BIJLAGE 1.

UITSPRAAK RAAD VAN STATE

Inkomend - 14919

R,aad Aí-eielin~ ~3estu~~~sr~:c~lts~~rar~k van State ~~~~~~~~~~ ~~a~~~L ®~en~ _._ Raad van de gemeente Boekel Postbus 99 0 6 MF; T Z~p9 5427 ZH BOEKEL Dossier: 26 Behandelaar:! ~V Datum Ons nummer Uw kenmerk 5 maart 2008 200609279/1 /R2 VROM/EV/8932 Onderwerp Behandelend ambtenaar Boekel E.S.W. Wooning Bp.'Buitengebied 2005' 070-4264192 In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Hoogachtend, de secretaris van de Raad van State, voor deze, / r mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak 1408047(CAO) Postbus 20019 - 2500 EA 's-Gravenhage - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www raadvanstate.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 28 Inkomend - 14919

l~aad vanstate 200609279/1. Datum uitspraak: 5 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. M.C. Peijnenburg-Beekwilder en F.C.S. Peijnenburg, wonend te , 2. A.A.M. Raymakers, wonend te Mierlo, mede namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eikendreef Mierlo B.V., gevestigd te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo, 3. M, van Grinsven, wonend te Boekel, 4. P. van Haandel, wonend te Venhorst, gemeente Boekel, 5. de vennootschap onder firma Firma W.P. van Haandel en Zonen, gevestigd te Boekel, 6. J. Sommers, wonend te , en anderen, 7, de vennootschap onder firma Van Dommelen Agriservice V.O.F., gevestigd te Venhorst, gemeente Boekel, 8. de vereniging Motorsport Club Boekel, gevestigd te Boekel, 9. G.H. van der Wijst, wonend te Venhorst, gemeente Boekel, 10. J.J. Sul, wonend te Boekel, 1 1. W. Kanters, wonend te Venhorst, gemeente Boekel, appellanten, en het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, verweerder.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 2 5 maart 2008 1. Procesverloop Bij besluit van 15 maart 2006 heeft de gemeenteraad van Boekel het bestemmingsplan "Buitengebied 2005" vastgesteld. Verweerder heeft bij zijn besluit van 21 november 2006, nr. 1 186484, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tegen dit besluit hebben M.C. Peijnenburg-Beekwilder en F.C.S. Peijnenburg bij brief van 20 december 2006, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2006, A.A.M. Raymakers bij brief van 28 december 2006, bij de Raad van State ingekomen op 29 december 2006, M. van Grinsven bij brief van 29 december 2006, bij de Raad van State ingekomen op 2 januari 2007, P. van Haandel bij brief van 1 1 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 15 januari 2007, Firma W.P. van Haandel en Zonen bij brief van 1 1 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 15 januari 2007, J. Sommers en anderen, bij brief van 12 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 16 januari 2007, Van Dommelen Agri Service V.O.F. bij brief van 15 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 16 januari 2007, Motorsport Club Boekel bij brief van 15 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 16 januari 2007, J.J. Sul bij brief van 16 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 16 januari 2007, G.H. van der Wijst bij brief van 16 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 17 januari 2007 en W. Kanters bij brief van 16 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 18 januari 2007, beroep ingesteld. A.A.M. Raymakers heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 24 januari 2007. M. van Grinsven heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 1 1 januari 2007. G.H. van der Wijst heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 13 februari 2007. J.C.M. Geenen-Dapperen, J.L. Jacobs, de Brabantse Milieufederatie, de inspecteur Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu van de Regio Zuid (hierna: de VROM-inspecteur) en J.M. Kempkes en anderen zijn in de gelegenheid gesteld als partij aan het geding deel te nemen. Van J.C.M. Geenen-Dapperen, J.L. Jacobs en de VROM-inspecteur zijn schriftelijke uiteenzettingen ontvangen. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft deskundigenberichten uitgebracht, gedateerd 2 augustus 2007 en 1 1 oktober 2007. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van J.L. Jacobs, Motorsport Club Boekel en de VROM-inspecteur. Deze stukken zijn aan de andere partijen toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 januari 2008, waar M.C. Peijnenburg-Beekwilder en F.C.S. Peijnenburg in persoon, A.A.M. Raymakers, vertegenwoordigd door mr. J. van Groningen, advocaat

