RUP HEIRBAAN

LANAKEN

STARTNOTA

Rev A

19/08/2019

Auteurs: Toon Coenen, Anne Devivier, Nora Oosters en Jordy Putzeys

www.swecobelgium.be 1 (73)

Sweco nv/sa Maatschappelijke zetel BTW BE 0405 647 664 Toon Coenen Herkenrodesingel 8B Sweco Belgium nv/sa RPR Brussel Projectleider 3500 Arenbergstraat 13, bus 1 BNP PARIBAS FORTIS T +32 2 588 45 32 België 1000 Brussel IBAN: BE97 2200 7208 2049 [email protected] T +32 (0) 11 26 08 70 België BIC: GEBABEBB www.swecobelgium.be 2 (73)

Inhoudsopgave

1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding en opzet van het RUP 6 1.2 Leeswijzer startnota 6

2 Situering 8

3 Ruimtelijke context 9 3.1 Bestaande feitelijke context 9 3.2 Fotoreportage 12 3.3 Toekomstbeeld Heirbaan 14 3.4 Toekomstbeeld kruispunt N78 x Heirbaan x Heidestraat 14

4 Juridische context 15

5 Ruimtelijke planningscontext 19 5.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen 19 5.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan 19 5.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) 22 5.4 Mobiliteitsplan Lanaken 30 5.5 Relevante fietsroutenetwerken 34

6 Doelstellingen van het RUP 35

7 Overwogen alternatieven 36 7.1 Nulalternatief 36 7.2 Locatiealternatieven 36 7.3 Inrichtingsalternatieven 36

8 Aanzet RUP 38 8.1 Afbakening en reikwijdte plangebied 38 8.2 Detailleringsgraad 38 8.3 In ze zetten instrumenten 38 8.4 Inrichtingsalternatieven 38

9 RVR-toets 47

10 Beschrijving en beoordeling van de te verwachten milieueffecten 48 10.1 Inleiding 48 10.2 Toetsing plan-MER-plicht 48 10.3 Scoping van milieueffecten 49 10.4 Milieueffecten en –beoordeling 54

Sweco Belgium nv/sa Maatschappelijke zetel BTW BE 0405 647 664 Toon Coenen Herkenrodesingel 8B Sweco Belgium nv/sa RPR Brussel Projectleider 3500 Hasselt Arenbergstraat 13, bus 1 BNP PARIBAS FORTIS T +32 2 588 45 32 België 1000 Brussel IBAN: BE97 2200 7208 2049 [email protected] T +32 (0) 11 26 08 70 België BIC: GEBABEBB www.swecobelgium.be 3 (73)

11 Bijlage 1: kaartenbundel 73

A 19/08/2019 Toon Coenen, Startnota Anne Devivier, Nora Oosters en Jordy Putzeys Rev. Datum Door Omschrijving

Peter Van Der Poort Katrien Van Den Bergh Gecontroleerd door Paraaf Goedgekeurd door Paraaf

Sweco Belgium nv/sa Maatschappelijke zetel BTW BE 0405 647 664 Toon Coenen Herkenrodesingel 8B Sweco Belgium nv/sa RPR Brussel Projectleider 3500 Hasselt Arenbergstraat 13, bus 1 BNP PARIBAS FORTIS T +32 2 588 45 32 België 1000 Brussel IBAN: BE97 2200 7208 2049 [email protected] T +32 (0) 11 26 08 70 België BIC: GEBABEBB www.swecobelgium.be 4 (73)

Sweco Belgium nv/sa Maatschappelijke zetel BTW BE 0405 647 664 Toon Coenen Herkenrodesingel 8B Sweco Belgium nv/sa RPR Brussel Projectleider 3500 Hasselt Arenbergstraat 13, bus 1 BNP PARIBAS FORTIS T +32 2 588 45 32 België 1000 Brussel IBAN: BE97 2200 7208 2049 [email protected] T +32 (0) 11 26 08 70 België BIC: GEBABEBB www.swecobelgium.be 5 (73)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en opzet van het RUP Voorliggende startnota is de eerste stap in de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Heirbaan. Het plan heeft als doel de herbestemming van de terreinen van de voormalige vestiging van het bedrijf ‘Limburgse Rubber Produkten – Rekem’ naar woonzone. De huidige eigenaar van het terrein investeerde in de afbraak van de voormalige bedrijfsgebouwen en de volledige sanering van het terrein. Een herbestemming naar woongebied geeft uitvoering aan de ruimtelijke visie van de gemeente op het gebied, zoals vastgelegd in het bindend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Lanaken.

De gemeente wenst het planinitiatief aan te grijpen om een totaalvisie voor het gebied te ontwikkelen. Het uiteindelijke RUP moet zo een garantie bieden voor de uitbouw van een hedendaagse wijk, geïntegreerd in het weefsel van Rekem, optimaal beantwoordend aan de woonwensen van de Lanakenaar.

1.2 Leeswijzer startnota Het voorgestelde RUP wordt opgemaakt binnen het kader van het op 1 juli 2016 door de Vlaamse Regering bekrachtigde decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd worden. Op 17 februari 2017 keurde de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit goed dat bij dit decreet hoort en verder de procedure tot opmaak van een RUP detailleert. De VCRO voorziet als onderdeel van deze procedure onder andere de opmaak van een startnota. Deze nota moet minimaal een aantal aspecten omvatten, dewelke onderaan worden opgesomd.

Cfr. art. 2.2.4. VCRO omvat de startnota: 1. een beschrijving en verduidelijking van de doelstellingen van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan; 2. een afbakening van het gebied of de gebieden waarop het plan betrekking heeft; 3. een beknopte beschrijving van de alternatieven voor het ontwerpplan of voor onderdelen ervan, die de initiatiefnemer heeft overwogen, en een beknopte beschrijving van de voor- en nadelen van de verschillende alternatieven; 4. een beschrijving van de reikwijdte en het detailleringsniveau van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan en daaraan gekoppeld de reikwijdte en het detailleringsniveau van de te effectonderzoeken zoals in die fase gekend; 5. de relatie met het ruimtelijk structuurplan en, in voorkomend geval, met andere relevante beleidsplannen; 6. de beschrijving van de te onderzoeken effecten en van de inhoudelijke aanpak van de effectbeoordelingen, met inbegrip van de methodologie, zoals bepaald door de wetgeving van de op te maken effectbeoordelingen en van andere onderzoeken die nodig zijn voor het plan. In voorkomend geval bevat de startnota ook een weergave van de gedane analyse, vermeld in artikel 4.2.6, § 1, 5°, en artikel 4.4.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, met inbegrip van de redenen waarom geen planmilieueffectrapport, respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt; 7. in voorkomend geval, relevante gegevens uit vorige effectbeoordelingen of uit de goedgekeurde rapporten die daaruit zijn voortgekomen; rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 6 (73)

8. in voorkomend geval, de impact of het effect dat het geïntegreerde planningsproces kan hebben op mens of milieu in een ander gewest of land of op de gebieden die onder de federale bevoegdheid vallen; 9. een overzicht van instrumenten die samen met het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan ingezet kunnen worden, als die al bekend zijn in deze fase.

Heel concreet wordt in de tekst van de voorliggende startnota steeds verwezen naar het nodige thematische kaartmateriaal. Deze kaarten kan u raadplegen onder bijlage 1: kaartenbundel, achteraan het document.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 7 (73)

2 Situering

Het plangebied situeert zich op grondgebied van de gemeente Lanaken. Lanaken is een gemeente in het zuidoosten van de provincie Limburg, gelegen aan de zuidrand van het Kempens Plateau en door het Albertkanaal afgescheiden van het zuidelijker gelegen Haspengouw. Het noordwesten van de gemeente maakt deel uit van het Nationaal Park Hoge Kempen. Lanaken heeft een oppervlakte van 59,99km² en telt zo’n 25.000 inwoners. De gemeente maakt deel uit van het arrondissement . Naast Lanaken zelf omvat de gemeente de woonkernen Kesselt, Gellik, Smeermaas, Neerharen, Veldwezelt en Rekem. De deelgemeente Oud-Rekem van Rekem is een toeristische trekpleister voor dagjestoeristen. Het dorp werd op 29 mei 2008 door Toerisme Vlaanderen zelfs verkozen tot "het mooiste dorp van Vlaanderen".

Figuur 1: Situering Lanaken binnen Limburg

Het plangebied bevindt zich in de zuidelijke rand van Rekem, op het overgangsgebied naar Neerharen.

Kaart 01: Stratenatlas Kaart 02: Topokaart Kaart 03: Orthofoto rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 8 (73)

3 Ruimtelijke context

3.1 Bestaande feitelijke context

Macro niveau In de onmiddellijke omgeving van Lanaken is de belangrijkste speler . Lanaken vormt een attractor voor heel wat Nederlanders op vlak van recreatie, wonen (lagere prijzen voor onroerende goederen), onderwijs, fiscaliteit, enz. Lanaken wordt dan ook vaak als randstedelijk gebied van Maastricht beschouwd. De ruimtelijke planning op provinciaal, maar vooral op Vlaams niveau, erkent deze status vaak te weinig, waardoor Lanaken niet altijd de middelen toebedeeld krijgt waar dergelijke gebieden nood aan hebben.

De Belgische buren van Lanaken zijn , , en . Het ‘gewicht’ komt hierbij vooral van deze laatste twee, beide geselecteerd als kleinstedelijke gebieden van provinciaal niveau in het Ruimtelijk Structuurplan Limburg. Over het grondgebied van Lanaken passeert geen autosnelweg. De N78, die de gemeente noord-zuid doorklieft, zorgt echter voor een relatief vlotte aansluiting met de E314 in Maasmechelen en (minder vlot) met de E313 in Bilzen (via de N78, N2 en N700). Op termijn zou de connectiviteit van Lanaken met de belangrijkste nabijgelegen stedelijke gebieden (Maastricht en Hasselt) danig moeten verbeteren met de realisatie van de sneltramlijn Spartacus. Deze lijn zou een halte krijgen op het Europaplein in Lanaken. Naast Hasselt en Maastricht krijgt de lijn verder haltes in Bilzen en . Tot op vandaag is de realisatie van Spartacus echter nog niet definitief verzekerd.

Landschappelijk vormt Lanaken een scharnierpunt tussen de Hoge Kempen, Haspengouw en de Maasvallei. Het plangebied is gelegen aan de rand van dit laatste landschappelijke geheel.

Meso niveau Het plangebied bevindt zich op de rand van het zuidelijke Maasland, niet ver van de westelijk gelegen bosgebieden die deel uit maken van het Nationaal Park Hoge Kempen. Vooral de landschappelijke eigenheid van het Maasland is voelbaar in en rond het plangebied. Typisch neemt dit de vorm aan van een verwevingsgebied met landbouwvelden en kleine landschapselementen. Dergelijk landschap is duidelijk zichtbaar vanop het plangebied in zuidoostelijke richting. Dit zicht rijkt tot aan de dijk van de Zuid-Willemsvaart. De hoger gelegen dijk en de bomenrij die er op geplant is, beperken dan weliswaar het zicht in diepte, toch blijft het vergezicht vanaf het plangebied meer dan adembenemend.

Figuur 2: analyse bestaande ruimtelijke context (Sweco)

Aaneengesloten bebouwd kernweefsel Overgangsgebied

Landbouwgebied met KLE’s Aaneengesloten bosgebied

Plangebied rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 9 (73)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 10 (73)

De Heirbaan, waaraan het plangebied is gelegen, was effectief een Romeinse heirbaan en is een van de oudste wegen in de streek. Deze heirbaan werd rond het jaar 70 na Chr. aangelegd en loopt van Maastricht naar Nijmegen. Het tracé is vandaag nagenoeg nog volledig te volgen. In 1812, onder het Eerste Franse Keizerrijk, werd dwars door deze oude weg een verbinding aangelegd tussen het Franse Givet en het Duitse Wesel. Na de onafhankelijkheid van België werd de weg omgelegd langsheen Maastricht. Ter hoogte van het plangebied staat deze weg bekend als de N78. Zowel de Heirbaan als de N78 verbinden de kernen Rekem en Neerharen. Beide kernen hebben zich doorheen de jaren een groeipatroon langsheen de N78 aangemeten en vloeien zonder duidelijke begrenzing in elkaar over.

Het plangebied ligt op de zuidelijke rand van de kern van Rekem, maar bevindt zich (in volgelvlucht) maar even ver van de kern van Rekem als die van Neerharen. Binnen dit aaneen geclusterde weefsel van onduidelijke verkavelingswijken is de zuidoostelijke rand van het plangebied zo wat de enige plek die nog een ongeschonden zicht biedt op het typische landschap van de Maasvallei.

Microniveau Op de oude bedrijfspoort na, zijn er vandaag geen constructies van het voormalige ‘Limburgse Rubber Produkten’ nog te bespeuren op de site. De site zelf werd volledig gesaneerd over de periode 2014-2016. Momenteel is ze grotendeels in gebruik als landbouwareaal.

Omliggend bevindt zich voornamelijk laag dynamische bebouwing. De noord en oostzijde van het plangebied sluiten aan op Hangveld, een typische ruimte-verslindende verkavelingswijk uit de jaren ’80 met eengezinswoningen, veelal van slecht één, soms twee, lagen. Aan de noordzijde sluit het plangebied op het Hangveld aan via een doorsteek, dewelke een zonevreemde woning bedient. Deze weg is echter dusdanig laag-dynamisch dat hij niet als autotoegang voor de nieuwe ontwikkeling kan overwogen worden. Wel vormt de doorsteek een interessante connectie voor zacht verkeer. De belangrijkste nabijgelegen route voor zacht verkeer bevindt zich echter ten noorden van de site. De Veldstraat is hier plaatselijk omgevormd tot een exclusief wandel- en fietspad dat de Heirbaan met Rekem verbindt. De route is landschappelijk prachtig ingebed en wordt dan ook terecht tot het recreatief fietsnetwerk gerekend.

Aan de westzijde, aan de overzijde van de Heirbaan, wordt het beeld ietwat anders. Vanaf de site kijken we hier uit op een terrein waar recent enkele grootwinkelpanden werden gesloopt (nadat de voormalig winkelinvulling al enige tijd hoofdzakelijk leeg stond). In de nabije toekomst zal hier een nieuw winkelproject met een grootwarenhuis, doe-het-zelfzaak en fitness worden ontwikkeld. De Heirbaan zelf wordt hier eveneens gekenmerkt door laag-dynamische bebouwing (veelal open bebouwing, echter ook sporadisch onder gesloten verband). Aan de Heirbaan, nabij het plangebied, bevindt zich ook nog de beschermde Sint-Petronellakapel. Gezien haar ligging in het overgangsgebied tussen twee kernen, is het voorzieningenniveau in de onmiddellijke omgeving van de site voldoende (naar niveau van een kleine kern).

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 11 (73)

3.2 Fotoreportage

Heirbaan, t.h.v. het plangebied (zicht richting Heirbaan, t.h.v. plangebied (zicht richting zuiden, plangebied links op de foto) noorden, plangebied rechts op de foto)

Zicht op plangebied vanaf overzijde Heirbaan Heirbaan, beschermde Sint-Petronella kapel (deze parking komt binnenkort te vervallen)

Verbindingsweg plangebied met Hangveld Zonevreemde woning Hangveld 41, grenzend aan het plangebied rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 12 (73)

Hangveld Toegang fietspad Veldstraat (Chemin n° 1)

Fietspad Veldstraat (Chemin n° 1), ten Zuidoosten van het plangebied (overzijde zuidoosten van het plangebied (plangebied van het fietspad), landbouwpercelen met links op de foto) kleine landschap elementen.

Zicht op het plangebied Zicht op het plangebied

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 13 (73)

3.3 Toekomstbeeld Heirbaan In de nabije toekomst zal de gemeente Lanaken enkele aanpassingen aan de Heirbaan laten doorvoeren met het oog op een verbeterde verkeersveiligheid. Aan beide zijden van de baan komen fietspaden en er worden chicanes voorzien om het gemotoriseerd verkeer af te remmen. Het ontwerp is van Grenspaal 12.

Figuur 3: toekomstbeeld Heirbaan, versie december 2018 (Grenspaal 12)

3.4 Toekomstbeeld kruispunt N78 x Heirbaan x Heidestraat Van midden mei 2019 tot en met eind 2019 legt AWV een rond punt aan t.h.v. de kruising N78 x Heirbaan x Heidestraat, ter vervanging van het bestaande kruispunt. Ondergronds wordt tegelijk een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. De bestaande verkeerslichten verdwijnen en de aansluiting op de Heirbaan wordt vernieuwd.

