Sterven Voor Bosnië? Ten Cate, Arthur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
University of Groningen Sterven voor Bosnië? ten Cate, Arthur IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2007 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): ten Cate, A. (2007). Sterven voor Bosnië? Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland, 1992-1995. [S.l.]: [S.n.]. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 12-11-2019 opzet_final:Layout 1 13-2-2007 15:53 Page 1 Arthur ten Cate Sterven voor Bosnië ? Sterven voor Bosnië ? Sterven voor tenCate Arthur Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland, 1992-1995 Lort na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 was de wereld ooggetuige van een verschrikkelijke oorlog tussen bevolkingsgroepen in het voormalige Joegoslavië. Vooral de strijd en mensenrechtenschendingen in de Joegoslavische deelrepubliek Bosnië-Herzegovina, waar Serviërs, Kroaten en Bosniërs elkaar fel bevochten, brach- ten een groot mondiaal debat op gang over de vraag of er al dan niet militair moest worden ingegrepen om de praktijken van ‘etnische zuivering’, moord en terreur te stoppen. Deze discussie reikte verder dan het Joegoslavische slagveld. De wereld- gemeenschap zag in de kwestie-Bosnië aanleiding om over zichzelf te praten en om de grote veranderingen die plaatshadden na het einde van de Koude Oorlog te eva- lueren. In het internationaal georiënteerde Nederland werd deze discussie breed en serieus opgepakt. Sterven voor Bosnië? beschrijft hoe het interventiedebat over Bosnië-Herzegovina plaatshad in de Nederlandse publieke ruimte van het begin van 1992 tot in het najaar van 1995. Hoe boden de geschreven media een overzicht van de deelnemers aan het interventiedebat en hun argumenten, al dan niet over de landsgrenzen heen? Wie waren de voor- en tegenstanders van militaire actie? Wat waren hun beweegredenen? Hoe zagen zij de internationale verhoudingen? Welke scenario’s voor militaire actie hadden zij in gedachten? En wat valt er te zeggen over de aard van dit debat en specifiek over de historische analogieën die er zo veelvuldig in werden gebruikt? RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN STERVEN VOOR BOSNIË? EEN HISTORISCHE ANALYSE VAN HET INTERVENTIEDEBAT IN NEDERLAND, 1992–1995. Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Letteren aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus, dr. F. Zwarts, in het openbaar te verdedigen op 24 mei 2007 om 16.15 uur door Arthur ten Cate geboren op 24 oktober 1973 te Beetgumermolen - 1 - Promotor: Prof. dr. D.F.J. Bosscher Beoordelingscommissie: Prof. dr. J.C.H. Blom Prof. dr. A.E. Kersten Prof. dr. P.M.E. Volten - 2 - Voor mijn ouders en grootouders - 3 - INHOUDSOPGAVE INLEIDING 7 HOOFDSTUK 1: BETWIST KRUISPUNT VAN CULTUREN 29 Geschiedenis 29 Geografie 33 In de literatuur 37 ‘Een oorlog om landkaarten’ 43 HOOFDSTUK 2: DE BOSNISCHE BOEDELSCHEIDING 46 De weg naar onafhankelijkheid 46 Oorlog om Bosnië 50 Het voorjaarsoffensief 52 Kroaten versus Bosniërs 54 Broederstrijd 55 Het ‘Sarajevo-model’ 57 De fight-back werpt vruchten af 58 HOOFDSTUK 3: TE WEINIG, TE LAAT? 62 De Bosnische oorlog, 1992-1995 63 Diplomatieke interventie: Carrington/Cutileiro 64 Vance/Owen/Stoltenberg 66 De Contactgroep 68 Humanitaire interventie 69 Volkenrechtelijke interventie: de embargo’s 72 Het Joegoslavië-Tribunaal 74 Samengevat 76 HOOFDSTUK 4: EEN DILEMMA VOOR POLITICI 77 Beeldvorming van de Bosnische oorlog 78 Het interventiedebat 80 De internationale achtergronden 91 HOOFDSTUK 5: OVER DE RUBICON 95 Het vliegverbod en andere luchtsteun 95 De ‘veilige gebieden’ 101 Van lift-and-strike tot Deliberate Force 105 Niet verder dan de tekentafel 110 - 4 - HOOFDSTUK 6: ‘EEN KLEIN LAND MET EEN GROTE MOND’ 113 Nederlandse opinies 114 Een emotionele augustusmaand 117 Een roerig voorjaar 124 Tussen hoop en vrees? 131 In de slotfase 136 Tussenbalans 140 HOOFDSTUK 7: DEBAT TUSSEN HOOP EN VREES 143 De zomer van 1992 146 De eerste adempauze 154 Een nieuwe fase 155 Het doodbloeden van het debat 160 Het debat in de eindfase 164 Conclusies 168 HOOFDSTUK 8: VOORS EN TEGENS 170 De deelnemers 172 De voorstanders 175 De tegenstanders 185 Het debat in perspectief 189 HOOFDSTUK 9: OPNIEUW ‘PEACE IN OUR TIME’? 