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 3 5 maart 2008 te Middelharnis, M. van Grinsven, vertegenwoordigd door mr. J.J.J. de Rooij, advocaat te , P. van Haandel en Firma W.P. van Haandel en Zonen, vertegenwoordigd door ing. H.J. Schut en E. Bartels, werkzaam bij BMD Advies Zuid Nederland, J. Sommers en anderen, vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, werkzaam bij Krijger Advies, Van Dommelen Agri Service V.O.F., vertegenwoordigd door mr. E. van der Hoeven, werkzaam bij de Koninklijke Metaal Unie, en F.J. van Dommelen, vennoot, Motorsport Club Boekel, vertegenwoordigd door P. van Uden, voorzitter, J.J. Sul, in persoon en bijgestaan door mr. R.G.A. Wouters, G.H. van der Wijst, in persoon en bijgestaan door mr. D. Wintraecken, werkzaam bij Stichting Rechtsbijstand, W. Kanters, vertegenwoordigd door mr. H.G.M. van der Westen, advocaat te , en verweerder, vertegenwoordigd door E.A.L.J.C. van Lieshout en H.A.J, van Hout, ambtenaren in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn als partij gehoord de gemeenteraad van Boekel, vertegenwoordigd door P.C.M. Ketelaars, wethouder, en H.J.W. Verkuijlen, ambtenaar in dienst van de gemeente, J.L. Jacobs, vertegenwoordigd door mr. M.B. Ph. Geeraedts, advocaat te 's-Hertogenbosch, en de VROM- inspecteur, vertegenwoordigd door mr. P.C. Cup en mr. J.M.E. Stals, ambtenaren in dienst van het ministerie. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), gelezen in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), rust op verweerder de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te onderzoeken of het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient hij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast heeft verweerder er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht. Het beroep van M.C. Peijnenburg-Beekwilder en F.C.S. Peijnenburg 2.2. Appellanten stellen dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plandeel met de bestemming "Landschapselement - houtopstand" betreffende hun perceel Heiderik 6a, omdat daarmee hun recreatiewoning ter plaatse niet als zodanig is bestemd. Appellanten voeren aan dat hun recreatiewoning sinds 1966 aanwezig is en dat de bouw en het gebruik ervan reeds in de vorige plannen onder het overgangsrecht van die plannen waren gebracht. Zij betogen dat bebouwing en gebruik niet herhaaldelijk onder het overgangsrecht mogen worden gebracht. Voorts stellen zij dat het gemeentebestuur bekend is met hun recreatiewoning en dat tegen de bouw en het gebruik ervan nooit handhavend is opgetreden, zodat niet aannemelijk is dat de bebouwing zal worden verwijderd en het gebruik zal worden beëindigd binnen de planperiode. In dit kader doet het huidige provinciale beleid volgens hen niet ter zake.

Niet relevante onderdelen zijn uit dit document verwijderd

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 19 5 maart 2008 bouwblok, dat is vormgegeven op basis van de al bestaande bebouwing en voorzieningen. Bij concrete uitbreidingsplannen die meer ruimte vereisen, kan ook een grotere uitbreiding dan 15% door middel van het bouwblok op maat principe worden vormgegeven. In alle gevallen wordt uitgegaan van zuinig ruimtegebruik, aldus het reconstructieplan. 2.10.3. Het plandeel met de bestemming "Agrarisch bouwblok" en de aanduiding "intensieve veehouderij (iv)" betreffende het perceel Grote Baan 4 heeft betrekking op gronden met een oppervlakte van ongeveer 1,4 hectare. Ter zitting heeft appellant erkend dat het deel van het plandeel waaraan goedkeuring is verleend, bestaat uit het nauw begrensde bouwblok als bedoeld in het reconstructieplan en voorts voorziet in een uitbreidingsruimte van 15%, zodat het gehele plandeel in een uitbreiding van meer dan 15% ten opzichte van het nauw begrensde bouwblok zou voorzien. Voorts is niet in geschil dat appellant vóór de vaststelling van het plan niet heeft doen blijken van concrete uitbreidingsplannen voor zijn bedrijf door het indienen van een aanvraag voor een bouwvergunning of anderszins. Verweerder heeft derhalve op goede gronden gesteld dat het gehele plandeel geen bouwblok op maat betreft als bedoeld in het reconstructieplan en mitsdien in strijd is met het beleid in het reconstructieplan. Appellant heeft niet aangevoerd dat in zijn geval omstandigheden aanwezig zijn op grond waarvan verweerder aanleiding had moeten zien om van dit beleid af te wijken. De enkele stelling dat appellant door de onthouding van goedkeuring niet meer beschikt over uitbreidingsmogelijkheden, kan niet tot dit oordeel leiden. In geval van concrete uitbreidingsplannen kan immers op grond van het beleid in het reconstructieplan een uitbreiding worden toegelaten van meer dan 15% van het nauw begrensde bouwblok. 2.10.4. De conclusie is dat hetgeen appellant heeft aangevoerd geen aanleiding geeft voor het oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het in geding zijnde deel van het plandeel met de bestemming "Agrarisch bouwblok" betreffende het perceel Grote Baan 4, waaraan hij goedkeuring heeft onthouden, in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. In het betoog van appellant wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is mitsdien ongegrond. Het beroep varu J.J. Sul 2.1 1. Appellant stelt dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plandeel met de bestemming "Woonbos" en het plandeel met de bestemming "Natuur- en bosgebied" betreffende zijn perceel met de woningen Rietven 8, 10, 12 en 14, omdat daarmee slechts de woning Rietven 12 als zodanig is bestemd. Appellant stelt dat de woning Rietven 8 reeds tientallen jaren door hem als woning wordt gebruikt en dat dit bekend is bij het gemeentebestuur. Voorts voert hij aan dat het gebruik van deze woning op grond van het overgangsrecht van het vorige plan was toegelaten en stelt hij dat

