GEMEENTE ZULTE

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

D E F I N I T I E F O N T W E R P

GROEP PLANNING

Vennootschap van stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, architecten en ingenieurs.

Sint-Jakobsstraat 68 8000 Brugge 050/33.19.66  050/33.52.43  [email protected] Waterloolaan 90 1000 Brussel 02/512.70.11  02/512.31.90  [email protected]

Brugge, 14 november 2003

GEMEENTE ZULTE

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

DEELRAPPORT 1 - INFORMATIEF GEDEELTE

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - I

INHOUD

INLEIDING 1

1. SITUERING OP MACRO-VLAK : ZULTE IN REGIONAAL PERSPECTIEF 10

1.1. BEKNOPT PROFIEL EN SITUERING 10

1.2. STRUCTUUR VAN DE OPEN RUIMTE 12

1.2.1. DE FYSISCHE BASISSTRUCTUUR 12

1.2.2. DE NATUURLIJKE STRUCTUUR 12

1.2.3. DE LANDBOUW 13

1.3. BEBOUWDE STRUCTUUR 14

1.4. DE VERKEERSINFRASTRUCTUUR 15

1.4.1. VERKEERSWEGEN E17 EN N43 16

1.4.2. SPOORWEG GENT-KORTRIJK 17

1.4.3. DE LEIE 17

2. BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESO-VLAK : DE GEMEENTE ZULTE 19

2.1. STRUCTUUR EN GEBRUIK VAN DE OPEN RUIMTE 19

2.1.1. AFBAKENING VAN DE OPEN RUIMTE IN ZULTE 19

2.1.2. FYSISCHE BASISSTRUCTUUR 21

2.1.3. NATUURLIJKE STRUCTUUR 23

2.1.4. DE AGRARISCHE STRUCTUUR 28

2.1.5. OVERIGE ELEMENTEN VAN DE OPEN RUIMTE 42 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - II

2.2. NEDERZETTINGS- OF WOONSTRUCTUUR 45

2.2.1. NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 45

2.2.2. WONEN 52

2.2.3. GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 64

2.2.4. RECREATIE EN TOERISME 67

2.3. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR 76

2.3.1. GLOBALE ECONOMISCHE STRUCTUUR 76

2.3.2. NIJVERHEIDSZONES VOLGENS HET GEWESTPLAN 82

2.3.3. WERKELIJKE SITUERING VAN DE BEDRIJVIGHEID 86

2.3.4. SYNTHESE 94

2.3.5. HANDEL, HORECA & DIENSTEN 97

2.4. STRUCTUUR EN GEBRUIK VAN DE LIJNINFRASTRUCTUREN 98

2.4.1. BESTAANDE TOESTAND 98

2.4.2. MOBILITEITSPATROON 102

2.4.3. EVOLUTIES, TRENDS EN PROJECTEN 104

2.4.4. SYNTHESE : BELANGRIJKSTE KNELPUNTEN 105

2.5. SYNTHESE VAN DE BESTAANDE STRUCTUUR 106

3. FOCUS OP DE BELANGRIJKSTE DEELRUIMTES 108

3.1. DEELGEMEENTE ZULTE 108

3.2. DEELGEMEENTE OLSENE 112 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - III

3.3. DEELGEMEENTE MACHELEN-AAN-DE-LEIE 116

3.4. DEELRUIMTE N43 119

3.5. DEELRUIMTE LEIEVALLEI (EN BEEKVALLEIEN) 121

4. ANALYSE VAN HET GEVOERDE RUIMTELIJK BELEID : DE PLANNINGSCONTEXT 123

4.1. OP GEMEENTELIJK NIVEAU 123

4.1.1. GEWESTPLAN 123

4.1.2. PLANNEN VAN AANLEG 127

4.2. SECTORALE WETGEVINGEN 132

4.2.1. BESCHERMDE MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN DORPSGEZICHTEN 132

4.2.2. GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN 133

4.2.3. WOONBEHOEFTENSTUDIE 134

4.2.4. GEMEENTELIJK VERKEERSBELEIDSPLAN 136

4.2.5. GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN 136

4.3. BOVENGEMEENTELIJKE BELEIDSOPTIES 138

4.3.1. IMPLICATIES VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN 138

4.3.2. IMPLICATIES VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN 141

4.3.3. IMPLICATIES VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN 142

5. RUIMTELIJKE BEHOEFTEN 143

5.1. BEVOLKINGSPROGNOSES EN WOONBEHOEFTEN – ALGEMEEN 143

5.1.1. BEVOLKINGS- EN GEZINSPROGNOSES 143 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - IV

5.1.2. BOUW- EN VERBOUWINGSBEHOEFTE 144

5.1.3. AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN 145

5.1.4. TOETSING BEHOEFTE-AANBOD 147

5.2. BEHOEFTE AAN SOCIALE HUISVESTING 149

5.2.1. BEHOEFTE 149

5.2.2. AANBOD 150

5.3. VRAAG NAAR BEDRIJFSRUIMTEN 151

5.3.1. BEHOEFTE TERREINEN 151

5.3.2. HUIDIG AANBOD EN RUIMTEBALANS 152

5.3.3. TOETSING BEHOEFTE-AANBOD 153

6. ALGEMENE PROBLEEMSTELLING 155

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - V

KAARTEN

KAART 1. 1 – BESTAANDE STRUCTUUR VAN DE OPEN RUIMTE 20 KAART 1. 2 – BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART 26 KAART 1. 3 – SITUERING VAN DE BEDRIJFSZETELS 36 KAART 1. 4 – NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 49 KAART 1. 5 – BEBOUWINGSTYPOLOGIEËN 50 KAART 1. 6 – SITUERING VAN DE ZONEVREEMDE WONINGEN 63 KAART 1. 7 – RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR 74 KAART 1. 8 – CULTURELE INFRASTRUCTUUR 75 KAART 1. 9 – SITUERING VAN DE BEDRIJVENTERREINEN VOLGENS GEWESTPLAN 84 KAART 1. 10 – REËLE SITUERING EN CONCENTRATIES VAN BEDRIJVEN 85 KAART 1. 11 – SITUERING VAN DE ZONEVREEMDE BEDRIJVEN 92 KAART 1. 12 – FEITELIJKE HIËRARCHIE VAN HET WEGENNET 103 KAART 1. 13 – SYNTHESE VAN DE BESTAANDE STRUCTUUR 107 KAART 1. 14 – DEELGEMEENTE ZULTE 111 KAART 1. 15 – DEELKERN OLSENE 115 KAART 1. 16 – DEELKERN MACHELEN 118 KAART 1. 17 – DEELRUIMTE N43 122 KAART 1. 18 – GEWESTPLAN 126 KAART 1. 19 – BPA N43 TUSSEN OLSENE EN MACHELEN 128 KAART 1. 20 – ONTWIKKELING TERREINEN ANGLO-BELGE FASE 1 129 KAART 1. 21 – SITUERING VAN DE BPA’S 131 KAART 1. 22 – HOOFDOPTIES MOBILITEITSPLAN 137

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - VI

TABELLEN

TABEL 1 - EVOLUTIE VAN DE OPPERVLAKTE CULTUURGROND IN ZULTE 29

TABEL 2 - EVOLUTIE VAN HET GRONDGEBRUIK NAAR TEELTEN DOOR LAND- EN TUINBOUW 30

TABEL 3 - EVOLUTIE VAN HET AANTAL BEDRIJVEN EN DE BEDRIJFSGROOTTE IN ZULTE 34

TABEL 4 - BEDRIJFSGROOTE PER LANDBOUWCATEGORIE (SITUATIE EIND ’97) 35

TABEL 5 - EVOLUTIE VAN DE VEETEELT IN ZULTE 39

TABEL 6 - LOOP VAN DE BEVOLKING IN ZULTE. NATUURLIJK EN MIGRATIESALDO SINDS 1976 53

TABEL 7 - LEEGSTAND EN VERKROTTING IN 1995 56

TABEL 8 - EIGENDOMSSTRUCTUUR VAN DE WONINGEN IN 1991 58

TABEL 9 – HOEVEN IN LANDBOUW- EN NATUURGEBIED EN ZONEVREEMDE WONINGEN 60

TABEL 10 - OVERZICHT VAN DE JEUGDLOKALEN NAAR JURIDISCHE BESTEMMING 66

TABEL 11 - OVERZICHT VAN DE RECREATIE- EN SPORTTERREINEN IN ZULTE NAAR HUN JURIDISCHE BESTEMMING 70

TABEL 12 - TOTALE TEWERKSTELLING IN ZULTE NAAR KLASSIEKE SECTOREN 77

TABEL 13 - EVOLUTIE WERKGELEGENHEID, 1984-1998 78

TABEL 14 - PENDELSTROMEN (ARBEIDSMOBILITEIT) 80

TABEL 15 - RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE BEDRIJVEN IN ZULTE MET HUN WERKGELEGENHEID IN 1997 94

TABEL 16 - BEDRIJVEN MET HET GROOTST AANTAL TEWERKGESTELDEN IN ZULTE IN 1997 96

TABEL 17 – TOEGEKENDE OPPERVLAKTEN PER BESTEMMING IN HET GEWESTPLAN 125

TABEL 18 - TOTALE NOOD AAN WONINGBOUWACTIVITEITEN IN ZULTE (1995-2005) 144

TABEL 19 - THEORETISCHE VOORRAAD KAVELS IN ZULTE 145

TABEL 20 – VERGELIJKING BEHOEFTEN-AANBOD (1997 –2007) 147

TABEL 21 - TOTALE NOOD AAN SOCIALE HUISVESTINGSPROJECTEN IN ZULTE (1995-2005) 149

TABEL 22 - NOOD AAN SOCIALE HUISVESTINGSPROJECTEN IN ZULTE, OPGEDEELD NAAR DE DEELGEMEENTEN (1995-2005) 150

TABEL 23 - BENODIGDE OPPERVLAKTE AAN INDUSTRIËLE BESTEMMINGEN 151

TABEL 24 – RUIMTEBALANS BEDRIJVIGHEID 152

TABEL 25 – OVERZICHT BEHOEFTE VS. AANBOD BEDRIJFSGRONDEN 153

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 1

INLEIDING

1 Door het gemeentebestuur van ZULTE werd aan Groep Planning gevraagd een Ruimtelijk Structuurplan voor de gemeente op te maken. Met dit structuurplan wenst de gemeente een referentiekader te scheppen voor het voeren van een duurzaam ruimtelijk beleid inspelend op de mogelijkheden die worden geboden in het kader van het Decreet van 24 juli 1996 (thans geïntegreerd in het Decreet van 18 mei 1999). Duurzaamheid in de zin van gemeentelijke structuurplanning betekent binnen de regionale en maatschappelijke context het in stand houden van zinnige woon- en werkomgevingen. Zinnig betekent in dit verband dat de planning voortdurend bijgesteld wordt in het licht van de veranderende contexten (ruimtelijke en maatschappelijke). In duurzaamheid is derhalve altijd dynamiek en dus continuïteit van de planning vervat.

Het structuurplan zal worden opgebouwd volgens de specificaties, voorgesteld in de omzendbrief van 14 maart 1997.

Deze omzendbrief stelt dat een ruimtelijk structuurplan uit drie delen moet bestaan : een informatief gedeelte, een richtinggevend gedeelte en een bindend gedeelte. Deze driedeling wordt ook voor het Ruimtelijk Structuurplan ZULTE gehanteerd.

De gemeente ZULTE heeft de laatste jaren reeds heel wat deelaspecten van de ruimte onderzocht en geëvalueerd, zo verschenen onder meer studies over wonen en werken, een woonbehoeftenstudie, een beleidsnota BPA 2/3, een verkeersbeleidsplan en het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan, een studie over de zonevreemde bedrijven en een mobiliteitsplan. Deze inspanningen worden op vandaag verdergezet door de opmaak van dit Ruimtelijk Structuurplan.

Het Ruimtelijk Structuurplan ZULTE zal er vooral op gericht zijn de tot nu toe gevoerde deelstudies te synthetiseren in een actiegericht beleidsplan, waardoor de inspanningen van de afgelopen jaren ten volle kunnen worden gevaloriseerd. In het Ruimtelijk Structuurplan ZULTE zal dan ook herhaaldelijk verwezen worden naar deze reeds bestaande plandocumenten.

1 Om verwarring tussen fusiegemeente en deelgemeente te vermijden zullen we voor de fusiegemeente ZULTE steeds KLEINE DRUKLETTERS gebruiken, voor de deelgemeente blijven het gewone lettertype gebruiken GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 2

PLANOLOGISCHE CONTEXT

Het planologisch beleid in Vlaanderen heeft een nieuwe dimensie gekregen met het opstellen van een “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen”. Met de opmaak van dit document werden initiatieven genomen om gemeentelijke en provinciale structuurplannen uit te werken. Door het nieuwe “Decreet houdende de Ruimtelijke Planning” van 24 juli 1996, geïntegreerd in het Decreet van 18 mei 1999, hebben deze een juridische basis gekregen.

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zal het nodige ruimtelijk integratiekader vormen waarbinnen de uiteenlopende visies over, aanspraken op en behoeften aan ruimte vanuit de verschillende sectoren tegen elkaar worden afgewogen en op elkaar kunnen worden afgestemd.

Het zal de duurzame stedebouwkundige ontwikkeling die moet worden afgestemd op de draagkracht van de bebouwde gebieden en het landschap, begeleiden. In tegenstelling tot de klassieke eindtoestandsplannen (A.P.A.’s, B.P.A.’s en Gewestplannen) is het bij een Ruimtelijk Structuurplan niet de bedoeling de toekomstige ruimtelijke structuur concreet vast te leggen. Het ontwikkelt daarentegen een visie op de ontwikkeling van de gemeente in relatie tot het socio-economische functioneren.

Als beleidsplan is het

 doelgericht en procesmatig  continu, mits mogelijkheid tot bijsturing  actiegericht, in functie van realisaties, en  het zoekt de relatie tussen het stedebouwkundige beleid en de socio-economische ecologische, mobiliteits- landschappelijke, industriële, distributie-planologische, en andere ontwikkelingen.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 3

VORM EN INHOUD VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

Het ruimtelijk beleidsplan dat voor ZULTE wordt opgemaakt is een gemeentelijk structuurplan. Aangezien deze vorm van ruimtelijke planning erg verschilt van de traditionele eindtoestandsplanning worden de basisprincipes van de structuurplanning hierna verduidelijkt.

Het structuurplan is een getekend en/of geschreven moment (faze) van een stedebouwkundig proces dat continu is. Het is een begrip dat na 1972, met het structuurplan van Brugge, ook in Vlaanderen ingang gevonden heeft.2

Structuurplanning kent in tegenstelling tot de wet van 29 maart 1962 geen begin en geen einde dat met een KB zou kunnen bevestigd worden.

Structuurplanning is nooit af. Het kent enkele hoofdmomenten die dan in de vorm van een plan - het structuurplan - vastgelegd worden. Het decreet van 24 juli bepaalt in die zin hoe een dergelijk structuurplan kan worden vastgelegd. Hierbij worden de socio-ruimtelijke en functioneel-economische problemen van een gemeente, streek of regio globaal onderzocht en in betere banen geleid, in functie van de maatschappelijke en politieke doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente, de buurt of de regio. Tussen

 enerzijds het maatschappelijk leven van een gemeente (en haar regio) en de ruimtelijke gevolgen die hieruit ontstaan (verkavelen, bouwen, afbreken, onteigenen, functiewijzigingen, wegenaanleg, vellen of planten van bomen, verhoging van vervuiling, verschraling en vermindering van de bewoonbaarheid, etc., etc.) en

 anderzijds de ruimtelijke mogelijkheden van een stedelijk gebied (evenwicht tussen open en bebouwde gebieden, hiërarchisering van verkeerstypen - doorgaand verkeer, woon-werkverkeer, ... -, evenwicht tussen harde en zachte functies, etc.) en de maatschappelijke en politieke doelstellingen van de gemeente, kan men zoeken naar betere en meer efficiënte stedenbouwkundige modellen.

De keuze van één bepaald model (in de tijd) gebeurt gezamelijk door de overheid, de bevolking en de deskundigen, waarbij de bevolking en de deskundigen voorstellen formuleren en de overheid democratische beslist.

Hierbij zijn ook haalbaarheid en kostprijs niet onbelangrijke dimensies.

2 Zie “Structuurplan Brugge”, Groep Planning, Brugge 1976. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 4

In die zin kan men stellen dat STRUCTUURPLANNING, noch min noch meer, een “‘GLOBALE RUIMTELIJKE BEGELEIDING” is van het maatschappelijk gebeuren van een gemeente (op een bepaald moment in de tijd) waarvoor de ruimtelijke gevolgen zo goed mogelijk tot stand moeten kunnen komen. Hierdoor probeert men een betere “BEWOONBAARHEID” (kwaliteit van leven en wonen), “BEREIKBAARHEID” (verkeer en vervoer) en “BESTUURBAARHEID” te bereiken.3

De algemene en bijzondere plannen van aanleg voorzien in de wet van 1962 moeten beschouwd worden als loutere “UITVOERINGSPLANS” van deze structuurplanning, naast andere instrumenten zoals informatiecampagnes, bouwreglementen, premies, ...

Volgens het Planningsdecreet dienen de structuurplannen van de lagere overheden zich te richten naar deze van de hogere overheden. Het structuurplanningsproces kent drie fazen in de ruimte en in de tijd.

DE DRIE NIVEAUS IN DE RUIMTE ZIJN :

 de planning van de macrostructuren : m.a.w. de regionale en streekgebonden structuren op het niveau Vlaanderen.

(1ste niveau : macroschaal) (Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en Provinciaal Structuurplan)

 de planning van de mesostructuren : m.a.w. structuurplanning op gemeentelijk niveau.

(2de niveau : mesoschaal) (Gemeentelijk structuurplan)

 de planning van de microstructuren : m.a.w. structuurplanning op het niveau van buurten, woonkernen,

(3de niveau : microschaal) delen van de open ruimte.

3 Zie “Wonen of Wijken”, Jan Tanghe, Sieg Vlaeminck, Hugo Vanderstadt - I.C.A.S.D. Brussel, 1979. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 5

DE DRIE FAZEN IN DE TIJD ZIJN :

 het ontwikkelingsmodel : waarin de filosofie en de politiek voor een welbepaald leefgebied uitgestippeld worden

(1ste trap : lange termijnplanning)

 het ontwikkelingsplan : waarin deze filosofie concreter wordt toegepast op de reële situatie van het leefgebied.

(2de trap : middellange termijnplanning)

 het actieplan : waarin alle voorstellen concreet worden omgezet in uitvoeringsplans en uitvoeringsdaden voor het leefgebied.

(3de trap : actieplanning)

Het structuurplan voor ZULTE situeert zich binnen de hiërarchie van de structuurplannen op de mesoschaal en moet worden beschouwd als een ontwikkelingsmodel en ontwikkelingsplan voor het gehele grondgebied van ZULTE. Daarnaast zal het ontwikkelingsplan ondersteund en aangevuld worden zowel door actieplanning als door deelplanning voor specifieke gebieden in ZULTE. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 6

DE 3 DELEN VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

De Omzendbrief van 14 maart 1997 bepaalt dat een Ruimtelijk Structuurplan bestaat uit 3 delen. Methodologisch volgen deze delen logisch elkaar op. in de praktijk zullen verschillende elementen echter tegelijkertijd in de 3 delen worden ontwikkeld.

Het INFORMATIEF GEDEELTE geeft alle basisinformatie die nodig is voor de opmaak van het structuurplan zoals bv.

 het doelgericht onderzoek van de bestaande ruimtelijke structuur, te verwachten evoluties, ruimtelijke potenties, enz.

 de probleemanalyse welke gelijktijdig verloopt met de ontwikkeling van een aantal doeleinden.

Het RICHTINGGEVEND GEDEELTE omvat ten minste de doelstellingen en prioriteiten inzake ruimtelijke ontwikkeling en een beschrijving van de gewenste ruimtelijke structuur

 formuleren van de beleids- en actievoorstellen, die het resultaat zijn van het toetsen van de doeleinden aan de functionele, ruimtelijke en verkeerskundige knelpunten.

Het BINDEND GEDEELTE is dat gedeelte van het structuurplan waarin concrete beslissingen worden genomen betreffende de ruimtelijke ordening die de overheid, in dit geval het gemeentbestuur van ZULTE, binden.

 hiervan kan niet meer worden afgeweken, tenzij via een wijziging van het bestaande structuurplan of via een nieuw structuurplan.

Deze drie gedeelten vormen dan het Ontwerp Structuurplan dat door de Gemeenteraad dient vastgesteld. Vervolgens volgt een openbaar onderzoek en een toetsing aan het provinciaal structuurplan of, bij ontstentenis, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 7

OPMAAK, INSPRAAK EN TIMING VOOR HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ZULTE werd opgemaakt in nauw overleg en met de goede medewerking van het College van Burgemeester en Schepenen en met de bevoegde gemeentelijke diensten. Daarenboven was er regelmatig een bespreking in de stuurgroep, waarin mensen zetelden uit alle betrokken segmenten van de bevolking én ambtenaren van de hogere planningsautoriteiten. Tegelijkertijd met de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd de voorstudie uitgevoerd voor de opmaak van het sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven’ (Groep Planning) en liep de studie voor het Mobiliteitsplan (Trafficonsult). Parallel werden eind 1998 de stuurgroepvergaderingen georganiseerd voor het ontwerp van de doortocht N43 in de deelkern Zulte. Ook via deze vergaderingen bestond een regelmatig contact met het beleid en de bevolking. In de startnota werd snel duidelijk dat een aantal thema’s een belangrijke uitdieping noodzaakten. In het bijzonder betreffende de problematiek van de vele productiebedrijven overal verspreid in de gemeente en betreffende de ruimtebalans tussen landbouw en natuur. Deze thema’s werden in aparte sectorstudies uitgewerkt. Een derde belangrijk thema - wonen - was reeds voor een groot deel uitgewerkt in de ‘Woonbehoeftenstudie’ (Studiegroep Omgeving) en werd - samen met voorzieningen, recreatie en toerisme - dadelijk verder uitgewerkt in het voorontwerp van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Volgend overzicht geeft een inzicht in de chronologie van dit ontwerpproces.

DEELSTUDIE BESPREKING COLLEGE BESPREKING STUURGROEP BESPREKING AROHM BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

STARTNOTA APRIL 1998 JUNI 1998 27 OKTOBER 1998

SECTORSTUDIE ‘BEDRIJVIGHEID’ JANUARI 1999 16 FEBRUARI 1999 -

SECTORSTUDIE ‘OPEN RUIMTE’ APRIL 1999 JUNI 1999 -

DEELASPECTEN ‘WONEN’ 27 OKTOBER 1999 - -

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 8

In de periode 1999-2000 werd het planningsproces bijgestuurd en gericht op actuele knelpunten, nl. de aanpak van de doortocht in Zulte, de opmaak van het sectoraal BPA ‘Zonevreemde Bedrijven’ en een afgeleide hiervan het BPA N43 Olsene-Machelen en dit omwille van de dringendheid van de problematiek.

BPA BESPREKING COLLEGE BESPREKING MET DE PLENAIRE VERGADERING MINISTERIEEL BESLUIT BURGEMEESTER EN BEVOLKING SCHEPENEN

BPA ‘ZONEVREEMDE BEDRIJVEN’ November 1999 december 1999 Deelgebied RECUTEX april 2000 22 maart 2001

Deelgebied STANSSENS 4 juni 2002

BPA ‘N43 OLSENE-MACHELEN’ November 1999 december 1999 6 april 2000 29 juni 2001 februari 2000

BPA ‘MARKTPLEIN EN RIJKSWEG’ Juli 2000 Augustus 2000 12 september 2001 GEDEELTELIJKE HERZIENING

In de loop van 2001 werd gewerkt aan een voorontwerp van gemeentelijk structuurplan, dat op 25 januari 2002 werd besproken met AROHM onder de vorm van structureel overleg.

Het voorontwerp structuurplan werd in de lente van 2002 uitvoerig toegelicht en verspreid in samenwerking met communicatiebureau CIBE. Er werd op 24 april 2002 een persconferentie en een algemene informatievergadering georganiseerd voor de leden van de GECORO, andere gemeentelijke adviesraden en de leden van de gemeenteraad. De bevolking werd via drie inspraakvergaderingen (14-15-16 mei 2002) op de hoogte gebracht, aangekondigd in een speciale editie van het gemeentelijk informatieblad. Het voorontwerp was te koop op papier, ter inzage op de website van de gemeenten en op de technische dienst en in de filialen van de openbare bibliotheek. De inspraakronde werd afgerond met een overlegvergadering met de GECORO, en met de aanpalende gemeenten (, , , en -, de provincie GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 9

West-Vlaanderen en de belanghebbende administraties (NMBS, AWV, sociale huisvestingsmaatschappijen, AMINAL, Veneco) op 22 mei, nadat zij allen een exemplaar van het voorontwerp hadden ontvangen.

Uit deze informatieronde kwamen zeer veel bruikbare suggesties en opmerkingen naar voren, die, na overleg met het schepencollege, werden verwerkt in een aangepast voorontwerp

De volgende stap was het organiseren van de plenaire vergadering; waarmee de officiële procedure van start gaat. De plenaire vergadering werd gehouden op 18 oktober 2002 en werd gevolgd door een gunstig advies (mits een aantal opmerkingen) van de GECORO op het definitieve voorontwerp op 8 januari 2003, waana dit voorontwerp voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 27 februari 2003.

Het ontwerp werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat geopend werd op 24 maart 2003 gedurende 90 dagen tot en met 23 juni 2003. Gedurende die periode hadden de burgers de kans om hun bezwaren en opmerkingen aangetekend of tegen ontvangstbewijs te formuleren ten overstaan van de gemeentelijke commissie van advies. Tevens werden tijdens die periode alle belangstellenden uitgenodigd op de informatievergadering die doorging op donderdag 3 april 2003 in het gemeentelijke ontmoetingscentrum, Kerkstraat te Olsene.

De gemeentelijke commissie van advies bundelde en coördineerde alle schriftelijke bezwaren in een syntheseverslag dat werd besproken op 3 september 2003. Dit ontwerp houdt rekening met de opmerkingen van het syntheseverslag.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 10

1. SITUERING OP MACRO-VLAK : ZULTE IN REGIONAAL PERSPECTIEF

1.1. BEKNOPT PROFIEL EN SITUERING

Vooraf willen we aan de hand van enkele kencijfers een paar karakteristieken van ZULTE duidelijker situeren.

De gemeente ZULTE is gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen op de grens met de provincie West-Vlaanderen. De gemeente wordt begrensd door de gemeenten Deinze in het noorden, Kruishoutem in het oosten, Waregem in het zuiden en Wielsbeke en Dentergem in het westen.

De gemeente ZULTE bestaat uit drie min of meer evenwaardige kernen Zulte, Olsene en Machelen. Zulte zit geprangd tussen de E17 Gent-Kortrijk, de N43 de oude verbindingsweg tussen Gent en Kortrijk en de Leie.

ZULTE bestaat - sinds de fusie in 1976 - uit drie deelgemeenten : Zulte, Olsene en Machelen-aan-de-Leie. De oppervlakte bedraagt 3.252 ha, respectievelijk 1.004 ha, 962 ha en 1.286 ha.

Bij de aanvang van 1997 bedroeg de bevolking 14.167 personen (of 4,4 inwoners per ha) in 5.620 gezinnen (2.705 in Zulte, 1.412 in Olsene en 1.503 in Machelen). Op 1/1/2000 is dit reeds opgelopen tot 14.547 personen.

Waar Machelen de grootste gemeente is wat betreft de oppervlakte, is Zulte veruit de meest bewoonde gemeente. Bijna de helft van de ZULTEnaars (47%) woont in de deelgemeente Zulte, Machelen komt op de tweede plaats met 28% en wordt op de voet gevolgd door Olsene met bijna een kwart van de inwoners. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 11

FIGUUR 1 - SITUERING VAN ZULTE OP MACRO-SCHAAL GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 12

1.2. STRUCTUUR VAN DE OPEN RUIMTE

1.2.1. DE FYSISCHE BASISSTRUCTUUR

De gemeente ZULTE is gelegen in een uitloper van de Vlaamse zandstreek langs de Leievallei. De Vlaamse zandstreek is een vlak en laaggelegen gebied (5-15m boven de zeespiegel), met een matig uitgesproken microreliëf van ruggen en depressies. Ten zuidoosten van ZULTE ligt - na een relatief steile helling (Kruishoutem) - het Leie-Schelde-interfluvium. Dit is een hoger gelegen (tot 80 m boven de zeespiegel), zandlemig gebied met een golvend reliëf. Ten noordwesten wordt ZULTE begrensd door de alluviale Leievallei. De Leie ontspringt in Frankrijk, te Lisbourg op een hoogte van 100 m, vormt tussen Ploegsteert en Menen de Belgisch-Franse grens en mondt 192 km verder uit in de Schelde in Gent. De rivier is voor een groot deel gekanaliseerd - onder meer tussen Kortrijk en Deinze. Verder ten noorden en ten westen van ZULTE liggen enkele grote beekvalleien, min of meer parallel aan de Leie, namelijk de valleien van de Oude Mandelbeek, de Mandelbeek, de Vondelbeek, de Zeverenbeek...

1.2.2. DE NATUURLIJKE STRUCTUUR

In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt met de natuurlijke structuur bedoeld: “het samenhangend geheel van de rivier- en beekvalleien, de boscomplexen en de andere gebieden, waar de voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uiting komen; aanvullend daarop de ecologische infrastructuur gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige natuurelementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en door parkgebieden”4.

Uit de Biologische Waarderingskaart van België blijkt dat er in ZULTE geen natuurlijke structuren van bovengemeentelijk niveau voorkomen. Ook de Leievallei kan, na de rechttrekking en kanalisering, niet als zodanig worden beschouwd. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen duidt de Leievallei wel aan als structuurbepalend voor de natuurlijke structuur in het buitengebied5.

Ten noorden van ZULTE vinden we wel nog een snoer van biologisch waardevolle beekvalleien van Wakken via Markegem en Dentergem tot Zeveren met uitlopers richting Oostrozebeke en Tielt (Mandel, Oude Mandelbeek, Vondelbeek, Krommendijkbeek, Zeverenbeek, Spelbeek-Lakenplasbeek-Kapelrijbeek, Maanbeek). Ten Zuiden van ZULTE vinden we enkele biologisch waardevolle gebieden van enige omvang, namelijk de Spitaalsbossen ten zuiden van Waregem en een weidegebied bij Nokere.

4 RSV, Bestaande Ruimtelijke Structuur, p. 65 5 RSV, Gewenste ruimtelijke structuur, Een gebiedsgericht ruimtelijk beleid voor de gebieden van de natuurlijke structuur. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 13

Zowel kwalitatief als kwantitatief staat de natuur in de ruime omgeving van ZULTE dus zwak. Grote biologisch waardevolle gebieden zijn zeldzaam in de streek, natuurverbindingswegen schaars. Een herwaardering van de Leie als groen snoer doorheen de “Gouden Driehoek” kan de aanzet betekenen naar een verbetering van deze situatie.

De streek rond ZULTE is, net als de gemeente zelf, zeer bosarm. In de “Gouden Driehoek” Deinze-Kortrijk-Tielt komt nagenoeg geen bos voor. Dit prangend gebrek aan bos is niet louter een ecologisch probleem, maar heeft ook zijn weerslag op onder meer recreatie en landschap. De dichtsbijzijnde bossen van enige omvang die openstaan voor recreatie zijn het Kluisbos in , het beboste Bulkskampveld in Beernem en de bossen bij Maria-. De Spitaalsbossen ten zuiden van Waregem zijn niet toegankelijk.

1.2.3. DE LANDBOUW

Wat betreft de landbouwstreken in België is ZULTE gesitueerd in de Zandstreek. Op basis van cijfermateriaal uit ‘Structuur van de land- en tuinbouw in de Provincie Oost-Vlaanderen, interpretatie van de 15-mei-tellingen’6, kunnen we ons een beeld vormen van de bestaande toestand (in 1994) van de landbouw in ZULTE en omgeving.

Opvallend is dat in ZULTE 46.4 % van de land- of tuinbouwbedrijven, dus bijna de helft, bedrijven in nevenberoep zijn. In Oost- Vlaanderen is dat gemiddeld slechts 1 bedrijf op 37.

Daarbij aansluitend is in ZULTE ten opzichte van Oost-Vlaanderen het aandeel van de niet bestendig tewerkgestelden in het totaal aantal tewerkgestelden in de land- of tuinbouw veel hoger (58% in ZULTE t.o.v. 40% in Oost-Vlaanderen) en is de gemiddelde bedrijfsoppervlakte kleiner (9.9 ha in ZULTE . t.o.v. 11.5 ha in Oost-Vlaanderen).

Om het relatief belang in te schatten van weide en grasland, akkerbouw, tuinbouw en veeteelt in de gemeente, gebruikt het Landbouw Economisch Instituut de parameter Bruto Standaard Saldo8.

6 Dienst land- en Tuinbouw van de Provincie Oost-Vlaanderen, 1994 7 Een bedrijf in hoofdberoep is een bedrijf waarop de bedrijfsleider meer dan 50 % van zijn inkomen uit de land- en tuinbouw haalt en waarop hij meer dan 50 % van zijn tijd werkt en waarop het arbeidsvolume van minstens 1 volwaardig arbeidskracht vereist is. 8 Het BSS van een teelt is de in geldwaarde uitgedrukte totale opbrengst verminderd met bepaalde bijhorende specifieke kosten (bv. zaaizaad en plantgoed, aangekochte meststoffen, verwarming...). GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 14

Volgens een typologie op basis van het B.S.S. is ZULTE een “veeteeltgemeente”. Dit betekent dat de veeteelt instaat voor minstens 50 % van het globale B.S.S van de gemeente. In ZULTE is dit zelfs 70%. Zowel de rundveehouderij als de varkenshouderij zijn belangrijk. Ook de naburige gemeenten Deinze, Nazareth en Aalter, allen ten Noorden van ZULTE, zijn veeteeltgemeenten. Ten Zuiden van ZULTE vinden we gemeenten waar naast veeteelt ook de akkerbouw belangrijk is. De streek rond is sterk gericht op akkerbouw, met een groot aandeel voor de aardappelteelt. In Kruishoutem en Zingem is de groenteteelt in open lucht relatief belangrijk.

1.3. BEBOUWDE STRUCTUUR

De nederzettingsstructuur bestaat uit enerzijds het samenhangend geheel van gehuchten, dorpen, linten en verspreide bebouwing in de open ruimte en anderzijds de stedelijke concentraties.

