Een dorp betrapt: Fraude in 3

EEN DORP BETRAPT: FRAUDE IN DE BILT III OVER DE DADERS, DE 'MINDERE', DE 'GEWONE' EN DE 'BURGERMAN'

Dr. Anne Doedens en drs. José Cladder

Pekelzonden, drankmisbruik en veldwachters te gaan stropen). Het waren pekelzonden van Het grote bedrog van Takken en Rootjes stond de kleine man, opgespoord door lokale politie in geen verhouding tot de kleine overtredingen die niet veel beters te doen had en zeker ook waarmee de twee dorpsveldwachters en hun niet toegerust was om de omvangrijke helpers, de 'nachtwachten', zich bezig hielden. witteboordenfraude van de twee hoge In het overzicht van de bij gemeentelijk gemeenteambtenaren Takken en Rootjes proces-verbaal vastgestelde kruimelzaken aan te pakken. treft men vooral wangedrag van de gewone We komen een aantal namen van en minder bedeelde man aan. De plaatselijke ordehandhavers tegen, zoals ordehandhavers maakten zich met name gemeenteveldwachter 't Wout, die in 1892 druk over kleine delicten, zoals het 'rijden werd opgevolgd door gemeenteveldwachter op een hondenwagen', stropen, openbare Grevengoed, tot dan toe agent te . dronkenschap en rijden zonder licht. In de In de door ons behandelde jaren is er tevens ogen van velen niet eens echte overtredingen. sprake van een rijksveldwachter. De heren Stropen bijvoorbeeld werd door sommigen werden bijgestaan door enkele nachtwachten, beschouwd als het gebruik maken van de voor zoals de al genoemde Velthuizen die, zoals we allen geschapen eetbare wildstand. hiervoor beschreven, zo plichtsgetrouw de Lachwekkend is soms de omschrijving van gangen van de vermoedelijk overspelige Biltse het misdrijf. Zo komt 'vervoer van een haas vroedvrouw naging. Bracht de Biltse buiten de jachttijd' voor en het 'zich onwettig kamerbehanger Jacobse nu wel of niet de nacht in het bos bevinden' (om, volgens de niet bij haar door? Een belangrijke zaak voor de onaannemelijke gedachte van de veldwachter, Biltse bestuurders. De Biltse Grift maart 2006

Met het voorgaande is het geheel der dorpse ordetroepen niet uitputtend behandeld. Er waren ook nog 65 Biltse schutters, waarvan 36 actief. Het aanvoeren van deze krijgshaftige schare was een zaak van de elite. Toen de eerste luitenant der 'rustende Biltse schutterij', jonkheer Radermacher Schorer, opstapte, nam raadslid Twiss zijn taak over. Dad's army had een notabele leiding. De vier enige echte Biltse dienstplichtigen voor het reguliere leger waren - uiteraard - buiten de gemeente actief. Hotel Poll in de dorpsstraat in 1901, waar dorstigen zich laafden.

Dronkenschap en Bilts kroegleven. Nogal eens Het gemeentebestuur meende dat de man hadden de veldwachters het in de vroege jaren overbelast was, want even later wordt gemeld, negentig van de negentiende eeuw druk met dat één gemeenteveldwachter te weinig was het bestrijden van volksziekte nummer één: voor al het werk. De daarvoor aangedragen overmatig drankgebruik. In een gemeentelijk argumenten waren: de uitgestrektheid der jaarverslag uit die periode wordt de overijverige gemeente en de doorgaande passage langs den dorpsveldwachter opgevoerd. Hij had grote Rijksstraatweg, (en de extra arbeid die al deze al ergernis bij de drinkende schare opgewekt dan niet drinkende passanten opleverden.) De vanwege 'het veel bezoek van herbergen'. Bilt ging immers niet gebukt onder een tekort Niet dat de man zelf zich als alcoholliefhebber aan horecagelegenheden of uitschenkpunten. misdroeg, integendeel. Zijn frequente bezoek Er stond een grote brigade klaar om de aan tapperijen en bierhuis was waarschijnlijk dorstigen te laven. ambtshalve: ordehandhaving en controle. In de Alfabetische Naamlijst der Beroepen, Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

Hotel Nas in de Dorpsstraat in 1902. Ook deze uitspanning was populair.

Bedrijven, enz. van 1889/1890 treffen we aan: wat thans in politiek zo correct maar lelijk het bierhuis van de weduwe J.H. Niezen, de Nederlands de onderkant van de samenleving' tapperijen van de heren Altena, Letter, heet. In rond Hollands: het gaat hier Miltenburg, Van Spellen, die van de weduwe eenvoudigweg over de armen. Lagerweij, alsmede de logementen van de heren We komen deze negentiende-eeuwse minima Hulst, Nas, Poll en Van Vulpen. regelmatig tegen, bijvoorbeeld in de notulen van de gemeenteraad. Vijf Biltse gezinnen en De onderkant van de dorpssamenleving twee Biltse individuen kregen in de vroege De armen. jaren negentig gemeentelijke bijstand. Dat lijkt Niet alleen gemeentesecetaris Rootjes en niet veel, maar men vergisse zich niet: wie bij gemeenteontvanger Takken gingen zich te een kerkgenootschap hoorde, moest zijn of buiten aan overmatig drankgebruik. Het was haar toevlucht niet bij de gemeente zoeken, een volksgebruik, dat veel liefhebbers had in maar bij de diaconie. De Biltse Grift maart 2006

