Publicatieblad C 395 van de Europese Unie

63e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 20 november 2020

Inhoud

II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2020/C 395/01 Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9882 — SAZKA Group/ÖBAG/Casinos Austria) (1) ...... 1

IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

2020/C 395/02 Wisselkoersen van de euro — 19 november 2020 ...... 2

2020/C 395/03 Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken ...... 3

V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

2020/C 395/04 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10033 — Platinum Compass/OTPP/EDPL) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak (1) ...... 4

2020/C 395/05 Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10019 — AP1/AP3/AP4/Telia Carrier Entities) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak (1) ...... 6

NL (1) Voor de EER relevante tekst. ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

2020/C 395/06 Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen ...... 7

2020/C 395/07 Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie ...... 27

2020/C 395/08 Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen ...... 46 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/1

II

(Mededelingen)

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE COMMISSIE

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9882 — SAZKA Group/ÖBAG/Casinos Austria)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 395/01)

Op 16 november 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar: — op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, — in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9882. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.

(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1. C 395/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

IV

(Informatie)

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE COMMISSIE

Wisselkoersen van de euro (1) 19 november 2020

(2020/C 395/02)

1 euro =

Munteenheid Koers Munteenheid Koers

USD US-dollar 1,1832 CAD Canadese dollar 1,5501 JPY Japanse yen 123,08 HKD Hongkongse dollar 9,1737 DKK Deense kroon 7,4498 NZD Nieuw-Zeelandse dollar 1,7155 GBP Pond sterling 0,89378 SGD Singaporese dollar 1,5924 KRW Zuid-Koreaanse won 1 321,07 SEK Zweedse kroon 10,2060 ZAR Zuid-Afrikaanse rand 18,3153 CHF Zwitserse frank 1,0797 CNY Chinese yuan renminbi 7,7927 ISK IJslandse kroon 161,30 HRK Kroatische kuna 7,5655 NOK Noorse kroon 10,6900 IDR Indonesische roepia 16 820,13 BGN Bulgaarse lev 1,9558 MYR Maleisische ringgit 4,8517 CZK Tsjechische koruna 26,358 PHP Filipijnse peso 57,147 HUF Hongaarse forint 360,90 RUB Russische roebel 90,2638 PLN Poolse zloty 4,4714 THB Thaise baht 35,975 RON Roemeense leu 4,8732 BRL Braziliaanse real 6,3371 TRY Turkse lira 8,9373 MXN Mexicaanse peso 24,0426 AUD Australische dollar 1,6272 INR Indiase roepie 87,7970

(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/3

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2020/C 395/03)

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Frankrijk wordt uitgegeven Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1) Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde. Land van uitgifte: Frankrijk Onderwerp van de herdenkingsmunt: medisch onderzoek Beschrijving van het ontwerp: het ontwerp toont een allegorische voorstelling van de unie der mensheid, voorgesteld door een gezicht in een wereldbol. Het gezicht kijkt naar het allerkleinste, dat wordt voorgesteld door delen van DNA- strengen in een cirkel. Met de schuine as van het ontwerp beeldt deze allegorie uit hoe het onderzoek en het verstand het allerkleinste beheersen, het bestuderen en ziekten overwinnen. De aanduiding van het land van uitgifte “RF” bevindt zich rechtsboven, het muntmerk en het jaar van uitgifte “2020” staan linksonder. Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld. Oplage: 300 000 Datum van uitgifte: oktober 2020

(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1. (2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52). C 395/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

V

(Bekendmakingen)

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

EUROPESE COMMISSIE

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10033 — Platinum Compass/OTPP/EDPL) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst) (2020/C 395/04)

