernoot is gelegen in de nabijheid van open landbouwgebied, meer specifiek structureel landbouwgebied.
De hoofdfunctie van deze gebieden is landbouw. Dit betekent het volgende:
• de open ruimte dient maximaal voorbehouden te blijven voor landbouw (herbevestigd agrarisch gebied); • in het panoramisch aantrekkelijk landbouwgebied zijn geen nieuwe landbouwbedrijven toegestaan – het grootste deel van dit gebied zal vermoedelijk als ankerplaats opgenomen worden, deze gebieden zijn reeds op het gewestplan ingetekend als landschappelijk waardevol agrarisch gebied, de gemeente maakt mogelijks een RUP op voor deze gebieden;
7 Goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 30/05/2013
612001 │ december 2019 13│70 Planologisch attest De Okkernoot
• in het structureel landbouwgebied worden de bestaande planologische mogelijkheden behouden; • aandacht (bij b.v. aanvraag van stedenbouwkundige vergunning) en stimuleren (via subsidies) voor de aanplant van kleine landschapselementen.
| Uittreksel GRS Galmaarden – gewenste open ruimte structuur
Ruimtelijk afwegingsvoorstel voor zonevreemde bedrijven
Voor zonevreemde bedrijven gelegen in woonconcentraties, geïsoleerde linten in het open landbouwgebied en kernen worden beperkte of ruime ontwikkelingsmogelijkheden gegeven, afhankelijk van specifieke afwegingscriteria:
• de bereikbaarheid en ontsluiting van het bedrijf; • de aard van de activiteiten van het bedrijf; • de huidige schaal van het bedrijf (in relatie tot zijn omgeving); • de leefbaarheid van de kern mag niet in het gedrang komen; • de schaal van het bedrijf mag de schaal van de kern niet overstijgen. Binnen de woonconcentraties en de geïsoleerde linten worden geen significante uitbreidingsmogelijkheden meer toegelaten.
Gewenste economische structuur
De gewenste economische structuur is de gewenste samenhang van alle ruimten in de gemeente met een economische invulling.
Het bevorderen van de lokale werkgelegenheid en van een evenwichtige ontwikkeling van landbouw, industrie, ambacht, handel en diensten is een hoofddoelstelling voor de gemeente. Dit kan worden onderverdeeld in volgende subdoelstellingen:
612001 │ december 2019 14│70 Planologisch attest De Okkernoot
• vermenging van wonen en werken, zonder creatie van ontoelaatbare hinder voor de bewoners; • stimuleren van de werkgelegenheid in de gemeente zonder noemenswaardige ruimtelijke overlast; • een doelmatig en kwalitatief ruimtegebruik: hogere productiviteit met minder ruimtebeslag; • een oplossing voor zonevreemde bedrijven en voorzien lokaal bedrijventerrein indien hier een vraag naar is;
De Okkernoot is gelegen in de woonkern Vollezele.
In de woonkernen dient gestreefd naar een zo groot mogelijke vermenging van activiteiten. De draagkracht van de woonomgeving mag hierbij uiteraard niet overschreden worden. Sommige activiteiten die wegens hun hinder, hun schaal of milieuredenen, … niet langer binnen de kernen aanvaardbaar zijn, dienen elders, d.i. op het lokaal bedrijventerrein, geherlokaliseerd te worden.
Functies die goed integreerbaar zijn in het woonweefsel daarentegen dienen verder aangemoedigd en versterkt te worden. Voordelen hiervan zijn: de creatie van een aangepast voorzieningenniveau, het vermijden van doodse woonwijken, vermindering van de afstand van de woon-werkverplaatsingen, enz.
In de centra van de dorpskernen kan de kleinhandel zoveel mogelijk geconcentreerd worden.
| Uittreksel GRS Galmaarden – gewenste economische structuur
Ruimtelijke overeenstemming
Er kan besloten worden dat De Okkernoot in overeenstemming is met de bepalingen van de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Galmaarden. De activiteiten van De Okkernoot zijn gericht op het aanbieden van zorg en het begeleiden van kinderen en volwassenen met een mentale beperking, autismestoornis of gedragsproblematiek. Deze activiteiten zijn niet van die aard dat ze een storende of negatieve invloed hebben op de functies van de onmiddellijke omgeving. De huidige en toekomstige schaal van het bedrijf is beperkt en in overeenstemming met de schaal van bebouwing in de
612001 │ december 2019 15│70 Planologisch attest De Okkernoot
omgeving. De Okkernoot is gesitueerd in de kern van Vollezele en sluit ruimtelijk-functioneel aan bij het woonweefsel van deze kern. Ook een toekomstige beperkte uitbreiding van de activiteiten zal volledig binnen het bestaande perceel gesitueerd zijn en aansluiten bij het woonweefsel van Vollezele. Het omliggende structurele landbouwgebied wordt niet aangetast en/of versnipperd. De structurele relatie tussen de woonkern Vollezele en het landbouwgebied blijft behouden. Bovendien wordt het bedrijf goed ontsloten via de N272, zowel wat betreft autoverkeer als openbaar vervoer.
612001 │ december 2019 16│70 Planologisch attest De Okkernoot
4 PLANNINGSCONTEXT
4.1 Bestemmingsplannen
Gewestplan
De Okkernoot is integraal gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde- Asse (KB d.d. 07/03/1977 en latere wijzigingen).
Woongebied met landelijk karakter
Agrarisch gebied
| Uittreksel gewestplan
Plannen van aanleg
Niet van toepassing
Ruimtelijke uitvoeringsplannen
Niet van toepassing
4.2 Bestaande juridisch-technische aspecten
Vergunningen
verkavelingsvergunningen niet van toepassing
stedenbouwkundige vergunningen • nieuwbouw land- en tuinbouw (weigering 27/08/1965)
• bouwen van een koestal (9/04/1966) • verbouwen van een bestaande woning (21/03/1972) • aanbouwen van een kalverstal (8/06/1979) • plaatsen van plastiektunnels (7/01/1992)
• uitvoeren van slopingswerken (11/05/1992)
612001 │ december 2019 17│70 Planologisch attest De Okkernoot
• verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten (14/06/1993) (zie plan bestaande en juridische toestand) • bouwen van een woonverblijf voor autisten (16/07/1996) (zie plan bestaande en juridische toestand)
milieumelding dd. 21/11/2018
Wegenis
rooilijnplannen • Repingestraat (N272) • Repingestraat (gemeenteweg)
wegen • Repingestraat (N272) • Repingestraat (gemeenteweg)
voetwegen niet van toepassing
Waterlopen
bevaarbare waterlopen niet van toepassing
onbevaarbare waterlopen Bakkersgracht, op ca. 72 m ten noorden van de site
Zones met recht van voorkoop i.f.v.
natuur niet van toepassing
water niet van toepassing
wonen niet van toepassing
4.3 Relevante studies, plannen en wetgeving
Plannen in kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur
Met de opmaak van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos werd een beleidsmatige herbevestiging van bestaande gewestplannen doorgevoerd.
Het projectgebied is gelegen binnen de contour van het herbevestigd agrarisch gebieden (HAG) ‘Landbouwgebied Vollezele’ (goedgekeurd bij BVR d.d. 24/04/2009).
De verantwoording voor de inname van een gedeelte HAG wordt toegelicht en gemotiveerd onder 7.4.
612001 │ december 2019 18│70 Planologisch attest De Okkernoot
| Uittreksel kaart Zenne, Dijle en Pajottenland (zuidwestelijk deel), met aanduiding gebieden waarvoor de bestaande gewestplannen herbevestigd zijn i.f.v. de agrarische structuur
612001 │ december 2019 19│70 Planologisch attest De Okkernoot
5 INDIVIDUEEL BEDRIJFSDOSSIER
5.1 Administratieve gegevens
5.1.1 Eigendomstitel
Het perceel waarop de aanvraag tot planologisch attest betrekking heeft, is in eigendom van vzw Wonen en Werken voor personen met Autisme.
Het perceel is kadastraal gekend als Galmaarden, 2de afdeling - Vollezele, sectie B, nummer 536L.
5.1.2 Korte bedrijfshistoriek
In 1990 werd de vzw Wonen en Werken voor personen met Autisme opgericht. Het jaar nadien koopt de vzw een boerderij aan in Vollezele. Er worden aanvragen ingediend bij de overheid, het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap voor subsidiëring van twee projecten:
• een dagcentrum voor 10 volwassenen met autisme • een tehuis voor 20 volwassenen met autisme Jarenlang wordt de boerderij, die inmiddels de benaming ‘De Okkernoot’ kreeg, verbouwd en start er in eigen beheer en met de hulp van vele vrijwilligers, een kortopvangdienst. Dit loopt tot 1998, het jaar waarin het kortverblijf de erkenning krijgt van het Vlaams Fonds voor ‘het opvangen van 10 mentaal gehandicapte kinderen en volwassenen met eventuele bijkomende gedragsstoornissen’.
Sinds de oprichting kent De Okkernoot een gestage groei met uitbreiding van het aantal plaatsen en bijhorende verbouwingen.
Op 1 januari 2000 krijgt de dienst tehuis niet-werkenden de erkenning van het Vlaams Fonds. Op 21 februari van dat jaar wordt het tehuis te Vollezele in gebruik genomen met 20 plaatsen.
Op 1 januari 2002 krijgt de dienst ‘kortverblijf’ een erkenning voor een uitbreiding met 4 plaatsten.
De dienst kortopvang realiseert 14 plaatsen en huis2 wordt in gebruik genomen op 1 januari 2003.
Op 10 november 2003 breidt het tehuis uit met 2 plaatsen bezigheid en op 13 december 2004 nogmaals met 4 plaatsen bezigheid. De zolderruimte van het woonhuis wordt begin 2005 in gebruik genomen.
Tussen 1998 en 2016 wordt het verhaal van de groei van de locatie Vollezele gevolgd door de uitbreiding met de locaties Halle en Denderwindeke.
5.1.3 Vergunningen en erfdienstbaarheden
Stedenbouwkundige vergunningen
De huidige gebouwen van De Okkernoot zijn vergund. Voor de gebouwen voor kortverblijf (huis1 en huis2) werd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 14 juni 1993 een vergunning verleend voor ‘het verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten’. Voor het gebouw van het woonverblijf werd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 16 juli 1996 een vergunning verleend voor ‘het bouwen van woonverblijf voor autisten’.
612001 │ december 2019 20│70 Planologisch attest De Okkernoot
Milieuvergunningen
Melding dd. 21/11/2018.
Erfdienstbaarheden
Niet van toepassing
5.2 Economisch profiel
5.2.1 Bedrijfsactiviteiten en -structuur
De Okkernoot is een door het VAPH erkende en vergunde zorgaanbieder. De activiteiten van het bedrijf zijn gericht op de begeleiding van personen, zowel kinderen, jongeren als volwassenen, met een mentale beperking, autismestoornis en/of gedragsproblematiek. De Okkernoot is gespecialiseerd in autisme/gedragsproblematiek en krijgt omwille hiervan doorverwijzingen uit heel Vlaanderen.
De Okkernoot biedt naast begeleiding, ook verblijf en activiteiten aan. Het verblijf bestaat zowel uit residentiële (woonverblijf) als uit occasionele opvang (kortverblijf). Tevens wordt mobiele begeleiding aan huis aangeboden. Samen met de zorgvragers van De Okkernoot worden geregeld activiteiten georganiseerd waaronder het maken van yoghurt, aanmaakhout, kaarsen, vlierbloesemsiroop, …. Producten zijn hetzij voor eigen gebruik, hetzij voor lokale verkoop. Deze activiteiten vormen een belangrijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van De Okkernoot, aangezien ze integraal deel uitmaken van de zorgaanbieding en begeleiding van de zorgvragers.
5.2.2 Evolutie van omzet en tewerkstelling
Jaar Omzet Tewerkstelling (VTE)
2014 € 4 949 360 78,2
2015 € 5 807 379 84,9
2016 € 5 611 425 87,6
2017 € 5 912 959 88,5
2018 € 6 117 860 90,9
De Okkernoot kent sinds 2014 een gestage groei met stijgende omzet. Het personeelsbestand neemt tevens gestaag toe. Voor De Okkernoot Vollezele wordt geen verhoging van het aantal begeleiders beoogd. De geplande optimalisering van de bedrijfsactiviteiten met de uitbreiding van de bebouwing is bedoeld om te beantwoorden aan de nieuwe normen en om De Okkernoot rendabel te houden.
612001 │ december 2019 21│70 Planologisch attest De Okkernoot
8 5.2.3 Profiel van zorgvragers
In totaal worden er 91 personen residentieel begeleid in De Okkernoot, waarvan een 40-tal in de site te Vollezele. De zorgvragers komen overwegend uit verschillende Vlaamse gemeenten. Het merendeel van de zorgvragers van De Okkernoot komt uit de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, in mindere mate uit West-Vlaanderen en Antwerpen. Een klein aandeel van de zorgvragers komt uit Wallonië.
5.3 Huidig mobiliteitsprofiel
5.3.1 Ontsluiting
De Okkernoot wordt ontsloten via de Repingestraat (N272). Deze gewestweg vormt de verbinding tussen de N495 Edingen – Geraardsbergen in het westen en de Ninoofsesteenweg (N28) in het oosten. Langs de westzijde wordt de De Okkernoot ontsloten door de Repingestraat en de Crijnemstraat.
Op ca. 200 m ten oosten van het projectgebied sluit de Repingestraat aan op de N255 die de noord-zuidverbinding vormt tussen Ninove en Edingen.
5.3.2 Transport
De Okkernoot beschikt over één bedrijfswagen en 7 busjes (7-8 personen) voor personenvervoer waarvan 2 busjes bestemd zijn voor de site Vollezele.
Wekelijks worden voedingsmiddelen naar De Okkernoot gebracht. 7 keer per week gebeurt dit met een bestelwagen, 3 keer per week met een auto en één keer om de twee weken met een vrachtwagen.
Verder wordt één keer per week het afval opgehaald met een vuilniswagen.
5.3.3 Woon-werkverkeer
Bij de personeelsleden is de auto de voornaamste vervoerswijze. Per dag komen 17 personeelsleden met de auto naar De Okkernoot. Verder komen 2 personen met de bus en 4 personen met de fiets. Eén persoon komt als autopassagier naar De Okkernoot.
5.3.4 Mobiliteitsprofiel zorgvragers
Alle zorgvragers komen via privaat vervoer naar De Okkernoot omwille van de specifieke zorgvraag.
Er zijn gemiddeld 32 zorgvragers in De Okkernoot. Bijna alle zorgvragers komen aan het begin van de week met de auto naar De Okkernoot en worden tegen het einde van de week opnieuw met de auto opgehaald. Gemiddeld komt dit neer op twee ritten per zorgvrager per week. Uitzondering hierop zijn zorgvragers in kortverblijf die korter of langer dan één week blijven, en zorgvragers die permanent in De Okkernoot verblijven. Tijdens de schoolvakanties kunnen er tot 34 zorgvragers zijn.
Op weekdagen komen tussen 9u en 17u gemiddeld 2 bezoekers of leveranciers per dag naar De Okkernoot Vollezele. Tijdens de weekends is dit aantal verwaarloosbaar klein.
8 Gelet op het specifieke karakter van De Okkernoot spreken we niet over ‘klanten’ maar over ‘zorgvragers’.
612001 │ december 2019 22│70 Planologisch attest De Okkernoot
5.4 Bestaande toestand – huidig ruimtegebruik
gebouw functie netto vloeroppervlakte (m2)
kortverblijf (huis1 + huis2) 20 kamers (x10 m²) 200
eetruime 16
leefruimte 16
sanitair 6
badkamer 22
overig (circulatie, stockage, 437 polyvalente ruimtes)
totaal 697
woonverblijf 24 kamers (x8 m2) 192
eetruimte 16
keuken 25
burelen 150
polyvalente ruimtes 127
4 begeleidingslokalen (x8 m2) 32
badkamer 8
leef- en eetruimte 51
Overig (circulatie, stockage, 1 745 etc.)
totaal 2 346
| Overzicht netto vloeroppervlaktes per functie voor het kortverblijf en het woonverblijf
Conform het BVR VIPA dient de verblijfsruimte per zorgvrager inclusief gemeenschappelijke zit- en eetruimtes en gemeenschappelijke sanitaire ruimtes minimaal 30 m2 per zorgvrager te bedragen. Individuele kamers dienen volgens dit besluit een minimale netto vloeroppervlakte te hebben van 16 m2 per zorgvrager, exclusief sanitair.
De oppervlaktes van de éénpersoonskamers zowel in het kortverblijf als in het woonverblijf zitten ver onder deze minimale norm (respectievelijk 10 m2 en 8 m2).
Indien de oppervlaktes van de kamers, eetruimte, leefruimte, sanitair en badkamer wordt samengeteld en wordt gedeeld door het aantal zorgvragers, komt men voor het kortverblijf aan een oppervlakte van slechts 13 m2 per zorgvrager. Voor het woonverblijf bedraagt de netto verblijfsruimte per zorgvrager slechts 11 m2. Deze oppervlaktes liggen ver onder de wettelijk toegelaten norm van 30 m2 per zorgvrager.
612001 │ december 2019 23│70 Planologisch attest De Okkernoot
5.5 Noodzaak tot opmaak planologisch attest
5.5.1 Korte probleemstelling
De gebouwen van de vestiging te Vollezele zijn vandaag de dag verouderd en voldoen niet meer aan de huidige normen inzake bouwinfrastructurele en -technische eisen (zie inspectieverslag zorginspectie Welzijn d.d. 30/10/2017). Bovendien voldoen de huidige oppervlaktes van de verblijfsruimten en kamers niet aan de normen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 houdende het faciliteren van een multifunctionele infrastructuur van voorzieningen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en tot wijziging van sectorale regelgeving, wat betreft infrastructuurnormen (zie 5.4).