In de raadsnotulen van 13 november 1893 leest komen en hebben meegeholpen met men bijvoorbeeld: „Vrouw Werner's verzoek beoordelen. om ondersteuning afgewezen, daar deze bij het R[ooms] Cathjolieke] Armbestuur thuis De dienstbaren. behoort." Hoger op de maatschappelijke ladder dan Gemeentelijke steun werd niet snel gegeven; de armen stonden de arbeiders en het de vraag er naar werd soms hard en gevoelloos dienstpersoneel. Men leefde van het land of afgedaan. Een voorbeeld leest men in de werkte op een landgoed of in een groot huis. raadsnotulen van 6 januari 1890: „(dat vrouw Er was een hoog migratiecijfer in De Bilt: tien Van Arkels aanvraag voor onderstand van procent van de bevolking was feitelijk op de gemeente) wordt afgewezen omdat doortocht. Deze honderden mensen vormden Ged[eputeerde] Staten telken jare op het dienstpersoneel voor de grote huizen en vermindering der Gemeentelijke ondersteuning voor de in omvang geringe hogere burgerstand. aandringen." Een ander voorbeeld (uit vele): in Tot dezelfde groep 'migranten' behoorden veel de raadsvergadering van 5 maart 1894 is er een jeugdige arbeiders, inzetbaar bij het werk op sceptische houding tegenover de aanvraag voor het land, in de tuinen en in de tuinbouw. vergoeding [van acht gulden per week] van De dienstbaren kan men vinden in de A. van , opgenomen bij de belastingopgaven van hun meesters. Daar staat Dakloozen te . Deze houding lijkt eer hun getal en bezigheid (en soms hun naam) regel dan uitzondering. opgetekend naast het getal der aanwezige Men zal zich afvragen wat Takken en vooral paarden. Hierna geven we een paar Rootjes met de armen te maken hadden of voorbeelden uit een veel langer te maken lijst. hoe zij de kloof tussen hun grotendeels illegaal De notabele Amsterdammer J.J. Kluppel had verkregen welvaart en het lot der armen in de jaren tachtig op zijn Biltse buiten ervaren hebben. Takken had uiteraard met hen Vollenhoven zes dienstboden, een te maken: op woensdagochtend tussen 9 en huisbewaarder, een tuinman met twee knechts 12 uur was zijn kantoor open; dan kon men, en een jager in dienst. In zijn stal stonden vijf indien het college daartoe besloten had, geld paarden. De bewoner van Oostbroek, de halen. Rootjes was secretaris van de 'Algemeene Utrechtse wethouder Royaards van den Ham Armen Commissie' in De Bilt. Hij moet veel moest het doen met elf dienstbaren en acht aanvragen om steun voorbij hebben zien paarden. De in Utrecht wonende jonkheer Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

Huydecoper had voor zijn Biltse buitenverblijf boomkwekers en de twee hoveniers van zeven dienstboden en drie paarden in emplooi. 1889/1890. Wat later kwam daar de kwekerij De Amsterdamse Van Marwijk Kooy had het van Groenewegen bij. In 1889 telde De Bilt in 1890 en 1892 wat minder op zijn landgoed tien zelfstandige tuinlieden die met gehuurde met vijf à zes dienstbaren en drie à vier knechts gewerkt zullen hebben. paarden, terwijl Boissevain van Jagtlust in 1892 Naast de tuinen waren er de in omvang niet meer dan vijf personen in dienst had en groeiende Biltse bossen. Er kwam in de loop het zonder paarden moest stellen. van de negentiende eeuw steeds meer bosareaal, De optelsom: vier niet-Biltse families met in aansluitend op de woonbebouwing. We vinden totaal al 32 dienstbaren. Daarnaast waren er dan ook in 1889 vier zelfstandige 'bosbazen', omstreeks 1890 in De Bilt nog eens negen waaronder C. Meijerink (nog steeds een adellijke families die in de gemeente wél hun bekende naam onder de Biltse ondernemers). domicilie gekozen hadden. Dit, en de Daarnaast worden vier jachtopzieners genoemd. omstandigheid dat de lijst van rijkere burgers wat langer was dan de 'adellijke' lijst, wettigt de Bij de boer. conclusie, dat er nogal wat huispersoneel in het Boerenknechts moeten er veel geweest zijn. dorp De Bilt en omgeving diende (en eruit In dienst bij een of meer van de veertig boeren wegtrok.) van 1889. Echt groot waren die boerderijen doorgaans niet. Er waren in heel De Bilt half Werkers in het bos, in de tuinen. zoveel koeien als mensen en 150 trekpaarden. De notabelen en aristocraten hadden omvangrijke tuinen of lieten die nieuw Op de fabriek. aanleggen met hulp van mensen uit het dorp. Met de tot hier opgevoerde 'soorten' arbeiders De landschapsparken van beroemde hadden Takken en Rootjes niets te maken. tuinarchitecten als Zocher en Springer vroegen Dat gold echter niet voor een andere groep: de veel onderhoud. Eijckenstein, Beerschoten, arbeiders in de wat grotere werkplaatsen van Houdringe, Jagtlust, Sandwijck, Vollenhoven, De Bilt. Takken was immers medefirmant in Oostbroek en het in 1890 gereedgekomen een van de twee rijtuigfabrieken. Het gaat om Rovérestein: er was daar altijd voldoende de firma Ingenhous, Buitenweg en Co. (die te doen of aan te planten. Er waren ook rijtuigen naar Indië exporteerde) en de arbeidskrachten nodig, bij de vier bloem- en wagenmakerij of'rijtuigfabriek' van de De Biltse Grift maart 2006

