<<

Amborellales Nymphaeales Austrobaileyales

Acorales Eenzaadlobbigen Alismatales Petrosaviales Deze orde is met 3 families uitg Pandanales omgrensd op basis van molecul Dioscoreales De relaties tussen de families zi Liliales Asparagales duidelijk.

Arecales Er zijn overeenkomsten in de ba Dasypogonales Poales rbcL-gen en het atpB-gen in het Commeliniden Commelinales van het 18S-gen in het ribosom Zingiberales Andere gemeenschappelijke ke Ceratophyllales voorkomen van een groot, groe bepaalde soorten vaten in het t Chloranthales

Canellales De nieuwkomers in deze orde, d Piperales Surianaceae en de Vleugeltjesb Magnoliiden Magnoliales (Polygalaceae) werden tot voor Laurales Rosiden geplaatst. Ranunculales Sabiales Proteales Trochodendrales Buxales

Gunnerales Berberidopsidales Dilleniales Caryophyllales Santalales Saxifragales

Geavanceerde tweezaadlobbigen Vitales Crossosomatales Geraniales Myrtales

Zygophyllales Celastrales Malpighiales Quillajaceae Fabiden Oxalidales Fabales Surianaceae Rosales Polygalaceae Cucurbitales Fagales

Brassicales Fabales Malviden Malvales This order has been enlarged with 3 Sapindales supported by molecular characters. Cornales relationships between the families a Ericales Asteriden There are similarities in the base seq Garryales and the atpB-gene in the chloropla Lamiiden Gentianales Solanales gene in the ribosomal nuclear DNA Lamiales characters are a large, green embry certain vessel elements. Aquifoliales Campanuliden Apiales Dipsacales The newcomers in this order, Quillaj 14 Asterales Polygalaceae, were formerly placed Fabales Quillajaceae Een familie met maar 1 geslacht met 3 soorten van kleine, altijdgroene bomen uit gematigde gebieden in Zuid-Amerika. De bladeren staan in een spiraal, en zijn enkelvoudig Deze orde is met 3 families uitgebreid en goed en gezaagd, met steunblaadjes. Het meest opvallend omgrensd op basis van moleculaire kenmerken. zijn de regelmatige, 5-tallige bloemen, met de De relaties tussen de families zijn nog niet helemaal meeldraden in 2 kransen, en de sterk gelobde duidelijk. vruchten met gevleugelde zaden. Tot nu toe werd dit geslacht altijd in de Rozenfamilie geplaatst, wat gezien de bloemen niet zo vreemd is. Er zijn overeenkomsten in de basenvolgorde van het Op grond van moleculaire en houtanatomische rbcL-gen en het atpB-gen in het chloroplast-DNA, en kenmerken is het beter op zijn plaats in de Fabales, van het 18S-gen in het ribosomaal kern-DNA. alleen wel als aparte familie. Andere gemeenschappelijke kenmerken zijn het De bast bevat zoveel saponine dat dit in brandblusser voorkomen van een groot, groen embryo, en van wordt toegepast. De bast wordt ook gebruikt in gene bepaalde soorten vaten in het transportweefsel. zeep, vooral die van Quillaja saponaria, een boom uit

De nieuwkomers in deze orde, de Quillajaceae, Surianaceae en de Vleugeltjesbloemfamilie (Polygalaceae) werden tot voor kort elders in de Rosiden geplaatst.

Judasboom: stam met bloemen; bladeren; bloem

Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) Deze familie is, met 10% van de tweezaadlobbigen, n zo’n 18000 soorten de grootste familie van bloemplan vaak eetbare zaden economisch gezien een erg belan alleen voorbijgestreefd door de Grassen. De Vlinderbloemenfamilie komt overal ter wereld voo wetenschappelijke naam is Fabaceae, afgeleid van het maar de familie wordt ook wel Leguminosae (naar de Quillajaceae Kruidje-roer-me-niet Fabaceae Papilionaceae (naar de bloemen) genoemd. Surianaceae Vlinderbloemigen kunnen bomen, struiken en kruiden Polygalaceae verspreide, samengestelde bladeren. De bloemen zijn 2-zijdig symmetrisch, waarbij het bovenste kroonblad opvallend is, en de onderste 2 kroonbladen met elkaa Fabales de typische ‘vlinderbloem’. De vrucht is meestal een p De familie is zo groot, dat hij is onderverdeeld in 4 gr This order has been enlarged with 3 families, and is well supported by molecular characters. However, the Cercidae: Bomen en lianen met schijnbaar enkelvou relationships between the families are not yet clear. belangrijke bomen als Bauhinia en Cercis, die zijn b