Figuur 4: plan bij vergunningsaanvraag nieuw te bouwen rotonde N78 x Heirbaan x Heidestraat (Tractebel-Engie, i.o. AWV) rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 14 (73)

4 Juridische context

Bestemmingsplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen

Type plan binnen het plangebied grenzend aan plangebied

Gewestplan Het plangebied is gelegen in het gewestplan Limburgs Maasland (1 september 1980) en is grotendeels bestemd als industriegebied, bufferzones en groengebieden, enkele kleinere fragmenten liggen in de woon- en de agrarische gebieden. Algemene plannen / / van aanleg Bijzondere plannen BPA Hangveld Wijzigingsplan (def. vaststelling gemeenteraad 17 juni van aanleg 1980). Zowel het plangebied, als delen ten westen, noorden en oosten vallen binnen dit BPA. Gewestelijke / / ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale / / ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijke / / ruimtelijke uitvoeringsplannen

Kaart 04: Gewestplan

BPA Hangveld Wijzigingsplan

Het plangebied van dit RUP betreft het gebied bepaald door art. 12, 13 en 14 van het BPA Hangveld Wijzigingsplan (def. vaststelling gemeenteraad 17 juni 1980). Het BPA was vooral gericht op behoud van de destijds aanwezige nijverheid en het voorzien van een buffer tussen het nijverheidsgebeuren en de woonfunctie.

De omliggende gebieden aan west-, noord en oostzijde betreffen gebieden voor open bebouwing en voor koeren en hovingen van uit hetzelfde BPA.

Kaart 05: Ruimtelijke uitvoeringsplannen

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 15 (73)

Figuur 5 fragment BPA ‘Hangveld Wijzigingsplan’

: art.12 zone voor ambachtelijke industrie

: art.13 gemengde zone

: art. 14 zone non aedificandi

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 16 (73)

Verkavelingen en ruilverkavelingen

Type plan binnen het plangebied

Goedgekeurde en niet- - 1979/12-(190), vergunning afgeleverd door stedenbouw (24/07/1978) vervallen verkavelingen - 1986/5-281, vergunning 7/10/1986 (vervallen, cfr. beslissing CBS 10/07/2019) Ruilverkavelingen /

Bouwmisdrijven

Kadastraal perceel binnen het plangebied

/ /

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Lanaken • Bouwverordening op dansgelegenheden (12/06/1979) • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met betrekking tot vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (30/11/2006) • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op nachtwinkels (17/01/2007)

Wegen en water

Type binnen het plangebied grenzend aan plangebied

Gewestwegen / / Atlas der Buurtwegen / Chemin n° 1 Chemin n° 6 (Heirbaan)

Bevaarbare waterlopen / / Onbevaarbare / / geklasseerde waterlopen Overstromingsgevoelige / Mogelijk gebieden overstromingsgevoelig (ten oosten van het plangebied)

• Kaart 08: Watertoets • Kaart 10: Watertoets – overstromingsgevoelige gebieden • Kaart 22: Historische kaart – Atlas der buurtwegen

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 17 (73)

Beschermings- en klasseringsbesluiten

Type binnen het plangebied Omgeving van het plangebied

Beschermde / - ID 2879 ‘L-vormige hoeve van monumenten 1865’ - ID 3053 ‘Kapel Sint-Petronella’

Beschermde / landschappen Stads- en / - ID 2883 ‘L-vormige hoeve van dorpsgezichten 1865 met omgeving’ - ID 3057 ‘Kapel Sint-Petronella met omgeving’ Inventaris bouwkundig / - ID 969 ‘Dorpswoning van 1840’ erfgoed Voorlopig of definitief / aangeduide ankerplaats

• Kaart 17: Onroerend erfgoed, landschapsatlas • Kaart 18: Onroerend erfgoed, beschermingen • Kaart 19: Onroerend erfgoed, inventarissen

Natuurbeschermingsgebieden en VEN-gebieden

Type binnen het plangebied grenzend aan plangebied

Habitatrichtlijngebiede / ‘Uiterwaarden langs de n Limburgse Maas en Vijverbroek’ op ca. 0,75km Vogelrichtlijngebieden / / VEN-gebieden / GEN ‘De Grensmaas Zuid’ op ca. 0,8km

Kaart 13: Natura 2000 Kaart 14: VEN

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 18 (73)

5 Ruimtelijke planningscontext

5.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is in 1997 door de Vlaamse regering definitief goedgekeurd als kader voor het ruimtelijk beleid van Vlaanderen tot 2007. Op 12 december 2003 heeft de Vlaamse Regering de eerste herziening van het RSV definitief vastgesteld en op 17 december 2010 een tweede herziening.

Lanaken is volgens het RSV gelegen in het buitengebied. Het RSV voorziet voor de provincie Limburg een minimumpercentage van 57% van de te realiseren bijkomende woningen in stedelijke gebieden en een maximumpercentage van 43% van de te realiseren bijkomende woningen in de gemeenten die volledig tot het buitengebied behoren. Voor Limburg wordt een schatting van 16.817 tot 20.857 noodzakelijke bijkomende woningen voor de planperiode 2007- 2012 gemaakt, afhankelijk of het zwakke of sterke scenario beschouwd wordt. Voor de kernen van het buitengebied wordt een minimum van 15 woningen per ha vooropgesteld.

Lanaken is in het RSV als economisch knooppunt binnen het economisch netwerk Albertkanaal (ENA) geselecteerd. De gemeentes binnen het netwerk worden gezien als een gemeentes die de ruimtelijk-economische potenties van het Albertkanaal en de E313 kunnen ondersteunen in het netwerk van het Albertkanaal. Deze selectie is van geen relevantie voor het plangebied van dit RUP.

5.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg (RSPL) werd goedgekeurd bij M.B. op 12 februari 2003. De actualisatie van het RSPL werd goedgekeurd bij M.B. op 23 juli 2012.

5.2.1 Richtinggevend gedeelte – visie omtrent de regio’s en deelgebieden binnen de provincie De provincie deelt het noordelijk deel van Lanaken (het deel waartoe het plangebied behoord) in bij de hoofdruimte ‘Maasland’. Deze hoofdruimte heeft zowel een belangrijke stedelijke rol, als een belangrijke open ruimte rol. De Maas en haar vallei zijn hier sterk structuurbepalend. De Maas is hierbij een drager van meer stedelijke ontwikkelingen, maar biedt anderzijds ook kansen voor natuur, landbouw, toerisme en recreatie.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 19 (73)

Figuur 6 RSPL, kaart 55: ruimtelijk concept voor het Maasland

Over de bebouwing langsheen de N78 wordt gesteld dat aanleg van deze rijksweg tot gevolg had dat de dorpskernen zich verplaatsten en dat ze groeiden naar en langs de N78 in plaats van rond de kern of, zoals vroeger, parallel aan de Maas, zoals oud-Rekem en nieuw-Rekem. Gedurende decennia was de N78 een drager van bebouwing en is er een lintbebouwing ontstaan, die de doorstromende verkeersfunctie van de weg zwaar belemmert. De oude kernen dreigden hierdoor te verloederen. Recent is er een lichte kentering merkbaar, zoals in Stokkem en Rekem. Langs de gewestweg legt het verkeer een zware druk op de woonkwaliteit. Woningen verpauperen en kleine winkels verdwijnen. Grotere handelszaken vinden hier echter wel een goede vestigingsplaats. De provincie wenst bebouwing maximaal te beperken tot de bestaande kernen. Die worden hoogstens verdicht. Ontwikkelingen langs infrastructuren (in het bijzonder de N78) worden tegengegaan.

5.2.2 Richtinggevend gedeelte – visie op nederzettingenstructuur Lanaken wordt geselecteerd als een structuurondersteunende gemeente. Lanaken wordt hierbij gezien als een structuurondersteunend hoofddorp; Rekem, Gellik en Veldwezelt als hoofddorpen en Neerharen, Kesselt en Smeermaas als woonkernen. De provincie stelt dat vanuit het principe van de gedeconcentreerde bundeling, bijkomende woningen bij voorkeur gesitueerd worden in de hoofddorpen van de gewone gemeenten van het buitengebied en in de structuurondersteunende hoofddorpen van de structuurondersteunende gemeenten. rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 20 (73)

5.2.3 Richtinggevend gedeelte – verdeling van bijkomende woningen In het buitengebied moedigt de provincie het ontwikkelen van grote aantallen bijkomende woningen niet aan. Het afstemmen van de groei van het buitengebied op het ritme van de eigen woningbehoeften (natuurlijke bevolkingsaangroei) blijft het uitgangspunt. In bepaalde gevallen kunnen grotere aantallen bijkomende woningen aanvaardt worden dan wat noodzakelijk is voor de natuurlijke aangroei. Hiervoor worden volgende afwijkingsmogelijkheden voorzien: • Voorzien van innoverende woon(zorg)projecten voor ouderen. • Afwijkingsmogelijkheid voor buitengebiedgemeenten die onder een sterke buitenlandse woondruk staan. Dit omvat de gemeentes waar op het einde van 2007 meer dan 10% van de inwoners de Nederlandse nationaliteit hadden. Lanaken wordt hiertoe gerekend. Deze gemeenten kunnen tot 2012 van de woonreserve gebruik maken om wooninitiatieven voor de eigen inwoners te ondersteunen. Na 2012 geldt 15% als norm. In de woonbehoeftestudie en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan verantwoordt de gemeente hiertoe het aantal woningen dat supplementair op de natuurlijke aangroei wordt gevraagd. • Doelgroepenbeleid. Gemeentes die hun bindend sociaal objectief nog niet hebben gerealiseerd, kunnen kleine woonprojecten voor sociale huur- en koopwoningen realiseren boven op hun natuurlijke aangroei. • (Voorbeeld)projecten. Voor innoverende woonzorgprojecten of kleinschalige innoverende voorbeeldprojecten ter realisatie van een bescheiden woonaanbod kan gebruik gemaakt worden van de reservepot. Voor Lanaken wordt een woonreserve van 114 bijkomende woningen toegekend die via afwijkingsmogelijkheden kan worden aangevraagd door de gemeente.

5.2.4 Bindende bepalingen Volgende bindende bepalingen uit het RSPL zijn van belang voor Lanaken (bepaling 9 en 10 (en in mindere mate 18) zijn in het bijzonder van belang voor voorliggende startnota):

• Bindende bepaling nr. 6: De provincie selecteert een aantal natuurverbindingen, waaronder: o 19 Lanaken, Maasmechelen, tussen Daalbroek en Ziepbeek tot natuurverbinding 53. o 20 Lanaken, tussen Pietersembos en kasteel Hocht. o 21 Bilzen, Lanaken, Riemst, tussen Hoge Kempen, Maasvallei (via grensoverschrijdend Zouwdal) en Sint-Pietersberg. o 53 Lanaken, Maasmechelen, Ziepbeek tussen reservaat Park Hoge Kempen en Gemeenschappelijke Maas. • Bindende bepaling nr. 7: De provincie selecteert Kompveld langs het Albertkanaal, Gellik (Lanaken), als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. • Bindende bepaling nr. 9: De provincie selecteert Lanaken als structuurondersteunende gemeente. • Bindende bepaling nr. 10: De provincie selecteert Gellik, Kesselt, Lanaken, Neerharen, Rekem, Smeermaas, Veldwezel als woonkernen. • Bindende bepaling nr. 18: De provincie selecteert Lanaken als toeristisch-recreatieve gemeente van type I. • Bindende bepaling nr. 26: De provincie selecteert in de Maasvallei en in en nabij het stedelijk netwerk Zuidelijk Maasland de verbinding tussen Neerharen en Lanaken als open ruimte verbinding.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 21 (73)

5.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Lanaken Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Lanaken werd goedgekeurd op 9 juli 2009.

5.3.1 Informatief gedeelte – raming van de woningbehoefte Het GRS omvat een prognoseberekening omtrent de te verwachten woningbehoefte voor de gemeente. De totale woningbehoefte in de gemeente wordt berekend op basis van de demografische behoefte en de woondruk vanuit Nederland. Conform het ruimtelijk structuurplan Limburg wordt 10% van de Nederlandse woondruk niet in rekening gebracht. Dit omdat Limburgse gemeenten die minder dan 10% Nederlandse inwoners hebben, geen extra mogelijkheden krijgen vanuit het provinciaal ruimtelijk structuurplan.

woonbehoefte (basis gesloten Nederlandse woondruk -10% conform bevolkingsprognose) RSPL bevolking aantal toename bevolking aantal toename huishoudens huishoudens huishoudens huishoudens 2007 27.713 10.067 3.577 1.589 2012 24.780 10.498 431 4.328 1.629 337 2017 24.633 10.822 324 5.154 2.296 370 Tabel 1: Woonbehoefte en Nederlandse woondruk – 10% conform RSPL (bron: GRS)

2007-2012 2012-2017 totaal Toename 431 324 755 huishoudens Nederlandse 337 370 707 woondruk Totaal 767 695 1.462 Tabel 2: Woonbehoefte per planperiode van 5 jaar

5.3.2 Richtinggevend gedeelte – toekomstvisie op Lanaken Het richtinggevend gedeelte vat aan met een aantal overkoepelende concepten: • Grensoverschrijdend denken: optimaal profiteren van de link met Maastricht • Vijf herkenbare deelruimten: het grote natuurgebied Kempisch plateau, het suburbaan netwerk tussen Maas en Kempisch plateau, de Maasvallei, het Haspengouws landbouwgebied, de heterogene Albertknoop, een grensoverschrijdend randstedelijk gebied. • Open ruimteverbindingen tussen het Kempisch plateau, Maasland en Haspengouw. Gemeentelijke vertaling van het RSV-principe “Vlaanderen open en stedelijk”. • Provinciaal netwerk met herkenbare leefbare lokale kernen. Inzetten op kernversterking en herwaardering van de kernen rond o.a. de historische dorpen Rekem en Neerharen. De barrièrewerking van de N78 geldt hierbij als aandachtspunt. Woonbuurten verdienen een socio-cultureel en recreatief voorzieningenniveau en een betere verweving met de omliggende natuur- en recreatiegebieden. • ENA met elan: economische ontwikkeling Albertkanaal en economisch ontwikkeling Lanaken. Visie op bedrijvigheid. Niet van belang voor voorliggende startnota.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 22 (73)

• Toerisme aan de rand van het Kempisch Plateau met Pietersheim en Oud-Rekem als stippen. De toeristisch-recreatieve ontwikkelingen dienen kwaliteitsvol en in verhouding tot de draagkracht van de omgeving te zijn. Oud-Rekem vormt hierbij een belangrijke troef voor het dagtoerisme. • Heldere verkeersafwikkeling. Om de bereikbaarheid te garanderen en de verkeersleefbaarheid en -veiligheid te verhogen moet de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur optimaal benut worden. De basis wordt gelegd door een aantal beleidsplannen en studies: het gemeentelijk mobiliteitsplan, de streefbeeldstudie voor de N78 en de Maastrichtse grensoverschrijdende studie “Maaskruisend verkeer”. • Concept natuur/landbouw: aandacht voor overgangen en verbindingen. De open ruimtestructuur van Lanaken zit verweven tussen drie grote open ruimtegebieden: droog Haspengouw met zijn grote landbouwgebieden, het Kempisch plateau met zijn Nationaal Park en het Maasland met zijn nieuwe natuurgebieden. Lanaken wil in haar ruimtelijke structuur aandacht schenken aan de overgangszones en verbindingsgebieden tussen deze structuren en het bebouwde weefsel. Concreet krijgen deze gebieden vorm via lokale natuurcorridors, randzones of diverse Kleine Landschapselementen in de verwevingsgebieden of gebieden met gemengd gebruik.

Lanaken wordt in het GRS ingedeeld in een aantal deelruimtes. Het plangebied bevindt zich op de grens tussen de deelruimtes ‘stedelijk netwerk’ en ‘Maasvallei’.

Het stedelijk netwerk Zuidelijk Maasland is de meer verstedelijkte zone gelegen op het zogenaamde Middenterras van de Maas. Van west naar oost is een geleidelijke overgang van het beboste gebied naar geconcentreerde bebouwing. In deze zone liggen onder meer woonparken, uitgestrekte residentiële verkavelingen, dorpskernen, (kasteel)parken, recreatiegebieden en een aantal voorzieningen van openbaar nut. De bebouwing strekt zich uit tot aan de Zuid-Willemsvaart, de Verbindingsvaart en het Albertkanaal. De bebouwing ligt vrij dicht tegen de N78 aan en vervaagt naarmate men het Kempisch plateau nadert.