Gebr. Takken & Boegborn. Het was deze plaatselijke middenstand. Volgens de lijst van laatstgenoemde fabriek en het verlies dat deze 1889: een kapper, vier bakkers (waaronder onderneming leed, die directeur Takken Top!), twee kleermakers, een melkboer, twee financieel de das omdeed. Of liever: die de slagers en dertien personen die - zonder bodemloze put bleek waarin Takken illegaal specificatie - winkelier genoemd worden. verkregen gemeenschapsgeld stortte. Dat was alles. Een 'winkelaanbod van de Meer grote bedrijven waren er niet, met derde garnituur', inderdaad. uitzondering van Groenewegens kwekerij. In 1887 was de nog jonge NV De Biltsche Ambachtslieden. Tot deze middenstand Tapijt- en Touwfabriek ter ziele gegaan. behoorden ook de zelfstandige ambachtslieden. Waarschijnlijk heeft de komst van dit bedrijf Het geheel overziend was dit een groep die qua geleid tot de bouw van de arbeidershuisjes op omvang alleen geschikt was voor het bedienen het Jodendom, bij het latere . van de dorpse markt. Drie wagenmakers, drie schilders (waaronder een Van Rheenen), Bijverdienste. drie smeden (waaronder een Takken), twee Dienstbaren en knechts: eenvoud, armoe en metselaars, een zadelmaker, een behanger... kleinschaligheid waren regel voor deze gewone Doorgaans kleine ondernemers met kleine lieden van de mindere stand. Soms hielp opdrachten uit het dorp zelf. Er was één bijverdienste het schrale huishoudbudget aan te uitzondering: de tien timmerlieden die vullen. In de raadsvergadering van 21 december De Bilt telde. 1892 werd besloten: „De weduwe Willems In 'onze' periode groeide het aantal krijgt ƒ 1,50 's weeks voor het aanmaken van bouwactiviteiten immers, voor arm en rijk. de schoolkagchels." Veel vrouwen zullen door Zoals de bouw van arbeidershuisjes aan de bijverdienste en 'dienstjes' het schrale Akker. Meer eer kon men inleggen met zoiets huishoudbudget hebben moeten aanvullen. prestigieus als een nieuw gemeentehuis, postkantoor of school. Deze projecten Een klein bestaan in een onbetekenend dorp verhieven de ontwerper en uitvoerder, de Biltse winkeliers, ambachtslieden en koetsiers. timmerman Pothoven boven zijn ambachts­ genoten. Ook de bouw van het huidige huis Winkeliers. Weer een stap hoger op de Oostbroek in 1888 (in opdracht van de maatschappelijke ladder en in aanzien stond de Utrechtse wethouder Royaards van den Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

Gemeentebode Van Santen had naast zijn betrekking emplooi als lijkbezorger. Klandizie voor koetsiers; een nieuwe tijd nadert. De moderne tijd liet zich hier en daar al zien ten tijde van de fraude van Takken en Rootjes. Met de hygiëne was het niet best gesteld, maar in 1882 kwam de waterleiding. Ondanks de komst van het spoor in 1863 was er voor De Bilt rond 1890 maar één echt belangrijke weg, de oude en beproefde doorgaande Utrechtscheweg. Het spoor dat langs het ver weg gelegen station Arbeidershuisjes uit de 19 eeuw aan de Akker, 1916. voerde, zou voor het dorp pas Bron: Het Archief groei brengen aan het eind van de negentiende eeuw'. Buurt- Ham), de bouwvan Rovérestein en koetshuizen of lokaalspoorwegen maakten De Bilt toen tot bij andere buitens in dezelfde tijd leverden een echte forensenplaats. werk op voor Biltse bouwvakkers. Zover was het intussen nog niet in de dagen dat Takken en Rootjes nog op vrije voeten Dubbel werk. waren. Want ook al was er een station bij het Soms was de opbrengst van de winkel of het latere Bilthoven, dat in 1895 nog gewoon ambacht zo gering, dat men er andere dingen Station De Bilt heette, de eerste villas bij bij moest doen. Zoals de winkelier Withaar, die dat station verschenen pas omstreeks de ook postbesteller was. Hij trad op als getuige in eeuwwisseling. In 1898 werd de spoorlijn het proces tegen Takken en Rootjes en zal een Den Dolder- gerealiseerd, gevolgd degelijke kennis van het dorp gehad hebben. in 1901 door de lijn Bilthoven-. De Biltse Grift maart 2006

In de periode 1890-1895 was dit nog een (post) directeurswoning en een toekomstmuziek. Het dorp De Bilt en de veldwachtersbureau met woning aanwezig. belangrijkste bebouwing lagen wel drie lange Alles zat dicht bij elkaar. In de voorgevel van kilometers bij het station vandaan. het nog bestaande gebouw bevindt zich nog Dat betekende echter al wel wat emplooi voor het toegangspoortje dat via een steegje leidt de plaatselijke koetsiers, zeven in getal. naar de voormalige veldwachterswoning die Een ander voornaam transportmiddel bleef nog rechtsachter tegen het pand is aangebouwd. steeds de schuitendienst op Utrecht over de Het cachot, de voormalige Biltse Grift. Daarnaast reed er vanaf 1877 een burgemeesterswoning, de voormalige raadzaal, paardentram via de Dorpsstraat in De Bilt naar het trappenhuis met balustrade en de hal zijn Utrecht en richting Zeist. Deze tram gebruikte nog in originele staat aanwezig. Rootjes in het begin van 'onze' periode toen hij nog in Utrecht woonde en toen hij in januari Investeren in communicatie. 1890 — naar hij zelf beweerde in dronken Vanaf 1891 was De Bilt een telegraafkantoor toestand en na het plaatsen van valse nummers rijk, gevestigd in het postkantoor. De gemeente op de obligaties - huiswaarts keerde. had daarin moeten investeren. Maar niet zonder de lokale elite mee te laten dragen De witte-boorden-elite: het hart van het dorp in de kosten. Een twaalftal aristocratische of Als een spin in het web: plaatsbepaling van de notabele personen en lokale bedrijven wilden lokale subtop. We naderen langzamerhand de wel garant staan voor mogelijk verlies bij de bovenste sporten van de maatschappelijke exploitatie van dit telegraafkantoor. ladder. (Niet de allerbovenste, want die kwam Onder hen vindt men de rijtuigmakerij hiervoor al aan de orde bij ons verhaal over Ingenhous, Buitenweg en Co., de kwekerij de lokale notabelen.) De sociale 'subtop' van Groenewegen2, de jonkheren Ridder van was gevestigd in het hart van het dorp. Rappard en Pesters, de notabelen Royaards van Het bestuurlijke centrum was het den Ham, de heren Kluppel en Van Marwijk gemeentehuis aan de Dorpsstraat vanouds Kooy. Voor de notabelen die vaak buiten het Steenstraat. Dat was relatief nieuw, in 1884 dorp verbleven of daar niet permanent gebouwd als gemeentehuis annex postkantoor, woonden, alsmede voor de twee exporterende naar ontwerp van de al genoemde Biltse Biltse bedrijven, was de telegraaf inderdaad timmerman Pothoven. In dit pand was tevens onmisbaar. Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