There are similarities in the base sequences of the rbcL-gene Caesalpinoideae: Met een variabele bloeivorm, en g and the atpB-gene in the chloroplast DNA, and of the 18S en de Tamarinde (Tamarindus indica). gene in the ribosomal nuclear DNA. Other common characters are a large, green embryo, and characters of Mimosoideae: Bomen en struiken met kleine bloem certain vessel elements. Kruidje-roer-me-niet behoort.

The newcomers in this order, Quillajaceae, Surianaceae, and : De grootste groep, meest kruiden met t Polygalaceae, were formerly placed elsewhere in the . de meeste eetbare peulvruchten, en Zoethout, Glyc Quillajaceae Een familie met maar 1 geslacht met 3 soorten van kleine, altijdgroene bomen uit gematigde gebieden in Zuid-Amerika. De bladeren staan in een spiraal, en zijn enkelvoudig en gezaagd, met steunblaadjes. Het meest opvallend zijn de regelmatige, 5-tallige bloemen, met de meeldraden in 2 kransen, en de sterk gelobde vruchten met gevleugelde zaden. Tot nu toe werd dit geslacht altijd in de Rozenfamilie geplaatst, wat gezien de bloemen niet zo vreemd is. Op grond van moleculaire en houtanatomische kenmerken is het beter op zijn plaats in de Fabales, alleen wel als aparte familie. De bast bevat zoveel saponine dat dit in brandblussers wordt toegepast. De bast wordt ook gebruikt in geneesmiddelen en in Quillaja saponaria, takje met zeep, vooral die van Quillaja saponaria, een boom uit Chili. vrucht en bloemen, bloem

Judasboom: stam met bloemen; Tamarinde: takje, bloem en vrucht bladeren; bloem

Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae) Deze familie is, met 10% van de tweezaadlobbigen, na de Orchideeën en de Composieten, met 642 geslachten en zo’n 18000 soorten de grootste familie van bloemplanten. Het is, vooral vanwege de vaak eetbare zaden economisch gezien een erg belangrijke familie en wordt hierin alleen voorbijgestreefd door de Grassen. De Vlinderbloemenfamilie komt overal ter wereld voor. Een veelgebruikte wetenschappelijke naam is Fabaceae, afgeleid van het geslacht Faba, maar de familie wordt ook wel Leguminosae (naar de vrucht) of Papilionaceae (naar de bloemen) genoemd. Vlinderbloemigen kunnen bomen, struiken en kruiden zijn, met Acacia pycnantha: bloeiend takje en bloem verspreide, samengestelde bladeren. De bloemen zijn 5-tallig en meestal 2-zijdig symmetrisch, waarbij het bovenste kroonblad, de vlag, het meest opvallend is, en de onderste 2 kroonbladen met elkaar zijn vergroeid: de typische ‘vlinderbloem’. De vrucht is meestal een peul. De familie is zo groot, dat hij is onderverdeeld in 4 grote groepen:

Cercidae: Bomen en lianen met schijnbaar enkelvoudige bladeren; in deze groep zitten belangrijke bomen als Bauhinia en Cercis, die zijn bloemen direct op het oude hout draagt.

Caesalpinoideae: Met een variabele bloeivorm, en geslachten als Senna, Cassia, Caesalpinia De pin en de Tamarinde (Tamarindus indica).

Mimosoideae: Bomen en struiken met kleine bloemetjes zoals Acacia en Mimosa, waartoe het Kruidje-roer-me-niet behoort.

Faboideae: De grootste groep, meest kruiden met typische vlinderbloemen; hieronder vallen de meeste eetbare peulvruchten, en Zoethout, Glycyrrhiza glabra. Vlinderbloemigen hebben als bijzonderheid dat ze wortelknolletjes met stikstofbindende bacteriën hebben en bijzondere aminozuren maken. Ze worden vaak als veevoer en als groenbemester gebruikt. De zaden en vruchten zijn in veel culturen een belangrijke voedselbron. Veel Vlinderbloemigen worden als sierplant gekweekt, zoals bij ons de Goudenregen, Brem, Lupine en . In Nederland komen bijna 30 geslachten van deze familie in het wild voor.