Om te voldoen aan deze normen en om tegelijk rendabel te blijven, dient De Okkernoot Vollezele beperkt uit te breiden. Voor het optimaal functioneren van het bedrijf dienen alle huidige faciliteiten en functies (zoals o.a. de polyvalente ruimtes, stockageruimtes, fietsenstallingen, etc.) behouden te blijven. Aangezien zowel de netto vloeroppervlakte aan verblijfsruimte per zorgvrager als de netto vloeroppervlakte aan kamerruimte per zorgvrager vergroot moet worden, zal een uitbreiding van het bouwvolume noodzakelijk zijn (zie volgende tabel). Om tegelijk aan deze normen te kunnen voldoen en de huidige activiteiten te kunnen verderzetten en gelet op de nieuwe subsidiewetgeving inzake persoonsvolgend budget, dient De Okkernoot Vollezele bijkomende zorgvragers op te vangen zonder een toename van het aantal begeleiders.
Concreet moet het aantal zorgvragers per begeleider stijgen van 6 naar 8. Hierdoor zal een beperkte groei van het aantal kamers in kortverblijf (4 kamers) en in het woonverblijf (8 kamers) noodzakelijk zijn. Het voorzien van de nodige verblijfsruimte per zorgvrager in combinatie met een toename van het aantal kamers in kortverblijf en in het woonverblijf resulteert op zich reeds in een benodigde netto vloeroppervlakte van 408 m2 voor het kortverblijf en 608 m2 voor het woonverblijf. Dit is enkel wat betreft de verblijfsruimte. Hierbij dienen bijkomend de oppervlaktes voor circulatieruimte, fietsenstallingen, stockageruimte, activiteitenruimte, … te worden gerekend.
Het behoud van de bestaande ruimten voor ontspanning en activiteiten is noodzakelijk voor een optimale zorgaanbieding. De activiteiten zoals het maken van kaarsen, yoghurt en het verwerken van groenten vereisen specifieke ruimtes voor opslag, koeling, enzovoort. Het voorzien van een nieuwbouw voor kortverblijf is bijgevolg noodzakelijk om aan de nieuwe normen te voldoen en tegelijk de huidige activiteiten te behouden.
Hierbij aanvullend zijn ook nog kantoren voor administratie en ateliers als werkruimte voor technisch personeel (klusjesdienst) voor het uitvoeren van diverse herstellingen. Door de aard van de zorgvragers zijn er geregeld herstellingen nodig.
612001 │ december 2019 24│70 Planologisch attest De Okkernoot
bestaand per minimaal verschil zorgvrager vereist per per zorgvrager zorgvrager
kamer 10 m2 16 m2 6 m2
kortverblijf verblijfsruimte 13 m2 30 m2 17 m2
aantal kamers 20 24 4
kamer 8 m2 16 m2 8 m2
woonverblijf verblijfsruimte 11 m2 30 m2 19 m2
aantal kamers 24 32 8
| Overzicht bestaande en vereiste netto vloeroppervlaktes per zorgvrager voor het kortverblijf en het woonverblijf
nieuw aantal verschil totaal kamers bijkomende bestaande en netto- vereiste oppervlakte oppervlakte per zorgvrager
kortverblijf verblijfsruimte 24 17 m2 408 m2
woonverblijf verblijfsruimte 32 19 m2 608 m2
| Totaal bijkomende netto vloeroppervlakte voor de verblijfsruimtes in het kortverblijf en het woonverblijf
5.5.2 Toekomstvisie van het bedrijf
Gelet op het specifieke profiel van De Okkernoot als zorgaanbieder behoort een loutere verhoging van de omzetcijfers niet tot de hoofdoelstelling van het bedrijf. Om rendabel te blijven en de huidige activiteiten te kunnen verder zetten, dient echter een zekere groeimarge ingebouwd te worden. Om te voldoen aan de huidige normen inzake bouwinfrastructurele eisen en aan de normen van het VIPA, dringt een uitbreiding zich op wat betreft het aantal kamers voor occasioneel en residentieel verblijf. Er wordt geen toename van het personeelsbestand te Vollezele vooropgesteld.
612001 │ december 2019 25│70 Planologisch attest De Okkernoot
6 RUIMTELIJKE BEHOEFTEN
6.1 Ruimtebehoefte op korte termijn (1 – 3 jaar)
| Zie ook plan Ontwerp korte termijn als bijlage
Om de huidige activiteiten conform de vigerende wetgeving te kunnen verderzetten dienen op korte termijn enkele ruimtelijke aanpassingen te worden doorgevoerd. Deze aanpassingen zullen in eerste instantie gericht zijn op het kortverblijf en omvatten:
• behoud van alle bestaande functies/ruimten; • slopen van twee chalets en fietsenstalling personeel in de tuinzone; • voorzien van bijkomende kantoorruimte; • verhoging van de persoonsgebonden netto vloeroppervlakte naar minimaal 30 m2/zorgvrager; • verhoging van de netto vloeroppervlakte van de slaapkamers naar minimaal 16 m2/zorgvrager; • uitbreiding van 20 naar 24 slaapkamers. Aangezien het niet mogelijk is om zowel de bestaande functies als de nieuwe kamers met grotere vloeroppervlakte te voorzien binnen de bestaande bebouwing van huis1 en huis2, wenst men een nieuwbouw op te richten.
Deze nieuwbouw wordt voorzien in de tuinzone en zal worden ingericht met drie bouwlagen en een dakstructuur. De totale bebouwde oppervlakte van de nieuwbouw zal ca. 720 m2 bedragen. Om deze nieuwbouw te kunnen oprichten, dient men de twee bestaande chalets en de bestaande fietsenstalling personeel in de tuinzone te slopen. De nieuwbouw zal een kroonlijsthoogte hebben van 9,50 m gemeten vanaf het maaiveld. De nokhoogte zal 11,50 m bedragen. Een gedeelte van het kortverblijf wordt ingericht met burelen en een vergaderzaal. Dit gedeelte omvat twee bouwlagen en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 7,98 m gemeten vanaf het maaiveld.
Het is de bedoeling om de nieuwbouw in te richten met 24 kamers voor kortverblijf, elk met een netto vloeroppervlakte van 16 m2. Door de kamers voor kortverblijf samen met bijhorende voorzieningen zoals eetruimten, gemeenschappelijke badkamers, sanitair, … in één gebouw te bundelen, kan voldaan worden aan de norm van minimaal 30 m2 persoonsgebonden oppervlakte per zorgvrager. Deze persoonsgebonden oppervlaktes omvatten slaapruimtes, eetruimten, badkamers, sanitair en leefruimten en beslaan in totaal 720 m2 netto vloeroppervlakte. De overige vloeroppervlakte bestaat uit technische ruimten, bergruimten, circulatieruime, beperkte lokalen voor administratie, enzovoort.
Door de nieuwbouw volledig in te richten in functie van het kortverblijf kunnen de bestaande gebouwen van huis1 en huis2 tijdelijk gebruikt worden om de overige functies in te vullen. De fietsenstalling en stockageruimten die in bestaande toestand in de tuin voorzien zijn, worden overgebracht naar huis1. Het gedeelte van huis1 dat momenteel als polyvalente ruimte gebruikt wordt, zal worden ingevuld met de stockageruimte en fietsenstallingen. Hierdoor is het niet mogelijk om de huidige polyvalente ruimte te behouden. Het middendeel wenst men ook bijkomend te renoveren en in te richten met kantoorruimten daar er momenteel een groot gebrek is aan aangepaste kantoorvoorzieningen. Daarnaast is het de bedoeling om de bestaande ontspanningsruimte en activiteitenruimten zoals de atelierruimten van huis1 en huis2 te behouden. Deze ruimten zijn immers noodzakelijk voor het kunnen blijven uitoefenen van de nevenactiviteiten.
Op de noordwestzijde van het perceel wordt tegenover het nieuwe kortverblijf een parking voorzien die bereikbaar is vanaf een in- en uitrit in de noordwestelijke hoek van de site. Deze parking zal ruimte bieden voor minimaal 20 en maximaal 25 autostaanplaatsen. De parking
612001 │ december 2019 26│70 Planologisch attest De Okkernoot
wordt maximaal groen ingericht, met waterdoorlatende materialen en groenelementen. Het aandeel verharding wordt tot een minimum beperkt. Langs de westzijde wordt tevens een ontsluiting voorzien tot bij de gebouwen van huis1, huis2 en het woonverblijf. Deze ontsluitingsweg is noodzakelijk voor wekelijkse leveringen.
Een overzicht van de oppervlaktes van de nieuwbouw is weergegeven in onderstaande tabel:
functie netto vloeroppervlakte (m2)
24 kamers (x16 m2) 384
sanitair 249,4
3 keukens (x22,9 m2) 68,7
burelen 32
3 badkamers (x17,3 m2) 51,9
3 leef- en eetruimtes (x64,7 m2) 194,1
3 activiteitenruimtes (x70,3 m2) 210,9
rustruimte 19
2 therapieruimtes (x19 m2) 38
3 time-outruimtes (x8,4 m2) 25,2
overig (circulatie, berging, etc.) 817,5
totaal 2 091
| overzicht netto vloeroppervlaktes per functie voor de nieuwbouw
612001 │ december 2019 27│70 Planologisch attest De Okkernoot
| Voorstel inplantingsplan korte termijn
6.2 Ruimtebehoefte op middellange termijn (3 – 5 jaar)
| Zie plan ontwerp middellange termijn als bijlage
De polyvalente ruimten zijn momenteel gesitueerd in de schuren van huis1. Deze ruimten maken een belangrijk onderdeel uit van De Okkernoot aangezien ze door verschillende doelgroepen en voor verschillende activiteiten gebruikt kunnen worden. Omwille van de nood aan bijkomende kantoorruimte en de herlokalisatie van fietsenstallingen en stockageruimten/koelcellen zullen de huidige polyvalente ruimten echter niet behouden kunnen blijven. Daarom wenst men op middellange termijn een nieuwe multifunctionele zaal in de tuinzone op te richten. Deze ruimte zal in de nabijheid van de nieuwbouw voor kortverblijf worden opgericht, op 6,00 m van de achterste perceelsgrens en zal een totale bruto bebouwde oppervlakte hebben van ca. 480 m2. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,30 m gemeten vanaf het maaiveld.
De oprichting van deze multifunctionele zaal kadert tevens binnen het BVR multifunctionele infrastructuur. Volgens het BVR valt multifunctionele infrastructuur uiteen in 3 componenten:
• de infrastructuur van een voorziening kan achtereenvolgens gebruikt worden door een voorziening uit een andere sector; • de infrastructuur van een voorziening wordt buiten de uren waarin ze zich organiseert of de zorg uitvoert, gebruikt voor andere activiteiten dan de activiteiten van de voorziening; • de infrastructuur van een voorziening wordt tegelijkertijd gebruikt door één of meer voorzieningen uit verschillende sectoren.
De multifunctionele zaal die men op middellange termijn wenst op te richten zal gebruikt kunnen worden voor verschillende activiteiten (ontvangst, overleg, sport en spel, eetfestijnen, semi-industrieel werk, uitlaatruimte bij koud en regenweer, etc.) en door verschillende
612001 │ december 2019 28│70 Planologisch attest De Okkernoot
groepen (cliënten/zorgvragers, personeel, bezoekers, etc.) en dit op verschillende tijdstippen. Daarnaast is het de bedoeling dat de ruimte zeker gebruikt kan worden door verenigingen uit de buurt, doch voor niet sterk verkeersgenererende activiteiten.
| Voorstel inplantingsplan middellange termijn
6.3 Ruimtebehoefte op lange termijn (> 5 jaar)
| Zie indicatief plan ontwerp lange termijn als bijlage
Ook de huidige kamers van het woonverblijf voldoen niet aan de normen van het VIPA inzake multifunctionele infrastructuur: de huidige kamers hebben een netto vloeroppervlakte van ca. 8 m2, terwijl deze minimaal 16 m2 dient te bedragen (zie 5.4). Bovendien is het gebouw verouderd en niet meer aangepast aan de huidige energienormen en bouwtechnische eisen. Daarnaast zal het aantal zorgvragers van het woonverblijf tevens beperkt toenemen. Dit kadert binnen de doelstelling om het aantal zorgvragers per begeleider te verhogen van 6 naar 8.
Om aan deze normen en doelstellingen te voldoen, wenst men op lange termijn een nieuwbouw voor woonverblijf op te richten. Deze nieuwbouw wordt opgericht op de zuidkant van de site, ter hoogte van huis1 en huis2. Daar in de zuidgevel van het kortverblijf verschillende ramen zijn voorzien, is het niet mogelijk om het nieuwe woonverblijf volledig tegen deze gevel op te richten. Dit neemt namelijk essentieel daglicht weg voor het kortverblijf. Daarom zal de nieuwbouw worden opgericht op voldoende afstand van de westgevel van het kortverblijf. Hierdoor kan ook een zichtrelatie naar het binnengebied worden gecreëerd.
Het huidige woonverblijf, huis1 en huis2 worden gesloopt. Na realisatie van het nieuwe woonverblijf zal het oude woonverblijf ook worden gesloopt.
De juiste inplanting en vorm van het nieuwe woonverblijf is nog niet bepaald. Hier zal op lange termijn het nodige onderzoek voor worden gevoerd, afgestemd op de behoeften en normen van dat ogenblik. Een viertal scenario’s, waaronder een
612001 │ december 2019 29│70 Planologisch attest De Okkernoot
voorkeurscenario, worden binnen dit document voorgesteld om een duidelijk beeld te schetsen van de toekomstige ruimtebehoeften en ontwikkelingsmogelijkheden. In ieder geval zal omwille van de specifieke configuratie van het perceel en de ligging van de bouwlijn op 17,00 m uit de as van de Repingestraat de inplanting van het gebouw rekening moeten houden met deze randvoorwaarden. Het plan ontwerp lange termijn is dan ook een indicatief plan maar het biedt wel inzicht in de toekomstige ruimtebehoeften van De Okkernoot.
Om tijdens de oprichting van het nieuwe gebouw, de zorgvragers vanuit het woonverblijf te kunnen blijven opvangen en de verschillende nevenfuncties (kantoren, herstellingen, ateliers…) te kunnen uitvoeren, worden mogelijks tijdelijke containers in de tuinzone opgericht.
Het huidige woonverblijf zal in gebruik blijven tot wanneer de nieuwbouw is voltooid. Op die manier kunnen te allen tijde de bestaande verblijven en functies behouden blijven. Dit om een optimale werking van de Okkernoot te kunnen garanderen. Van zodra de nieuwbouw is opgericht, wordt het oorspronkelijke woonverblijf gesloopt en wordt de vrijgekomen ruimte groen en onverhard ingericht.
Het nieuwe woonverblijf omvat drie bouwlagen en een kelderverdieping. De nieuwbouw wordt ingericht met 32 kamers voor residentieel verblijf, 12 burelen, werkplaatsen, kantoren, eetruimtes. De kelderverdieping wordt voorzien als stockageruimte. Door de nieuwe bebouwing op ruime afstand achter de rooilijn te voorzien, wordt de verkeersveiligheid in de Repingestraat verhoogd.
De huidige parkeerplaatsen langsheen de straatzijde zullen verdwijnen en worden voorzien aan de noordwestzijde van het perceel, tegenover het gebouw voor kortverblijf. Op die manier wordt de circulatie op de site geoptimaliseerd en kunnen bezoekers zowel het kortverblijf als het woonverblijf gemakkelijk bereiken. Ook externe gebruikers van de polyvalente zaal kunnen op deze manier gebruik maken van de parking zonder de volledige site te moeten doorkruisen en overlast te veroorzaken naar de zorgvragers en begeleiders van De Okkernoot toe. De parking wordt maximaal groen ingericht en het aandeel verharding wordt beperkt door de aanleg van waterdoorlatende materialen. Het aantal parkeerplaatsen bedraagt minimaal 20 en maximaal 25.
De ontsluitingsweg langs de noordwestzijde van de site (gerealiseerd op korte termijn) wordt behouden als toegang tot de parking en de polyvalente zaal. Ook de ontsluitingsweg tot de voormalige gebouwen van huis1, huis2 en het voormalige woonverblijf wordt gedeeltelijk behouden om het nieuwe woonverblijf te bereiken. Op die manier blijft de circulatie gebundeld langsheen de westzijde en kan het aandeel verharde oppervlakte tot een minimum worden beperkt.