De jeugd. directeur van het postkantoor te De Bilt. Of Dicht in de buurt van het bestuurlijke en het hoofd van de openbare school in 1889: communicatiehart van De Bilt vond men ook Van Leeuwen. We weten dat de directeur der de openbare school. Die was op 1 mei 1883 school in 1894 1.200 gulden per jaar feestelijk in gebruik genomen. De school was verdiende. Dat was wat minder dan Rootjes gebouwd naar een ontwerp van — inderdaad, 'beurde' (met 1.600 gulden), maar nog steeds weer - Pothoven. Het schoolgebouw, ook wel een groot bedrag in vergelijking met de in de bekend als de Tuinstraatschool, omvatte toen raadsbesluiten genoemde Biltse onderwijzeres zes lokalen en een onderwijzerswoning. De Bilt die zich tevreden moest stellen met 500 gulden. was met zijn 2800 inwoners een kinderrijk De hoofdonderwijzer 'scoorde' niet zoveel dorp. Er was één openbare school, met een minder dan dokter Lette. Deze verdiende hoofd en vijf onderwijzers. Daar zaten 300 1.000 gulden per jaar als arts en ontving leerlingen op. Verder was er een bewaarschool daarbij nog 200 gulden als gemeentelijk met ruim honderd kleuters. verloskundige. Ook had dokter Lette vrij wonen en het gebruik van de noodzakelijke De positie op de ladder en het bijbehorende stal voor zijn paard en rijtuig. Dat was salaris. jaarlijks 450 gulden waard volgens het Er was in het dorp een strikte hiërarchie. gemeentebestuur. Er was ook een groot Bovenaan stonden de aristocraten. Daaronder verschil in inkomen tussen de brievenbesteller­ kwamen de dokter, de notaris, de enkele iets winkelier Withaar (die als brievenbesteller niet grotere ondernemer, de directeur van het meer dan 600 gulden zal hebben verdiend) postkantoor, het hoofd der school, de en zijn directeur Baptist. Jaloezie bij de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger. ondergeschikten van deze lokale subtop Zij maakten deel uit van de stemhebbende lijkt een vanzelfsprekend gevolg van de burgerij waar we al over spraken. Daaronder gesignaleerde inkomens- en statusverschillen. stonden weer de andere inwoners met een Van Santen, de hiervoor al genoemde officiële functie zoals de gemeentebode en de gemeentebode en lijkbezorger, sprak met postbesteller. En dan kwam pas het gros van een zekere afgunst over Rootjes' luxe leven: de bevolking. „Het verschil in den toestand van Rootjes We kennen deze nette middenklasse en hun huishouding toen hij kwam en later, was zeer gedienstigen bij naam. Zoals: H. Baptist, groot. Toen hij kwam, zat hij er sjofeltjes bij;

10 De Biltse Grift maart 2006

later zat hij netjes in zijn meubelen, o.a. heeft hij een canapé en een piano aangeschaft." De gemeente­ bode en de brievenbesteller, de gemeenteveldwachter; zij hoorden bij de doorgaans onderdanige dienaren van elite en middenklasse. Het blijkt uit hun getuigenissen ter terechtzitting van januari 1895. Gemeentebode Van Santen verklaarde over zijn optreden als loopjongen: „Takken kwam nooit op de Dorpsstraat in 1902 in oostelijke richting. De firma W. Ekdom Ó" Zoon secretarie werken. Get[uige heeft in 1883 de „Eerste Biltsche Kolenhandel" opgericht. Van Santen] heeft verscheidene malen geld voor Rootjes van Takken gehaald; de aanwezigheid van de getuigen in het proces de veldwachter [Van Grevengoed] deed dat ook te begrijpen: postdirecteur en veldwachter; zij wel en later de zoon van Rootjes ook." waren buren van de gemeentesecretarie, de Gemeenteveldwachter Van Grevengoed plaats van Rootjes' wandaden. Postbesteller en bevestigde dit: „Hij [Van Grevengoed] heeft nachtwacht: ze frequenteerden hetzelfde pand soms geld voor Rootjes van Takken gehaald; en kwamen elkaar in de Dorpsstraat tegen. dat ging met een gesloten briefje; of het moest Er zal veel gesproken en geroddeld zijn in het strekken in mindering van het tractement, weet kleinschalige De Bilt van de late negentiende get[uige van Grevengoed] niet... de briefjes, eeuw. Dit vestigt de aandacht op een ander die hij bij Takken bracht bleven altijd achter; opvallend feit en werpt een helder licht op de - hij kreeg óf geld óf een briefje mee." ook door daders zelf- kennelijk onaantastbaar Onder ieders ogen: jarenlang bedrog. geachte positie van de fraudeurs. De brutaliteit Te begrijpen hoe dicht alles - in de meest letter­ van de beide daders was groot. Jarenlang lijke zin - op elkaar zat, is van belang, om moeten ze zichzelf onkwetsbaar hebben geacht. Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