Surianaceae Surianaceae is een familie van houtige gewassen uit warme en tropische gebieden, die het meest in Australië voorkomen, maar ook wel in Mexico. De familie telt 5 geslachten met 8 soorten, die nogal van elkaar verschillen, behalve in houtanatomische kenmerken. Ze hebben allemaal 5-tallige, regelmatige bloemen met vrije kelk- en kroonbladen, 10 meeldraden en 1-5 vruchtbeginsels. De vrucht is een bes, steenvrucht of nootje. Net als Quillaja werd deze familie vroeger in de Rosales geplaatst, maar ook wel in de Hemelboomfamilie (Simaroubaceae, nu Sapindales) of Rutales. Een wijdverspreide van deze familie is Suriana maritima, die langs tropische kustgebieden voorkomt.

Suriana maritima: takje met bloemen en vruchten

Vleugeltjesbloemfamilie (Polygalaceae) Deze vrij grote familie telt 18 geslachten en ruim 1000 soorten van bomen, lianen en kruiden, die soms geen chlorofyl hebben. De bladeren zijn enkelvoudig, zonder steunblaadjes, soms tegenoverstaand. Ze bevatten vaak saponinen. Vleugeltjesbloemen komen wereldwijd voor, behalve in Nieuw Zeeland en het poolgebied. Het meest opvallend zijn de tweezijdig symmetrische bloemen, waarvan enkele kelkbladen, de vleugeltjes, vaak opvallend fel gekleurd zijn. Hierdoor lijken de bloemen wel een beetje op die van de Vlinderbloemenfamilie, maar ze zijn toch anders van opbouw: Vleugeltjesbloemen hebben vaak slechts 3 kroonbladen, die tot een gespleten buis zijn vergroeid. In de familie komen ook meerzijdig symmetrische bloemen voor. De vrucht is vaak een afgeplatte doosvrucht. Sommige soorten Vleugeltjesbloemen en soorten van Securidaca worden als sierplant gekweekt. In Nederland komen 3 soorten Vleugeltjesbloem (Polygala) in het wild voor. Het zijn kleine kruiden, die groeien op standplaatsen die in ons land nog steeds in oppervlak achteruitgaan: vochtige heidegrond, schraalland en kalkgrasland.

De pindaplant

Polygala microphylla: hele plant en bloem bacteriën hebben en Erwten en Bonen t. Zaden en vruchten van de Vlinderbloemigen vormen voor een groot deel m, Lupine en Lathyrus. van de mensheid een vast onderdeel van het dieet. De vruchten en de plant als geheel worden ook vaak als veevoer of groenbemester gebruikt, en vormen een belangrijk onderdeel van hooi. Vlinderbloemigen spelen een sleutelrol in vruchtwisselingsschema’s in de traditionele landbouw.

De Doperwt (Pisum sativum) komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten, maar is al zo lang in cultuur dat niet duidelijk is wat de oorsprong is. Peultjes en kapucijners horen ook bij deze soort.

De Boon (Vicia faba) wordt overal ter wereld gegeten, maar komt wellicht uit Centraal-Azië. Hiertoe behoren de spercieboontjes, de snijbonen, en allerlei soorten droge boontjes.

Van de Linze (Lens culinaris) worden de zaden vaak gesplitst in de twee zaadlobben, en zo verwerkt in stoofschotels en soepen, of tot meel vermalen. Het is één van de oudste cultuurgewassen, waarschijnlijk afkomstig uit het Midden-Oosten. Esau verkocht zijn eerstgeboorterecht voor een schotel rode linzen.

itima: De Kikkererwt (Cicer arietinum) komt mogelijk oorspronkelijk uit Turkije, oemen en wordt in zijn geheel gegeten, bijvoorbeeld in couscous, en tot meel verma snack bara gemaakt.

De Sojaboon (Glycine max) wordt in Azië al duizenden jaren gekweekt. Tegen tot olie, sojamelk, meel en veevoer, en gefermenteerd tot tahoe en sojasaus.