Een ‘bi-pool’ binnen dit geheel vormt de dubbelkern Neerharen-Rekem. Neerharen en Rekem kunnen aanzien worden als één ruimtelijk samenhangende subdeelruimte. Het is echter cruciaal dat er steeds voldoende ruimte blijft tussen beiden, opdat de eigen identiteit van beide kernen zou behouden blijven. Het bindend element is het wonen, het schakelelement de steenweg. De gemeente wenst de leefbaarheid van deze weg nog te verhogen. Het ruimtelijk beleid voor deze weg zal bepaald worden door de provincie.

Het concept “Oud-Rekem, Nieuw-Rekem” zal simultaan uitgebouwd worden, rekening houdend met elk hun eigenheid en functie. Voor Oud- Rekem is dat het hele historische stadsensemble waar een beleid wordt gevoerd dat ondergeschikt is aan het behoud van de erfgoedwaarde en toeristische potentie. Voor nieuw-Rekem vormt dit een functie als kwaliteitsvol rustig woongebied met een wijkgebonden voorzieningenniveau. Een koppeling met de bossen van het Kempisch Plateau dwars over de N78 via groene assen is ook in deze deelruimte van essentieel belang. Neerharen heeft ook een schakelfunctie op recreatief routevlak door zijn ligging tegen enerzijds Pietersheim, Hocht, en anderzijds de Maasvallei en het Nationaal Park. Hierin zou een potentie kunnen zitten voor de oude kern van Neerharen tegen de Heirbaan. De Heirbaan vormt voor heel de gemeente een bijzonder aandachtspunt, ze wordt in het GRS dan ook geselecteerd als lijnelement dat valt onder de gemeentelijke ‘bakens’ (zijnde te behouden structurerende ruimtelijk element). Een ander bijzonder aandachtspunt voor het hele gebied is de N78 en het vergemakkelijken van de oversteekbaarheid er van. rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 23 (73)

Figuur 7 en 8 GRS Lanaken, kaart 1b ‘stedelijk netwerk’ en 1c ‘Maasvallei’

De Maasvallei is de dunne schil die is afgescheurd van de rest van de gemeente door de kanalen en voor een deel ook door de N78. Bepalend zijn de natuur-, groen- en landbouwgebieden. Het aansluitend landbouwgebied ten noorden van de Zuid-Willemsvaart en gelegen in de Maasvallei zou een verlenging moeten worden van het landschapsbeeld rond Hochter Bampd en Hochterveld. Dat betekent dat de belevingswaarde moet opgekrikt worden en dat het gebied comfortabel moet ontsloten worden langs en over de Zuid-Willemsvaart voor voetgangers en fietsers. Het gebied moet een aaneengesloten open ruimte gebied vormen langsheen de Maas en langs de oostelijke rand van het dichtbebouwd stedelijk netwerkgebied. De ontwikkeling van het gebied kadert in een groter project rond toerisme in de Maasvallei. De inrichting van het gebied op Lanakens grondgebied moet de binding verhelderen en herstellen tussen Pietersem/Hocht en Oud-Rekem, drie markante historische sites in de Maasvallei. De heirbaan en de kanalen (met de sluis) moeten opgewaardeerd worden als dragers voor zacht recreatief gebruik.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 24 (73)

5.3.3 Richtinggevend gedeelte – Gewenste nederzettingenstructuur De bepalingen en taakstelling vanwege de provincie en het gewest leidt in het GRS tot een categorisering van de nederzettingenstructuur. Aan de verschillende categorieën wordt een specifiek beleid gekoppeld. Rekem-Neerharen worden als ‘hoofddorp gekoppeld aan woonkern en de N78’ aangeduid. De dichtslibbing van de woongebieden van Rekem en Neerharen vormt het uitgangspunt voor een gezamenlijke benadering als verweven kernen in het GRS. Beide kernen worden versterkt met nieuwe woongebieden. Ontwikkelingen worden gefocust op het creëren van een aangenaam verblijfsklimaat, niet tegenstaande de barrièrewerking van de N78. Hiervoor worden enkele principes gehanteerd.

Versterken van een aantal structurerende elementen. Het zoeken naar nieuwe identiteitsdragers of het versterken van bestaande identiteitsdragers is belangrijk voor het versterken van het beeld van deze woongebieden die dikwijls nogal gelijkvormig zijn. Als een van deze bakens wordt de Heirbaan geselecteerd. Er zal speciale aandacht gaan naar de inrichting van deze weg over de woonkerngrenzen heen.

Handel in clusters. De gemeente verkiest om handelsontwikkelingen voornamelijk in de centra te organiseren. Echter bevinden de meeste handelszaken zich langs de N78. De gemeente wil deze ontwikkeling niet verder toelaten, maar beschouwt de bestaande situatie wel als een gegeven (hoewel sinds de goedkeuring van het GRS leegstand hier ook de kop heeft opgestoken). De gemeente streeft naar een consolidatie op een beperkt aantal plaatsen langs de N78. De verbetering van de veilige bereikbaarheid van de handelszaken langs de N78 voor de bewoners van Rekem en Neerharen (ook voor zwakke weggebruikers) dient onderzocht te worden, meerbepaald de ruimtelijke mogelijkheden voor ontsluiting van het kleinhandelslint (en de inrichting van parkeermogelijkheden) vanuit de parallelstraten. De gemeente wenst de hogere overheid te stimuleren om de verblijfskwaliteit langs deze steenweg te verhogen.

Verder stelt het GRS een specifiek beleid voor tot de ontwikkeling van een erfgoedconcentratie in Oud-Rekem. Deze beleidsintentie is echter minder relevant voor voorliggende startnota, hoewel hierbinnen wel treffend verwoord wordt hoe de gemeente aanstuurt op nieuwe initiatieven die in harmonie gerealiseerd dienen te worden met de historische omgeving. Deze is weliswaar op bouwkundig vlak niet onmiddellijk voelbaar is op de projectsite, enkele beeldbepalende landschappelijke aspecten (die evenzeer bijdragen aan het unieke karakter van de streek), zijn dat wel.

5.3.4 Richtinggevend gedeelte – Visie GRS op woongebiedbeleid Het woonbeleid dient gericht te zijn op de realisatie van een passende huisvesting voor alle bevolkingsgroepen. Dat wil zeggen dat het woonbeleid dient uit te gaan van de behoeften en evoluties in de behoeften van de bevolking, en dat in meervoudig opzicht: • wijzigende woonomstandigheden : verhoging van de graad van comfort, ... • de behoeften van de diverse bevolkingsgroepen in demografisch opzicht: ouderen, jongeren, ... • de financiële draagkracht van de diverse bevolkingsgroepen.

De kwaliteit van het wonen en van de woonomgeving vormt een belangrijke indicator voor het welzijn en de welvaart van de bevolking en heeft een belangrijk uitstralingseffect op de ontwikkelingsdynamiek van een samenleving op diverse terreinen. Het streven naar kwaliteit dient vanuit meervoudig opzicht te worden benaderd: rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 25 (73)

• aandacht voor de kwaliteit van het woningbestand en aandacht voor het voorkomen van verkrotting en leegstand, • aandacht voor een kwalitatieve ontwikkeling van de nieuwbouw, rekening houdend met de financiële draagkracht van de verschillende bevolkingsgroepen, • kwaliteit van de woonomgeving: groenvoorzieningen, spel en recreatiemogelijkheden, onderhoud ...

Het woonbeleid moet inspelen op de druk vanuit Maastricht en omgeving. De realisatie van de nieuwe inbreidingsgebieden moet een prijsregulerende invloed hebben zodat wonen betaalbaar blijft voor de modale Lanakenaar.

Verdichting is één van de sleutelbegrippen in een ruimtelijk beleid waar openheid en stedelijkheid voorop staat. Om een economisch draagvlak voor voorzieningen te behouden en te creëren en het ruimtegebruik te beperken, is het noodzakelijk om naar minimale dichtheden te streven. Voor de kernen van het buitengebied is dit woningdichtheid van minimaal 15 woningen per hectare - uitgedrukt op een ruimtelijk samenhangend geheel. Bij de berekening van de dichtheid binnen een ruimtelijk samenhangend geheel worden de elementen (en hun oppervlakte) gelegen binnen het geheel die ook van belang zijn voor het functioneren van andere ruimtelijk samenhangende gehelen of voor een ruimtelijk geheel dat op een hoger schaalniveau kan worden aangeduid, buiten beschouwing gelaten. Daarbij moet worden vermeld dat dichtheden: • Moeten worden opgevat als bruto-dichtheden; • Moeten worden opgevat als richtcijfer; • Niet door te rekenen zijn naar perceelsoppervlaktes; • Deel uitmaken van een gemeentelijk ruimtelijk en huisvestingsbeleid;

Het omgaan met minimale dichtheden moet op een zodanige wijze gebeuren dat kwaliteitsvolle woonomgevingen worden gecreëerd. Lagere dichtheden daarentegen maken het steeds moeilijker om een economisch draagvlak voor bijbehorende voorzieningen te garanderen, om collectieve vervoersmogelijkheden te optimaliseren en om mobiliteit per fiets of te voet aantrekkelijk te maken voor korte verplaatsingen. Een ruimtelijke differentiatie van de woningdichtheid blijft steeds mogelijk en wenselijk onder meer naar gebieden met een grotere verweving van functies en activiteiten.

De na te streven dichtheid voor het buitengebied is 15 wo/ha zoals aangegeven in het RSV. Deze na te streven dichtheid wordt als leidraad gebruikt bij verdichting, ze is richtinggevend en zal niet beschouwd worden als absolute waarden. Het is mogelijk om binnen één gebied differentiatie te brengen in woningtype en grootte, zelfs met vooropgestelde hoge dichtheden. Variaties in bebouwingstype (open, halfopen en gesloten), het voorzien van meerdere kleinere wooneenheden in een bouwblok, het schakelen van woningen en het stapelen, ... Het gaat hier in feite om typologische oplossingen waardoor hogere dichtheden te realiseren zijn zonder de leefkwaliteit te verminderen.

De ruimtelijke differentiatie van de woningdichtheid in Lanaken wordt gekoppeld aan de categorisering van de nederzetting en de afstand tot de kern. Voor kernversterkende inbreidingsgebieden is het wenselijk om een hogere dichtheid te realiseren. De referentie om de afstand ten opzichte van de kern te bepalen is de 500 meter loopafstand. Voor de koppeling aan de categorisering van de kernen is het wenselijk om een hogere dichtheden te realiseren in rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 26 (73)

het structuurondersteunend hoofddorp en de hoofddorpen en een lagere dichtheid in de woonkernen.

Volgende dichtheden zijn richtinggevend voor de hoofddorpen Rekem, Gellik en Veldwezelt • 500 meter 15 à 20 wo/ha • 500 meter 12à 15 wo/ha

En voor de woonkernen Neerharen, Smeermaas en Kesselt • 500 meter 15 wo/ha • 500 meter 12à 15 wo/ha

Figuur 9 GRS Lanaken, kaart 8 ‘woondichtheden’

In wat volgt geeft de gemeente in het GRS een kwantitatieve evaluatie van de gerealiseerde woonbehoefte en de vraag en het aanbod mee. Hieruit worden enkele conclusies getrokken naar bijsturing van het gemeentelijke woongebiedbeleid. De gemeente wenst hierbij een bijsturing te realiseren in de hoofddorpen Rekem en Gellik omdat daar in het recente verleden geen inbreidingsgebieden gerealiseerd werden, desniettemin ligt de focus op Lanaken zelf. Voor de planperiode tot 2017 wordt een bijsturing voorzien van 332 wooneenheden in Lanaken, 158 wooneenheden in Rekem en 151 wooneenheden in Gellik.

De kwantitatieve evaluatie wordt doorgetrokken naar de verschillende deelgebieden binnen de gemeente die voor wooninbreiding of woonuitbreiding in aanmerking komen. Specifiek voor het deelgebied Heirbaan Rekem wordt gesteld dat er een bestemmingswijziging naar woongebied rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 27 (73)

dient te komen. Letterlijk wordt volgende bepaling in het richtinggevende deel van het GRS opgenomen:

“De gemeente wenst het industriegebied Heirbaan Rekem om te vormen naar woongebied. Deze historisch gegroeide bedrijvigheid heeft zijn functie op deze plek verloren. Het terrein wordt gesaneerd. Dit industriegebied is omgeven door woningen en voor nieuwe industriële bedrijvigheid niet geschikt. Het betreft een klein gebiedje (5ha83 industriegebied met bufferzone) dat zeer gunstig gelegen voor toekomstige woonbebouwing. Voor het gebied wordt een richtinggevende dichtheid van 12 à 15 wo/ha vooropgesteld. De bestemmingswijziging van het industriegebied Heirbaan Rekem moet gezien worden als een zone die een multifunctionele invulling krijgt met een accent op wonen. Het opmaken van een structuurschets met een programma van eisen maakt onderdeel uit van het GemRUP.

De richtinggevende ontwikkeling voor dit gebied is als volgt: • Gemeentelijk initiatief – periode 2012-2017 en reserve • Overwegend grondgebonden eengezinswoningen • Minimum 25% sociale huur- en/of koopwoningen • ± 20% van de percelen met een richtinggevende oppervlakte van 4 are

De gemeente maakt een of meerdere gemeentelijke uitvoeringsplannen op om de realisatie van de bestemmingswijzigingen naar wonen waar te maken.” (GRS Lanaken, richtinggevende deel , p. 62)

In wat volgt geeft de gemeente aan welke kernprincipes voor haar van belang zijn bij de ontwikkeling van woongebieden: functionele verweving; woonkwaliteit (aandacht voor groen, traag verkeer, recreatief medegebruik, …); aandacht voor een kwalitatieve voorafgaandelijke visievorming voor grotere ontwikkelingen; aandacht voor een diversiteit in typologieën; voorzien van een minimum aan sociale huisvesting (streefcijfer 10%); voorzien van bejaardenhuisvesting; …

5.3.5 Richtinggevend gedeelte – Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Rekem en Neerharen De gemeente wenst de kernen van Oud-Rekem en Rekem verder te versterken, rekening houdend met elk hun eigenheid en functie. De woonfunctie wordt in Rekem nog verder uitgebreid en verdicht. De bestaande woongebieden worden verder afgebouwd. Nieuwe wooninbreidingen concentreren zich vooral in de gebieden aan de Groenstraat en de Populierenlaan (op ca. 700m ten noorden van het plangebied). Bij de ontwikkeling van inbreidingsgebieden hecht de gemeente belang aan het behoud van een redelijk open en groen karakter. Er wordt ook gestreefd naar het behouden van solitaire bomen, bomengroepen en groenelementen die bijdragen aan het karakter van de omgeving. Appartementen en meergezinswoningen kunnen binnen een nog af te bakenen perimeter. Naar volume en bouwhoogte toe zullen deze harmoniëren met de omgeving.

Niet-hinderende bedrijven kunnen zich vestigen in de woongebieden. Een verdere ontwikkeling en uitbreiding van de winkelbedrijven langs de N78 wordt beperkt binnen de gewenste kleinhandelszone van het stedelijk netwerk Zuidelijk Maasland. Handel op lokaal niveau, diensten en voorzieningen concentreren zich bij voorkeur op de Populierenlaan die de centrale as is in Rekem. rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 28 (73)

De afwikkeling van het verkeer in de woongebieden zal verlopen volgens een duidelijke structuur. Centraal in Rekem neemt de Populierenlaan deze functie op. Enkele straten worden uitgewerkt als groene structurerende assen. In de woongebieden van Rekem worden deze aangelegd, met veilige fiets- en voetgangersmogelijkheden om de omliggende open ruimte te bereiken. Aangepaste en veilige fietsroutes worden eveneens gesitueerd langs de Zuidwillemsvaart. Ook bij de heraanleg van de Heirbaan wordt een fietspad gecombineerd.

Figuur 10 GRS Lanaken, kaart 21 ‘gewenste ontwikkeling deelkernen Rekem en Neerharen’, met een deel van de legende rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 29 (73)

De verdere woonontwikkeling in Neerharen situeert zich vooral ten oosten van de gewestweg N78. De oorspronkelijke historisch gegroeide kern wordt herkenbaar gemaakt. Het betreft hier de Ladderstraat, de Heirbaan, de Kasteelstraat, de Keelhofstraat waaraan de kerk alsook de school gesitueerd zijn. Voornoemde straten krijgen een uitstraling van ‘centrum’ en centrale ontsluitingen.