De fraudeurs en hun omgeving Het aanzien en gewicht van de Rootjes. De misdadigers Rootjes en Takken gemeentesecretaris in kleinere dorpen werd in behoorden tot de elite binnen de kleine 1858 ook beschreven door de Maartensdijkse fatsoenlijke middenklasse van De Bilt. Rootjes gemeentesecretaris H.C. Wagenaar. Deze kwam 'van buiten' De Bilt. Hij had gestudeerd toonde aan, dat het secretarisambt „ook ten en diploma's behaald. Er waren onderwijzers in platten lande gewigtig en kennisvorderend is ... zijn familie. Zoals „ Get[uige] J.G. Renaut, de plattelands-Secretaris moet alles wat in de onderwijzer te Leidschendam, [die] is een steden door verschillende personen wordt aangetrouwde neef van bekl[aagde] Rootjes." verrigt, persoonlijk theoretisch en praktisch Rootjes was intelligent. De officier van justitie kennen en handelen" (uit: Cox, Van den schetste Rootjes niet zonder reden als 'een Bosch, Figée en De Wildt, „En bracht de schrander, listig en gesleepen man'. Met die schare tot kalmte" Den Haag 1997, pg. 30/1.) intelligentie en kennis was hij bepaald geen Rootjes verkeerde in ieder geval in een enigszins uitzondering onder de gemeentesecretarissen. geciviliseerde huiselijke omgeving. Het al De gemeentesecretaris en gemeenteontvanger genoemde bezit van een piano en een canapé, werden in Nederland sinds de invoering van en de aanschaf van een schrijflessenaar wijzen de gemeentewet van 1851 door de daarop. Het waren artikelen die in de Biltse gemeenteraad benoemd. Doorgaans waren buurt Het Jodendom niet voorgekomen zullen gemeentesecretarissen geletterde personen. zijn. De dorpsregenten - ze werden in aflevering II Beschaving had Rootjes echter zeker niet als al besproken - waren vaak de notabelen uit het het ging om drankgebruik. Meermalen is in dorp die uitsluitend op grond van godsdienst de getuigenissen tijdens de rechtszitting van of bezit zitting hadden in het dorpsbestuur3. januari 1895 sprake van Rootjes' dronkenschap Dit in tegenstelling tot de gemeentesecretaris en zijn liefde voor cognac (een kwaliteit die zijn functie voltijds uitoefende. Dat hoefde gedistilleerd die in de eenvoudige woningen Rootjes in De Bilt niet alleen te doen, hij werd aan de Akker niet genuttigd zal zijn.) Rootjes ter secretarie bijgestaan door de 'volontairs' verklaart meerdere malen zonder schroom, (onbetaalde stagiairs) als Van Nahuijs en Van dronken te zijn geweest. Woerden, getuigen tijdens zijn proces. Verder Beschaving had Rootjes evenmin ter zake van werd Rootjes door zijn eigen zoon geassisteerd, het zich toe-eigenen van gemeenschapsgeld. op kosten van de gemeente. Het is buiten twijfel: Rootjes leefde op te grote

12 De Biltse Grift maart 2006

voet. Medebeklaagde Takken beweerde daarmee eens. Per 13 november 1893 draaiden „dat Rootjes reeds vanaf zijn komst in 1879 Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht geld van hem [de gemeenteontvanger] heeft dit besluit van de raad terug. Curieuze geleend, wel een ƒ 10.000,- bij elkaar. omstandigheid is, dat Van Boetzelaer lid was Daardoor kwam hij geld in zijn kas tekort, wat van de Utrechtse Provinciale Staten. Wat zal hij op aanraden van Rootjes door in de kas te men in de wandelgangen van het Paushuis knoeien heeft bedekt." [Nadien ging het geld over de grote coulance van het statenlid annex lenen aan Rootjes door:] „dat Takken verklaard wethouder/loco-burgemeester Van Boetzelaer heeft, dat Rootjes, door altijd geld bij hem te met de Biltse secretaris hebben gezegd? leenen, duizenden van hem genoten heeft, wat Bij deze tegenvaller moet Rootjes gedacht kon worden bewezen door briefjes, waarvan hebben: „daarom niet getreurd". Op 26 januari hem een aantal door Takken zijn ter hand 1894 besloot de Biltse gemeenteraad immers gesteld en die hij aan den rechter-commissaris dat Rootjes' zoon, Jacob Johan Rootjes, met heeft overgegeven." terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1894 als Toch had Rootjes een fors inkomen, meer dan klerk ter secretarie moest worden aangesteld. bijvoorbeeld dokter Lette incasseerde, meer Het salaris voor deze nog zeer jonge ook dan het schoolhoofd aan salaris ontving: gemeenteambtenaar was 200 gulden per jaar. „De som van alles wat Rootjes per jaar heeft Het werpt op het hiervoor reeds genoemde genooten, is gemiddeld ƒ 1.600,-." Dit salaris verzoek van Rootjes om extra personeel, zou meer dan voldoende hebben moeten zijn vanwege de grote werkdruk op de Biltse voor een man met Rootjes' status. Ook voor secretarie, een merkwaardig licht. Even schril een gemeentesecretaris met een groot gezin. echter is het licht dat op het Biltse college van In hedendaagse termen zou men zijn reguliere B. en W. valt. Op deze dubieuze wijze werkte salaris immers op twee maal modaal mogen dit mee aan vermeerdering van Rootjes' stellen. gezinsinkomen. Het is niet de eerste keer dat Rootjes bleef echter tot het laatst toe, het Biltse gemeentebestuur trekken vertoonde onbeschaamd, vermeerdering van zijn van de 'ons-kent-ons-club'. gezinsinkomen nastreven. In de notulen van de gemeenteraadsvergadering van 14 augustus 1893 lezen we hoe hij 100 gulden opslag krijgt. Loco-burgemeester Van Boetzelaer was het

13 Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

De Bilt

Gemeentehuis en postkantoor aan de Dorpsstraat. Ontworpen in 1883 door de timmerman C. Pothoven.