Twee minder bekende tropische peulvruchten zijn Khesari (Lathyrus sativus) u ak Afrika, waarvan de zaden door de mens wordt gegeten, en de planten als voe

De Pinda (Arachis hypogaea) is een bijzondere vlinderbloemige, waarvan de v tropische plant komt oorspronkelijk uit Brazilië.

Peas and

Seeds and fruits of form an important part of the The chick Pea or menu for a large part of the world’s population. The fruits originates in Tur and as a whole are used as fodder and green manure, ground into flou and may contribute largely to hay. Legumes also play a part in crop rotation in traditional farming. The Soy (Gl thousands of yea The Pea (Pisum sativum) probably comes from the oil, soy milk, flou Mediterranean and the Middle East, but has been in and soy sauce. cultivation for so long that its origin is obscure. Dun peas and snaps also belong to this species. Two less well kno sativus) from Ind The Bean (Vicia faba) is eaten all over the world, but which the seeds probably originates from Central Asia. String beans, broad fodder. beans and all kinds of dry beans belong to this species. The Peanut (Arac Seeds of the Lentil (Lens culinaris) are often split to separate the fruits ripen u the two seed lobes, and cooked in stew and soups, or ground from Brasil. to flour. It is one of the most ancient crops, and probably originates in the Middle East. Esau sold his birth right for a ’Mess of Pottage’, a lentil dish. n Bonen

chten van de Vlinderbloemigen vormen voor een groot deel heid een vast onderdeel van het dieet. De vruchten en de eel worden ook vaak als veevoer of groenbemester vormen een belangrijk onderdeel van hooi. migen spelen een sleutelrol in vruchtwisselingsschema’s in de andbouw.

(Pisum sativum) komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit het e Zeegebied en het Midden-Oosten, maar is al zo lang in iet duidelijk is wat de oorsprong is. Peultjes en kapucijners

j deze soort. Kikkererwt, Tuinboon en Khesari ia faba) wordt overal ter wereld gegeten, maar komt Centraal-Azië. Hiertoe behoren de spercieboontjes, de n allerlei soorten droge boontjes.

(Lens culinaris) worden de zaden vaak gesplitst in de twee en zo verwerkt in stoofschotels en soepen, of tot meel et is één van de oudste cultuurgewassen, waarschijnlijk t het Midden-Oosten. Esau verkocht zijn eerstgeboorterecht otel rode linzen.

wt (Cicer arietinum) komt mogelijk oorspronkelijk uit Turkije, zijn geheel gegeten, bijvoorbeeld in couscous, en tot meel vermalen. Van dit meel wordt de Surinaamse emaakt.

(Glycine max) wordt in Azië al duizenden jaren gekweekt. Tegenwoordig worden sojabonen verwerkt melk, meel en veevoer, en gefermenteerd tot tahoe en sojasaus.

bekende tropische peulvruchten zijn Khesari (Lathyrus sativus) uit India, en dhal (Cajanus cajun) uit van de zaden door de mens wordt gegeten, en de planten als voer voor dieren worden gebruikt.

achis hypogaea) is een bijzondere vlinderbloemige, waarvan de vruchten onder de grond rijpen. Deze nt komt oorspronkelijk uit Brazilië.

Beans

ts of Legumes form an important part of the The chick Pea or garbanzo bean (Cicer arietinum) possibly ge part of the world’s population. The fruits originates in Turkey and is eaten cooked and whole, and a whole are used as fodder and green manure, ground into flour. ibute largely to hay. Legumes also play a part n in traditional farming. The Soy Bean (Glycine max) has been cultivated in Asia for thousands of years. Nowadays soy beans are processed into m sativum) probably comes from the oil, soy milk, flour and fodder, and fermented to make tofu n and the Middle East, but has been in and soy sauce. so long that its origin is obscure. Dun peas and ong to this species. Two less well known tropical legumes are Khesari (Lathyrus sativus) from India, and dhal (Cajanus cajun) from Afrika, of a faba) is eaten all over the world, but which the seeds are eaten by man. The plants are uses as nates from Central Asia. String beans, broad fodder. kinds of dry beans belong to this species. The Peanut (Arachis hypogaea) is a curious , of which entil (Lens culinaris) are often split to separate the fruits ripen underground. This tropical plant originates obes, and cooked in stew and soups, or ground from Brasil. ne of the most ancient crops, and probably he Middle East. Esau sold his birth right for a ge’, a lentil dish.