Om maximale toegankelijkheid voor de hulpdiensten te garanderen wordt er naast de westelijke toegang geopteerd om tevens een inrit/uitrit te voorzien aan de zuidzijde, enkel bestemd voor de hulpdiensten en specifiek voor de brandweer. Deze toegangsweg zal worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
612001 │ december 2019 30│70 Planologisch attest De Okkernoot
Scenario 1
In het eerste scenario wordt de nieuwbouw opgericht met een voorgevelbreedte van 63,90 m en met een bouwdiepte van 15,00 m. Door de relatief grote voorgevelbreedte zal echter een gedeelte van het woonverblijf voorbij de bouwlijn moeten komen. Het voordeel van dit scenario is dat de rechthoekige vorm van het gebouw een efficiënte inrichting mogelijk maakt. Aangezien het gebouw in dit geval beperkt over de bouwlijn komt te liggen, dient dit voorstel nader te worden besproken met AWV.
| Voorstel inplantingsplan lange termijn scenario 1
612001 │ december 2019 31│70 Planologisch attest De Okkernoot
Scenario 2
In het tweede scenario wordt de nieuwbouw niet voorbij de bouwlijn ingeplant, maar er volledig achter. Op die manier zal het gebouw een knik maken waardoor de voorgevel langs de straatzijde uit twee gedeelten zal bestaan. De bouwdiepte bedraagt analoog aan het eerste scenario 15,00 m. De vorm van het gebouw maakt een efficiënte inrichting echter moeilijk.
| Voorstel inplantingsplan lange termijn scenario 2
612001 │ december 2019 32│70 Planologisch attest De Okkernoot
Scenario 3
In het derde scenario wordt getracht om de bebouwing op de site te bundelen en op die manier het ruimtegebruik te optimaliseren. De voorgevelbreedte bedraagt 57,50 m, terwijl de bouwdiepte in dit scenario 21,40 m bedraagt. Door het woonverblijf in een L-vorm in te planten kan de voorgevelbreedte verkleinen waardoor de ruimte aan de oostzijde van de site vrij is van bebouwing. Deze ruimte kan worden ingericht als groenruimte/tuinzone.
| Voorstel inplantingsplan lange termijn scenario 3
612001 │ december 2019 33│70 Planologisch attest De Okkernoot
Scenario 4 - voorkeurscenario
In het vierde scenario wordt de nieuwbouw van het woonverblijf in een L-vorm uitgewerkt, analoog aan scenario 3, maar echter op een zekere afstand van het kortverblijf. Op die manier wordt een vierkantsconfiguratie bekomen, hetgeen eigen is aan de traditionele bebouwing van de streek. Dit laat toe om doorzichten te creëren naar de omgeving toe en zorgt ervoor dat de Okkernoot een meer open karakter krijgt.
| Voorstel inplantingsplan lange termijn scenario 4
De specifieke inplanting en vormgeving van het nieuwe woonverblijf blijft echter indicatief in deze fase van het aanvraagdossier.
612001 │ december 2019 34│70 Planologisch attest De Okkernoot
6.4 Bebouwing voor korte en middellange termijn
| Inplantingsplan gewenste toestand
| Snede gewenste toestand
612001 │ december 2019 35│70 Planologisch attest De Okkernoot
| Voorgevelaanzicht gewenste toestand
| Zijgevelaanzicht gewenste toestand
| Terreinprofiel noord-zuid gewenste toestand
| Terreinprofiel oost-west gewenste toestand
612001 │ december 2019 36│70 Planologisch attest De Okkernoot
7 EFFECTEN VAN HET PLANOLOGISCH ATTEST
7.1 Onderzoek tot mer
7.1.1 Methodiek
Artikel 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest (BVR 29 maart 2013) omschrijft dat er ‘documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichting inzake milieueffectrapportage’ dienen bijgevoegd te worden.
Als eerste stap in het onderzoek tot m.e.r. wordt nagaan of de aanvraag tot planologisch attest niet ‘van rechtswege’ plan-MER-plichtig is volgens de regelgeving, zoals vastgelegd in het plan-m.e.r.-decreet van 27 april 2007. Indien dit niet het geval is, kan overgegaan worden tot de beschrijving en evaluatie van de te verwachten effecten van het voorgenomen plan en de redelijke alternatieven.
Om het onderzoek naar de milieueffecten op een kwalitatieve en eenduidige wijze te kunnen voeren, worden de ontwikkelingsmogelijkheden die worden geboden door het planologisch attest gebundeld in een aantal planingrepen.
7.1.2 Toepassingsgebied
Het planologisch attest is niet ‘van rechtswege’ plan-MER-plichtig, omwille van de volgende redenen:
• het planologisch attest vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het plan bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Er dient opgemerkt te worden dat het plangebied slechts een zeer klein percentage van het totale grondgebied van de gemeente betreft, namelijk 0,021%. Bovendien houdt de aanvraag tot planologisch attest een beperkte wijziging in omdat het een beperkte uitbreiding betreft van een kleinschalige, lokale zorginstelling. • het planologisch attest omvat geen programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet
Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het planologisch attest ‘van rechtswege’ niet plan-MER-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Naargelang het resultaat van het onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten, wordt er een oordeel geveld over de noodzaak van de opmaak van een plan-MER:
• indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-MER-plicht; • indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan-MER-plicht.
7.1.3 Alternatieven
Nulalternatief
Als alternatief voor de uitvoering van de aanvraag tot planologisch attest zal hier kort aandacht besteed worden aan het nulalternatief. In het nulalternatief zou de bestemming volgens het gewestplan en de ermee gerelateerde bepalingen en voorschriften behouden blijven. De belangrijkste plus- en minpunten worden hieronder aangehaald.
612001 │ december 2019 37│70 Planologisch attest De Okkernoot
Het plangebied is conform het gewestplan geselecteerd als landbouwgebied.
Pluspunten van het nulalternatief:
• het huidige plangebied blijft voorbehouden voor agrarische activiteiten. De bestaande vergunde zonevreemde activiteiten en bebouwing kunnen behouden blijven.
Minpunten van het nulalternatief:
• de activiteiten van De Okkernoot hebben geen rechtsgrond om te kunnen uitbreiden.
Locatie- en inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven
Naast het nulalternatief kan er eveneens gekeken worden naar de locatie- en inrichtings-en/of uitvoeringsalternatieven.
De werking en permanentie van de Okkernoot in de regio Galmaarden dient verzekerd te worden en er is in de bestaande situatie geen ruimte beschikbaar op de overige sites (Halle en Denderwindeke) om de nodige uitbreidingen te voorzien. Een bundeling van de activiteiten op de voorliggende locatie is bijgevolg de meest aangewezen optie. Het planologisch attest wordt aangevraagd voor deze specifieke site waar al het grootste deel van de activiteiten plaatsvinden en waar reeds het grootste aantal zorgvragers wordt begeleid.
De inrichtings- en uitvoeringsalternatieven zijn eveneens beperkt. Het programma is immers afgestemd op de actuele situatie, het gewenste beleid en de ontwikkelingswensen van de betrokken zorginstelling. Abstractie maken van de actuele situatie is niet wenselijk gezien dit zou resulteren in een onwerkbaar plan. Een bespreking van de inrichtings- en uitvoeringsalternatieven is hier dan ook niet aan de orde.
7.1.4 Beoordeling milieueffecten
In het plan worden volgende ingrepen voorzien:
• afbraak bestaande chalets en fietsenstalling • bouw nieuw kortverblijf • aanleg nieuwe parking met bijhorende in- en uitrit en circulatieruimte • renovatie huis1 • bouw polyvalente zaal • afbraak huis1, huis2 en bestaand woonverblijf • bouw nieuw woonverblijf Voor een gedetailleerd overzicht van de gewenste activiteiten op korte, middellange en lange termijn wordt verwezen naar hoofdstuk 6 ‘Ruimtelijke behoeften’.
Bodem
Checklist potentiële ingrepen discipline Bodem Ja Nee
Bodemverstoring en grondstofvoorraden
Voorziet het plan vergraving of graafwerkzaamheden?
Voorziet het plan een wijziging inzake verharding (aard en/of oppervlakte)?
612001 │ december 2019 38│70 Planologisch attest De Okkernoot
Wordt ingegrepen op de grondstoffenvoorraden? Voorziet het plan de uitbating van de diepe ondergrond (klei-, zand-, steen- of grinduitbating, ertswinning)?
Bodemkwaliteit en bodemverontreiniging
Voorziet het plan risico-activiteiten voor verontreiniging (zoals bijv. kmo-zone, bedrijvenzone)?
Voorziet het plan herbestemmingen naar een ander bestemmingstype?
Erosie
Voorziet het plan een gewijzigd bodemgebruik waardoor bijkomende oppervlakte aan erosie het gevolg kan zijn of het plan aan erosie onderhevig kan zijn?
Bodemverstoring en grondstofvoorraden
Beschrijving referentiesituatie
De bodem in het plangebied bestaat volledig uit een matig droge leembodem. In het noorden van het plangebied komt een bodem voor met een profiel dat door ingrijpen van de mens gewijzigd of vernietigd is (OB). Er kan gesteld worden dat de fysische bodemtoestand van het plangebied niet kwetsbaar is.
Er komt binnen het plangebied geen bodemkundig erfgoed voor, noch komen er binnen het plangebied of in de omgeving ontginningen voor.
Legende Bebouwde zone
Droge leem
Natte leem
Matig droge leem | Bodemkaart (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Effectenbespreking
De matig droge leembodem binnen het plangebied werken relatief drainerend. De ontwikkelingen die het planologisch attest mogelijk maken bestaan uit een nieuwbouw kortverblijf (720 m2) en een nieuwe polyvalente zaal (480 m2) op korte en middellange termijn. Dit komt neer op ca. 1 200 m2 bijkomende bebouwde oppervlakte. Op lange termijn (> 5 jaar) maakt het planologisch attest de oprichting van een nieuw woonverblijf met een bebouwde
612001 │ december 2019 39│70 Planologisch attest De Okkernoot
oppervlakte van ca. 960 m2 mogelijk. Hiervoor zullen huis1, huis2 en het bestaande woonverblijf worden gesloopt (samen ca. 1 380 m2 bebouwde oppervlakte).
t.o.v. de referentiesituatie
Binnen het plangebied voorziet het planologisch attest een bestemmingswijziging van agrarisch gebied naar een zone voor zorgcentrum. Dit impliceert dat de toplaag van de bodem gedeeltelijk gewijzigd kan worden in functie van bebouwing of verharding. Op vlak van bodemverstoring zijn echter geen aanzienlijke effecten te verwachten daar in de referentiesituatie reeds de mogelijkheid bestaat om de bodem te bewerken in functie van landbouw met uitdroging en eutrofiëring van de bodem tot gevolg.
t.o.v. de bestaande toestand
Gezien het plan een uitbreiding van de bestaande gebouwen betreft is profielverstoring en bodemverdichting mogelijk. Echter zal het bijkomend effect beperkt blijven gezien er al een verstoring gebeurd is door de aanleg van de bestaande gebouwen en verhardingen.
Rekening houdend met de aard van de ingrepen en het gegeven dat er binnen het plangebied geen kwetsbare bodemtypes, bodemkundig erfgoed of ontginningen werden aangetroffen en dat de ontwikkeling van het plangebied geen ontginning mogelijk maakt, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op bodemverstoring en grondstofvoorraden optreden.
Bodemkwaliteit en bodemverontreiniging
Beschrijving referentiesituatie
Binnen het plangebied bevinden zich geen percelen die zijn opgenomen op het geoloket OVAM inzake verontreiniging (OVAM, 2019). In het noorden grenst het plangebied aan een perceel waarop op 28 februari 2008 een oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd met referentienummer 30698. Gelet op het feit dat het oriënterend bodemonderzoek geen aanleiding gaf voor de opmaak van een beschrijvend bodemonderzoek, kan gesteld worden dat er geen uitgesproken verontreiniging van de bodem werd vastgesteld.
Legende
Sitebesluit
Oriënterend bodemonderzoek
Beschrijvend bodemonderzoek
Bodemsaneringsproject
Eindevaluatieonderzoek
| Kaart bodemonderzoeken (OVAM, 2019)
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Het planologisch attest voorziet een bestemmingswijziging van agrarisch gebied (bestemmingstype II) naar zone voor zorgcentrum (bestemmingstype III) waardoor de kans op bodemverontreiniging groter wordt (cf. VLAREBO). Gelet op de aard van de activiteiten (zorgaanbieding) is de kans op aanzienlijke bodemverontreiniging echter zeer beperkt. Er zijn bijgevolg geen aanzienlijke negatieve effecten te verwachten.
612001 │ december 2019 40│70 Planologisch attest De Okkernoot
t.o.v. de bestaande toestand
De bodem binnen het plangebied vervult binnen de bestaande toestand reeds de zorgfuncties die beoogd worden binnen het planologisch attest. Een aanzienlijk negatief effect op vlak van bodemkwaliteit en bodemverontreiniging is dan ook helemaal niet te verwachten.
Erosie
Het plan voorziet geen dermate wijzigingen in het bodemgebruik die erosie tot gevolg kunnen hebben. Aanzienlijke effecten ten aanzien van de discipline bodem worden bijgevolg niet verwacht.
Conclusie discipline bodem
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline bodem te verwachten zijn.
Water (grond- en oppervlakte- en afvalwater)
Checklist potentiële ingrepen discipline Water Ja Nee
Grondwater
Voorziet het plan omvangrijke ondergrondse constructies?
Voorziet het plan bijkomende verharding van niet verharde zones?
Kan het plan aanleiding geven tot permanente wijziging van grondwaterstanden of –stromen (bv. t.b.v. natuur of landbouw)?
Worden bestemmingen voorzien die aanleiding kunnen geven tot risico-activiteiten voor grondwaterverontreiniging (zoals bijv. kmo-zone, bedrijvenzone)?
Oppervlaktewater
Zijn er binnen het plan ingrepen op waterlopen of oevers mogelijk (afgraven of aanleggen oevers/dijken, openleggen of overwelven van waterlopen, hermeandering/rechttrekking, verharden oeverzones)?
Komen als gevolg van het planvoornemen ingrepen voor die een invloed kunnen hebben op overstromingszones of signaalgebieden, zoals: verharding, bebouwing, ophoging.
612001 │ december 2019 41│70 Planologisch attest De Okkernoot
Afvalwater
Genereert het plan afvalwater (huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater)?
Grondwater
Beschrijving referentiesituatie
Het plangebied is niet gelegen in een infiltratiegevoelige zone.
Het plangebied is volledig gesitueerd in matig grondwaterstomingsgevoelig gebied (type 2). Verder is het plangebied integraal gekarteerd als ‘matig kwetsbaar’ wat betreft grondwaterkwetsbaarheid. Cb-gronden hebben een lemige deklaag. De watervoerende laag bestaat uit zand (Geopunt Vlaanderen, 2019).
Het plangebied is niet gelegen in een beschermingszone voor waterwinning. Andere aspecten van de grondwaterhuishouding worden uitgebreider besproken onder de watertoets.
Effectenbespreking
Op korte en middellange termijn (1 – 5 jaar) voorziet het planologisch attest in de mogelijkheid voor de oprichting van een nieuwbouw kortverblijf (720 m2) en een nieuwe polyvalente zaal (480 m2). Dit komt neer op ca. 1 200 m2 bijkomende bebouwde oppervlakte. Onder het gebouw voor kortverblijf wordt een kelder voorzien met een volume van ca. 1400 m2. Op lange termijn (> 5 jaar) kan een nieuw woonverblijf worden opgericht met een bebouwde oppervlakte van ca. 960 m2. Hiervoor zullen huis1, huis2 en het bestaande woonverblijf worden gesloopt (samen ca. 1 380 m2 bebouwde oppervlakte).
t.o.v. de referentiesituatie
Het planvoornemen voorziet in een toename van bebouwing en verharding waardoor mogelijks een negatief effect kan worden verwacht met betrekking tot het grondwaterpeil. Er worden echter beperkingen gesteld aan de verhardingsgraad en voldoende onverharde zones voorzien om het grondwaterpeil zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Bovendien zullen de activiteiten die mogelijk gemaakt worden binnen het plangebied geen aanleiding geven tot aanzienlijke verontreiniging van het grondwater.
t.o.v. de bestaande toestand
Er wordt een bestendiging en optimalisatie van de huidige bedrijfsactiviteiten beoogd zonder risico op verontreiniging van het grondwater. De footprint van de gebouwen wordt beperkt en er wordt een maximale bundeling van de gebouwen en verharding beoogd, zodanig dat er meer ruimte vrijkomt voor aaneengesloten onverharde zones. De beperkte toename in verharding en bebouwde oppervlakte zal geen nadelig effect hebben op de infiltratie van het hemelwater. Bovendien zal er te allen tijde worden voldaan aan de hemelwaterverordening.
Daar het plangebied matig gevoelig is voor grondwaterstroming en de bodem hoofdzakelijk bestaat uit matig droge leem met drainageklasse c, kan het voorzien van de kelder onder het kortverblijf mogelijks een lokale wijziging van de grondwaterstroming tot gevolg hebben. De diepte van de ondergrondse constructie blijft echter beperkt tot maximaal 3,50 m onder het maaiveld en de kelder is niet gelegen in een valleigebied. Bovendien dient tijdens het aanleggen van de kleder te allen tijde een tijdelijke bemaling te worden voorzien. Gezien het eerder kleine wijzigingen betreffen, worden geen aanzienlijke effecten op grondwaterstroming verwacht.
Gezien het plan bovendien niet gelegen is ter hoogte van zeer grondwaterstromingsgevoelige gebieden zoals een beschermingszone voor drinkwaterwinning en er geen gekende verontreinigde percelen worden aangetroffen (cf. bodem), kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op grondwater optreden.
612001 │ december 2019 42│70 Planologisch attest De Okkernoot
Oppervlaktewater
Beschrijving referentiesituatie
Het plangebied is niet gelegen in een signaalgebied.
Het plangebied is niet gekarteerd als effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Binnen het plangebied zijn geen geklasseerde waterlopen aanwezig. Het oppervlaktewater stroomt in oostelijke richting af naar de Bakkersgracht. Andere aspecten van de oppervlaktewaterhuishouding worden besproken onder de watertoets.
Legende
0,5 – 5 ha
5 – 10 ha
10 – 20 ha
20 – 50 ha 50 – 100 ha
> 100 ha
| Afstromingskaart (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Door de bijkomende bebouwing en verharding ontstaat een toename van het af te voeren hemelwater. De hoeveelheid hemelwater afkomstig van de daken dient echter integraal gebufferd te worden conform de decretale bepalingen opgelegd in de stedenbouwkundige verordening hemelwater.
t.o.v. de bestaande toestand
Het plan voorziet in een beperkte toename van het aandeel verharding en bebouwde oppervlakte (zie ‘bodemverstoring en grondstofvoorraden’ en ‘grondwater’). Bovendien zal elke omgevingsvergunning moeten voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging) en technische achtergronddocumenten (en wijzigingen).