Dirk Takken. terechtstond voor verduistering, vervalsing en In deze 'ons-kent-ons-atmosfeer' werkte ook ambtsmisbruik. Dirk Takken. De gemeenteontvanger had een Na het uitzitten van zijn straf zou hij nog bijna heel andere achtergrond en karakter dan een kwart eeuw in De Bilt wonen en in 1923 Rootjes. Hij kwam uit een geslacht van op 74-jarige leeftijd overlijden. dorpssmeden. Hij was in mei 1849 te De Bilt Takken lijkt het slachtoffer van de veel sluwere geboren. Takken was 45 jaar toen hij in Utrecht Rootjes te zijn geworden. Hij was ondernemer

14 De Biltse Grift maart 2006

en ambtenaar beide. Hij vertoefde weinig op den overleden Boeschoten toekwam aan den het gemeentehuis; zijn kantoor daar was precies minderjarigen W. Boeschoten. Takken voerde één ochtend in de week open voor het publiek. met getuige dat beheer. Er zijn eerst buiten- De meeste aandacht zal Takken aan zijn landsche effecten voor dat geld, (ƒ2.500,-) rijtuigfabriek gegeven hebben. Met moeite gekocht, later zijn die verkocht op raad van hield hij als ondernemer het hoofd boven Takken, die aanried liever obligatiën water. Het slapende college van B. en W. en gemeenteschuld te nemen, omdat dit zoveel de malafide gemeentesecretaris boden de sekuurder was. Takken heeft er toen obligatiën gelegenheid die de dief maakte. Zo kon Takken van de gemeente de Bilt voor in de plaats zijn dubbele baan benutten om zijn gebrek aan gegeven; hij heeft de rente geregeld betaald, bedrijfsfinanciën met gemeentelijke middelen maar na zijn gevangenneming zijn de stukken op te heffen. Het baatte hem niet. Zijn als valsch door den rechercheur van Doorn in rijtuigmakerij zou in 1894/1895 failliet gaan. beslaggenomen. Bek[laagdeTakken] erkent Tot dat moment was ook Takken als de juistheid van hetgeen door deze getuige is gemeenteambtenaar en ondernemer een man verklaard. De president constateert, dat van gewicht in de Biltse gemeenschap. Om zijn daardoor Willem Boeschoten zijn geld kwijt is. bedrijf draaiende te houden, had Takken zijn Get[uige Van der Muelen] verklaart nog, dat toevlucht moeten nemen tot meer laag-bij-de- Takkens vrouw ƒ 2.900,- uit de nalatenschap gronds bedrog. De volgende citaten laten zien van Boeschoten heeft ontvangen. Bekl[aagde hoe Takken zijn eigen (aangetrouwde) familie Takken] erkent dat. Dat geld is gegaan in de in de jaren 1888-1890 oplichtte. wagenmakerij en dat van Willem Boeschoten ,,Get[uige] Wvan der Muelen, notaris te eveneens. V[raag]. Daar hadt gij toch geen Driebergen, geeft inlichting over de vereffening bevoegdheid toe. A[ntwoord]. Neen, dat had van den boedel van C. Boeschoten, in 1888 ik niet." overleden. Het geld, dat daaruit toekwam aan De karakterzwakte van Takken bleek ook uit den minderjarigen W Boeschoten, nl. ƒ2.500,-, zijn voortdurend met de beschuldigende vinger is uitbetaald aan bekl[aagde] Takken, zwager wijzen naar Rootjes. Wellicht had hij daarin van Boeschoten. De verrekening is in Maart gelijk. Rootjes kwam immers zonder meer als 1890 afgeloopen. ...Get[uige] H. Veldhuizen te de sterkste van de twee fraudeurs naar voren in Driebergen, legt een verklaring af omtrent het de rechtbankverslagen van januari 1895. Hij beheer van hetgeen uit de nalatenschap van kwam over als de aanstichter die anderen het

15 Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

werk liet doen. Het spel dat Rootjes speelde is Hoewel Rootjes ten stelligste ontkent wellicht mede de oorzaak van het aanzienlijke opdrachten te hebben gegeven tot het drukken verschil in strafmaat dat de rechter uitsprak in van valse gemeentelijke obligaties en de schuld zijn vonnis: Takken ging voor vier jaar achter bij Takken legt, verklaart drukker Samson uit de tralies, Rootjes voor 'maar' twee jaar. Een Alphen aan den Rijn over de tweede vervalsing: zwaardere strafwas echter het verlies aan status „(De obligaties) zijn afgeleverd op naam van de en aanzien dat de fraudeurs leden in de Biltse gemeente en per post gezonden aan den gemeenschap. We komen Rootjes daar niet gemeentesecretaris. Naderhand is verzocht ze meer tegen. Takken wel, maar zijn familie niet op naam van de gemeente te boeken, maar had dan ook overduidelijk Biltse wortels. op naam van den gemeenteontvanger." Hieruit blijkt een geraffineerd voorwenden van Raffinement: de vervalsingen en de geloofwaardigheid, door te suggereren dat het gedupeerden om een officiële gemeentelijke opdracht gaat. De vervalsingen. Rootjes lijkt zoals we al zeiden de aanstichter. Opvallend is het raffinement waarmee beide Zeker ook gelet op de wijze waarop hij de daders opereren als ze waardepapieren gemeenteontvanger jarenlang dubieuze vervalsen. In feite werden door hen twee voorschotten op zijn salaris ontfutselt. soorten gemeentelijke obligaties vervalst. Inderdaad licht Takken zijn familie op met De eerste vervalsingen waren de bij drukkerij vervalsingen van obligaties van de eerste lening. Samson te Alphen aan den Rijn bijbestelde Daar staat tegenover, dat de originele obligaties van een gemeentelijke Biltse lening voorbeelden van de vervalste obligaties uit een van 23.000 gulden uit 1882. De tweede kast op Rootjes' secretarie genomen zijn. Dat vervalsing is die van obligaties van de kan niet zonder medeweten van de secretaris gemeentelijke lening van 1890, tot twee keer geschied zijn. Rootjes verdediging is dan ook toe ook bij Samson gedrukt. Een derde portie op zijn minst lamlendig in zijn voorgewende werd geproduceerd door de boekdrukkers onnozelheid: „[de door Takken uit de Nauta te Velzen en Nobels te Haarlem. secretariekast genomen voorbeelden] waren Deze papieren werden overigens pas echte stukken van geen waarde, die Takken voor zijn vervalsingen op het moment dat zij werden vrouw wilde gebruiken." genummerd en voorzien van stempels, Het was Takken die meermalen erkende valse handtekeningen en namen. namen op de obligaties te hebben gezet, De Biltse Grift maart 2006