195 De analogie in het debat 196 Terug in de tijd: München 1938 199 Historiografie 203 De lessen van ‘München’ 211 HOOFDSTUK 10: VREES VOOR DE PARTIZANENKINDEREN 215 De analogie in het debat 216 Joegoslavië in de Tweede Wereldoorlog 218 Historiografie 223 De mythe en de les 234 HOOFDSTUK 11: EEN ‘EUROPEES VIETNAM’? 237 Terugblik: oorlog in Vietnam 241 De lessen van ‘Vietnam’: historiografie 245 Militair revisionisme: de oorlog gewonnen? 251 De macht van de media 259 Conclusie 261 SLOTBESCHOUWING 265 SUMMARY 282 - 5 - Dit proefschrift is in eigen beheer uitgegeven. Een handelseditie met dezelfde titel is verschenen in de wetenschappelijke reeks van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) bij uitgeverij Boom te Amsterdam. Copyright © 2007 Arthur ten Cate Omslagontwerp: Charlot Cobben, Designburo.nl Drukkerij: De Hoog Grafische Diensten, Oosterhout - 6 - INLEIDING Op 30 augustus 1995 zette de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) haar luchtmacht in tegen Servische militaire eenheden en installaties in de voormalig Joegoslavische deelrepubliek Bosnië-Herzegovina. NAVO-gevechtsvliegtuigen, afkomstig van luchtmachtbases in Italië en van vliegdekschepen in de Adriatische Zee, vernietigden met precisiewapens commandoposten, communicatiecentra en munitiecomplexen van het Bosnisch-Servische leger rondom de belegerde Bosnische hoofdstad Sarajevo. Operatie Deliberate Force, zoals de aanval heette, was een vergelding, een reactie op Servische beschietingen van de tot ‘veilig gebied’ verklaarde stad. Directe aanleiding was een mortieraanval, waarbij twee dagen eerder zevenendertig mensen om het leven waren gekomen. De NAVO-luchtaanvallen duurden enkele weken, met gerichte bombardementen in geheel Bosnië om de aanhoudende Servische aanvallen tegen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uitgeroepen ‘veilige gebieden’ af te straffen. Gelijktijdig beschoot de artillerie van een internationale snelle-reactiemacht Servische posities en geschutsstukken rondom Sarajevo vanaf de grond. Ook werden kruisraketten ingezet. De interventie van de NAVO, die plaatshad ten tijde van een opmars van Kroatische en Bosnische strijdkrachten elders, dwong de Serviërs (tot dan toe de sterkste partij in de al drie jaar durende oorlog om Bosnië) naar de onderhandelingstafel.1 In december 1995 resulteerden de onderhandelingen in het vredesverdrag van Dayton, waarmee een punt werd gezet achter de Bosnische oorlog. Het collectieve ingrijpen – in voorgaande jaren onderwerp van een verhit internationaal interventiedebat – bleef mede op aandringen van de media niet zonder commentaar. Haris Silajdžiü, de toenmalige premier van Bosnië-Herzegovina, zei op 30 augustus bijvoorbeeld in een eerste reactie dat de luchtaanvallen “de internationale geloofwaardigheid herstelden.”2 Hij bedoelde daarmee dat de internationale gemeenschap nu eindelijk deed waar de Bosnische regering drie jaar lang op had aangedrongen. Zijn staatshoofd, de Bosnische president Alija Izetbegoviü, versterkte dit door diezelfde dag op te merken dat de wereld eindelijk had gedaan “wat zij al heel lang geleden had moeten doen.”3 Illustratief was daarnaast ook het oordeel van de Nederlandse Europese Commissaris Hans van den Broek (buitenlandse betrekkingen), die het tegen een journalist van een persbureau “treurig” noemde dat Sarajevo eerst deze 1 Na de oorlog is een uitgebreid debat op gang gekomen over de effectiviteit van de NAVO- bombardementen van 1995. Daaruit is in ieder geval duidelijk geworden dat het verschuiven van de militaire machtsverhoudingen in het voordeel van de Kroaten en de Bosniërs die zomer, voor de Serviërs de grootste doorslag gaf om eind 1995 snel een vredesregeling te willen. Operatie Deliberate Force wordt over het algemeen gezien als katalysator van dit proces: de bombardementen ondersteunden en versnelden het Kroatisch-Bosnische offensief dat leidde tot een nieuw equilibrium op het slagveld, en daarmee tot een noodzaak bij de partij die tot dan toe de sterkste was geweest, de Serviërs, om serieus te gaan onderhandelen. Op zichzelf (en “officieel”) diende deze militaire operatie van de NAVO echter een beperkter doel dan de volledige beëindiging van de Bosnische oorlog. Operatie Deliberate Force moest in de eerste plaats de beschietingen van de (overgebleven) ‘veilige gebieden’ en het beleg van Sarajevo stoppen. Zie voor een uitgebreid verslag hoofdstuk 4. 2 NRC Handelsblad, 30 augustus 1995. 3 De Volkskrant, 31 augustus 1995. - 7 - artillerieaanvallen had moeten incasseren alvorens er een antwoord was gekomen van de