Maatregelen voor de opvang en verwerking van hemelwater dienen te allen tijde binnen het plangebied zelf te worden voorzien, zodanig dat de naastliggende percelen hier geen nadelige invloed van kunnen ondervinden.
Rekening houdend met het gegeven dat er in het plan geen waterlopen zijn gelegen met een waardevolle structuurkwaliteit, er geen overstromingsgevoelige gebieden in/nabij het plangebied zijn aangeduid, noch een aanduiding van signaalgebied en er geen gebiedsspecifieke acties zijn geformuleerd, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op oppervlaktewater optreden.
612001 │ december 2019 43│70 Planologisch attest De Okkernoot
Afvalwater
Beschrijving referentiesituatie
Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij is het plangebied hoofdzakelijk gelegen in centraal gebied.
Binnen het plangebied wordt in de referentiesituatie slechts afvalwater geproduceerd van huishoudelijke aard. Er worden bijgevolg geen kwetsbaarheden vastgesteld binnen het plangebied wat betreft het afvalwater.
Legende
Centraal gebied
Collectief geoptimaliseerd buitengebied
Collectief te optimaliseren buitengebied
Individueel te optimaliseren buitengebied – IBA gepland
| Zoneringskaart (VMM, 2019)
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Doordat het zorgcentrum geen activiteiten uitvoert die specifieke vuilfracties in het afvalwater tot stand brengen, blijft de waterkwaliteit ten opzichte van de referentietoestand ongewijzigd.
t.o.v. de bestaande toestand
Gezien het plan een uitbreiding van de bestaande gebouwen betreft, is een invloed op de waterkwaliteit mogelijk. Echter zal het bijkomend effect beperkt blijven gezien er reeds afvalwater van huishoudelijke aard geproduceerd wordt.
Rekening houdend met de aard van het plan zoals een beperkt te verwachten aandeel aan afvalwater en het gegeven dat het plan kan aansluiten op een RWZI met voldoende capaciteit en er geen bedrijfsafvalwater wordt geloosd op oppervlaktewater, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten vanuit afvalwater optreden.
Conclusie discipline water
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline water te verwachten zijn.
612001 │ december 2019 44│70 Planologisch attest De Okkernoot
Biodiversiteit
Checklist potentiële ingrepen discipline Ja Nee Biodiversiteit
Biotoopverlies / biotoopwijziging
Biotoopverlies door ruimtebeslag
Voorziet het plan bijkomende bodemverstoring zoals verharding, verdichting en vergraving?
Biotoopwijziging
Verdroging / vernatting:
Voorziet het planvoornemen een permanente bemaling of is het mogelijk dat er door uitvoering van het planvoornemen een lange tijdelijke bemaling (zoals bijvoorbeeld bij ondergrondse infrastructuren zoals tunnels of ontginningen dieper dan het grondwater) of grondwaterpeilsturing (bijvoorbeeld i.f.v. irrigatie voor landbouwgebruik) zal plaatsvinden waardoor er toch permanente effecten op bestaande biotopen te verwachten zijn?
Verzurende en vermestende depositie (belangrijkste = stikstofdepositie)
Zal uitvoering van het plan zorgen voor een relevante toename van verzurende en/of vermestende deposities (meest relevant is vaak de stikstofdepositie): enerzijds via water (bijv. bemesting die afvloeit naar de waterloop) en anderzijds via lucht (industriële emissies zoals energiebedrijven en raffinaderijen of via een hoge toename in verkeersemissies)?
Rustverstoring (door geluid en lucht)
Voorziet het planvoornemen geluidsproducerende functies/activiteiten (zoals door recreatie, industriële installaties, bedrijvigheid met bijvoorbeeld typerende buitenactiviteiten, open sportstadium/sportpleinen in open lucht, enz)?
Voorziet het plan in een bestemming/functie waardoor er een bijkomende recreatiedruk te verwachten valt?
Voorziet het plan relevant aandeel bijkomende lichtbronnen (zoals bijvoorbeeld voor sport- en recreatieactiviteiten, i.f.v. veiligheid op bedrijfsterreinen)?
612001 │ december 2019 45│70 Planologisch attest De Okkernoot
Barrièrevorming en versnippering
Kan het plan zorgen voor het doorbreken van een verbinding(szone) voor fauna of flora (zoals bermen, waterlopen, groene zones)?
Kan het plan zorgen voor een belangrijke fysische scheiding tussen biologisch waardevolle zones (zoals een verkeersweg, waterweg, ontwikkeling)?
Kan het plan een potentieel obstakel voor vogeltrek toelaten (bijvoorbeeld windturbines) of een obstakel voor foerageerroutes (bijvoorbeeld door inname of versnipperen van waterlopen, boszones, kleine landschapselementen)?
Biotoopverlies / biotoopwijziging
Beschrijving referentiesituatie
Er bevinden zich noch speciale beschermingszones (vogel- of habitatrichtlijngebieden), noch VEN- of IVON-gebieden, noch Vlaamse of erkende natuurreservaten in of in de nabijheid van het plangebied (Geopunt Vlaanderen, 2019).
Het westelijk gedeelte van het plangebied is gekarteerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen, omwille van de aanwezigheid van een hoogstamboomgaard (kj) en houtkant met dominantie van haagbeuk (khca). Ten zuiden van het plangebied, aan de overzijde van de Repingestraat komt biologisch waardevol gebied voor. Dit omwille van de aanwezigheid van soortenrijk permanent cultuurgrasland (hp+).
Legende Biologisch minder waardevol
Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden
Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen
Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen
Biologisch waardevol
Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen
Biologisch zeer waardevol
Faunistisch belangrijk gebied
| Biologische waarderingskaart (Geopunt Vlaanderen, 2019)
612001 │ december 2019 46│70 Planologisch attest De Okkernoot
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Binnen en in de nabije omgeving van het plangebied komen waardevolle elementen en biotopen voor. Er kan worden gesteld dat de agrarische bestemming binnen het plangebied een mogelijks negatief effect heeft op de aanwezigheid van de haagbeuk en de hoogstamboomgaard (complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen). Mogelijks wordt met voorliggende aanvraag tot planologisch attest een licht positief effect bekomen daar het planvoornemen voorziet in een maximale bundeling van de nieuwe gebouwen en op die manier het complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen grotendeels behouden kan blijven.
t.o.v. de bestaande toestand
Binnen de zone gekarteerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen voorziet het planologisch attest de mogelijke oprichting van het nieuwe kortverblijf. Als gevolg hiervan kan een beperkt aandeel waardevol biotoopverlies worden verwacht, met name het gedeeltelijk verdwijnen van de hoogstamboomgaard. Dit verlies blijft echter beperkt doordat het nieuwe kortverblijf maximaal wordt gebundeld met de bestaande bebouwing. Daarnaast zal er te allen tijde worden beoogd om binnen het planvoornemen zoveel mogelijk waardevolle groenelementen en kleine landschapselementen te behouden. Hierbij wordt gedacht aan bestaande hoogstammige bomen en de haagbeuk op de grens met het openbaar domein.
In en in de ruime omgeving van het plangebied bevinden zich geen vogelrichtlijn- of habitatrichtlijngebieden, Natura 2000 gebieden of Ramsar-gebieden. Het plangebied bevindt zich niet op een mogelijke migratieroute tussen twee deelplangebieden van een habitat- of vogelrichtlijngebied (zoals bijvoorbeeld verbinding via waterlopen of groenstructuren), noch is er beïnvloeding vanuit het plan te verwachten.
In en in de nabije omgeving van het plangebied bevinden zich geen VEN-gebieden. Een verscherpte natuurtoets wordt niet nodig geacht.
In en in de nabije omgeving van het plangebied bevinden zich geen erkende natuurreservaten of bosreservaten. Rekening houdend met de aard van het plan worden er algemeen geen aanzienlijke effecten op de discipline biodiversiteit verwacht.
Rust- en lichtverstoring
Beschrijving referentiesituatie
Binnen het plangebied komt geen waardevol faunistisch gebied voor. Tevens komen er in en in de nabijheid van het plangebied geen trekroutes voor en/of zones gevoelig voor verstoring.
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Ten opzichte van de referentiesituatie kan rust- en lichtverstoring ontstaan door de bestemmingswijziging van agrarisch gebied naar zone voor zorgcentrum en specifiek het mogelijk maken van de ontwikkeling van een polyvalente zaal. Het gaat echter om een beperkte oppervlakte en de activiteiten zijn niet van die aard dat ze een grote rust- en/of lichtverstoring met zich mee brengen. Bovendien zijn in de referentiesituatie geen gevoelige zones in of in de nabijheid van het plangebied aanwezig zijn. Bijgevolg kan redelijkerwijze geconcludeerd worden dat er geen aanzienlijke effecten zullen optreden.
t.o.v. de bestaande toestand
Het plan voorziet een beperkte toename van geluidproducerende activiteiten in gevolgde de oprichting van een polyvalante zaal. Deze zaal kan gebruikt worden voor verschillende activiteiten zoals ontvangst, overleg, sport en spel, eetfestijnen, semi-industrieel werk,
612001 │ december 2019 47│70 Planologisch attest De Okkernoot
uitlaatruimte bij koud en regenweer, etc. en door verschillende groepen (cliënten, personeel, bezoekers, etc.). Daarnaast is het de bedoeling dat de ruimte gebruikt kan worden door verenigingen uit de buurt. De verstoring in de vorm van rust en licht zal echter beperkt zijn, daar de activiteiten steeds binnen de polyvalente zaal zullen plaatsvinden. Bovendien zijn de activiteiten niet van die aard dat er een grote rust- en/of lichtverstoring vanuit gaat. Aanzienlijke effecten ten aanzien van rustverstoring worden bijgevolg niet verwacht.
Versnippering en barrièrewerking
Het plan zorgt niet voor het doorbreken van verbindingszones, trek- en fourageerroutes voor fauna of flora of een scheiding tussen waardevolle gebieden. Aanzienlijke effecten van versnippering en barrièrevorming worden niet verwacht.
Conclusie discipline biodiversiteit
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline biodiversiteit te verwachten zijn.
Landschap bouwkundig erfgoed en archeologie
Checklist potentiële ingrepen discipline Ja Nee landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
Landschap
Landschapsstructuur en -erfgoedwaarde
Komen als gevolg van het planvoornemen ingrepen voor die landschappelijke structuren of erfgoedwaarden kunnen verstoren of vernietigen? Zoals:
o Fysieke ingrepen (bv. reliëfwijzigingen, ophogingen, afgravingen, rechttrekken van waterlopen, dempen van holle wegen, afgraven van taluds, aanleggen of wijzigen van dijken en bermen, rooien van KLE’s, …)?
o Ontbossing of rooiwerkzaamheden (met bijzondere aandacht voor historische bossen)?
o Wijziging van historische percelering, kavelstructuren, waterlopen, wegenpatroon?
Uitzicht
Komen als gevolg van het planvoornemen ingrepen voor die uitzichten kunnen verstoren? Zoals:
o Mogelijkheden tot een harde invulling/bouw van constructies (bv gebouwen) of infrastructuren (zoals
612001 │ december 2019 48│70 Planologisch attest De Okkernoot
wegen, masten, turbines) of voor het oprichten van omvangrijke volumes of belangrijke wijzigingen in het bodemgebruik.
Bouwkundig erfgoed
Komen als gevolg van het planvoornemen ingrepen voor die bouwkundig erfgoed kunnen verstoren of vernietigen? Zoals:
o Afbraak van bouwkundig erfgoed.
o Het renoveren/verbouwen van het bouwkundig erfgoed waardoor het karakter, de herkenning,… van het erfgoed mogelijks verdwijnt.
o Nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouw of infrastructuuraanleg)
Archeologie
Komen als gevolg van het planvoornemen ingrepen voor die archeologisch erfgoed kunnen verstoren of vernietigen? Zoals:
o Werkzaamheden die gepaard gaan met ingrepen in de bodem (graafwerkzaamheden)
o Permanente veranderingen in de grondwatertafel
o Samendrukking van onderliggende lagen ten gevolge van (permanente) ophogingen van het terrein
Landschap
Beschrijving referentiesituatie
Het plangebied is gelegen binnen het traditioneel landschap Pajottenland. Dit landschap wordt gekenmerkt door een golvende topografie, asymmetrische valleien, bossen en kleine kerndorpen.
Het plangebied bevindt zich niet in of nabij een beschermd cultuurhistorisch landschap, elementen uit vastgestelde inventarissen, of Unesco Werelderfgoed. Het plangebied is integraal gesitueerd in herbevestigd agrarisch gebied.
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
In de referentiesituatie is het plangebied bestemd als agrarisch gebied. Het planvoornemen voorziet de mogelijkheid voor het oprichten van een zorgcentrum, waardoor een invloed op het landschapsuitzicht onvermijdelijk zal zijn. Het plan streeft echter een optimale landschappelijke integratie na door middel van kwalitatieve groenbuffering.
Deze groenbuffering dient te allen tijde binnen het plangebied zelf te worden voorzien, zodanig dat de naastliggende percelen hier geen nadelige invloed van kunnen ondervinden.
612001 │ december 2019 49│70 Planologisch attest De Okkernoot
t.o.v. de bestaande toestand
Het planvoornemen voorziet in de bouw van een nieuwbouw voor kortverblijf. Aangezien dit gebouw wordt voorzien op het westelijk gedeelte van de site, zal een gedeelte van de hoogstamboomgaard mogelijks verdwijnen. De voornaamste waardevolle landschappelijke structuren worden echter behouden en het nieuwe planprogramma wordt in de bestaande landschappelijke structuur ingepast. Door de nieuwe bebouwing maximaal te bundelen, kunnen bestaande kleine landschapselementen maximaal behouden blijven. Het plangebied ligt in herbevestigd agrarisch gebied, maar is in de bestaande toestand reeds in grote mate bebouwd. De landschappelijke waarde van het landbouwgebied is bijgevolg reeds verstoord in de huidige situatie. De openheid van het landschap wordt niet gewijzigd.
In het noorden bevinden zich de beschermde monumenten ‘Gesloten hoeve Hof te Reepingen’ en ‘Stoeterij Haras de Vollezele’ (zie bouwkundig erfgoed). Echter zijn deze monumenten in de bestaande toestand niet zichtbaar vanaf het plangebied omwille van de aanwezigheid van haagstructuren op de noordelijke en westelijke perceelsgrenzen en omwille van bebouwing op de noordelijk aanpalende percelen. In het zuiden en zuidwesten van het plangebied bevinden zich uitgestrekte akkers. Dit openruimtegebied is zichtbaar vanaf het plangebied en meer specifiek vanuit de gedeelten van huis1 en het woonverblijf die naar de N272 gericht zijn.
Het planvoornemen voorziet in een bundeling van gebouwen op de site. De zichten naar het zuidelijk gelegen openruimtegebied zullen bijgevolg niet worden aangetast. Door het streven naar een vierkantsconfiguratie die eigen is aan de agrarische bebouwing van de streek, kunnen mogelijks nieuwe doorzichten naar het landbouwgebied worden gecreëerd.
Er kan bijgevolg redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op landschapsstructuur optreden.
Het planvoornemen voorziet geen visuele verstoring, wijziging van het uitzicht of het landschapskarakter daar het plangebied in de bestaande toestand reeds in grote mate bebouwd is. Aanzienlijke effecten op landschapsuitzicht worden dan ook niet verwacht.
Bouwkundig erfgoed
Beschrijving referentiesituatie
Ten noordwesten van het plangebied, aan de overzijde van de Repingestraat, is het beschermd monument ‘Gesloten hoeve Hof te Reepingen’ (ID 640) gesitueerd. De afbakening van dit beschermd monument komt overeen met de afbakening van het gelijknamige element ‘Gesloten hoeve Hof te Reepingen’ (ID 33857), opgenomen in de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed.
In het noorden van het plangebied is het beschermd monument ‘Stoeterij Haras de Vollezele‘ (ID 644) gesitueerd op ca. 80 m van het plangebied. De afbakening van dit beschermd monument komt overeen met de afbakening van het element ‘Paardenfokkerij’ (ID 46224), opgenomen in de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed.
Verder bevinden zich geen beschermde landschappen, dorpsgezichten of beschermde archeologische sites in of in de nabijheid van het plangebied.
612001 │ december 2019 50│70 Planologisch attest De Okkernoot
Legende Beschermd erfgoed / monumenten
Beschermd erfgoed / landschappen
Beschermd erfgoed / stads- & dorpsgezichten
Beschermd erfgoed / archeologische zones
| Beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurhistorische landschappen en archeologische zones (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Het planvoornemen voorziet geen vernietiging, renovatie of verbouwing van bouwkundig erfgoed. Het planvoornemen voorziet geen intensifiëring van het landgebruik. Het voorzien van een zorgcentrum heeft geen invloed op de erfgoedwaarden van het nabijgelegen beschermde monument. Aanzienlijke effecten op bouwkundig erfgoed worden dan ook niet verwacht.
t.o.v. de bestaande toestand
Omdat de bestaande gebouwen aanwezig zijn wordt geen negatief effect van het planologisch attest op de beschermingen en het bouwkundig erfgoed verwacht.
Archeologie
Beschrijving referentietoestand
De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Binnen de contouren van de aanvraag tot planologisch attest zijn er geen archeologische vindplaatsen gekarteerd (Onroerend Erfgoed, 2019).
Grenzend aan het plangebied is in het oosten een archeologische vindplaats gekend met benaming ‘Hof te Reepingen’ (locatie 6180). De kartering gebeurde op basis van enkele literatuurbronnen die de aanwezigheid en de transformatie van het Hof te Reepingen beschreven. Het hof is niet langer aanwezig en de datering is onbekend.