5.3.6 Bindend gedeelte Volgende bindende bepalingen uit het GRS zijn relevant voor voorliggend RUP.

Bindende bepaling 10: veldwegen, voetpaden en buurtwegen. De gemeente selecteert alle bestaande veldwegen, voetwegen en buurtwegen als te behouden. Indien aangetoond kan worden dat hun functie vervallen is of dat waardevolle alternatieven kunnen aangeboden worden zal de gemeente de nodige procedures opstarten voor het wijzigen of afschaffen van de voet- en buurtwegen.

Bindende bepaling 16: RUP bestemmingswijziging naar woongebied. De gemeente wenst in het industriegebied Heirbaan Rekem (industriegebied en bufferzone) de bestaande gewestplan bestemming naar woongebied te wijzigen.

5.4 Mobiliteitsplan Lanaken De vernieuwing van het mobiliteitsplan van Lanaken (opgesteld door Sweco) werd op 25 april 2016 door de gemeenteraad aangenomen.

Het mobiliteitsplan van de gemeente is erop gericht een duurzaam beleid te voeren waarin veilige en vlotte mobiliteit voor alle Lanakenaren en de bezoekers van de gemeente vooropstaat. Een belangrijke klemtoon ligt daarbij op het langzaam verkeer, waarbij getracht wordt een modal shift te realiseren ten voordele van de fiets en de voetganger (STOP-principe: Stappers-Trappers-Openbaarvervoer-Personenwagens). Globale doelstelling is om mensen er toe aan te zetten zachte vervoerwijzen te gebruiken. Daarnaast wordt, waar mogelijk, een beleid gevoerd waarbij kwetsbare gebieden zoals woonzones en natuurgebieden ontzien worden van (doorgaand) gemotoriseerd verkeer. Dit moet echter hand in hand gaan met het vrijwaren van voldoende mobiliteitsmogelijkheden voor allen.

Een goed ruimtelijk beleid is noodzakelijk om de bebouwingsdruk op te vangen in de kernen en de open ruimte te vrijwaren. Het accent ligt dan ook op kernversterking. Het GRS van de gemeente vormt hiervoor de basis.

De komst van de sneltramverbinding Hasselt – Maastricht (Spartacus) zal belangrijke potenties voor Lanaken met zich meebrengen. De ontsluitingsmogelijkheden, vooral richting Maastricht maar ook richting Hasselt, zullen sterk verbeteren. De realisatie van de sneltram zal een impact hebben op de N78-Europalaan, het parkeren in het centrum, het openbaar busvervoer, … Een globaal beleid moet dit in goede banen leiden zodat het potentieel van Spartacus ten volle benut worden. Omwille van de onzekerheid met betrekking tot de realisatie van Spartacus wordt in het mobiliteitsplan ook een pakket van maatregelen voorzien voor het geval Spartacus (nog) niet gerealiseerd wordt.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 30 (73)

Figuur 11 Mobiliteitsplan Lanaken, kaart 1 ‘Synthese beleidscenario’ rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 31 (73)

In de kernen zijn de zwakke weggebruikers maatgevend voor de inrichting van de openbare ruimte. Het functionele fietsroutenetwerk wordt stelselmatig gerealiseerd en voorzien van adequate fietsvoorzieningen zodat belangrijke locaties ontsloten worden door het fietsnetwerk. Het gaat om de verschillende deelkernen, scholen, industriegebieden, sportfaciliteiten, ....

Door een fijnmazig netwerk van trage verbindingen te realiseren, kan men vlot van de ene naar de andere kant van een zone met de fiets of te voet. De concurrentiepositie t.o.v. de auto wordt hierdoor versterkt. Een goede autobereikbaarheid van alle bestemmingen is niet meer prioritair. Wel dient de bereikbaarheid gegarandeerd te zijn. Het gemotoriseerd verkeer wordt zoveel mogelijk gekanaliseerd via een beperkt aantal geschikte wegen. Bovenlokaal verkeer wordt uitsluitend op deze wegen geponeerd. Gemotoriseerd verkeer wordt zoveel mogelijk geweerd uit de verblijfsgebieden. Het zwaar vrachtverkeer wordt in de woongebieden aan banden gelegd. Het bestuur voert tevens een gedifferentieerd snelheidsbeleid en een hiërarchisch parkeerbeleid.

Dit beleidsscenario (dat naast bovenvermelde intenties ook nog een aantal opzetten omtrent ontsluiting van de industriegebieden en vrachtverkeer omvat), wordt uitgewerkt in enkele concrete werkdomeinen. We vermelden de relevante voor voorliggende startnota.

Ruimtelijke ordening De principes van uit het GRS worden overgenomen en bevestigd in het mobiliteitsplan.

Afbakenen verblijfsgebieden De kernen dienen ruimtelijk afgebakend te worden. Zo kan men de kernen ruimtelijk onderverdelen in twee gebieden: een overgangsgebied en een kerngebied, welke in elkaar overgaan door middel van poorten. Dit zijn overgangen waarbij ruimtelijk en verkeerskundig wordt aangegeven dat men in een ander gebied komt qua gebruik, snelheid, wegbeeld en beleving. Een poort vormt voor de weggebruiker een duidelijk signaal dat men hier een andere situatie binnenrijdt; ze geven aan dat vanaf deze plaatsen de voorzieningskern aanvangt dan wel eindigt. Poorten kunnen gecreëerd worden door het voorzien van groen, wegversmallingen, asverschuivingen, middenbermen, rotondes, straatmeubilair…

Het verblijfsgebied van Rekem ligt langs, maar hoofdzakelijk ten oosten van de N78-Steenweg. De Heirbaan vormt een westelijke grens, maar tussen de Heidestraat en de Daalbroekstraat ligt een wijk die eveneens tot het verblijfsgebied behoort. De Veldstraat vormt de zuidoostelijke grens, samen met Colmonterveld.

Neerharen is gelegen langs de N78-Staatsbaan. Het verblijfsgebied bevindt zich langs beide zijden en is via de N78 verbonden met Rekem. Aan de oostzijde loopt het verblijfsgebied bijna tot de Zuid-Willemsvaart (Geulerweg, Kasteelstraat, Heirbaan). Aan de westzijde ligt de woonwijk langs de Lijsterstraat, een gedeelte van de Neerharenweg, de Romeinendreef en de Paalsteenstraat nog binnen de afbakening.

De verblijfsgebieden worden op de synthesekaart van het beleidscenario weergegeven.

Inrichting voetgangersnetwerk In de deelkernen van Lanaken moet het voetgangersnetwerk fijnmazig zijn. Hier is het dan ook voor de hand liggend dat de kernen moeten uitgerust moet zijn met kwalitatieve voetgangersvoorzieningen (binnen de bebouwde kom bedraagt de min. voetpadbreedte 1,50m). rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 32 (73)

Ook de aanlooproutes vanuit de woongebieden naar de kernen moeten zijn uitgerust met goede voetgangersvoorzieningen. Een goede oversteekbaarheid is hierbij van groot belang. De ideale structuur wordt benaderd indien de voetgangers steeds de meest directe route van en naar de voorzieningen heeft. Een voetgangersnetwerk dient immers gericht te zijn op het afleggen van korte afstanden.

Voetgangersnetwerk Rekem: de belangrijkste attractiepolen in Rekem zijn gelegen ten oosten en zuiden van het centrum. Hiertoe werd in de kaart met het voetgangersnetwerk voor Rekem bij het mobiliteitsplan de Populierenlaan/Patersstraat en Sint-Pieter opgenomen als oostelijke georiënteerde aanlooproutes richting centrum en voornaamste attractiepunten. De N78- Steenweg ter hoogte van de kern van Rekem fungeert als noord-zuidgerichte verbinding. De Heidestraat werd als aanlooproute opgenomen vermits deze verbinding geeft tot de zuidelijk gelegen attractiepolen. De doorsteek tussen het Keltenhof en Frankenhof zorgt voor de verbinding tussen de hier gelegen woongebieden naar de kern van Rekem toe. De noord- zuidgerichte as Veldstraat/Heirbaan zorgt voor de (langzame) verbinding tussen de kernen van Rekem en Neerharen.

Voetgangersnetwerk Neerharen: de voornaamste attractiepolen ter hoogte van de kern van Neerharen zijn hoofdzakelijk in zuidwestelijke richting gelegen. Hierbij fungeert de Neerharenweg als belangrijke aanlooproute tussen het centrum en de sportaccommodaties in het zuidwesten. Hier zijn eveneens een aantal verwevingen van trage wegen. De Paalsteenlaan/ Ladderstraat en Schuttershofstraat/Keelhoffstraat zijn oost-westgeoriënteerde aanlooproutes die de woongebieden ten oosten en westen van de kern van Neerharen verbinden met zijn centrum. Analoog hieraan is de N78-Staatsbaan opgenomen als noord- zuidgeoriënteerde aanlooproute.

Aanvullend lokaal fietsroutenetwerk De route Heirbaan – Veldstraat – Hilarion Thanslaan, wordt als alternatief tussen Neerharen en Rekem opgenomen.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 33 (73)

5.5 Relevante fietsroutenetwerken Binnen verschillende bestuursniveaus werden verschillende soorten van fietsroutenetwerken vastgelegd. We onderscheiden het “Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk” (BFF), het recreatief fietsroutenetwerk met fietsknooppunten en de fietssnelwegen. Een van deze recreatieve routes loopt omheen de site. Ze verbind verbindt een hoofdroute van het BFF (N78) met fietssnelweg F78 (Zuid-Willemsvaartroute)

Figuur 12 Uitsnede uit de digitale kaart ‘BFF + FSW Limburg versie 2018-10-16’, zoals opgemaakt door de provincie Limburg. Paars: fietssnelweg; rood: BFF, hoofdroute; blauw: BFF, functionele route; groen: route toeristisch fietsroutenetwerk. Plangebied: eigen aanduiding met zwart markeerpunt.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 34 (73)

6 Doelstellingen van het RUP

De doelstelling van het RUP is om te komen tot een bestemmingswijziging naar woongebied (of een aan het wonen verwante bestemming, die er in functie van staat) van dat deel van het grondgebied van de gemeente dat momenteel wordt bepaald door art. 12, 13 of 14 van BPA Hangveld – Wijzigingsplan.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 35 (73)

7 Overwogen alternatieven

7.1 Nulalternatief Het ‘nulalternatief’ houdt in dat er geen nieuw planinitiatief wordt genomen. In dat geval blijft ter hoogte van het plangebied het BPA (ambachtelijke zone, gemengde zone en zone non- aedificandi) van kracht. Enkel de bestemmingen zoals toegelaten onder het BPA zijn in dat geval vergunbaar. Hoewel er vandaag misschien niet onmiddellijk een kandidaat is om de site opnieuw in te vullen met ambachtelijke industrie, valt te verwachten dat dit op termijn toch gebeurt, gezien dit dan de enige manier zou zijn om het terrein nog ten gelde te maken. Dergelijke invulling is echter niet geschikt te midden van het woonweefsel waarbinnen de site zich bevindt. Echter, wanneer een dergelijke vergunningsaanvraag zou worden ingediend, conform de voorschriften van het BPA, kan deze niet ultiem blijven tegengehouden worden. Het valt daarom te verwachten dat het nulalternatief op lange termijn tot een herinvulling als bedrijvenzone zal leiden. Gezien dit niet gewenst is binnen de beschouwde residentiële omgeving (cfr. GRS Lanaken), is het nulalternatief geen gunstige optie.

7.2 Locatiealternatieven Aangezien de doelstelling van het RUP de herbestemming is van een bestaande site is, zijn locatiealternatieven niet aan de orde.

7.3 Inrichtingsalternatieven Inzake inrichting zijn meerdere alternatieven te bedenken. De startnota toont dan ook drie scenario’s met mogelijke invulling van het plangebied, onder het gedeelte ‘Aanzet RUP’. De input naar aanleiding van de openbaarmaking van de start- en procesnota en de inzichten vanuit de adviesronde zal het planteam heel wat bijkomende gegevens opleveren. Op basis hiervan kunnen keuzes gemaakt worden. Omtrent het uiteindelijke voorkeursscenario, dat de basis van het RUP zal vormen, kan nu nog geen uitspraak gedaan worden.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 36 (73)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 37 (73)

8 Aanzet RUP

8.1 Afbakening en reikwijdte plangebied Het plangebied kan zelfs in deze startfase al heel nauwkeurig bepaald worden. Het omvat de volledige zone voor ambachtelijke industrie, gemengde zone en zone non-aedificandi van het het BPA Hangveld Wijzigingsplan (art. 12, 13 of 14).

Kaart 01: Stratenatlas Kaart 02: Topokaart Kaart 03: Orthofoto

8.2 Detailleringsgraad Het RUP legt op kadastraal niveau de nodige randvoorwaarden op om geplande ontwikkelingen optimaal te laten functioneren met respect voor de omringende ruimte. We streven hierbij naar een RUP met een goed evenwicht tussen juridische zekerheid en flexibiliteit.

Gezien het om een groot braakliggend stuk van enige omvang gaat, zal een gewerkt worden met (een) projectzone(s) waaraan een inrichtingsstudie gekoppeld wordt. Op die manier kunnen ook kwalitatieve aspecten verordenend mee gegeven worden zonder dat een gebied in deze fase al tot in detail wordt ontworpen.

8.3 In ze zetten instrumenten In functie van het maximaliseren van de ontwikkelingskansen of het inbrengen van sociale of maatschappelijke voorzieningen wordt tijdens het planproces onderzocht of voor bepaalde percelen een voorkooprecht dient te worden opgenomen of dat een onteigeningsplan dient te worden opgemaakt om door verweving actiever de ontwikkelingen te kunnen sturen.

8.4 Inrichtingsalternatieven Een startnota betreft slechts de eerste stap in een lang RUP-proces. De procedure schrijft voor om met de startnota naar het publiek te stappen om zo de intenties van de initiatief nemende overheid kenbaar te maken. Aangezien het vraagstuk van voorliggend RUP vrij concreet kan omschreven worden (de inrichting van een nieuwe woonwijk op een duidelijk afgebakend terrein), wordt er voor gekozen om nu al drie inrichtingsscenario’s voor te stellen. Deze zijn geen definitieve blauwdrukken, maar 3 suggesties bedoeld om bij publicatie van deze startnota en tijdens het eerste participatiemoment de discussie met de omwonenden, de adviesinstanties en de GECORO op gang te brengen.

Scenario 1 is een weergave van het masterplan ontworpen voor de site door OYO architecten en Arch & Teco (17/05/2018), in opdracht van de huidige eigenaar van de site. Scenario 2 & 3 werden ontworpen door Sweco, in opdracht van de gemeente Lanaken, binnen het kader van de aan haar toegewezen RUP-opdracht.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 38 (73)

Scenario 1 (OYO architecten en Arch&Teco)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 39 (73)

Scenario 1 is een ontwerp van OYO architecten en Arch&Teco. Het sluit conceptmatig het meeste aan bij de omliggende wijken. Het scenario voorziet in 77 woningen en 48 appartementen. Het parkeren voor de appartementen wordt ondergronds georganiseerd en voor de woningen bovengronds in parkeerpockets.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 40 (73)

Scenario 2 (Sweco)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 41 (73)

Scenario 2 is een ontwerp van Sweco. Het uitgangspunt van het ontwerp is het openhouden van de zichten vanaf de twee toegangen tot de site (vanuit de Heirbaan en het Hangveld) naar de Maasvallei. Aan de randen van het gebied wordt de overgang met de omliggende wijken gemaakt door te werken met individuele woningen in gesloten bebouwing. Meer centraal worden er meergezinswoningen met maximaal 4 lagen voorzien. Centraal doorheen de site voorzien we een fietspad dat de noodzakelijke connecties doorheen het gebied maakt. Door de opbouw als ‘dambord’ kunnen per ‘vak’ verschillende programma’s aan zowel de bebouwing als de landschappelijke invulling gegeven worden. Zo is het denkbaar dat het ene bouwblok een traditioneel appartementsgebouw wordt en het andere co-housing. Ook naar landschappelijke invulling toe kan het ene ‘vak’ een traditioneel park worden, het andere een CSA, nog een andere een hoogstamboomgaard, … Het scenario voorziet in 52 woningen en 76 appartementen. Parkeren gebeurt voornamelijk ondergronds. Enkel aan de oostelijke rand worden een paar bovengrondse parkeerplaatsen voorzien. Dit om het scenario financieel interessant te houden voor investeerders.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 42 (73)

Scenario 3 (Sweco)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 43 (73)

Scenario 3 is eveneens een ontwerp van Sweco. Enkele van de krachtlijnen uit scenario 2 komen hier opnieuw terug: centrale verbindende fietsroute, veel publiek groen, aanwerken tegen de bestaande wijken met een meer traditionele bebouwing met individuele woningen, centralere hoogbouw, … Ook in dit scenario is er naar gestreefd het zicht op de Maasvallei maximaal te bewaren. De bebouwing wordt voornamelijk voorzien onder de vorm van enkele ‘sliertvormige’ appartementsgebouwen. Tussen de gebouwen kunnen zo slierten van groen voorzien worden. Het scenario heeft dan ook het laagste ruimtebeslag van de 3. Het parkeren gebeurt grotendeels ondergronds, onder de appartementsgebouwen. Enkel voor een paar rijwoningen worden bovengronds parkeerplaatsen voorzien. Het scenario omvat 117 appartementen en 32 woningen.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 44 (73)

Vergelijking scenario’s De scenario’s zijn zoals gezegd nog maar een eerste aanzet. Elk vanuit een specifieke ontwerpmatige invalshoek. Toch kan er nu al een vrij objectieve vergelijking gemaakt worden door een aantal kerncijfers in kaart te brengen. Om met open vizier naar het eerste participatiemoment te kunnen stappen, wordt hieromtrent nog geen beoordeling opgenomen.