1. Op 12 november 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: — Platinum Compass B 2018 RSC Limited (“Platinum Compass”), die onder zeggenschap staat van Abu Dhabi Investment Authority (“ADIA”, Verenigde Arabische Emiraten); — Ontario Teachers’ Pension Plan Board (“OTPP”, Canada); — Equis Development Pte. Ltd. (“EDPL”), die onder zeggenschap staat van Equis Development Holdings LLC (“Equis”, beide van Singapore). Platinum Compass, OTPP en Equis verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over EDPL. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — Platinum Compass: volle dochteronderneming van Abu Dhabi Investment Authority (“ADIA”), die eigenaar en beheerder is van investeringen. ADIA is een overheidsinstantie die in handen is van het Emiraat Abu Dhabi. Zij belegt fondsen die haar zijn toegewezen door de overheid van Abu Dhabi en beheert de portefeuille die is gediversifieerd in meerdere activaklassen; — OTTP: beheert pensioenuitkeringen en belegt activa van pensioenplannen namens ongeveer 329 000 beroepsactieve en gepensioneerde leerkrachten in de Canadese provincie Ontario; — Equis: ontwikkelingsonderneming voor infrastructuuractiva met het oog op infrastructuurontwikkeling en -investering in de regio Azië-Stille Oceaan; — EDPL: ontwikkeling, bouw en exploitatie van infrastructuurprojecten in de regio Azië-Stille Oceaan, meer bepaald met als doel: a) de opwekking van elektriciteit uit zonne- en windenergie, biomassa of afval; en b) de recycling en verwerking van afval.

3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”). (2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/5

4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10033 — Platinum Compass/OTPP/EDPL

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: [email protected]

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË C 395/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10019 — AP1/AP3/AP4/Telia Carrier Entities) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 395/05)

1. Op 12 november 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen: — Första AP-fonden (“AP1”, Zweden); — Tredje AP-fonden (“AP3”, Zweden); — Fjärde AP-fonden (“AP4”, Zweden); — Telia Carrier Entities (Zweden). AP1, AP3 en AP4 verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratiever­ ordening over 34 entiteiten van Telia Carriers in 34 EU- en niet-EU-jurisdicties. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen door een beleggingsonderneming, Polhem Infra KB, die is opgericht door en onder gezamenlijke zeggenschap staat van AP1, AP3 en AP4, die dus indirect zeggenschap zullen hebben over Telia Carrier Entities.

2. De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — AP1, AP3 en AP4: pensioenfondsen die als buffer fungeren in het Zweedse nationale pensioenstelsel. Ze zijn onafhankelijke overheidsinstanties die onafhankelijke beslissingen nemen inzake hun beleggingen; — Telia Carriers Entities: staan onder uiteindelijke zeggenschap van Telia Company AB, die een wereldwijd glasvezelnetwerk exploiteert (internet backbone), dat wordt gebruikt voor de aanbieding van internationale carrierdiensten.

3. Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4. De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.10019 — AP1/AP3/AP4/Telia Carrier Entities Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken: E-mail: [email protected] Fax +32 22964301 Postadres: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie voor concentraties 1049 Brussel BELGIË

(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”). (2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/7

ANDERE HANDELINGEN

EUROPESE COMMISSIE

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 395/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“Volailles d’Ancenis”

EU-nr.: PGI-FR-0167-AM02 — 15.10.2019

BOB ( ) BGA (X)

1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Les Fermiers du Val de Loire Boulevard Pasteur BP 50262 44158 Ancenis Cedex FRANKRIJK E-mail: [email protected]

Les Fermiers du Val de Loire is een vereniging van marktdeelnemers die pluimvee met de BGA “Volailles d’Ancenis” mesten en slachten, en is derhalve gerechtigd de aanvraag in te dienen.