Legende Centraal Archeologische Inventaris
Archeologienota
| Centrale archeologische inventaris (Geopunt Vlaanderen, 2019)
612001 │ december 2019 51│70 Planologisch attest De Okkernoot
Effectenbespreking
Rekening houdend met de ligging van het plan binnen een gebied waar geen archeologie te verwachten is en rekening houdend met de aard van het plan - waarbij effecten van bodemverstoring of grondwaterpeilwijziging niet verwacht worden tot buiten de contouren van het plangebied, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten op archeologische erfgoed optreden.
Conclusie discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie te verwachten zijn.
Mens & ruimte
Checklist potentiële ingrepen discipline mens- Ja Nee mobiliteit
Mobiliteit
Zal het plan een wijziging in de verkeersgenereratie teweegbrengen (zoals bij wonen, bedrijvigheid, recreatie, school, kantoor, winkels, …)?
Zal het plan een wijziging in de (ontsluitings)infrastructuur teweegbrengen/vereisen?
Ruimtelijke aspecten
Ruimtegebruik (er wordt tevens verwezen naar de plandoelstellingen en beschrijvingen)
Zullen er landbouwfuncties en structuren wijzigen ten gevolge het planvoornemen (door bijvoorbeeld bestemmingswijzigingen, wijzigingen in ruimtebeslag en functioneren)?
Ruimtebeleving
Genereert het plan een potentieel gewijzigde ruimtebeleving (visueel, licht/schaduw, wind, privacy, veiligheidsgevoel)?
Gezondheid
Zal het plan een wijziging in de verkeersgenereratie teweegbrengen (zoals bij wonen, bedrijvigheid, recreatie, school, kantoor, winkels, …) (zie tevens discipline mobiliteit)?
Genereert het plan bijkomende geluids- en luchtemissies (incl. geur) (zoals bij een toename van verkeer, bepaalde bedrijfsbestemmingen, e.a.)?
612001 │ december 2019 52│70 Planologisch attest De Okkernoot
Voorziet het plan kwetsbare functies (scholen, woningen, zorgvoorzieningen, …)?
Veiligheid
Voorziet het plan een wijziging in het voorkomen of toelaten van risicovolle installaties (bijvoorbeeld Seveso-inrichtingen, hoogspanningslijnen, infrastructuren (weg-spoorweg-waterweg-pijpleiding) voor transport van gevaarlijke stoffen…)?
Mobiliteit
Beschrijving referentiesituatie
Binnen de referentiesituatie is er geen sprake van een uitgesproken verkeersgeneratie. Gelet op de agrarische bestemming is verkeer in functie van agrarisch activiteiten te verwachten. Deze is echter verwaarloosbaar.
Verder wordt ook aandacht besteed aan de bestaande zonevreemde invulling van de zorgactiviteiten binnen het plangebied. Het plangebied is gelegen langsheen de Repingestraat (N272) en wordt voor personenvervoer ook via deze weg ontsloten. Deze gewestweg vormt de verbinding tussen de N495 Edingen – Geraardsbergen in het westen en de Ninoofsesteenweg (N28) in het oosten.
Vlak aan het plangebied, in de Repingestraat bevindt zich de bushalte ‘Vollezele De Okkernoot’ die bediend wordt door de buslijnen 102 en 162 met verbinding Leerbeek – Ninove. Beide lijnen hebben een frequentie van één bus per uur.
Voor meer details omtrent het mobiliteitsprofiel wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.
Ten noorden van het plangebied is voetweg nr. 41 gesitueerd.
Algemeen is er binnen de referentiesituatie geen sprake van problemen rond verkeersleefbaarheid en -veiligheid. Er doen zich verder geen verkeers- noch parkeerproblemen voor.
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Het planvoornemen voorziet in de mogelijkheid voor het oprichten van een zorgcentrum met 24 kamers voor kortverblijf en 32 kamers voor woonverblijf. Deze geplande activiteiten hebben een impact op het aantal vervoersbewegingen in de directe en ruimere omgeving, maar zijn niet van die aard dat aanzienlijke effecten te verwachten zijn. Gezien het specifieke profiel van de zorgvragers is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer minder relevant. Bijna alle zorgvragers komen aan het begin van de week met de auto naar De Okkernoot en worden op het einde van de week opnieuw met de auto opgehaald. Bij een volledige bezetting van de kamers komt dit neer op gemiddeld 22,4 vervoersbewegingen per dag. Dit betreft een betrekkelijk lage verkeersgeneratie waardoor geen aanzienlijke effecten te verwachten zijn binnen de omgeving van het plangebied. Het aantal vervoersbewegingen ten gevolge van werknemers en leveringen blijft ongewijzigd ten opzichte van de referentiesituatie. Alle leveringen worden analoog aan de referentiesituatie opgevangen op eigen terrein. Ook toekomstige parkeervoorzieningen worden op eigen terrein voorzien (25-tal plaatsen) om zodoende zoekverkeer in de omgeving te vermijden. Bovendien kent het plangebied een goede autobereikbaarheid, waardoor geen afwikkelingsproblemen worden verwacht. Uitgezonderd voor de hulpdiensten worden naast de twee nieuwe in- en uitritten langs de Repingestraat twee afzonderlijke toegangen tot de site voorzien langsheen de N272. Daar het in dit geval gaat om uitzonderlijke vervoersbewegingen, zijn de te verwachten effecten verwaarloosbaar.
612001 │ december 2019 53│70 Planologisch attest De Okkernoot
Daarnaast voorziet het plan in de ontwikkeling van een multifunctionele zaal die in uitzonderlijke gevallen gebruikt kan worden voor het organiseren van onder andere een eetfestijn. 2 maal per jaar wordt bijgevolg een periodieke verkeersgeneratie verwacht. Gelet op het zelden voorkomen van deze verkeersgeneratie en het voorzien van parkeerplaatsen op eigen terrein (gemeenschappelijk gebruik parkeervoorzieningen zorgcentrum) kan gesteld worden dat deze verkeersgeneratie niet zal leiden tot aanzienlijke effecten op vlak van verkeer.
Het planvoornemen heeft geen invloed op voetweg nr. 41.
t.o.v. de bestaande toestand
Gelet op de bestaande zonevreemde invulling als zorgcentrum is het te verwachten effect op vlak van mobiliteit ten opzichte van de bestaande toestand een heel pak minder. Het aantal zorgvragers in De Okkernoot zal beperkt toenemen door het uitbreiden van het aantal kamers met 12 eenheden. Verder wordt geen verhoging van het aantal begeleiders voorzien. Ook het aantal leveringen en bezoekers zal niet aanzienlijk toenemen. Ten opzichte van de bestaande toestand is er bijgevolg een bijkomende verkeersgeneratie te verwachten van gemiddeld 4,8 vervoersbewegingen per week, wat een verwaarloosbare toename betreft.
Er wordt een nieuwe parking voorzien op het westelijk gedeelte van de site. Op termijn zullen op die manier de bestaande parkeerplaatsen langs de N272 verdwijnen.
De multifunctionele zaal is gericht op tijdelijke activiteiten voor bewoners van De Okkernoot en voor inwoners uit de onmiddellijke omgeving. Er kan bijgevolg verwacht worden dat de inwoners uit de nabije omgeving voornamelijk met de fiets naar De Okkernoot zullen komen. Door het voorzien van een parking met ca. 25 autostaanplaatsen zal geen bijkomende druk op het openbaar domein worden veroorzaakt.
De in- en uitrit wordt tevens langs de westzijde van het plangebied voorzien, waardoor het aantal aantakkingen op de N272 tot een minimum kan worden beperkt.
Vandaag zijn reeds polyvalente ruimten aanwezig die gebruikt worden voor het organiseren van het jaarlijkse eetfestijn. Hier zijn bijgevolg geen bijkomende effecten te noteren ten opzichte van de bestaande toestand.
Gezien het zorgcentrum reeds aanwezig is in de bestaande toestand en gezien de zorgactiviteiten slechts beperkt toenemen, kan gesteld worden dat het planologisch bestendigen van het zorgcentrum geen of slechts zeer weinig invloed zal hebben op de huidige verkeersgeneratie. Bovendien wordt de parkeersituatie geoptimaliseerd door de parkings niet langer te laten ontsluiten op de N272 waardoor de verkeersveiligheid langs de N272 wordt verhoogd.
Ruimtelijke aspecten
Beschrijving referentiesituatie
Het plangebied is bestemd als herbevestigd agrarisch gebied.
Ten noorden en ten oosten van het plangebied komt residentiële bebouwing voor alsook enkele landbouwbedrijven. Ten zuiden en ten westen van het plangebied komt landbouwgebied voor.
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Het plan geeft aanleiding tot het verdwijnen van de agrarische functie. Echter gaat het om een site die in de referentiesituatie reeds versnipperd is. Het plangebied ligt enerzijds in de hoek van de Repingestraat en is anderzijds omgeven door bebouwing (zowel residentieel als agrarisch). Omwille van deze ruimtelijke context sluit het plangebied eerder aan bij het woongebied van Vollezele in het noordoosten dan bij het landbouwgebied in het zuidwesten. Er kan bijgevolg gesteld worden dat het planvoornemen niet bijdraagt tot de versnippering van het landbouwgebruik en -toegankelijkheid.
612001 │ december 2019 54│70 Planologisch attest De Okkernoot
Verder zal het voorzien van een zorgcentrum mogelijks zorgen voor een wijziging in de ruimtebeleving. Vanaf de Repingestraat zullen de aanpalende percelen niet meer of slechts gedeeltelijk zichtbaar zijn, waardoor inkijk niet mogelijk is. Anderzijds zal er vanaf de bebouwing binnen het plangebied potentiele inkijk mogelijk zijn naar deze percelen toe. De bebouwing zal echter maximaal worden gebundeld op voldoende afstand van de perceelsgrenzen waardoor de te verwachten hinder tot een minimum zal worden beperkt. Bovendien zal te allen tijde de geldende regelgeving inzake lichten en zichten worden toegepast. Bovendien kan een ontwikkeling die meer aansluit bij het bebouwde weefsel een mogelijks positief effect creëren naar ruimtebeleving toe door het ontwikkelen van een perceel dat minder geschikt is voor agrarische activiteiten.
t.o.v. de bestaande toestand
Door uitvoering van het plan dienen geen bestaande functies en/of structuren te verdwijnen. Het aanvraagdossier planologisch attest voorziet hoofdzakelijk de planologische bestendiging van een bestaand zorgcentrum. Binnen het plan wordt de bebouwing maximaal gebundeld om zoveel mogelijk onverharde en onbebouwde ruimte te vrijwaren en om de ruimtebeleving te optimaliseren. Daarnaast wordt ook de parkeergelegenheid kwalitatiever ingepland. Het planvoornemen beoogt op die manier een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Bijgevolg worden er geen negatieve effecten verwacht inzake ruimtelijke aspecten.
Gezondheid
Beschrijving referentiesituatie
Het plangebied omvat in de referentiesituatie geen kwetsbare functies. De volledige site is bestemd voor agrarische activiteiten.
Het plangebied is niet gelegen langsheen grote verkeersinfrastructuren, een treinlijn of luchthaven, waardoor de immissie van geluid en trillingen vanuit de omgeving in het plangebied gering is.
Effectenbespreking
t.o.v. de referentiesituatie
Het planvoornemen voorziet in de mogelijkheid voor het oprichten van een zorgcentrum, wat een kwetsbare functie is. De toename van het verkeer is echter beperkt waardoor er geen aanzienlijk geluidseffect in functie van een toename van het verkeer wordt verwacht. Er wordt een verwaarloosbare toename aan luchtemissies ten gevolge van autoverkeer verwacht. Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht.
t.o.v. de bestaande toestand
Het planvoornemen voorziet in een toename van kwetsbare functies, namelijk in de vorm van een uitbreiding van het zorgcentrum. Deze uitbreiding is echter beperkt in omvang. Het planvoornemen houdt rekening met een doordachte inrichting van het terrein door de bebouwing maximaal te bundelen en op ruime afstand van de N272 in te planten. Op die manier wordt mogelijke effecten van geluid en licht op de kwetsbare functies tot een minimum beperkt.
Het plan genereert verder geen bijkomende verkeer of geluids- en luchtemissies met uitzondering van het zeer beperkte verkeer in functie van de beperkte uitbreiding. Aanzienlijke effecten ten aanzien van gezondheid worden niet verwacht.
Veiligheid
Uit de RVR-toets blijkt dat de geplande ruimtelijke ontwikkelingen geen invloed hebben op de risico’s of de gevolgen van een zwaar ongeval; de noodzaak voor de opmaak van een ruimtelijk
612001 │ december 2019 55│70 Planologisch attest De Okkernoot
veiligheidsrapport (RVR) kan worden uitgesloten. Er kan redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten inzake veiligheid optreden.
Conclusie discipline mens & ruimte
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline mens – ruimtelijke aspecten, gezondheid en veiligheid te verwachten zijn.
Atmosfeer & klimatologische factoren
Rekening houdend met de aard van het planvoornemen en de effecten, kan er redelijkerwijze worden geconcludeerd dat er geen aanzienlijke effecten vanuit het planvoornemen op het klimaat optreden:
• het plan heeft geen aanzienlijke impact op de grondwatervoorraden; • het plan heeft geen aanzienlijke impact op de oppervlaktewater- en grondwaterhuishouding; • het plan heeft geen aanzienlijke impact op biotoopverlies; • het plan heeft geen aanzienlijke impact op het klimaat vanuit een relevante verhoging van (CO2-)emissies (van bijvoorbeeld industrie / verwarming / veeteelt).
Conclusie discipline atmosfeer & klimatologische factoren
Op basis van voorgaande effectbespreking blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline klimaat te verwachten zijn.
7.1.5 Verder te onderzoeken disciplines en nevendisciplines
Op basis van de momenteel voorhanden zijnde informatie, wordt geconcludeerd dat er geen aanzienlijke negatieve effecten worden verwacht door de uitvoering van voorliggend plan.
Indien gedurende de verdere procedure toch blijkt dat niet zondermeer kan gesteld worden dat er geen aanzienlijke negatieve effecten worden verwacht voor een bepaalde discipline, zal deze discipline verder onderzocht worden.
7.1.6 Grensoverschrijdende effecten
Het voorgenomen plangebied bevindt zich op ca. 6 km van de meest nabijgelegen lands- of gewestgrens. Rekening houdend met de aard van het voorgenomen plan, de omvang van de effecten zoals hiervoor beschreven en het gegeven dat deze als niet-aanzienlijk beoordeeld werden, wordt geconcludeerd dat er geen aanzienlijke grens- of gewestgrensoverschrijdende negatieve effecten worden verwacht.
7.1.7 Globale conclusie
Op basis van de beschikbare informatie op dit moment, kan worden besloten dat er voor het voorliggend planinitiatief geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn.
7.2 Mobiliteitsstudie
De voorliggende aanvraag tot planologisch attest overschrijdt de drempelwaarde voor de opmaak van een mobiliteitstoets niet. De Okkernoot heeft minder dan 50 parkeerplaatsen.
612001 │ december 2019 56│70 Planologisch attest De Okkernoot
7.3 Watertoets
Overstromingsgevoelige gebieden
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
Het oppervlaktewater stroomt in oostelijke richting af naar de Bakkersgracht.
Legende
0,5 – 5 ha
5 – 10 ha
10 – 20 ha
20 – 50 ha 50 – 100 ha
> 100 ha
| Afstromingskaart (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Waterbeheerders (Vlaamse Hydrografische Atlas)
Binnen het plangebied zijn geen gecategoriseerde waterlopen aanwezig. Ten noorden van het projectgebied stroomt de Bakkersgracht, een niet-geklasseerde waterloop.
Legende
bevaarbare e 1 categorie e 2 categorie e 3 categorie
niet-geklasseerd
| VHA – waterloopsegmenten (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Infiltratiegevoelige bodems
De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt.
Het projectgebied is integraal gekarteerd als niet-infiltratiegevoelig. De infiltratie van neerslag boven deze gronden gebeurt dus relatief moeilijk. Door een toename aan bebouwing en verharding zal de infiltratie verder bemoeilijkt worden. Er dienen dan ook de nodige
612001 │ december 2019 57│70 Planologisch attest De Okkernoot
maatregelen voorzien te worden om negatieve effecten op de infiltratie tot een minimum te beperken. Zo dient het hemelwater op de bebouwde oppervlakten opgevangen en vertraagd afgevoerd te worden. De voorkeur gaat evenwel uit naar hergebruik van het hemelwater.
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Bij de watertoets gaat de aandacht in de eerste plaats naar de ondiepe grondwaterstroming.
Het projectgebied is integraal gekarteerd als matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.
Winterbedkaart
De winterbedkaart duidt gebieden aan waar verandering in bodemgebruik aanleiding kan geven tot een gewijzigd afvoergedrag bij overstromingen. Aangezien dit gewijzigd afvoergedrag enkel relevant is voor omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Binnen het projectgebied bevinden zich geen afbakeningen van de winterbedkaart.
Hellingenkaart
De hellingenkaart werd opgemaakt om de gevoeligheid voor overstroming en erosie van het gebied te kunnen beoordelen. Steile hellingen kunnen aanleiding geven tot een grote hoeveelheid afvloeiende neerslag, wat de overstromings- en erosiegevoeligheid beïnvloedt.
Het projectgebied kent overwegend een vlak reliëf met hellingspercentages kleiner dan 0,5% en tussen 0,5 en 5%. In het noorden en het zuidoosten van het projectgebied komen beperkte zones voor met hellingspercentages tussen 5 en 10% en hoger dan 10%.