SC1 % SC2 % SC3 % wegenis / fietspaden 9292,39 16,8% 5512,29 10,0% 5519,62 10,0% bovengrondse parkeerplaatsen 2335,44 4,2% 455,00 0,8% 250,00 0,5%

bestaande bebouwing 433,97 0,8% 433,97 0,8% 433,97 0,8% grond-inname gebouwen 8273,00 15,0% 8362,66 15,1% 7960,00 14,4%

privaat groen 12862,54 23,3% 5359,48 9,7% 4718,00 8,5% publiek groen / halfverharding 14680,53 26,5% 27754,47 50,2% 28996,28 52,4% bestaande tuinen (buffer) 7438,80 13,4% 7438,80 13,4% 7438,80 13,4%

totaal 55316,67 100,0% 55316,67 100,0% 55316,67 100,0%

woningen 77,00 61,6% 52,00 40,6% 32,00 21,5% appartementen 48,00 38,4% 76,00 59,4% 117,00 78,5% totaal 125,00 100,0% 128,00 100,0% 149,00 100,0%

grond-inname (gebouw + vh) / woning 159,21 m²/wo 111,95 m²/wo 92,15 m²/wo publiek groen / woning 117,44 m²/wo 216,83 m²/wo 194,61 m²/wo

Een rode aanduiding duidt voor een scenario hetgeen aan dat het grootste ruimtebeslag betekend voor het beschouwde aspect, een groene aanduiding het scenario met het geringste ruimtebeslag (of met het meest overblijvende open ruimte).

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 45 (73)

Het percentage verharding omvat wegenis, fietspaden en parkeerplaatsen. Het percentage privaat groen omvat bestaande en nieuwe privétuinen. Het percentage gebouwen omvat bestaande en nieuwe bebouwing (binnen het plangebied).

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 46 (73)

9 RVR-toets

In dit hoofdstuk wordt nagegaan of het plan een invloed heeft op de risico's en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting, enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen zelf. Dit wordt nagegaan met behulp van de RVR-toets, een internettoepassing ontwikkeld door de dienst VR.

De toets geeft aan dat er zich geen bestaande Seveso-inrichtingen in of nabij het plangebied bevinden. Vanuit de gemeente wordt gesteld dat de inplanting van nieuwe Seveso-inrichtingen in het RUP wordt uitgesloten.

Bijgevolg stelt de toepassing dat er geen RVR moet worden opgesteld. Het plan moet niet voorgelegd worden aan het Team Externe Veiligheid

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 47 (73)

10 Beschrijving en beoordeling van de te verwachten milieueffecten

10.1 Inleiding Door middel van het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2017 waarin de inwerkingtreding van het decreet omtrent ‘integratie plan-MER bij ruimtelijke uitvoeringsplannen’ werd vastgelegd, worden de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd.

In een eerste fase, namelijk in voorliggende startnota, gaat men na of het plan of programma aanzienlijke effecten kan hebben ten opzichte van de bestaande situatie voor mens en milieu. In het geval er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn en geen MER vereist is, volstaat een onderbouwing en motivering in de startnota (een onderzoek tot mer).

10.2 Toetsing plan-MER-plicht Om na te gaan of het voorgenomen plan onder de toepassing van de plan-m.e.r.-plicht valt, moeten drie vragen stapsgewijs beantwoord worden, namelijk:

1. Valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)?

Ja – De opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen is voorgeschreven door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Het RUP wordt opgesteld op initiatief van de gemeente Lanaken. Het RUP valt m.a.w. onder de definitie van een plan of programma.

2. Valt het plan onder het toepassingsgebied DABM?

Ja – Het plan vormt het kader voor de latere toekenning van een vergunning (waaronder minstens een stedenbouwkundige vergunning) aan het project, zodat het plan onder het toepassingsgebied van het DABM valt.

Is er een passende beoordeling nodig?

Nee – Het plangebied ligt op ca. 750 m van de dichtstbijzijnde Speciale Beschermingszone (SBZ). Gezien de afstand tot de verschillende SBZ en de aard van het vooropgestelde plan wordt er geen impact verwacht op de SBZ-gebieden en is de opmaak van een passende beoordeling niet noodzakelijk.

3. Valt het plan onder de plan-m.e.r.-plicht? Vormt het plan kader voor een project van Bijlage I, II of III?

Ja - Het voorgenomen plan vormt een kader voor projecten zoals die vermeld worden onder Bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-decreet. Volgende rubriek is van toepassing: rubriek 10b (bijlage III): rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 48 (73)

stadsontwikkelingsprojecten. Het plan is dus van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig. Maar indien het een klein gebied van lokaal niveau of een kleine wijziging betreft, kan toch een screeningsnota worden opgemaakt.

4. Betreft het een klein gebied van lokaal niveau (lokaal belang) of een kleine wijziging?

Ja – Het plangebied behelst een gebied met een oppervlakte van circa 5,83 ha. Met dit RUP wenst de gemeente Lanaken het ambachtelijk industriegebied Heirbaan Rekem en omliggend buffergebied om te vormen tot woongebied. Deze bestemmingswijziging behoudt een harde hoofdbestemming van het plangebied, maar zorgt voor een afname in milieu belastende effecten door de omschakeling naar woongebied. Om deze reden houdt het RUP Heirbaan een beperkte herziening of een kleine wijziging van de bestaande gewestbestemming in. Gezien het hier tevens een gemeentelijk RUP betreft en de geplande activiteiten en functies een lokaal bedieningsniveau hebben, kan het plangebied hier ook gemotiveerd worden als een klein gebied van lokaal niveau.

Er kan bijgevolg besloten worden dat het RUP zowel een klein gebied van lokaal niveau betreft als een kleine wijziging is en bijgevolg screeningsgerechtigd is.

10.2.1 Conclusie plan-m.e.r-plicht Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP betreft echter een kleine wijziging en is dus screeningsgerechtigd.

10.3 Scoping van milieueffecten In onderstaande paragrafen wordt voor het plangebied een nazicht van de relevante milieudisciplines opgemaakt op basis van de kwetsbaarheden en beschermde gebieden in – of in de nabije omgeving van het plangebied enerzijds en de kenmerken van het plan anderzijds.

10.3.1 Kwetsbaarheden van het gebied De kwetsbaarheid van een gebied is in belangrijke mate bepalend voor de te verwachten milieueffecten. De kwetsbaarheid van het gebied wordt in kaart gebracht aan de hand van de voorkomende zogenaamde bijzondere beschermde gebieden en bijzonder kwetsbare gebieden in het studiegebied.

In het besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder ‘bijzonder beschermde gebieden’. In onderstaande tabel wordt de ligging van het plan ten opzichte van de bijzonder beschermde gebieden weergegeven.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 49 (73)

Bijzonder beschermde gebieden Situering t.a.v. plangebied

Habitatrichtlijngebied ‘Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek’ (BE2200037) ligt op 0,75 km ten zuidoosten van het plangebied en ‘Mechelse heide en De speciale beschermingszones overeenkomstig het vallei van de Ziepbeek’ (BE2200035) op 1,2 km ten decreet van 21 oktober 1997 betreffende het westen. Dit laatste SBZ-H gebied overlapt gedeeltelijk natuurbehoud en het natuurlijk milieu met het Vogelrichtlijngebied (SBZ-V) ‘Mechelse Heide en de Vallei van de Ziepbeek’ (BE2200727) en ligt tot op ca. 1,5 km ten westen van het plangebied.

Er komen geen van deze gebieden voor binnen het Waterwingebieden plangebied of in de onmiddellijke omgeving.

Natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke Ca. 600 m ten zuidoosten van het plangebied is het waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aan- erkend natuurreservaat, beheerd door LILA, ‘Dal van de gewezen op plannen van aanleg en ruimtelijke Grensmaas’ gelegen. uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening

Bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, agrarische gebieden met Er komen geen van deze gebieden voor binnen het ecologisch belang of ecologische waarde en ermee plangebied. Het dichtstbijzijnde bosgebied bevindt zich vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van op ca. 270 m ten westen van het plangebied. aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening.

Aan de overzijde van de Heirbaan is het beschermd stads- en dorpsgezicht ‘Kapel Sint-Petronella met omgeving’ (ID: 3057) aanwezig met bijhorend beschermd monument ‘Kapel Sint-Petronella’ (ID: 3053). Een beschermd landschap, stads- of dorpsgezicht, 200 m ten noorden van het plangebied bevindt zich monument of archeologische zone tevens het beschermd stads- en dorpsgezicht ‘L-vormige hoeve van 1865 met omgeving’ (ID: 2883) met de L- vormige hoeve van 1865 (ID: 2879) opgenomen als beschermd monument.

Het SBZ-H gebied ten zuidoosten is tevens aangeduid als VEN-gebied ‘De Grensmaas Zuid’, een grote eenheid Het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het natuur (GEN 416-2). VEN-gebied ‘De Hoge Kempen’ decreet van 21 oktober 1997 betreffende het bestaat uit een gedeelte GEN, GENO (grote eenheid natuurbehoud en het natuurlijk milieu. natuur in ontwikkeling) en natuurverwevingsgebied (401), en ligt op ca. 1300 m ten westen van het plangebied.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 50 (73)

Bijzonder beschermde gebieden Situering t.a.v. plangebied

Ca. 500 m ten oosten van het plangebied is het erfgoedlandschap ‘Oud-Rekem en omgeving’ (ID: 135254) Erfgoedlandschappen volgens BPA of RUP gesitueerd. Ten zuidoosten, op ca. 800 m, bevindt zicht het erfgoedlandschap ‘Kasteel van Hocht en Hochterbampd’ (ID: 135343).

De aanwezigheid van bijzonder beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoende de kwetsbaarheid van een gebied weer. De kwetsbaarheid van een gebied is immers in belangrijke mate bepalend voor de te verwachten milieueffecten. De kwetsbaarheid van het gebied wordt beschreven aan de hand van de aanwezigheid van bijzonder kwetsbare gebieden. De bijzonder kwetsbare gebieden hebben geen juridische betekenis. De kwetsbaarheid wordt gekarakteriseerd aan de hand van beschikbaar kaartmateriaal, dat een ruwe indicatie hiervan geeft. Gezien dit een eerder ruwe werkwijze is die de specifieke eigenheid van het gebied onvoldoende in rekening brengt, wordt er uitgegaan van het voorzorgsbeginsel op dit vlak. Dit betekent dat – als er twijfel is over de kwetsbaarheid – er wordt uitgegaan van een ‘worst case’ inschatting van de kwetsbaarheid.

Bijzonder kwetsbare gebieden Situering t.a.v. plangebied

Niet van toepassing (bodem ter hoogte van plangebied is Gebieden met slechte drainage (drainageklasse f, g of i) grotendeels gekarteerd als droge zandbodem of antropogene bodem).

Ter hoogte van het plangebied komen geen van deze Gevoelige bodems (veengronden, kleigronden) bodems voor.

Ter hoogte of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied komen geen overstromingsgevoelige Gevoelige gebieden volgens de watertoets- kaarten gebieden voor. De dichtstbijzijnde overstromingsgevoelige zones situeren zich ca. 500 m ten zuidoosten van het plangebied in de vallei van de Maas.

De Ziepbeek (geklasseerde, tweede categorie) loopt ca. 200 m ten noorden van het plangebied. De Zuid- (open) gerangschikte waterlopen Willemsvaart (bevaarbare waterloop) bevindt zich op ca. 500 m ten zuidoosten van het plangebied.

In het plangebied is enkel een kleine centrale zone Waardevolle en zeer waardevolle gebieden op de gekarteerd als biologisch waardevol (hp+: soortenrijk biologische waarderingskaart (BWK) permanent cultuurgrasland).

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 51 (73)

Bijzonder kwetsbare gebieden Situering t.a.v. plangebied Stiltegebieden Geen

Kapel Sint-Petronella is gedocumenteerd als vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID: 18185) en inventaris bouwkundig erfgoed – relicten (ID: 960) en bevindt zich aan de overzijde van de Heirbaan. Geïnventariseerd erfgoed 250 m ten noorden van het plangebied is de L-vormige hoeve van 1865 gesitueerd, dat is opgenomen als vastgesteld bouwkundig (ID: 18990) en inventaris bouwkundig erfgoed – relicten (ID: 968).

HAG-gebied Geen

Slechts een klein gedeelte van het plangebied is Woongebieden volgens bestemmingsplan of aangeduid als woongebied. Dit sluit aan op het groter woonconcentraties in nabijheid van plangebied geheel ten westen van het plangebied.

Seveso-inrichtingen Geen

10.3.2 Aard van het plan Het planologisch initiatief betreft de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zodat het industriegebied Heirbaan Rekem kan herontwikkeld worden tot een zone die een multifunctionele invulling krijgt met een accent op wonen.

10.3.3 Resulterende scoping Door de omgevingskenmerken te combineren met de plankenmerken kan op eenvoudige wijze een zeer gerichte scoping van de relevante milieudisciplines worden opgemaakt. De scoping laat toe de relevante en minder relevante milieudisciplines de detecteren.

ruimtelijke ruimtelijke gezondheid veiligheid

en en

-

– – –

odem

B Grond oppervlaktewater Biodiversiteit onroerend Landschap, en archeologie erfgoed Mobiliteit Geluid Lucht Mens aspecten Mens Mens Omgevingskenmerken Bijzonder beschermd gebied Beschermd stads- en X dorpsgezicht, monument rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 52 (73)

Kwetsbare gebieden Geïnventariseerd erfgoed (X) X Woongebied X (X) (X) (X) (X) Plankenmerken Vergraving X (X) (X) Ruimte-inname (X) X X X Versnippering Verstoring X X (X) (X) (X) Relevantie milieudisciplines X X X X (X) (X) X (X) Relevantie discipline: mate waarin de realisatie van het plan (onderdeel) relevant is voor een specifieke discipline x = relevant (x) = beperkt relevant

Op basis van de confrontatie tussen de omgevingskenmerken en de plankenmerken vertonen volgende disciplines een verhoogde relevantie:

• Bodem • Grond- en oppervlaktewater • Landschap, onroerend erfgoed en archeologie • Mobiliteit • Mens - ruimtelijke aspecten

De disciplines biodiversiteit en mens-veiligheid worden als niet relevant geacht en worden daarom niet verder behandeld. De aspecten rond lucht, geluid, mens – gezondheid zullen aan bod komen binnen mens – ruimte.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 53 (73)

10.4 Milieueffecten en –beoordeling In onderstaande paragrafen worden voor de relevante milieudisciplines de elementen van de referentiesituatie beschreven. Op basis hiervan worden de mogelijke milieueffecten ingevolge het plan in beeld gebracht. Om aan te tonen dat de realisatie van het plan geen significante milieueffecten genereert wordt voor de relevante milieudisciplines een antwoord geformuleerd op volgende vragen:

• In welke mate resulteert de wijziging van de juridisch planologische situatie in aanzienlijk negatieve effecten? • In welke mate resulteert de wijziging van de feitelijke situatie in aanzienlijke negatieve effecten?

10.4.1 Discipline bodem

Beschrijving referentiesituatie De bodem binnen het plangebied is volgens de bodemkaart grotendeels aangeduid als droge lemige zandbodem met structuur B horizont (Sbb) en het gedeelte aansluitend aan de Heirbaan als antropogeen (bebouwde zone).

