qu' il a trouve le 1er octobre 1939 sur des Fischer Verlag, Jena, 477 pp. Philodendron en serre. Bulletin et Annales de la SCHOUTEDEN, H., 1901. - Le resultat des chasses Societe Entomologique de Belgique 19:430. faites le 14 avril, lors de !'excursion de la Societe a HEUNGENS, A., 1988. - Californische thrips Samson. Annales de la Societe Entomologique de (Franklinie/la occidentalis), een te vre~~n parasiet Belgique 45: 163-164. voor de chrysantenteelt, de snijbloementeelt, de VAN DEN BRUEL, M., 1935.- Des photographies et warme kasplantenteelt en de kasgroenteteelt. des echantillons d'epis de seigle attaque par les Verbondsnieuws 8: 418-421. Thrips, preleves a Ruysselede le 28 mai 1935. LAMEERE, A., 1900. - Manuel de la faune de Belgi­ Bulletin et Annales de la Societe Entomologique de que, Tome 2. Bruxelles, 857 pp. Belgique 75: 293. MILES, H.W., 1928. - Azalea culture in Belgium. VAN DE STEENE, F., TIRRY, L., 2001. - Nieuwe Journal of the Ministry of Agriculture 35 : 137- inzichten in de levenswijze van de tabakstrips, 147. Thrips tabaci Lind. Parasitica 57: 267-271. PEETERS, M., FRANKLIN, A., V AN GOETHEM, JL., ZUR STRASSEN, R., 2003. - Die Terebranten 2003. - Biodiversity in Belgium. Royal Belgian Thysanopteren Europas und des Mittelmeer­ Institute ofNatural Sciences, Brussels, 416 pp. Gebietes. Die Tierwelt Deutschlands und SCHLIEPHAKE, G., KLIMT, K., 1979.- Thysanoptera, angrenzenden Meeresteile nach ihren Merkmalen Fransenjlugler. Die Tierwelt Deutschlands und und nach ihren Lebensweise,_74, Goecke & Evers, angrenzenden Meeresteile nach ihren Merkmalen Keltem, 277 pp. und nach ihren Lebensweise, 66, Veb Gustav

Bulletin S.R.B.E.IK.B. V.E., 142 (2006): 37-38 Leiopusfemoratus Fairmaire, 1859, een nieuwe soort voor de Belgische fauna? (Coleoptera Cerambycidae )

door Michel V AN MALDEREN

Provinciebaan 137, 9270 Laarne- Kalken, Belgie (e-mail: [email protected])

lnleiding kelijkheid van deze vindplaats is over het algemeen zeer slecht; deze locatie is bijna altijd Insecten waarvan de levenscyclus zich afspeelt overstroomd (50cm water) en dus sterk in en om bout, kunnen gemakkelijk gelntro­ gelsoleerd. Bovendien is deze plaats bijna duceerd worden (in de inlandse fauna) daar bout constant beschaduwd door enkele bomen in de een van de meest getransporteerde producten op directe omgeving. de wereld is. De kans dat een nieuwe soort voor Belgie op deze manier ons land koloniseert is dus Verspreiding van femoratus in Azie steeds reeel. en Europa Tijdens een manuele vangst (afkloppen) op Azie, Caucasus, noord , Bulgarije, het 06/07/2004, in de rand van het Smetledebos Europese deel van Turkije en recentelijk in (Oost-Vlaanderen, Serskamp, UTM ES64) w~rd Franlaijk (1999), zuid en noord-oost ItaW~, een opvallende boktor ingezameld, nl. Leiopus [SAMA, 2002]. femoratus, een nieuwe soort voor Belgie. Kenmerkend zijn haar geringe gestalte (4mm) en Oecologie- Biologie van Leiopus femoratus extreem lange antennen (in verhouding tot het Levenscyclus 1-2 jaar. lichaam). De dicRtst bijzijnde gekende vindplaats Ontwikkeling in loothout, in het bijzonder van de soort is Grenoble, Franlaijk. Daarom regla (Okkernoot) en Castanea (Kas­ werd aanvankelijk gedacht dat het hier dus om tanje). een toevallige passant ging. In mindere mate, Carpinus (Haagbeuk), Op 03/07/2005 werd de soort echter opnieuw (Vijgen), (Linde). gevangen te Schellebelle in een de buurt van een De imago's kan men aantreffen van april tot en oude Schelde-arm tijdens het slepen. De toegan- metjuli.

37 Leiopusfemoratus een nieuwe soort voor Belgie? De mogelijkheid bestaat dat Leiopus Jemoratus, zich in de Oost-Vlaamse Schelde-regio heeft gevestigd, of dit blijvend is zal de toekomst uitwijzen. Introductie van de soort zou eventueel langs plantrnateriaal kunnen gebeurd zijn. In de omgeving, van de huidige vindplaats, Serskamp komen heel wat boomkwekerijen voor en is er geregeld import of uitwisseling van bepaalde boomsoorten. Het gaat hi er zeker om twee verschillende generatie s. De afstand tussen de twee vangplaatsen is in vogelvlucht ongeveer 4.5 km. Ze warden door enkele dorpskomrnen, drukke wegen en de Schelde van elkaar gescheiden. J Op enkele meters van de vangplaats in ( Schelebelle staan nog enkele notenbomen, een I restant uit de tijd dat de Schelde er nog vloeide, Leiopus femoratus heeft een voorkeur voor deze Foto 2. Leiopus femoratus Farmaire, 1859 ( d', 3,4 waardplant. Het is niet volledig duidelijk of deze nun.) Belgie, Oost Vlaanderen, Schellebelle UTM. twee imago's !outer toevallige passanten zijn of ES65 Kalkense Meersen, Oude Schelde, 2005. dat er een stabiele populatie aanwezig is. De twee VII.03, leg. Van Malderen M. vindplaatsen maken deel uit van een grater natuurgebied en we kunnen dus met een populatie te maken hebben. Verdere staalname Dankwoord zal dit moeten duidelijk maken. Voor overleg en deskundige raad, N. Bi.ischer, V. Naveau, F. Verbeelen, C .Van Nuffel, T. Keukelaar, L. Crevecoeur en G. Bonarnie.

Literatuur

AAS G. & RIEDM!LLER A, 1988 - Tirion Bomengids In Kleur. Tirion, NL, Baam. BENSE U., 1995.- Bockkafer. Markgraf Verlag. DE.­ W eikesasheim. I BONAM !E G., 2005. - Additionele Cerambycidae voor \ Oost-Vlaanderen. Atalanta 33(4): 69-71. Atalanta I V.Z.W. BE- Kruishoutem. I JEN!S I., 2001. - Tesarici I Long- Horned Beetels. I Versperidae & Cerambycidae I. of Europe. Regulus , CS, Zlin. MUYLAERT A., 1984. - Boktorren. KBIN. BE, \ l Brussel. SAMA G., 2002. - Atlas of the Cerambycidae of Foto 1. Leiopus femoratus, Farmaire, 1859 ( d', 4nun.) Europe and the Mediterranean Area. Volume 1, Belgie, Oost Vlaanderen, Serskamp UTM ES64 Kabourek, CS - Zlin. Smetledebos, 2004.VII.06, leg. Van Malderen M.

so