Legende
<0,5%
0,5 – 5%
5 – 10%
>10%
| Hellingenkaart (Geopunt Vlaanderen, 2019)
Erosiegevoelige gebieden
De erosiegevoeligheid is afhankelijk van de hoeveelheid neerslag, het bodemtype en het bodemgebruik. Een bebouwde of verharde zone zal meer weerstand bieden tegen erosie dan een braakliggend terrein. Een permanente invulling van de onbebouwde en onverharde ruimte zal een positief effect hebben op de erosiebeperking.
612001 │ december 2019 58│70 Planologisch attest De Okkernoot
Het westen van het projectgebied is hoofdzakelijk aangeduid als niet-erosiegevoelig, terwijl het oosten en het centrale gedeelte van het projectgebied als erosiegevoelig wordt gekarteerd.
Legende
Niet erosiegevoelig
Erosiegevoelig
| Erosiegevoelige gebieden (Geopunt Vlaanderen, 2019)
7.3.1 Besluit
De watertoets brengt voor het plangebied van het RUP geen uitgesproken problematiek voor de oppervlakte- en grondwaterhuishouding aan het licht. Niettemin komen er een aantal speciale aandachtspunten naar voor waar het RUP zoveel mogelijk aan tegemoet dient te komen. Eventuele potentiële nadelige effecten worden evenwel beperkt door volgende bepalingen:
• wat betreft de grondwaterstromingsgevoeligheid moeten de bevoegde instanties gecontacteerd worden voor: • het project is een verkavelingsaanvraag met een globale oppervlakte groter dan 1 ha, waarbij in de aanleg van wegen wordt voorzien • het project leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met meer dan 1 ha • het project omvat ondergrondse constructies, met uitzondering van funderingspalen en leidingen met een diameter van 1 meter, die dieper gelegen zijn dan 5 meter onder het maaiveld en een ondergrondse horizontale lengte hebben van 100 meter • verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’; prioriteit moet uitgaan haar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
612001 │ december 2019 59│70 Planologisch attest De Okkernoot
7.4 Verantwoording inname HAG
De Okkernoot is gelegen in het goedgekeurd herbevestigd agrarisch gebied ‘Landbouwgebied Vollezele’ (zie 4.3).
Bij optimalisering van het bedrijf dient een afdoende afweging ten aanzien van de agrarische structuur te gebeuren. Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moeten komen zijn:
• onderzoek naar alternatieve locaties; • impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur; • onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen.
Onderzoek alternatieve locaties
Gezien het feit dat het planologisch attest specifiek wordt opgemaakt voor de site van De Okkernoot te Vollezele, is onderzoek naar locatie-alternatieven niet aan de orde.
Impact op samenhang agrarische structuur
Wat betreft de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur kan gesteld worden dat de site van De Okkernoot aansluit bij het woonweefsel van de kern van Vollezele. Aangezien De Okkernoot niet geïsoleerd gelegen is in landbouwgebied, maar morfologisch en functioneel deel uitmaakt van de woonkern Vollezele, wordt de goede werking van de agrarische functies in de omgeving niet in het gedrang gebracht. De huidige en toekomstige activiteiten, het aanbieden van zorg voor personen met een mentale beperking, autismestoornis en/of gedragsproblematiek, zijn niet storend voor de omgeving en hebben geen impact op de individuele landbouwbedrijven.
De omgeving wordt in bestaande toestand gekenmerkt door residentiële bebouwing die reeds aanwezig was voor de vaststelling van het HAG. De beperkte uitbreiding in functie van een optimalisering van de bedrijfsvoering heeft geen impact op de aanwezige landbouwstructuur: de gebouwen worden gebundeld en de uitbreiding wordt gesitueerd in de tuinzone waardoor er geen verlies is aan agrarische activiteit. Het perceel is aan de achterzijde begrensd door bebouwde percelen en tuinzones. Langs het zuiden en het westen is het perceel begrensd door de Repingestraat. Er kan bijgevolg besloten worden dat er geen aantasting van de ruimtelijk- functionele samenhang van de agrarische structuur zal optreden.
Flankerende/compenserende maatregelen
Het perceel is niet in agrarisch gebruik en wordt niet gebruikt voor landbouwdoeleinden. Bijgevolg zijn flankerende en/of compenserende maatregelen voor landbouw niet nodig.
612001 │ december 2019 60│70 Planologisch attest De Okkernoot
8 OVERLEG EN INSPRAAK
8.1.1 Advies Team MER
Team MER formuleerde in haar contact per email op 14 oktober 2019 enkel aanbevelingen voor aanpassingen aan het voorliggend document.
8.1.2 Verzoek tot raadpleging
Volgende relevante instanties werden geraadpleegd om hun mening te formuleren over de vraag of de aanvraag tot planologisch attest mogelijk aanzienlijke milieueffecten kan generen. Deze lijst van relevante betrokken instanties werd aangeleverd door Team MER:
• Gemeentebestuur Galmaarden • Provinciebestuur Vlaams-Brabant • Departement Omgeving • Departement Landbouw en Visserij – Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving • Agentschap Wegen en Verkeer – Buitendienst Vlaams-Brabant
8.1.3 Besluit Team MER
Aan te vullen na ontvangst besluit Team MER
612001 │ december 2019 61│70 Planologisch attest De Okkernoot
9 KAARTMATERIAAL ALS BIJLAGEN
• Plan bestaande toestand • Plannen gewenste toestand: • Ontwerp korte termijn • Ontwerp middellange termijn • Ontwerp lange termijn
612001 │ december 2019 62│70 Bestaande toestand schaal 1/200 Legende
Site
Rooilijn
Bouwlijn
Stedenbouwkundige vergunningen
B212a Perceelsgrens + kadasternummer
21,26 Gebouw
Bijgebouw
83,06 Muur
Poort
9,56 Afsluiting
braakliggend Haag 17,23 7,89 Eik 17,70
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig Beuk grens 2.28m Wilg
3,29 KWS-verharding
3.29m fietsenstalling bewoners Beton
fietsenstalling 11 Betonstraatstenen
Dolomiet 10 24,69 Steenslagverharding
x Aanduiding foto
moestuin moestuin
67,48 gras 30.82m gras
gras
gras 9 gras
8 gras
7 3.00m
10,99 fietsenstalling 2 personeel opslagruimte en terras met 81.86m koelcellen opbouw-zwembad 30,06
huis 2 62,03
15,94 15.95m
huis 2 - kortverblijf 8,95 gras 5 11,10 1 woonverblijf
12 6.00m Crijnemstraat 3 12,08 6 7.41m 6,71
30,10 4 gras binnenkoer terras
536l 35,17 19,91
7,70 9,11 11,79 2 huis 1
kortverblijf 12,27
19,11
15,56
8,00 19.17m 5,18
9,06 Nummer Voorwerp Status 9,42 4,42 1 Het verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 14/06/1993 huis 1 - kortverblijf 2 Het bouwen van woonverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 16/07/1996 5,35
85,98
6,29 bus 6.81m 5,01 2 1 2.93m grens
8,33
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig Repingenstraat profiel B-B' schaal 1/200
Uittreksel Gewestplan - 1/10.000 Uittreksel kadasterplan - 1/1.2000
profiel A-A' schaal 1/200
grens
grens
Repingenstraat 9.25m 8.19m Provincie: VLAAMS - BRABANT Aanvraag voor een planologisch gras huis 1 - kortverblijf woonverblijf ?? Gemeente: GALMAARDEN attest van het bedrijf De Okkernoot
Opgemaakt op: september 2019 39.45m 35.18m 15.84m 30.00m 6.31m VZW DE OKKERNOOT 126.78m Repingestraat 12 1570 Vollezele
BESTAANDE TOESTAND T 05 456 74 53 JURIDISCHE TOESTAND ONTWERP - KT ONTWERP - MLT ONTWERP - LT Ontwerp schaal 1/200 Legende
Site
Bestaand gebouw
Nieuwbouw
Te verbouwen
Circulatieruimte
21,26 Parking
Binnenruimte, koeren, moestuin en groen
83,06 Groenbuffer
Boom
9,56 Circulatie
7,89 6,00
17,70 grens 2.28m 3.29m
11.40m 14,68 24,69
67,48 30.82m
32 pp
42,32 kortverblijf nieuwbouw
42.32m 3.00m 6,34
9.78m 10,99
81.86m 30,06
burelen 12,62
huis 2 62,03
15,94 15.95m 12.67m
huis 2 - kortverblijf 8,95
11,10 woonverblijf
6,00 6.00m
12,08 7.41m 6,71
30,10
35,17 19,91
7,70 9,11 11,79 huis 1
kortverblijf 12,27
19,11
15,56
19.17m 5,18
9,06 Nummer Voorwerp Status 9,42 4,42 1 Het verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 14/06/1993 huis 1 - kortverblijf 2 Het bouwen van woonverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 16/07/1996 5,35
85,98
6,29 6.81m 5,01 2.93m grens
8,33 Repingenstraat profiel B-B' schaal 1/200
profiel A-A' schaal 1/200
grens
grens 9.32m Repingenstraat 9.25m 8.19m Provincie: VLAAMS - BRABANT Aanvraag voor een planologisch parking nieuwbouw verbouwing woonverblijf
11.47m Gemeente: GALMAARDEN attest van het bedrijf De Okkernoot
Opgemaakt op: september 2019
14.68m 2.00m 6.34m VZW DE OKKERNOOT Repingestraat 12 16.43m 23.02m 35.18m 15.84m 30.00m 6.31m 1570 Vollezele
BESTAANDE TOESTAND T 05 456 74 53 126.78m JURIDISCHE TOESTAND ONTWERP - KT ONTWERP - MLT ONTWERP - LT Ontwerp schaal 1/200 Legende
Site
Bestaand gebouw
Nieuwbouw
Circulatieruimte
Parking
21,26 Binnenruimte, koeren, moestuin en groen
Groenbuffer
83,06 Boom
Circulatie
9,56
7,89 6,00
17,70
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig grens 2.28m
30,00 3.29m
6.25m 8,00
14,68 24,69
multifunctionele zaal 16.00m
16,00 multifunctionele zaal
67,48
30.82m 11.40m 32 pp
42,32 kortverblijf kortverlijf
42.32m 3.00m 6,34
9.78m 10,99
81.86m 30,06
burelen 12,62
huis 2 62,03 burelen
15,94 15.95m 12.67m
huis 2 - kortverblijf 8,95
11,10 woonverblijf
6,00 6.00m Crijnemstraat 12,08 7.41m 6,71
30,10
35,17 19,91
7,70 9,11 11,79 huis 1
kortverblijf 12,27
19,11
15,56
19.17m 5,18 burelen 9,06 Nummer Voorwerp Status 9,42 4,42 1 Het verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 14/06/1993
2 Het bouwen van woonverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 16/07/1996 5,35
85,98
6,29 6.81m 5,01 2.93m grens
8,33
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig Repingenstraat profiel B-B' schaal 1/200
profiel A-A' schaal 1/200
multifunctionele zaal
grens
grens 9.32m Repingenstraat 9.25m 8.19m Provincie: VLAAMS - BRABANT Aanvraag voor een planologisch parking kortverblijf burelen burelen woonverblijf
11.47m Gemeente: GALMAARDEN attest van het bedrijf De Okkernoot
Opgemaakt op: september 2019
14.68m 2.00m 6.34m VZW DE OKKERNOOT Repingestraat 12 16.43m 23.02m 35.18m 15.84m 30.00m 6.31m 1570 Vollezele
BESTAANDE TOESTAND T 05 456 74 53 126.78m JURIDISCHE TOESTAND ONTWERP - KT ONTWERP - MLT ONTWERP - LT Ontwerp schaal 1/200 Legende
Site
Bestaand gebouw
Nieuwbouw
Circulatieruimte
Parking
Binnenruimte, koeren, moestuin en groen 21,27 Groenbuffer
83,06 Boom
Circulatie
9,56
7,89 6,00
17,70
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig grens 2.28m
30,00 3.29m
6.25m 8,00
14,68 24,69
multifunctionele zaal 16.00m
16,00 multifunctionele zaal
67,48 11.40m 32 pp
42,32 kortverblijf kortverlijf 47.04m 42.32m
6,34
9.78m 81.86m
burelen 12,62
62,03 12.67m burelen
14,65
6,00 Crijnemstraat 4.61m
21,15
6,71
woonverblijf
14,68
11,79 14.55m 56,97 woonverblijf
5,18 9.30m Nummer Voorwerp Status
4,42 1 Het verbouwen hoeve tot dagverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 14/06/1993
2 Het bouwen van woonverblijf voor autisten goedgekeurd dd. 16/07/1996 5,35
10.09m 85,98 6,29
5,01 grens
8,33
Repingenstraat - alle nutsleidingen aanwezig Repingenstraat profiel B-B' schaal 1/200
profiel A-A' schaal 1/200
grens multifunctionele zaal
11.42m grens
Repingenstraat 9.32m Provincie: VLAAMS - BRABANT Aanvraag voor een planologisch parking kortverblijf burelen woonverblijf
11.47m Gemeente: GALMAARDEN attest van het bedrijf De Okkernoot
Opgemaakt op: september 2019
14.68m 2.00m 6.34m VZW DE OKKERNOOT Repingestraat 12 16.43m 23.02m 8.76m 63.15m 15.42m 1570 Vollezele
BESTAANDE TOESTAND T 05 456 74 53 126.78m JURIDISCHE TOESTAND ONTWERP - KT ONTWERP - MLT ONTWERP - LT Planologisch attest De Okkernoot
10 BIJLAGEN
• Kadastrale gegevens • Overzicht vestigingen • Fotoreportage • Stedenbouwkundige vergunning • Milieumelding • MER-screening
612001 │ december 2019 63│70 Planologisch attest De Okkernoot
10.1 Kadastrale gegevens
• Uittreksel kadastraal plan • Lijst eigendomsgegevens
612001 │ december 2019 64│70 Uittreksel kadastraal plan
Gecentreerd op: GALMAARDEN 2 AFD/VOLLEZELE/ Meest recente toestand Schaal: 1/1250
© 04/09/2019 - De AAPD is de auteur van het kadastraal percelenplan en de producent van de databank waarin deze gegevens zijn opgenomen en geniet de intellectuele eigendomsrechten opgenomen in de Auteurswet en de
Databankenwet. Vanaf 01/01/2018 worden de gebouwen op het kadastraal percelenplan geleidelijk vervangen door een dataset beheerd door de gewesten. De AAPD zal dan niet langer verantwoordelijk zijn voor de voorstelling van de gebouwen op het kadastraal percelenplan.
Planologisch attest De Okkernoot
10.2 Overzicht vestigingen
612001 │ december 2019 65│70 Vestigingen De Okkernoot
Denderwindeke
Vollezele
Halle
© 2019 Microsoft Corporation © 2019 HERE Planologisch attest De Okkernoot
10.3 Fotoreportage
Foto 1 Foto 2
Foto 3 Foto 4
Foto 5 Foto 6
612001 │ december 2019 66│70 Planologisch attest De Okkernoot
Foto 7 Foto 8
Foto 9 Foto 10
Foto 11 Foto 12
612001 │ december 2019 67│70 Planologisch attest De Okkernoot
10.4 Stedenbouwkundige vergunning
612001 │ december 2019 68│70
Planologisch attest De Okkernoot
10.5 Milieumelding
612001 │ december 2019 69│70
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de OV-07-180905 exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u een melding verrichten voor de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen. Bij de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit kunt u met dit formulier een melding verrichten voor: - de exploitatie van een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 3; - een verandering van een al eerder gemelde ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 3 blijft; - de exploitatie van een niet-ingedeelde inrichting of activiteit die meldingsplichtig is geworden door een aanvulling of wijziging van de indelingslijst. U kunt met dit formulier ook een melding verrichten voor combinaties van de bovenstaande mogelijkheden.
De regelgeving bepaalt dat volgende meldingen digitaal moeten worden ingediend: meldingen met betrekking tot: - Vlaamse projecten; - provinciale projecten; - - projecten die niet zijn vrijgesteld van de medewerking van een architect.
In afwijking hierop mogen deze meldingen analoog of digitaal worden ingediend als deze met toepassing van de geldende taalwetgeving in het Frans mogen worden ingediend (in faciliteitengemeenten).
Als een melding digitaal moet worden ingediend (via www.omgevingsloket.be) dan moet het analoog formulier niet worden ingevuld.
Hoe vult u dit formulier in? De melding bestaat uit: - een hoofdformulier: dit meldingsformulier; - een nevenformulier: de addenda. Als de melding betrekking heeft op stedenbouwkundige handelingen op verschillende locaties, beantwoordt u de vragen van onderdeel 2, 5, 6, 8, 9 en 10 voor elke locatie. Als de melding betrekking heeft op verschillende ingedeelde inrichtingen of activiteiten, beantwoordt u de vragen van onderdeel 3, 4, 5, 7, 8 en 11 voor elke ingedeelde inrichting of activiteit. Bij sommige vragen wordt u doorverwezen naar addenda waar u een vraag moet beantwoorden of waar u gedetailleerde informatie krijgt over documenten die u bij het formulier moet voegen.
Waar vindt u meer informatie over dit formulier? Meer informatie over dit formulier vindt u in de toelichtingsbijlage. U kunt de toelichtingsbijlage downloaden op www.omgevingsloket.be.
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse overheid. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
1. Algemene projectgegevens
1.1 Vul de identificatiegegevens van het project in. projectnaam Melding ‘De Okkernoot’ Vollezele eigen referentie
1.2 Waarop heeft het project betrekking? U kunt een of meer hokjes aankruisen. Als het project elementen bevat die onderworpen zijn aan verschillende meldingsplichten en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, wordt de melding ingediend voor de aspecten in kwestie gezamenlijk de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen. Vul hiervoor onderdeel 2 in.
de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit. Vul hiervoor onderdeel 3 in.