stukken te hebben genummerd en het stempel geknoeid was met die gemeentekas bleek alleen van de burgemeester te hebben gebruikt. al uit de forse en niet-geautoriseerde betalingen Dit stempel berustte echter formeel bij Rootjes. die Rootjes van Takken ontving (minimaal in Even lamlendig als hiervoor is Rootjes' totaal 10.000 gulden.) Dat Van Boetzelaer in verweer op de vaststelling dat zijn handschrift 1894 de schade voor de gemeente op een kleine voorkomt op de valse obligaties: 2.800 gulden bepaalde, zegt alleen iets over het ,,Bekl[aagde] Rootjes blijft bij zijn bewering, jaar waarvan hij de kas opmaakte. De jaren dat hij dronken geweest moet zijn en dat de daarvoor had hij in goed vertrouwen de kas cijfers gezet zijn niet met de pen, waarmee hij nauwelijks tot niet gecontroleerd. Takken gewoon was te schrijven. De [handschrift] merkte ter zitting op, dat Rootjes de illegale deskundige verklaart met volkomen zekerheid, aanvullingen op zijn salaris (vanaf de vroege dat dezelfde lettervormen en ook dezelfde jaren tachtig!) al lang niet meer terugbetaalde. afwijkingen van de letters voorkomen op de Hoeveel Takken uit de gemeentekas obligaties en op het stuk van vergelijking." doorsluisde naar zijn bedrijf is niet bekend of Al met al is buiten kijf, dat beide heren, zonder na te gaan. Ook hier zal het niet om kleine twijfel voor het grootste deel 'gezamenlijk en in bedragen zijn gegaan. vereniging', een doortrapte oplichterij hebben De andere slachtoffers waren de financiers die opgezet en uitgevoerd. Bovendien brachten zij de valse obligaties in onderpand namen voor jarenlang onontdekt door hen gemaakte contant geld. Wij kwamen tot een door vervalsingen in omloop. Wie waren degenen Takken niet terugbetaald bedrag van ruim die zich lieten bedriegen? 19.000 gulden. Dit bedrag was op onderpand van valse obligaties geleend van diverse De gedupeerden: de gemeente en de Utrechtse financiers en instellingen. Tellen we daarbij de financiële elite schade die de gemeente in 1894 vaststelde en Het voornaamste slachtoffer was de gemeente. de 2.500 gulden, waarvoor Takkens familielid Het aanzien en de betrouwbaarheid van de Boeschoten werd opgelicht, dan is de minimale plaatselijke overheid hadden ernstige schade schade bijna 25.000 gulden. We noemden geleden en de kas van de gemeente ook. Het dit bedrag al eerder. Daarbij stellen we door de vervalsingen verkregen geld werd uitdrukkelijk vast, dat de salarismalversaties van gebruikt om het aanzienlijke geknoei met Rootjes daarin niet zijn meegenomen. de gemeentekas te bedekken. En dat er fors We kennen de financiers en bankinstellingen

17 Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

meer handelskantoren dan eigenlijke banken. Een van de hoofdbezigheden was de verlening van voorschotten op effectenonderpanden en op consignaties, commissiezaken in effecten en het in consignatie nemen van goederen. Blijdenstein trad ook op als tussenpersoon bij leningen van de gemeente De Bilt. Mogelijk heeft het duo zich achter deze relatie verscholen om de Stichtse Bank uiteindelijk 1.300 gulden afhandig te maken. Een andere grote financiële instelling was de onderneming van de bekende Amsterdamse advocaat, kassier en De bank Vlaer en Kol aan het Lepelenburg te Utrecht. commissionair in effecten Floris Adriaan van Aquarel door A. Grolman, 1897. Hall, eigenaar van de firma Van Schermbeek Bron: Het Utrechts Archief. en Van Hall, die ook als administratiekantoor fungeerde. Van zijn peetoom EA. van Hall, de bij naam. We noemen de belangrijkste. Justus staatsman, had hij veel geërfd; hij moet enkele van Maurik leende Takken 900 gulden. malen miljonair zijn geweest. Op de wijze Mogelijk hebben we hier te maken met de waarop hij zijn geld besteedde en in het bekende sigarenfabrikant en literator. De algemeen zijn leven leidde had zijn familie veel financiers Zeilerhof en Van Schooneveld kritiek. Dat weerhield hem er niet van zijn verloren respectievelijk 2.500 en 6.000 gulden, gang te gaan en hij leek er een genoegen in te de Utrechtse Landbouwbank 1.800 gulden. scheppen zijn verwanten en anderen door zijn Ook grote financiële instellingen werden bij de optreden te choqueren. Het verlies van neus genomen door het duo Takken-Rootjes. 6.100 gulden aan het duo Takken-Rootjes heeft 4 De Stichtse Bank was zo'n instelling. Deze de familie mogelijk ook geschokt . bank was zeer nauw gelieerd aan de Twentsche Bankvereeniging van de rijke Twentse Tot slot textielondernemer Blijdenstein. Deze laatste „Al is de leugen nog zo snel, de waarheid onderneming was een voorloper van de ABN. achterhaalt haar wel." Dat zou het motto Blijdensteins financiële ondernemingen waren kunnen zijn bij de hiervoor beschreven Biltse