2. Lidstaat of derde land

Frankrijk

3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1. C 395/8 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Geografisch gebied Bewijs van oorsprong Werkwijze voor het verkrijgen van het product Verband Etikettering Andere aanvragende groeperingen, nationale eisen, controles

4. Aard van de wijziging(en) Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5. Wijziging(en)

5.1. Rubriek “Beschrijving van het product” De volgende bepaling in de rubriek “Productnaam en productcategorie” van het registratiedocument: — “Poulet d’Ancenis — Witte kip (karkas + deelstuk) — Gele kip (karkas + deelstuk) — Zwarte kip — Ancenis-parelhoen (karkas + deelstuk) — Ancenis-kalkoen — Ancenis-kapoen — Ancenis-poularde — Witte poularde — Gele poularde”; de volgende bepaling in de rubriek “Productdossier — 3.1. Beschrijving van het product” van het registratie­ document in punt 3.12 “Kenmerken van de karkassen”: “Het minimumgewicht van de van de ingewanden ontdane karkassen zonder eetbare bijproducten moet als volgt zijn: Minimaal gewicht:

Kip: 1 000 g Parelhoen: 850 g Kalkoen: 2 300 g Kapoen: 2 500 g Poularde: 1 600 g”,

en de volgende bepaling in de rubriek “Productdossier — 3.1. Beschrijving van de producten” van het registratie­ document in punt 1 “Minimumleeftijd voor de slacht”: “De minimumleeftijd voor de slacht van Volailles Fermières d’Ancenis moet voldoen aan die vermeld in de door het ministerie van Landbouw opgestelde officiële technische kennisgevingen inzake etiketten voor pluimveeproducten met kwaliteitslabel.” worden geschrapt en als volgt vervangen in de rubriek “Beschrijving van het product” van het ontwerppro­ ductdossier: 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/9

““Volailles d’Ancenis” behoren tot de orde van de hoendervogels. Ze bestaan uit verschillende families en omvatten meerdere soorten dieren: — kip, poularde, kapoen, — parelhoen, parelhoenkapoen, — kalkoen. Bij al deze dieren gaat het om langzaam groeiende robuuste stammen met een lange mestperiode waarbij de slacht plaatsvindt bij het bereiken van de geslachtsrijpheid, zodat optimale kwaliteit (bevleesdheid en smaak) is gewaarborgd. Naargelang van het type pluimvee zijn de kenmerken van het eindproduct als volgt:

Minimumgewicht van de ingewanden ontdaan, zonder Kleur van vlees en vel Kleur van de poten eetbare bijproducten Kip 1 kg Geel of wit Geel, wit of zwart Parelhoen 0,850 kg Beige Zwart Kapoen 2,5 kg Geel of wit Geel of wit Parelhoenkapoen 1,4 kg Beige Zwart Poularde 1,6 kg Geel of wit Geel of wit Kalkoen (alleen vrouwtje) 2,3 kg Geel of wit Zwart”

De verschillende bepalingen worden vervangen door nieuwe bepalingen die formeel zijn herzien maar waarin dezelfde eisen worden gesteld aan het minimumgewicht van de van de ingewanden ontdane karkassen zonder eetbare bijproducten en aan de fenotypen (kolom “Kleur van vlees en vel” en “Kleur van de poten”). De inhoudelijke wijziging in deze rubriek betreft de toevoeging van de parelhoenkapoen aan de soorten met de BGA “Volailles d’Ancenis”. De parelhoenkapoen is in het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” van oudsher bestemd voor feestelijke aangelegenheden. Dit gevogelte is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. Al ruim twintig jaar komen er elk jaar tussen tien- en twintigduizend parelhoenders bij op pluimveehouderijen in de regio en worden er ongeveer evenveel van verkocht. Het betreft hier parelhoenkapoenen die worden gehouden voor de verkoop voor Kerstmis en oud en nieuw. De parelhoenkapoen is qua gedrag en houderijpraktijken vergelijkbaar met die van de kapoen (gecastreerde jonge haan) en het parelhoen van de “Volailles d’Ancenis”. De kenmerken van deze soort worden op dezelfde wijze beschreven als voor de andere toegestane soorten, namelijk fenotypen, minimumgewicht en de vermelding dat het langzaam groeiende robuuste stammen betreft. Voor de lijst van voor het uitsnijden toegestane soorten wordt de volgende bepaling in de rubriek “Productnaam en productcategorie” van het registratiedocument met de voor het uitsnijden toegestane soorten geschrapt: — “Ancenis-kip — Witte kip (karkas + deelstuk) — Gele kip (karkas + deelstuk) — Zwarte kip — Ancenis-parelhoen (karkas + deelstuk) — Ancenis-kalkoen — Ancenis-kapoen — Ancenis-poularde — Witte poularde — Gele poularde”. Voor de toegestane aanbiedingsvormen van hele stukken wordt de volgende bepaling in de rubriek “Productdossier — 3.1. Beschrijving van het product” van het registratiedocument in punt 3 geschrapt: “Aanbiedingsvorm van het product”: “Het pluimvee wordt als geheel en in deelstukken aangeboden en in de handel gebracht.” C 395/10 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