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 20 5 maart 2008 handhaving niet meer in de rede ligt, zodat deze woning als zodanig in het plan had moeten worden bestemd. Daarnaast voert hij aan dat voor de woning Rietven 12 een bouwvergunning is verleend en merkt hij op dat de huisnummering van de woningen Rietven 8 en 12 is verwisseld. Voorts voert appellant aan dat het gemeentebestuur bij brief van 14 januari 1994 aan hem heeft medegedeeld dat het overgangsrecht van het vorige plan van toepassing was op alle bouwwerken op het perceel en dat in elk geval sprake is van twee woonhuizen op het perceel. Dat de woningen Rietven 10 en 14 volgens de gemeentelijke basisadministratie niet permanent bewoond zijn geweest, is volgens hem niet voldoende voor de conclusie dat sprake is van een onderbreking van het overgangsrecht. Appellant voert aan dat het gebruik van de woning Rietven 10 in afwachting van de onderhavige bestemmingsplanprocedure is beëindigd en dat de woning Rietven 14 bij een inventarisatie in 1987 als tijdelijke noodwoning is aangeduid. Deze woningen zijn herhaaldelijk als tijdelijke woning gebruikt, waartoe woningzoekenden door het gemeentebestuur naar appellant zijn verwezen. Ten slotte voert hij aan dat de vier gebouwen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) alle als woningen worden aangemerkt en dat bij het gemeentebestuur geen bezwaren bestonden tegen de aansluiting op de drukriolering van de panden Rietven 10 en 14. 2.1 1.1. Verweerder acht een toename van burgerwoningen in het buitengebied op grond van het streekplan niet mogelijk. Volgens hem zijn voor de woningen Rietven 10, 12 en 14 geen vergunningen verleend en heeft de gemeenteraad aangegeven dat het overgangsrecht van het vorige plan niet van toepassing was op deze illegale bebouwing. In de feitelijke omstandigheden ziet verweerder geen reden voor het oordeel dat het plandeel met de bestemming "Woonbos" in strijd met een goede ruimtelijke ordening of het recht moet worden geacht. 2.1 1.2. De gemeenteraad heeft gesteld dat het gebruik van de woningen in het vorige plan op grond van het overgangsrecht was toegelaten. Nu volgens de gemeenteraad ten aanzien van de woning Rietven 8 een bouwvergunning is verleend, deze woning reeds jaren door appellant wordt bewoond en geen zicht op handhaving bestaat, is deze woning als zodanig bestemd. Voorts is volgens hem uit inventarisatie gebleken dat de opstallen Rietven 10 en 14 niet als woning worden gebruikt en dat de woning Rietven 12, na een leegstand van 5 jaar, sinds 2003 wordt bewoond. Derhalve is volgens de gemeenteraad wat betreft deze woningen sprake van een onderbreking van het gebruiksovergangsrecht, zodat deze op grond van het beleid niet als burgerwoning kunnen worden bestemd. Daarnaast is hem niet gebleken dat de woningen Rietven 10 en 14 op enig moment permanent bewoond zijn geweest en dat de woning Rietven 12 door appellant als tweede woning is gebruikt. 2.1 1.3. Op 14 mei 1958 is bouwvergunning verleend voor het oprichten van een gebouw, bestemd voor woonhuis, dat de woning betreft die nu als Rietven 12 wordt aangeduid.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 21 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 21 5 maart 2008 Op 4 maart 1960 is bouwvergunning verleend voor het bouwen van een bergruimte die de huidíge woning Rietven 14 betreft. 2.1 1.4. Ingevolge artikel 33, lid B, onder I, van de voorschriften van het bestemmingsplan "Buitengebied", voor zover hier van belang, mocht het gebruik van opstallen, strijdig met het plan op het tijdstip dat het plan van kracht werd, worden gehandhaafd. Ingevolge artikel 33, lid B, onder II, van de voorschriften was het verboden het met het plan strijdige gebruik van grond en opstallen te wijzigen, tenzij hierdoor de afwijking van het plan niet werd vergroot. 2.1 1.5. In het voorliggende plan is aan een deel van de gronden van het perceel van appellant één bestemmingsvlak met de bestemming "Woonbos" toegekend. Ingevolge artikel 17.2.2 van de voorschriften mogen per bestemmingsvlak worden opgericht: a, maximaal één woning, waarbij geldt dat: 1. de woning met bijbehorende aanbouwen uitsluitend binnen het op plankaart 2 aangegeven bestemmingsvlak mag worden gebouwd; [...] Aan het overige deel van het perceel is de gebiedsbestemming "Natuur- en bosgebied" toegekend. Ingevolge artikel 5.2.1 van de planvoorschriften, voor zover hier van belang, mag op de als zodanig bestemde gronden niet worden gebouwd. 2.11,6. Blijkens het deskundigenbericht wordt het gebouw Rietven 14 als recreatiewoning gebruikt en wordt het pand Rietven 10 op dit moment niet als (recreatie)woning gebruikt. Tussen partijen is niet in geschil dat voor deze gebouwen geen bouwvergunningen voor woningen zijn verleend. Voorts waren de bouw en het gebruik als woningen niet toegelaten in het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied" uit 1978. Gelet op het bepaalde in artikel 33, lid B, onder I, van de voorschriften van het vorige plan, mocht het gebruik van de woningen in beginsel worden voortgezet. De strekking van het overgangsrecht in artikel 33, lid B, onder (I, van deze voorschriften, brengt echter mee dat daarop geen beroep kan worden gedaan als het op de peildatum bestaande gebruik is beëindigd en tevens dat intensivering van het strijdige gebruik moet worden aangemerkt als wijziging van het gebruik waardoor de afwijking van het plan is vergroot. Daargelaten de vraag of het gebruik van de gebouwen Rietven 10 en 14 als /recreatie)woningen zonder onderbreking is voortgezet en niet is geïntensiveerd, was dit gebruik niet bij recht toegelaten, zodat de wens van appellant dat de panden Rietven 10 en 14 als (recreatie)woningen worden bestemd, moet worden behandeld als ware het een verzoek de nieuwvestiging van recreatie- of burgerwoningen in het buitengebied mogelijk te mak,en, hetgeen op grond van het streekplan niet is toegelaten. In hetgeen appellant heeft aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat geen grond bestaat voor het maken van een uitzondering op het beleid in het streekplan. Dat de vier woningen in het