1.3 Teken het situeringsplan volgens de richtlijnen, vermeld in addendum A1, en voeg het als bijlage A1 bij dit formulier.
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 2 van 18
2. Gegevens van de stedenbouwkundige handelingen
U vult dit onderdeel in als uw aanvraag betrekking heeft op de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen.
2.1 Welke stedenbouwkundige handelingen wil u melden? De stedenbouwkundige handelingen die gemeld kunnen worden zijn opgesomd in enerzijds de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en anderzijds het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 16 juli 2010. De mogelijkheden worden hieronder bondig samengevat. a) ondergeschikte wooneenheid: het maken van een ondergeschikte wooneenheid binnen het bestaande bouwvolume
zorgwonen: het maken van een ondergeschikte wooneenheid binnen het bestaande bouwvolume van de woning. Zorgwonen betreft een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden : a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd, b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid, c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning, d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van : 1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is 2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon hulpbehoevend is, zijnde een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een tenlasteneming door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede een persoon met een nood aan ondersteuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven, 3) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid, e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.
Vul voor elk gebouw addendum B39 in en voeg het als bijlage B39 bij dit formulier. de tijdelijke (maximaal 3 jaar per goed) creatie van een ondergeschikte wooneenheid met het oog op het huisvesten van hetzij asielzoekers en vluchtelingen, hetzij burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden (BVR artikel 5/1, §1). Vul voor elk gebouw addendum B39 in en voeg het als bijlage B39 bij dit formulier. b) de beëindiging van het maken van een ondergeschikte wooneenheid
c) handelingen met stabiliteitswerken, waarbij - noch een vergunningsplichtige functiewijziging wordt doorgevoerd, noch het aantal woongelegenheden wordt gewijzigd, - en het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte ongewijzigd blijven. binnen in gebouwen (BVR artikel 2). Vul voor elk gebouw addendum B17 in en voeg het als bijlage B17 bij dit formulier. aan zijgevels, achtergevels en daken van gebouwen (BVR artikel 3). Vul voor elk gebouw addendum B17 in en voeg het als bijlage B17 bij dit formulier. d) de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de woning, waarbij - noch een vergunningsplichtige functiewijziging wordt doorgevoerd, noch het aantal woongelegenheden wordt gewijzigd, - en de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen maximaal 40 vierkante meter bedraagt - en de gebouwen geplaatst worden in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen - en de hoogte beperkt is tot 4 meter. Ook mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet. (BVR artikel 4). Vul voor elk bijgebouw addendum B38 in en voeg het als bijlage B38 bij dit formulier.
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 3 van 18 e) handelingen in zeehavengebied.
constructies (niet zijnde verhardingen of gebouwen) in zeehavengebied (BVR artikel 5, §1). Vul voor elke constructie addendum B35 in en voeg het als bijlage B35 bij dit formulier. verhardingen in zeehavengebied (BVR artikel 5, §2). Vul voor elke verharding addendum B36 in en voeg het als bijlage B36 bij dit formulier. gebouwen in zeehavengebied (BVR artikel 5, §3). Vul voor voor elk gebouw addendum B37 in en voeg het als bijlage B37 bij dit formulier.
f) het tijdelijk plaatsen van verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt en het tijdelijk plaatsen van verplaatsbare constructies die aan deze bewoning aanverwante functies herbergen, door of in opdracht van de overheid, met het oog op het huisvesten van hetzij asielzoekers en vluchtelingen hetzij burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden (BVR artikel 5/2). Vul de volgende gegevens in. m2 totale oppervlakte van de verplaatsbare constructies aantal verplaatsbare constructies
g) andere handelingen, die enkel meldingsplichtig zijn op grond van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening
handelingen aan bijgebouwen. Vul addendum B18 in en voeg het als bijlage B18 bij dit formulier
niet overdekte lage constructies. Vul addendum B19 in en voeg het als bijlage B19 bij dit formulier
andere handelingen op en rond het gebouw. Dit kunnen onder meer zijn: de plaatsing van zonnepanelen of zonneboilers, schotelantennes, kleine windturbines, airco's, stacaravans of kleine tuinconstructies, of de opslag van materialen.Vul addendum B21 in en voeg het als bijlage B21 bij dit formulier handelingen aan gevels en daken van gebouwen. Vul addendum B17 in en voeg het als bijlage B17 bij dit formulier
handelingen binnen in gebouwen. Vul addendum B17 in en voeg het als bijlage B17 bij dit formulier
vellen van bomen of reliëfwijzigingen. Vul addendum B20 in en voeg het als bijlage B20 bij dit formulier
2.2 Bent u al begonnen met de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen die u nu meldt?
Ja, er is geen proces-verbaal opgesteld.
Ja, er is een proces-verbaal opgesteld. Vul de gegevens in van het proces-verbaal. datum dag maand jaar opsteller
Ja, er is een rechterlijke uitspraak gedaan. Vul de gegevens in van de rechterlijke uitspraak. datum dag maand jaar opsteller
nee
2.3 Waarop heeft uw dossier betrekking? Op basis van deze vraag wordt bepaald of de hemelwaterverordening van toepassing is. U kunt een of meer hokjes aankruisen. de bouw, herbouw of uitbreiding van overdekte constructies waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 m². Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier. de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 m². Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier. de aanleg van een afwatering voor de constructies of de verhardingen, vermeld bij de twee bovenstaande aankruishokjes, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde. Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier. geen van de bovenstaande mogelijkheden
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 4 van 18 2.4 Voeg de plannen en de documenten over de stedenbouwkundige handelingen bij dit formulier. Maak het dossier op volgens het van toepassing zijnde normenboek, dat de Vlaamse administratie ter beschikking stelt. Voeg de plannen en documenten als bijlage B27.X bij dit formulier, waarbij u de X invult overeenkomstig het normenboek.
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 5 van 18
3. Gegevens van de ingedeelde inrichting of activiteit
U vult dit onderdeel in voor de exploitatie van elke ingedeelde inrichting of activiteit waarop uw melding betrekking heeft.
3.1 Geef een korte, niet-technische omschrijving van het voorwerp van de melding in een document dat u als bijlage C1 bij dit formulier voegt.
3.2 Waar ligt de ingedeelde inrichting of activiteit, of waar is ze gepland? Als de ingedeelde inrichting of activiteit geen adres heeft, beschrijft u de ligging in een document dat u als bijlage C2 bij dit formulier voegt. Het inrichtingsnummer hoeft u alleen in te vullen als de ingedeelde inrichting of activiteit al over een inrichtingsnummer beschikt. straat en nummer Repingestraat 12 postnummer en gemeente 1570 Vollezele inrichtingsnummer
3.3 Kruis aan waarop de melding betrekking heeft.
de melding van een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 3
de melding van een verandering van een al eerder gemelde ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering ingedeeld blijft als inrichting of activiteit van klasse 3 de melding van een niet-ingedeelde inrichting of activiteit die meldingsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst
3.4 Welke indelingsrubrieken zijn van toepassing op de ingedeelde inrichting of activiteit? Vul hiervoor de tabel, vermeld in addendum C4A, in. Voeg de tabel als bijlage C4 bij dit formulier.
3.5 Als de melding betrekking heeft op een of meer van de indelingsrubrieken en omschrijvingen uit de onderstaande tabel, voegt u de gegevens die gevraagd worden in het bijbehorende addendum, als bijlage bij dit formulier. U hoeft alleen de vragen te beantwoorden die gekenmerkt zijn met een 3. Nummer de bijlagen zoals aangegeven in deel 8 van dit formulier.
indelingsrubriek omschrijving van de inrichting of activiteit addendum 2.2 of 2.3 of 2.4 verwerking van afvalstoffen R2A 3 lozing van afvalwater en koelwater R3 3.2 of 3.6.1 lozing van huishoudelijk afvalwater R3A 3.4 of 3.6.3 of 3.6.6 lozing van bedrijfsafvalwater R3B of 3.6.7 9.8 pelsdieren R9 en R9D 20.1.6 windturbines R20.1.6 31 stationaire motoren R43 43 stookinstallaties R43
53 grondwaterwinning R53 55 boringen R55
3.6 Teken het uitvoeringsplan voor de ingedeelde inrichting of activiteit volgens de richtlijnen in addendum C8B. Voeg het uitvoeringsplan als bijlage C8B bij dit formulier.
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 6 van 18 3.7 Worden er stoffen vervaardigd of gebruikt die aan autorisatie of beperkingen volgens de REACH-Verordening onderworpen zijn? ja. Vul addendum C9 in en voeg het als bijlage C9 bij dit formulier.
nee
3.8 Vraagt u een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden uit de meldingsakte?
ja. Vul addendum Q1 in en voeg het als bijlage Q1 bij dit formulier.
nee
3.9 Vraagt u een bijstelling van de milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene of sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM? U kunt de bijstelling alleen vragen als die mogelijkheid expliciet is opgenomen in het desbetreffende artikel. ja. Vul addendum Q2 in en voeg het als bijlage Q2 bij dit formulier.
nee
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 7 van 18
4. Relevante potentiële effecten van de melding op de omgeving (mens en milieu)
4.1 Als de melding betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, beschrijf dan de relevante potentiële effecten van de melding op de omgeving in een document dat u als bijlage E bij dit formulier voegt. Er kunnen relevante potentiële effecten zijn op gebied van onder meer mobiliteit, bodem, watersysteem, luchtkwaliteit, geluid en trillingen, biodiversiteit, zware ongevallen of rampen, onroerend erfgoed, licht of stralingen en afvalstoffen. Mogelijk zijn er relevante cumulatieve effecten met andere projecten. Geef ook aan welke milderende maatregelen genomen zullen worden om geen effecten te veroorzaken.
Volgende informatie vervangt de bijlage E.
Watersysteem De lozing van huishoudelijk afvalwater. De lozing vindt plaats in centraal gebied. Er zijn dan ook geen specifieke maatregelen nodig.
Geluid en trillingen De koelinstallaties zijn potentiële geluidsbronnen. Het beperkte vermogen en de plaatsing binnen de gebouwen zijn van die aard dat naar de omgeving toe geen geluidshinder wordt veroorzaakt.
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 8 van 18
5. Gegevens over de procedure
5.1 Heeft de melding betrekking op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit en wilt u dat bepaalde gegevens uit de melding niet openbaar worden gemaakt? Als u bepaalde gegevens niet openbaar wilt maken, voegt u een motivering bij dit formulier. ja. Neem die gegevens en de bijbehorende motivering op in een document dat u als bijlage F1 bij dit formulier voegt.
nee
5.2 Als er een dossiertaks betaald moet worden, voegt u het betalingsbewijs als bijlage F2 bij dit formulier.
5.3 Wilt u per e-mail gecontacteerd worden over de procedure? De communicatie betreft onder meer het versturen van de aktename. ja. Geef uw e-mailadres. e-mailadres [email protected]
nee. Vul uw adresgegevens in. straat en nummer postnummer en gemeente land
5.4 Heeft de melding betrekking op een ingedeelde inrichting of activiteit die over een comité voor preventie en bescherming op het werk beschikt? ja. Wilt u dat de beslissing per e-mail wordt bezorgd aan het comité voor preventie en bescherming op het werk?
ja. Geef het e-mailadres.
nee. Vul de adresgegevens in. straat en nummer postnummer en gemeente land
nee
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 9 van 18
6. Gegevens van de personen die betrokken zijn bij de stedenbouwkundige handelingen
6.1 Kruis aan wat van toepassing is. Neem de gegevens van eventuele medemelders op in addendum G1 en voeg het als bijlage G1 bij dit formulier. De melder is een natuurlijk persoon. Ga naar vraag 6.2.
De melder is een rechtspersoon. Ga naar vraag 6.3.
6.2 Vul de gegevens in van de melder van de stedenbouwkundige handelingen. Als de melder geen rijksregisternummer heeft, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. Als u deze vraag beantwoord hebt, gaat u naar vraag 6.5. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam achternaam rijksregisternummer
6.3 Vul de gegevens in van de melder van de stedenbouwkundige handelingen. Als de melder een buitenlandse onderneming of een onderneming in oprichting is, hoeft u het ondernemingsnummer niet in te vullen. naam rechtsvorm ondernemingsnummer . .
6.4 Vul de gegevens in van de persoon die voor de rechtspersoon optreedt. Als de persoon die voor de rechtspersoon optreedt geen rijksregisternummer heeft, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam achternaam rijksregisternummer
6.5 Vul de gegevens in van de contactpersoon voor informatie over de stedenbouwkundige handelingen. U hoeft deze gegevens alleen in te vullen als het een andere persoon betreft dan de architect. straat en nummer postnummer en gemeente land telefoon- of gsm-nummer e-mailadres
6.6 Vul de gegevens in van de architect die belast is met de opmaak van de plannen. U hoeft deze gegevens alleen in te vullen als voor de melding de medewerking van een architect vereist is. Neem de gegevens van eventuele medearchitecten op in addendum G2 en voeg het als bijlage G2 bij dit formulier. Als de architect een buitenlander is, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam achternaam
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 10 van 18 rijksregisternummer
6.7 Vul de gegevens in van de rechtspersoon waartoe de architect behoort. U hoeft deze vraag alleen in te vullen als de architect dit formulier ondertekent in naam van een rechtspersoon. Als de architect behoort tot een buitenlandse onderneming of een onderneming in oprichting, hoeft u het ondernemingsnummer niet in te vullen. naam rechtsvorm ondernemingsnummer . .
6.8 Vul de contactgegevens in van de architect. Een kopie van de beslissing wordt gestuurd naar het adres dat u hieronder vermeldt. straat en nummer postnummer en gemeente land telefoon- of gsm-nummer e-mailadres
6.9 Vul de gegevens in van de architect die belast is met het toezicht. U hoeft deze gegevens alleen in te vullen als voor de melding de medewerking van een architect vereist is en als de gegevens verschillen van de gegevens in vraag 6.6. Als de architect een buitenlander is, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam achternaam rijksregisternummer
6.10 Vul de gegevens in van de rechtspersoon waartoe de architect die belast is met het toezicht, behoort. Als de architect behoort tot een buitenlandse onderneming of een onderneming in oprichting, hoeft u het ondernemingsnummer niet in te vullen. naam rechtsvorm ondernemingsnummer . .
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 11 van 18
7. Gegevens van de personen die betrokken zijn bij de ingedeelde inrichting of activiteit
7.1 Kruis aan wat van toepassing is. Als de exploitant dezelfde persoon is als de melder van stedenbouwkundige handelingen, moeten de gegevens die reeds bij onderdeel 6 zijn opgegeven, hieronder niet opnieuw worden ingevuld. Als er mede-exploitanten zijn, voeg dan de gegevens die gevraagd worden in addendum H1 als bijlage H1 bij dit formulier. De exploitant is een natuurlijk persoon. Ga naar vraag 7.2.
De exploitant is een rechtspersoon. Ga naar vraag 7.3.
7.2 Vul de gegevens in van de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Als de exploitant geen rijksregisternummer heeft, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. Als u deze vraag beantwoord hebt, gaat u naar vraag 7.5. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam achternaam rijksregisternummer
7.3 Vul de gegevens in van de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Als de exploitant een buitenlandse onderneming of een onderneming in oprichting is, hoeft u het ondernemingsnummer niet in te vullen. naam Wonen en Werken voor Personen met Autisme rechtsvorm vzw ondernemingsnummer 443 . 397 . 688
7.4 Vul de gegevens in van de persoon die voor de rechtspersoon optreedt. Als de persoon die voor de rechtspersoon optreedt geen rijksregisternummer heeft, hoeft u het rijksregisternummer niet in te vullen. aanspreektitel de heer mevrouw voornaam Patricia achternaam Hamelrijck rijksregisternummer 561120 174 91
7.5 Vul de contactgegevens in van de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. straat en nummer Repingestraat 12 postnummer en gemeente 1570 Galmaarden land België telefoon- of gsm-nummer 054 56 74 53 e-mailadres [email protected]
7.6 Vul de gegevens in van de contactpersoon voor informatie over de ingedeelde inrichting of activiteit.
aanspreektitel de heer mevrouw voornaam Patricia achternaam Hamelrijck
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 12 van 18 functie Algemeen directeur telefoon- of gsm-nummer 054 56 74 53 e-mailadres [email protected]
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 13 van 18
8. Overzichtslijst van de bijlagen
8.1 Kruis de bijlagen aan die u bij dit formulier voegt.
bijlage A1: situeringsplan
bijlage B17: verbouwen van gevels en daken en inwendige renovatiewerken
bijlage B18: bijgebouwen
bijlage B19: niet-overdekte lage constructies bij een gebouw
bijlage B20: vellen van bomen en terreinaanlegwerken
bijlage B21: andere handelingen (vrijgesteld van de medewerking van een architect)
bijlage B25: aanstiplijst hemelwater
bijlage B27.X: plannen en documenten voor de stedenbouwkundige handelingen
bijlage B35: melding constructies in zeehavengebied
bijlage B36: melding verhardingen in zeehavengebied
bijlage B37: melding gebouwen in zeehavengebied
bijlage B38: melding bijgebouwen aangebouwd aan de woning
bijlage B39: melding ondergeschikte wooneenheid
bijlage C1: korte, niet-technische omschrijving van het voorwerp van de aanvraag
bijlage C2: ligging van de ingedeelde inrichting of activiteit
bijlage C4: indelingsrubrieken van de ingedeelde inrichting of activiteit
bijlage C8B: uitvoeringsplan van een ingedeelde inrichting of activiteit die louter als klasse 3 is ingedeeld
bijlage C9: stoffen op de autorisatielijst of met gebruiksbeperkingen volgens REACH
bijlage E: beschrijving van potentiële effecten op de omgeving
bijlage F1: vertrouwelijke informatie
bijlage F2: bewijs van betaling van dossiertaks
bijlage G1: gegevens over de medeaanvrager
bijlage G2: gegevens over de medearchitect die de plannen opmaakt
bijlage H1: gegevens van de mede-exploitant
bijlage I1: bewijs van inschrijving in bijzonder register
bijlage I2: beslissing van de gouverneur
bijlage Q1: bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden uit de vergunning of meldingsakte
bijlage Q2: bijstelling van de milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene of sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM bijlage R2A: verwerking van afvalstoffen
bijlage R3: lozing van afvalwater en koelwater
bijlage R3A: lozing van huishoudelijk afvalwater
bijlage R3B: lozing van bedrijfsafvalwater
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 14 van 18 bijlage R9: dieren bijlage R9D: andere zoogdieren bijlage R20.1.6: windturbines bijlage R20.1.6bis: veiligheidsstudie bijlage R20.1.6ter: geluidsstudie bijlage R20.1.6quater: veiligheidsinformatieplan windturbines bijlage R43: stookinstallaties bijlage R53: grondwaterwinningen bijlage R55: boringen
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 15 van 18
9. Ondertekening door de melder van de stedenbouwkundige handelingen
9.1 Vul de onderstaande verklaring in. U hoeft de onderstaande verklaring alleen in te vullen als er stedenbouwkundige handelingen gemeld worden. Ik verklaar dat alle gegevens in dit formulier en in de bijgevoegde bijlagen correct en volledig zijn ingevuld. datum dag maand jaar
handtekening
voor- en achternaam
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 16 van 18
10. Ondertekening door de architect voor de stedenbouwkundige handelingen
10.1 Kruis aan wat van toepassing is. U hoeft de onderstaande verklaring alleen in te vullen als er stedenbouwkundige handelingen gemeld worden en voor die handelingen de medewerking van een architect vereist is. Ik zet op dit formulier het visum van de bevoegde raad van de Orde van Architecten. Dat visum bewijst dat ik ingeschreven ben in een tabel van de Orde van Architecten of in de lijst van de stagiairs, en dat ik gerechtigd ben om het beroep van architect uit te oefenen. Ik voeg bij dit formulier als bijlage I1 het bewijs van inschrijving in het bijzonder register van de provinciale raad van de Orde van Architecten, vermeld in artikel 8, tweede en derde lid, van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een Orde van Architecten. Ik voeg bij dit formulier als bijlage I2 de beslissing van de gouverneur, vermeld in artikel 4, tweede lid, van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect.