3.1. Karkassen

3.1.1. Pluimveekarkassen moeten op een van de volgende wijzen te koop worden aangeboden: — gedeeltelijk van de ingewanden ontdaan; — van de ingewanden ontdaan, met eetbare bijproducten; — van de ingewanden ontdaan, zonder eetbare bijproducten.”, en de volgende bepaling in de rubriek “Productdossier — 3.1. Beschrijving van het product” van het registratie­ document in punt 3.12 “Kenmerken van de karkassen” wordt geschrapt: “De karkassen van pluimvee moeten behoren tot klasse A.”. Deze drie bepalingen worden vervangen door de volgende bepaling: “De hele stukken zijn afkomstig van karkassen van klasse A. Omdat delen en hele karkassen van pluimvee los van elkaar worden ingedeeld, mogen de delen afkomstig zijn van karkassen met geringe afwijkingen (die niet in aanmerking komen voor indeling onder klasse A), maar de deelstukken die worden behouden, moeten wel voldoen aan de aanbiedingscriteria voor klasse A. De hele stukken worden als volgt aangeboden: — “panklaar” (geplukt, van de ingewanden ontdaan, zonder kop, met of zonder loopbeen) in folie verpakt, onder beschermende atmosfeer of vacuüm; — “ontdarmd” (geplukt, van de ingewanden ontdaan, met kop, poten en eetbare bijproducten). Het pluimvee wordt vers of diepgevroren in de handel gebracht. De eetbare bijproducten van pluimvee (hart, spiermaag en lever) worden vers of diepgevroren in de handel gebracht.”. De diverse bepalingen worden geschrapt en vervangen door nieuwe bepalingen die in een andere vorm zijn gegoten. Er is ook een inhoudelijke wijziging in deze rubriek. Deze betreft de mogelijkheid om al het pluimvee met de BGA “Volailles d’Ancenis” in deelstukken in de handel te brengen. Daarmee kan de sector inspelen op de nieuwe consumptiegewoonten zoals aangetoond in recent consumentenonderzoek (WorldpanelKantar, 2017). Vanwege het gemak ervan is deze wijze van aanbieding tegenwoordig gewild bij de consumen: van het pluimvee wordt 30 % verkocht in de vorm van deelstukken. Evenals diepgevroren producten stelt aanbieding van dit gevogelte in deelstukken de sector in staat om niet alleen haar afzet op de OOH-markt, maar ook de uitvoer te vergroten en de toepassing ervan in verwerkte producten te verbreden. De samenvatting, die nu als enig document wordt gepresenteerd, is in punt 3.2 aangepast aan deze veranderingen. De volgende bepaling wordt geschrapt: “Beschrijving: Karkassen of delen van pluimvee met stevig vlees en betere organoleptische eigenschappen, geslacht kort voor het geslachtsrijp is.”. Deze wordt vervangen door de volgende bepaling: ““Volailles d’Ancenis” behoren tot de orde van de hoendervogels. Ze bestaan uit verschillende families en omvatten meerdere soorten dieren: — kip, poularde, kapoen; — parelhoen, parelhoenkapoen; — kalkoen. Bij al deze vogels gaat het om langzaam groeiende robuuste stammen met een lange mestperiode waarbij de slacht plaatsvindt bij het bereiken van de geslachtsrijpheid, zodat optimale kwaliteit (bevleesdheid en smaak) is gewaarborgd. Ze worden in de open lucht op met bomen omzoomd grasland gehouden, waar ze natuurlijk scharrelgedrag kunnen vertonen. De “Volailles d’Ancenis” worden gekenmerkt door een rond karkas met volle filets en duidelijke vetafzettingen aan de zijde van de stompen en aan weerszijden van het borstbeen. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/11