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 22 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 22 5 maart 2008 kader van de Wet WOZ als vier woningen worden aangemerkt, deze in het kader van de volkshuisvesting bekend waren bij het gemeentebestuur en dat bij het gemeentebestuur geen bezwaren bestonden tegen de aansluiting op de drukriolering van de panden Rietven 10 en 14, doet in dit kader niet ter zake. Thans ligt immers voor of het door appellant bestreden plandeel in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het betoog faalt in zoverre. 2.11.7. Bij de vaststelling en de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Woonbos" hebben verweerder en de gemeenteraad . verondersteld clat slechts de woning die door appellant wordt gebruikt, als zodanig in het plan is bestemd. Uit het deskundigenbericht blijkt dat de woning Rietven 8 permanent wordt bewoond door appellant. Blijkens de plankaart, bezien in samenhang met artikel 17.2.2 van de planvoorschriften, ziet het plandeel met de bestemming "Woonbos" echter op de woning Rietven 12. Ook de in 1958 verleende bouwvergunning ziet, anders dan waarvan verweerder en de gemeenteraad zijn uitgegaan, op de woning Ríetven 12. Mitsdien is de vergunde woning Rietven 12 als zodanig bestemd, doch niet de door appellant gebruikte woning Rietven 8. Verweerder heeft dit niet onderkend. Gelet hierop is het bestreden besluit genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 3:2 van de Awb. Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit dient te worden vernietigd, voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel met de bestemming "Natuur- en bosgebied", zoals weergegeven op plankaart 1, voor zover dit plandeel ziet op de woning Rietven 8. Het beroep van W. Kanters 2.12. Ten eerste stelt appellant dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan de aanduiding "W=0" bij het plandeel met de bestemming "Agrarisch bouwblok" betreffende het perceel Telefoonstraat 39B, omdat daarmee de ter plaatse bestaande bedrijfswoning niet als zodanig is bestemd. Appellant stelt dat geen sprake is van illegale bewoning van het bedrijfsgebouw. Daartoe voert hij onder meer aan dat het gemeentebestuur in 1988 heeft ingestemd met tijdelijke bewoning van het bedrijfsgebouw ter plaatse, ín afwachting van de koop van de woning Telefoonstraat 39 als bedrijfswoning. Appellant betoogt dat verweerder ten onrechte is voorbij gegaan aan de door het gemeentebestuur verleende instemming en dat hij ten onrechte in zijn besluit heeft betrokken dat geen bouwvergunning is verleend. Voorts voert appellant aan dat het gebruik van een deel van het bedrijfsgebouw als bedrijfswoning ten onrechte wederom onder het overgangsrecht is gebracht, nu het gemeentebestuur niet voornemens is ter zake handhavend op te treden. Ten tweede stelt appellant dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan de plandelen met de bestemmingen "Wonen" en "Niet- agrarisch bedrijf" betreffende de woningen Telefoonstraat 39 en 39A. De civielrechtelijk gesplitste woningen Telefoonstraat 39 en 39A hadden