Planologisch is het terrein aangeduid als ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied. In 2014 werd het fabrieksterrein van Limburgse Rubberproducten (LRP) vervolgens gesloopt en ligt het terrein sindsdien grotendeels braak.

Volgens de informatie van OVAM betreffende bodemverontreinigingen, zijn ter hoogte van het plangebied volgende onderzoeken gebeurd in kader van OVAM-dossier 27297: • 2005 : Melding van schade • 2006 : Oriënterend bodemonderzoek • 2010 : Beschrijvend bodemonderzoek • 2013 : Bodemsaneringsproject • 2014 : Kwaliteitsplan Bodemsaneringwerken • 2016 : Eindevaluatieonderzoek

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Het RUP betreft een herbestemming van industrie naar wonen. Zowel de huidige bestemming als de toekomstige bestemming voorzien de mogelijkheid in oprichting van bebouwing en verharde oppervlakte. Enkel zal de huidige bufferzone door het RUP bijkomend ook bebouwd kunnen worden.

Het gevaar voor aantasting van de bodem door gevaarlijke stoffen valt weg door het RUP.

Het RUP kent ten opzichte van de planologische referentiesituatie geen aanzienlijke milieueffecten ten aanzien van bodem.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 54 (73)

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituatie Ten opzichte van de feitelijke referentiesituatie waarin het terrein grotendeels braak ligt, voorziet het RUP in nieuwe bebouwing. Gezien de vroegere activiteit en de sanering, is bodemverstoring beperkt tot de voormalige bufferzone.

Conclusie Er wordt ervan uitgegaan dat de toegestane werken zullen uitgevoerd worden met respect voor de vigerende wetgeving. Op die manier kan er besloten worden dat de impact op de discipline bodem beperkt is.

10.4.2 Discipline grond- en oppervlaktewater

Beschrijving referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het Maasbekken, meer bepaald in het deelbekken van de Kikbeek en Ziepbeek. Deze laatste, een geklasseerde waterloop van categorie 2, loopt circa 200 m ten noorden van het plangebied. Ten zuidoosten van het plangebied bevinden zich opeenvolgend de Zuid-Willemsvaart en de Maas, beiden bevaarbare waterlopen.

Planologisch is het terrein aangeduid als ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied. In 2014 werd het fabrieksterrein van Limburgse Rubberproducten (LRP) vervolgens gesloopt en ligt het terrein sindsdien grotendeels braak.

Op basis van de watertoetskaarten kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt:

• Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) • Het plangebied is niet overstromingsgevoelig • Het plangebied is infiltratiegevoelig • Het plangebied is slechts op zeer sporadische plaatsen erosiegevoelig

Volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart ligt het plangebied in een gebied met kwetsbaarheidsgraad Ba1 (uiterst kwetsbaar).

Op de overstromingskaarten worden de recent overstroomde gebieden (ROG’s), de risicozones voor overstromingen en de overstroomde gebieden bij de meest recente overstromingen aangeduid. In het plangebied zijn geen van die zones ingekleurd, noch is het plangebied aangeduid als een van nature overstroombare gebied. Ter hoogte van de wijk wordt er in de realiteit wel wateroverlast ondervonden ten gevolge van opstuwing in het rioleringsstelsel. Deze problematiek wordt tegen 2021 verbeterd door verschillende projecten in de buurt van het plangebied.

Ter hoogte van het plangebied is er geen grondwaterwinning aanwezig. Het plangebied ligt ook niet in een beschermingszone van een grondwaterwinning van drinkwater.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 55 (73)

Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd). Het plangebied situeert zich binnen centraal gebied (zoneringsplan VMM) met de noordoostelijke hoek aangeduid als collectief te optimaliseren buitengebied.

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Het RUP betreft de wijziging van een ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied naar woongebied ter hoogte van de Heirbaan. Zowel de huidige bestemming als de toekomstige bestemming voorzien de mogelijkheid in oprichting van bebouwing en verharde oppervlakte. Het gevaar voor aantasting van het grondwater door gevaarlijke stoffen valt weg door het RUP.

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituatie De vroegere industriegebouwen werden afgebroken waardoor het terrein grotendeels braakliggend is vandaag de dag. Het overige gedeelte wordt gebruikt als akkergrond. Het RUP voorziet een wijziging van de fysische bodemtoestand en het waterregime door de realisatie van bebouwing (mix van ééngezinswoningen, ééngezinswoningen met winkel, villa’s en vierkant hoeves) en verharding. Concreet worden er, afhankelijk van de mogelijke inrichtingsscenario’s, tussen de 125 en 149 woonentiteiten voorzien binnen het project.

Vandaag de dag is er reeds in zekere mate wateroverlast aanwezig door opstuwing in het rioleringsstelsel. Dit zal echter verholpen worden tegen 2021 door verschillende geplande rioleringswerken. Door tevens te voldoen aan de gewestelijke verordening met betrekking tot hergebruik, infiltratie, bufferen en vertraagde afvoer van hemelwater worden de effecten van de toegenomen verharding op het grondwatersysteem als niet significant beschouwd.

Conclusie Er wordt ervan uitgegaan dat de toegestane werken zullen uitgevoerd worden met respect voor de vigerende wetgeving. Op die manier kan er besloten worden dat de impact op de discipline grond- en oppervlaktewater beperkt is.

10.4.3 Discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie

Beschrijving referentiesituatie Planologisch is het terrein aangeduid als ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied. In 2014 werd het fabrieksterrein van Limburgse Rubberproducten (LRP) vervolgens gesloopt en ligt het terrein sindsdien grotendeels braak.

In het plangebied bevinden zich geen beschermde of geïnventariseerde erfgoedwaarden. Ten westen, meer bepaald aan de overzijde van de Heirbaan, is het beschermd stads- en dorpsgezicht ‘Kapel Sint- Petronella met omgeving’ gesitueerd. Kapel Sint-Petronella is opgenomen als beschermd monument, vastgesteld bouwkundig erfgoed en inventaris bouwkundig erfgoed – relicten. 200 m ten noorden van het plangebied bevindt zich verder het beschermd stads- en dorpsgezicht ‘L-vormige hoeve van 1865 met omgeving’ waarbij de L-vormige hoeve van 1865 ook is opgenomen als beschermd monument, vastgesteld bouwkundig erfgoed en inventaris bouwkundig erfgoed – relicten.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 56 (73)

Ten oosten van het plangebied is op ca. 500 m het erfgoedlandschap ‘Oud-Rekem en omgeving’ gesitueerd. Ten zuidoosten, op ca. 800 m, bevindt zicht het erfgoedlandschap ‘Kasteel van Hocht en Hochterbampd’.

Er bevinden zich geen archeologische sites in het plangebied of in de directe omgeving ervan. De Veldstraat ten oosten van het plangebied, tot aan het gedeelte dat enkel bereikbaar is voor zwakke weggebruikers is gemarkeerd als gebied waar geen archeologie te verwachten valt. Zo zijn er ook twee zones ten westen van de Heirbaan gemarkeerd, net als de Rekemerstraat ten noorden van het plangebied.

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Het RUP betreft de wijziging van een ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied naar woongebied ter hoogte van de Heirbaan. Zowel de huidige bestemming als de toekomstige bestemming voorzien de mogelijkheid in oprichting van bebouwing en verharde oppervlakte.

De reeds hoger vermelde dorpsgezichten gaan reeds op in het woonlandschap van Rekem (Lanaken) en kijken niet uit op het plangebied. Hierdoor worden er geen negatieve effecten verwacht ten aanzien van landschap en onroerend erfgoed.

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituatie Voorliggend RUP voorziet bebouwing en verharding waar er vandaag de dag nog geen verharding aanwezig is. Er worden, afhankelijk van de mogelijke inrichtingsscenario’s, tussen de 125 en 149 woonentiteiten gepland binnen het project bestaande uit een mix van ééngezinswoningen, ééngezinswoningen met winkel, villa’s en vierkant hoeves. De reeds hoger vermelde dorpsgezichten gaan reeds op in het woonlandschap van Rekem (Lanaken) en kijken niet uit op het plangebied. Hierdoor worden er geen negatieve effecten verwacht ten aanzien van landschap en onroerend erfgoed.

Ter hoogte van het plangebied zijn geen archeologische vondsten gemeld. Dit wil echter niet zeggen dat er in de bodem geen archeologisch erfgoed aanwezig is. De gekende archeologische vindplaatsen zijn echter slechts een fractie van de totale hoeveelheid erfgoed aanwezig in de bodem. De nieuwe invulling van het plangebied zal vergraving met zich meebrengen. Bij het aanvragen van een vergunning voor voorliggend plan zal de opmaak van een archeologienota noodzakelijk zijn. Rekening houdende met de vernieuwde wetgeving omtrent archeologie wordt de impact ten gevolge van het ongedocumenteerde verlies van archeologisch erfgoed bijgevolg ondervangen.

Conclusie Voorliggend plan is niet van die aard dat ze aanzienlijk negatieve effecten op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie zal teweeg brengen.

10.4.4 Discipline mobiliteit

Beschrijving referentiesituatie Het plangebied is gelegen langs de Heirbaan te Rekem. Qua verkeer wordt deze Heirbaan gekenmerkt als een relatief rustig tracé. Het plangebied zelf genereert binnen de feitelijke referentiesituatie geen verplaatsingen aangezien er geen verkeersgenererende functies gelegen zijn. Binnen de planologische referentiesituatie wordt er wel verkeer gegenereerd. Tabel 10-2 geeft een beeld van de verkeersgeneratie van een industriezone. rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 57 (73)

Wat betreft de verkeersinfrastructuur is er geen verschil tussen de feitelijke en de planologische referentiesituatie.

Beschrijving weginfrastructuur De Heirbaan wordt gekenmerkt als een landelijke weg, vormgegeven als een 2x1 rijbaan zonder scheiding van rijstroken. Deze weg loopt ter hoogte van het plangebied nagenoeg parallel met de N78 – Steenweg tussen Lanaken en Maasmechelen.

Het wegprofiel van de Heirbaan is relatief smal. Er zijn geen aparte fiets- of voetgangersvoorzieningen aanwezig waardoor er sprake is van gemengd verkeer. Tevens zijn er geen wegmarkeringen aanwezig.

Figuur 13: Wegprofiel van de Heirbaan ter hoogte van het plangebied

Aan beide zijden van de rijbaan primeert de woonfunctie, getypeerd door vrijstaande woningen met elk hun eigen erftoegang. Parkeren wordt dan ook voornamelijk georganiseerd op privaat domein.

Beschrijving netwerken Voetgangersnetwerk In de directe omgeving van het plangebied zijn enkele tracés gelegen die deel uitmaken van het gemeentelijk voetgangersnetwerk. Ten zuiden van het plangebied maakt de Heirbaan deel uit van een belangrijke voetgangersas die vervolgens aansluit op de Veldstraat die het zuidoosten van het plangebied omgeeft.

Fietsroutenetwerk De N78 – Steenweg tussen Lanaken en Maasmechelen staat gecategoriseerd als een hoofdroute voor fietsers. Het functionele fietsverkeer op bovenlokaal niveau wordt verwacht gebruik te maken van deze hoofdroute die parallel gelegen is aan de Heirbaan. De Heirbaan zelf maakt geen deel uit van het functionele fietsroutenetwerk waardoor het fietsverkeer dat het plangebied passeert eerder van lokale aard is.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 58 (73)

De Heirbaan maakt wel deel uit van het recreatieve fietsroutenetwerk en maakt deel uit van de landelijke fietsverbinding tussen de knooppunten 140 en 58.

Wegencategorisering De Heirbaan is gelegen binnen het verblijfsgebied van Rekem, in een omgeving die voornamelijk bestemd is voor lokaal verkeer. Binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan staat de Heirbaan geselecteerd als een lokale weg type III met toegang bieden tot het erf als enige functie. De N78 wordt geselecteerd als secundaire weg type II en heeft hierdoor een verzamelfunctie op bovenlokaal niveau.

Snelheidsregimes Binnen het grootste deel van deelgemeenten Rekem en Neerharen werd een algemeen snelheidsregime van 50 km/u toegepast binnen het verblijfsgebied. Ook de Heirbaan behoort tot deze zone ter hoogte van het plangebied. Het principe ‘bebouwde kom’ is echter niet van toepassing voor de Heirbaan.

Openbaar vervoer Langsheen het plangebied lopen geen buslijnen die deel uitmaken van het netwerk van De Lijn. Op het tracé N78 – Steenweg is er een bundeling aan buslijnen op lokaal en bovenlokaal niveau.

Langs de Heirbaan is op zo’n 200 m ten zuiden van het plangebied een bushalte gelegen, nl. halte ‘Rekem Petronella’, echter wordt deze halte enkel bediend door de belbus. De dichtstbijzijnde bushalte is gelegen langs de Steenweg op ongeveer 200 m van het plangebied. Deze halte ‘Rekem Bovenwezet’ wordt bediend door buslijnen naar o.a. Tongeren, en Maastricht.

Vrachtroutenetwerk De Heirbaan maakt momenteel geen deel uit van het vrachtroutenetwerk. Binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan staat de N78 – Steenweg geselecteerd als een vrachtroute type 1 binnen het netwerk zwaar verkeer. Door de parallelle ligging van deze weg wordt geen hinder verwacht t.a.v. zwaar verkeer voor de planzone. Deze categorisering kan in de toekomst echter wijzigen door de invulling van het Vlaams Vrachtroutenetwerk dat op moment van schrijven in ontwerp is.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 59 (73)

Figuur 14: Voetgangersnetwerk (bron: mobiliteitsplan Lanaken)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 60 (73)

Figuur 15: Fietsnetwerk (bron gegevens: mobiliteitsplan Lanaken)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 61 (73)

Figuur 16: Wegencategorisering (bron: mobiliteitsplan Lanaken)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 62 (73)

Figuur 17: Snelheidsplan (bron: mobiliteitsplan Lanaken)

Beschrijving verkeersdruk Sluipverkeer Binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt de Heirbaan vermeld als sluiproute. Dit gegeven wordt erkend als één van de mobiliteitsknelpunten binnen de gemeente. De Heirbaan is echter niet geschikt om doorgaand gemotoriseerd verkeer te verwerken. Men geeft aan dat er harde infrastructurele maatregelen nodig zijn om het sluipverkeer te weren. Sluipverkeer wordt hierbij gezien als een gemeentegrensoverschrijdende materie.

Heraanleg kruispunt N78 x Heirbaan x Heidestraat x Rekemerstraat Het lichtengeregeld kruispunt N78 – Steenweg x Heirbaan x Heidestraat x Rekemerstraat, ten noorden van het plangebied, staat binnen het mobiliteitsplan eveneens gekenmerkt als een knelpunt gezien het hoge aantal verkeerongevallen. Binnen een streefbeeldstudie voor de N78 wordt voorzien dat dit kruispunt in de nabije toekomst wordt omgevormd tot een rotonde ter bevordering van de verkeerveiligheid en -doorstroming.

Verkeerstelling N78 Voor de Heirbaan zijn geen verkeerstellingen beschikbaar die het druktebeeld schetsen t.h.v. het plangebied. Wel zijn er vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer tellingen beschikbaar van een telpost op de N78 – Steenweg in Rekem. Op een gemiddelde werkdag passeren er 11.443 voertuigen per etmaal in de richting van Maasmechelen en 11.458 voertuigen in de richting van Lanaken. rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 63 (73)

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Op het gewestplan werden verschillende bestemmingen toegekend aan het plangebied. Aan de zuidoostelijke zijde van de planzone die tegen de Heirbaan grenst werd de bestemming ‘industriezone’ toegekend. In het verleden werd dit deel van de planzone ook effectief ingericht als een zone met industriële activiteiten. Voorts werd de functie ‘bufferzone’ toegekend aan het plangebied. Tot op heden werd binnen deze zone aan agrarische activiteiten gedaan. Binnen de planologische referentiesituatie wordt uitgegaan van een situatie waarbij de planzone verkeer aantrekt in functie van de industriële activiteiten. Voor de bestemming ‘bufferzone’ worden geen verplaatsingen gegenereerd.

Het RUP houdt een wijziging in van de industriezone met omliggend buffergebied naar een woongebied. Concreet worden er, afhankelijk van de mogelijke inrichtingsscenario’s, tussen de 125 en 149 woonentiteiten voorzien binnen het project, in de vorm van een mix tussen woningen en appartementen.

