Herkomst Gezocht
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Herkomst Gezocht Deelrapportage IV Archief Philip Staal Begeleidingscommissie: Projectgroep: R.E.O. Ekkart (Voorzitter) K. Beijers H. d'Ancona G. Boudewijns R. Naftaniël R. Bruin S. Coene C. van den Donk R. van Egmond N. Hirschfeld A. Kool M. Mensink E. Muller F. van Regteren Altena H. Schretlen P. Schrier november 2002 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 Uit de gegevens in deze deelrapportage kan meestal niet zonder meer worden afgeleid op welke manier het kunstvoorwerp het bezit van de genoemde persoon verliet. Gebeurde dit bijvoorbeeld onder dwang of door reguliere verkoop? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is nadere informatie vanuit het publiek en aanvullend onderzoek nodig. In deze deelrapportage wordt de huidige stand van onderzoek gepubliceerd. Aan de gegevens zoals u die hier aantreft kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. The manner in which the art object left the possession of the person mentioned cannot be simply deduced from the data contained in this interim report. Did this, for example, take place under coercion or as a normal sale? Further information from the general public and additional research are required in order to be able to answer this question. This interim report publicises the current state of affairs. No rights can therefore be inferred from the data to be found here. 2 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 Aanbevelingen Proefproject 6 Aanbevelingen Restitutie Kunstwerken 7 Onderzoeksmethodiek ‘Herkomst Gezocht’ 8 Stroomdiagram 10 Leeswijzer schilderijen 11 Bronnen, verwijzingen en afkortingen 12 Eigenaren en collecties 13 Objectrapportage Schilderijen 16 English texts 260 Kunstenaarsindex 269 3 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 4 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 Voorwoord Voor u ligt de vierde deelrapportage van Bureau Herkomst Gezocht, waarin verslag wordt gedaan van het onderzoek naar de herkomst van 449 schilderijen uit de NK-collectie. Dit is de collectie die na de oorlog uit Duitsland naar Nederland is teruggevoerd, omdat het voorwerpen betreft die gedurende de Tweede Wereldoorlog door roof, confiscatie of verkoop uit Nederland in Duitsland waren terechtgekomen. Met deze publicatie heeft Herkomst Gezocht het basisonderzoek naar de schilderijen in de NK-collectie voltooid. Wel zal er nog op de schilderijen gepubliceerd in de deelrapportage I en II een extra controle plaats vinden aan de hand van later beschikbaar gekomen archiefmateriaal. Alle gegevens uit de vier deelrapportages vindt u ook in de database op de website www.herkomstgezocht.nl (www.originsunknown.org). Inmiddels wordt gewerkt aan het onderzoek naar de tekeningen, grafiek en voorwerpen van kunstnijverheid uit de NK-collectie, dat in 2003 moet zijn afgerond. Deze publicatie markeert tevens het moment waarop het Bureau Herkomst Gezocht haar plaats in de organisatie van de Inspectie Cultuurbezit verlaat. In 2003 zal BHG worden ondergebracht bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. Op die plek zullen de medewerkers het werk afmaken, om een antwoord te geven op de vraag die vijf jaar geleden werd gesteld door de toenmalige Staatssecretaris Aad Nuis of het mogelijk was iets meer te weten te komen over de oorspronkelijke eigenaren van de NK-collectie en deze openbaar te maken. Met de vondst van vele namen van Joodse eigenaren en de publicatie van de omstandigheden waaronder zij hun bezit verloren en na de oorlog terug trachten te krijgen, is inmiddels aan een groot deel van deze opdracht voldaan. Naast het voltooien van het onderzoek naar de herkomst van de toegepaste kunst in de NK-collectie zal Herkomst Gezocht tevens volgend jaar de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog ondersteunen met historisch onderzoek en onderzoek verrichten om vragen om informatie uit het publiek te beantwoorden. Deze taken werden tot nu toe uitgevoerd door de Inspectie Cultuurbezit. R.E.O. Ekkart Voorzitter Commissie Ekkart Ch.E. van Rappard-Boon Hoofd Bureau Herkomst Gezocht 5 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 Aanbevelingen Dit zijn de aanbevelingen, geformuleerd door de commissie Ekkart naar aanleiding van het proefproject, zoals deze gepubliceerd zijn in ‘Herkomst gezocht, Rapport van het proefonderzoek naar de herkomst van de onder beheer van het Rijk gebleven uit Duitsland gerecupereerde kunstwerken’, april 1998, p.23. Op grond van het verrichte onderzoek en de hiervoor besproken resultaten daarvan komt de commissie tot de volgende aanbevelingen: 1. Aangezien de inventaris van het ICN geen bruikbaar beeld geeft van hetgeen kan worden achterhaald over de herkomst van de tot de NK-collectie behorende kunstwerken, is het zeer wenselijk de in de jaren 1945-1952 verzamelde informatie dienaangaande, die zich bevindt in het archief van de Stichting Nederlands Kunstbezit in het Ministerie van Financiën, systematisch voor alle thans nog onder beheer van het Rijk vallende NK-nummers te verzamelen en in de inventaris van het ICN in te voeren. 