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 23 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 25 5 maart 2008 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart de beroepen van M.C. Peijnenburg-Beekwilder en F.C.S. Peijnenburg, A.A.M. Raymakers, P. van Haandel, Firma W.P, van Haandel en Zonen, Van Dommelen Agriservice V.O.F., J.J. Sul en W. Kanters geheel en van J. Sommers en anderen gedeeltelijk gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noorcl-Brabant van 21 november 2006, nr. 1 186484, voor zover daarbíj goedkeuring is verleend aan: - het plandeel met de bestemming "Landschapselement - houtopstand" betreffende het perceel Heiderik 6a; - het plandeel met de bestemming "Agrarisch bouwblok" betreffende het perceel Hoekstraat 3/3a; - het plandeel met de bestemming "Agrarisch gebied" betreffende het perceel Dennenmark 13; - het plandeel met de bestemming "Natuur- en bosgebied", zoals weergegeven op plankaart 1, voor zover dit plandeel ziet op de woning Rietven 8; - het plandeel met de bestemming "Wonen" betreffende de woning Tefefoonstraat 39 en de aanduiding "W=0" bij het plandeel met de bestemmíng "Agrarisch bouwblok" betreffende het perceel Telefoonstraat 39B; en voor zover daarbij goedkeuring is onthouden aan: - het plandeel met de bestemming "Niet-agrarisch bedrijf" betreffende het perceel Wanroijseweg 6a; - het met blauwe lijnen aangegeven gedeelte van het plandeel met de bestemming "Niet-agrarisch bedrijf" betreffende het perceel Volkelseweg 24; - het plandeel met de bestemming "Niet-agrarisch bedrijf" betreffende het perceel Gagelstraat 5; III. be aalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit geheel in stand blijven wat betreft het plandeel met de bestemming "Niet-agrarisch bedrijf" betreffende het perceel Wanroijseweg 6a; IV. onthoudt goedkeuring aan: - het plandeel met de bestemming "Agrarisch bouwblok" betreffende het perceel Hoekstraat 3/3a; - het plandeel met de bestemming "Agrarisch gebied" betreffende het perceel Dennenmark 13; V. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 21 november 2006, voor zover dit ziet op de onder IV. genoemde plandelen; V1. verklaart de beroepen van M. van Grinsven, Motorsport Club Boekel en G.H. van der Wijst geheel en van J. Sommers en anderen voor het overige ongegrond;

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 26 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 26 5 maart 2008 VII. veroardeelt het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant tot vergoeding van de in verband met de behandeling van de beroepen opgekomen proceskosten: - ten aanzien van A.A.M. Raymakers tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van P. van Haandel tot een bedrag van € 401,93 (zegge: vierhonderdeen euro en drieënnegentig cent), waarvan € 322,00 ís toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van Firma W.P. van Haandel en Zonen tot een bedrag van € 401,93 (zegge: vierhonderdeen euro en drieënnegentig cent), waarvan € 322,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van J. Sommers en anderen tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van Van Dommelen Agriservice V.O.F. tot een bedrag van € 842,58 (zegge: achthonderdtweeënveertig euro en achtenvijftig cent), waarvan € 805,00, is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van J.J. Sul tot een bedrag van € 842,58 (zegge: achthonderdtweeënveertig euro en achtenvijftig cent), waarvan € 805,00, is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; - ten aanzien van W. Kanters tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; de bedragen dienen door de provincie Noord-Brabant aan appellanten onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; VIII, eg last dat de provincie Noord-Brabant aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van: - € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor M.C, Peijnenburg-Beekwilder en F,C.S, Peijnenburg; - € 281,00 (zegge: tweehonderdeenentachtig euro) voor A,.A.M. Raymakers; - € 281,00 (zegge: tweehonderdeenentachtig euro) voor Firma W.P. van Haandel en Zonen; - € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor J. Sommers en anderen; - € 281,00 (zegge: tweehonderdeenentachtig euro) voor Van D~ommelen Agriservice V.O.F.; - € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor J.J. Sul; - € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor W. Kanters.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 27 van 28 Inkomend - 14919

200609279/1 27 5 maart 2008 Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. M.A.A. Mondt-Schouten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Troost, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel voorzitter w.g. Troost ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2008 234-516. Verzonden: 5 maart 2008 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze, mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 28 van 28

BIJLAGE 2.

HERZIENINGSBESLUIT GEDEPUTEERDE STATEN

0.1.Inkomend - 29817

* . * * @ @ . . . . Brabantlaon 1 Postbus 901 51 5200 MC 's-He|ogenbosch Telefoon (073) 681 28 1 2 Fax (073) ö14 1 1 15 info@brabant-nl |w.brabant-nl Bcnk ING 87.:5.60.0:3 Postbank 10701 76 ïERZCBBEN 2. ! 1iC. 2|% onderwerp Herzieningsbesluit bestemmingspl| Boekel ''Buitengebied 2005'' gemeente Nummer 1186484 plr|t|e yuimtelilke On|ikkeling en Hondhaving BESUSSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van l 6 december 2009 nummer 1 l 86484, over de goedkeuring van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2005'' van de gemeente Boekel. 1. Behandelingsprocedure 1 . 1 De raad van de gemeente Boekel heeh op 15 maart 2006 het be- stemmingsplan ''Buitengebied 2005'' vastgesteld. 1.2 Met in achmeming van de wettelijke bepiingen hebben wij omtrent de goe|euring beslist. Bij besluit van 2 1 november 2006, nr. 1 1 86484, hebben wij het bestemmingsplan çsBuitengebied 2005', goedgekeurd behoudens ten aanzien van de plankaart) enige bij ons besluit aangegeven plangedeelten en ten aanzien van de planvoorschriften enige (deel-) bep|ingen. De ingediende bedenkngen hebben wij daarbj gedeeltelijk gegrond en gedeelteEjk ongegrond verklaard en gedeelteldk buiten beschou|ng gelaten. 1.3. Tegen ons besluit is door meerdere personen en instan|es beroep aangetekend. Bij uitspraak van 5 maart 2008, No. 200609279/ 1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de beroepen van M.C. Peijnenburg-Beek|lder en F.C.S. Peijnenburg, A.A.M. Raymakers, P. van Haandel, Firma W.P. van Haandel en Zonen, Van Donzmelen Agrise|ce V.O.F.,JJ. Sul en W. Kanters geheel Het provinciehuis is vanaf het centraol station bereib baar met stodsbus, Iijn 61 en 6:., Flolte Provinciehuis of met de treintcxi. l 186484 Boekel Hecieningsbesluit Buitengebied 2005