Binnen het RUP worden drie inrichtingsconcepten onderzocht. Op basis van de informatie m.b.t. ruimtegebruik en aantal woonentiteiten per categorie werd aan de hand van demografische gegevens en kencijfers per concept een raming gemaakt van de verkeersgeneratie die het woonontwikkelingsproject met zich mee brengt. Deze brongegevens worden weergegeven in Tabel 10-1 en 1-Tabel 10-2.

Kencijfers verkeersgeneratie ‘wonen’1 Gemiddelde gezinsgrootte Limburg 2,51 personen Gezinsgrootte per entiteit 2,64 pers. per woning, 1,82 pers. per appartement Aantal woning-gerelateerde verpl. 2,29 verplaatsingen Autobezettingsgraad 1,35 personen Modal split Lanaken2 76% auto, 7% OV, 9% fiets Parkeerbehoefte wonen 1,27 auto’s per gezin

Tabel 10-1: Kencijfers verkeersgeneratie wonen

Kencijfers verkeersgeneratie ‘industrie’3 Gemiddelde autobezetting 1,09 personen Gem. # vtg. per ha per etmaal 170 autobewegingen, 44 vrachtbewegingen Modal split 41% lichte vracht, 59% zware vracht Distributie ochtendspits 4% vertrekkend, 10% aankomend Distributie avondspits 9% vertrekkend, 4% aankomend

1 Bron: Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies (2018) 2 Bron: ‘Jouw gemeente in cijfers’ Lanaken (Statistiek Vlaanderen, 2018) 3 Bron: Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies (2018) rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 64 (73)

Tabel 10-2: Kencijfers verkeersgeneratie industrie

Concept 1 Binnen het eerste concept worden gedurende de drukste spitsuren ongeveer 191 bijkomende autobewegingen geraamd. Deze verplaatsingen worden gegenereerd door zowel de bewoners als de bezoekers van het woonproject.

Verkeersgeneratie auto Ochtend (8-9u) 94 Avond (17-18u) 97

Tabel 10-3: Geraamde bijkomende autoverplaatsingen - concept 1

Concept 2 Bij de invulling die gepland staat binnen het tweede concept worden er tijdens de ochtendspits 98 personenauto’s extra gegenereerd terwijl tijdens de avondspits 101 bijkomende personenauto’s worden geraamd.

Verkeersgeneratie auto Ochtend (8-9u) 98 Avond (17-18u) 101

Tabel 10-4: Geraamde bijkomende autoverplaatsingen - concept 2

Concept 3 Ten gevolge van de woonontwikkeling zullen er binnen het derde concept 206 extra autoverplaatsingen gegenereerd worden tijdens de drukste ochtend- en avondspitsuren.

Verkeersgeneratie auto Ochtend (8-9u) 100 Avond (17-18u) 106

Tabel 10-5: Geraamde bijkomende autoverplaatsingen - concept 3

Uitgaande van de worst-case benadering kunnen we besluiten dat, overeenkomstig met de invulling van concept 3, er per spitsuur tot 106 bijkomende autobewegingen bijkomen na de ontwikkeling. Dit betekent dat in vergelijking met de planologische referentiesituatie er een toename zal zijn in het aantal verkeersbewegingen ter hoogte van het plangebied.

In de planologische referentiesituatie wordt voor het industriegebied een raming gemaakt van om en bij de 46 bijkomende personenwagens gedurende de drukste ochtend- en avondspitsuren. Dit komt neer op ongeveer 23 bijkomende verkeersbewegingen tijdens het drukste ochtend- en avonduur. Tevens wordt rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 65 (73)

geraamd dat het industriegebied per etmaal ongeveer 44 bijkomende vrachtbewegingen genereerd, waarvan 26 binnen de categorie ‘zware vracht’.

Concreet wordt de volgende balans in acht genomen:

• 106 bijkomende pae (personenauto’s) tijdens het drukste spitsuur gegenereerd door de nieuwe invulling • 89 bijkomende pae (personenauto’s en vrachtwagens) tijdens het drukste spitsuur gegenereerd door de planologische referentiesituatie

De nieuwe, geplande invulling van het plangebied brengt meer verplaatsingen met zich mee dan de planologisch voorziene invulling. Concreet wordt voor de nieuwe invulling een bijkomende verkeersgeneratie van 17 pae per drukste spitsuur verwacht t.o.v. de planologische referentiesituatie. De eventuele negatieve effecten van het vrachtverkeer binnen de planologische referentiesituatie worden echter verwacht groter te zijn dan de raming van 17 bijkomende autoverplaatsingen door de nieuwe invulling. De aanwezigheid van vrachtverkeer binnen een woonzone is namelijk niet wenselijk. Tevens is het wegvak van de Heirbaan, met een totale wegbreedte van 5,50 m, niet voldoende uitgerust om op regelmatige basis vrachtverkeer te faciliteren.

In dat opzicht wordt bij de nieuwe invulling een verbetering van de verkeerssituatie verwacht in vergelijking met de planologische referentiesituatie.

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituatie Op dit moment is er geen verkeersgenererende functie aanwezig binnen het plangebied. De vroegere industriegebouwen werden afgebroken waardoor het terrein momenteel braakliggend is. Indien het woonontwikkelingsproject gerealiseerd wordt zal dit een effect hebben op de bestaande verkeersnetwerken (zie raming hierboven).

Fietsverkeer Indien de woonontwikkeling wordt ingepast binnen het plangebied worden er per dag ongeveer 68 bijkomende fietsverplaatsingen verwacht. Langs de Heirbaan zijn geen fietsvoorzieningen aanwezig en wordt het principe van gemengd verkeer toegepast. Echter dient aandacht te worden gegeven aan de aansluiting van de Heirbaan met het functionele fietsroutenetwerk.

Openbaar vervoer Als de modal split4 van de inwoners van Lanaken nagegaan wordt blijkt dat slechts 7% van de bevolking gebruik maakt van het openbaar busvervoer als hoofdverplaatsing voor het woon-werk verkeer. De effecten op het netwerk van het openbaar vervoer gaan uitgaande van deze cijfers eerder beperkt zijn. Echter wordt verwacht dat het haltegebruik van de dichtstbijzijnde haltes van De Lijn gaat toenemen ten gevolge van de bijkomende wooneenheden.

4 Bron: ‘Jouw gemeente in cijfers’ Lanaken (Statistiek Vlaanderen, 2018) rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 66 (73)

Druktebeeld Ten opzichte van de situatie ‘vandaag’ gaan er per etmaal zo’n 520 (uitgaande worst-case concept 3) woning-gerelateerde auto verplaatsingen bijkomen. Per drukste spitsuur komt dit neer op ongeveer 106 autoverplaatsingen. Het profiel van de Heirbaan is met een wegbreedte van ongeveer 5,50 m geschikt om lokaal verkeer te ontsluiten naar het hoger gelegen wegennet. Zo’n 300 meter ten noorden van het plangebied sluit de Heirbaan aan op de N78 – Steenweg.

Zwaar verkeer Zowel in de feitelijke referentiesituatie als bij de geplande invulling genereren de functies op het terrein geen vrachtverkeer. Er wordt verwacht dat het boven(lokale) vrachtverkeer gebruik zal maken van de parallel gelegen N78. In verband met de kilometerheffing dient erop te worden toegezien dat de Heirbaan niet gebruikt wordt als sluiproute door het zwaar verkeer.

Conclusie In termen van verkeerbelasting kan gesproken worden van een verbetering t.o.v. de planologische referentiesituatie (industrie + bufferzone) na de invulling van het woonproject. Het woonproject zal meer autoverplaatsingen aantrekken in vergelijking met de vroegere situatie, al zal de proportie aan vrachtverkeer teniet gedaan worden. Vrachtwagenverkeer is niet gewenst binnen een woonzone en is moeilijk verenigbaar met de bestaande fiets- en voetgangersstromen op de Heirbaan.

Ten opzichte van de feitelijke situatie vandaag neemt de verkeersbelasting op dagbasis aanzienlijk toe, waardoor de Heirbaan bijkomende autoverplaatsingen te verwerken krijgt. Echter, aangezien de gemeente binnen het mobiliteitsplan voor werkdomein ‘B4 herinrichting van wegen’ erin voorziet om specifiek voor de Heirbaan maatregelen te treffen tegen het huidige probleem van bovenlokaal sluipverkeer zal de afwikkeling van het woonproject geen bijkomende negatieve effecten veroorzaken. . Er kan namelijk aangenomen worden dat de afwikkeling van verkeer binnen een woonzone zeer geleidelijk verloopt.

Een aandachtspunt dat in acht genomen dient te worden is dat binnen de planzone moet voorzien worden in de eigen parkeerbehoefte. Langs de Heirbaan is straatparkeren toegelaten, echter is het niet wenselijk dat langs het openbaar domein van de Heirbaan ruimte wordt ingenomen om de bijkomende parkeervraag op te vangen. De doorstroming, alsook de veiligheid van het zachte verkeer mag hierdoor niet beïnvloed worden. Voor het woonontwikkelingsproject wordt een parkeervraag van min. 164 en max. 190 parkeerplaatsen geraamd voor bewoners en bezoekers. Het is aangewezen om, afhankelijk van de parkeernorm, de geraamde parkeervraag te beschouwen als minimaal aantal parkeerplaatsen die voorzien dienen te worden binnen het plangebied.

Voor de overige verkeersnetwerken zijn de te verwachten effecten op mobiliteit eerder beperkt. Er worden voor deze discipline geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 67 (73)

10.4.5 Discipline mens – ruimtelijke aspecten

Beschrijving referentiesituatie Ruimtegebruik Het plangebied strekt zich uit ten oosten van de Heirbaan tussen de Veldstraat en Tombenlaan in de gemeente Lanaken, tussen het centrum van deelgemeentes Rekem in het noorden en de kern van Neerharen in het zuiden. Het plangebied wordt omringd door woongebied ten westen dat zich situeert rond de Steenweg (N78) en de Heirbaan, woonuitbreidingsgebied ten oosten en akkergronden ten zuiden. Deze akkergronden strekken zich verder uit zuidoostwaarts tot aan de lager gelegen vallei rond de Zuid- Willemsvaart en de Maas. Het plangebied bevindt zich op de rand van het Maasterras dat zicht biedt op de lager gelegen open ruimtes. Ten noorden van het plangebied loopt de Ziepbeek die in vroegere tijden nog dienst deed als stadsgracht.

Figuur 18: Digitaal terreinmodel voor de omgeving van het plangebied

Juist ten zuiden van de toegang tot het plangebied bevindt zich een bakkerij (brood en banket Cools). Nog meer ten zuiden in de Heirbaan is aan de westkant een kapelletje gelegen met omliggend parkje. De overige bebouwing in de Heirbaan betreft woningen. De Steenweg ten westen wordt gekenmerkt door rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 68 (73)

een mix van woningen en handelszaken. Het gemeentelijk recreatiedomein met sporthal ligt ca. 100 m ten noordwesten van het plangebied.

Landbouw Het plangebied ligt vandaag de dag deels braak en deels doet het dienst als akkergrond. Een smalle strook in het zuidoostelijk gedeelte van het plangebied is volgens het gewestplan ook bestemd als agrarisch gebied. Deze akkergrond sluit ruimtelijk aan op de akkergebieden ten zuidoosten van het plangebied die zich in de Maasvallei en rond de Zuid-Willemsvaart uitstrekken. Deze akkergronden zijn zoals reeds eerder besproken lager gelegen en worden gemarkeerd als gebied met cultureel-historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan.

Lucht Uit de luchtkwaliteitskaarten van de VMM (http://www.vmm.be/data/luchtkwaliteit-in-je-eigen- omgeving) blijkt dat het plangebied gekenmerkt wordt door een vrij goede luchtkwaliteit. Zo worden de luchtkwaliteitsdoelstellingen van de Europese milieukwaliteitsnorm (en Vlarem) voor NO2, PM10 en PM2,5 gerespecteerd in het plangebied. Ook de gezondheidskundige advieswaarde opgesteld door de Wereld gezondheidsorganisatie (WGO) worden gerespecteerd.

Figuur 19: NO2 concentraties ter hoogte van het plangebied (Bron: VMM)

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 69 (73)

Figuur 20: PM10 concentraties ter hoogte van het plangebied (Bron: VMM)

Figuur 21: PM2,5 concentraties ter hoogte van het plangebied (Bron: VMM) rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 70 (73)

Geluid De Steenweg ten westen van het plangebied is de grootste geluidsbron in de omgeving van het plangebied (zie Figuur ). De invloed hiervan reikt echter niet tot aan het plangebied zelf. De bestaande activiteiten ter hoogte van deze steenweg en de Heirbaan met de aanwezigheid van bedrijven, handels- en horecazaken, woningen, landbouwpercelen en openbare ruimtes brengen een zekere hinder met zich mee eigen aan de activiteiten, maar zorgen niet voor significante geluidshinder.

Figuur 22: Geluidsbelastingkaart voor het wegverkeer ter hoogte van het plangebied (Bron: Geopunt)

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de planologische referentiesituatie Het RUP betreft de wijziging van een ambachtelijke industriezone met omliggend buffergebied naar woongebied ter hoogte van de Heirbaan. Dit historisch industrieterrein heeft zijn functie op deze plek verloren en wordt bijna volledig omgeven door woongebied. De bestemmingswijziging heeft tot doel de creatie van een zone die een multifunctionele invulling krijgt met een accent op wonen en draagt zo bij tot een betere inpasbaarheid in het huidige landschap. Het multifunctionele aspect geeft ruimte voor zaken van vrije beroepen, zoals bvb. een kapperszaak, boekhouderkantoor etc. De bestemmingswijzing van het plangebied leidt aldus tot een betere ruimtelijke en functionele invulling in de omgeving. Gezien de aard van het plan zal het RUP geen relevante negatieve invloed hebben op mens – ruimte en gezondheid.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 71 (73)

Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de feitelijke referentiesituati e Ruimtegebruik Vandaag de dag ligt een deel van het plangebied braak en leidt het voorliggend RUP tot een invulling van dit gebied waarbij er hoofdzakelijk gefocust wordt op woongelegenheden. Het overige deel is opgedeeld in akkergronden. Het RUP beoogt een betere ruimtelijke en functionele invulling van het plangebied met de omgeving, waarbij er maximaal wordt ingezet op groenvoorzieningen. De nieuwe wijk voorziet circa 130 wooneenheden met een onderverdeling in ééngezinswoningen, ééngezinswoningen met winkel, villa’s en vierkant hoeves. De ontsluiting voor autoverkeer gebeurt via de Heirbaan met centrale inrit en noordelijke en zuidelijke uitrit. Naast het autoverkeer zullen ook de fietspaden ruimtelijk aansluiten op het huidig fietsnetwerk.

Gezondheid Er worden via het RUP geen activiteiten toegestaan die een abnormale hinder, met inbegrip van water, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stank en trillingen veroorzaken voor de omgeving. Het RUP zal wel leiden tot een lokale aanzienlijke toename van wegverkeer dat een bijkomende impact levert naar geluid- en luchtklimaat. Onder voorbehoud dat maatregelen genomen worden tegen het huidige probleem van bovenlokaal sluipverkeer en de toekomstige capaciteit van de rotonde N78 x Rekemerstraat x Heirbaan x Heidestraat zal de verkeersafwikkeling van het woonproject geen bijkomende negatieve effecten veroorzaken naar geluid- en luchtklimaat.

Conclusie Op basis van voorgaande bespreking kan gesteld worden dat de impact van het plan op de discipline Mens – ruimtelijke aspecten, gezondheid en veiligheid beperkt zal zijn en dat er geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn als gevolg van het plan.