Zoals de Leievallei structuurbepalend is voor de opbouw van de open ruimte is ze evenzeer structuurbepalend geweest bij de ontwikkeling van de nederzettingsstructuur. Evenwijdig aan de Leie ontstond in de loop der eeuwen een paternoster van landelijke en stedelijke nederzettingen, waaronder de kernen Zulte, Olsene en Machelen-aan-de-Leie. Tussen deze oorspronkelijk zelfstandige kernen - waarvan de belangrijkste Kortrijk, Harelbeke, Waregem, Deinze en Gent zijn - merken we de laatste decennia een zeer sterke dichtslibbingtendens, er ontstaat als het ware één verstedelijkt lint tussen Kortrijk en Gent als een uitloper van de Vlaamse Ruit. Deze nederzettingstendens is vooral het gevolg van de uitbouw van een zeer sterke parallelle verkeersinfrastructuur tussen Kortrijk en Gent (de Leie, spoorlijn 75, de gewestweg N43 en de autosnelweg E17).

Aan de overkant van de Leie zien we een gelijkaardige nederzettingsstructuur met kernen zoals Wakken, Oeselgem, Gottem, Grammene ontwikkeld op de rand van de vallei. Deze kernen zijn enkel met elkaar verbonden via de oorspronkelijke bovengemeentelijke wegen (N327 en N440) en zijn veel kleiner gebleven.

Op de synthesekaart van de bestaande ruimtelijke structuur in Vlaanderen9 worden de kernen van Zulte en Olsene opgenomen in het gebied van ‘samenhangende stedelijke ontwikkeling’ dat zich uitstrekt vanaan de Franse grens tot en met Olsene. Tussen dit gebied en het stedelijk gebied Gent resten dan enkel nog Deinze (als kleine stad) en Machelen, waartussen nog enkele resten van open ruimte terug te vinden zijn.

9 RSV, Bestaande Ruimtelijke Structuur, p. 61 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 15

Een gelijkaardige dichtslibbingtendens merken we tussen Kortrijk en Roeselare-Izegem.

Als gevolg van zijn ligging - tussen twee grote steden op Vlaamse niveau (Gent en Kortrijk) en twee ‘goed uitgeruste kleine steden’ in de onmiddellijke nabijheid (Deinze en Waregem)10 - blijft het voorzieningenniveau van de gemeente vooral van primair belang.

Het overgrote deel van de handelszaken en diensten - vooral in de kernen van de gemeenten - situeren zich in de sector van de voedingswaren en in de financiële sector. Voor de echte ‘shopping goods’ - met kleding als voorbeeld bij uitstek - zijn de ZULTEnaars bijna uitsluitend aangewezen op de buurgemeenten Deinze en Waregem of op de verder gelegen winkelkernen van Kortrijk en Gent. Daarnaast blijft de druk van baanwinkels langs de N43 zich wel doorzetten, hier vinden we wel meer grotere gespecialiseerde zaken. Het RSV verzet zich tegen een verdere commerciële verlinting en pleit voor de versterking van kernen.

Ook voor de meeste voorzieningen, die de schaal van een kleine gemeente overtreffen, zoals middelbaar onderwijs, zwembad, cultureel centrum, en dergelijke ..., richt ZULTE zich vooral naar Deinze en Waregem.

In verband met de tewerkstelling is het van belang de aandacht te vestigen op de zogenaamde ‘Gouden Driehoek’ - de streek ten noorden van de E17, tussen Gent, Kortrijk en Brugge. In deze regio leeft een sterke economische dynamiek, die grotendeels te danken is aan haar ligging tussen drie sterke industriële polen : het stadsgewest Kortrijk-Roeselare (met de haven van Roeselare en de verbinding met de poolvorming rond Rijsel), het stadsgewest Gent (met zijn aanzienlijke maritieme industriële activiteiten) en de sterk groeiende haven van Zeebrugge. ZULTE ligt aan de rand van dit gebied en wordt duidelijk meegetrokken in deze evolutie.

1.4. DE VERKEERSINFRASTRUCTUUR

De verkeerskundige infrastructuur in en rond ZULTE wordt gekenmerkt door een aantal parallelle zuidwest-noordoost-gerichte structuren, evenwijdig met de Leie en haar vallei : de autosnelweg E17, de gewestweg N43, de spoorweg Gent-Kortrijk en de Leie zelf.

10 Goossens M., Van Der Haegen H., Instituut voor Economische en Sociale Geografie KUL, 1972-1993. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 16

1.4.1. VERKEERSWEGEN E17 EN N43

ZULTE wordt doorsneden door de gewestweg N43 - de oude steenweg Gent-Kortrijk. Evenwijdig - een 3-tal kilometer meer naar het noordoosten - ligt de E17, op het grondgebied van de gemeente Kruishoutem. De afrit 6 verbindt beide wegen met elkaar dwars door de kern van Olsene (via de N459 - Oudenaardestraat/Centrumstraat), de flankerende afritten situeren zich in Waregem (afrit 5) en Deinze (afrit 7).

De intensiteiten op een (avond)piekuur bedragen op de E17 ter hoogte van ZULTE (tussen Deinze en Zwevegem) ongeveer 4.000 à 4.200 mvt/uur. Het doorgaand verkeer tussen Kruishoutem en de A17 zou slechts een 20% bedragen van het totale verkeer. Op de N43 vertonen de intensiteiten grote schommelingen : ongeveer 1.000 à 1.500 mvt/uur tussen Deinze en St.-Eloois-Vijve, 800 mvt/uur tussen St.-Eloois-Vijve en Desselgem en ca. 2.000 mvt/uur in het centrum van Harelbeke.11

Een zelfde parallelle structuur - autosnelweg/gewestweg - vinden we terug tussen Brugge en Gent (E40/N9) en tussen Brugge en Kortrijk (A17/N50). Binnen deze grofmazige ontsluitingsstructuur is de verkeerssituatie echter nogal onduidelijk en diffuus - enkel de stervormige structuur rond Tielt met de verbindingen naar Roeselare, Aalter en Deinze, zorgt voor enige structuur in de bereikbaarheid van dit binnengebied. Het hele gebied - waar een groot aantal bedrijven actief is - wordt echter nogal willekeurig doorkruist, wat een belangrijke impact heeft op het vrachtvervoer dat dit gebeid bereikt via de N459, dwars door het centrum van Olsene.

Belangrijke infrastructuurwerken waren er de afgelopen jaren op gericht de verkeersleefbaarheid van een aantal woonkernen - doorsneden door de N43 - te verbeteren. In Deinze werden de werken hiervoor in 1997 afgerond met de aanpak van enkele doortochten en het afwerken van de ringweg ten westen van de stad.

In functie van een vlottere bereikbaarheid van de driehoek Kortrijk-Roeselare-Tielt werden in 1994 een aantal infrastructuuropties onderzocht12; Eén ervan voorziet in de aanleg van de N382 tussen de N43 in Sint-Eloois-Vijve (expressweg Waregem) en de Stationsstraat in Wielsbeke, hierdoor zal het probleem van de bochtige doortochten door Sint-Eloois-Vijve en Wielsbeke van de baan zijn en zal de verbinding veel vlotter kunnen verlopen. Op ruimere schaal betekent dit ook dat het doorgaand (vracht)verkeer tussen de E17 en de ‘Gouden Driehoek’ meer geconcentreerd kan worden op de tangentiële wegen rond Waregem en Deinze en dat in Olsene een belangrijk deel van dit oost-westelijke doorgaand verkeer geweerd kan worden.

11 Groep Planning, Verkeersleefbaarheidsplan Arrondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt, 1994 12 Groep Planning, Verkeersleefbaarheidsplan Arrondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt, 1994 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 17

Als besluit kunnen we stellen dat ZULTE een zeer gunstige ligging heeft wat betreft de autoverbindingen naar de nabije steden Gent en Kortrijk, dankzij de aanwezigheid van de E17 en de afrit 6, maar de keerzijde van de medaille is een groot aandeel doorgaand vrachtvervoer dwars door het centrum van Olsene.

Ook op de parallelle N43 heeft ZULTE te kampen met een groot aandeel vrachtvervoer door de kernen (Zulte en Olsene), deels als gevolg van de inplanting van bedrijven, maar ook omdat de N43 nog veel als verbindingsweg op Vlaams niveau gebruikt wordt.

1.4.2. SPOORWEG GENT-KORTRIJK

Tussen N43 en E17 loopt de spoorlijn 75 Gent-Kortrijk. Bij de uitvoering van het IC/IR-programma werden alle stations in ZULTE (Zulte, Olsene en Machelen) gesloten, de ZULTEnaars zijn sindsdien aangewezen op de stations van Waregem en Deinze.

Zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer behoort de lijn Gent-Kortrijk in het RSV tot het Vlaamse hoofdspoorwegennet.

De spoorlijn Gent-Kortrijk was vroeger een valabel alternatief voor verplaatsingen naar Gent en Kortrijk (en vandaar verder naar de rest van België en Noord-Frankrijk). Door de afschaffing van de stations heeft het treinverkeer - behoudens enkele werk- en schoolpendelaars - zijn grootste belang verloren voor ZULTE.

1.4.3. DE LEIE

De Leie is door de rechttrekking bevaarbaar geworden voor schepen tot 1350 ton. Er is een vlotte verbinding met de Gentse haven (via het afleidingskanaal Deinze-Gent) en met de binnenhaven van Roeselare, via het kanaal Roeselare-Ooigem. De trafiek op de Leie bedraagt ongeveer 4,5 miljoen ton per jaar, waarvan de helft voor de Roeselaarse haven. De belangrijkste verscheepte goederen zijn veevoeders, zand, beton en potgrond.13 14

13 De Standaard, Franse ambities voor kanaal Roeselare-Leie, p. 13, 12 augustus 1997 14 NIS 1991 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 18

Door de verbreding van de Leie in Kortrijk (momenteel in uitvoering) wordt het hele tracé van de Leie op een capaciteit gebracht voor schepen tot 1350 ton (momenteel blijft de doortocht in Kortrijk beperkt tot 350 ton) en kan de verbinding met Frankrijk ten volle benut worden.

De gekanaliseerde Leie is dus een infrastructuur die door de gemeente snijdt, maar waarvan de gemeente weinig baat vindt. De bereikbaarheid over het water heeft vroeger de inplanting van een aantal watergebonden bedrijven tot gevolg gehad die profiteerden van de goede ontsluiting langs het water en langs de steenweg. De echte watergebonden bedrijven zijn echter allemaal verdwenen.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 19

2. BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESO-VLAK : DE GEMEENTE ZULTE

2.1. STRUCTUUR EN GEBRUIK VAN DE OPEN RUIMTE

Open ruimte staat in tegenstelling tot bebouwde ruimte. Deze tegenstelling mag echter niet al te strikt genomen worden: ook in de open ruimte staan gebouwen en in de bebouwde ruimte blijven er open plekken. De open ruimte slaat in praktijk op het landelijk gebied, met een open structuur en veel groen. De hoofdfuncties zijn natuur en landbouw, andere belangrijke elementen zijn landschap en recreatie.

2.1.1. AFBAKENING VAN DE OPEN RUIMTE IN ZULTE

De open ruimte van ZULTE is dat deel van de gemeente buiten de aaneengesloten geürbaniseerde gebieden van de drie dorpskernen en de aaneengesloten lintbebouwing. Zij wordt afgebakend op kaart 1.1, bestaande structuur van de open ruimte. Deze afbakening geeft een zonering aan en mag niet tot op perceelsniveau geïnterpreteerd worden. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 20

KAART 1. 1 – BESTAANDE STRUCTUUR VAN DE OPEN RUIMTE

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 21

2.1.2. FYSISCHE BASISSTRUCTUUR

Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, geologie, reliëf, bodem, oppervlakte- en grondwater. De fysische ondergrond bepaalde tot zeker het begin van deze eeuw vrij sterk waar welke activiteiten plaatsvonden, en heeft dus een ruimtelijke relevantie. Vooral landbouw, natuur en het optrekken van bouwwerken waren gebonden aan de bestaande fysische structuur. Nu is deze relatie vrijwel totaal verbroken: natte gronden worden gedraineerd, arme gronden bemest, droge gronden beregend, onstabiele gronden gefundeerd, reliëf wordt genivelleerd,…

Toch draagt de huidige ruimtelijke structuur nog vele kenmerken in zich die verwijzen naar de beperkingen die er vroeger bestonden tengevolge van de fysische gesteldheid. Bovendien stipuleert het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen dat het fysisch systeem de basis moet vormen van de ruimtelijke structuur in Vlaanderen. Daarom worden hier kort de belangrijkste fysische kenmerken in ZULTE beschreven. Voor een uitgebreidere bespreking wordt verwezen naar de startnota van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Op basis van het fysisch systeem wordt ZULTE ingedeeld in 2 gebieden: de Leievallei ten noordwesten en het zandig gebied ten zuidoosten. De grens wordt approximatief gevormd door de 10 meter hoogtelijn.

De Leievallei bestaat uit de alluviale vlakte met de daarin opduikende zandige koppen, de donken. Deze beide eenheden zijn substantieel verschillend: het alluvium is laaggelegen en vochtig, deze gronden vormden voor de indijking de winterbedding van de rivier en waren dus omwille van hun vochtigheid enkel geschikt voor extensief grasland. De donken bestaan uit zand, liggen hoger en bleven dus droog. Deze gronden konden dan ook dienen als vluchtheuvel voor vee in de vallei of als akkergrond. Het waren de enige sites in de natuurlijke vallei waar kon gebouwd worden (cfr. het toponym ‘-donk’ in Ooidonk, Mendonk,…). Ook nu nog is de Leievallei relatief weinig bebouwd en situeert de bebouwing zich voornamelijk op de donken.

De rechttrekking van de Leie tussen 1936 en 1976 en de 2 uitgevoerde ruilverkavelingen (Sint-Eloois-Vijve en Machelen) hebben een zeer grote impact gehad op het fysisch systeem in de vallei. Grote gebieden zijn opgehoogd en/of geëgaliseerd: in de ruilverkaveling Machelen werd zo ongeveer 32 ha vochtige depressies opgehoogd, onder andere heel de Zultse Meers, bij de ruilverkaveling Machelen werd ca. 90 ha ‘geëgaliseerd’, voornamelijk met grond die vrijkwam bij de rechttrekking. Er bestaat geen natuurlijk functionerend riviersysteem meer in de Leievallei, het contact tussen de rivier en haar vallei is weggevallen. Tussen Machelen en Deinze loopt de nieuwe Leie zelfs buiten het valleigebied. De nieuwe bedding is niet alleen rechtgetrokken, ze is ook dubbel zo breed als de oorspronkelijke, wat een versnelde waterafvoer tot gevolg heeft en ook een sterkere en snellere ontwatering van het alluviaal gebied. Dit proces wordt nog versterkt door de aanleg van een nieuw en rationeel net van waterlopen en drainagegrachten in de vallei in het kader van de ruilverkavelingen. Bovendien is het gemiddelde peil van de Leie GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 22 sterk gedaald (theoretisch 80 cm, in praktijk is dat iets minder), wat een ontwatering op lager niveau toelaat dan voorheen. Tenslotte is heeft de operatie een verlies aan waterbergend vermogen tot gevolg gehad, wat in combinatie met de versnelde afwatering overstromingsgevaar kan opleveren in stroomafwaarts gelegen delen van de vallei. De natuurlijke relatie tussen vallei en rivier bestaat dus niet meer wat betreft de Leie in ZULTE.

De waterkwaliteit van de Leie (=het Leiekanaal) is bovendien ronduit slecht, zowel wat betreft de zuurstofhuishouding, als wat betreft de biologische kwaliteit15. De structuurkenmerken worden algemeen als zeer zwak getypeerd16, ter hoogte van de natuurvriendelijke oevers in Olsene als matig. Het water in de afgesneden Leiemeanders, alle met bestemming ‘viswater’, hebben een matige tot goede kwaliteit. Een belangrijk probleem is de hypertrofie17, veroorzaakt door de aanvoer van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater en diffuse verontreiniging vanuit agrarisch gebied en specifieke vervuiling (ondermeer hoge metaalconcentraties van koper, chroom en zink) door industriële lozingen18.

Het zandgebied van ZULTE, de tweede fysische entiteit in de gemeente, bestaat uit een zandige vlakte, doorsneden door enkele parallelle beekvalleitjes. Omwille van de arme bodem is dit lange tijd een sterk bebost gebied geweest, op sommige plaatsen zelfs gedegenereerd tot heide door begrazing (relicten daarvan komen voor in de wegbermen van Bisdonkstraat en Lange Dreef). Bijna al dit bos is verdwenen, in de plaats is landbouw en bebouwing gekomen.

De verschillende valleitjes zijn niet meer in het landschap te herkennen, met uitzondering van de Zaubeekvallei, waarlangs verschillende bospercelen en bomenrijen voorkomen, en de Gaverbeekvallei, waar de oorspronkelijke meersstructuur nog goed bewaard is gebleven. Ook deze beken lopen door een vallei, al zijn zij natuurlijk een dimensie kleiner dan de Leievallei. Toch vindt men ook hier lagergelegen, natte gronden, die vroeger omwille van een hoge grondwatertafel enkel extensief konden bewerkt worden. Deze gebieden zijn de zogenaamde meersen, cfr. de Meimeersen aan de Gaverbeek: natte graslanden die pas vanaf mei voor landbouw konden gebruikt worden. Ook deze gronden hebben door menselijk ingrijpen voor een groot deel hun vochtig karakter verloren. Toch zijn het deze gebieden die, in zandig deel van ZULTE het best hun waarde voor natuur hebben behouden, voornamelijk dan in het zuiden van de gemeente (Zaubeekvallei, Gaverbeekvallei).

15 “Waterkwaliteit ‘98”, VMM. 16 Uit: “Onderzoek naar verspreiding en typologie van ekologisch waardevolle waterlopen in het Vlaamse Gewest - Leiebekken - 1994” 17 hypertroof: zeer voedselrijk. In hypertrofe waters zijn de mogelijkheden tot ontwikkeling van ecolgisch waardevolle levensgemeenschappen zeer gering, omdat het water troebel blijft door algengroei, zodat waterplanten en het dierenleven dat daarmee geassocieerd is (o.a. een gediversifieerd visbestand) geen kans krijgen. 18 “Waterkwaliteit ‘98”, VMM. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 23

De Zaubeek is de enige waterloop met nog een hoge structuurdiversiteit in ZULTE. Alle waterlopen zijn verontreinigd tot sterk verontreinigd.

De oude dorpskernen situeren zich klassiek op de rand van de vallei, in een zo sterk mogelijke relatie met de Leie. Nu is het zwaartepunt van die kernen verschoven naar de N43.

2.1.3. NATUURLIJKE STRUCTUUR

2.1.3.1. DE HUIDIGE NATUURLIJKE STRUCTUUR

De basis van de ruimtelijke planning in Vlaanderen is duurzame ontwikkeling, waarvan het behoud en de versterking van natuur en milieu een wezenlijk onderdeel uitmaakt. Natuur staat niet gelijk met alles wat groen is, met alles wat leeft in het ons omringende landschap omdat de invloed van de mens soms zo groot is dat we daar van culturen moeten spreken. Met natuur wordt bedoeld de levende organismen en hun levensgemeenschappen en de daarmee verbonden uit zichzelf functionerende ecologische processen, ongeacht of deze al dan niet voorkomen in aansluiting op menselijk handelen.

Natuur zat vroeger deels vervat in woeste gronden, gebieden die de mens niet renderend kon ontginnen, deels onder andere functies, met als voornaamste de landbouw, waar de beperkte techniek de mens genoodzaakte tot een gedogen van natuur. Nu zijn de technische mogelijkheden zo groot dat alle gronden ontgonnen kunnen worden, op een manier die weinig ruimte laat voor natuur. Spontane natuur is aldus sterk in de verdrukking geraakt.

Nu zit natuur voornamelijk in gebieden die een op natuur gericht beheer kennen (natuurgebieden, bepaalde tuinen of parken,…), in gebieden waar de natuur zich spontaan heeft kunnen ontwikkelen omdat de mens er jarenlang niet heeft ingegrepen (braakliggende terreinen, buffergebieden,…) of in gebieden die nog een extensief gebruik kennen (extensieve landbouw,…).

Bij het beschouwen van de bestaande natuurlijke structuur in ZULTE baseren we ons voornamelijk op de Biologische Waarderingskaart (kaart 1.2). Zij geeft een globaal beeld van de belangrijke waardevolle vegetatie-oppervlakken in ZULTE. ZULTE is ingetekend op kaartblad 21/7, die het landschapsbeeld weergeeft anno 1989 en kaartblad 29/3, aangevuld tot de bestaande situatie in 1982. In het kader van het GNOP voor ZULTE werd ook in 1994 een inventarisatie uitgevoerd, die de Biologische GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 24

Waarderingskaart actualiseert. Voor de Leievallei is een actualisatie uitgevoerd in het kader van de studie “Natuurontwikkeling in de Leievallei tussen Deinze en Kortrijk”19.

In ZULTE komen geen grote aaneengesloten oppervlakten biologisch waardevol gebied voor. Grote biologisch waardevolle entiteiten zijn gebieden met voldoende draagkracht om bepaalde ecosystemen in stand te houden. Hoe verder uitgebouwd en complexer het ecosysteem, hoe groter en meer gediversifieerd het gebied moet zijn.

De huidige gebieden in ZULTE met waarde voor natuur moeten gezien worden als ecologische infrastructuur. Ecologische infrastructuur wordt gevormd door strook-, lijn-, punt- en kleine vlakvormige natuurelementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en door parkgebieden20. Deze gebieden hebben ten eerste een verbindende functie voor fauna en flora. Zij zorgen er voor dat migraties tussen verschillende populaties mogelijk zijn, wat noodzakelijk is voor de instandhouding van (genetisch) gezonde populaties. Daarnaast kunnen zij zelf bepaalde populaties in stand houden en fungeren zij als broed-, vlucht-, rust- of foerageergebied.

De belangrijkste gronden met een natuurlijke waarde in ZULTE zijn gebonden aan de valleien, zij worden hieronder opgesomd.

S De afgesneden Leiemeanders zelf, dus de plassen stilstaand water (= “de Leiearmen”), worden als ecologisch waardevol tot zeer waardevol gezien. Van hun onmiddellijke omgeving worden een deel van de aangrenzende percelen ook als zodanig gecatalogiseerd21. Opvallend hierbij is dat dit vaak opgehoogde gronden zijn.

S De natte graslanden rond de Gaverbeek en Meersbeek, met daarop aansluitend de graslanden rond de hoeve ‘Goed Ter Werf’ hebben de potentie om, mits een aangepast maai- en waterbeheer en door bemesting te weren, uit te groeien tot soortenrijke graas- en hooiweiden. Een groot deel van het meersgebied is bij de recente gewestplanwijzigingen ingekleurd als vallei- en brongebied, de spoorwegberm als natuurgebied.

Deze in 1985 in onbruik geraakte spoorlijn is ongeveer anderhalve kilometer lang en vertegenwoordigt een oppervlakte van om en bij 1 ha. De berm loopt door het vroegere overstromingsgebied van de Gaverbeek en Meersbeek, en vormt dus een droog en onbemest lint in de natte graasweiden. De berm is aangekocht door de gemeente in 2002 en wordt samen met

19 Thomas Defoort, KBIN iov Vlaamse Regering. 20 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, deel 1A : Bestaande Ruimtelijke Structuur. 21 “Natuurontwikkeling in de Leievallei tussen Deinze en Kortrijk”, Thomas Defoort, KBIN. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 25

enkele omliggende natte hooilanden als natuurreservaat beheerd door de vzw Wielewaal in overleg met de gemeente ZULTE en de stad Waregem.

De natte graslanden zijn zowel voor de gemeente ZULTE als de stad Waregem een prioritair GNOP-gebied.

S De vallei van de Zaubeek en zijn zijarm de Waalstraatbeek vormt een belangrijke natuurlijke structuur tussen Zulte en Olsene. We vinden er graasweiden, omzoomd met bomenrijen, maar ook verschillende bospercelen met alluviaal bos op minerale bodem, zuur eikenbos en gesloten naaldhoutaanplantingen. Op een zandruggetje langs de vallei komt droge struikheidevegetatie voor. De Zaubeek bezit een hoge structuurdiversiteit, waardoor herstel van het ecosysteem relatief snel mogelijk is na verbetering van de waterkwaliteit.

Naast deze waardevolle rivier- en beekvalleien, is de natuur in ZULTE beperkt, met als uitzondering de 14 ha waardevolle natuur in het kasteelpark van het kasteel van Olsene, in het kleinere parkgebied rond Villa Salomé, en geïsoleerd, bijvoorbeeld de heiderelicten in de bermen van Bisdonkstraat en Lange Dreef.

Het bosareaal in ZULTE is zeer beperkt (ca 35 ha) en sterk versnipperd. Slechts 1.1% van de oppervlakte van de gemeente is bedekt met bos (voor Oost-Vlaanderen geldt een gemiddeld percentage van 4.9%, voor het Vlaams Gewest 8.1%). Per inwoner 2 heeft ZULTE slechts 25 m bos, al dan niet toegankelijk voor het publiek.

Grote bosgebieden komen in ZULTE dus niet voor. Langsheen de Zaubeek vindt men het grootste bosbestand, de bossen bestaan voornamelijk uit populieren, eik en naaldhout. Verschillende bospercelen zijn aangeplant op restgronden langsheen op- en afritten van bruggen over de Leie. Biologisch zeer waardevol vochtig wilgenstruweel komt voor langs afgesneden meanders in Machelen en Grammene. In de Gaverbeekvallei komt een kleine, oude en sterk gedegradeerde boskern voor van ongeveer 1 ha gemengd loofhout.

Ook belangrijk voor plant en dier (en voor het landschap) zijn de lineaire groenelementen: (knot)bomenrijen, houtkanten, hagen,... Zij vormen veelal het natuurlijk deel in het in cultuur gebrachte land. Zij hebben ten eerste een verbindingsfunctie, maar dienen ook als voedsel-, rust- en broedplaats voor fauna en als standplaats voor flora. In ZULTE is slechts een beperkt deel van het lineair groen bewaard gebleven, bijvoorbeeld door de ruilverkavelingen zijn langs de Leie veel groenelementen verdwenen.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 26

KAART 1. 2 – BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 27

2.1.3.2. KNELPUNTEN EN POTENTIES VOOR DE NATUUR IN ZULTE

Een eerste belangrijke diagnose is het feit dat in ZULTE zeer weinig hoogwaardige natuur voorkomt, wat in het kader van duurzame ontwikkeling als een ernstig gebrek moet worden gezien.

Het zwaartepunt van de ecologische infrastructuur in ZULTE situeert zich bij de rivier- en beekvalleien. Zij zijn niet alleen belangrijk voor huidige en te ontwikkelen natuurwaarden in ZULTE zelf, maar ook als verbindende schakel in grensoverschrijdende ecologische relaties (bv. de Gaverbeek).

De ecologische betekenis van de Zaubeek kan in de toekomst nog toenemen. De beek bezit nu nog waardevolle beekstructuren zodat, eens de waterkwaliteit aan bepaalde basisnormen voldoet, zij belangrijke natuurwaarden kan ontwikkelen.

Ook de omgevende valleigronden hebben een belangrijke potentiële waarde. Bijvoorbeeld rond Gaverbeek en Meersbeek bestaat de mogelijkheid waardevolle halfnatuurlijke graslanden te ontwikkelen. De vallei van de Zaubeek heeft potenties voor bosuitbreiding.

In de gekanaliseerde Leie werden betonnen platen gebruikt als oeverversteviging, maar deze blijken erg te lijden onder hoge waterstanden en stromingen teweeggebracht door de scheepvaart, zodat in de nabije toekomst oeverherstel over grote trajecten nodig zal zijn. Technieken uit het domein van de natuurtechnische milieubouw kunnen hier ingeschakeld worden, wat de ecologisch-infrastructurele waarde van de Leie sterk zou verhogen. Op de Leie vlakbij Olsene lopen twee pilootprojecten met natuurvriendelijke oevers.

Samen met Thomas Defoort in ‘Natuurontwikkeling in de Leievallei tussen Deinze en Kortrijk’ moeten wij constateren dat er op dit ogenblik geen hoogwaardige natuur voorkomt in de Leievallei in ZULTE en dat zonder ingrijpende maatregelen (extensivering van de landbouw, verminderde ontwatering, natuurtechnische milieubouw,...) de duurzame ontwikkeling van hoge natuurwaarden op een redelijke schaal niet mogelijk is in dit deel van de Leievallei. Als gevolg van het schaarser worden van lineaire groenelementen, raken deze steeds meer van elkaar geïsoleerd en kunnen ze hun ecologische verbindingsfunctie slechts in beperkte mate meer vervullen. Aldus gaan belangrijke potenties voor natuur verloren. Bovendien wordt ook het landschapsbeeld gewijzigd met name wat betreft grondgebruik en openheid.

Het is duidelijk dat op gemeentelijk niveau (trouwens ook op macroschaal), het areaal bos totaal ontoereikend is. Bijkomend bos kan naast de functie natuur, ook waarde hebben voor landschap, recreatie, als buffer,… Een mogelijkheid voor de aanleg van een schermbos doet zich voor aan de grens van ZULTE met Dentergem, ter hoogte van de afgesneden meander van Oeselgem. De GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 28 bebossing van het stuk grond (op grondgebied Dentergem en eigendom van de administratie Wegen en Verkeer (AWV) tussen de Oude Leie en het Oeselgems industrieterrein zou zowel het bosareaal vlakbij ZULTE vergroten als de industrie van Oeselgem afschermen.

2.1.4. DE AGRARISCHE STRUCTUUR

2.1.4.1. HUIDIGE AGRARISCHE STRUCTUUR

Landbouw is traditioneel de belangrijkste economische drager van het buitengebied. Hoewel ZULTE volledig in het buitengebied van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gesitueerd is, moeten we dit toch sterk relativeren: ZULTE heeft veel kleine productiebedrijven, een groeiende tertiaire sector en, zoals zal blijken, een stagnerende landbouw. Hier wordt dieper ingegaan op de aspecten en evoluties in de landbouw, die structurerend zijn voor de ruimte in ZULTE en die bepalend zijn voor de ruimtelijke behoeften vanuit landbouw.

2.1.4.1.1. grondgebruik

1. de totale cultuuroppervlakte

De totale oppervlakte grond in landbouwgebruik in ZULTE wordt jaarlijks opgetekend in de Statistiek van de Bodembezetting, opgesteld door de Administratie van het Kadaster. Deze bron geeft ons de oppervlakte van de gemeente die voor landbouw wordt gebruikt, ongeacht of de landbouwer die de grond bewerkt in de gemeente ingeschreven is of niet.

Een tweede bron die een indicatie geeft van het grondgebruik zijn de resultaten van de landbouwtellingen die jaarlijks gepubliceerd worden door het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS). Deze bron geeft de oppervlakte die voor landbouw wordt gebruikt door landbouwers gevestigd in de gemeente, ongeacht of de gronden in ZULTE liggen of niet.

Tussen beide statistische bronnen bestaat natuurlijk een verschil. De gegevens van de Statistiek van de Bodembezetting uit 1995 geven een totale oppervlakte van 2150 ha voor akkerland, grasland en boomgaarden. Dit wil zeggen dat ongeveer 66% van de totale oppervlakte van ZULTE aangewend wordt als cultuuroppervlakte.

De landbouwtellingen geven voor hetzelfde jaar een cijfer van slechts 1827 ha. Dat wil zeggen dat – per saldo – 323 ha landbouwgrond in handen is van landbouwers die buiten de gemeente gevestigd zijn. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 29

TABEL 1 - EVOLUTIE VAN DE OPPERVLAKTE CULTUURGROND IN ZULTE

jaartal ‘78 ‘81 ‘86 ‘90 ‘91 ‘92 ‘93 ‘94 ‘95 ‘96 ‘97 ‘98

oppervlakte (ha) 1785 1744 1660 1652 1656 1657 1768 1817 1826 - 1927 1925 bron: NIS, 15 mei tellingen

jaartal ‘80 ‘90 ‘95

oppervlakte (ha) 2345 2202 2150 bron: Statistiek van de Bodembezetting

Uit de NIS-gegevens blijkt dat de oppervlakte cultuurgrond lange tijd gestaag is afgenomen, maar sinds begin de jaren ‘90 weer stijgt. Sinds 1994 overtreft de oppervlakte cultuurgrond die van 1978 en de 2 laatste jaren stellen we een stijging vast van 100 ha. De stijging van de laatste jaren moet misschien eerder verklaard worden door een meer correcte invulling van de landbouwtellingen onder impuls van de mestproblematiek.

De gegevens van de Statistiek van de Bodembezetting tonen een lichte daling van de landbouwoppervlakte gedurende de laatste jaren. Zodoende evolueren beide cijfers naar elkaar toe.

In de periode van afname van cultuurgrond blijkt de afname van het aantal landbouwbedrijven veel sneller te verlopen dan de daling in landbouwareaal (zie verder). Dit betekent dus dat de gemiddelde bedrijfsgrootte toeneemt, en dat men kan aannemen dat de vrijgekomen grond door herverdeling onder de resterende bedrijven grotendeels zijn landbouwbestemming heeft behouden.

De afname van de landbouwoppervlakte kan gedeeltelijk verklaard worden door het afstoten van cultuurgrond in woongebied en woonuitbreidingsgebied, onder meer door vlasbedrijven. Tal van vlasbedrijven had vroeger grond binnen de bebouwde zones. Deze open plekken zijn het laatste decennium in een versneld tempo dichtgebouwd. Het betreft hier vlasbedrijven die zijn gestopt of bedrijven die ervoor kiezen de eigenlijke productie buiten de gemeente te realiseren (en hun gronden in de gemeente als bouwgrond te valoriseren).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 30

2. Het grondgebruik naar teelten

In volgende tabel wordt een overzicht gegeven van het grondgebruik naar teelten in de gehele gemeente, op basis van de 15 mei- land- en tuinbouwtellingen (NIS). De statistische gegevens zijn opgesteld voor het totale grondgebied van de gemeente en geven dus geen inzicht in de geografische spreiding van het agrarisch grondgebruik binnen de gemeente.

Om daarvan een beeld te krijgen is het terrein verkend en zijn andere bronnen geraadpleegd.