Naargelang van de productie zijn de kenmerken van het eindproduct als volgt:

Minimumgewicht Kleur van vlees en vel Kleur van de poten Kip 1 kg Geel of wit Geel, wit of zwart Parelhoen 0,850 kg Beige Zwart Kapoen 2,5 kg Geel of wit Geel of wit Parelhoenkapoen 1,4 kg Beige Zwart Poularde 1,6 kg Geel of wit Geel of wit Kalkoen 2,3 kg Geel of wit Zwart”

5.2. Rubriek “Geografisch gebied” De volgende bepaling in de rubriek “3.3. Afbakening van het geografische gebied”:

“3.31. Geografisch gebied Het geografische gebied omvat het departement Loire-Atlantique en het westelijk deel van het departement Maine- et-Loire (kaart hiernaast). In het geografische gebied bevinden zich de volgende kantons: LOIRE-ATLANTIQUE, de kantons:

ANCENIS VALLET LIGNE VERTOU RIAILLE ST ETIENNE DE MONTLUC ST MARS LA JAILLE SAVENAY VARADES ST NICOLAS DE REDON BLAIN GUEMENE PENFAO CHATEAUBRIANT ST GILDAS DES BOIS DERVAL ROUGE MOISDON LA RIVIERE HERBIGNAC NORT SUR ERDRE GUERANDE NOZAY MONTOIR DE BRETAGNE ST JULIEN DE VOUVANTES LE PELLERIN AIGREFEUILLE SUR MAINE ST PERE EN RETZ BOUAYE PORNIC CARQUEFOU BOURGNEUF EN RETZ LA CHAPELLE SUR ERDRE MACHECOUL CLISSON ST PHILBERT DE GRANDLIEU LE LOUROUX BOTTEREAU LEGE

MAINE-ET-LOIRE:

CANDE CHOLET LE LION D’ANGERS MONTFAUCON POUANCE MONTREVAULT C 395/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

SEGRE ST FLORENT LE VIEIL CHALONNES SUR LOIRE ANGERS LE LOUROUX BECONNAIS PONTS DE CE ST GEORGES SUR LOIRE VIHIERS THOUARCE TIERCE BEAUPREAU CHATEAUNEUF/SARTHE CHAMPTOCEAUX MONTREUIL BELLAY CHEMILLE”