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 72 (73)

11 Bijlage 1: kaartenbundel

Kaart n° Omschrijving

01 Stratenatlas

02 Topokaart

03 Orthofoto

04 Gewestplan

05 Ruimtelijke uitvoeringsplannen

06 Bodemkaart

07 Bodemonderzoeken OVAM

08 Watertoets

09 Vlaamse hydrologische atlas

10 Watertoets – Overstromingsgevoelige gebieden

11 VMM - Signaalgebieden

12 VMM - Zoneringen

13 Natura 2000

14 Vlaams ecologisch netwerk

15 Biologische waarderingskaart

16 Natura 2000 habitat en boswijzer

17 Onroerend erfgoed - Landschapsatlas

18 Onroerend erfgoed - Beschermingen

19 Onroerend erfgoed - Inventarissen

20 Archeologie

21 Fietsroute

22 Historische kaart – Atlas der buurtwegen

23 Externe mensveiligheid

rup HEIRBAAN

Rev A Startnota 73 (73)

9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . S A L T A N E T A R T S

1 - 0 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Sources: Esri, HERE, Garmin, USGS, Intermap, INCREMENT P, NRCan, Esri Japan, METI, Esri China (Hong Kong), Esri Korea, Esri (Thailand), NGCC, © OpenStreetMap contributors, and the GIS User Community

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 01 RUP Heirbaan

Stratenatlas 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . T R A A K O P O T

2 - 0 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Cartoweb

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 02 RUP Heirbaan

Topokaart 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . O T O F O H T R O

4 - 0 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropnamen, kleur, meest recent, Vlaanderen

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 03 RUP Heirbaan

Orthofoto 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . N A L P T S E W E G

6 - 0 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; AGIV, gewestplan, vector (toestand 01/01/2002, correctie 01/12/2017)

projectgebied 1600 - omranding waterwinningsgebieden 0100 - woongebieden 0101 - woongebieden met kultureel- 1200 - ontginningsgebieden historische en/of esthetische waarde 1230 - tijdelijk ontginningsgebied (tot 31/12/1981) 0102 - woongeb met landelijk karakter 1506 - reservatiegebieden Omgevingsanalyse K 0105 - woonuitbreidingsgebieden 1600 - omranding waterwinningsgebieden aart 04 RUP Heirbaan 0400 - recreatiegebieden 1601 - overstromingsgebieden 0401 - gebieden voor dagrecreatie 1602 - gebied met kultureel-historische en/of esthetische waarde 1603 - zone voor renovatie (ZR) 0500 - parkgebieden Gewestplan 0600 - bufferzones 150c - bestaande hoofdverkeerswegen 0700 - groengebieden 150d - aan te leggen hoofdverkeerswegen 0701 - natuurgebieden 150g - transportleidingen: bestaande afzonderlijke leidingen 0900 - agrarische gebieden 150k - bestaande hoogspanningsleidingen 1000 - industriegebieden 1504 - bestaande waterwegen Gewestelijk RUP Projectgebied niet gelegen nabij GewRUP Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan BG - plangrondvlak Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan BG - plancontour Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan BG - plancontour

Provinciaal RUP Projectgebied niet gelegen nabij PRUP Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan BG - plangrondvlak 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . P U R

7 - 0 0 \ g n i n e e r c s

n e t

Gemeentelijk RUP/BPA Projectgebied gelegen in BPA Hangveld r a a k \ n e

BPA t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a

Hangveld a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0

Sonnevijver 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c

0 100 200 400 e w

m s \ \

Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; Gemeente, Geopunt Vlaanderen

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 05 RUP Heirbaan

Ruimtelijke uitvoeringsplannen 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . T R A A K M E D O B

2 - 1 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; AGIV, Bodemkaart 2017

projectgebied Antropogeen

Nat zand Omgevingsanalyse Vochtig zand Kaart 06 RUP Heirbaan Droog zand Vochtig zandleem Droge zandleem Bodemkaart Vochtige leem Droge leem 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . M A V O

N E K E O Z R E D N O M E D O B

4 - 1 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; WMS OVAM

projectgebied Calamiteiteninfo

Oriënterend bodemonderzoek Omgevingsanalyse Beschrijvend bodemonderzoek Kaart 07 RUP Heirbaan Bodemsaneringsproject Eindevaluatieonderzoek Melding bodemverontreiniging Bodemonderzoeken OVAM Schadegeval Evaluatieonderzoek schadegeval Erosiegevoelige gebieden Hellingenkaart Niet erosiegevoelig < 0,5% Erosiegevoelig 0,5% - 5% 5% - 10% > 10%

Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Niet infiltratiegevoelig Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Infiltratiegevoelig Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . S T E O T R E T A W

8 - 1 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a

Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden 2017 Winterbedkaart a k \ n e t

Niet overstromingsgevoelig Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier r a a k \ S Effectief overstromingsgevoelig Behoort tot het winterbed van de grote rivier I G \ s c i

Mogelijk overstromingsgevoelig h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008, Watertoets 2008-2014

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 08 RUP Heirbaan

Watertoets Gro ens tra atb eek

Ziepbeek Z ie p b e ek 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . A H V

1 - 2 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t

t r a

r a k

a \ S a I G

v \ s c

s i h p

m a r

e G

l _

l 5

i \ P R

W \ - n a a

d b

i r i

u e H

Z _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M M A \ E

a B \

a e s .

s o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; VHA 2018, Waterwinningsgebieden 2012, Polders en Watering 2011

projectgebied Oppervlaktewaterwingebieden VHA-waterlopen: Omgevingsanalyse Bevaarbaar Kaart 09 RUP Heirbaan Geklasseerd, eerste categorie Geklasseerd, tweede categorie Geklasseerd, derde categorie Vlaamse hydrologische atlas Niet geklasseerd 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e d e i b e g

e g i l e o v e g s g n i m o r t s r e v o

S T E O T R E T A W

3 - 2 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; AGIV, Watertoetskaart 2017, VHA 2018

projectgebied Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden 2017 Niet overstromingsgevoelig Omgevingsanalyse Effectief overstromingsgevoelig Kaart 10 RUP Heirbaan Mogelijk overstromingsgevoelig Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e d e i b e g l a a n g i s

M M V

5 - 2 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 100 200 400 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; AGIV, gewestplan 2002; VMM Signaalgebieden - goedgekeurde WMS - dd.21/02/2019

projectgebied Signaalgebieden: Bouwvrije opgave Omgevingsanalyse Verscherpte watertoets Kaart 11 RUP Heirbaan

VMM signaalgebieden Gr oen stra atb eek

Ziepbeek Z ie p b e e k 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e g n i r e n o z

M M V

6 - 2 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a

t k

r \ S a I G

a \ s

v c i

s h p a

m r e G l _ l 5

i \ P R

W \ - n a

d a i b r i

u e Z H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M

M A \ E B a \ e a s . o s c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; VMM, WMS Stroomgebiedbeheerplannen- Zoneringen - dd.21/02/2019

projectgebied Woonkernen Collectief geoptimaliseerd buitengebied Omgevingsanalyse Collectief te optimaliseren buitengebied Kaart 12 RUP Heirbaan Individueel te optimaliseren buitengebied - IBA aanwezig Individueel te optimaliseren buitengebied - IBA gepland Individueel te optimaliseren buitengebied - gesloten opvangsysteem aanwezig VMM - Zoneringen Individueel te optimaliseren buitengebied - gesloten opvangsysteem gepland Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek Mechelse Heide en de Vallei van de Ziepbeek 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . 0 0 0 2 A R U T A N

1 - 3 Bunder- en Elsloërbos 0 \ g n i n e e r c

Grensmaas s

n e t r a a k \ n e t r a a

Uiterwaarden langs de Limburgse Maas en Vijverbroek k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 250 500 1.000 s

Overgang Kempen-Haspengouw \

m \ Bron: ESRI, Delorme, NAVTEQ canvas world light gray base; AGIV, Vogelrichtlijngebieden 2006, Habitatrichtlijngebied 2014, Ramsar 1998

projectgebied Habitatrichtlijngebieden NL Habitatrichtlijngebieden Omgevingsanalyse Vogelrichtlijngebieden Kaart 13 RUP Heirbaan Ramsar

Natura 2000 De Hoge Kempen

De Hoge Kempen De Grensmaas Zuid 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d

De Hoge Kempen x m . N E V

2 - 3 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \

De Grensmaas Zuid n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 250 500 1.000 s \

Het Albertkanaal en Plateau van Caestert m \ Bron: ESRI, Delorme, NAVTEQ canvas world light gray base; AGIV, afbakening van het VEN (10/16)

projectgebied Grote Eenheden Natuur Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling Omgevingsanalyse Natuurverwevingsgebied Kaart 14 RUP Heirbaan

Vlaams ecologisch netwerk ppmb qb- qs gmn ppmb

ppmb qb-

qb- pms pinn ppmb n gml kp un pms lar pms pica ha hp+ kbq hp+ kbp hp+ ppms qb- hp+ hr hp+ pa pica n gml ppms pms pinn ppms quer hp+ kj khcr sz pins bs sz kbq hp+ pms pinn quer hp hp+ ppmb quer hp+ pms ppms hp k(hp+) kj kt(sp) khcr hp hp+ hp+ hp k(hp+) qb- uv ku kj kbp hp k(hp+) kb kt hp hp+ kh hx k(hp+) hp+ ae khcr hr hp+ kt kh uv kb n prus

hp+ ae sf mr n ae uv kpk hp+ kh

hp kbgml 9 1 0

n que prus qs- 2 / kd sz 2 0 / 1 2 ha . ppmb qb- d d

kd kbqr kbq kbfr kh-

-

khcr kbp d ha x

ae- sf- sal pop khcr m . K W B

hp+ sz 3 -

hp+ 3 0 \ g n i n

hp hp+ e hp+ e r c s

n e t r a a

hp+ kj- kbpica k \ n

weg kbq kd sz kb e t r a a k \ S I G

sz kz \ s

hp+ c i h p a r G _ 5

kd hu \ P R \ n a

n gml kz a b r i e H

ppms pms hp hp+ kt kh kbp kbfr _ P U R

hp+ _ k j hp+ kh kbb i l

kd kb weg e t kbq kbqr n hp hp+ e e m e G _

weg k(hu-) kh(sp) kh(sz) k(hu) hp+ kbs kbp m e ae k e

hp+ R _

kd sz kbf n e k

hp+ khcr a n a hp+ hp kh(sp) hub sp pop L _ 4 0

kd ku sz 0 sz sp hp+ kz 0 2 2 9 1 \ I R \ n gml kz sf t c e j o r P \ hp+ 1 0

hp hp+ kh hr hub sz sp kc S M A \

kd hp+ hrb kh- kbfr E

hp+ weg kbf kh(sp-) B \ e s . o c

hp+ hp+ khcr- weg kbf kh(sp-) e w sf k0d ku5 s0z 1 0 0 200 s \ hp khcr kb hp+ khcr kd hp+ hrb kh- kbfr m \ Bron: Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropnamen, kleur, dd.21/02/2019, Vlaanderen, INBO, BWK versie 2, aug 2016

projectgebied complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Omgevingsanalyse complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Kaart 15 biologisch waardevol RUP Heirbaan complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol Biologische waarderingskaart belangrijke faunistische waarde 9120 Gr oen stra atb eek

Ziepbeek Z ie p b e e k 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . R E Z J I W S O B

n e

t a t i b a h

0 0 0 2 A R U T A N

4 - 3 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a

t k

r \ S a I G

a \ s

v c i

s h p a

m r e G l _ l 5 i 6510_hu \ P R

W \ - n a

d a i b r i

u e Z H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R

gh 6510_hu rbbsp _ n e k a n a L

6510_hu rbbsp _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \

91F0 t c e j o r P \ 1 0

gh 6510 rbbsp S M

M A \ E B a \ e a s . o s c e w

91E0_sf 91F0 0 50 100 200 s \

m \ Bron: Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropnamen, kleur, dd.21/02/2019, Vlaanderen; INBO, BWK versie 2, aug 2016, Boswijzer 2012, VHA 2017

projectgebied Habitat

Onzeker habitat Omgevingsanalyse Deels habitat Kaart 16 RUP Heirbaan Bos

Natura 2000 habitat en boswijzer Oud-Rekem en omgeving

Oud-Rekem en omgeving 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . s a l t a s p a h c s d n a l

D E O G F R E

D N E R E O R N O

1 - 4 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I

Kasteel van Hocht en Hochterbampd R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: WMS GRB, Onroerend erfgoed 09/2018

projectgebied landschapsatlas vastgestelde inventaris landschapsatlas wetenschappelijke inventaris Omgevingsanalyse erfgoedlandschappen (indicatief) Kaart 17 RUP Heirbaan beheersplannen

Onroerend erfgoed - Landschapsatlas Kloosterkerk minderbroedersklooster Oude kern Rekem Likeurstokerij F. Senden-Devel: bedrijfsgebouw met inboedel OorlogsmonumentHerenhuis

Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand

L-vormige hoeve van 1865 L-vormige hoeve van 1865 met omgeving 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e

Kapel Sint-Petronella g n i m r e h c s

Kapel Sint-Petronella met omgeving e b

D E O G F R E

D N E R E O R N O

2 - 4 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I

Parochiekerk Sint-Lambertus: kerk en kerkhofmuur R \ t c e j o r P \ Parochiekerk Sint-Lambertus: kerkhof 1 Parochiekerk Sint-Lambertus: retabel 0 S M A \ E B \

L-Vormige hoeve van 1818 e s . o c e w

0 50 100 200 s

L-Vormige hoeve van 1818 met omgeving \

m \ Bron: WMS GRB; Onroerend erfgoed 09/2018

projectgebied monumenten

cultuurhistorische landschappen Omgevingsanalyse stads-en dorpsgezichten Kaart 18 RUP Heirbaan archeologische sites

Onroerend erfgoed - Beschermingen 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e s s i r a t n e v n i

D E O G F R E

D N E R E O R N O

3 - 4 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: WMS GRB, Onroerend erfgoed 09/2018

projectgebied wetenschappelijke inventarissen (niet vastgesteld) orgels Omgevingsanalyse vastgestelde inventarissen bouwkundig erfgoed - relicten Kaart 19 vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed - gehelen RUP Heirbaan historische tuinen en parken historische tuinen en parken houtige beplantingen houtige beplantingen Onroerend erfgoed - Inventarissen 50422

50389

51877

150360 210881 50017 51280 207877 9 1 0 2 / 2 0 /

51642 1 2 . d

50054 d

212593

-

d x m

52493 . E I G O L O E H C R

150636 A 218212 4 - 4

51929 0 700246 \ 50579 g n i n e e 161626 r c s

n

51812 e t

152508 r a a k \ n e t r a a k

52494 \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n

50118 a a b r i e H

159260 _ P U R _ k j i l e t n e

51268 e m e G _ m e k e R _ n e k

55268 a n a L _ 4 0

55267 0 0 2 2 9 1 \ I R

700203 \ t c e j o r

50176 P \ 1 0 S M A \ E B \ e s 700202 . o c e w

150084 0 50 100 200 s \ 211514 m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2008; Onroerend erfgoed 09/2018, CAI 04/2018

projectgebied archeologische onderzoeksgebieden (CAI) archeologische sites (beschermd onroerend erfgoed) Omgevingsanalyse archeologische zones (vastgestelde inventaris onroerend erfgoed) Kaart 20 RUP Heirbaan archeologische zones (wetenschappelijke inventaris onroerend erfgoed) gebieden geen archeologie (onroerend erfgoed) Archeologie 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . E T U O R S T E I F

3 - 5 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r 559 i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: WMS GRB dd.21/02/2019

projectgebied toeristisch recreatief fietsnetwerk Vlaanderen (2018) fietstrajecten met knooppunten Omgevingsanalyse bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (2017) Kaart 21 RUP Heirbaan hoofdroute: fietssnelweg hoofdroute functionele fietsroute Fietsroute alternatieve functionele fietsroute 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . n e g e w t r u u b

r e d

s a l t a

T R A A K

E H C S I R O T S I H

4 - 5 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 50 100 200 s \

m \ Bron: Informatie Vlaanderen, WMS Raadpleegdienst voor historische cartografie

projectgebied

Omgevingsanalyse Kaart 22 RUP Heirbaan

Historische kaart - Atlas der buurtwegen 9 1 0 2 / 2 0 / 1 2 . d d

-

d x m . D I E H G I L I E V S N E M

E N R E T X E

2 - 6 0 \ g n i n e e r c s

n e t r a a k \ n e t r a a k \ S I G \ s c i h p a r G _ 5 \ P R \ n a a b r i e H _ P U R _ k j i l e t n e e m e G _ m e k e R _ n e k a n a L _ 4 0 0 0 2 2 9 1 \ I R \ t c e j o r P \ 1 0 S M A \ E B \ e s . o c e w

0 100 200 400 s \

m \ Bron: NGI, Topografische kaart, 2001; AGIV, Gewestplan; voorzieningen, geopunt Vlaanderen

projectgebied sevesobedrijven (september 2018) projectgebied buffer 200m Hogedrempel Sevesobedrijven Voorzieningen Lagedrempel Sevesobedrijven Omgevingsanalyse Ziekenhuizen (alg/psych) Seveso buffer 2km Kaart 23 Ouderenvoorzieningen (RH/WZC) Woongebied op gewestplan RUP Heirbaan Onderwijs Recreatiegebied op gewestplan Kinderopvang Externe mensveiligheid Recreatie