TABEL 2 - EVOLUTIE VAN HET GRONDGEBRUIK NAAR TEELTEN DOOR LAND- EN TUINBOUW

Jaartal ‘81 ‘86 ‘90 ‘91 ‘92 ‘93 ‘94 ‘95 ‘97 ‘98

Landbouwteelten

weiden en grasland totaal 789 745 726 726 713 774 797 815 827 827 tijdelijk grasland 6 13 11 15 14 14 564 13 133 138 blijvend grasland 783 732 715 711 699 760 233 802 694 689 graangewassen 427 281 192 130 128 144 126 127 196 228 aardappelen 161 200 216 185 215 178 180 232 184 218 nijverheidsgewassen (vlas,suikerbiet) 86 72 84 109 102 102 101 77 46 41 voedergewassen totaal 190 265 344 424 417 475 515 495 556 508 groenvoede-gewassen 108 204 297 380 375 440 485 465 523 479 wortel- en knol- 82 61 47 44 42 35 30 30 - 29 gewassen

totaal weiden, grasland en 898 949 1023 1106 1088 1215 1282 1281 1383 1335 groenvoedergewassen GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 31

Jaartal ‘81 ‘86 ‘90 ‘91 ‘92 ‘93 ‘94 ‘95 ‘97 ‘98

Tuinbouwteelten

tuinbouw in open lucht sierteelt 1.2 3.2 3.8 4.4 4.6 5.0 3.6 4.7 1.1 3.8 zaden - 0.14 0.14 0.13 0.34 - 0.15 - 0.14 0.2 bomen en heesters 3.4 3.9 2.5 3.0 3.3 3.5 4.4 5.3 7.6 3.17 fruit 0.10 0.27 0.15 0.30 0.05 0.35 0.13 0.34 0.45 0.18 extensieve 66.3 75.6 71.5 63.6 59.7 63.4 72.1 9.2 71.4 49.6 groenteteelt

intensieve 2.7 4.9 273. 3.11 8.49 3.07 2.13 52.2 18.0 27 groenteteelt 0

tuinbouw onder glas of plastiek (voor verkoop) 0.9 0.9 1.1 0.4 1.4 0.6 0.9 1.5 1.7 2.1

Uit tabel 2 blijkt dat de grootste ruimtegebruiker van de cultuuroppervlakte duidelijk de categorie weiden en graslanden zijn, met een aandeel van 43% in 1997. Het overgrote deel is blijvend grasland. Weiden en grasland vinden we specifiek terug op de lagergelegen en dus relatief natte percelen, maar ook bijvoorbeeld als huisweide rond melkveebedrijven.

In oppervlakteaandeel volgen dan de voedergewassen met 29% van de cultuuroppervlakte. Hierin wordt het leeuwenaandeel ingenomen door groenvoedergewassen (maïs). Maïs komt nagenoeg in gans de gemeente voor, na de ruilverkavelingen ook in de alluviale vlakte van de Leie. Weiden, grasland en groenvoedergewassen, allen afgestemd op de veeteelt, nemen dus meer dan 70% in van de totale landbouwoppervlakte in ZULTE in.

De teelt van aardappelen en graangewassen zijn beide goed voor 10% van de cultuuroppervlakte. Aardappelen worden voornamelijk in het zandige gedeelte van ZULTE geteeld, waar zij het best gedijen. Tenslotte worden ook suikerbieten (in de Leievallei) en vlas geteeld in ZULTE. Vlas is typisch en traditioneel in de Leiestreek, maar wordt nu nog slechts op beperkte schaal gekweekt. De vlasverwerkende bedrijven in ZULTE importeren vlas.

Het oppervlakteaandeel van de tuinbouwgronden bedraagt ongeveer 4.5% in 1997. In de tuinbouw wordt de grootste oppervlakte ingenomen door groenteteelt in open lucht. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 32

Er is relatief weinig glasteelt in ZULTE. De serrecomplexen bevinden zich aan de rand van de gemeente, dus veelal in de open ruimte. Ruimtelijk gezien heeft glasteelt een verstedelijkend effect op de open ruimte.

GRAFIEK 1 - EVOLUTIE VAN DE LANDBOUWTEELTEN

In grafiek 1 wordt de evolutie van de oppervlakte van de landbouwteelten in functie van de tijd weergegeven. Daaruit blijkt dat begin jaren ‘90 er een zekere stabilisatie in het grondgebruik is opgetreden nadat in de jaren ‘80 enkele belangrijke verschuivingen zijn opgetreden: er worden minder graangewassen verbouwd, en meer groenvoeders. Vooral het aandeel van maïs is sterk toegenomen. De laatste 2 jaar blijken weer enkele verschuivingen op te treden: aardappelen en nijverheidsgewassen dalen in oppervlakte, terwijl granen weer meer worden verbouwd. De opmars van weiden, grasland en voedergewassen zet zich door. Ook de oppervlakte tijdelijk grasland stijgt, onder invloed van de maïsteelt. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 33

In de tuinbouw zijn de belangrijkste evoluties in oppervlakte een recente groei van bomen en heesters, een wisselende grondoppervlakte onder glas of plastiek en een schommelende oppervlakte groenteteelt. In de intensieve groenteteelt worden opvallende sprongen vastgesteld (bv. door de plotse verschuiving van extensieve naar intensieve groenteteelt in 1995).

2.1.4.1.2. De bedrijfszetels

De ligging van de bedrijfszetels en serres in ZULTE is tijdens een terreininventarisatie in kaart gebracht, cfr. kaart 1.3.

De landbouwbedrijven in ZULTE liggen overal verspreid in de open ruimte, zowel in het zandig gebied als in de Leievallei. Enkel de afgesneden meanders Heuvelhoek en Gottem zijn, op uitzondering van de Pereboomhoeve, vrij van landbouwbedrijven. Beide gebieden liggen geïsoleerd en zijn slecht bereikbaar door de versnippering die is ontstaan na de rechttrekking van de Leie. Het is opvallend dat in de bebouwde kernen van Zulte, Olsene en Machelen geen land- of tuinbouwbedrijven in hoofdberoep meer voorkomen, enkel nog een paar bedrijven in nevenberoep. Dit heeft als voordeel dat hinder voor omwonenden beperkt is en dat de boerderijen niet worden ingesloten door woningbouw. Een nadeel is het feit dat de open ruimte meer en meer bebouwd raakt, hoewel boerderijen in se deel uitmaken van het platteland.

In ZULTE komt zowel grondgebonden als grondloze landbouw voor. De grondloze landbouw komt niet geconcentreerd voor maar is verspreid over gans de gemeente. Enkele zeer grote stallencomplexen zijn opvallend in het landschap aanwezig, bijvoorbeeld in Machelen waar Leihoekstraat en Petegemstraat samenkomen (Leus), in de Vossenholstraat (Ilse NV VDP), in de Ponteputstraat (Cocquit) of aan het kruispunt van de Karreweg met de Oudenaardestraat (Lambrecht).

Het beperkt aantal tuinbouwbedrijven, in de helft van de gevallen met bijhorende serres, liggen voornamelijk aan de rand van de gemeente, bijna allen in de nabijheid van de Leie of beekvalleien. Ook deze bedrijven liggen in de open ruimte.

Er is een ruime diversiteit in het voorkomen van bedrijfszetels vastgesteld. Zowel slecht onderhouden, oudere gebouwen als moderne hangars en recent opgetrokken woonhuizen komen voor. Klassieke ‘boerenerven’ vinden we op sommige plaatsen geconcentreerd terug, bijvoorbeeld in de afgesloten Leiemeander van Grammene. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 34

2.1.4.1.3. Ruimtelijke aspecten van de bedrijfsstructuur

TABEL 3 - EVOLUTIE VAN HET AANTAL BEDRIJVEN EN DE BEDRIJFSGROOTTE IN ZULTE

jaartal ‘81 ‘86 ‘90 ‘91 ‘92 ‘93 ‘94 ‘95 ‘97 ‘98

aantal bedrijven 286 231 208 202 189 188 183 181 162 154 gemiddelde bedrijfsgrootte (ha) 6.1 7.2 7.9 8.2 8.8 9.4 9.9 10.1 11.9 13.0 bron: NIS, 15 mei tellingen

In ZULTE werden in 1997 162 aangiften van de 15-mei-landbouwtelling verricht. Hierin zit iedereen die landbouwproducten verkoopt, dus zowel hoofd- als nevenberoepers. Iemand die landbouwproducten produceert enkel voor eigen verbruik zit niet in deze cijfers. Tussen 1981 en 1997 is het aantal landbouwbedrijven in ZULTE met 43% verminderd. Deze daling is een trend die in gans Vlaanderen wordt vastgesteld. De daling van het aantal landbouwbedrijven heeft ruimtelijk gezien belangrijke repercussies met betrekking tot de, al dan niet agrarische, toekomstige bestemming van de boerderijen van diegenen die de sector verlaten.

Een andere algemene trend die in ZULTE wordt bevestigd, is de schaalvergroting van de landbouwbedrijven. De gemiddelde bedrijfsoppervlakte is van 1981 tot 1997 bijna verdubbeld en bedroeg in ‘97 11.9 ha per bedrijf. De schaalvergroting is voor een groot deel het gevolg van een herverdeling van de vrijgekomen grond van gestopte landbouwbedrijven.

De gemiddelde bedrijfsoppervlakte in ZULTE ligt iets lager dan die van Vlaanderen, in België is de gemiddelde bedrijfsoppervlakte groter dan 18 ha. Meer dan 30 landbouwbedrijven in ZULTE hebben een oppervlakte cultuurgrond van meer dan 20 ha. Uitgesplitst naar land- of tuinbouw in hoofd- of nevenberoep krijgen we voor de situatie eind ’97 volgende cijfers: GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 35

TABEL 4 - BEDRIJFSGROOTE PER LANDBOUWCATEGORIE (SITUATIE EIND ’97)

totale oppervlakte gemiddelde oppervlakte per bedrijf

landbouwer in hoofdberoep 1598.34 20.76 tuinbouwer in hoofdberoep 93.72 9.37 land- of tuinbouwer in nevenberoep 213.43 3.23 bron: NIS, 15 mei tellingen

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde bedrijfsoppervlakte voor landbouw in hoofdberoep meer dan 20 ha groot is. Iets meer dan 10% van de landbouwoppervlakte in ZULTE wordt gebruikt door nevenberoepers. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 36

KAART 1. 3 – SITUERING VAN DE BEDRIJFSZETELS

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 37

2.1.4.1.4. interne dynamiek

1. bedrijfsopvolging en tewerkstelling

In 1997 werkten in ZULTE 251 mensen in de landbouw, waarvan 125 personen bestendig, 126 niet bestendig. Het aantal tewerkgestelden in de landbouw is de laatste jaren min of meer gestabiliseerd, in de jaren ‘80 was er een continue daling. Sinds midden jaren ‘80 overtreft het aantal niet bestendige werkkrachten het aantal bestendige, in 1997 zijn deze aantallen op 1 na gelijk.

GRAFIEK 2 - EVOLUTIE VAN HET AANTAL WERKKRACHTEN IN DE LANDBOUW

bron: NIS, 15 mei tellingen

Opvallend is het verouderd bedrijfsleiderschap in de Zultse land- en tuinbouwbedrijven: van de 162 bedrijven in 1997 hebben er 96 een bedrijfsleider van minstens 50 jaar oud. Daarvan hebben er 66 (69%) geen vermoedelijke opvolger van 14 jaar of ouder, 14 (15%) weet het nog niet en slechts 16 (17%) menen een opvolger te hebben. Deze trend is eveneens in heel Vlaanderen vast te stellen en heeft dus ook in ZULTE belangrijke ruimtelijke repercussies met betrekking tot wat er met de vermoedelijk op GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 38 middellange termijn vrijkomende grond en gebouwen gaat gebeuren. De 66 bedrijven zonder vermoedelijke opvolger beslaan in totaal een oppervlakte van 322.8 ha. Een deel daarvan komt dus vermoedelijk in de nabije toekomst vrij.

Tenslotte blijken er in ZULTE veel land- en tuinbouwbedrijven in nevenberoep voor te komen, in 1997 zijn 68 nevenberoepers geteld (42%).

Het groot aantal landbouwbedrijven in nevenactiviteit met een geringe bedrijfsoppervlakte en het sterk verouderd bedrijfsleiderschap doen vermoeden dat vele oudere bedrijfsleiders het bedrijf niet stopzetten, maar gronden afstoten en op een kleine oppervlakte verder werken in nevenactiviteit.

2. Ontwikkelingen binnen en tussen sectoren

Om het relatief (economisch) belang van weide en grasland, akkerbouw, tuinbouw en veeteelt in de gemeente af te wegen, gebruikt het Landbouw Economisch Instituut de parameter Bruto Standaard Saldo22. De Dienst Land- en Tuinbouw van de provincie Oost-Vlaanderen berekende in 1994 voor ZULTE als aandelen in het globaal BSS:

veeteelt: 70%

akkerbouw: 13%

tuinbouw: 10%

weide en grasland: 7%

Economisch gezien is de veeteelt dus veruit de belangrijkste landbouwsector in ZULTE. Dit uit zich ruimtelijk in het feit dat het areaal weiden, grasland en groenvoedergewassen meer dan 70% van het totale landbouwareaal in de gemeente beslaat. Andere teelten dan voedergewassen worden voor een deel geteeld uit noodzaak van teeltwissel, een deel van het graan wordt ook bij het veevoeder gemengd. Het grondgebruik door de landbouw in ZULTE staat dus voor het grootste deel ten dienste van de veeteelt.

22 Het BSS van een teelt is de in geldwaarde uitgedrukte totaal opbrengst verminderd met bepaalde bijhorende specifieke kosten (bv. zaaizaad en plantgoed, aangekochte meststoffen, verwarming,...) GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 39

TABEL 5 - EVOLUTIE VAN DE VEETEELT IN ZULTE

jaartal ‘78 ‘81 ‘86 ‘90 ‘95 ‘97 ‘98

runderen 5.086 5.490 5.346 5.822 6.527 6.482 6.194 varkens 21.257 20.502 21.936 24.869 23.801 24.735 27.932 pluimvee* 328.941 263.567 164.569 188.560 172.155 164.300 168.243 bron: NIS, 15 mei tellingen

*opm.: pluimvee = kippen en hanen, dus geen ganzen, kalkoenen, fazanten,...

Tabel 5 geeft een beeld van de veestapel in ZULTE en zijn evolutie in de tijd. Daaruit blijkt dat het aantal runderen na een gestage stijging nu min of meer constant blijft, ook het aantal varkens blijft schommelen rond een min of meer vast getal, het pluimvee tenslotte is tot midden de jaren ‘80 fors gedaald en blijft sindsdien eveneens vrij constant.

De rundveestapel blijkt zowel uit vlees- als melkvee te bestaan.

In de varkensteelt ligt de nadruk op vleesvarkens. In de pluimveeteelt houdt men voornamelijk legkippen, waar de nabijheid van Kruishoutem, een traditioneel centrum van de productie en verwerking van eieren, niet vreemd aan is.

Van een ruimtelijke concentratie in intensieve veeteelt is in ZULTE geen sprake, wel zijn enkele zeer grote stalcomplexen opvallend in het landschap aanwezig.

2.1.4.1.5. Mestproductie en -afzet

In eenvoudige termen kan worden gesteld dat als een onderneming niet beschikt over een hoeveelheid cultuurgrond in verhouding tot de mestproductie, de mestafzet op een andere wijze moet geregeld worden, wat aanzienlijke kosten kan meebrengen. Een voldoende areaal cultuurgrond is dus onontbeerlijk vanuit de mestafzet gezien.

In 1995 was in ZULTE de productiedruk van dierlijke mest gesitueerd tussen 250 en 350 kg N per ha cultuurgrond en 125 tot 200 kg P2O5 per ha cultuurgrond. Dit is in vergelijking met de rest van Vlaanderen relatief hoog, enkel in de gemeenten van de regio Tielt-Torhout en de Noorderkempen wordt nog meer dierlijke mest geproduceerd. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 40

Uit de transportgegevens voor 1995 van dierlijke stikstof en fosfaat23, blijkt dat er in ZULTE zowel voor stikstof als voor fosfaat een netto-uitvoer is tussen 0 en 20 kg per hectare cultuurgrond.

Uit de combinatie van productie- en transportgegevens wordt dan de bemestingsdruk per fusiegemeente berekend, waaruit blijkt dat er in ZULTE een relatief hoge bemestingsdruk bestaat, namelijk een gebruik van tussen de 250 en 350 kg N per ha cultuurgrond en tussen de 125 en 200 kg P2O5 per ha cultuurgrond.

Mestafzet is op dit ogenblik het probleem van de landbouw in ZULTE, die voornamelijk op veeteelt gericht is (ook de akkerbouw is grotendeels op de veeteelt gericht). Dit probleem heeft belangrijke ruimtelijke consequenties. Er is in ZULTE met het oog op de mestafzet is geen grond op overschot is, maar een tekort. Gesteld dat de veestapel in de toekomst niet sterk vermindert, dan houdt de verdere afname cultuurgrond gevaar in voor het nog vergroten van het mestoverschot.

2.1.4.2. KNELPUNTEN EN POTENTIES VOOR DE LANDBOUW IN ZULTE

Zoals algemeen in Vlaanderen verkeert de landbouw in ZULTE in een periode van instabiliteit. Verschillende parameters wijzen hierop: het aantal bedrijven daalt onverminderd voort, de opvolgingsperspectieven op de bedrijven geven een ongunstig beeld, er stelt zich het probleem van het bedrijfsleiderschap. De onzekerheid over de toekomst wordt nog vergroot door de recente ontwikkelingen in het milieubeleid en ruimtelijk beleid.

Het structuurplan Vlaanderen heeft als uitgangshouding het streven naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, ook wat de landbouw betreft. Duurzame landbouw kan omschreven worden als: landbouw die zowel op economisch, ecologisch als sociaal vlak in de toekomst kan blijven bestaan. Een landbouw die dus niet alleen oog heeft voor economie maar die tezelfdertijd het nodige respect opbrengt voor zijn natuurlijke productiemiddelen (water, bodem, lucht) zodat de komende generaties nog landbouw zullen kunnen bedrijven. Het samengaan van economie en ecologie is hierbij essentieel. We kunnen ook spreken van een landbouw met verbrede doelstellingen.

Het komt er eigelijk op neer dat landbouw naast zijn klassieke functie vanaf heden zijn horizon zal moeten verruimen en al de geboden kansen benutten zoals er zijn:

23 VLM, 1997: berekening mestbankgegevens per fusiegemeente. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 41

- natuurgerichte verbreding: produceren van natuur via beheerslandbouw, produceren van het landschap via beheersovereenkomsten

- marktgerichte verbreding: hoevetoerisme, zelf verwerken en commercialiseren, verkoop op boerenmarkten, produceren voor niet-voedingsdoeleinden

- sociale verbreding: zorgboerderijen 24

Op ieder bedrijf zal moeten gezocht worden naar de beste oplossing om op een maatschappelijke wijze het bedrijf uit te baten en een voldoende inkomen te realiseren.

Er zullen steeds meer spanningen komen tussen wonen/industrie en de landbouw. De tewerkstelling in de landbouw blijft immers dalen en de schaalvergroting zet zich voort. De verhouding tussen het aantal mensen levend van/op de landbouwgrond en de hoeveelheid landbouwgrond verkleint alsmaar, terwijl het algemeen aantal inwoners per km² stijgt. Dit brengt de verhouding tussen het grondgebied en de maatschappij uit evenwicht25, leidend tot spanningen tussen de landbouw en de rest van de maatschappij.

Een degelijk grondbeleid moet deze spanningen opvangen en de bestaande open ruimte beschermen.

Als gevolg van het recente mestbeleid is het belang dat wordt gehecht aan grond vanuit de landbouw sterk toegenomen. Het belangrijkste probleem voor veel landbouwers in ZULTE is het gebrek aan land om mest af te zetten. Daarom zal de belangstelling voor grond in de gemeente groot blijven, gezien het overwicht van de veeteeltsector. Daartegenover staat dat het aantal bedrijven daalt en het landbouwareaal vrij stabiel blijft of lichtjes inkrimpt.

De milieuwetgeving heeft tal van bepalingen van ruimtelijke aard: gebiedsgerichte normering voor bemesting, afstandsregels (VLAREM), beschermde landschappen, waterbeschermingszones enz. Dit wordt vooral door de landbouw aanzien als een complementaire ruimtelijke agenda. In feite gaat het om noodzakelijke aanvullende maatregelen om waardeverlies van milieu te voorkomen. Dit verklaart dan ook het hoge verbodsgehalte van deze regelgevingen. Momenteel is zowel het ruimtelijk beleid als het milieubeleid een bron van onzekerheid die de agrarische bedrijfsvoering in een aantal situaties belemmert. Zo wordt ook het

24 De zorgboerderij speelt een belangrijke rol voor mensen die vanwege sociale, lichamelijke of psychische problemen hulp nodig hebben. Op een zorgboerderij worden de functies landbouw, zorg en educatie gecombineerd. 25 Hervieu B., 1995, Développements futurs dans l’agriculture européenne in “Pour un PAC verte”, CLM GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 42 bouwvergunningenbeleid steeds strenger uitgevoerd in functie van een goede ruimtelijke ordening en een bescherming van de open ruimte. Als gevolg hiervan wordt het voor de land- en tuinbouwers in het agrarisch gebied steeds moeilijker om nog een vergunning te krijgen voor een nieuwe bedrijfszetel (bv. in het kader van bedrijfsverplaatsing), maar ook uitbreiding en/of verbouwing van bestaande gebouwen moeten steeds aan strengere voorwaarden voldoen. Al deze gegevens bij elkaar maakt het dat de land- en tuinbouwers een onzekere toekomst tegemoet gaan.

Naast het probleem van de vestiging en/of verplaatsing van landbouwbedrijven is er het probleem van de verlaten en verouderde bedrijven.

2.1.5. OVERIGE ELEMENTEN VAN DE OPEN RUIMTE

2.1.5.1. HET LANDSCHAP

Het landschap is het resultaat van de wisselwerking tussen het fysisch milieu, het biotisch milieu en de menselijke activiteiten.

In ZULTE vinden we klassiek 2 grote landschapstypes terug, geënt op de fysische structuur van de gemeente, namelijk het landschap van de Leievallei en dat van het zandige Leie-Schelde-interfluvium26. De traditionele landschappen27, ontstaan uit de confrontatie tussen de fysische basisstructuur, het biotisch milieu en de menselijke tussenkomst (met zijn technische beperkingen zoals die eeuwen hebben bestaan), van beide gebieden worden hieronder kort geschetst.

Valleilandschap in de Leievallei

De valleien hebben een relatief gesloten karakter: de percelen zijn klein en omsloten door perceelsrandbegroeiïng, vaak knotwilg, els en/of populier. Het landgebruik bestaat uitsluitend uit grasland, met uitzondering op de hoger gelegen donken. Omwille van het extensief grondgebruik is de morfologie van de graslanden verschillend met wat men nu overwegend ziet: ze zijn gekenmerkt door microreliëf, poelen en naast gras, vooral in het voorjaar, een veelheid van bloemen. Bos komt weinig voor, bebouwing enkel op de donken. De laagst gelegen gronden (komgronden) zijn moerassig.

26 Landschapstypering volgens M. Antrop en S. Van Damme in “Landschapszorg in Vlaanderen”, Universiteit Gent, 1995. 27 ‘De stabiliteit van de rurale landschappen in West-Europa voor de tweede wereldoorlog was bijzonder groot, tot midden deze eeuw waren de laat- mideleeuwse structuren nog algemeen en ongeschonden herkenbaar.’, uit “Het landschap meervoudig bekeken”, M. Antrop, 1989. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 43

Coulissenlandschap in zandig ZULTE

Een coulissenlandschap is een gesloten landschap omwille van het veelvuldig voorkomen van bomenrijen en bospercelen. Het zandig deel van ZULTE wordt gekenmerkt door een opeenvolging van zuidwest naar noordoost van beekvalleien en hoger gelegen zandige gronden. In de valleitjes situeert zich een landschap zoals in de Leievallei, zij het op kleinere schaal. Op de tussenliggende ruggen wordt op rendabel te ontginnen gronden (nabij de woonkernen) aan akkerbouw gedaan, elders wordt extensief vee geweid en ontstaat heide of blijft bos bestaan. De akkerpercelen zijn overwegend klein in oppervlakte en omgeven door bomenrijen of houtkanten.

De laatste decennia staan deze landschappen sterk onder druk van meer grootschalige en omvangrijke menselijke ingrepen. De impact van die ingrepen zijn sterk gestegen omwille van de technische (en financiële) mogelijkheden.

Typerend hiervoor zijn in ZULTE zonder twijfel de rechttrekking van de Leie en de ruilverkavelingen, die het valleikarakter in de Leievallei sterk hebben aangetast. Vooral in de ruilverkaveling Machelen werden oude kavelsloten en hagen, houtkanten en bomenrijen respectievelijk gedempt en gerooid. Uit een vergelijking van de NGI-kaart van 1966-67 met de huidige toestand, blijkt dat de meeste bomenrijen in het agrarisch gebied werden gerooid, behalve rond boerderijen. De ruilverkaveling Sint-Baafs- Vijve blijkt de meest prominente bomenrijen te hebben gespaard, en ook nieuwe te hebben aangeplant. Het hierboven geschetste landschapsbeeld in een vallei is vervangen door een open structuur, met grote percelen, overwegend zonder perceelsrandbegroeiïng, en met naast (monotoon) grasland veel akkerbouw. Het onderscheid in bodemvochtigheid, dat door de ruilverkavelingen voor een groot deel is opgeheven, wordt nog weinig weerspiegeld in het landgebruik. De schaarste aan bebouwing in de Leievallei is in ZULTE wel bewaard gebleven.

In zandig ZULTE zijn het voornamelijk de intensieve landbouwtechnieken en de uitbreiding van de bebouwing die het traditionele landschap hebben doen verdwijnen. Bossen en perceelsrandbegroeiïng zijn grotendeels verdwenen, verspreide bebouwing is sterk toegenomen en vooral lintbebouwing (N43, N459, Waregemstraat, Brandstraat,...) heeft een grote impact op het landschap. Ook hier wordt de differentiatie van de fysische basis bijna nergens weerspiegeld in het landgebruik. Uitzondering zijn de beekvalleien van Zaubeek en Gaverbeek, de andere beekvalleien zijn nauwelijks nog in het landschap te herkennen.

Concluderend kan men stellen dat het landschap in ZULTE zijn identiteit dreigt te verliezen en omwille van uniformiserende processen evolueert naar een monotoon landschap zonder eigenheid en diversiteit. De gemeente heeft al grotendeels zijn traditionele landschapskenmerken verloren. De belangrijkste oorzaken zijn de sterk toegenomen bebouwing en de industriële en commerciële lintbebouwing, het verbreken van de relatie tussen het bodemgebruik door de landbouw en de, al dan niet GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 44 aangepaste, fysische ondergrond en het verdwijnen van steeds meer lineair groen en andere kleine landschapselementen door hun onverenigbaarheid met moderne landbouwpraktijken.

Het is duidelijk dat het oplossen van de knelpunten wat betreft het landschap in ZULTE, ook de natuurlijke structuur ten goede zullen komen. Natuur en landschap zijn in dit opzicht ‘twee handen op één buik’.

2.1.5.2. RECREATIEF MEDEGEBRUIK VAN DE OPEN RUIMTE

De open ruimte gebieden zijn steeds in min of meerdere mate te combineren met een tweede gebruiksvorm, omwille van hun uitgestrektheid en hun extensief gebruik tijdens min of meer lange periodes van het jaar. Er is natuurlijk het ongestructureerd medegebruik van weilanden en natuurgebieden - denken we bv. aan het vrij rondwandelen in de open ruimte gebieden of aan de kinderen die zich - al dan niet met medeweten van de boer - verstoppen in de drogende vlaskapelletjes. Daarnaast zijn er een aantal infrastructuren opgezet om het recreatief medegebruik te bevorderen, zoals wandel- en fietsroutes, daar komen we verder op terug (zie 2.2.4.3).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 45

2.2. NEDERZETTINGS- OF WOONSTRUCTUUR

2.2.1. NEDERZETTINGSSTRUCTUUR

2.2.1.1. BESCHRIJVING EN RECENTE ONTWIKKELINGEN

Het nederzettingspatroon van ZULTE wordt nog zeer sterk gekenmerkt door de 3 kernen van de deelgemeenten. De ruggengraat van de gemeente is de N43, op deze as vinden we de twee belangrijkste bebouwingskernen, de kern van Zulte en die van Olsene. Deze kernen die oorspronkelijk sterk gescheiden waren (op een afstand van ongeveer 2 km) zijn momenteel bijna volledig met elkaar vergroeid door de uitwaaiering van de woonkernen en de ongebreidelde lintbebouwing langs de N43, enkel een smalle beekvallei (Zaubeek) vormt nog enige afscheiding. de lintbebouwing is gedeeltelijk commercieel en gedeeltelijk residentieel.

Langs de hele N43 ontstaat meer en meer een bandstructuur met daarin een menging van functies (wonen, handel, kleine bedrijvigheid) en een afwisseling van diverse bebouwingstypes (kleinschalig, grootschalig, open, gesloten bebouwing, hoog laag, banaal, waardevol, ... ). Tussen de gemeentegrenzen met Waregem en met Deinze wordt de bandstructuur in grote mate gevormd door een heel aantal opeenvolgende ruimtelijke entiteiten.

Op deze zuidwest-noordoost-as sluiten enkele dwarse linten van woonbebouwing aan. De belangrijkste daarvan zijn: Statiestraat, Oeselgemstraat, Zaubeekstraat, Waalstraat, Kerkstraat, Centrumstraat, Dorpsstraat en Posthoornstraat. De meeste van deze linten maken deel uit van de woonkernen, maar vooral in Machelen is de bebouwing praktisch beperkt tot de linten zelf.

Tenslotte komt in ZULTE ook veel verspreide bebouwing voor. In feite vindt men bewoning overal in de zone tussen de E17 en de Leie. Veel van deze bewoning was oorspronkelijk agrarisch, maar is nu grotendeels residentieel.

De drie deelgemeenten komen wat betreft een aantal kenmerken gedifferentieerd naar voor.

- Zulte is de voornaamste kern. De dorpskern heeft een vrij verstedelijkt patroon aangenomen, met een uitgebreide dienstverlening en verschillende sociale voorzieningen. In de kern komen verschillende historisch gegroeide ambachtelijke en industriële vestigingen voor. De uitdeining van de kern is naar het noorden en westen toe beperkt door respectievelijk de Zaubeekvallei met daarachter de dorpskern van Olsene en de Leie. Naar het westen en het zuiden toe breidt de bebouwing zich echter nog steeds stelselmatig uit. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 46

Vanaf de jaren ’60 kende Zulte een enorme bevolkings- en bebouwingsexplosie. De kern werd stelselmatig uitgebreid, nu eens met woonontwikkelingen rond reeds bestaande kleine kernen, of als opvulling tussen reeds bestaande lintbebouwing, soms als volledig nieuwe entiteiten. De aanblik van de de kleine landelijke gemeente van voor de oorlog - met vooral rijbebouwing langs de oorspronkelijke assen (Waalstraat, Zaubeekstraat, Statietstraat, Oeselgemstraat) - werd grondig gewijzigd.

In een eerste fase werden vooral de gebieden tussen Statiestraat en Waalstraat volgebouwd, deels met vrijstaande particuliere woningen, maar ook met een aanzienlijk sociaal woningbouwproject in halfopen en gesloten bebouwing (Bloemenwijk).

Deze oorspronkelijke inbreidingsbeweging ging algauw over in een uitzwerming van de bewoning. Grote verkavelingen werden goedgekeurd in de rand van de gemeente, nabij de open ruimte (de Piste, de Warande). Tegelijkertijd ging de vlasnijverheid - die voor Zulte zeer belangrijk was (met de Leie als ‘the Golden River’) - stelselmatig achteruit. De vlasnijverheid had nood aan uitgestrekte weilanden om het vlas na het roten te laten drogen. Deze weilanden lagen oorspronkelijk uitsluitend langs de Leie, maar na het invoeren van het chemisch roten, vonden we deze ook terug aan de rand van de toenmalige bebouwing (zo bijvoorbeeld tussen de Zaubeekstraat en de Roterijstraat). Bij de stopzetting van de vlasnijverheid kwamen dus weilanden vrij op plaatsen die onder een grote (landelijke) verstedelijkingsdruk stonden. Vele van deze weilanden zijn dan ook verkaveld en volgebouwd.

Naast de verspreide particuliere initiatieven, werden in de jaren ’70 en ’80 ook nog enkele sociale wijken gebouwd, deze op steeds grotere afstand van de kern : de Ellegemwijk (sociale huurwoningen in rijbebouwing), de Biriwiwijk (sociale koopwoningen in halfopen bebouwing) en het Moerbeekpark (woningen voor bejaarden).

Tot voor kort was de Piste - één van de eerste verkavelingen van de gemeente - de enige aanzienlijke woonlob aan de overkant van de spoorweg. Deze wijk richtte zich - door de zeer goede ontsluiting - van bij het begin meer naar de (beter uitgeruste) kern van Waregem dan naar het centrum van Zulte. Het afsluiten van de overweg aan de Statiestraat heeft deze situatie alleen maar versterkt.

Met de goedkeuring van twee bijkomende grote verkavelingen over de spoorweg, in een woonuitbreidingsgebied, is de woonuitbreiding ook definitief deze barrière overgestoken. Na goedkeuring van de woonbehoeftenstudie, vastgesteld in de gemeenteraad van 27/03/1997, geadviseerd door AROHM op 20/05/1997, werd aan de bouwmogelijkheden een einde gesteld. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 47

Op het einde van de Waalstraat is in het Gewestplan een industriezone voorzien - in aansluiting met Kruishoutem. Deze industriezone werd sinds begin jaren ’70 stelselmatig ingenomen. Op vandaag liggen er nog slechts enkele terreinen onbebouwd, maar deze blijken uit speculatieve overwegingen niet op de markt te komen.

Door de jaren heen is er aldus een steeds groter onevenwicht gegroeid in de kern van Zulte : waar de kernbebouwing zich oorspronkelijk relatief dicht en stervormig rond de kerk bevond, is de situatie op vandaag volledig anders : het overgrote deel van de bebouwing situeert zich momenteel ten zuiden van de N43, terwijl nog heel wat centrumfuncties (kerk, bibliotheek, school, jeugdlokalen, theaterzaal, bejaardentehuis, e.a. zich ten noorden van de N43 bevinden. De slechte oversteekbaarheid en de globaal verkeersonveilige situatie rond de Staatsbaan zorgen ervoor dat deze centrumfuncties meer en meer afgesneden worden van hun bewoners.

- Olsene is de tweede kern, waar de belangrijkste bestuurlijke organen van de gemeente gevestigd zijn (gemeentehuis, gemeentepolitie). Het karakter van de bebouwing in de kern van Olsene is zeer gelijkaardig met dat van de bebouwing in Zulte - alhoewel de structuur hier eerder T-vormig is in plaats van L-vormig - maar de bebouwingskern is veel kleiner en er zijn meer open en groene ruimtes in de bebouwingskern. De kern van Olsene heeft één belangrijke uitloper, namelijk langs de Oudenaardestraat, waar een gemengde lintbebouwing door de open ruimte snijdt. De oorspronkelijke compacte structuur met de kerk in het midden is in Olsene grotendeels bewaard gebleven, doch ook hier zorgt de barrièrewerking van de N43 voor een moeilijker bereikbaarheid van de centrumfuncties voor heel wat mensen.