wordt vervangen door de volgende tekst: ““Volailles d’Ancenis” worden gehouden vanaf de eerste levensdag tot de dag waarop ze voor de slacht worden afgevoerd. Zowel de gebouwen als de terreinen die voor de pluimveehouderij worden ingezet, liggen in het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis”, dat op basis van de officiële geografische code van 2019 het gebied van de volgende gemeenten omvat. Departement Loire-Atlantique in zijn geheel Departement Maine-et-Loire: Geheel van de gemeenten: Angers, Angrie, Armaillé, Aubigné-sur-Layon, Avrillé, Beaucouzé, Beaulieu-sur-Layon, Beaupreau en Mauges, Bécon-les-Granits, Bégrolles-en-Mauges, Béhuard, Bellevigne-en-Layon, Blaison-Saint-Sulpice, Bouchemaine, Bouillé-Ménard, Bourg-l'Evêque, Briollay, Candé, Cantenay-Épinard, Carbay, Cernusson, Challain-la-Potherie, Chalonnes-sur-Loire, Chambellay, Champtocé-sur-Loire, Chanteloup-les-Bois, Chaudefonds-sur-Layon, Chazé-sur- Argos, Cheffes, Chemillé en Anjou, Chenillé-Champteussé, Cholet, Cléré-sur-Layon, Coron, Denée, Doué-en- Anjou, Écouflant, Écuillé, Erdre-en-Anjou, Feneu, Grez-Neuville, Ingrandes-Le Fresne-sur-Loire, Juvardeil, La Jaille- Yvon, La Plaine, La Possonnière, La Romagne, La Séguinière, La Tessoualle, Le Lion-d'Angers, Le May-sur-Èvre, Le Plessis-Grammoire, Les Cerqueux, Les Garennes-sur-Loire, Les Hauts-d’Anjou, Les Ponts-de-Cé, Loiré, Longuenée- en-Anjou, Lys-Haut-Layon, Mauges-sur-Loire, Maulévrier, Mazières-en-Mauges, Miré, Montilliers, Montreuil- Juigné, Montreuil-sur-Loir, Montreuil-sur-Maine, Montrevault sur Èvre, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Érigné, Nuaillé, Ombrée-d'Anjou, Orée-d'Anjou, Passavant-sur-Layon, Rives-du-loir-en-Anjou, Rochefort-sur-Loire, Saint- Augustin-des-Bois, Saint-Barthélemy-d'Anjou, Saint-Christophe-du-Bois, Saint-Clément-de-la-Place, Sainte- Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Jean-de-la-Croix, Saint-Lambert-la- Potherie, Saint-Léger-de-Linières, Saint-Léger-sous-Cholet, Saint-Martin-du-Fouilloux, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saint-Paul-du-Bois, Saint-Sigismond, Sarrigné, Savennières, Sceaux-d'Anjou, Segré-en-Anjou Bleu, Sèvremoine, Somloire, Soulaines-sur-Aubance, Soulaire-et-Bourg, Thorigné-d'Anjou, Tiercé, Toutlemonde, Trélazé, Trémentines, Val d'Erdre-Auxence, Val-du-Layon, Verrières-en-Anjou. Deel van de gemeenten: Brissac-Loire-Aubance (gebied van de vroegere gemeenten Les Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hopital en Vauchrétien), Loire-Authion (gebied van de vroegere gemeenten Andard, La Bohalle, La Daguenière en Saint-Mathurin-sur-Loire), Morannes-sur-Sarthe- Daumeray (gebied van de vroegere gemeente Chemiré-sur-Sarthe) en Terranjou (gebied van de vroegere gemeenten Chavagnes en Notre-Dame-d’Allençon). Departement Deux-Sèvres: , , Allonne, , , Aubigny, Availles-Thouarsais, Azay-Sur-Thouet, Beaulieu- Sous-, Boisme, Bouille-Saint-Paul, , , , , Cersay, Chanteloup, Chatillon-Sur-Thouet, Chiche, Cirières, Clave, Clessé, , Coulonges-Thouarsais, , Faye-L'Abbesse, Fénery, Geay, , Glenay, Gourgé, La Boissière-en-Gâtine, La Chapelle-Bertrand, La Chapelle-Saint-Laurent, La Forêt-Sur-Sèvre, La Petite-Boissière, , L'Absie, , , Le Pin, , , Les Châtelliers, Les Forges, , Loretz-d’Argenton, Louin, Luché-Thouarsais, , , Massais, Mauleon, Menigoute, Moncoutant-sur-Sèvres, , Neuvy-Bouin, Nueil-Les-Aubiers, Parthenay, Pierrefitte, , Pougne-Hérisson, , Saint-Amand-sur-Sèvre, Saint-André-sur-Sèvre, Saint-Aubin-Du-Plain, Saint-Aubin-Le-Cloud, Saint-Clémentin, Sainte-Gemme, Sainte-Verge, Saint-Germain-De-Longue-Chaume, Saint- Jacques-De-, Saint-Jean-De-Thouars, Saint-Lin, Saint-Loup-Lamaire, Saint-Martin-Du-Fouilloux, Saint- Maurice-Étusson, Saint-Pardoux-Soutiers, Saint-Paul-En-Gâtine, Saint-Pierre-Des-Échaubrognes, Saint-Varent, , , Thouars, , , , , Vernoux-En-Gâtine, , Vouhé, Voultegon. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/13