18 De Biltse Grift maart 2006

affaire. Die waarheid was voor allen schokkend, 2) De Amsterdammer Johannes Barend ook voor aristocraren als burgemeester De Groenewegen kwam eind negentiende With en voor grote financiers als Van Hall. eeuw via Zeist naar De Bilt. Zijn eerste Maar behalve deze 'waarheid' hoop ik nog boomkwekerij in de gemeente was te een andere waarheid, of liever werkelijkheid, vinden tussen de Soestdijkseweg Zuid, getoond te hebben: die van het leven in het de Groenekanseweg, de Eerste laatnegentiende-eeuwse De Bilt. Want de Brandenburgerweg en de Antonie van affaire Takken-Rootjes kan uitstekend als Leeuwenhoeklaan. De firma Groenewegen spiegel van de dorpse samenleving van en Zoon had niet alleen kwekerijen. Men De Bilt beschouwd worden. En wie van de hield zich ook bezig met de aanleg van verhoudingen binnen 'ons dorp van toen' tuinen, buitenplaatsen en boomgaarden. kennis neemt, ziet geen zachte spiegeling. J.B. Groenewegen zette eind negentiende eeuw ook Blass & Groenewegen op poten. 1) De geschiedenis van het Biltse station loopt Blass was zijn schoonvader, die financiële vanaf 20 augustus 1863, toen de spoorlijn hulp koppelde aan zijn verzoek zijn naam Utrecht — in gebruik werd in de firmanaam op te nemen. Blass & genomen en bij de kruising van de spoorlijn Groenewegen maakte zich kenbaar als met de Soestdijkseweg een station werd 'Magazijnen van Tuinbouwwerktuigen en geplaatst. Aanvankelijk had de Nederlandse Benoodigdheden'. Centraal Spoorwegmaatschappij niet het plan om een station op deze plek te bouwen. 3) De notabelen bezetten daarnaast vele Jonkheer Van den Bosch, de toenmalige eervolle functies in kerk en samenleving. eigenaar/bewoner van Jagtlust (het huidige Jochem Floor (veehouder), raadslid, was in gemeentehuis), sloot echter een overeen­ 1889 kerkvoogd van de Hervormde Kerk, komst met de spoorwegmaatschappij. terwijl burgemeester De With, de Hij zou kosteloos de grond voor het station wethouders Van Boetzelaer, Steengracht en afstaan, een deel van de bouwkosten betalen raadslid Twiss worden opgevoerd als en bovendien zijn aandelenkapitaal in de 'notabelen' van deze Biltse kerk. Twiss was maatschappij vergroten, wanneer de trein daarnaast ook president van het Biltse tweemaal per dag in beide richtingen een Ziekenfonds terwijl Van Boetzelaer, naast stop zou maken in de gemeente. zijn wethouderschap en lidmaatschap van

19 Een dorp betrapt: Fraude in De Bilt 3

Provinciale Staten ook watergraaf was van • Notulen van besloten vergaderingen het waterschap 'De Biltsche en Zeister gemeenteraad van De Bilt 22/9 en 19/11 1894. Grift'. Tenslotte waren Van Boetzelaer en • Uitgaande stukken gemeente De Bilt (nr. 38 Steengracht respectievelijk president en gemeentearchief De Bilt). penningmeester van de 'Algemeene Armen • Besluiten van de gemeenteraad van De Bilt Commissie'. (nr. 48 idem). • Register processen-verbaal (nr. 384 idem). 4) Van Hall (1838-1929) was een opmerkelijk • Staten van onderzoek wegens gehouden personage. Deze heer van Hei- en Boeicop wordende dienstboden en paarden in de kwam als student op voor humanere gemeente De Bilt door schatplichtigen, ontgroening, was later eigenaar van het hun domicilie houdend te... [Utrecht en Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt, steunde ] volgens resolutie van 11 Juni 1833 de opkomende arbeidersbeweging en de No. 145, Jaren 1890 en 1892. negentiende-eeuwse strijd voor persvrijheid. Utrechtsch Volksblad (tot en met 1893) / Bronnen: Utrechts Nieuwsblad 1894/95. Gemeentearchief De Bilt: Utrechtsche Provinciale en Stadscourant 1894/95. • Naamwijzer van het Gemeentebestuur, Broekhoven, Sabine en Sonja Barends, De Bilt. Gemeentelijke en Particuliere Instellingen, Geschiedenis en architectuur. Zeist, 1995. Maatschappijen, enz. te De Bilt. (1889); • Jaarverslagen van de gemeente De Bilt De delen 1 en 2 van deze serie verschenen in De 1889-1895. Biltse Grift jaargang 14 (2005) p.p. 60-64 en 98-111. " Notulen vergaderingen gemeenteraad van De Bilt 1889-1894. <^>

Rectificatie: In de Biltse Grift van december 2005 werd gemeld dat Huize Sandwijck het woonhuis was van Jhr. Mr. D. de Blocq van Haersma de With. Dit moet zijn het woonhuis van G.H.L. baron van Boetzelaer van Dubbeldam.

20