In de deelgemeente Olsene was de uitbreiding van de kern lange tijd veel gematigder. De belangrijkste woonuitbreiding situeerde zich oorspronkelijk voornamelijk tussen de kernen van Olsene en Zulte met de ontwikkeling van de Wijk Vogelzang vanaf de jaren ’70, met de opbouw van het Sint-Pieterspark (bejaardenwoningen) en meer recentelijk de verkaveling met open bebouwing palend aan de Zaubeekvallei. Ten noorden van de N43 hebben we het laatste decennium een inbreiding geconstateerd voornamelijk tussen Kerkstraat, Herdersstraat en Heirweg. Naast invullingen ondermeer langs de Oudenaardestraat en de Groeneweg, bleef de woonuitbreiding verder relatief beperkt (en geconcentreerd).

- Machelen tenslotte heeft zijn landelijk, en op sommige plaatsen zelfs schilderachtig karakter grotendeels behouden. Zijn ligging, op relatief ruime afstand van de N43 en vlakbij een afgesneden Leiemeander, speelt hierbij een grote rol. De kleine kern, met zelfs hier resten van industriële activiteit, wordt gekenmerkt door smalle, kronkelige straatjes. Op deze kern sluiten verschillende lintbebouwde straten aan en de ruimte tot aan de N43 geraakt stilaan ook volgebouwd. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 48

Ook de deelgemeente Machelen kende een aanzienlijke woonuitbreiding de laatste decennia. De woonuitbreiding realiseerde zich voornamelijk op twee manieren:

1 - De sterke lintbebouwing ten zuiden van de Rijksweg, waar de bebouwing - voornamelijk wonen - zich langs de Kruishoutemstraat en de Brandstraat tot heel diep in de open ruimte verderzet.

2 - Met de inplanting van het Leliepark aan de overkant van de spoorweg werd resoluut gekozen voor een woonontwikkeling los van de kern van Machelen, dergelijke inplanting - die door het spoorstation nog eventueel konden gerechtvaardigd worden - hollen de kernfuncties steeds verder uit en houden het te lange centrumlint tussen kern en vroeger station in stand.

Bij de bespreking van de deelruimtes op microschaal is een gedetailleerde beschrijving opgenomen van de verschillende deelgebieden.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 49

KAART 1. 4 – NEDERZETTINGSSTRUCTUUR

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 50

KAART 1. 5 – BEBOUWINGSTYPOLOGIEËN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 51

2.2.1.2. EVOLUTIES, TRENDS, PROJECTEN

De trend in de nederzettingsstructuur in Zulte is het steeds meer volbouwen van de ruimte met voornamelijk open bebouwing, zowel in woonuitbreidingsgebieden als in resten van de open ruimte binnen de kernbebouwing. Dit resulteert in lintbebouwing, het uitdeinen van de oorspronkelijke bewoningskernen en verspreide bebouwing. Deze ontwikkelingen compartimenteren de open ruimte en het landschap, zorgen voor logistieke meerkosten, tasten rechtstreeks en onrechtstreeks het milieu aan,...

De vestiging van winkelzaken met een grote verkoopsoppervlakte langsheen drukke verbindingswegen (het ‘baanwinkelfenomeen’ of ‘commerciële verlinting) is een ontwikkeling die zich in ZULTE zeer duidelijk heeft voltrokken langs de N43. Nieuwe baanontwikkelingen, zoals in de deelgemeente Waregem, zijn voorlopig uitgebleven, waardoor ZULTE zich nog duidelijk onderscheidt van zijn buurgemeenten door het groene karakter van de ‘grensstreek’.

In de dorpskern van Zulte zijn aanpassingswerken voorzien om de globale verkeersonveiligheid rond de Staatsbaan aan te pakken met de herinrichting van de doortocht. De uitvoering van deze werken is gestart in het jaar 2002.

2.2.1.3. DIAGNOSTIEK: PROBLEMEN, KWALITEITEN, POTENTIES

Een probleem in de gemeente ZULTE op gebied van nederzettingsstructuur zijn lintbebouwing, verder volbouwen van de open ruimte en onevenwichtig uitdeining van de kernen. De gemeente heeft echter, in het kader van de woonbehoeftestudie, een visie ontwikkeld ten opzichte van bebouwing in haar gemeente, die gebaseerd is op de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, en een duurzaam antwoord garandeert voor deze problemen.

Het aaneengroeien van de dorpskernen van Zulte en Olsene is nefast voor het behoud van de eigenheid van beide sites. Bovendien heeft de Zaubeek potenties op gebied van natuur.

De dorpskern van Machelen heeft iets pittoresk, schilderachtig. Dit aspect mag zeker niet verloren gaan, maar moet versterkt worden en kan eventueel benut worden als toeristisch-recreatieve troef.

In ZULTE zijn geen opvallende concentraties van achtergestelde of verpauperde buurten aanwezig. Enkel de site van de oude brouwerij ‘Anglo-Belge’ kan als zwakke plek worden aangestipt, waarbij tegelijk echter de potenties van deze zone in het hart van Zulte moeten onderschreven worden.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 52

2.2.2. WONEN

2.2.2.1. INLEIDING

In februari 1997 rondde Studiegroep Omgeving de Woonbehoeftenstudie af voor ZULTE. Het eindrapport van de studie is goedgekeurd door het gemeentebestuur en door de afdeling Ruimtelijke Planning (departement Leefmilieu en infrastructuur, AROHM) in het kader van de wijziging van BPA nr. 2/2. De belangrijkste bevindingen en conclusies uit het rapport zijn den ook in het Structuurplan opgenomen en worden aangevuld met een meer ruimtelijk gerichte analyse. De ruimtelijke consequenties van de woonbehoeftenstudie zullen in het integrale toetsingskader van het structuurplan worden geëvalueerd (waarbij de afweging tussen de verschillende sectoren van belang is).

Vooraleer in te gaan op probleamtiek van de ruimtelijke structuur van het wonen, vermelden we summier de belangrijkste kenmerken van de bevolkingsopbouw en vanhet woningpatrimonium. We moeten ons hiervoor gedeeltelijk baseren op de resultaten van de Volkstelling van 1991, waardoor een aantal kenmerken kunnen verouderd zijn. Aangezien er zich echter geen spectaculaire ruimtelijke wijzigingen hebben voorgedaan de afgelopen 10 jaar- los van de aangroei van de bevolking - kunnen we er vanuit gaan dat de bevolkingskarakteristieken nog grotendeels representatief blijven op vandaag.

2.2.2.2. BEVOLKINGSKENMERKEN

2.2.2.2.1. Aantal inwoners en evolutie28

Eind 1999 bedroeg het aantal inwoners van ZULTE 14.528 mensen, verspreid in 5.457 gezinnen. Deze inwoners wonen in drie deelgemeenten waarvan ZULTE duidelijk de grootste is met bijna de helft van het aantal inwoners (nl. 48% of 6.986 inw.), Machelen en Olsene verdelen de overige 52%, waarbij Machelen 27% of 3.990 inwoners telt en Olsene ongeveer 25% of 3.545 inwoners.

28 NIS – Loop van de bevolking en Tabel 30.07A

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 53

TABEL 6 - LOOP VAN DE BEVOLKING IN ZULTE. NATUURLIJK EN MIGRATIESALDO SINDS 1976

BEVOLKING OP 31/12 SALDO MIGRATIE NATUURLIJKE GROEI

1976 12.433 1977 12.529 +96 (+79) (+16) 1978 12.734 +205 +143 +62 1979 12.809 +75 +39 +36 1980 12.824 +15 -26 +41 1981 13.013 +189 (+71) (+80) 1982 13.098 +85 +13 +72 1983 13.142 +44 - +44 1984 13.184 +42 -25 +67 1985 13.239 +55 +11 +44 1986 13.333 +94 +22 +72 1987 13.330 -3 -20 +17 1988 13.469 +139 (+59) (+49) 1989 13.587 +118 (+60) (+60) 1990 13.696 +109 (+61) (+47) 1991 13.736 +40 (-12) (+63) 1992 13.808 +72 (+24) (+54) 1993 13.886 +78 (+18) (+58) 1994 13.959 +73 (+20) (+57) 1995 14.084 +125 (+61) (+62) 1996 14.207 +123 +55 +68 1997 14.295 +88 (+50) (+36) 1998 14.401 +106 (+39) (+64) 1999 14.528 +127 (+92) (+30) 2000 14.547 x x + 2.095 (+ 835) (+ 1.191) Bron : NIS *Bij de gegevens tussen haakjes zijn er kleine afwijkingen te wijten aan administratieve rechtzettingen GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 54

De tabel 6 geeft een goed overzicht van de evolutie van de bevolking over de laatste 25 jaar. Sinds 1976 is de Zultse bevolking met maar liefst 2.095 inwoners toegenomen, dit is meer dan 16%. Ongeveer 60% van de aangroei is het gevolg van een natuurlijke aangroei en ongeveer 40% is het gevolg van immigraties. Figuur 2 toont duidelijk aan dat de natuurlijke aangroei relatief constant is en schommelt rond de 50 inwoners, het migratiesaldo vertoont een veel grilliger verloop met een piek in 1978 en een zeer recente nieuwe piek in 1999. Op basis van deze gegevens zouden we kunnen besluiten dat er sinds de woonbehoeftenstudie (gegevens van 1995) sprake is van een groei die een zogenaamde ‘zachte groei’ overstijgt.

FIGUUR 2 – MIGRATIESALDO EN NATUURLIJKE AANGROEI 1977 – 1999

150

125

100

75 Migratie Natuurlijke groei 50

25

0

-25

3 4 985 986 1977 1978 1979 1980 1981 1982 198 198 1 1 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 55

2.2.2.2.2. Inwoners naar leeftijdsklassen

De Zultse bevolking heeft een gezonde leeftijdsopbouw met een brede middengroep (ongeveer 65%) en een relatief klein aandeel senioren (ongeveer 13,5%).

2.2.2.2.3. Gezinsgrootte

ZULTE had in 1991 voor een landelijke gemeente een gemiddelde, normale gezinsgrootte: 2,8 personen per gezin, tegenover 2,46 in het arrondissement Gent en 2,69 in Vlaanderen. 18.5% van de gezinnen in ZULTE waren alleenstaanden en 27.3% koppels zonder kinderen. Vijf jaar later (gegevens 1 januari 2001) zien we een evolutie van verdergaande gezinsverdunning. De gemiddelde gezinsgrootte is gedaald tot 2,66 en het aandeel alleenstaanden en koppels zonder kinderen is respectievelijk opgelopen tot 20,2% en 32,6%.

2.2.2.2.4. Belgen - Vreemdelingen

Het aandeel vreemdelingen in de bevolking – dat in 1991 reeds zeer laag was – namelijk slechts 1,21% (170 mensen, waarvan één derde uit de buurlanden afkomstig was- is in 2001 nog verder gedaald tot 161 personen of nauwelijks 1,11%.

2.2.2.3. KARAKTERISTIEKEN VAN HET WONINGPATRIMONIUM

2.2.2.3.1. Typologie

De woningen zijn in zeer grote mate eengezinshuizen: 93.5% in ZULTE tegenover 78% in Vlaanderen (1991). 5.1% van de woningen zijn gecombineerd met een andere functie (handelshuizen, stapelplaatsen, kantoorruimten), en meer dan de helft van de huizen situeert zich in open bebouwing.

Bij de beschrijving van de lokale deelruimten wordt een duidelijk inzicht verkregen in de situering van de bebouwingstypologieën. Ook kaart 1.5 toont aan waar de verschillende bebouwingstypes zijn terug te vinden.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 56

2.2.2.3.2. Kwaliteit

Wat betreft de kwaliteit van de woningen, blijkt in ZULTE 18.5% van de woningen niet over klein comfort (stromend water, toilet met spoeling, bad of stortbad) te beschikken. In vergelijking met Vlaanderen en de omliggende arrondissementen is dit een hoog percentage. Vooral de kwaliteit van de huurwoningen zou problematisch zijn.

2.2.2.3.3. Leegstand

De gemeentediensten hebben in augustus 1995 de leegstand in de gemeente grondig geïnventariseerd. Er werd vastgesteld dat 181 woningen niet bewoond werden (dit is ongeveer 3%). Daarvan werd 64% gerangschikt onder de noemer leegstand, 36% als krot. Het aandeel krotwoningen in de leegstand is dus vrij hoog. Het gemeentebestuur heft geen belasting op onbewoonbare, bouwvallige en leegstaande gebouwen. Het aantal leegstaande woningen dat dus ‘echt’ leeg staat bedraagt 2% van het totale woningpark. Deze 2% wordt als normaal beschouwd in de woningmarkt en is het gevolg van verhuisbewegingen (zgn. frictieleegstand).

TABEL 7 - LEEGSTAND EN VERKROTTING IN 1995

Zulte Olsene Machelen TOTAAL

leegstand 35 46 35 116 krot 15 26 24 65 totaal 50 72 59 181

Bron: Wonen in ZULTE, 1995

De leegstand is ongelijk verdeeld in de verschillende deelgemeenten. Procentueel blijkt Zulte het minst leegstand te hebben en Olsene het meest. Machelen zit er middenin.

2.2.2.3.4. Eigendomsstructuur

Wat betreft de eigendomsstructuur van de woningen, blijkt in ZULTE ¾ door de eigenaars bewoonde woningen te tellen en slechts ¼ huurwoningen. Ook de omliggende gemeenten blijken wat dat betreft af te wijken van het Vlaams gemiddelde, dat ongeveer op 2/3 - 1/3 ligt. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 57

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 58

TABEL 8 - EIGENDOMSSTRUCTUUR VAN DE WONINGEN IN 1991

huurwoningen eigen-bewoonde (+ beheersvorm onbekend) woningen

ZULTE 27% 73%

Zulte 25% 75%

Olsene 29% 71%

Machelen 23% 77%

Dentergem 26% 74%

Deinze 31% 69%

Kruishoutem 25% 75%

Waregem 27% 73%

Arrondissement Gent 41% 59%

Vlaanderen 32% 68% Bron: woonbehoeftestudie

2.2.2.3.5. Waarde van de woningen

Wat betreft de bouw-, verkavelings-, en (ver)koopactiviteiten kan men stellen dat de prijzen van de woningen in ZULTE iets hoger zijn dan in de nabije omgeving en heel wat hoger dan in het eigen arrondissement Gent en de aanpalende arrondissementen. Toch worden er in ZULTE daarom niet minder woningen verkocht. Het aantal verkopen van woningen sluit aan bij het gemiddelde van de nabije omgeving. De verkoopprijzen van bouwgronden schommelen sterk ten opzichte van de gemiddelde verkoopprijs in de nabije omgeving. Goedkopere verkoopprijzen resulteren niet in een hoger aantal verkopingen (de markt reageert hier niet elastisch).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 59

2.2.2.4. SOCIALE HUISVESTING

Sociale Huisvesting is in ZULTE ruim aanwezig, maar niet evenredig verdeeld over de 3 deelgemeenten en onevenwichtig qua beheersvorm. Het aandeel van de sociale huur- en koopwoningen in verhouding met het totaal aantal woningen in de deelgemeente bedraagt in Zulte 9.5%, in Machelen en Olsene respectievelijk slechts 4.6% en 3.5%29.

De gemeente heeft 5 sociale woonwijken:

- Zulte : - Bloemenwijk (Deinse Bouwmaatschappij) - BIRIWI-wijk (Nationale Landmaatschappij, Brussel) - Ellegemwijk (Deinse Bouwmaatschappij)

- Olsene : - Wijk Vogelzang (Bouwmaatschappij C.V. Volkshaard, Gent)

- Machelen : - Tuinwijk (Bouwmaatschappij Kleine Landeigendom “Het Volk”)

Er zijn 3 woonwijken voor bejaarde echtparen (OCMW)

- Zulte : - Moerbeekpark - 25 woningen , 4 garages en een dienstencentrum

- Olsene : - Sint-Pieterstraat - 15 woningen, 5 garages en een dienstencentrum

- Machelen : - Donkerstraat - 15 woningen, 5 garages en een dienstencentrum

Er zijn 2 woonwijken waar woningen zijn voorzien voor zogenaamde ‘uitgebluste gezinnen’, dit zijn gezinnen waarvan de kinderen het huis hebben verlaten :

- Zulte : - Ellegemwijk - 19 woningen

- Olsene : - Wijk Vogelzang - 12 woningen

29 Wonen in Zulte, situatie en aanpak. Eindrapport woonbehoeftestudie. Studiegroep Omgeving. Februari 1997. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 60

2.2.2.5. RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN HET WONEN.

De algemene ruimtelijke structuur werd reeds bij de nederzettingsstructuur behandeld en komt nog ruim aan bod in de beschrijving van de micro-structuren. We beperken ons hier dan ook tot de beschrijving van de problematiek van de zonevreemde woningen, een essentieel element in het buitengebied.

2.2.2.6. ZONEVREEMDE WONINGEN

2.2.2.6.1. Definitie

Zonevreemde woningen zijn alle woningen die gelegen zijn én buiten gebieden die in de geldende gewestplannen omschreven zijn als woongebied (evtl. met landelijk karakter) of woonpark, én buiten gebieden waarbinnen de geldende gemeentelijke plannen van aanleg wonen toestaan, én buiten goedgekeurde, niet-vervallen verkavelingen.

2.2.2.6.2. Aantal zonevreemde woningen

In maart 2001 maakt de gemeente een inventaris op van de zonevreemde woningen. Hieruit blijkt dat maar liefst 482 woningen zonevreemd zijn, dit is meer dan 8% van het volledige woningpatrimonium. Daarnaast werden ook nog eens 124 hoeves geteld die zich in natuurgebied of landbouwgebied bevinden. Een deel daarvan zal in de nabije toekomst ongetwijfeld zonevreemd worden.

De verdeling van de zonevreemde woningen per deelgemeente toont het volgende beeld:

TABEL 9 – HOEVEN IN LANDBOUW- EN NATUURGEBIED EN ZONEVREEMDE WONINGEN

Zulte Olsene Machelen Totaal

Aantal Woningen 127 194 161 482

Aandeel van de deelgemeente 26,35% 40,25% 33,40%

Aantal Hoeven 27 43 54 124 Aandeel van de deelgemeente 21,77% 34,68% 43,55%

Bron: Gemeente ZULT INVENTARIS TECHNISCHE DIENST GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 61

Het feit dat de deelgemeente Zulte relatief minder zonevreemde woningen telt is voornamelijk te wijten aan de uitgestrektheid van de woon- en woonuitbreidingsgebieden in deze deelgemeente.

2.2.2.6.3. Morfologisch voorkomen van de zonevreemde woningen (zie kaart 1.6)

We worden in ZULTE geconfronteerd met een gebied dat nauwelijks nog enige open ruimte heeft, vrij van bebouwing. De woningen en hoeven zijn quasi overal in de open ruimte van de gemeente verspreid, het is onmogelijk om op de kaart van ZULTE een cirkel te tekenen met een straal van 250 meter waarin geen enkele woning staat (en op de meeste plaatsen zal een straal van 100 meter voldoende zijn). Enkel de natte gronden van de oude Leievallei zijn grotendeels bespaard gebleven van verspreide bebouwing.

De zonevreemde woningen zijn zeer sterk vermengd met de (vroegere) hoeves. We kunnen drie soorten concentraties onderscheiden :

1 – Uitlopers van woongebieden langs lokale verbindingswegen (bvb. N43 en Waregemstraat richting Waregem)

2 – Woningen en woninggroepen die een feitelijke éénheid vormen met een concentratie van bestaande niet-zonevreemde woningen, als gevolg van niet nauwkeurige en/of complexe afbakeningen van woongebieden

3 – ‘Onfhankelijke’ linten door het agrarisch gebied.

Deze laatste categorie is het sterkst verspreid, vooral in het grote open ruimte gebied tussen Olsene en Machelen. Hier vinden we tal van kleine straten terug loodrecht op de grote verkeersinfrastructuren waarlangs zich heel wat woningen bevinden (meestal in een zogenaamd ‘gefragmenteerd’ lint). We zien deze ontwikkeling vooral langs Houtstraat-Boswegel, Meyleghemstraat- Bauterstraat-Ponteputstraat, Vossenhol-Tuttegemstraat.

2.2.2.6.4. Typologisch voorkomen van de zonevreemde woningen

Naar typologie zien we bijna uitsluitend ééngezinswoningen in open bebouwing. Uitzondering is het Kasteel van Zulte dat in de Leievallei gelegen is. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 62

2.2.2.6.5. Relatie tot de natuurlijke en agrarische structuur

De weinige natuurgebieden in ZULTE zijn natuur gebleven omwille van de slechte kwaliteit van de grond om er op te bouwen, het zijn namelijk overwegend waterrijke valleigebieden. De bebouwing is er dan ook beperkt gebleven.

Het gebied van de Gaverbeekse Meersen is quasi onaangetast, de Leievallei in Zulte en Olsene kent ook weinig bebouwing, op het Kasteel van Zulte na. In de Zaubeekvallei staan nog enkele gebouwen ten zuiden van de spoorweg doch deze vallei is veel meer aangetast door de woonzone ten noorden van de spoorweg.

Verder bevindt een deeltje van de woningen zich langs verbindingswegen en aan de rand van de bebouwde ruimte, maar het grootste deel ligt vooral verspreid over alle open ruimte gebieden van de gemeente.

2.2.2.6.6. Ontstaanshistoriek

De ontstaanshistoriek is zeer divers. Een heel aantal woningen in het open ruimte gebied waren reeds aanwezig voor de invoering van de gewestplannen en zijn dan zonevreemd geworden. Een groot deel is gebouwd in aansluiting met reeds bestaande bebouwing en vergund in het kader van afwijkingsregels (Opvulregel, minidecreet, ...) en een laatste deel is ontstaan door de functiewijziging van hoeven naar woning. De op sommige plaatsen nogal complexe gewestplansamenstelling (bvb N43 tussen Olsene en Machelen) heeft de duidelijkheid voor de bewoners en de vergunningsverleners er zeker niet gemakkelijker op gemaakt. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 63

KAART 1. 6 – SITUERING VAN DE ZONEVREEMDE WONINGEN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 64

2.2.3. GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

Alle gemeenschapsvoorzieningen zijn in de nabijheid van de dorpskernen gesitueerd en zijn aldus terug te vinden op de kaarten 1.14, 1.15 en 1.16.

De drie kernen zijn evenwichtig opgebouwd wat betreft de scholen, de kinderopvang, sport- en spelvoorzieningen. De administratieve kern is in het centrum van Olsene gevestigd.

Onderstaande lijst geeft een overzicht van de belangrijkste voorzieningen, voor de situering ervan verwijzen we naar de kaarten.

NIET GEMEENTELIJK ONDERWIJS GEMEENTELIJK ONDERWIJS

Kleuteronderwijs

Vrije Kleuterschool Zulte, Pontstraat 20 Gemeentelijke kleuter- en lagere school, Waalstraat 116 - met een afdeling in de Kapelhoek

Vrije Kleuterschool Olsene, Heirweg 30

Vrije Kleuterschool Machelen, Leihoekstraat 7

Lager onderwijs

Vrije Basisschool Zulte, Pontstraat 20 Gemeentelijke kleuter- en lagere school, Waalstraat 116

Vrije Basisschool Olsene, Grote Steenweg 70

Vrije Basisschool Machelen, Leihoekstraat 7 - met een afdeling in de Dorpsstraat 42

Verder is er een Vrij Instituut voor Buitengewoon Secundair Onderwijs “Leieland” in de Leihoekstraat. Voor het gewone secundair onderwijs is men vooral gericht op Deinze en Waregem

In de lokalen van de Gemeenteschool Waalstraat worden muzieklessen gedoceerd in een bijafdeling van de Muziekacademie Deinze. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 65

Elke deelgemeente heeft een buitenschoolse kinderopvang, georganiseerd door het OCMW (sinds 1995).

- in Zulte : Pluto, Staatsbaan 152

- in Olsene : Kinderopvang Snipper ,Oliebergstraat.

- in Machelen : Ballonneke, Machelendorp 7

Wat betreft de culturele voorzieningen is ZULTE goed uitgebouwd. Er is een culturele dienst, die is ondergebracht in de dienst “info” in het gemeentehuis en sedert 1992 beschikt ZULTE over een “Raad voor Cultuurbeleid”

Met de opening van het Raveelmuseum in oktober 1999 in de kern van Machelen, krijgt ZULTE een culturele aantrekkingspool van nationaal niveau. Gepaard hiermee werd ook het ‘Plein van de Nieuwe Visie’ aangelegd vlakbij het museum.

De rest van de cultureel-recreatieve infrastructuur is vooral gericht naar de gemeentebewoners zelf, toneelvoorstellingen en festiviteiten hebben soms een eerder regionale uitstraling, doch deze blijft beperkt. De belangrijkste voorzieningen zijn de volgende :

- Gemeentelijk domein - Museum, Kerkstraat 36

- Gemeentelijk Ontmoetingscentrum, Kerkstraat 36

- Gaston Martenszaal, Staatsbaan

- Bibliotheek en polyvalente zaal, Gaston Martensplein 9 (“De Zultse bibliotheek ambieert om als cultuurtempel met een lage toegangsdrempel te fungeren”30)

- Ontmoetingszaal Guldepoort, Dorpsstraat - Molenkouterstraat

- Zaal Fiertelhof - gemeentelijke feestzaal, Staatsbaan

30 Gemeente Zulte, Jaarverslag 1996, p. 70 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 66

Op gebied van medische voorzieningen, blijft de dienstverlening beperkt tot de algemene verzorging - huisartsen, tandartsen, kinesisten, .... ZULTE heeft geen ziekenhuizen en geen gezondheidscentra, waar men terecht kan voor gespecialiseerde behandelingen, hiervoor zijn de ZULTEnaars aangewezen op Waregem, Deinze, Gent en Kortrijk. Er is een plaatselijke afdeling van het Belgische Rode Kruis, hun lokaal bevindt zich boven het politiekantoor (Olsene).

Voor kinderen van 4 tot 15 jaar wordt er tijdens de maanden juli en augustus speelpleinwerking georganiseerd in de drie deelgemeenten van ZULTE.

- in Zulte : - speelterrein Bloemenwijk - sporthal - gemeenteschool

- in Olsene : - Ontmoetingscentrum - Sportterrein en jeugdlokalen, Rijwegstraat

- in Machelen : - jeugdlokaal Leihoekstraat - speelterrein en sportveld in de Tuinwijk - turnzaal lagere school Leiebloem

De ouderen kunnen terecht in de jeugdbewegingen van KSA en Chiro. De jeugdlokalen bevinden zich in het Baudreefke in Zulte, in de nieuwe lokalen aan de Rijwegstraat in Olsene en in het gloednieuwe ontmoetings- en jeugdcentrum van Machelen.

TABEL 10 - OVERZICHT VAN DE JEUGDLOKALEN NAAR JURIDISCHE BESTEMMING

Terrein Huidige juridische bestemming

Jeugdlokalen Zulte Woongebied Jeugdlokalen Olsene Woonuitbreidingsgebied Jeugdlokalen Machelen Zone voor gemeenschapsvoorzieningen

ZULTE is onderverdeeld in 3 parochies : Sint-Petrus (Zulte), Sint-Petrus (Olsene) en Sint-Cornelius (Machelen). Naast deze rooms- katholieke eredienst zijn er geen andere erkende ordediensten. Elke parochie heeft zijn parochiekerk. Daarnaast zijn er nog een GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 67 aantal kleinere religieuze gebouwen en plekken - de Kapel O.L.V. ten Dale (Zulte) en de ‘grot’ (Olsene) - en tal van veldkapelletjes her en der verspreid.

ZULTE heeft nog 6 begraafplaatsen :

- Zulte : - Oeselgemstraat

- Olsene : - Kerkstraat - Hamstraat

- Machelen : - Hoevestraat - rond de kerk - Militaire begraafplaats (Franse soldaten van 1914-’18), Dorpsstraat

De sportieve infrastructuur wordt behandeld onder ‘Recreatie en toerisme’

2.2.4. RECREATIE EN TOERISME

Voor de definiëring van recreatie en toerisme wordt gerefereerd naar het onderscheid zoals dat gemaakt wordt in het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen31. Dit onderscheid is gebaseerd op de tijdsduur. Recreatie omvat alle vormen van gedrag gericht op ontspanning in de vrije tijd, met de maximumduur van één dag. Recreatieve activiteiten kunnen plaatsvinden binnen of buiten de eigen woning of woonomgeving. Ook de term 1-dagstoerisme wordt hier gebruikt. Toerisme bestaat uit de activiteiten van personen en relaties die voortvloeien uit de reis en het verblijf van minstens één nacht op een plaats verschillend van de woon- of verblijfplaats voor het dagelijks werk, voor onderwijs of medische verzorging. De term verblijfstoerisme benadrukt wel beter het meerdaags karakter.

31 Leren om te keren, Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen, 1994. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 68

2.2.4.1. TOERISTISCHE INFRASTRUCTUUR

In ZULTE is geen uitgebouwde toeristische infrastructuur aanwezig. Er is geen mogelijkheid tot dag- of verblijfsrecreatie. Er is 1 hotel in het centrum van Zulte, met in totaal 8 kamers met 16 bedden. Dit hotel is niet afgestemd op toeristen, eerder op zakenmensen.

2.2.4.2. RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR

Recreatie omvat alle vormen van gedrag gericht op ontspanning in de vrije tijd, met de maximumduur van één dag. Verschillende vormen van recreatie vinden plaats in de open ruimte. In ZULTE gaat het daarbij vooral om passieve recreatie, met name fietsen (langs het Leiekanaal) en wandelen (Machelen). Dit kan gecombineerd worden met cultuur-historische ontspanning rond het museum Roger Raveel of het Kasteel van Olsene (dat echter niet toegankelijk is). De huidige recreatieve infrastructuur bestaat uit enkele wandelpaden (bijvoorbeeld aan de Leiearm in Machelen), maar maakt vooral gebruik van de bestaande infrastructuren. In ZULTE zijn 2 fietsroutes (Gulderoute 1 en 2) en drie wandelroutes (Gaston Martensroute in Zulte, de Modest Huysroute in Olsene en de Roger raveelroute in Machelen) uitgestippeld.

Hierna volgt een opsomming van de bestaande sport- en recreatie-infrastructuur in ZULTE. Deze infrastructuur is bijna uitsluitend gericht op de lokale bevolking van ZULTE.

2.2.4.2.1. Sportinfrastructuur

Zulte

- Gemeentelijke sporthal, Waalstraat 118 : afmetingen van de sportzaal 24 x 42 m - Vier minivoetbalvelden rond de sporthal - Gemeentelijk Sportcomplex Kastanjelaan : twee voetbalvelden + tribune, kantine en kleedkamers, beachvolleymogelijkheden rond de sporthal - Eén tennisterrein rond sporthal - Voetbalterrein in Statiestraat - Voetbalterrein van FC Oeselgem in de Zultse Meers, dit voetbalterrein ligt op het Gewestplan in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 69

Olsene

- Gemeentelijk Sportcomplex Grote Steenweg : één voetbalveld + kantine en kleedkamers - Voetbalveld Rijwegstraat - Eén tennisterrein in Rijwegstraat - Eén volleybalterrein in Rijwegstraat - terrein hondenclub in Groeneweg

Machelen

- Gemeentelijke sport- en recreatieterrein Molenkouterstraat : twee voetbalvelden + kantine en kleedkamers - Voetbalveld Tuinwijk - Turnzaal gemeenteschool - Tennisclub “Tennisland”: 3 tennisterreinen

De belangrijkste sportinfrastructuren liggen in de dorpscentra, zeker in Zulte en Machelen. Vermits zij bijna uitsluitend de lokale bevolking dienen, met daarbij veel jeugd, is deze positie omwille van de goede bereikbaarheid een positieve zaak. Voor andere sportinfrastructuur, onder meer voor zwembaden, zijn de Zultenaars aangewezen op Waregem en Deinze.

Een conflict met de open ruimte ontstaat ten aanzien van sportterreinen die zich in de open ruimte bevinden. Het probleem stelt zich specifiek voor het voetbalterrein van FC Oeselgem in de Leievallei. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 70

TABEL 11 - OVERZICHT VAN DE RECREATIE- EN SPORTTERREINEN IN ZULTE NAAR HUN JURIDISCHE BESTEMMING

Terrein Huidige juridische bestemming

Voetbalterreinen Zultse VV, sporthal en minivoetbalterreinen errond BPA , zone voor gemeenschapsvoorzieningen Voetbalterreinen Olsene Sportief Woonuitbreidingsgebied Voetbalterreinen Eendracht Machelen Woonuitbreidingsgebied Voetbalterrein Tuinwijk Woonuitbreidingsgebied Voetbalterrein Statiestraat Woonuitbreidingsgebied Tennisterreinen in de Schoolstraat Woongebied Hondenclub De Leievrienden Lokaal bedrijventerrein Voetbalterrein FC Oeselgem Landschappelijk Waardevol Agrarisch gebied

2.2.4.2.2. Andere recreatieve infrastructuren

In de afgesneden Leiemeanders wordt veel gevist, die van Machelen bv. wordt regelmatig voor viswedstrijden gebruikt. Verder is er onder meer nog in ZULTE: een bowlingzaal met een bovengemeentelijke aantrekkingskracht in het dorpscentrum van Zulte.

2.2.4.3. RECREATIEF MEDEGEBRUIK VAN DE OPEN RUIMTE

Naast het scheppen van infrastructurele mogelijkheden (wandel- en fietspaden), speelt de landschappelijke waarde van de open ruimte een belangrijke rol wat betreft de mogelijkheden voor passieve recreatie in ZULTE. Dus een herstel van de landschappelijke kwaliteit komt naast natuur ook recreatie ten goede. Ook bosuitbreiding is vanuit recreatief oogpunt belangrijk in ZULTE, gezien het beperkte aanbod van bos in de gemeente en omgeving en het belang dat aan bos gehecht wordt als ruimte voor ontspanning. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 71

Op termijn kan er een conflictsituatie ontstaan tussen het uitbouwen van de ecologische functie van de afgesneden Leiemeanders en de recreatieve functie van deze waters voor vissers. Dit probleem kan eenvoudig opgelost worden door goede afspraken en het aanleggen van aangepaste infrastructuur aan de oevers voor de vissers.

Onlangs zijn 3 nieuwe wandelroutes bewegwijzerd: De Raveelroute in Machelen, De Modest Huysroute in Olsene en de Gaston Martensroute in Zulte. De fietsroutes - Gulderoute 1 en 2 - in Machelen zijn momenteel ietwat verwaarloosd, maar de gemeente zal ze herstructureren en promoten in de loop van volgend jaar.

2.2.4.4. CULTUREEL-RECREATIEVE INFRASTRUCTUREN

- Museum Roger Raveel

In 1996 is er een overeenkomst gesloten tussen enerzijds de Vlaamse Gemeenschap, de provincie Oost-Vlaanderen, de gemeente ZULTE en Stichting Roger Raveel en anderzijds de heer en mevrouw Raveel betreffende de oprichting van een Museum Roger Raveel. Daarbij is ondermeer overeengekomen dat de gemeente aan de Stichting Roger Raveel voor een hernieuwbare periode van 99 jaar in erfpacht zal geven: de oude pastorie van Machelen (een geklasseerd gebouw) en 3 naburige huizen met grond in de Gildestraat. Voor de restauratie van de voormalige pastorij verleent de gemeente principieel een restauratiepremie van 15% aan de stichting Roger Raveel. Het gebouw werd geïntegreerd in het nieuwe museum. Kunstschilder Roger Raveel schenkt aan de gemeente ZULTE kunstwerken ter waarde van 18 miljoen BEF.