Departement Vendée:

Bazoges-en-Paillers, Beaurepaire, Chanverrie, Cugand, La Bernardière, La Boissière-de-Montaigu, La Bruffière, La Gaubretière, Les Landes-Genusson, Mortagne-sur-Sèvre, Saint-Aubin-des-Ormeaux, Saint-Laurent-sur-Sèvre, Saint-Malô-du-Bois, Saint-Martin-des-Tilleuls, Tiffauges, Treize-Septiers, Treize-Vents.”.

De afbakening van het geografische gebied is gewijzigd: het geografische gebied ten zuiden van de huidige grens is uitgebreid met een deel van de departementen Vendée, Deux-Sèvres en Maine-et-Loire, terwijl bepaalde gemeenten er geen deel meer van uitmaken omdat ze niet voldoen aan de afbakeningsprincipes zoals vervat in dezelfde rubriek en in de beschrijving onder “Elementen die het verband met de geografische omgeving rechtvaardigen” van het bestaande productdossier en het voorgestelde gewijzigde productdossier. Dat niet wordt voldaan aan deze afbakeningscriteria, is met name het gevolg van het feit dat er in die gebieden niet zozeer sprake is van een combinatie van landbouw en veeteelt in een coulisselandschap als wel van wijnbouw.

Er wordt aan herinnerd dat het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” hoofdzakelijk wordt afgebakend op grond van natuurlijke factoren (regio bestaande uit stroomgebieden in de richting van de Loire, van de monding ervan tot het dal van de Loir ten noorden van Angers, de geologische ondergrond van het Armoricaans Massief, het oceaanklimaat dat ’s winters mild en vochtig en ’s zomers voldoende warm en zonnig is, zonder uitgesproken droogte) en in mindere mate op grond van menselijke factoren die van doorslaggevend belang lijken (bedrijfssystemen met een combinatie van landbouw en veeteelt, waartoe ook de pluimveehouderij wordt gerekend, eenzelfde type coulisselandschap in de aldus bepaalde regio, aanwezigheid van pluimveehouderijen, geschiedenis van de groepering “les Fermiers du Val de Loire” die vorm en structuur geeft aan de pluimveesector in dit gebied en deze stimuleert).

Met deze wijziging krijgt het geografisch gebied een coherenter karakter en voldoet het aan de criteria zoals beschreven in het verband met het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis”.

Tot slot is de rubriek “Geografisch gebied” ook qua vorm ingrijpend gewijzigd. Destijds werd bij het opstellen van het productdossier een lijst van kantons geprefereerd boven een lijst van gemeenten. Omdat de grenzen en namen van kantons vaker veranderen dan die van gemeenten, hebben de Franse autoriteiten ervoor gekozen een lijst van gemeenten op te nemen in de productdossiers in plaats van lijsten van kantons. Dit betreft een tekstuele wijziging die geen invloed heeft op de afbakening van een groot gedeelte van het geografische gebied.

Samengevat wordt het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” als volgt gewijzigd en gereorganiseerd:

— toevoeging van 97 gemeenten in het departement Deux-Sèvres;

— toevoeging van 17 gemeenten in het departement Vendée;

— schrapping van 13 gemeenten in het departement Maine-et-Loire in de regio Saumur.

De veehouders in dit gebied hebben met elkaar gemeen dat zij een gemengd landbouw- en veeteeltbedrijf voeren in een als coulisselandschap ingerichte omgeving. Dankzij het milde oceaanklimaat kunnen de vogels ’s winters al in een vroeg stadium naar buiten. Deze omstandigheden komen alleszins overeen met het klimaat van het Armoricaans Massief.