2. Voor alle schilderijen en tekeningen en voor die objecten, waarvoor de aan het archief van de SNK ontleende informatie daartoe aanleiding vormt, dient het onderzoek te worden uitgebreid tot aanvulling van de gevonden gegevens aan de hand van andere blijkens het verkennend onderzoek relevante informatiebronnen, met name de documentatiebestanden van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, met inbegrip van veilingcatalogi en andere gedrukte bronnen. Waar daartoe indicaties aanwezig zijn dienen ook elders berustende bronnen te worden geraadpleegd, zoals bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en bij diverse overheidsarchieven berustende bestanden en de nog aanwezige archieven van kunsthandelaren en veilinghuizen. 3. Het is wenselijk dat een overzicht wordt gemaakt van de door de SNK en haar rechtsopvolgers bewerkstelligde teruggaven van kunstwerken. 4. Het is wenselijk dat in samenhang met het door de diverse commissies uitgevoerde onderzoek met betrekking tot het rechtsherstel en aanverwante onderwerpen, ook aandacht wordt besteed aan de juridische kaders en de werkwijze van de Stichting Nederlands Kunstbezit. Daarbij dienen de handelingen van de SNK te worden geplaatst tegen de achtergrond van de bredere regelgeving inzake rechtsherstel. Aandacht moet hierbij onder andere worden besteed aan de formulering en toepassing van de begrippen vrijwillige verkoop, gedwongen verkoop, confiscatie en roof, en tevens aan de wijze waarop teruggave van kunstvoorwerpen werd gerealiseerd. Het is uitermate gewnest dat daarbij ook antwoord wordt gegeven op de vraag welke mogelijkheden voor terugverkrijging bestonden voor kunstwerken die gedurende de oorlog onder dwang van eigenaar waren verwisseld, maar niet naar Duitsland waren afgevoerd. 5. Het is noodzakelijk dat in al die gevallen waarin uit de hiervoor aanbevolen onderzoekingen aanwijzingen voortkomen, die het vermoeden wekken dat er niet eerder gesignaleerde rechten van derden op kunstwerken uit de NK-collectie rusten of die aanvullende informatie bieden die bij een vroegere afwijzing van claims niet bekend was, een actief onderzoek wordt bevolen. Tot dergelijk actief onderzoek behoort ook het opsporen van mogelijke rechthebbenden. Dergelijk onderzoek dient uitgevoerd te worden zodra de aanwijzingen daartoe zijn geconstateerd en niet te wachten op de afronding van de onder de voorgaande punten geadviseerde onderzoeken. 6 Deelrapportage Bureau Herkomst Gezocht november 2002 Aanbevelingen Restitutie Kunstwerken In april 2001 heeft de commissie Ekkart ten behoeve van de regering adviezen over het restitutiebeleid geformuleerd. Het betreft een samenhangende reeks aanbevelingen over de te hanteren uitgangspunten ten aanzien van de teruggave van door particuliere eigenaars verloren kunstwerken. De regering heeft deze aanbevelingen grotendeels overgenomen bij brieven d.d. 29 juni en 16 november 2001 en is overgegaan tot de instelling van de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog. Aan deze commissie zullen de concrete verzoeken tot teruggave van NK-voorwerpen worden voorgelegd. 1. De commissie adviseert het begrip "afgehandelde zaken" te beperken tot die zaken waarin door de Raad voor het Rechtsherstel of een andere bevoegde rechter een vonnis is gewezen of een formele schikking tussen rechthebbenden en boven de SNK geplaatste organen is getroffen. 2. De commissie adviseert het begrip nova een ruimere interpretatie te geven dan tot nu toe in het beleid gebruikelijk is en daaronder ook afwijkingen ten opzichte van de vonnissen die zijn uitgesproken door de Raad voor het Rechtsherstel te rekenen alsmede de resultaten van veranderd (historisch) inzicht ten aanzien van de rechtvaardigheid en consequentie van het toen gevoerde beleid. 3. De commissie adviseert om verkoop van kunstwerken door joodse particulieren in Nederland vanaf 10 mei 1940 te beschouwen als gedwongen verkoop, tenzij nadrukkelijk anders blijkt. Hetzelfde uitgangspunt dient te worden gehanteerd bij verkopen vanaf 1933 respectievelijk 1938 door joodse particulieren in Duitsland en Oostenrijk. 4. De commissie adviseert om terugbetaling van verkoopopbrengsten alleen in het geding te brengen indien en voor zover de toenmalige verkoper of zijn erven daadwerkelijk die opbrengsten ter vrije beschikking hebben gekregen. 5. De commissie adviseert om bij de toepassing van deze regeling bij twijfel of men de opbrengsten daadwerkelijk heeft genoten, aan de rechthebbenden het voordeel van de twijfel te