2.2.4.5. EVOLUTIES, TRENDS EN PROJECTEN a. Museum Roger Raveel

Het is te vroeg om een concrete inschatting van het aantal bezoekers te kunnen maken, maar het is duidelijk dat dankzij de goede inweving in het dorpscentrum, het museum een belangrijke kans biedt aan de gemeente om de oude dorpskern een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht te geven. b. Federatie voor Toerisme in Oost-Vlaanderen GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 72

De gemeente is lid van de Federatie voor Toerisme in Oost-Vlaanderen. Daarin worden afspraken gemaakt met enkele andere gemeenten uit de Leiestreek om gemeenschappelijke initiatieven uit te werken en de toeristische en recreatieve aanbiedingen in de streek gemeenschappelijk te promoten en op elkaar af te stemmen.

2.2.4.6. DIAGNOSTIEK : PROBLEMEN, KWALITEITEN, POTENTIES

Potenties voor verblijfstoerisme vinden we in ZULTE niet terug. De uitbouw van een infrastructuur voor meerdaagse verblijven is ook niet wenselijk, vermits de troeven op het vlak van toerisme beperkt zijn en eerder gericht naar 1-dagstoerisme.

Wat dat 1-dagstoerisme betreft zijn er wel degelijk potenties aanwezig. Het museum Roger Raveel, met het Plein van de Nieuwe Visie en de kapel Maria Hulp de Christenen, in Machelen kan, samen met het pittoreske, schilderachtige imago van de dorpskern een aantrekkingspool worden voor dagjesmensen. Aanvullende, vlakbijgelegen recreatieve troeven zijn (of kunnen worden) het Museum van Deinze en de Leiestreek en de Brielmeersen in Deinze, het kasteel(park) van Olsene, een kantmuseum en circusmuseum in de Kerkstraat in Olsene en een wandel- en/of fietspad langs de Leiemeander(s).

Op dit ogenblik echter is het Kasteel van Olsene niet toegankelijk. Het dorpsplein van Machelen zou mits enige herinrichting veel aantrekkelijker kunnen gemaakt worden, een impressie van mogelijke heraanleg wordt gegeven in het eerste rapport van het verkeersbeleidsplan van Trafficconsult (maart 1996). Een potentieel aantrekkelijk wandelpad rond de Leiemeander van Machelen bestaat, maar is in slechte staat. Ook langs de Leie-armen van Grammene en Gottem werd door de ruilverkaveling Machelen een wandelpad voorzien. Daarvoor werd een strook van 3 meter breed onteigend en overgedragen aan het toenmalig Bestuur Waters en Bossen. Een aantrekkelijk, in het landschap geïntegreerd wandelpad dat in een ruimer circuit wordt opgenomen, eventueel toegankelijk gemaakt voor rolstoelgebruikers, is er echter niet gekomen.

Het gemeentebestuur doet inspanningen om recreanten naar ZULTE te lokken. Getuige daarvan haar lidmaatschap van de Federatie voor Toerisme in Oost-Vlaanderen, haar medewerking bij de bouw van het Museum Roger Raveel en het openen van 3 nieuwe wandelroutes.

Wat betreft de ontspanningsmogelijkheden voor de ZULTEnaars in hun gemeente, kunnen we nog aanstippen dat er een tekort is aan recreatief groen, voornamelijk in de omgeving van nieuwe verkavelingen. Bij het uittekenen van een nieuwe bestemming voor de site van de voormalige brouwerij Anglo-Belge moet zeker ook aan de inplanting van volwaardig en functioneel groen gedacht worden. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 73

Op lange termijn kan er een conflictsituatie ontstaan tussen het uitbouwen van de ecologische functie van de afgesneden Leiemeanders en de recreatieve functie van deze waters voor vissers. Dit probleem kan eenvoudig opgelost worden door goede afspraken en het aanleggen van aangepaste infrastructuur aan de oevers voor de vissers. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 74

KAART 1. 7 – RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 75

KAART 1. 8 – CULTURELE INFRASTRUCTUUR

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 76

2.3. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR

2.3.1. GLOBALE ECONOMISCHE STRUCTUUR

Alhoewel ZULTE in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen volledig in het buitengebied gesitueerd wordt, kunnen we zeker niet stellen dat de landbouw er de belangrijkste economische pijler is. Integendeel, we zien er een zeer gediversifieerde sectorale toestand, waarbij naast landbouwactiviteiten, er een belangrijke tewerkstelling is in de dienstensector, maar vooral in de nijverheid.

Het werkelijk grondgebruik van de landbouwsector beslaat momenteel ongeveer 2000 ha, in 1997 waren nog 162 bedrijven actief (inclusief landbouwers in bijberoep) en er werkten er 251 mensen (waarvan slechts de helft voltijds).

De tertiaire sector (onderwijs, overheidsdiensten, handel, horeca, …) is de tweede grootste werkgever. De tertiaire sector omvat alle economische activiteiten die niet direct met landbouw of industriële productie te maken hebben. Het behelst hier naast zuiver administratieve werkzaamheden ook de handel, de horeca en onder meer het onderwijs. Kantooractiviteiten binnen een productiebedrijf worden bij de secundaire sector behandeld. De inhoudelijke aspecten van deze voorzieningen worden verder besproken. Op vlak van tewerkstelling en structuur zien we dat de sector zeer divers is en kleinschalig: veel banken, verzekeringen, detailhandelszaken hebben geen of slechts enkele werknemers. Echte kantoorconcentraties zijn niet in ZULTE gevestigd. De Gemeente stelt samen met het OCMW ongeveer 140 mensen te werk, de Post heeft 45 werknemers en de scholen hebben samen ongeveer 170 mensen in dienst.

Aan de hand van R.S.Z.en R.S.V.Z.- gegevens van 1984, 1994 en 1998 wordt de evolutie van de tewerkstelling over de grote sectoren in ZULTE over de laatste 14 jaar geschetst. Tabel 12 geeft een inzicht in de grote sectoren en de grote evoluties, in tabel 13 komen de belangrijkste subcategorieën tot uiting. Hiertoe zijn de hoofdsectoren opgesplitst naar sub-sectoren voor de gegevens van 1996 en 1998. Tussen haakjes is de Nacebel-code opgenomen voor de RSZ-gegevens en de overeenstemmende RSVZ-code op basis van de convergentietabel in ‘De arbeidsmarkt in de provincie Oost-Vlaanderen, Jaarboek 1999.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 77

TABEL 12 - TOTALE TEWERKSTELLING IN ZULTE NAAR KLASSIEKE SECTOREN

AANTAL WERKNEMERS +ZELFSTANDIGEN PRODUCTIETAK 1984 1996 1998 ABS % ABS % ABS % PRIMAIRE SECTOR (1-5 /101-235) 269 07.56 211 05.02 217 04.90

SECUNDAIRE SECTOR (10-45 / 301-316) 1837 51.66 1975 47.01 1988 44.86

TERTIAIRE SECTOR (55-98/317-000) 1450 40.78 2015 47.97 2226 50.24

TOTAAL 3556 100.00 4201 100.00 4431 100.00

EVOLUTIE TOTALE WERKGELEGENHEID (BASIS 1984) 100.00 118.14 124.60 Bronnen : R.S.Z. en R.S.V.Z.-STATISTIEKEN

Wat dadelijk opvalt is de geringe tewerkstelling van de landbouwsector, met nog nauwelijks 5%, de tendens is daarenboven nog dalend. Dezelfde tendens zien we bij de secundaire sector die van meer dan 50% in 1984 teruggevallen is tot 44.86% in 1998. Een verschil met de landbouwsector is dat we hier wel nog een absolute stijging van de tewerkstelling onderkennen (+151). Naast deze onderlinge verschuivingen - die zelfs op zeer korte termijn waar te nemen zijn - zien we een globale stijging van de tewerkstelling tussen 1984 en 1998 met maar liefst 25%. De tertiaire sector is sinds 1984 gestegen met 10%.

Dit tertiairiseringsproces kent velerlei oorzaken :

 het afstoten van de eigen dienstverlening binnen de industriële ondernemingen naar aparte dienstverlenende bedrijfjes ( o.a. onderhoudspersoneel)

 een stijging van de welvaart veroorzaakt meer vraag naar gespecialiseerde diensten dan naar industriële goederen

 grotere behoefte aan gespecialiseerde diensten ( fiscaliteit, managementadvies,...) in het bedrijfsleven

 grotere overheidstewerkstelling.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 78

TABEL 13 - EVOLUTIE WERKGELEGENHEID, 1984-1998

AANTAL WERKNEMERS AANTAL ZELFSTANDIGEN PRODUCTIETAK 1984 1996 1998 1984 1994 1996 ABS % ABS % ABS % ABS % ABS % ABS %

PRIMAIRE SECTOR (1-5 /101-235) 21 00.83 25 00.88 22 00.72 248 24.15 186 13.72 195 13.97

VOEDING (15 / 307+313) 71 02.50 54 01.78 44 03.24 41 02.94 KLEDING/TEXTIEL (17-19 / 308+309+312) 480 16.87 420 13.84 16 01.17 13 00.93 HOUTINDUSTRIE (20 / 311) 159 05.59 160 05.27 26 01.92 25 01.79 METAAL EN MACHINES (27+29 / 303) 289 10.16 333 10.97 32 02.36 31 02.22 BOUW (45 / 310) 534 18.77 587 19.34 104 07.67 102 07.31 OVERIGE 96 03.37 97 03.19 25 01.84 19 01.36 BESTUURDERS (330-335) ------99 07.30 106 07.59

SECUNDAIRE SECTOR (10-45 / 301-316) 1530 60.50 1629 57.26 1651 54.40 307 29.89 346 25.51 337 24.14

GROOTHANDEL, EXCL. MOTORRIJW. (51) 253 08.89 251 08.27 KLEINHANDEL (50 + 52) 170 05.97 209 06.88 / RSVZ SAMEN 401-403+406+410 277 20.43 268 19.18 HORECA (55 / 407) 109 03.83 135 04.45 42 03.09 47 03.37 VERKEER EN VERVOER (60-63 / 317-319) 181 06.36 161 05.30 17 01.25 17 01.22 FINANCIËLE INST. (65-67 / 404-405) 40 01.41 36 01.19 45 03.32 38 02.72 OPENBAAR BESTUUR (75 / BIJ OVERIGE) 107 03.76 136 04.48 - - - - ONDERWIJS (80 / 506) 159 05.59 163 05.37 6 00.44 8 00.57 OVERIGE DIENSTVERLENING 172 06.04 271 08.92 305 22.49 320 22.92 BESTUURDERS (430- 435) ------132 09.73 166 11.89

TERTIAIRE SECTOR (55-98/317-000) 978 38.67 1191 41.86 1362 44.88 472 45.96 824 60.76 864 61.89 TOTAAL 2529 100.00 2845 100.00 3035 100.00 1027 100.00 1356 100.00 1396 100.00

EVOLUTIE TOTALE WERKGELEGENHEID (BASIS 1984) 100.00 112.49 120.00 100.00 132.04 135.93 Bronnen : R.S.Z. en R.S.V.Z.-STATISTIEKEN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 79

Het feit dat ZULTE een tewerkstellingsgraad heeft van om en bij de 40% is vooral te danken aan de vele kleine en middelgrote ondernemingen die de gemeente rijk is. Hun aantal bedraagt meer dan 200 en ze bieden werkgelegenheid aan meer dan 2000 personen.

Onderstaande tabel geeft een goed beeld van de spreiding van de actieve werkende bevolking van ZULTE. Naast de 40% die werk vindt in de eigen gemeente, trekken de mensen vooral naar de buurgemeenten (zowel naar Waregem als naar Deinze ongeveer 13%). Driekwart van de werkende beroepsbevolking werkt in de gemeente zelf of in de buurgemeenten. Enkel Gent is een aantrekkingspool op regionaal niveau (met bijna 8%).

Eenzelfde beeld zien we bij de inkomende werkpendel. ZULTE biedt niet alleen werk voor ongeveer 2100 ZULTENAARS, er worden daarenboven nog eens ongeveer 1250 mensen tewerkgesteld van buiten de gemeente. Hier is de concentratie nog groter: maar liefst 85% van de arbeidsplaatsen in ZULTE wordt ingenomen door mensen van de gemeente zelf (60%) en van de buurgemeenten. Belangrijk om hier aan te stippen is het feit dat ZULTE - als gemeente in het buitengebied – een tewerkstellingspool is die meer dan 15% van zijn tewerkgestelden aantrekt uit de aanpalende economische knooppunten. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 80

TABEL 14 - PENDELSTROMEN (ARBEIDSMOBILITEIT)32

INGAANDE PENDEL UITGAANDE PENDEL

WOONPLAATS WERKPLAATS ZULTE WERKPLAATS WOONPLAATS ZULTE

ABSOLUUT % ABSOLUUT %

ZULTE 2083 62,3 ZULTE 2083 40,4

DEINZE 279 8,4 WAREGEM 670 13,0

WAREGEM 228 6,8 DEINZE 654 12,7

DENTERGEM 103 3,1 GENT 397 7,7

KRUISHOUTEM 73 2,2 KRUISHOUTEM 163 3,2

WIELSBEKE 56 1,7 WIELSBEKE 160 3,1

GENT 46 1,4 KORTRIJK 133 2,6

TIELT 38 1,1 DENTERGEM 126 2,4

OUDENAARDE 64 1,2

ANZEGEM 41 0,8

NAZARETH 33 0,6

DEERLIJK 32 0,6

WORTEGEM-PETEGEM 26 0,5

HARELBEKE 26 0,5

OVERIGE 435 13,0 OVERIGE 543 10,5

TOTAAL 3341 100,0 TOTAAL 5151 100,0

32 NIS, Volkstelling 1991 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 81

ZULTE heeft altijd al een belangrijk aandeel gehad in de tewerkstelling van zijn eigen inwoners. Diverse bedrijvigheden ontbloeiden dankzij de goede ontsluitingsmogelijkheden zowel over het water - de Leie - over het spoor - spoorlijn Gent-Kortrijk - als over de weg - rijksweg Gent-Kortrijk. Deze lokalisatiefactoren hebben een specifiek nederzettingspatroon tot gevolg gehad van uiteenlopende activiteiten van verschillende schaalgroottes. Tot in de jaren ‘60 wordt het ruimtelijk spreidingspatroon van de industriële en ambachtelijke activiteiten vooral gekenmerkt door twee elementen: enerzijds een grote vermenging van bedrijven met het wonen (bv. Anglo-Belge, Voeders Algoet, ...) en anderzijds een lineaire nederzettingsstructuur van bedrijven langs de N43, waarbij een aantal bedrijven duidelijk watergebonden waren - sommige omwille van de transportmogelijkheden (bv. Voederbedrijven), andere in functie van een productieproces dat veel water vereiste (bv. Leerlooierijen, vlasbedrijven,...).

Met de aanleg van de autosnelweg E17 (vroeger E3) en de zonering van de industriegebieden in de Gewestplannen is het industrieel ontwikkelingsgebied van de gemeente volledig naar het zuidoosten verschoven (industriegebied ‘Karreweg’).

Het spreidingspatroon van industriële en ambachtelijke activiteiten is het gevolg van deze ontwikkelingen en geeft een nogal diffuus beeld. Enerzijds is er een sterke concentratie van industriële activiteiten op het industrieterrein Karreweg, maar anderzijds zijn nog heel wat historische bedrijven her en der verspreid in de gemeente, met plaatselijke concentraties langs de Leie (Vijvestraat) en langs de N43. Sommige bedrijven zijn gelokaliseerd in een ambachtelijke zone, andere in het woongebied, maar nog andere in de zogenaamde ‘zachte gebieden’ - landbouwgebied, landschappelijk waardevol landschappelijk gebied, parkgebied en natuurgebied. De toelichtingsnota bij het sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven’ geeft hierover een gedetailleerder inzicht.

Een specifieke aandacht zal gaan naar de aanwezigheid en ontwikkeling van de zonevreemde bedrijven. Deze zullen op een coherente manier geëvalueerd worden in de gemeentelijke context en ingepast worden in de gewenste ruimtelijke structuur voor ZULTE (zie INDICATIEF GEDEELTE).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 82

2.3.2. NIJVERHEIDSZONES VOLGENS HET GEWESTPLAN

In de ruimtelijke structuurplanning is het van belang een goed inzicht te hebben in een aantal factoren die de ruimtelijke impact van de bedrijvigheid bepalen. In dit hoofdstuk bekijken we van nabij waar de bedrijven gesitueerd zijn, welke de eventuele concentraties zijn, welke de juridische toestand is van de bedrijven, de groottes, hun ruimtelijke impact en inpassing en de mogelijke conflictsituaties met andere functies. In een volgende hoofdstuk gaan we dieper in op de zonevreemde bedrijven.

Het is van belang om reeds van bij het begin een inzicht te hebben in de juridische toestand van de bedrijven, daarom volgt hier een overzicht van de bedrijfsterreinen van het gewestplan (zie kaart 1.9):

Op het grondgebied van ZULTE zijn 3 industriezones gelegen:

1 - Industriezone ‘Karreweg’

2 - Industriezone ‘Machelen’. Deze laatste industriezone is bij de gewestplanwijziging van 1999 verkleind, ze werd beperkt tot de reeds ingenomen delen aansluitend bij de industriezone van Deinze.

3- Industriezone ‘Vijvestraat’. Deze industriezone is pas bij de gewestplanwijziging van 1999 bestemd.

Daarnaast zijn er 5 ambachtelijke zones:

1 - langs beide zijden van de Staatsbaan, aan de Neerhoek, in de Zauwbeekvallei

2 - tegenover het vroegere station van Zulte

3 - langs de Grote Steenweg, tegenover het kasteel van Olsene

4 - langs de Grote Steenweg, ten noorden van het kasteel van Olsene

5 - langs de spoorweg in Machelen, ten noorden van de Posthoornstraat

Eén ambachtelijke zone werd in 1999 omgevormd tot zone voor kernontwikkeling, het betreft hier het gebied tussen Staatsbaan, Nijverheidsstraat en Statiestraat (de uitgebreide site Anglo-Belge). GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 83

Sinds kort (1999) is er ook één lokaal bedrijventerrein bestemd, namelijk nabij het vroegere station van Olsene, bij het bedrijf Petersime.

De ruimtelijke situering van deze nijverheidszones toont een divers, doch begrijpbaar beeld. Het is de neerslag van opeenvolgende ontwikkelingen in de economische vestigingslogica én weerspiegelt tegelijkertijd de opeenvolgende planologische visies (bevestiging van bestaande bedrijvigheid in de jaren ’60, nieuwe geplande bedrijventerreinen van grotere omvang nabij belangrijke verkeersaders in de jaren ’80 en nieuwe lokale bedrijvenconcentraties nabij de woonzones eind jaren ’90). De situatie ziet er in de realiteit nog een stuk diverser uit: enerzijds situeren heel wat bedrijven zich buiten deze zones (verweven met het woongebied of in landbouw- of natuurgebied), anderzijds zijn een aantal van deze gebieden niet, nog niet of niet meer ingenomen door bedrijven.

Bij de opmaak van het gewestplan (nu reeds meer dan 20 jaar geleden) werden de KMO-zones vooral gedefinieerd op basis van bestaande aanwezigheid van bedrijven. Ondertussen hebben zich echter heel wat wijzigingen voorgedaan, waardoor de bezetting en/of het gebruik van deze zones niet meer dezelfde is als bij de opmaak van het gewestplan. Met de gewestplanwijziging van 1999 is de situatie terug gedeeltelijk geactualiseerd.

Hoe en in welke mate de juridische ruimtelijke ordening niet (meer) in overeenstemming is met de werkelijke spreiding van de bedrijvigheid volgt uit de volgende beschrijving.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 84

KAART 1. 9 – SITUERING VAN DE BEDRIJVENTERREINEN VOLGENS GEWESTPLAN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 85

KAART 1. 10 – REËLE SITUERING EN CONCENTRATIES VAN BEDRIJVEN GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 86

2.3.3. WERKELIJKE SITUERING VAN DE BEDRIJVIGHEID

2.3.3.1. GROTE (GEPLANDE) BEDRIJVENTERREINEN a - Industriezone ‘Karreweg’

Deze industriezone in het zuiden van de deelgemeente Zulte is 47 ha groot en er zijn een veertigtal bedrijven ingeplant. Het industrieterrein sluit dadelijk aan bij de industriezone Kruishoutem, waarmee het feitelijk één geheel vormt. De industriezone is zeer goed ontsloten naar de E17 via de Karreweg en de Oudenaardestraat (afrit 6, ZULTE-Kruishoutem).

Er was oorspronkelijk geen overwegende specialisatie aanwezig in het soort bedrijven, doch de laatste jaren zien we een duidelijke toename van het aantal transport- en transportgerelateerde bedrijven, daarnaast situeren er zich een tweetal grote houtbedrijven, een aantal bedrijven van de bouwsector en tal van andere activiteiten. Op de industriezone werden in 1995 ongeveer 470 mensen tewerkgesteld33, gezien de recentelijke versnelde invulling zal dit aantal momenteel een stuk hoger zijn. Een probleem van deze industriezone is dat er geen beheerder is en dat er – tot voor kort - tal van gronden onbebouwd bleven. De laatste jaren zien we echter een versnelde aansnijding van nieuwe terreinen met nieuwe inplantingen. Uit een inventarisatie ter plaatse eind september 2001 blijkt dat er nog slechts een 8-tal terreinen onbebouwd zijn; hun gezamenlijke oppervlakte bedraagt ongeveer 8 ha. Naast braakliggende terreinen zijn er ook nog een 3-tal landbouwbedrijven met (varkens)stallen actief op de industriezone, de oppervlakte die zij gezamenlijk innemen bedraagt ongeveer 1 ha. We kunnen stellen dat de eerste 7 hectare op relatief korte termijn kunnen vrijkomen, de overige hectare op relatief langere termijn.

b –Vroegere industriezone ‘Machelen’

Deze tweede industriezone (van ca. 15 ha) van het oorspronkelijk gewestplan is nooit ontwikkeld geworden. Ze ligt in de noordelijke uithoek van de deelgemeente Machelen en grenst aan de gekanaliseerde Leie en het industriegebied “Europalaan” in Deinze. Slechts twee bedrijven hebben zich daar gevestigd op Zults grondgebied, één ervan vormt zowel morfologisch als naar verkeersontsluiting één geheel met de Deinse industriezone, het ander heeft zich gevestigd aan de rand, langs een bestaande uitgeruste weg. Het is altijd de intentie geweest van de gemeente om deze industriezone niet verder te ontwikkelen. Deze optie werd in de gewestplanwijziging van 1999 bevestigd door de omvorming van de niet ontwikkelde zone tot agrarisch gebied. Drie

33 Gemeente Zulte, Werken in Zulte, november 1995, p. 62-63 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 87 redenen liggen aan de basis van deze keuze: (1) de landschappelijke waarde van het gebied (gelegen in de Leievallei), (2) de moeilijker bereikbaarheid en vooral (3) het feit dat de industriezone ‘Karreweg’ veel beter gesitueerd is qua ontsluiting. c - Industriezone ‘Vijvestraat’

In dezelfde gewestplanwijziging werd een andere zone als industriezone ingekleurd, namelijk ter hoogte van de Vijvestraat. Het feit dat deze zone als landbouwgebied bestemd was, werd door velen beschouwd als een fout als gevolg van de provinciegrens. Het gebied aan de overkant van de grens – op het grondgebied van Waregem – is immers wel industriezone. Sinds lange tijd – van voor het gewestplan van 1973 – zijn hier 7 bedrijven gesitueerd. Door de gewestplanwijziging van 1999 liggen deze bedrijven nu eindelijk in de gepaste zone.

2.3.3.2. KLEINERE CONCENTRATIES VAN BEDRIJVIGHEID : VIJF AMBACHTELIJKE ZONES

- Twee ambachtelijke zones in Zulte

1 - langs beide zijden van de Staatsbaan, aan de Neerhoek, in de Zaubeekvallei

Hier situeren zich aan de Leiekant een groothandel in meubelen (in een vroeger industrieel pand - lederbewerking Utammo) en een warenhuis.

Aan de overkant bevond zich tot in 1999 een textielbedrijf (historische locatie), na het faillissement staat dit pand leeg.

Deze ambachtelijke zone is in feite een enclave in het parkgebied rond de Zaubeek en bevindt zich pal op de verbinding tussen Leievallei en Zaubeekvallei.

2 - tegenover het vroegere station van Zulte

Hier bevindt zich het bedrijf Sobinco, dat door diverse opeenvolgende uitbreidingen zich momenteel uitstrekt over de volledige ambachtelijke zone én een deel van de ernaast gelegen woonuitbreidingszone. Het bedrijf biedt werk aan ongeveer 190 mensen en heeft nog uitbreidingsplannen voor de zeer nabije toekomst.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 88

- Twee ambachtelijke zones in Olsene

1 - langs de Grote Steenweg, tegenover het kasteel

Het eierverwerkend bedrijf Dion Vandewiele is er gevestigd naast een aantal kleinere zaken.

2 - langs de Grote Steenweg, ten noorden van het kasteel

Deze zone kent een invulling met diverse zaken, onder meer twee garages. Er is nog een (steeds meer vervallen) hoeve gesitueerd en nog een deel van het terrein is niet bebouwd.

- Eén ambachtelijke zone in Machelen

1 - langs de spoorweg, ten noorden van de Posthoornstraat

Naast het gemeentelijk containerpark zijn er een drietal constructiewerkplaatsen gevestigd (metaal en meubelen), maar deze KMO-zone van ongeveer 10 ha is maar bijna voor de helft ingevuld.

Opmerking : Vroeger- voor de gewestplanwijziging van 1999 – was er nog een ambachtelijke zone gesitueerd tussen Staatsbaan, Nijverheidsstraat en Statiestraat, dit gebied werd omgevormd tot gebied voor kernontwikkeling.

Het betreft hier het gebied dat grotendeels ingenomen was door de vroegere brouwerij Anglo-Belge. Deze site is aangekocht door de gemeente in 2001. De gebouwen staan momenteel grotendeels leeg, enkele zijn ingenomen door min of meer voorlopige functies (Karting, werkplaats, opslagplaatsen), een deel van de gebouwen is verkocht en gerenoveerd: de feestzaal is door de gemeente gekocht, in het vroegere kantoorgebouwtje zijn een bankkantoor en een verdeler van tweedehandswagens gevestigd.

Langs de Staatsbaan liggen ook nog de leegstaande gebouwen van Pelsenfabriek Denys in deze ambachtelijke zone.

Aan de Statiestraat bevinden zich op deze zone nog twee bedrijven: een wolspinnerij met ongeveer 200 arbeidsplaatsen en een kleiner natuursteenbedrijf.

De zone strekt zich ook nog een stukje uit tot aan de overkant van de Nijverheidsstraat, waar zich een verdeler bevinden van petroleumproducten en een verdeler van PVC-producten. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 89

De gemeente wil op deze zone een gemengde ontwikkeling stimuleren met als hoofdbestemming wonen. In de gewestplanwijziging van 1999 is deze KMO-zone omgevormd tot een gebied voor kernontwikkeling. Het gebied wordt dus duidelijk opgegeven als loutere nijverheidszone, wat ook niet meer wenselijk is sinds het verdwijnen van de brouwerij en de sterke woonontwikkeling rond de kern. Hiervoor is een BPA in opmaak.

2.3.3.3. LOKAAL BEDRIJVENTERREIN ‘PETERSIME’

Dit lokaal bedrijventerrein – dat iets meer dan 6 ha groot is – werd in de jongste gewestplanwijziging ‘Oudenaarde’ vastgelegd. Een deel ervan wordt nu reeds ingenomen door het bedrijf Petersime. Op de locatie bevinden zich ook de terreinen van een hondenclub.

Vóór de gewestplanwijziging waren er ongeveer 55 bedrijven actief in de zones die daartoe aangeduid waren in het gewestplan. Samen voorzien ze in werkgelegenheid voor ongeveer 1050 mensen. Dit betekent dat ongeveer drie vierden van de bedrijven met de helft van de mensen tewerkgesteld in de nijverheidssector niet in een specifiek daartoe bestemde zone gesitueerd waren.

Dankzij de gewestplanwijziging is daar een verbetering in gekomen. Momenteel situeren zich ongeveer 63 bedrijven in de zones voor nijverheid en industrie, ze voorzien in een tewerkstelling van ongeveer 1200 personen. Dit betekent evenwel dat nog steeds meer dan twee derden van bedrijven van de nijverheidssector niet in een specifiek daartoe bestemde zone gesitueerd zijn en dat slechts 2 op 5 mensen in de nijverheidssector werken in de juridisch daartoe aangewezen zone.

2.3.3.4. GEÏSOLEERDE BEDRIJVEN

Naast de op het gewestplan aangeduide bedrijventerreinen zijn er in ZULTE dus zo’n 135 “geïsoleerde bedrijven”, ze liggen her en der verspreid in de gemeente en zijn gemengd met woonzones en ‘zachte’ zones (landbouwgebieden, parkgebieden, natuurgebieden). Onder ruimtelijk geïsoleerde bedrijven kan een onderscheid gemaakt worden naar:

 geïsoleerde bedrijven in de woonkernen (ongeveer 80 bedrijven)  geïsoleerde bedrijven buiten de woonkernen, in agrarisch- of groengebied (55 bedrijven).

Kaart 1.10 toont de ruimtelijke situering van zowat alle bedrijven in de gemeente. Het valt dadelijk op dat de bedrijvigheid over de totaliteit van ZULTE verspreid is, met belangrijke concentraties langs de hoofdwegen. Over de volledige lengte van de N43 zijn bedrijven ingeplant, zowel in de woonkernen als in de meer open gebieden buiten deze kernen. Veel van deze bedrijven zijn hier sinds enkele decennia gevestigd, maar we merken nog jaarlijks een aangroei van nieuwe bedrijven. De recentere vestigingen hebben veel meer het karakter van handelszaken en ze richten zich naar de aanzienlijke stroom automobilisten die van deze GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 90 gewestweg gebruik maken. Een zelfde verschijnsel, doch van veel geringere omvang, doet zich voor langs de Oudenaardestraat, de belangrijkste verbindingsweg met de E17. Of deze bedrijven al dan niet zonevreemd zijn volgens de omschrijving van de wetgever hangt af van de juridische toestand van hun inplanting (gewestplan of BPA).

Dankzij een bedrijfsenquête bij deze geïsoleerde bedrijven werd een goed inzicht verkregen in de precieze locatie van de bedrijven, hun activiteiten en hun tewerkstelling. Van de groep geïsoleerde bedrijven bevinden er zich momenteel ongeveer 55 in landbouw-, natuur- of parkgebied. Deze laatste groep betreft de “zonevreemde bedrijven”.

2.3.3.5. ZONEVREEMDE BEDRIJVEN

S Definities ‘Zonevreemd’ en ‘Zonevreemde uitbreiding’

De term ‘zonevreemd’ is enigszins een verwarrende term. Logischerwijze zou men denken dat elk bedrijf dat niet in een industriezone of een ambachtelijke zone gesitueerd is ‘zonevreemd’ is.

In de juridische context echter - en precies deze is hier van belang - is een zonevreemd bedrijf een bedrijf dat - geheel of gedeeltelijk - gevestigd is in een zogenaamde ‘zachte’ zone van het gewestplan, dit is een gebied met een landbouwbestemming of een groene bestemming.

Een bedrijf dat gevestigd is in een ‘harde’ zone is volgens de stedenbouwkundige wetgeving niet zonevreemd. Een bedrijf dat bv. in een woonzone gelegen is, is dus niet zonevreemd, ongeacht de eventuele hinder die het bedrijf meebrengt voor zijn omgeving.34

De term ‘zonevreemde uitbreiding’ wijst op het feit dat een bedrijf dat wil uitbreiden door die uitbreiding in een ‘zachte’ zone van het gewestplan terechtkomt, en dus ‘zonevreemd’ wordt. Of dit bedrijf vóór de uitbreiding zonevreemd was of niet, is hier niet van belang.

S Aantal en situering van de Zonevreemde bedrijven in ZULTE

34 Het feit of een bedrijf in een woonzone kan (blijven) functioneren hangt af van de toekenning van de nodige milieu- en uitbatingsvergunningen, maar is op zich onafhankelijk van de bestemming van het gebied. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 91

Uit het onderzoek in het kader van het sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven’ komt naar voor dat 48 bedrijven zich volledig of gedeeltelijk in een ‘zachte zone’ van het gewestplan bevinden, en dus juridisch ‘zonevreemd’ zijn. Eveneens werd onderzocht in welke mate bedrijven zonevreemd zouden worden bij een eventuele uitbreiding. Hieruit bleek dat nog eens 7 bedrijven zich bij werkelijke uitbreiding gedeeltelijk in een ‘zachte zone’ van het gewestplan zouden bevinden en dus juridisch ‘zonevreemd’ worden, namelijk bij uitbreiding.

We zien enkele belangrijke concentraties

1 - rond de N43 tussen de kernen van Olsene en Machelen. Het is een duidelijk voorbeeld van de bandstructuur die we op regionaal niveau opmerken, maar het betreft ook hier een lange aanwezigheid van vele van deze bedrijven (begin jaren ‘60). Deze concentratie is tevens een verlenging van de KMO-zone ten noorden van het kasteeldomein van Olsene. De zonevreemdheid is ondertussen opgelost door de goedkeuring van het BPA N43 Olsene-Machelen.

2 - langs de Oudenaardestraat, het betreft hier een menging van oudere en jongere vestigingen, aangetrokken door de zeer goede ontsluiting naar de E17.

Een vroegere concentratie, namelijk aan de Vijvestraat is in de gewestplanwijziging van 1999 bevestigd als industriegebied.

Daarnaast zijn nog heel wat andere bedrijven gesitueerd in de nabijheid van de tussengemeentelijke verbindingswegen, naast een aantal die pal in of vlak bij de valleigebieden zitten van zowel Leie als Zaubeek en een aantal bedrijven die midden in de open ruimtegebieden gelegen zijn.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 92

KAART 1. 11 – SITUERING VAN DE ZONEVREEMDE BEDRIJVEN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 93

2.3.3.6. HISTORISCH GEGROEIDE BEDRIJVEN

Een aantal van deze geïsoleerde bedrijven kunnen we benoemen als historisch gegroeide bedrijven. Het gaat hier om bedrijven die eigenlijk thuis horen op een industrieterrein, maar (gedeeltelijk) elders gegroeid zijn. Er bestaat geen vaste omschrijving van dergelijke bedrijven, maar als vuistregel kunnen we stellen dat het gaat om grote bedrijven - meer dan 50 werknemers en enkele hectaren in oppervlakte - die een uitstraling hebben die de gemeentegrenzen duidelijk overstijgt.