10.2 Vul de onderstaande verklaring in.
Ik verklaar dat alle gegevens in dit formulier en in de bijgevoegde bijlagen correct en volledig zijn ingevuld.
Zet in het vak hiernaast eventueel het visum van de Orde van Architecten.
datum dag maand jaar
handtekening voor- en achternaam
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 17 van 18
11. Ondertekening door de exploitant bij de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit
11.1 Vul de onderstaande verklaring in. U hoeft deze verklaring alleen in te vullen als u de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit meldt. Als de exploitant dezelfde persoon is als de aanvrager, vermeld in vraag 9.1, hoeft u deze verklaring niet in te vullen. Ik verklaar dat alle gegevens in dit formulier en in de bijgevoegde bijlagen correct en volledig zijn ingevuld. datum 21 11 2018 dag maand jaar
handtekening
voor- en achternaam Patricia Hamelrijck
Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit - pagina 18 van 18 Planologisch attest De Okkernoot
10.6 MER-screening
• lijst met aan te schrijven adviesinstanties • adviezen van de verschillende instanties • nota aan Team MER met behandeling van de adviezen • besluit dienst MER
612001 │ december 2019 70│70
Lijst adviesinstanties voor SCRPL19033 volgens het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s van 12-10-2007
Relevante gemeente(s) emailadres: door de initiatiefnemer na te vragen bij de gemeente Provinciebestuur Vlaams- Dienst Ruimtelijke Provincieplein 1 3010 Leuven [email protected] Brabant Ordening Departement Omgeving – VAC Diestsepoort 6 bus 3000 Leuven [email protected] Omgevingsplanning - Vlaams- 91 Brabant Departement Landbouw en Afdeling Dienst Omgeving Diestsepoort 6 bus 3000 Leuven [email protected] Visserij Beleidscoördinatie en Vlaams-Brabant 101 Omgeving Agentschap Wegen en Verkeer Buitendienst Vlaams- VAC Diestsepoort 6 bus 3000 Leuven [email protected] Brabant 81
1/1
D+A Meiboom 26 Vlaamse overheid 1500 HALLE Afdeling Gebiedsontwikkeling, België Omgevingsplanning en -projecten
Diestsepoort 6, bus 91
3000 Leuven T 016/66 58 50 www.omgeving.be
uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 15 oktober 2019 612001_Y126 2.84/23023/102.1 vragen naar/e-mail telefoonnummer datum Chris De Groot 02/553.03.00 Zie datum [email protected] digitale ondertekening
Betreft: Adviesvraag plan-m.e.r.-screeningsnota De Okkernoot te Galmaarden
Geachte,
De adviesvraag op de plan MER screeningsnota werd door het departement Omgeving ontvangen op 15/10/2019.
In toepassing van artikel 4.2.5 van het decreet van 27 april 2007 inzake de milieueffectrapportage over plannen en programma’s en van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, vindt u hierbij het advies van het departement in verband met de ingeschatte effecten op de ruimtelijke ordening.
De screeningnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening.
Dit advies vervangt geenszins het advies van het departement Omgeving in toepassing van artikel 4.4.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bij het indienen van de aanvraag tot planologisch attest dient een volledig inzicht gegeven in de vergunningstoestand van de site zowel wat betreft de bebouwing als de verhardingen (met o.a. duidelijke plannen bij de eventueel verleende vergunningen, …).
Hoogachtend,
Peter David Directiehoofd Omgevingsplanning
pagina 1 van 1
Vlaamse Overheid D+A Consult nv ABCO - OMGEVING - VLAAMS-BRABANT T.a.v. de heer Andreas De Mesmaeker Diestsepoort 6 bus 101 Meiboom 26 3000 LEUVEN 1500 Halle T 016 66 61 31 F 016 66 61 01 www.vlaanderen.be [email protected]
uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 15/10/2019 2019_005230_v1 vragen naar/e-mail telefoonnummer datum Jos Schoofs +32492342682 7 november 2019 [email protected]
Onderwerp: - Advies vanuit landbouwkundig standpunt bij de mer-screening i.h.k.v. het “Planologisch attest De Okkernoot”. - Aanvrager: vzw De Okkernoot, Repingestraat 12, 1570 Galmaarden. - Bouwplaats: Galmaarden, 2de Afd., Sectie B, Nr. 536L.
Geachte heer,
Het Departement Landbouw en Visserij heeft de in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een voorwaardelijk gunstig advies bij.
Het projectgebied omvat een perceel van ongeveer 1 ha in herbevestigd agrarisch gebied. In het westen en zuiden is het ingesloten door wegenis, in het oosten door een professioneel landbouwbedrijf en in het noorden door een zonevreemd bebouwd en vertuind perceel en tuinaanlegbedrijf.
Vanuit agrarisch oogpunt worden er van de plannen op korte, middellange en lange termijn geen negatieve milieueffecten verwacht op voorwaarde dat de opvang en verwerking van het hemelwater en de vereisten op het vlak van groene buffering binnen het plangebied zelf gebeuren zodat de aanliggende percelen er geen nadelige invloed van kunnen ondervinden.
Hoogachtend,
Jos Schoofs Beleidsondersteuner Ruimte
Pagina 1 van 1
NOTA BEHANDELING ADVIEZEN MER- SCREENING – PLANOLOGISCH ATTEST DE OKKERNOOT
Dossiernummer: SCRPL19033
1 AANGESCHREVEN INSTANTIES – VERZOEK TOT RAADPLEGING
In het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door Team MER volgende instanties geraadpleegd:
• Gemeentebestuur Galmaarden • Provinciebestuur Vlaams-Brabant • Departement Omgeving • Departement Landbouw en Visserij – Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving • Agentschap Wegen en Verkeer – Buitendienst Vlaams-Brabant Er werd advies uitgebracht door de provincie Vlaams-Brabant, het departement Omgeving en het departement Landbouw en Visserij. Het gemeentebestuur Galmaarden en het Agentschap Wegen en Verkeer hebben geen advies uitgebracht binnen de opgestelde termijn. De adviezen en de lijst met de aan te schrijven instanties zoals aangeleverd door Team MER zijn opgenomen als bijlage bij het aanvraagdossier tot planologisch attest.
2 ADVIES VAN DE BETROKKEN INSTANTIES
In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor de aanvraag tot planologisch attest De Okkernoot hebben de aangeschreven instanties, volgens de lijst aangeleverd door Team MER, het ‘verzoek tot raadpleging’ doorgenomen en hun advies overgemaakt.
Alle adviezen stellen dat:
• er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden als gevolg van het plan; • het ‘onderzoek naar de significante milieueffecten’ op correcte wijze is gebeurd. Door het departement Landbouw en Visserij worden vanuit agrarisch oogpunt bijkomend enkele voorwaarden geformuleerd waaraan de aanvraag dient te voldoen, zodanig dat er geen negatieve milieueffecten optreden. Verder worden door de provincie Vlaams-Brabant en het departement Omgeving enkele opmerkingen geformuleerd die in rekening dienen genomen te worden bij de verdere uitwerking van het aanvraagdossier tot bekomen van het planologisch attest. Deze voorwaarden en opmerkingen worden hieronder behandeld.
612001 │ december 2019 1│2 Geachte,
Op 15 oktober 2019 werd een verzoek tot raadpleging verzonden aan uw diensten in het kader van het onderzoek tot milieurapportage voor de aanvraag tot planologisch attest De Okkernoot te Galmaarden.
De decretaal voorziene termijn van 30 dagen voor het uitbrengen van advies is ondertussen verstreken. Wij willen u dan ook namens De Okkernoot herinneren aan dit verzoek tot raadpleging en hopen spoedig te vernemen of u over deze aanvraag tot planologisch attest advies wenst uit te brengen.
Indien we geen reactie ontvangen, zullen wij overgaan tot het verzenden van het dossier naar de dienst MER.
Met vriendelijke groeten,
Andreas De Mesmaeker Ruimtelijk planner Meiboom 26, 1500 Halle Tel: 02 363 89 10 GSM: 0475 57 08 58 E-mail: [email protected] www.da.be
Andreas De Mesmaeker
Aan: [email protected]
CC: Ann Lambrechts
dinsdag 15 oktober 2019 15:12
Geachte,
De Okkernoot (Galmaarden) maakt als initiatiefnemer een aanvraag tot planologisch attest op. Voor dit plan werd een screeningsnota opgesteld waarin werd onderzocht of dit plan mogelijk kan resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten. In naam van De Okkernoot maken wij u de screeningsnota over. Deze screening is terug te vinden via volgende link: https://we.tl/t-DhDM1SWta9
en bestaat uit een toelichtingsnota met geïntegreerde m.e.r.-screening en plannen van de bestaande toestand en van de gewenste ontwikkelingen op korte, middellange en lange termijn.
Als adviesinstantie heeft u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. Opmerkingen op het plan zelf dienen gegeven te worden tijdens het openbaar onderzoek over de aanvraag tot planologisch attest.
Indien u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of vraagt u om maatregelen op te nemen in het plan die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” negatief te beschouwen zijn.
Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden.
Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan- m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, moet er geen plan-MER opgemaakt worden. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er alsnog een plan-MER opgemaakt worden. Deze beslissing wordt gepubliceerd op de website www.mervlaanderen.be.
Gelieve ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze e-mail.
Wij hopen u hiermee van dienst te zijn en wensen u een goede ontvangst van deze documenten.
Zou het mogelijk zijn om de ontvangst van de documenten te bevestigen?
Met vriendelijke groeten,
Andreas De Mesmaeker Ruimtelijk planner Meiboom 26, 1500 Halle Tel: 02 363 89 10 GSM: 0475 57 08 58 E-mail: [email protected] www.da.be
Goede middag
De gemeente is in principe vergunningverlenende instantie zodat er op het voorontwerp van aanvraagdossier geen advies wordt gegeven.
Er zijn echter wel enkele opmerkingen geformuleerd. U vindt deze in bijlage.
Met vriendelijke groeten
Vincent Deschuyteneer
Omgevingsambtenaar
Gemeentebestuur Galmaarden
Marktplein 17, 1570 Galmaarden
tel nr. 054 89 04 30
https://www.galmaarden.be
Deze e-mail (en zijn bijlagen) kan persoonlijke of vertrouwelijke informatie bevatten. Indien u deze e- mail per vergissing zou ontvangen, vragen wij u ons onmiddellijk te verwittigen per telefoon of e-mail
en hem te vernietigen zonder hem kenbaar te hebben gemaakt aan enige derde. De inhoud van de e- mails en de toegevoegde bestanden zijn afkomstig van de auteur en verbinden de gemeente Galmaarden niet, tenzij dit bevestigd wordt door een geldig ondertekend document van de gemeente Galmaarden.
Andreas De Mesmaeker [mailto:[email protected]]
Aan: Vincent Deschuyteneer
CC: Ann Lambrechts; 612001_Vollezele - Planololgisch attest De Okkernoot
dinsdag 5 november 2019 13:38 Geachte,
Op 15 oktober 2019 werd een verzoek tot raadpleging verzonden aan uw diensten in het kader van het onderzoek tot milieurapportage voor de aanvraag tot planologisch attest De Okkernoot te Galmaarden.
De decretaal voorziene termijn van 30 dagen voor het uitbrengen van advies is ondertussen verstreken. Wij willen u dan ook namens De Okkernoot herinneren aan dit verzoek tot raadpleging en hopen spoedig te vernemen of u over deze aanvraag tot planologisch attest advies wenst uit te brengen.
Indien we geen reactie ontvangen, zullen wij overgaan tot het verzenden van het dossier naar de dienst MER.
Met vriendelijke groeten, Andreas De Mesmaeker Ruimtelijk planner Meiboom 26, 1500 Halle Tel: 02 363 89 10 GSM: 0475 57 08 58 E-mail: [email protected] www.da.be
Andreas De Mesmaeker
Aan: Vincent Deschuyteneer
CC: Ann Lambrechts
Geachte,
De Okkernoot (Galmaarden) maakt als initiatiefnemer een aanvraag tot planologisch attest op. Voor dit plan werd een screeningsnota opgesteld waarin werd onderzocht of dit plan mogelijk kan resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten. In naam van De Okkernoot maken wij u de screeningsnota over. Deze screening is terug te vinden via volgende link: https://we.tl/t-DhDM1SWta9 en bestaat uit een toelichtingsnota met geïntegreerde m.e.r.-screening en plannen van de bestaande toestand en van de gewenste ontwikkelingen op korte, middellange en lange termijn.
Als adviesinstantie heeft u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren.
Opmerkingen op het plan zelf dienen gegeven te worden tijdens het openbaar onderzoek over de aanvraag tot planologisch attest.
Indien u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of vraagt u om maatregelen op te nemen in het plan die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als “aanzienlijk” negatief te beschouwen zijn.
Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden.
Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan- m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, moet er geen plan-MER opgemaakt worden. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er alsnog een plan-MER opgemaakt worden. Deze beslissing wordt gepubliceerd op de website www.mervlaanderen.be.
Gelieve ons uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze e-mail.
Wij hopen u hiermee van dienst te zijn en wensen u een goede ontvangst van deze documenten.
Zou het mogelijk zijn om de ontvangst van de documenten te bevestigen?
Met vriendelijke groeten,
Andreas De Mesmaeker Ruimtelijk planner Meiboom 26, 1500 Halle Tel: 02 363 89 10 GSM: 0475 57 08 58 E-mail: [email protected] www.da.be
nota behandeling adviezen MER-screening – PA De Okkernoot
Provincie Vlaams-Brabant
De provincie Vlaams-Brabant leverde op 5 november 2019 een gunstig advies met volgende opmerking:
Een inhoudelijke beoordeling van het planologisch attest maakt onderwerp uit van het besluitvormingsproces beschreven in artikel 4.4.24 tot en met artikel 4.4.29 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Departement Omgeving
Het departement Omgeving leverde op 24 oktober 2019 een gunstig advies met volgende opmerking:
Dit advies vervangt geenszins het advies van het departement Omgeving in toepassing van artikel 4.4.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Bij het indienen van de aanvraag tot planologisch attest dient een volledig inzicht gegeven in de vergunningstoestand van de site zowel wat betreft de bebouwing als de verhardingen (met o.a. duidelijke plannen bij de eventueel verleende vergunningen, …).
Departement Landbouw en Visserij
Het departement gaf op 7 november 2019 een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarde:
Vanuit agrarisch oogpunt worden er van de plannen op korte, middellange en lange termijn geen negatieve milieueffecten verwacht op voorwaarde dat de opvang en verwerking van het hemelwater en de vereisten op het vlak van groene buffering binnen het plangebied zelf gebeuren zodat de aanliggende percelen er geen nadelige invloed van kunnen ondervinden.
3 BESLUIT
De opmerkingen zullen verwerkt worden in het dossier zoals omschreven in voorliggende nota. Na deze aanpassingen dient gesteld te worden dat de aanvraag tot planologisch attest geen aanzienlijke milieueffecten met zich mee zal brengen en dat het ‘onderzoek naar de significante milieueffecten’ op correcte wijze is gebeurd. Er kan dan ook op voldoende wijze gemotiveerd worden dat de opmaak van een plan-MER niet vereist is.
612001 │ november 2019 2│2