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 16 0.1.Inkomend - 29817

> @ * * @ @ @ @ . en vanl. Sommers en anderen gedeeltelijk gegrond verklaard, de beroepen van de overige ongegrond verldaard en ons besluit van 2 1 november 2006, nr. 1 186484 vemietigd, voor zover het betreft: Nummer 1186:84 a. het plandeel met de bestemming ftL|dschapselement - houtopst|d'' betresènde het perceel Heiderik 6a; b. het plandeel met de bestemming ç'Asarisch bouwblok'' betre|ende het perceel Hoekstraat S/3a; c. het plandeel met de bestemming (Wgrarisch gebied'' betre|ende het perceel Dennenmark 1 39 d. het plandeel met de bestemming ûçNat-uur- en bosgebied'', zoals weergegeven op plankaart l , voor zover dit plandeel ziet op de woning Itiet-ven 89 e. het plandeel met de bestemming S%onen'' betre|ende de woning Telefoonstraat 39 en de aanduiding $|W::|0'' bij het plandeel met de bestemming ççAgrarisch bouwblok'' betre|ende het perceel Telefoonsàaat S9B; en voor zover daarbij goe|euring is onthouden aan: 11 het plandeel met de bestemming SçNiet-agr|isch bedrijp' betre|ende het perceel Wanroijseweg 6a; g. het met blauwe lijnen aangegeven gedeelte van het plandeel met de bestemming çtNiet-asarisch bedrijf'' betreFende het perceel Volkelseweg 24; h. het plandeel met de bestemming ççNiet-asvisch bedrijf'' betre|ende het perceel Gagelstraat 5. De Afdeling heeft daarbij tevens goe|euring onthouden aan de hielwoor onder b. en c. genoemde plandelen en heeft tevens bepaald dat de uitspraak van de Afdeling in de plaats treedt van ons besluit voorzover het de hienroor onder b. en c., verniedgde plandelen betreft. Voorts heeft de Afdeling bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit geheel in stand blijven wat betreft het plandeel met de bestemming ççNiet-asarisch bedrijp' beîeffende het perceel Wanrojseweg 6a. Dit betekent dat het ons aan de bevoegdheid ontbreekt om over deze plandelen een besluit omtrent goe|euring te nemen. 1 .4. Vernie|gng van de planonderdelen heeft tot gevolg dat VJ' opnieuw in de hiervoor onder a. d. tot en met h. genoemde plandelen, moeten voorzien. 2/10