Het belang van de omschrijving van ‘historisch gegroeide bedrijven’ ligt vooral in het feit dat dergelijke terreinen via een gewestplanwijziging moeten worden bevestigd, andere bedrijven kunnen via een andere weg worden geregulariseerd (zie verder).

De volgende bedrijven kunnen in ZULTE als historisch gegroeid worden omschreven : Yarns, de Wolspinnerij (Statiestraat), Sobinco, Vandewiele en Petersime. Dit laatste bedrijf is door de gewestplanwijziging van 1999 opgenomen in een lokaal bedrijventerrein. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 94

2.3.4. SYNTHESE

De volgende tabel geeft een synthesebeeld van de situering van de bedrijven en de complexiteit van de situatie

TABEL 15 - RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE BEDRIJVEN IN ZULTE MET HUN WERKGELEGENHEID IN 1997

LIGGING AANTAL BEDRIJVEN* AANTAL TEWERKGESTELDEN** AANDEEL TEWERKGESTELDEN**

Industriezones 44 517 25,8% Karreweg 35 470 23,5% Machelen 2 5 0,2% Vijvestraat 7 42 2,1% Ambachtelijke zones 18 575 28,7% Anglo-Belge 4 225 11,2% Neerhoek 3 10 0,5% ‘Sobinco’ 1 190 9,5% ‘Vandewiele’ 2 90 4,5% ‘Grote Steenweg’ 4 20 1,0% ‘Machelen’ 4 40 2,0% Lokaal Bedrijventerrein ‘Petersime’ 1 122 6,1% Geïsoleerde bedrijven 79 420 21,0% Zonevreemde bedrijven 55 368 18,4%

TOTAAL 197 2002 100%

* Raming op basis van de gegevens van de bedrijfsenquête en eigen waarnemingen

** Schattingen op basis van de gegevens van de bedrijfsenquête, aangevuld met 2 tewerkgestelden per bedrijf waarover geen gegevens beschikbaar (of met meer op basis van andere informatie).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 95

Tabel 15 en onderstaande figuren geven een zicht op de verdeling van respectievelijk de bedrijven en de werkgelegenheid over de diverse ruimtelijk-juridische situaties. Eén derde van de bedrijven in ZULTE is zonevreemd gelokaliseerd en ze staan in voor één vijfde van de werkgelegenheid in de nijverheidssector.

Ruimtelijke spreiding van de nijverheid Ruimtelijke spreiding van de nijverheid Aandeel bedrijven Zonevreemde Aandeel tewerkgestelden bedrijven Zonevreemde 18% bedrijven Industriezones 28% Industriezones 26% 22%

KMO-zones 9% Geïsoleerde bedrijven Lokaal 21% KMO-zones bedrijventerrein 29% 1% Lokaal bedrijventerrein Geïsoleerde 6% bedrijven 40%

FIGUUR 1 FIGUUR 2

Het is duidelijk dat de grootste werkgevers niet in de industriezone gelegen zijn, maar wel in KMO-zones of in andere zones. De gemiddelde grootte naar aantal tewerkgestelden bedraagt ongeveer 13 voor de bedrijven op industrieterrein Karreweg, maar ze bedraagt 32 voor het totaal van de KMO-zones. Bij de geïsoleerde bedrijven bedraagt het gemiddelde cijfer ongeveer 6 à 7. Vooral bij de geïsoleerde bedrijven wordt dit cijfer sterk beïnvloed door de grotere ondernemingen. Afgezien van deze grotere bedrijven, gaat het hier toch meestal om kleinere bedrijven met meestal niet meer dan 4 à 5 personen. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 96

De grootste bedrijven in ZULTE zijn in de volgende tabel opgenomen.

TABEL 16 - BEDRIJVEN MET HET GROOTST AANTAL TEWERKGESTELDEN IN ZULTE IN 1997

BEDRIJF AANTAL PERSONEN ZONE VOLGENS GEWESTPLAN TEWERKGESTELD

Wolspinnerij Statiestraat 200 KMO-zone Sobinco 190 KMO-zone + Woonuitbreidingsgebied Nv Lys Yarns/Wolwasserij C. Martens 167 Woongebied Smets Houtbedrijf 132 Industriezone Petersime 122 Woonuitbreidingsgebied Dion Vandewiele 87 KMO-zone Recutex 71 Agrarisch gebied Naessens 67 Industriezone Kledingbedrijf Bekaert 48 Woongebied Agos 48 Woongebied + landschappelijk waardevol Agrarisch gebied Sibomat 48 Industriezone

TOTAAL 1180

Een confrontatie van kaarten 1.9 en 1.10 toont nogmaals duidelijk het verschil aan tussen de planologische toestand en de werkelijke toestand. Het spreekt voor zich dat bij de uittekening van de gewenste situatie de werkelijke situatie op terrein in grote mate bepalend zal zijn.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 97

2.3.5. HANDEL, HORECA & DIENSTEN

2.3.5.1. BESTAANDE STRUCTUUR

Er zijn twee soorten concentraties van handels- en horecazaken in de gemeente.

De belangrijkste op lokaal vlak zijn de zaken die we terugvinden verweven in de kernen van de 3 deelgemeenten. In Zulte langs de Statiestraat en de Staatsbaan (N43), in Olsene langs de Centrumstraat en de Grote Steenweg (N43) en in Machelen langs de Dorpsstraat en de Posthoornstraat. Het zijn bijna uitsluitend kleinschalige zaken, gespecialiseerd in dagelijkse goederen (bakker, slagerij, viswinkel, algemene voedingswaren, ...) en diensten (banken, verzekeringen, apothekers, ...). Tussenin zijn een aantal zaken te vinden met bovenlokaal karakter, die zich vooral situeren langs de N43, zoals autohandelszaken.

Een tweede concentratie bevindt strekt zich uit langs de N43 doorheen heel de gemeente. De dichtheid van handelszaken varieert van zone tot zone, alsook de menging met wonen, open ruimte en nijverheid. Langs de N43 zien we heel wat zaken met een bovenlokaal karakter die niet-dagelijkse gebruiksgoederen verkopen (auto’s, meubelen, ...).

Naast deze concentraties, zijn er nog heel wat handels- en horecazaken verspreid over het hele grondgebied van ZULTE, de grootste daarbij zijn de supermarkten.

We kunnen stellen dat het uitrustingsniveau van de gemeente op het vlak van dagelijkse aankopen zeker voldoende groot is om een redelijk aanbod te verzekeren en een minimale concurrentie te waarborgen. Op het vlak van niet-dagelijkse aankopen richten de ZULTEnaars zich naar Waregem, Deinze, Kortrijk en Gent waar er een voldoende groot aanbod is op alle niveaus.

2.3.5.2. DIAGNOSTIEK : PROBLEMEN, KWALITEITEN, POTENTIES

Wat de baanwinkels betreft wordt ZULTE geconfronteerd met de baanwinkelconcentratie net over de grens in Sint-Eloois-Vijve. Druk voor uitbreiding van deze handelszone over de grens blijkt een reëel gevaar, waarbij een belangrijk waardevol landschappelijk gebied nog verder zou worden aangetast.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 98

2.4. STRUCTUUR EN GEBRUIK VAN DE LIJNINFRASTRUCTUREN35

2.4.1. BESTAANDE TOESTAND

2.4.1.1. PRIVAAT WEGVERKEER – INFRASTRUCTUUR EN STRUCTUUR a - Autoverkeer en Parkeren

Ruggengraat van de gemeentelijke verkeersstructuur is de N43, die enerzijds de kernen in tweeën snijdt, maar anderzijds de drie deelgemeenten met elkaar verbindt. De N43, Gent-Deinze-Waregem-Kortrijk is een weg die momenteel zowel een verbindingsfunctie vervult op regionaal gebied, een verbindingsfunctie op intergemeentelijk niveau, als een belangrijke gebiedsontsluitende functie naar de aanpalende woonwijken. Deze gewestweg verzorgde de historische verbinding tussen Gent en Kortrijk. Door de aanleg van de E17 is deze weg ontdubbeld en heeft haar structurerend vermogen op Vlaams niveau (gedeeltelijk) verloren. Omwille van de vormgeving, morfologie, gebruikskarakteristieken en functie (o.a. erffunctie voor kleinhandelsconcentratie) is deze weg slechts structuurbepalend voor de omgeving.

Er werden in de jaren ’70 plannen gemaakt om de weg te verbreden naar een profiel met 2x2 rijstroken, maar die zijn nooit volledig uitgevoerd. Wel werd op de meeste plaatsen de ruimte vrij gemaakt om de baan te verbreden met alle ruimtelijke gevolgen vandien. Enkel in Machelen was de N43 gedurende lange tijd een 2x2 weg, het profiel is enkele jaren opnieuw gewijzigd in een 2x1 met afslagstroken. De toegelaten snelheid op de N43 bedraagt nog steeds 70 km/u in de bebouwde kom.

Loodrecht op de N43 staan een aantal tussengemeentelijk verbindingswegen :

- Statiestraat/Waregemstraat : van Zulte naar Waregem

- Oeselgemstraat : van Zulte naar Oeselgem

- Centrumstraat/Oudenaardestraat (N459) : van Olsene naar E17 (afrit 6) en verder naar Kruishoutem

- Kerkstraat (N459): van Olsene naar Dentergem

35 Dit hoofdstuk is voornamelijk gebaseerd op het mobiliteitsplan van de gemeente, definitief conform verklaard door de PAC op 18 september 2000, aangevuld met eigen overwegingen en inzichten. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 99

- Posthoornstraat/Brandstraat : van Machelen naar Kruishoutem

- Dorpsstraat/Hoevestraat/Brugstraat : van Machelen naar Deinze

Vijf belangrijke kruispunten situeren zich tussen deze verbindingswegen en de N43 : Statiestraat, Oeselgemstraat, Kerkstraat, Centrumstraat en Posthoornstraat/Dorpsstraat. Vier ervan zijn lichtengeregeld, enkel het kruispunt ter hoogte van de Oeselgemstraat is niet gereguleerd en ook niet voorzien van afslagstroken.

Naast deze verbindingswegen geven nog een heel aantal lokale wegen aansluiting op de N43, in totaal staan er 52 straten of straatdelen in rechtstreekse verbinding met de N43, deze kruisen de N43 op 40 plaatsen, dit betekent gemiddeld om de 220 m een kruispunt.

Als lokale ontsluitingswegen (de belangrijkste wegen die de wijken ontsluiten op de hoofdstructuur) worden de volgende straten aangeduid: Dorpsstraat, Donkerstraat, Posthoornstraat, Molenstraat, Nieuwlandstraat, Groeneweg, Sint-Pietersstraat, Olsenestraat, Statiestraat, Kapellestraat, Lindenlaan, Vlasstraat, Waalstraat, Leenstraat, M. Huyslaan, Oude Weg, Warandestraat.

De rest van de wegen zijn wijkwegen en hebben een verzamelende en toeganggevende functie.

Niet onbelangrijk is de watergebonden bedrijvigheid (in volle ontwikkeling) langsheen de Leie op het grondgebied van Wielsbeke die enkel ontsluit via de N43 te Zulte.

Wat het parkeren betreft zijn er slechts een paar uitgebouwde infrastructuren. De belangrijkste zijn het Gaston Martensplein in Zulte, het kerkplein in Olsene en de parking aan het ontmoetingscentrum in Olsene. Waar het kerkplein van Olsene zeer intensief gebruikt wordt, is dit voor de twee andere parkings niet het geval, ze worden onderbenut, mensen parkeren liever in de straat, zo dicht mogelijk bij hun bestemming. In Zulte gebeurt dit op een chaotische manier op de niet-ingerichte stroken naast de N43, in Olsene in de Kerkstraat zelf (of in de onmiddellijke omgeving). b - Fiets- en voetgangersverkeer

Specifieke infrastructuur voor fietsers is praktisch onbestaande. Op de N43 is in beide richtingen een smalle fietsstrook gemarkeerd (< 1 meter breed) ‘afgescheiden’ van de rijweg door een doorlopende witte lijn. Deze verkeerssituatie wordt echter op geen enkele manier gerespecteerd: auto’s en vrachtwagens rijden voortdurend over het fietspad, in het bijzonder aan de kruispunten met de Statiestraat en de Oeselgemstraat, maar ook op de volledige centrumstrook in Zulte en Olsene. In een deel GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 100 van het centrum van Olsene zijn de fietspaden verhoogd aangelegd en in Machelen - waar vroeger een 2x2 profiel was - wordt de fietsstrook van de rijweg afgescheiden door een geschilderde parkeerstrook.

Verder zijn er nog fietspaden:

- langs één kant van de Waregemstraat , afgescheiden van de rijweg door een smalle kasseien en/of asfaltstrook; vooral gebruikt door middelbare scholieren.

- in een deel van de Waalstraat, is een suggestiestrook aangelegd die kan gebruikt worden door fietsers. Deze verbinding is belangrijk in functie van de verbinding tussen woonzones en de industriezone.

- in een deel van de Oudenaardestraat, volwaardig dubbelzijdig en losliggend

- in een deel van de Kerkstraat. In het ontwerp van de heraanleg van de Kerkstraat (Vlaams Gewest) zullen fietspaden voorzien worden over de ganse lengte.

- aan één kant in de Brandstraat

Van een ‘fietsnetwerk’ kunnen we zeker niet spreken: de meeste fietspaden op deze verbindingswegen verdwijnen immers bij het naderen van de N43, waardoor de fietser in een zeer gevaarlijke gemengde verkeerssituatie terechtkomt (in het bijzonder in de Centrumstraat en de Statiestraat). In het plan voor het Provinciaal fietsnetwerk worden vooral de dwarse verbindingen (Kruishoutem, Oeselgem/Dentergem) aangeduid en dit op bestaande wegen. Verder worden een aantal bijkomende verbindingen voorgesteld langs de Leie.

Het fijnmazige netwerk van fietspaden en voetpaden tussen het stratenweefsel door raakt langzaam aan in onbruik, sommige delen zijn doorgeknipt, andere worden opgenomen in het verharde stratennet.

Tenslotte moeten we ook nog opmerken dat door de electrificering van de spoorlijn een aantal bijkomende hindernissen zijn bijgekomen die vooral fietsers en voetgangers treffen : een aantal overgangen zijn doorgeknipt en er werden twee bruggen gebouwd (Drogenboomstraat en Statiestraat/Waregemstraat) met als gevolg een omrijtijd (of omlooptijd) die het fietsen (of te voet gaan) sterk ontmoedigt. De voetgangerstunnel in de Statiestraat is geen volwaardig alternatief omwille van het sociaal onveiligheidgevoel dat sommige mensen er ervaren. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 101

De voorzieningen voor voetgangers zijn ook nogal beperkt. Voetpaden zijn er alleen in enkele belangrijke centrumstraten - zoals Statiestraat, Centrumstraat - en in enkele woonwijken. Over het algemeen zijn de bestaande voetpaden goed onderhouden, maar nogal smal. Belangrijke knelpunten stellen zich vooral in de centrumgebieden van Zulte en Olsene waar de restruimtes langs de N43 op geen enkele manier als voetgangersruimte zijn ingericht terwijl juist hier alle centrumfuncties gegroepeerd zijn. Langs de hele N43, maar in het bijzonder ter hoogte van de scholen en de centrumpleinen stelt zich het probleem van de oversteekbaarheid : het moet duidelijk zijn dat het aanleggen van zebrapaden geen garantie is voor een vlotte en veilige oversteekplaats (zeker niet bij dergelijke intensiteiten en met een wettelijk toegelaten snelheid van 70 km/uur).

2.4.1.2. OPENBAAR VERVOER

2.4.1.2.1. Streekvervoer

De Lijn exploiteert slechts 1 stamlijn die door ZULTE loopt, namelijk de lijn 75A - Kortrijk/Deinze, via Waregem. Richting Kortrijk zijn er 18 verbindingen, naar Deinze 17. De laatste bussen gaan rond 19u00.

De lijn 75A doorkruist ZULTE via de Statiestraat en volgt verder de N43 tot in Deinze. Het centrum van Machelen wordt dus niet bediend. Door de steeds verdergaande woonuitbreiding van de kernen woont trouwens over het algemeen een relatief kleiner deel van de bevolking dicht genoeg bij een bushalte om er optimaal gebruik te kunnen van maken. De bediening is vooral belangrijk ten aanzien van de relatie met de stations (Waregem en Deinze) en wordt verder voornamelijk gebruikt door (middelbare) scholieren. De penetratie van de lijn is beter in Zulte, wat resulteert in een groter gebruik.

2.4.1.2.2. Spoorvervoer

De gemeente wordt doorkruist door de spoorlijn Gent-Kortrijk, doch met de doorvoering van de IC/IR-plannen zijn alle stopplaatsen in ZULTE afgeschaft (vroeger had elke deelgemeente haar station).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 102

2.4.2. MOBILITEITSPATROON

36 Na onderzoek van het verplaatsingsgedrag van de ZULTEnaars komen we samen met Trafficconsult tot de volgende vaststellingen:

1 – Zulte en Olsene hebben te kampen met een onwaarschijnlijk hoge intensiteit aan zwaar verkeer (2700 voertuigen per dag), waarvan een groot deel doorgaand vrachtverkeer vanuit Dentergem, Oeselgem en het bedrijventerrein D’Hoye (Wielsbeke).

2 - De auto wordt het meest gebruikt, zelfs voor kleine verplaatsingen; voor schoolgaan echter minder dan voor andere ritmotieven, dit laatste als gevolg van de hoge graad van carpooling (2,52 voor schoolgaan tegenover 1,1 voor werken).

3 – Ondanks de slechte infrastructuur wordt de fiets redelijk goed gebruikt, voor alle ritmotieven. Opvallend is het zeer hoog gebruik door de arbeiders die max. 5km moeten rijden naar hun werk. Het potentieel voor het fietsgebruik is echter nog een heel stuk groter (er zijn immers nog heel wat meer binnengemeentelijke verplaatsingen van minder dan 2 kilometer. Het feit dat er niet méér gefietst wordt is vooral te wijten aan de auto-gerichtheid van het wegennet en de verkeersonveiligheid en de verkeersonleefbaarheid die hiervan een gevolg zijn. De breuk en de inrichting van de N43 door de kernen is ongetwijfeld de grootste hinderpaal in de kernen van Zulte en Olsene, temeer omdat langs deze weg de belangrijkste concentratie gesitueerd is van handel en voorzieningen (in het bijzonder scholen). De chaotische parkeerbewegingen maken de situatie voor de fietsers nog onduidelijker en onveiliger.

4 – De lijnbus wordt bijna niet gebruikt, behalve voor het schoolgaan naar de buurgemeenten.

5 – Het totaal aantal autoverplaatsingen bestemmingsverkeer (met relatie tot ZULTE) bedraagt ongeveer 24.000 per dag; het aantal fietsverplaatsingen bedraagt ongeveer 10.000 per dag.

6 – Twee wegen zijn constant in gebruik – als gevolg van het stratenpatroon en en de socio-economische context – de N43 tussen Statiestraat en N459 en de N459 zelf. Afhankelijk van de gebruikte rekenmethode wordt het aandeel doorgaand verkeer op de N43 en op de N459 geschat op 43% tot 97%.

7 - De parking op het Gaston Martensplein wordt duidelijk onderbenut.

36 Trafficonsult, Mobiliteitsplan Gemeente Zulte – Fase 2: Opbouw van het plan, mei 2000 GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 103

KAART 1. 12 – FEITELIJKE HIËRARCHIE VAN HET WEGENNET

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 104

2.4.3. EVOLUTIES, TRENDS EN PROJECTEN

2.4.3.1. PRIVAAT WEGVERKEER

Tegen 2010 zal het verkeer trendmatig blijven groeien, het lokaal autoverkeer met 35% en het vrachtvervoer door Olsene en ZULTE met maar liefst 70%.

Door de groei van de intensiteiten op de N43 en op de N459 zal de huidige verkeersonleefbaarheid op deze wegen nog toenemen. Dit zal grotendeels verbeterd worden dankzij de aanpassingswerken aan de doortocht van de N43 door het centrum van Zulte (doortochtenproject), die gepland zijn voor het jaar 2002. Het concept voor de doortocht is in de loop van 1999 en 2000 uitgewerkt door een stuurgroep. De belangrijkste keuzes zijn een systeem van ventwegen, twee groene ‘poorten’ bij het binnenkomen van de gemeente, het afsluiten van een aantal rechtstreekse straten op de N43, een aantal asverschuivingen, plaatselijke middenbermen en een rotonde als aansluiting met de Oeselgemstraat. De heraanleg beoogt een betere oversteekbaarheid, een verhoging van de verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers, een betere organisatie van het parkeren en een aangenamere leefomgeving. Belangrijk hierbij is ook de doorstroming van vrachtwagens te bemoeilijken en het openbaar vervoer te bevorderen.

De provincie Oost-Vlaanderen heeft een fietsnetwerkplan opgesteld om het fietsverkeer veiliger en aantrekkelijker te maken, en zo duurzaam verkeer te stimuleren. Ook de gemeente ZULTE heeft voorstellen uitgewerkt om fietsverbindingen met de omliggende gemeenten te realiseren. Bovendien engageert de gemeente zich om bij de aanleg van nieuwe wegen of bij de herinrichting van het openbaar domein ruimte te voorzien voor de zwakke weggebruiker (zie verder in het richtinggevend gedeelte).

2.4.3.2. OPENBAAR VERVOER

2.4.3.2.1. Streekvervoer37

De Lijn wil de bestaande commerciële snelheid (38,5 km/u) in ZULTE optimaliseren, onder meer door verkeerslichtenbeïnvloeding, en wil meer reizigers door een stiptere dienstverlening. De routering blijft voorlopig onveranderd.

37 Trafficonsult, Mobiliteitsplan Gemeente Zulte – Fase 2: Opbouw van het plan, mei 2000

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 105

2.4.3.2.2. Spoorvervoer

Hier zijn geen initiatieven van de NMBS in het vooruitzicht om aan de situatie iets te veranderen.

2.4.4. SYNTHESE : BELANGRIJKSTE KNELPUNTEN a - Autoverkeer en Parkeren

Het grootste probleem voor de gemeente is ongetwijfeld de doortocht38 van de N43 en de N459. Deze gewestwegen zijn zeer drukke wegen met een hoog aandeel zwaar vrachtverkeer. De wegen zijn daarenboven op geen enkele manier in het weefsel geïntegreerd.

Als gevolg van de vele oversteekbewegingen stelt Trafficconsult dat de veilige capaciteit van de N43 momenteel reeds overschreden is.

De meeste wegen die kunnen geselecteerd worden om later een hiërarchisch wegennet uit te bouwen, zijn momenteel totaal niet ingericht voor de functies die ze dan moeten vervullen.

Aan alle scholen doen zich problemen voor van verkeersveiligheid, vooral te wijten aan het feit dat de meeste kinderen per auto gebracht en afgehaald worden op een korte tijdsspanne. Ruimer gezien is dit een algemeen probleem van verplaatsingspatroon

38 Wanneer we spreken van een doortocht, dan is dat in het kader van een duidelijke definiëring. Vier elementen zijn per definitie hierbij van belang:

1 - het moet gaan om een zelfstandige woonkern, waar primaire voorzieningen aanwezig zijn (lagere school, bakker, slager, kerk, ...) 2 - de verkeersintensiteiten bedragen minimum 600 mvt/uur op een spitsuur 3 - de fietsvoorzieningen zijn onvoldoende en de voetpaden zijn veel te smal 4 - de oversteekbaarheid voor voetgangers en fietsers is slecht, met name in de verhouding tussen intensiteit en snelheid van het autoverkeer en de mogelijkheid om vrij en binnen aanvaardbare wachttijden over te steken.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 106 binnen de gemeente. Door de algemene onveiligheid, de moeilijke oversteekbaarheid van verbindingswegen en kruispunten, alsook het gebrek aan (veilige) fietspaden wordt er te weinig gefietst en te voet gegaan naar school. b – Vrachtverkeer

Een belangrijk probleem is het aandeel van het zwaar verkeer op de tussengemeentelijke verbindingswegen. Een maximum van 10% wordt als aanvaardbaar beschouwd.39

Op de N459 bedraagt dit aandeel 19% of ongeveer 1700 zware vrachtwagens per dag. Dit zwaar verkeer is zeer belastend voor de leefbaarheid van de centrale woon- en winkelstraat van Olsene.

Op de N43 ter hoogte van het Gaston Martensplein werd een aandeel van 12,5% gemeten, dit betekent ongeveer 1850 zware vrachtwagens per dag. Dit zwaar verkeer is dan weer zeer belastend voor de leefbaarheid van de woon- en winkelkern van Zulte.

Het is duidelijk dat de doortocht op zich geen voldoende afremmend effect kan hebben op het vrachtverkeer. Het probleem van het doorgaand vrachtverkeer moet op bovengemeentelijk vlak opgelost worden via een intergemeentelijke samenwerking.

2.5. SYNTHESE VAN DE BESTAANDE STRUCTUUR

Op de bijgaande kaart wordt een schematisch beeld gegeven van de bestaande structuur van ZULTE. De belangrijkste structuurbepalende elementen zijn de parallelle infrastructuren (Leie, N43, spoorweg en E17), de beken (en beekvalleien) die de grenzen bepalen en de kernen van de verschillende deelgemeenten. In een volgend hoofdstuk worden deze kernen gedetailleerder beschreven.

39 Trafficonsult, Mobiliteitsplan Gemeente Zulte – Fase 2: Opbouw van het plan, mei 2000

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 107

KAART 1. 13 – SYNTHESE VAN DE BESTAANDE STRUCTUUR

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 108

3. FOCUS OP DE BELANGRIJKSTE DEELRUIMTES

Op basis van een bespreking en een aantal meer gedetailleerde kaarten focussen we in op de belangrijkste deelruimtes die in ZULTE worden erkend, dit zijn ongetwijfeld de kernen van de 3 deelgemeenten, met daarnaast en overlappend de Leievallei en de bandstructuur van de N43. De verschillende gebieden van de deelgemeentes worden hieronder systematisch besproken.

Uit de hiernavolgende beschrijving van de bebouwing en de functies, zal duidelijk blijken dat Zulte vandaag nog steeds bestaat uit 3 sterk uitgebouwde kernen, met elk hun eigen autonomie op het gebied van handelsvoorzieningen, scholen, horeca en diensten. Het sociaal leven is ook in de 3 kernen evenwaardig opgebouwd. Naast de deelkern Zulte, die qua inwonertal de twee andere kernen duidelijk voorafgaat (48%), situeren Olsene en Machelen-aan-de-Leie zich als volwaardige leefgemeenschappen. Het beeld leeft vaak dat Machelen-aan-de-Leie een kleinere kern is, wat niet klopt met de realiteit : qua inwonertal is het de tweede kern (27%). Het feit dat de oude kern van Machelen-aan-de-Leie het best bewaard gebleven is, doet de connotatie ontstaan met een kleinere kern. Naast deze oude kern, situeert zich echter duidelijk het moderne Machelen.

3.1. DEELGEMEENTE ZULTE

- Kern Zulte

Gebiedsomschrijving : De ruime gemeentekern met als spil het kerkplein en de Staatsbaan. Het gebied bestaat uit de oudere wijken van de gemeente grenzend aan Staatsbaan, Oeselgemstraat en Statiestraat. De wijk rond de Pontstraat en de Limnanderdreef in het noordwesten. De bebouwing rond Oeselgemstraat, Leiestraat en Veerstraat in het noordoosten. Het gebied dat zich zuidwaarts van de Staatsbaan uitspreidt tussen de Statiestraat, Nijverheidsstraat en Waalstraat.

Functies : Zeer divers langs de Staatsbaan en de Statiestraat met wonen, handel, horeca, bedrijven, diensten en voorzieningen, ondermeer de kleuter- en lagere school, dienstencentrum, Post, toneelzaal Gaston Martens en gemeentelijke feestzaal Firtelhof. De grootste zone tussen Staatsbaan en Statiestraat wordt ingenomen door de terreinen van de vroegere brouwerij Anglo Belge, een wolwasserij en natuursteenbedrijf. Aansluitend een de Vrije Bassischool situeren zich de jeugdlokalen en een bejaardentehuis. Achter de kerk werd de nieuwe gemeentelijke bibliotheek ingeplant. Langs de Statiestraat is relatief veel meer wonen, nog versterkt na het verdwijnen van het station, begin jaren ’80. De rest van het gebied is voornamelijk woongebied. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 109

Bebouwingstypologie : Langs de Staatsbaan een opeenvolging van verschillende , overwegend gesloten, bebouwingsvormen. Het gevolg van het verplaatsen van de bouwlijn voor de N43. In het centrum monotone 3 bouwlagen hoge platte daken bebouwing tussen Oeselgemstraat en Zaubeekstraat. Restanten van vroegere bebouwing op de vroegere bouwlijn en enkele oudere kenmerkende gebouwen (school, vroeger gemeentehuis, kerk, enkele villa’s). Langs de Statiestraat, Pontstraat, Oeselgemstraat en begin van Zaubeekstraat en Waalstraat veel gesloten bebouwing. Leiestraat en Limnanderdreef eerder halfopen en open bebouwing. Grootschaliger bedrijfsgebouwen. De site van de vroegere brouwerij staat grotendeels leeg en kan dank zij haar strategische ligging een herbestemming krijgen die van groot belang is voor de totale hernieuwing van de dorpskern.

– De Gordel rond Zulte

Gebiedsomschrijving : De volledige woonzone rond de kernbebouwing van Zulte. We kunnen de deelruimte nog opsplitsen in 2 gebieden :

1 - Het volledige gebied ten oosten van de centrumzone, de Zaubeekvallei en de spoorweg. Het betreft hier het grootste woongebied van de deelkern Zulte met onder meer de wijken ‘De Warande’ en de Bloemenwijk.

2 - De wijken ten westen van het centrum, tussen Statiestraat en de Kapelhoek (grens Meiweg- Kraaidreef) en tussen de Leie en de spoorweg. Eénheidswijken zijn hier de Ellegemwijk, de Biriwiwijk en het Moerbeekpark.

Functies : Voornamelijk wonen, gemengd met enkele handelszaken en kleinere bedrijfjes, het gemeentelijk Sportcomplex met ook de velden aan de Statiestraat en de Gemeentelijke Basisschool.

Bebouwingstypologie : Nog wat halfopen oudere bebouwing langs de Waalstraat, Zaubeekstraat, Nachtegaalstraat, Olsenestraat, Warandestraat en Kapellestraat. Halfopen en gesloten bebouwing in de Bloemenwijk, Ellegemwijk, Biriwiwijk en het Moerbeekpark. De rest – het overwegende deel van deze deelruimte - is bijna uitsluitend open bebouwing. We hebben hier een sterke inbreidingsbeweging gekend de laatste 2 decennia.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 110

– De Wijk Kapelhoek

Gebiedsomschrijving : De bebouwing rond de vroegere wijkkapel OLV ten Dale. Voornamelijk langs de Oude Weg, Jagerstraat, Drogenboomstraat (begin) en Kraaidreef.

Functies : Voornamelijk wonen, naast enkele kleinere bedrijfjes en handelszaken en een kleuterschooltje.

Bebouwingstypologie : Voornamelijk open bebouwing, nog weinig restanten van de vroegere bebouwing.

- Lintbebouwing Waregemstraat

Gebiedsomschrijving : De bebouwing aan beide kanten van de Waregemstraat tussen Statiestraat en de grens met Waregem.

Functies : Voornamelijk wonen, gemengd met enkele handelszaken en bedrijfjes.

Bebouwingstypologie : Voornamelijk open bebouwing met grotere korrelgrootte. Geen aaneengesloten bebouwing met diverse doorzichten naar het achterliggende open landschap.

– De Wijken over de spoorweg

Gebiedsomschrijving : De wijken de Piste, Waalbeekpark en de bebouwing langs de bestaande straten.

Functies : Bijna uitsluitend wonen.

Bebouwingstypologie : Bijna uitsluitend open bebouwing. In de Piste – de oudste wijk - op relatief grote kavels in een groene omgeving. In het Waalbeekpark open bebouwing op relatief kleine kavels, daarnaast nog enkele restanten van halfopen bebouwing langs de oudere straten. De Piste is één van de oudste grote verkavelingen van Zulte, in een vroeger bebost gebied. Ontwikkeld vanaf de jaren ’60. Nog steeds een groen uitzicht, maar er is waakzaamheid geboden om dit karakter niet te laten teloorgaan. Het Waalbeekpark is dan weer de recentste grote verkaveling die goedgekeurd is voor de bevriezing van de verkavelingen in woonuitbreidingsgebieden. De Zonnelaan is in feite een uitloper van de wijk De Piste met nog verschillende open ruimten. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 111

KAART 1. 14 – DEELGEMEENTE ZULTE

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 112

3.2. DEELGEMEENTE OLSENE

– Kern Olsene

Gebiedsomschrijving : De ruime gemeentekern met als spil het gemeenteplein. Het gebied wordt begrensd door de bebouwing langs de Kerkstraat, Oliebergstraat, De Dreve, Grote Steenweg, Centrumstraat, Groeneweg, Stenemolenstraat, Poelkenswegel, Aertstraat.

Functies : Gemengd op de hoofdstraten (Kerkstraat, Centrumstraat en Grote Steenweg) met wonen, handel, horeca en gemeentediensten (gemeentehuis, politie, ontmoetingscentrum, post) en kleuter- en lagere scholen. De rest voornamelijk wonen met enkele kleinere bedrijfjes en boerderijen aan de rand. Ondanks de nabijheid van de Leie - op minder dan 500 meter van de Kerkstraat - is er geen enkele voeling met de stroom.

Bebouwingstypologie : Centrumstraat overwegend gesloten rijbebouwing. Kerkstraat in het centrum gesloten, naar de Leie toe meer en meer open bebouwing met enkele grotere villa’s en recentere verkavelingen. Langs de Grote Steenweg voornamelijk gesloten bebouwing, nieuwe bebouwing op de nieuwe bouwlijn - met reststrook tussen bebouwing en gewestweg - en enkele restanten van bebouwing op de vroegere bouwlijn. Diffuus beeld. De rest is voornamelijk open bebouwing uit diverse tijdsperiodes.

– Uitbreiding Olsene Noord

Gebiedsomschrijving : De woonontwikkeling langs de Herdersstraat, Machelenstraat, Kasteelstraat, oostelijk deel van de Heirweg.

Functies : Voornamelijk wonen, gemengd met enkele kleinere agrarische en para-agrarische bedrijven.

Bebouwingstypologie : Bijna uitsluitend open bebouwing, invulling tussen oudere woningen met nieuwbouw; het is een relatief open gebied.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 113

– Uitbreiding Olsene Zuid-Oost

Gebiedsomschrijving : Het betreft hier in feite 2 uitbreidingen aansluitend aan de kern: (1) het gebied tussen de Zaubeekvallei, de spoorweg en deelruimte Olsene centrum, met onder meer de bebouwing langs de Houtstraat, Processiestraat, noordelijk deel van de Houtstraat, de wijken Vogelzang en Sint- Pieterspark en (2) de bebouwing langs de Groeneweg ten oosten van de Centrumstraat.

Functies : Voornamelijk wonen, langs de Groeneweg gemengd met enkele kleinere landbouwbedrijven.

Bebouwingstypologie : Langs de Molenstraat en in de wijk Vogelzang en in het Sint-Pieterspark halfopen en gesloten bebouwing, de rest bijna uitsluitend open bebouwing, waarvan een belangrijk deel reeds historisch aanwezig is, doch de laatste decennia verder opgevuld. De woonuitbreiding ten noordwesten van de kern ligt vlakbij de oostelijke woonwijken van deelgemeente Zulte, maar er is geen enkele fysische band over de Zauwbeek.

– Lintbebouwing Oudenaardestraat

Gebiedsomschrijving : De bebouwing langs de Oudenaardestraat, tussen spoorweg en gemeentegrens.

Functies : Zeer gemengd : wonen, productie-, distributie- en landbouwbedrijven.

Bebouwingstypologie : Zeer heterogeen : enkele oudere woningen, naast grotere hangars en bedrijfsgebouwen en veestallen, dit alles in voornamelijk open bebouwing met geregelde doorzichten naar het achterliggende open landschap.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 114

– N43 Olsene-Machelen

Gebiedsomschrijving : De volledige ontwikkeling langs de N43. Het betreft hier voornamelijk het stuk tussen de kern van Olsene en Machelen – dat door een open ruimte gebied snijdt - een tweede deel dat de woongordel rond Machelen gedeeltelijk overlapt en een derde – kleinere – ontwikkeling als uitloper van Machelen richting Deinze.

Functies : Gemengd : handel, horeca, bedrijven, wonen

Bebouwingstypologie : Gemengd met voornamelijk een open karakter: ‘toonzaalgebouwen’, alleenstaande woningen, restanten historische rijbebouwing. Zeer heterogene ruimtelijke structuur als gevolg van de economische draagkracht van de gewestweg Gent-Kortrijk en de verbreding van het profiel van de weg in de jaren ’70

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 115

KAART 1. 15 – DEELKERN OLSENE

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 116

3.3. DEELGEMEENTE MACHELEN-AAN-DE-LEIE

- Machelen Dorpskern

Gebiedsomschrijving : De bebouwing in de dorpskom van Machelen, langs de Dorpsstraat, Philippostraat en de aanzet van Donkerweg, Leihoekstraat, Petegemstraat, Molenkouterstraat en Schoolstraat

Functies : In de oude dorpskern : voornamelijk wonen, gemengd met kerk en kerkhof, museum en enkele diensten en cafés en een veevoederbedrijf (historisch gegroeid).

In de onmiddellijke omgeving : Vrije Kleuter- en basisschool, ontmoetingscentrum, jeugdlokalen en sportvelden.

Langs de Dorpsstraat : gemengd wonen, diensten en handel.

Bebouwingstypologie : In de oude dorpskern : aaneengesloten kleinschalige bebouwing met een zeer nauw stratenpatroon, langs de Dorpsstraat met een zeer kleine korrel.

Langs de Dorpsstraat : gemengd gesloten, open bebouwing.

Pittoreske dorpskern met zeer fijnmazig stratenweefsel, recentelijk versterkt met het Raveelmuseum, het plein van de Nieuwe Visie en het nieuwe ontmoetingscentrum met jeugdlokalen.

Oude molen aan de rand van de dorpskern.

Onduidelijke aansluiting tussen de N43 en de weg naar Grammene via de Brugstraat.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 117

– De Gordel rond Machelen

Gebiedsomschrijving : De volledige woonzone rond de kern van Machelen. Deze deelruimte kan nog verder opgesplitst worden 3 gebieden (1) de woonontwikkeling ten oosten van de kern, begrensd door de bebouwing langs de Vaartstraat en Rijksweg (2) het woonlint ten westen van de kern, voornamelijk langs de Veerstraat en (3) het gebied aan de overkant van de Rijksweg, begrensd door de spoorweg, de Tuttegemstraat en de Polderstraat..

Functies : Voornamelijk wonen, maar langs de Posthoornstraat – in feite een uitloper van de dorpskern aan de overkant van de Rijksweg – zien we een menging met kleinhandel en de ‘Raveel’kapel; grenzend aan de spoorweg is er ook nog een ambachtelijke zone gesitueerd met het gemeentelijk containerpark.

Bebouwingstypologie : Voornamelijk open bebouwing langs de oudere straten, behalve langs de Posthoornstraat (gesloten bebouwing); halfopen en gesloten bebouwing komen verder nog voor in de Tuinwijk en de bejaardenhuisvesting van het Guldepark.

– Machelen over de spoorweg

Gebiedsomschrijving : Het betreft hier naast het Leliepark, een relatief nieuwe woonwijk vlak over de spoorweg een aantal bebouwingslinten langs Kruishoutemstraat, Brandstraat, Sparrenstraat en Bokstraat.

Functies : Voornamelijk wonen, gemengd met enkele landbouw- en productiebedrijven.

Bebouwingstypologie : Open bebouwing.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 118

KAART 1. 16 – DEELKERN MACHELEN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 119

3.4. DEELRUIMTE N43

Een vierde belangrijke bebouwde deelruimte is de N43 die de volledige gemeente doorsnijdt. Hiervan is een schema opgenomen op kaart 1.17. We worden hier geconfronteerd met een klassieke situatie langs een oude verbindingsweg die door de jaren heen uitgegroeid is tot een volwaardige economische structuur. Tussen de verschillende dichtbebouwde kernen is het landbouwgebied langs de weg gedurende verschillende decennia ingenomen door tal van andere functies. Vóór de aanleg van de E17 was de rijksweg N43 de belangrijkste verkeersader tussen Gent en Kortrijk en dus een optimale vestigingsfactor voor bedrijvigheid.

Deze bandstructuur kan beschouwd worden als een opeenvolging van sequenties met verschillende kenmerken qua bebouwing en functies. In vogelvlucht onderscheiden we de volgende deelgebieden (van Waregem naar Deinze).

Net vóór de grens met ZULTE situeert zich een relatief belangrijke baanwinkellocatie op het grondgebied van Waregem, eens de grens voorbij begeven we ons door een smalle open ruimte corridor, weliswaar met de industriezone van Waregem en de Vijvestraat (langs de Leie) op de achtergrond. Na enkele honderden meters situeert zich een eerste bebouwingsconcentratie van veelal losstaande gebouwen met gemengde functies (wonen, handel, bedrijvigheid, café), om van af de Vijvestraat een eerste visueel contact te hebben met de Leie, die hier zeer dicht tot bij de N43 aanleunt. Het landschap wordt echter ook hier ernstig verstoord door de industriezoen d’Hooie op het grondgebied van Wielsbeke. Achter een verkaveling gelegen tussen N43 en Oude Weg (aan de rechterkant) opent het landschap zich weer even voor een opeenvolging van losstaande woningen aan beide kanten de kernbebouwing van Zulte aankondigt. Vanaf de Statiestraat begint de centrumzone van de deelgemeente Zulte met een voornamelijk gesloten bebouwing in 4 hoog met plat dak aan de rechterkant, links situeren zich tal van voorzieningen (een school, jeugdhuizen, bejaardentehuis, kerk, bibliotheek, parochiecentrum, theaterzaal, ...) in een meer gefragmenteerde structuur. Qua functies zien we hier voornamelijk winkels en diensten op het gelijkvloers en wonen op de verdiepingen. De ruimte tussen de bouwlijnen bedraagt meer dan 40 meter omdat er ooit het plan bestond om deze weg op 2x2 rijstroken te brengen. Ondertussen is deze denkpiste verlaten en geeft het lopend doortochtproject invulling aan de zones naast de N43 (die zelf maar 8 meter breed is). Eens de Waalstraat voorbij, verdwijnt het dense karakter van de centrumbebouwing – die nog gedeeltelijk op de oude bouwlijn is blijven staan – en worden we weer geconfronteerd met een gefragmenteerde ruimte met een opeenvolging van losse gebouwen, gemengd qua functies. De grensovergang tussen Zulte en Olsene wordt gemarkeerd door een tweede Leiebocht die zich naar de N43 toebuigt. Ook hier hebben we een – tot nu toe – relatief open gebiedje. De grens zelf – de Zaubeek – is echter nog nauwelijks zichtbaar omwille van de inplanting van een aantal kleinhandelszaken.

In Olsene zelf wordt de gefragmenteerde bebouwing terug verder gezet en verdicht deze zich geleidelijk, vooraleer over te gaan in de aaneengesloten centrumbebouwing van Olsene. Aan de kruising Kerkstraat, Centrumstraat situeert zich het centrum van Olsene met de kerk, het gemeentehuis en tal van handelszaken in de Centrumstraat. Links van de N43 verzacht een groen GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 120 volume van een privétuin het steenachtige karakter van deze centrumzone, rechts zet de bebouwing zich verder tot aan het Kasteelpark van Olsene. Tegenover het kasteelpark bevinden zich naast de vroegere kasteeldreef een aantal handelszaken en bedrijven.

Een specifiek deelgebied betreft de zone tussen Olsene en Machelen, die in het voorontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen als structuurbepalende open ruimte corridor wordt aangeduid. De notie van open ruimte moet hier evenwel genuanceerd worden, want op vandaag zien we in deze strook de aanwezigheid van tal van oudere en minder oudere vestigingen van bedrijven. Allen zijn ze klein begonnen, doch ter plaatse gegroeid tot bedrijven met niet alleen een relatief grote ruimtelijke impact, maar ook met een belangrijke tewerkstelling. Momenteel zijn in de zone een twintigtal bedrijven gevestigd die een gezamenlijke tewerkstelling van ongeveer 150 personen vertegenwoordigen. Naar activiteiten, zien we een meerderheid bedrijven (7) in de auto- en aanverwante sector. In de horecasector tellen we een dancing, een hotel, een restaurant, een café en een bar. De rest van de activiteiten zijn vooral constructiewerkplaatsen (metaal, meubelen, keukens, natuursteen), sommige ervan met een toonzaal. De bedrijvigheid wordt afgewisseld met tal van woningen en een aantal handelszaken.

Wat de bebouwing betreft worden in het gebied kleinschalige woningen - in open bebouwing, één of twee verdiepingen, overwegend hellend dak - afgewisseld met grootschaliger industriële constructies - loodsen, hangars - met meestal één bouwlaag en een licht hellend dak. Door de gerelateerde handel, zien we ook nog een aantal toonzalen met de klassieke glazen gevels. Op het gebied van open ruimte, natuur en landschap wordt de zone gekenmerkt door de groene long van het kasteelpark en de aanliggende kasteeldreef. De bebouwde strook ligt midden in een open landbouwgebied met nog enkele bomenrijen als relicten van het vroegere coulissenlandschap. Het grondgebruik voor de landbouw is gemengd : akkerbouw en weilanden. Er zijn een aantal beken in het gebied, doch met weinig biologische waarde. Het verkeersprofiel van de N43 is momenteel een weg met 2 x 1 rijstroken over de hele lengte. Op het grondgebied van de deelgemeente Machelen is de weg verbreed geweest tot een weg met 2 x 2 rijstroken. Dit is enkele jaren weer gewijzigd, doch het ruimtelijk profiel werd daarbij niet aangepast : de tweede rijstrook werd omgevormd tot pechstrook. De brede betonvlakte, zonder kleinschalige referentie-elementen, geeft aanleiding tot (te) snel rijden. Gezien het belang van deze zone en de overlapping met de problematiek van de zonevreemde bedrijven werd reeds een BPA opgemaakt om deze zone in de toekomst verder te ontwikkelen (zie verder).

De bebouwing van Machelen langs de N43 is verschillend van de kernen van Zulte en Olsene, de kern van Machelen bevindt zich immers niet langs deze baan. De gefragmenteerde bebouwing met een gemengde invulling in een veel te brede strook zet zich quasi als een éénheid door. Enkel het verkeerslicht ter hoogte van de Dorpsstraat en Posthoornstraat vormen een ‘rustpunt’ in deze zone. Naar de grens met Deinze toe is er iets meer openheid in het landschap, maar de échte open ruimte corridor bevindt zicht pas over de grens, op het grondgebied van Deinze. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 121

3.5. DEELRUIMTE LEIEVALLEI (EN BEEKVALLEIEN)

Deze Leievallei met de beekvalleien van Zaubeek en Gaverbeek zijn reeds uitvoerig besproken in deel 2.2 en hun waarde is veeleer van meso-belang, vandaar dat ze hier niet meer expliciet worden beschreven. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 122

KAART 1. 17 – DEELRUIMTE N43

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 123

4. ANALYSE VAN HET GEVOERDE RUIMTELIJK BELEID : DE PLANNINGSCONTEXT

4.1. OP GEMEENTELIJK NIVEAU

4.1.1. GEWESTPLAN

De gewestplannen –in de jaren ’70 opgemaakt in uitvoeing van de toen geldende Wet op de Stedebouw van 1962- gelden nog steeds als wettelijk referentiekader voor alle beslissingen betreffende de ruimtelijk ordening. Met de opmaak van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de daaraan getoetste provinciale en gemeentelijke structuurplannen zal dit veranderen aangezien het de bedoeling is om, na definitieve vaststelling van de ruimtelijke structuurplannen, ook ruimtelijke uitvoeringsplannen op te maken afgestemd op de structuurplannen.

ZULTE valt met haar grondgebied onder het gewestplan Oudenaarde, goedgekeurd op 24 februari 1977 en laatst gewijzigd op 29 oktober 1999. De bepalingen voor ZULTE zijn opgenomen op de kaartbladen 21/8 Deinze, 21/7 Dentergem en 29/3 Anzegem.

Wonen

Op het Gewestplan vallen de grote rode vlekken op. Zij duiden op woongebieden, woonuitbreidingsgebieiden en gebieden voor landelijk wonen. De woongebieden beslaan ongeveer 527 ha, de woonuitbreidingsgebieden hebben een oppervlakte van iets meer dan 220 ha. De totale oppervlakte van ZULTE bedraagt 3256 ha, wat betekent dat ongeveer 1 kwart van de oppervlakte van de gemeente op lange termijn voor het wonen bestemd is.

Uit het Gewestplan blijkt duidelijk dat de lintbebouwing langs de N459, de Kruishoutemstraat en de Brandstraat reeds lang aanwezig is (opgenomen als landelijke woonzone). De intekening van de vele woonuitbreidingsgebieden maken het uitdeinen van de 3 oorspronkelijke dorpskernen juridisch gezien relatief gemakkelijk. Het aaneengroeien van de dorpskernen van Zulte en Olsene ligt ook ingebed in het gewestplan waar we als het ware één grote woonzone opmerken tussen Statiestraat, N43, Centrumstraat en spoorweg, enkel de Zaubeekvallei zorgt voor een smal groen lint.

Ambachten en Industrie

ZULTE heeft 2 industriezones : één aansluitend bij de industriezone Kruishoutem (een kleine 50 ha groot), goed ontsloten via de Karreweg naar de E17, een tweede industriezone van ongeveer 3,5 ha in de Vijvestraat, aansluitend aan de industriezone van Waregem. Verder is er nog een stukje grondgebied als industriezone behouden (bij de gewestplanwijziging van 1999) GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 124 aansluitend bij de industriezone Deinze, langs de Leie en de Tichelbeek. Verder zijn er 5 KMO-zones, gesitueerd op plaatsen waar bij de opmaak van het gewestplan een belangrijke ambachtelijke activiteit was, de meeste situeren zich langs de N43, en worden omringd door een woongebied. Sins kort is er ook een lokaal bedrijventerrein in Olsene (site Petersime).

Landbouw

Ongeveer 65% van het Zultse grondgebied wordt bestemd als agrarisch gebied, waarbij grote delen ervan aangeduid worden als landschappelijk waardevol, met daarbij nagenoeg gans de Leievallei. Landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor beperkingen gelden met als doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming op het Gewestplan, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen40.

Natuur

Verder lezen we de versnippering en de beperkte omvang van groengebieden (met een gezamenlijke oppervlakte van 70 ha of slechts 2% van het ZULTS grondgebied) gemakkelijk van het Gewestplan af. Langs de Zaubeekvallei zien we een opeenvolging van Park- en Natuurgebiedjes en het kasteeldomein van Olsene is de grootste Parkzone van de gemeente.

40 KB 28/12/1972 betrffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 125

TABEL 17 – TOEGEKENDE OPPERVLAKTEN PER BESTEMMING IN HET GEWESTPLAN

Vóór Gewestplanwijziging 1999 Na Gewestplanwijziging 1999

ZULTE 3256,- ha 100% 3256,- ha 100%

Woonzone 518,4 ha 15,9% 527,3 ha 16,2% Woonuitbreidingsgebied 286,3 ha 8,8% 221,5 ha 6,8% Landelijk woongebied 49,6 ha 1,5% 49,6 ha 1,5% Zone voor Kernontwikkeling - - 10,5 ha 0,3% Totaal Woongebied 854,3 ha 26,2% 808,9 ha 24,8% Industriezone 67,8 ha 2,1% 58,6 ha 1,8% Ambachtelijke zone 35,3 ha 1,1% 24,8 ha 0,8% Lokaal Bedrijventerrein - - 6,2 ha 0,2%

(Totaal industriële en ambachtelijke zones 103,1 ha 3,2% 89,6 ha 3,-%)

Zones voor openbaar nut 6,2 ha 0,2% 9,1 ha 0,3%

Totaal ‘harde’ Zones 963,6 ha 29,6% 907,6 ha 27,9%

Agrarisch en landschappelijk waardevol agrarisch 2067,3 ha 63,5% 2063,5 ha 63,4% gebied

Natuurgebied 33,9 ha 1,-% 58,7 ha 1,8% Natuurreservaat 5,6 ha 0,2% 5,6 ha 0,2% Parkgebied 37,- ha 1,1% 37,- ha 1,1% Vallei- en brongebied 148,6 ha 4,6% 183,6 ha 5,6%

(Totaal ‘groene’ zones 225,1 ha 6,9% 284,9 ha 8,7%)

Totaal ‘zachte’ zones 2292,4 ha 70,4% 2348,4 ha 72,1% GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 126

KAART 1. 18 – GEWESTPLAN GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 127

4.1.2. PLANNEN VAN AANLEG

Er is geen Algemeen Plan van Aanleg voor de hele gemeente, wel zijn er een aantal BPA’s rechtsgeldig.

S BPA nr. 4/5 Marktplein en Rijksweg (MB 14 maart 1996, gedeeltelijke herziening MB 12 september 2001)

Het BPA heeft betrekking op een stuk van de kern van de deelgemeente Zulte ten noorden van de N43. De belangrijkste doelstelling was het voorzien van een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en van een openbare ruimte in functie van respectievelijk de nieuwe openbare bibliotheek en de heraanleg van het Gaston Martensplein.

In 2001 werd een gedeeltelijke herziening doorgevoerd in functie van de aanleg van een rotonde in het kader van de doortocht van de N43.

In oktober 2003 heeft de gemeenteraad een kleine bijkomende herziening voorlopig aanvaard. Het betreft eigenlijk het rechtzetten van een materiële fout betreffende de toegestane bouwlagen.

S Sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven (MB 22 maart 2001 & MB 4 juni 2002)

Na de bedrijfsenquête, de categorisering van de zonevreemde bedrijven en de evaluatie van de gedetailleerde ontwikkelingsmogelijkheden, werd een sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven’ opgemaakt met twee deelgebieden, één voor het bedrijf Recutex nv te Zulte en één voor het bedrijf Stanssens nv te Machelen.

Via een planologisch attest werd ook een sectoraal BPA opgemaakt voor Smet NV Construct te Zulte (MB. 30 september 2003)

S BPA N43 Olsene Machelen (MB 29 maart 2001)

De hoofdoptie voor dit gebied is de ruimtelijke scheiding te waarborgen tussen de bebouwde kernen van Olsene en van Machelen. Het BPA streeft aldus naar de versterking van de nog aanwezige open ruimte zones, maar houdt anderzijds rekening met de aanwezige verspreide bedrijvigheid en bebouwing. De algemene aanpak bestaat erin de bestaande constructies zoveel mogelijk te bevestigen in hun bestemming, maar tegelijkertijd het ruimtelijk aspect - in het bijzonder het groene aspect - van bestaande bebouwde concentraties te versterken. De bedrijfsconcentraties binnen het landbouwgebied worden systematisch in het groen ingebufferd naar het achterliggende landbouwgebied toe. Er worden twee zones van verdichting uitgebouwd rond bestaande concentraties, de rest van het gebied wordt ingegroend of open gehouden, naargelang de bestaande structuur. De krachtlijnen voor herstructurering zijn opgenomen op kaart 1.19. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 128

KAART 1. 19 – BPA N43 TUSSEN OLSENE EN MACHELEN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 129

S BPA voor Kernontwikkelingsgebied Anglo-Belge fase 1 (MB 23/4/2003)

Bij besluit van de Vlaamse regering dd. 29 oktober 1999 werd deze zone ingekleurd als gebied voor kernontwikkeling. Dit is een gebied bestemd voor industriële ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met de onmiddellijke multifunctionele omgeving van de kern van het buitengebied.

De stedenbouwkundige aanleg van het gebied en de nieuwe functie van gebouwen worden vastgelegd in een BPA vooraleer het gebied ontwikkeld kan worden.

Omwille van de mogelijkheden om op de terreinen van de voormalige brouwerij Anglo-Belge een ontwikkeling op het vlak van wonen en werken, verweven met het wonen in de kern van Zulte te versterken, heeft de gemeente een studieopdracht laten uitvoeren. Het BPA werd opgesplitst in twee delen. De eerste fase heeft een grootte van ongeveer 4,0 ha en is voornamelijk op het wonen gericht. Het voorziet in de afbraak van alle bestaande gebouwen van de vroegere brouwerij (behalve het kantoorgebouwtje, dat recentelijk verbouwd werd door private investeerders).

De ontwikkeling van het gebied is een belangrijke schakel in het sociaal huisvestingsprogramma van de gemeente Zulte. Naast een groenvoorziening van 0,5 ha, wordt één appartementsgebouw voorzien op de site, de rest wordt opgedeeld in kavels voor rijwoningen met een tuintje. Een deel ervan wordt als sociale huur- en koopwoningen (1 ha) gebouwd, een ander deel voorbehouden voor sociale kavels (1 ha) en een laatste deel is bestemd voor privé woningen (1,5 ha). De volgende figuur geeft een beeld van de toekomstige situatie.

IN VOORBEREIDING

S BPA voor lokaal bedrijventerrein Petersime

S BPA Sobinco (uitbreiding bestaand bedrijf in woonuitbreidingsgebied in de Waregemstraat

S bedrijfsBPA in het kader van een aanvraag planologisch attest voor zonevreemde bedrijven

- vlasbedrijf Verhalle (Warandestraat, Zulte)

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 130

KAART 1. 20 – ONTWIKKELING TERREINEN ANGLO-BELGE FASE 1

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 131

KAART 1. 21 – SITUERING VAN DE BPA’S

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 132

4.2. SECTORALE WETGEVINGEN

4.2.1. BESCHERMDE MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN DORPSGEZICHTEN

- ALS MONUMENT ZIJN BESCHERMD :

- Kerk van HH. Michiel, Cornelius en Ghislenus, te Machelen

- Oude Pastorie, Machelen

- voormalige manège Ribaucourt en bijhorende watertoren, Moerbeekstraat

- Kasteel en kasteelpark van Olsene, met inbegrip van het ereplein en de boogbrug, de cirkelvormige walgracht, aansluitende serpentinevijver en omlopende omgrachting, het toegangshek met 2 paviljoenen, de kasteeldreef en de ijskelder in het kasteelpark.

- ALS DORPSGEZICHT ZIJN BESCHERMD :

- Kerk van HH. Michiel, Cornelius en Ghislenus en de pastorie met hun omgeving

- rechter straatzijde van de Moerbeekstraat tussen de spoorlijn Gent-Kortrijk en de Waregemstraat

- Kasteel van Olsene met omgracht park en aanhorigheden

- de hoeven Ter Wallenstraat 1 en Grote Steenweg 17

Er zijn in ZULTE zijn GÉÉN BESCHERMDE LANDSCHAPPEN aanwezig.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 133

4.2.2. GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN

In het kader van zijn milieuconvenant heeft de gemeente ZULTE een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP) laten opstellen en goedgekeurd. Deze opdracht werd toevertrouwd aan de regionale natuur- en milieuvereniging Stichting Omer Wattez vzw, ondersteund door een lokale begeleidingscommissie.

De inhoud van het GNOP bestaat in de eerste plaats uit een globale analyse van de bestaande toestand van de natuur in de gemeente. Vanuit deze analyse worden een aantal maatregelen voorgesteld om de natuur in de gemeente te beschermen en te verbeteren. Deze worden geconcretiseerd in actieprogramma’s, waarbij enerzijds gans de gemeente wordt beschouwd, maar anderzijds worden ook gebieden afgebakend waarvoor specifieke maatregelen worden voorgesteld. Deze gebiedsgerichte benadering omvat de Leievallei, de Gaverbeekvallei, de Zaubeekvallei en de heidebermen. Daar worden tot op perceelsniveau acties voorgesteld.

De belangrijkste maatregelen zijn:

- Bufferstroken langsheen de Leiemeanders met een breedte van 10m waar niet wordt bemest en geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Langsheen de Leiemeander van Grammene bovendien een zone van 10m breed die niet bewerkt noch ingezaaid wordt, en de aanleg van een langsgracht voor het terugdringen van diffuse verontreiniging vanuit aangelande percelen. Hiervoor zouden beheersovereenkomsten met de betrokken landbouwers moeten afgesloten worden. Voor de uitvoering wordt AMINAL, Afdeling bos en groen, aangesproken.

- Aanleg van kleine landschapselementen (poelen, hagen, houtkanten,(knot)bomenrijen) via een gemeentelijk subsidiereglement.

- Afsluiten van beheersovereenkomsten in sommige graslanden ter extensivering van het beheer.

- Stimuleren van kleinschalige waterzuivering van het afvalwater van verspreide woningen, gehuchten en hoeves via gemeentelijke subsidie. De zuivering van het afvalwater van de hoeve ‘Pereboom’ wordt als pilootproject voorgesteld.

- Opstellen van een bermbeheersplan, met specifieke aandacht voor de heidebermen aan de Biesdonckstraat en Blauwdreef.

- Een gericht aankoopbeleid (aankopen door de gemeente of via subsidies aan milieuverenigingen) naar ecologisch waardevolle percelen. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 134

4.2.3. WOONBEHOEFTENSTUDIE

In februari 1997 heeft Studiegroep Omgeving een woonbehoeftestudie voor de gemeente ZULTE afgewerkt. Dit rapport is goedgekeurd door de afdeling Ruimtelijke Planning (departement Leefmilieu en infrastructuur, AROHM) in het kader van BPA 2/2 en door het gemeentebestuur, waardoor dit er zich verbindt de uitgestippelde visie op het woonbeleid en de voorgestelde beleidsmaatregelen uit het rapport in het dagelijks bestuur toe te passen. Dit heeft vanzelfsprekend belangrijke repercussies op de ruimtelijke structuur van de gemeente.

De VISIE OP HET WOONBELEID, zoals door de woonbehoeftestudie aangegeven, wordt hier kort weergegeven:

1) Men ziet ZULTE als een landelijke gemeente. Daarom wil men de verstedelijking, voornamelijk in de kern Zulte, tegengaan en het landelijke karakter behouden en stimuleren.

2) Men streeft naar een zachte groei van het aantal inwoners, hoofdzakelijk gevoed door natuurlijke aangroei, in beperkte mate door (sociaal gedifferentieerde) inwijking. Het aantal woningen zal dus ook traag aangroeien, zowel door het zacht stijgend aantal inwoners als door gezinsverdunning.

3) Het woonbeleid legt de klemtoon op kernversterking. Inbreiding, in combinatie met kwaliteitsvolle open ruimten in de kernen, moeten de dorpscentra meer kracht en uitstraling geven. Bovendien kan op deze manier de uitbreiding van de vele aanwezige linten, enkele geïsoleerde gehuchten en afgelegen woonwijkjes worden afgeremd.

4) Er gaat veel aandacht naar woningverbetering en hergebruik, gezien het groot aantal woningen van lage kwaliteit en de aanwezige leegstand.

5) Men streeft naar een differentiatie van woningen, inspelend op nieuwe behoeften. Het woningaanbod dient aangepast aan de algemene trend van gezinsverdunning. Woningen van een lagere prijsklasse moeten beschikbaar zijn en, omwille van de leefbaarheid van gemeenschappen en de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen, moeten de verschillende soorten woningen voldoende worden gemengd.

6) Bij elk bouwproject zal er aandacht besteed worden aan de ruimtelijke kwaliteit en de draagkracht van de omgeving.

Uitgaande van deze visie en na analyse van de bestaande situatie, geeft de woonbehoeftestudie EEN AANTAL TE NEMEN BELEIDSMAATREGELEN aan. De door de gemeente goedgekeurde maatregelen worden eveneens opgesomd: GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 135

1) Opzetten van een woonoverleg tussen gemeente, OCMW, Volkshaard en Deinse Woningbouwmaatschappij om de realisatie van nieuwe projecten van sociale woningbouw te stimuleren en coördineren.

2) De gemeentelijke service die nu wordt geboden, uitbreiden tot een actieve gemeentelijke woonwinkel die de komende jaren een informatie- en ondersteuningscampagne organiseert naar particuliere kandidaat-renoveerders.

3) Heffen van opcentiemen bij de gewestelijke belasting op verwaarloosde, leegstaande, ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde gebouwen en woningen

4) De woonuitbreidingsgebieden die ook op lange termijn niet voor bebouwing in aanmerking komen vastleggen als ‘woonreservegebieden voor de zeer lange termijn’ en onderzoeken of delen ervan op korte termijn een open-ruimte bestemming kunnen krijgen.

5) Geen privé-vergunningen meer afleveren in woonuitbreidingsgebieden. Woonuitbreidingsgebieden waar bebouwing zinvol is expliciet voorbehouden voor projecten van volkshuisvesting.

6) Uitvoeren van verder onderzoek om binnen de gebieden die voorlopig weerhouden werden voor de mogelijke inplanting van volkshuisvestingsprojecten tot een meer verfijnde selectie van effectief te ontwikkelen gebieden over te gaan.

7) Het voeren van een aankooppolitiek voor die gronden die voor volkshuisvestingsprojecten op korte en lange termijn meest interessant zijn.

8) Binnen de woongebieden afbakenen van zones voor gesloten, half-open en open bebouwing met inbegrip van de wenselijke kavelgrootten.

9) Herzien van het BPA Zulte Gemeentecentrum zuid-oost ten behoeve van een gedeeltelijke ontwikkeling van het gebied Anglo-Belge voor woningbouw, preferentieel volkshuisvesting.

De beleidsmaatregelen 3 en 7 werden door de Gemeente niet goedgekeurd (bij de goedkeuring van de woonbehoeftestudie).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 136

4.2.4. GEMEENTELIJK VERKEERSBELEIDSPLAN

Het gemeentelijk verkeersbeleidsplan maakt een overzicht ‘in vogelvlucht’ van de verkeersproblematiek. Het document raakt een aantal belangrijke topics aan, zoals het gebrek aan structuur in het wegennet, de gevaarlijke doortochten van de N43, het zeer laag aandeel van de zwakke weggebruikers en het groot aandeel vrachtverkeer dat ZULTE doorkruist. Tevens doen zij hier een conceptvoorstel voor de herinrichting van de doortocht in Zulte.

Op het einde suggereert men welke studies het best zouden moeten worden uitgevoerd in functie van het mobiliteitsbeleid, het Mobiliteitsplan is daarvan een gevolg.

4.2.5. GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN

In mei 2000 werd het mobiliteitsplan voor ZULTE goedgekeurd. Hoe hierin een oplossing wordt geboden voor de problemen en hoe dit past in het kader van het ruimere structuurplanningsproces wordt besproken in het Richtinggevend gedeelte. Op Kaart 1.21 worden hier wel reeds de hoofdopties grafisch voorgesteld.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 137

KAART 1. 22 – HOOFDOPTIES MOBILITEITSPLAN

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 138

4.3. BOVENGEMEENTELIJKE BELEIDSOPTIES

Dit Gemeentelijk Structuurplan is een verfijning van de structuurplannen op hogere schaalniveaus, de planologische visie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is dan ook doorslaggevend voor de opmaak van de gemeentelijke structuurplannen. Om deze visie duidelijk voor te stellen en de interrelaties tussen de diverse domeinen goed te kunnen inschatten wordt hier vooraf het RSV in zijn totaliteit (doch summier) besproken, daarna wordt per hoofdstructuur verder ingegaan op de specifieke planologische context, waarbij een aantal elementen van het RSV evenwel zullen worden herhaald.

4.3.1. IMPLICATIES VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN

4.3.1.1. ZULTE BEHOORT VOLLEDIG TOT HET BUITENGEBIED

Tegenover het stedelijk gebied plaatst het R.S.V. het buitengebied. Het is dat gebied waarin de open, onbebouwde ruimte overweegt. Elementen van bebouwing, woningen of bedrijfsgebouwen en infrastructuur, zoals wegen of nutsvoorzieningen, die functioneel (wonen, verplaatsen, dienstverlening, ...) met de open ruimte verbonden zijn maken er ook deel van uit. Het is een zeer ruim begrip en zal er - afhankelijk van de streek - soms geheel anders uitzien. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door de natuurlijke structuur, inclusief de bosstructuur, de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Afhankelijk van de wisselwerking tussen deze diverse structuren krijgen we een ander beeld, een ander specifiek landschap. De ruggengraat van dit landschap vormt het fysisch systeem, het resultaat van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem en water.

De doelstellingen uit het R.S.V. voor het buitengebied zijn ondermeer het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, bosbouw, wonen en werken). De andere open-ruimte-functies (recreatie, ontgrondingen, en sommige gemeenschaps- en nutsvoorzieningen) zijn weliswaar een hoofdfunctie voor het buitengebied maar kunnen niet als structurerend voor het gehele buitengebied worden beschouwd. Versnippering dient te worden tegengegaan door bundeling. De groei van (woon)bebouwing dient in de kernen van het buitengebied te worden opgevangen. Daarnaast dient er veel aandacht besteed te worden aan de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 139

4.3.1.2. GEWENSTE ONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT LANDBOUW, NATUUR EN OPEN RUIMTE

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaalt in het richtinggevend gedeelte dat op Vlaams niveau de belangrijkste elementen van de natuurlijke structuur, naast de grote natuurgebieden en boscomplexen, de beek- en riviervalleien zijn. In ZULTE is dus de Leievallei structuurbepalend voor de natuur, evenals zijn vertakt netwerk van beekvalleien. Dit betekent dat het ruimtelijk beleid van de Leie en zijn zijbeken moet worden ontwikkeld in relatie tot de omgevende valleien, waarbij ruimtelijke voorwaarden worden gecreëerd die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop en de omgevende vallei versterken.