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 16 0.1.Inkomend - 29817

Niet relevante onderdelen zijn uit dit document verwijderd

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 16 0.1.Inkomend - 29817

* . . @ @ . . . @' . onthouden wij goedkeuring aan deze bestemming betreFende het perceel Heiderik 6a. Wij hebben bedoeld plandeel met blauw ornljnd op de bij dit besluit behorende uitsnede van de plankurt. Het hiervoor onder l .3. als d. genoemde plandeel De Afdeling heeft daaromàent ten aanzien van het beroep vangl. Sul ondenneer het volgende overwogen: 2.2. Nummer 1186:84 ççg g g 7 Bij de öntstdling /3 de goedhuring van lœtplandea met de bntetmiytg ççWoonbosn' hebben veluœerder > deg|een-aad verondosyu dat skchts de umning dù door appdlaat umrdt gebruikt, al.î zodanig in het plan ù bestemd. Uit het dnhndkcb|cht blkkt dat de woning Rùtoot 8 pennansrtt wordt beumond door appellant. Blf)kem. depunkaayq beziml in samenhaag met artikd 1 7.2. 2 van deplanvoorsch|yr, ziet hetpàndeel met de bestrnming ççwoonbosn echyr op h woning Rùkœn 12. Ook de in 1 958 verkoth bo|ocsnning zisq antkrs dan ltmaroan oenmertlsv |,?l de gmœotyraad zijn uikegaan, op h woning Rùtöen 12. Mùtçdùn ù de ver,qtmtk woning Rieklen 12 als zodanig bestsnïé, doch nùt de door appdlant gebruikte woning Rùtvot 8. ïzèïuœoder 1166 dit nùt onderkend. Gekt hùrop ù het be-qrodot besluit genomen in stnj'd met de bij lœt voorber|d| van 66n besluit Jz betrachyn zorpuldèh| als bedodd in artikel 3..2 van de Awb. Het beroep ù gegron4 zodat het bestreden besluit dùnt f: ïx|ortletà öenïùtkti voor zover daarbkgoedkeu|ng ù verkend aan het plandeel met de bestemming ç|atuur- al bosgebùd', zoals weergegswa op J plankaart 1, voor zoöer dit planded zùt op de woning Rùïert 8. ,: Ove-eging: Gelet op de ove|e|ngen door de Afdeling moet worden geconcludeerd dat de bestemming Aoonbos' geen betrekking heeft op een vergunde woning aan Rietven 8. Voort.s constateren wij dat een rechtens ona|tastbare vergunning is verleend voor het oprichten van de woning. Dit betekent dat deze woning onder het overgrgsrecht is gebracht. De gemeente heeft geen inzage geven op grond waarvan redelijke|js kan worden aangenomen dat de simatie ter plaatse binnen de planperiode zal worden beëindigd. Uit voorstarde volgt dat wij thans goedkeuring onthouden aan het plandeel met de bestemmhzg ç'éNàtuur- en bosgebied'' zoals weergegeven op plankaaz't 1, voor zover dit plandeel ziet op de woning Riewen 8. 4/2 O

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 16 0.1.Inkomend - 29817

* '' @ ' . . . . bestemmlg 'çwonen'' als de bestemmlg fNiet-avaHsch bedrjf'' ontbreekt onthouden wij goeAeun'ng nnn de bestemml'ng fçNiet- agrarisch bedzijf'' aan de Gagels||t 5. Wij nemen hierbij in ove|eging dat de woonbestemming aan de Gagelstraat 3 inmiddels rechtens onaantastbaar is. Gelet op bovensta|de zijn wij van oordeel dat sprake is van omschakeling van het voo=alige agrarische bedrijf naar wonen. In hetgeen reclamanten in hun bedenzngen hebben aangevoerd zien VJ' geen redenen aanwezig om in afwijking van ons beleid naast de gedeeltelil'ke goedkeuring van de toegekende woonbestemming, goeAeuring te verlenen aan de bestemming lNiet-asarisch bedrijf'. Ook de plantoelich|ng geeft ons op dit punt geen aanleiing van ons beleid af te wijken. Beoordelin van de bedenkin en Gelet op het voorgarde komen de bedenldng van reclamanten M.C. Peijnenburg-Bee|lder en F.C.S. Peijnenburg,gl. Sul, W. Kanters en J. Sommers voor zover de Afdeling ons besluit heeft vernietigd, voor gegrond verkaring in aanmerîng en de beden|ngen van Van Dommelen ongegond. 3. Nummer 118ö484 |. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, gelet op de Wet op de Ruimtelgke Ordening, BESLUITEN: 4. 1 . goeAeuring te verlenen aan: het plandeel Volkelseweg 24, ter hoogte van de beœjfswoning zoals dat ingevolge ons besluit van 2 l november 2006 op de plankaart met blauw hebben omlijnd. 4.2. goe|euring te onthouden aan de plandelen: met de bestemming ççNamur- en bosgebied'' zoals weergegeven op plankaart 1, voor zover dit plandeel ziet op de woning Riewen 8. zoals op de uitsneden van de plankaart met blauw zijn ornlijnd. Het betreft de volgende plandelen: de bestemming SLandschapselement - houtopstand'' betre|ende het perceel Heiderik 6a. - de bestemming CWonen' betreFende de woning 9/10

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 16 0.1.Inkomend - 29817

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van 16 BIJLAGE 3.

HNO-TOOL

Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied

Algemeen

Naam project: BP Rietven 8-14

Contactpersoon initiatiefnemer: Arthur Hermans

Datum: 04-08-2011 4 augustus 2011 paginaHydrologisch 1 van 2 neutraal Kenmerken projectgebied ontwikkelen

Bruto oppervlak projectgebied 12300 m² De waterschappen Aa & Bestaand verhard oppervlak 650 m² Maas en De Dommel willen Nieuw totaal verhard oppervlak 700 m² met deze berekening in Netto te compenseren oppervlak 50 m² een vroeg stadium de

Hiervan is type 1 (volledig verhard) 0 m² betrokkenen adviseren over de eisen die de Hiervan is type 2 (semi-verhard) 50 m² waterschappen stellen Infiltratiepercentage semi-verhard oppervlak 50 % ten aanzien van Maaiveldniveau nieuw verhard oppervlak 20.0 m + NAP hydrologisch neutraal GHG 18.8 m + NAP ontwikkelen. Infiltratiesnelheid bodem 3.0 m/dag Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de Systeemeisen aan berging in projectgebied berekening kunnen geen Dimensies voorziening rechten worden ontleend.