Vermits de Leie en zijn vallei op dit ogenblik zeer arm zijn aan hoogwaardige natuur, voor een groot deel als gevolg van rechttrekking en ruilverkaveling, zijn maatregelen nodig opdat de vallei aan de vereisten zou voldoen die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen haar toebedeelt.

4.3.1.3. MOGELIJKE ONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT HET WONEN

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geeft aan dat in Oost-Vlaanderen maximaal 39% van de 85.700 bijkomend te realiseren woningen in de periode 1992-2007 in het buitengebied mogen worden gesitueerd. Deze behoefte aan bijkomende woningen is verdeeld over 32.400 in de periode 1992-1997, 29.000 in de periode 1997-2000 en 23.400 in de periode 2002-2007. Het op te maken provinciaal ruimtelijk structuurplan dient deze behoeft aan bijkomende woningen te verdelen onder de gemeenten.

Het RSV opteert voor het opvangen van de behoefte aan bijkomende woningen in het buitengebied in de bestaande kernen. Voor wat betreft de kernen wordt in het RSV een onderscheid gemaakt tussen hoofddorpen en (gewone) woonkernen. Een hoofddorp wordt er omschreven als een woonkern die over een bepaalde uitrustingsgraad beschikt. De selectie van hoofddorpen zal worden gemaakt in het provinciaal ruimtelijk structuurplan. In de lijst van hoofddorpen41 die in het RSV als basis wordt voorgesteld voor het selecteren van hoofddorpen, zijn zowel Zulte, Olsene als Machelen opgenomen als ‘hoofddorp’.

41 De lijst van hoofddorpen is gebaseerd op de wetenschappelijke analyse opgenomen in de documenten “De invloedssferen der centra en hun activiteitenstructuren” opgemaakt door M. Goossens en H. Van Der Haegen in ‘Atlas van België’ en ‘De spreiding en het relatiepatroon van de Belgische nederzettingen in 1980’ opgemaakt door H. Van Der Haegen, M. Pattyn en S. Rousseau. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 140

4.3.1.4. MOGELIJKE ONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT ECONOMISCHE ACTIVITEITEN

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil de economische activiteiten concentreren in de economische knooppunten en de poorten. Gezien ZULTE geen economisch knooppunt is, betekent dit dat de ontwikkelingskansen voor economische activiteiten gering zijn. In principe kan de gemeente de lokale bedrijventerreinen afbakenen, hoewel dit in ZULTE recentelijk via een gewestplanwijziging doorgevoerd werd. Er kan maximaal één lokaal bedrijventerrein ingericht worden per hoofddorp, dit mag maximaal 5ha groot zijn en de kaveloppervlakte moet afgestemd zijn op lokale bedrijven. Bovendien moet het terrein qua ligging aansluiten bij de kern of bij een bestaand bedrijventerrein.

Verdere uitbreidingsmogelijkheden zijn er nog voor de historisch gegroeide bedrijven, waarvoor een kleine uitbreiding mogelijk is aansluitend bij de huidige vestiging en/of de kern van het buitengebied.

Een regionaal bedrijventerrein is in principe uitgesloten en kan in elk geval niét vanuit een gemeentelijk planinitiatief voorkomen.

4.3.1.5. KEUZES GEMAAKT MET BETREKKING TOT DE LIJNINFRASTRUCTUREN

Voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid van ZULTE is vooral het statuut van de E17, de N43 en de N459 van belang.

- De E17 is geselecteerd als hoofdweg, die deel uit maakt van het “Trans-European networks”(TEN), het Europese netwerk van transportassen.

- De N459 - Oudenaardestraat/Centrumstraat - wordt niet weerhouden als primaire weg categorie II, terwijl de afritten Deinze en Waregem wél als primaire weg categorie II worden aangeduid

- De voorlopige selectie van de N43 als secundaire weg - dus verbindend en/of verzamelend op lokaal en bovenlokaal niveau - waarbij de verbindingsfunctie op Vlaams niveau (Gent-Kortrijk) opgenomen wordt door de parallelle E17.

Bij secundaire wegen is de kwaliteit van de verkeersafwikkeling ondergeschikt aan de ontsluitende en de verblijfsfunctie, dit veronderstelt onder meer een doortochtenconcept binnen de bebouwde kom met een ontwerp-snelheid van 50 km/u of minder. Buiten de bebouwde kom zal het traag verkeer gescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 141

‘In uitzonderlijke gevallen kunnen er omwille van de leefbaarheid nieuwe tracés worden aangelegd’42, deze moeten echter worden opgenomen in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan.

Zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer behoort de lijn Gent-Kortrijk tot het Vlaamse hoofdspoorwegennet.

De gekanaliseerde Leie behoort volgens de indeling van het RSV. tot het hoofdwaterwegennet : een internationale waterweg met een belangrijke vervoersfunctie. De ontwikkelingsperspectieven voor dergelijke waterwegen zijn: verbeteringen aan en plaatselijke capaciteitsuitbreiding van het hoofdwaterwegennet, een maximale integratie van de vervoersfunctie met andere functies in het secundair waterwegennet, het reserveren van trajecten voor nieuwe waterwegen en een grotere selectiviteit voor watergebonden bedrijven.

4.3.2. IMPLICATIES VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN

Het ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (versie 19 maart 2003) geeft de volgende elementen aan die van belang zijn voor de gemeente ZULTE.

Deelruimte ‘De Leieruimte’

ZULTE wordt gesitueerd in de deelruimte ‘De Leieruimte’, een deelruimte met hoofdzakelijk open ruimte potenties. De belangrijkste doelstelling voor het gebied is terug een evenwicht vinden tussen de open ruimte functies en de dreiging van verdere verstedelijking en de goei van een aanééngesloten verstedelijkte band te voorkomen. De Leieruimte moet aldus een bufferfunctie vormen in het spanningsveld tussen grootstedelijke kernen (Gent – Kortrijk/Rijsel).

Met betrekking tot de nederzettingsstructuur en het wonen

De drie kernen – Zulte, Olsene en Machelen – worden als hoofddorp geselecteerd. Dit betekent dat het wonen verder ontwikkeld kan worden in de kernen en dat alleen met louter lokale ontwikkelingsperspectieven. Bij woonuitbreiding kan er in elk geval géén afbreuk zijn aan de ecologische waarden van de Leievallei. De taakstelling van het wonen bedraagt (voor de

42 RSV GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 142 periode 1991- 2007) 822 woningen in scenario 1 en 946 woningen in scenario 2 (bij wijziging RSV). Het PRS vermeldt bijkomend dat in de periode 1991-2001 reeds 634 woningen bijkomend werden gerealiseerd in Zulte.

Met betrekking tot de open ruimte structuur

De Leievallei wordt geselecteerd als een structuurbepalend element zowel op het niveau van de hydrografie als op het niveau van het reliëf. Men wenst de Leievallei ook te ontwikkelen als ‘groene vinger’ met de nadruk op de ecologische natuurverbindingsfunctie en met de mogelijkheid voor extensieve recreatie. De oude Leie-arm van Machelen en Grammene worden geselecteerd als natuurverbindingsgebied. Het Leiekanaal is ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang.

De open ruimte corridor tussen Machelen en Olsene wordt verder ook als structuurbepalend aanzien en moet zoveel mogelijk gevrijwaard worden. Kleinhandelslocaties in deze zone mogen op korte termijn geconsolideerd worden, op lange termijn moeten we streven naar een uitdovingsbeleid.

Agrarische activiteiten in de Leievallei kunnen behouden worden, doch moeten in overeenstemming met de ecologische waarden gebeuren, dit kan begeleid worden met compenserende maatregelen.

Met betrekking tot de N43

De N43 wordt geselecteerd als secundaire weg type II, met dus een verzamelende functie zowel op het gebied van het privaat verkeer als voor het openbaar vervoer.

4.3.3. IMPLICATIES VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN

Omdat Zulte voor een groot gedeelte grenst aan de provincie West-Vlaanderen is het ook nuttig om de relevante zaken van het intussen goedgekeurde (MB 6 maart 2002) provinciaal structuurplan West-Vlaanderen kort aan te halen.

Belangrijkste element is het feit dat het provinciaal structuurplan West-Vlaanderen een openruimtecorridor voorziet tussen Waregem en Zulte. Consequent hiermee wordt de Gaverbeek als natuurverbindingsgebied geselecteerd. Het afbakenen van bouwvrije zones in provinciale uitvoeringsplannen wordt hierbij als instrument gezien.

In de gewenste verkeers- en vervoersstructuur wordt de N43 (analoog aan het provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen) als secundaire weg type II geselecteerd, maar dit is ook het geval met de N459 (Dentergem – Olsene), wat het voorontwerp van provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen dan niet heeft overgenomen. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 143

5. RUIMTELIJKE BEHOEFTEN

5.1. BEVOLKINGSPROGNOSES EN WOONBEHOEFTEN – ALGEMEEN

5.1.1. BEVOLKINGS- EN GEZINSPROGNOSES

In de Woonbehoeftenstudie wordt een prognose gemaakt op basis van de volgende veronderstellingen:

- verdergaande gezinsverdunning met stabilisatie rond 2,30 personen per gezin in 2050

- evolutie van het aantal inwoners volgens de gemiddelde evolutie van de omliggende arrondissementen zoals die door de bevolkingsprognoses van het NIS worden uitgetekend. Men verwacht hierbij nog een lichte stijging van het aantal inwoners tot 2010 met daarna een geleidelijke inkrimping van het aantal inwoners tot 14.040.

Op basis van deze veronderstellingen werd het inwoneraantal voor 2000 geraamd op 14.106. Vergeleken met de werkelijke cijfers (14.547) betekent dit een serieuze onderschatting. Het aantal gezinnen werd voor 2000 geraamd op 5.734 terwijl er voor 1999 effectief slechts 5.457 gezinnen geteld werden. De gezinsverdunning zet zich dus nog niet zo snel door als verwacht, maar de groei overschrijdt ruimschoots de vooropgezette cijfers. Ongeveer de helft van de aangroei is het gevolg van natuurlijke aangroei.

Hieruit kunnen we afleiden dat de inwijking de laatste jaren nog niet aanzienlijk is afgenomen. Bovendien blijken vooral gezinnen met kinderen zich in de gemeente te vestigen (aangezien de gezinsverdunning zich nauwelijks verder zet). ZULTE blijft dus aantrekkelijk als woongemeente en de trendbreuk die vooropgesteld was in de woonbehoeftenstudie, is dus nog niet gerealiseerd.

Als voor de gemeente de vooropgezette cijfers van gezinsverdunning zouden bereikt worden in de toekomst, dan lijkt de raming van de woonbehoeften op lange termijn duidelijk onderschat (en is het van belang om voldoende gronden te reserveren voor het wonen op lange termijn).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 144

5.1.2. BOUW- EN VERBOUWINGSBEHOEFTE

Onderstaande tabel geeft de totale bouw- en verbouwingsbehoefte tussen 1995 en 2005 weer in de gemeente ZULTE, zoals berekend in de woonbehoeftenstudie.

TABEL 18 - TOTALE NOOD AAN WONINGBOUWACTIVITEITEN IN ZULTE (1995-2005)

woonbehoefte 416 bijkomende woningen dorpsvernieuwingsbehoefte 576 te renoveren of vervangen woningen volkshuisvestingsbehoefte huur 45 woningen koop 90 woningen kavels geen service flats 52 aangepaste woningen mindervaliden 10 waarvan ca 5 in huisvesting

Totale nood aan bijkomende woningen 613 Bron: woonbehoeftestudie GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 145

5.1.3. AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN

Het aantal woningen in ZULTE is de laatste jaren flink gestegen: van 4.911 in ‘87 naar 5.004 in ‘91 tot 5.590 in ’95. Iets minder dan 3/4 van deze nieuwe woningen zijn open bebouwing, ca. 25% is halfopen bebouwing en slechts 2.3% is gesloten bebouwing.

Uit een berekening van de Studiegroep Omgeving in de woonbehoeftestudie voor ZULTE blijkt dat op 1 september 1996 in woonuitbreidingsgebieden (zonder verkavelingvergunning) 1226 bouwkavels voor eengezinshuizen voorhanden zijn a rato van 15-20 kavels per ha. In woongebieden (zonder verkavelingvergunning) en goedgekeurde verkavelingen (in woongebied, woonuitbreidingsgebied en landbouwgebied) komen daar nog eens respectievelijk 779 en 661 kavels bij. Dit wil zeggen dat als de totale voorraad theoretisch te bebouwen oppervlakte in ZULTE met eengezinswoningen wordt opgevuld, het aantal huizen met de helft toeneemt ! Het is duidelijk dat dit nooit de bedoeling kan zijn, zodat ernstig moet worden afgewogen welke percelen voor bebouwing worden aangesneden.

TABEL 19 - THEORETISCHE VOORRAAD KAVELS IN ZULTE

in woongebieden 779 in goedgekeurde verkavelingen 661 in woonuitbreidingsgebieden 1226

TOTAAL 2666 Bron: woonbehoeftestudie

Bij nadere analyse van de cijfers (zie figuur 3) blijken van deze 2666 kavels er 1290 kavels reeds juridisch vast te liggen. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 146

FIGUUR 3 - KWALIFICATIE VAN DE VRIJLIGGENDE KAVELS (1 SEPTEMBER 1996)43

JURIDISCH VASTLIGGENDE BOUWMOGELIJKHEDEN PLAN-INITIATIEF VAN DE GEMEENTE VERESIT

ONMIDDELIJK BEBOUWBAAR In de praktijk NIET ONMIDDELLIJK onmiddellijk BEBOUWBAAR bebouwbaar

IN IN GOEDGEKEURDE VERKAVELINGEN BUITEN GOEDGEKEURDE VERKAVELINGEN WOONGEBIED LANGS WOONGEBIED WOONUITBREIDINGS Andere WOONUITBREIDINGSGEBIED WOONGEBIED VOLLDIG -GEBIED UITGERUSTE LANGS VOLLEDIG IN BINNENGEBIEDEN WEGEN UITGERUSTE

WEGEN (buiten verkavelingen) (Vergunningen vroeger vaak afge- leverd bij ontbreken 481 118 62 APA of BPA)

629 661 290 936 150

1290 290 1086

2666

43 Schema op basis van de gegevens van de Woonbehoeftenstudie GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 147

Rekening houdend met de gewestplanwijziging van 1999 (+8,9 ha woongebied en -64,8 ha woonuitbreidingsgebied) kunnen we ramen dat het aantal juridisch vastliggende kavels met maximum 9044 is toegenomen en het aantal kavels waarvoor een planinitiatief van de gemeente vereist is met ongeveer 972 kavels45 is gedaald tot een goede 400. Het totaal aantal beschikbare kavels op lange termijn is door de gewestplanwijziging teruggebracht tot 1782 (2666 +90 - 972) plus een honderdtal woningen te realiseren op de zone voor kernontwikkeling (Anglo-Belge, nog te bestemmen).

Uit deze cijfers blijkt dat de interventiemogelijkheden van de gemeente op vandaag relatief beperkt zijn, gezien 3/4en van de beschikbare kavels op lange termijn nu reeds juridisch vastligt en dit niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Het betekent ook dat ZULTE zorgzaam zal moeten omspringen bij verdere aansnijdingen.

5.1.4. TOETSING BEHOEFTE-AANBOD

Vergelijken we de behoefte met het aantal beschikbare kavels op vandaag, dan blijkt dat de kavels die nu juridisch vastliggen als bouwgrond en die de eerstkomende 10 jaar (vanaf 1997) op de markt komen en zinvol zijn om te bebouwen, de behoefte voor het volgende decennium ruimschoots kunnen opvangen. Dit geldt zowel voor de gemeente in haar geheel als voor de 3 deelgemeenten. Deze conclusies werden gemaakt rekening houdend met een beperkte inwijking.

TABEL 20 – VERGELIJKING BEHOEFTEN-AANBOD (1997 –2007)

Vrijkomend eerste 10 jaar Lokale behoefte eerste 10 jaar

Zulte 200 à 228 196 Olsene 118 à 168 107 Machelen 142 à 204 113

Totaal 460 à 657 416 Bron : Woonbehoeftenstudie, Studiegroep Omgeving, 1996

44 aan 10 kavels per hectare, rekening houdend met het feit dat er reeds bebouwing aanwezig is in deze zones en dat bepaalde zones niet ontsloten zijn door bestaande wegen. 45 aan 15 kavels per ha, volgens de veronderstellingen in de WBS, pagina 26. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 148

De vernieuwing van het oude woningpatrimonium vraagt een zeer sterke aandacht. Individueel particulier initiatief kan in grote mate een geleidelijke vernieuwing bewerkstelligen, wat door de gemeente kan worden gestimuleerd door technische, administratieve en gericht financiële steun. Het renoveren en in gebruik nemen als woning van leegstaande industriële, commerciële of voorzieningsgebouwen of het bebouwen van dergelijke gronden voor woningen, biedt de mogelijkheid om in bijkomende woningen te voorzien, zonder “nieuwe” gronden te bebouwen en zo open ruimte te sparen. De site van de voormalige brouwerij ‘Anglo Belge’, in het centrum van Zulte, lijkt hiervoor uiterst geschikt. Om de algemene tendens van gezinsverdunning te volgen, moet een behoorlijk deel van de bijkomende woningen (nieuwbouw en renovatie) kleinere woningen zijn. De gemeente kan particuliere en overheidsinitiatiefnemers hiertoe informeren en stimuleren en deze voorwaarde ook in de bouw- en verkavelingvergunningen hard maken.

De inwijking, vooral vanuit het Gentse, gaat een zachte groei te boven. Het gemeentebestuur van ZULTE heeft, door de goedkeuring van de woonbehoeftestudie, principieel gekozen voor een zachte groei, zodat maatregelen genomen moeten worden om de inwijking te beperken en af te remmen (vermijden van grote verkavelingen en projecten, het richten van de bouwvormen).

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 149

5.2. BEHOEFTE AAN SOCIALE HUISVESTING

5.2.1. BEHOEFTE

Op lange termijn zouden in ZULTE ongeveer 228 bijkomende woningen in sociale huisvesting moeten voorzien worden, het grootste deel, namelijk 192, moet daarbij gerealiseerd worden in de eerstkomende 10 jaar (zie onderstaande tabel).

Zowel de sociale huisvestingsmaatschappijen (Deinse Woningbouwmaatschappij, Volkshaard), de gemeente als het OCMW kunnen hieraan een bijdrage leveren; zelfs privé-promotoren kunnen hieraan meewerken, door woningen te realiseren die qua grootte, kwaliteit, prijs en aard aan de normen van de sociale huisvesting beantwoorden.

In de woonbehoeftenstudie wordt de idee geopperd om een deel van deze behoefte op te vangen in bestaande woningen, maar wordt tegelijkertijd de kantmerking gemaakt dat dit moeilijk haalbaar is, rekening houdend met de hoge woningprijzen in de gemeente. Enkel voor vervangingsbouw zou er hiertoe een realistische mogelijkheid bestaan, maar dit zal slechts zeer marginaal zijn.

TABEL 21 - TOTALE NOOD AAN SOCIALE HUISVESTINGSPROJECTEN IN ZULTE (1995-2005)

Categorie Aantal

huur 45 woningen koop 90 woningen kavels geen service flats 52 aangepaste woningen mindervaliden 5

Totale nood aan sociale huisvesting 192 Bron: woonbehoeftestudie

GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 150

Wanneer we deze 192 woningen verdelen over de 3 deelgemeenten pro rata van het aantal inwoners bekomen we de volgende behoefte per deelgemeente (zie tabel).

TABEL 22 - NOOD AAN SOCIALE HUISVESTINGSPROJECTEN IN ZULTE, OPGEDEELD NAAR DE DEELGEMEENTEN (1995-2005)

Deelgemeente Aandeel van de inwoners Behoefte 1995 Behoefte 2001*

Zulte 48% 92 42 Olsene 25% 48 48 Machelen 27% 52 42

Totale nood aan sociale huisvesting 100% 192 132 Bron: woonbehoeftestudie *Sinds de conclusies van de Woonbehoeftestudie werden reeds een 60-tal bijkomende woningen gerealiseerd op reeds bestaande en uitgeruste gronden¨: Tuinwijk Machelen 10 woningen en Ellegemwijk Zulte 50 woningen.

Wanneer we er van uitgaan dat er de eerstkomende 10 jaar per jaar 2 woningen in vervangingsbouw worden gerealiseerd dan is er op vandaag nog steeds nood aan 112 bijkomende woningen (incl. service flats). De gemeente heeft hier dus nog een belangrijke opdracht te vervullen de komende 5 jaar.

5.2.2. AANBOD

De woonbehoeftestudie geeft, in een eerste afweging, een aantal gebieden aan die niet in aanmerking komen voor ontwikkeling van volkshuisvestingsprojecten en een aantal gebieden die verder moeten onderzocht worden. De belangrijkste redenen om een gebied niet te weerhouden zijn een perifere ligging ten opzichte van de kernen en de aanwezige en te behouden ruimtelijke kwaliteiten. De gebieden weerhouden in de Woonbehoeftenstudie kunnen potentieel ongeveer 240 nieuwe woningen GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 151 opvangen. In het richtinggevend gedeelte worden binnen deze gebieden een verdere selectie gemaakt op basis van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen.

5.3. VRAAG NAAR BEDRIJFSRUIMTEN

5.3.1. BEHOEFTE TERREINEN

Op basis van de gevoerde bedrijfsenquête werd de uitbreidingsbehoefte geraamd van de bestaande bedrijven buiten de industrie- en KMO-zones. Volgende tabel geeft hiervan een overzicht.

TABEL 23 - BENODIGDE OPPERVLAKTE AAN INDUSTRIËLE BESTEMMINGEN

Omschrijving Op korte Op lange TOTAAL termijn termijn

Oppervlakte nodig voor regularisatie van zonevreemd bedrijf NV Stanssens, opgenomen in sectoraal BPA 1,3 ha - 1,30 ha

Geraamde behoefte voor de nog te regulariseren zonevreemde bedrijven (21 bedrijven)* 6,0 ha 4,0 ha 10,00 ha

Totale behoefte voor uitbreiding en bevestiging op eigen terrein 7,3 ha 4,0 ha 11,30 ha

- Geraamde behoefte voor te herlocaliseren zonevreemde bedrijven (13 bedrijven)** 1,2 ha 4,5 ha 5,70 ha

- Geraamde behoefte voor te herlocaliseren geïsoleerde bedrijven (15 bedrijven)*** 5,0 ha 5,0 ha 10,00 ha

Totale behoefte voor herlocalisatie op nieuwe terreinen 6,2 ha 9,5 ha 15,70 ha

Totale behoefte op eigen en op nieuwe terreinen 13,5 ha 13,5 ha 27,0 ha

* Dertien bedrijven hebben expliciet hun uitbreidingsbehoefte kenbaar gemaakt (ongeveer 6ha), voor de overige 8 bedrijven ramen we de uitbreidingsbehoefte op een halve hectare per bedrijf. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 152

** Vier bedrijven hebben hun ruimtebehoefte expliciet aangegeven (1,2 ha), voor de rest ramen we de behoefte op 0,5 ha per bedrijf, deze bedrijven zijn buiten het sectoraal BPA en buiten BPA N43 gelegen, deze bedrijven werden geselecteerd op basis van de categorisering van de zonevreemde bedrijven. *** Vijf bedrijven hebben hun ruimtebehoefte expliciet aangegeven (5,0 ha), voor de rest ramen we nog 10 bedrijven die zich moeten herlocaliseren met een behoefte van 0,5 ha per bedrijf, deze bedrijven zijn buiten het sectoraal BPA en buiten BPA N43 gelegen.

5.3.2. HUIDIG AANBOD EN RUIMTEBALANS

Het aanbod aan industriegronden is momenteel beperkt tot de niet-gebruikte terreinen in de industriezone Karreweg, in de KMO- zone Machelen en de industriezone Deinze-Machelen. Wat betreft het terrein Karreweg werden na inventarisatie deze geschat op ongeveer 8 ha die op relatief korte termijn zouden kunnen vrijkomen. We moeten hierbij echter rekening houden dat veel van de bedrijven op de industriezone een terrein achter de hand houden voor eigen uitbreiding in de (nabije) toekomst. Het niet- gebruikte deel van de KMO-zone in Machelen bedraagt ca. 3 ha (nog in landbouwgebruik). De industriezone Machelen betreft nog slechts 1 ha reserveterrein, aansluitend op de zone van Petegem-Deinze gelegen langsheen de Leie en bijgevolg voor te behouden voor de aanwezige regionale watergebonden bedrijvigheid.

Na de opmaak voor het BPA voor het lokaal bedrijventerrein aan de Petersime zal hier een bijkomend aanbod gerealiseerd worden van ongeveer 3,5 ha (totaal terrein min de gronden ingenomen door het daar reeds gevestigde bedrijf).

De andere KMO-zones in Zulte en Olsene zijn volledig gerealiseerd.

Sinds 1994 is het aanbod aan bedrijvengronden grondig gewijzigd, onderstaande tabel geeft een inzicht in de recentelijke wijziging van de bedrijfsbestemmingen. Per saldo is er meer dan 2 ha aan bedrijvengronden geschrapt. Indien al wordt rekening gehouden met de mogelijke wijziging van het RSV waarbij bestemmingswijzigingen voor bestaande vergunde bedrijven niet meer moeten worden meegerekend, bedraagt het saldo al 13,4 ha in min.

TABEL 24 – RUIMTEBALANS BEDRIJVIGHEID

Omschrijving Oppervlakte Bij wijziging RSV

Nieuw bedrijventerrein Vijvestraat (Gewestplanwijziging) +3,30 ha - Nieuw lokaal bedrijventerrein Petersime (Gewestplanwijziging) +6,20 ha +3,5 ha Sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven (‘Recutex’ en ‘Stanssens’) +4,00 ha +1,0 ha GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 153

Saldo KMO-zone in BPA N43 Olsene-Machelen +4,15 ha +2,1 ha

Totaal aan bijkomende bedrijventerreinen sinds 1994 + 17,65 ha +6,6 ha

- Schrappen KMO-zone Anglo-Belge (gewestplanwijziging) -7,50 ha -7,50 ha

- Schrappen Industriezone Machelen (gewestplanwijziging) -12,50 ha -12,50 ha

Totaal aan geschrapte bedrijventerreinen sinds 1994 - 20,00 ha - 20,00 ha

Saldo - 2,35 ha - 13,4 ha

5.3.3. TOETSING BEHOEFTE-AANBOD

De totale behoefte aan gronden voor herlocalisatie bedraagt 15,7 ha (zie tabel 23). Op korte termijn is er nood aan 6,2 ha.

De beschikbare gronden bedragen ongeveer 3,5 ha op het lokaal bedrijventerrein, ongeveer 8 ha op de industriezone Karreweg en ongeveer 3 ha op de KMO-zone Machelen.

De gronden die nog beschikbaar zijn op het industrieterrein Karreweg zullen grotendeels nodig zijn voor uitbreiding van reeds bestaande bedrijven op het industrieterrein (waarvan de behoefte niet werd nagevraagd in een enquête, maar waar de vraag naar uitbreiding reeds verschillende malen gesteld werd). De nog beschikbare gronden zijn relatief kleinschalig (gemiddelde van 1 ha) en liggen redelijk verspreid over het industrieterrein, in die zin zijn ze ook ruimtelijk geschikt om als uitbreidingszones voor bestaande bedrijven te worden ingenomen.

Het resterende deel van de KMO-zone in Machelen bedraagt ca. 3 ha. Indien de bouwzone langsheen Posthoornstraat en Polderstraat mee wordt gerekend, komt men tot 5 ha.

Een bijkomend lokaal bedrijventerrein van 10,2 ha lijkt op vandaag nodig om de bestaande en toekomstige behoeften op te vangen op lange termijn (zie tabel 25). De aansnijding ervan moet echter gefaseerd verlopen. Op korte termijn kan een deel opgevangen worden op het lokaal bedrijventerrein Petersime (3,5 ha) en op de KMO-zone Machelen46.

TABEL 25 – OVERZICHT BEHOEFTE VS. AANBOD BEDRIJFSGRONDEN

Omschrijving Oppervlakte

46 Verdere uitbreidingen op langere termijn moeten via een toekomstige actualisatie van de behoeften geëvalueerd worden. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 154

Gronden nodig voor herlocalisatie - 15,7 ha Gronden nodig voor uitbreiding containerpark -1,0 ha Gronden beschikbaar op KMO-zone Machelen +3,0 ha Gronden beschikbaar op lokaal bedrijventerrein ‘Petersime’ +3,5 ha

SALDO nog te ontwikkelen lokaal bedrijventerreinen + 10,2 ha GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 155

6. ALGEMENE PROBLEEMSTELLING

De gemeente ZULTE is van vier kleine landelijke kernen - de 3 gemeentekernen en de wijk Kapelhoek in de deelgemeente Zulte - uitgegroeid tot een steeds dynamischer wordende, grotendeels verstedelijkte gemeente met een gediversifieerd economische structuur, waarin de vele KMO’s de hoofdbrok uitmaken en de landbouw al lang niet meer de belangrijkste sector is.

Op vlak van de nederzettingsstructuur zijn er 2 belangrijke vaststellingen :

1 - De oorspronkelijke nederzettingsstructuur van ZULTE - met de drie duidelijk van elkaar gescheiden kernen - is steeds moeilijker terug te vinden. Vooral door de woonuitbreiding van de laatste decennia, maar ook door de inplanting van de industriezone, zijn de oorspronkelijke kernen opgenomen in een veel ruimer en verspreid bebouwingsgebied dat steeds meer aanspraak maakt op de (resten van de) open ruimte van de gemeente. De dorpscentra zijn wel nog steeds duidelijk als ankerpunt van de gemeente aanwezig.

2 - Deze tendens kadert in een regionaal gebeuren waarbij een zeer sterke verstedelijkingstendens waar te nemen is op de as Kortrijk - Gent. De vroeger duidelijk van elkaar gescheiden woonkernen langs de N43 - met onder meer Harelbeke, Desselgem, -Leie, Sint-Eloois-Vijve, ZULTE, Olsene, Deinze, Astene, ... - dreigen door verlinting één verstedelijkte band te worden waarbij de specifieke identit eit en de kwaliteit van elk van deze kernen totaal verloren gaan.

In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt ZULTE volledig in het Buitengebied gesitueerd, waarbij onder meer de ontwikkeling van de landbouw, de bescherming van de open ruimte, de beperking van de industrie en de beperking van het wonen belangrijke parameters zijn. Dat ZULTE in grote delen niet de kenmerken van een landelijke gemeente heeft, is duidelijk gebleken uit het informatieve gedeelte.

Het kan niet de bedoeling zijn van het Gemeentelijk Structuurplan abstractie te maken van deze realiteit en te streven naar een onbereikbaar ideaalbeeld. De bedoeling is wel vanuit de huidige ruimtelijke situatie en rekening houdende met de op gang zijnde dynamiek te streven naar een duurzame ontwikkelingsvisie op lange termijn, rekening houdend met de randvoorwaarden van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De ongecontroleerde uitzwermingen van zowel woonzones als industriële activiteiten uit het verleden moet worden stopgezet. We moeten er wel van bewust zijn dat de huidige toestand het resultaat is van zeer ruim bemeten woon- en woonuitbreidingsgebieden in het verleden én van de vergunning van heel wat bouwwerken op een niet-geëigende zone. GEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZULTE - INFORMATIEF GEDEELTE Groep Planning - 156

Voor de verdere ontwikkeling van de gemeente zullen de zones voor wonen, nijverheid, landbouw en natuur dan ook duidelijker gedefinieerd worden vanuit de bestaande situatie, waarbij menging van verschillende activiteiten - de historische basisvoorwaarde voor een leefbare gemeenschap - zeker niet ontkend wordt. In de verschillende deelruimtes zullen wij zoveel mogelijk streven naar een gezonde en verrijkende menging van activiteiten.

Doorheen de analyse van de bestaande toestand van de gemeente, hebben we een duidelijker, maar complex beeld verkregen van ZULTE.

Hoewel gelegen in het buitengebied van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, hebben we overduidelijk vastgesteld dat deze gemeente geen landbouwgemeente meer is en we zelfs in grote delen nog nauwelijks kunnen spreken van enig landelijk karakter. De bestemmingsintenties van het Gewestplan zijn al niet zeer duidelijk – met soms veel verschillende inkleuringen naast elkaar – maar daarbovenop wordt deze nogal versnipperde juridische toestand op talrijke punten overschreven door de feitelijke toestand. Met ongeveer 500 zonevreemde woningen en slechts één derde van de 200 bedrijven in een specifieke industriële of ambachtelijke zone en een kwart van de bedrijven zonevreemd, zal het al duidelijk zijn dat de open ruimtegebieden sterk aangetast zijn. De parallelle verkeersinfrastructuren – spoorweg, N43 en het Leiekanaal – snijden daarenboven dwars doorheen de gemeente als geheel én doorheen de verschillende deelgemeentes afzonderlijke. De natuur is slechts met restjes aanwezig en geaxeerd op de valleigebieden (Leie, Zaubeek en Gaverbeek). Naar ruimtelijke structuur kunnen we dus nauwelijks spreken van grote coherente gebieden.

Deze ruimtelijke versnippering is dan weer te wijten aan een grote én historische dynamiek van de bevolking. Als vlasgemeente in de 19e eeuw aan de Leie als Golden River, vertoonde de gemeente reeds lang geleden veel initiatief tot nijverheid en handelslust. Met de komst van de Steenweg en later de E17 werden de initiatieven alleen maar aangewakkerd, in de schaduw van het Texas van Vlaanderen breidde het aantal kleine bedrijfsvestigingen stelselmatig uit en werden de vrijgekomen gronden van de vlasteelt snel ingenomen door nieuwe handels- en bedrijfsgebouwen. Meegaand met de opbloei van de activiteit groeiden ook de bevolking en de woonzones stelselmatig verder uit.

Door zijn ligging – in het verstedelijkt complex dat van Rijsel over Kortrijk naar Gent loopt en verder – wordt de kwaliteit van de open ruimte sterk getroffen door de vele infrastructuren die de steden verbinden en hun plaats zoeken op het grondgebied van de gemeente, wordt ook het leefklimaat sterk gehypothekeerd langs de N43 en een aantal doorgansgwegen, maar wil ZULTE ook verder de potenties waarmaken die deze bovenlokale structuren mogelijk maken.

In het richtinggevend gedeelte zullen we een antwoord formuleren vanuit deze complexe en duale realiteit voor de verdere ontwikkeling van de gemeente.