Lengte voorziening 0.0 m

Talud voorziening (1:x) 0.0

Maximale peilstijging (in normaal nat jaar) 0.2 m

Maximale peilstijging bij T=10 jaar scenario 0.4 m

Maximale peilstijging bij T=100 jaar scenario 0.8 m

Afvoercoëfficiënten voorziening

Afvoercoëfficiënt bij T=10 jaar scenario 0.33 l/s/ha

Afvoercoëfficiënt bij T=100 jaar scenario 0.66 l/s/ha

Contactpersoon Resultaten

Liesbeth de Theije Totale benodigde berging in projectgebied Tel: 073-61 566 66 Berging voor infiltratie 0 m³ Fax: 073-61 566 00 Berging bij extreme neerslag T=10 jaar 1 m³ http://www.aaenmaas.nl Berging bij extreme neerslag T=100 jaar 1 m³ Waterschap Ontwerp infiltratievoorziening Aa en Maas Ruimtebeslag 0 m² Postbus 5049 Maximale berging in normaal nat jaar 0 m³

Maximale ledigingstijd in normaal nat jaar 2 uren Pettelaarpark 70 Berging bij extreme neerslag 5216 PP 's-Hertogenbosch T=10 jaar 0 m³ T=100 jaar 0 m³

Ontwerp bergingsvoorziening voor extreme neerslagsituaties Ruimtebeslag 1 m² Berging bij T=10 jaar 1 m³ Berging bij T=100 jaar 1 m³ Afvoercapaciteit bij T=10 jaar 0 m³/uur

Berging 'tussen de stoepranden' Berging bij T=100 jaar 0 m³ Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied

Toelichting

4 augustus 2011 Neerslag die valt op verhard oppervlak wordt sneller naar het oppervlaktewater paginaHydrologisch 2 van 2 neutraal afgevoerd dan neerslag die op onverhard oppervlak valt. In het geval dat er ontwikkelen verharding wordt aangelegd op een locatie waar eerst geen verharding aanwezig was, is er dus sprake van een versnelde lozing naar het oppervlaktewater. Dit De waterschappen Aa & heeft gevolgen voor de aanvulling van het grondwater en de afvoer uit het Maas en De Dommel willen met deze berekening in projectgebied bij neerslagsituaties. Deze gevolgen dienen gecompenseerd te een vroeg stadium de worden door infiltratie en berging in het projectgebied. betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van Opmerkingen hydrologisch neutraal BP Rietven 8-14 betreft een reparatie van het BP Buitengebied 2005 n.a.v. ontwikkelen. uitspraak Raad van State. Er vindt geen nieuwe ontwikkeling plaats.

Bestaande rechten en bebouwing worden in dit plan planologisch vastgelegd. Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de berekening kunnen geen rechten worden ontleend.

Contactpersoon

Liesbeth de Theije Tel: 073-61 566 66 Fax: 073-61 566 00 http://www.aaenmaas.nl

Waterschap Aa en Maas Postbus 5049

Pettelaarpark 70 5216 PP 's-Hertogenbosch Code: 20110804-38-3290 Datum: 2011-08-04

Waterparagraaf geen belang Met het ruimtelijk plan is geen belang van het waterschap gemoeid. Tot slot Let op bij de verwerking van afvalwater. Omdat de gemeente hierbij meestal het bevoegde gezag is, dient u hiermee contact op te nemen. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden. Voor het aanvragen van of informatie over een watervergunning dient u contact op te nemen met ons waterwetloket. E-mail: [[email protected]] Tel.: (073) 615 83 33 (tussen 9.00-12.00u en 13.00-16.00u) Fax: (073) 615 83 30 Wij wensen u succes met de verdere ruimtelijke planvorming! Team Watertoets, Waterschap Aa en Maas Vragen? Heeft u vragen of opmerkingen over dit watertoetspakket? Laat het ons per mail weten [[email protected]]. Voor dringende watertoetszaken kunt u ons telefonisch bereiken via onderstaande telefoonnummers. Algemeen nummer Afdeling Planadvies en vergunningen (073) 615 68 51 District Beneden Aa Liesbeth de Theije (073) 615 68 97 District Boven Aa Raymond van Mol (073) 615 68 57 District Hertogswetering Marielle van Dalen (Oost) (073) 615 83 53 Arthur Thomas (West) (073) 615 82 25 District Raam Erwin Kerkhof (073) 615 68 96 Waterschap Aa en Maas streeft ernaar om correcte en actuele informatie in deze watertoetsapplicatie aan te bieden. Aan het beschikbaar gestelde kaartinformatie kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Waterschap Aa en Maas aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige vorm van schade naar aanleiding van het gebruik of de informatie die via deze applicatie beschikbaar wordt gesteld.

1/2 © Digitale Watertoets – www.dewatertoets.nl Dit document is gegenereerd via de website www.dewatertoets.nl. Het document mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het plan, dat in dit document is omschreven. De informatie in dit document is houdbaar tot maximaal 1 jaar, gerekend vanaf de genoemde datum in dit document.

2/2