In verband daarmee zijn de betreffende gemeenten van Maine-et-Loire geschrapt vanwege hun ligging in het Parijse stroomgebied, dat andere milieu- en productiekenmerken heeft (wijnbouw, graanbouw enz.).

In de nu als enig document gepresenteerde samenvatting is in rubriek “4. Korte beschrijving van de afbakening van het geografische gebied” rekening gehouden met de hierboven beschreven wijzigingen.

De volgende bepaling uit de samenvatting:

“c) Geografisch gebied: Departement Loire-Atlantique en westelijk deel van het departement Maine-et-Loire.”

wordt geschrapt. Om ervoor te zorgen dat het enig document niet te lang wordt, maar de juiste informatie bevat, bevat dat document echter wél een lijst van kantons dan wel de naam van het departement indien dat departement alle kantons omvat, en bevat het niet zozeer een lijst van gemeenten. Het in het ontwerppro­ ductdossier voorgestelde geografische gebied verschilt dus van dat in het enig document wat betreft de indeling, maar niet wat betreft de begrenzing.

De volgende bepaling uit de rubriek “3.3. Geografisch gebied”:

“3.32. Dit geografische gebied komt overeen met het stroomgebied van de benedenloop van de Loire,

die het in 3.31 afgebakende geografische gebied in tweeën deelt. C 395/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Vanaf Angers zijn de belangrijkste zijrivieren van de benedenloop van de Loire: 1. zijrivieren rechteroever: — de Maine, gevormd uit de Loir, de Mayenne en de Sarthe — de Erdre 2. zijrivieren linkeroever: — de Layon — de Evre — de Divatte — de Sèvre Nantaise met als zijrivier de Petite Moine — de Acheneau Verder wordt gewezen op de moerassen van Brière ten noorden van de Loire (boven St Nazaire), de moerassen van Petit Mars (boven Nantes) en het Grand Lieu-meer (onder Nantes).

3.33. Dit geografische gebied heeft een bijzonder mild en vochtig klimaat. Aan de westzijde grenst het aan de Atlantische Oceaan (kaart in bijlage 1). De rivier beïnvloedt het klimaat van het stroomgebied tot voorbij Angers (de invloed van de getijden is op de oevers waarneembaar tot meer dan 80 km vóór de monding). Het bijzonder vochtige klimaat is kenmerkend voor het geografische gebied (in zijn gedicht “Regrets du Pays Natal” spreekt Joachim du Bellay (1522‐1560), geboren in het drie kilometer onder Ancenis gelegen Lire, van “La Douceur Angevine”). Op de kaart “Klimaatzones van Frankrijk” in bijlage 2 bij het boek “Het klimaat van Frankrijk” van Raymond Arlery komen de eenheid van het reliëf in het geografische gebied en het door de oceaan bepaalde sterk homogene klimaat tot uitdrukking (onder invloed van de rivier en zijrivieren ligt de klimaatovergang verder naar het oosten, voorbij Angers).” en de volgende bepaling in de rubriek “3.3. Geografisch gebied”:

“3.35. De eenheid, de samenhang van het afgebakende geografische gebied, is derhalve vooral gebaseerd op de volgende factoren: 1. Een afgebakend geografisch gebied rond een rivier: Na Angers wordt het geografische gebied door de Loire praktisch in twee gelijke delen gesplitst. 2. De Loire vormt samen met de talrijke zijrivieren een dicht hydrografisch netwerk dat het stroomgebied van de benedenloop van de Loire uitmaakt. 3. Dankzij de Loire en het dichte hydrografische netwerk reikt de invloed van de zee tot diep in het afgebakende geografische gebied, dat bijgevolg een uniform klimaat heeft (een bijzonder mild en vochtig klimaat). 4. Alle houderijen en slachthuizen bevinden zich in het afgebakende geografische gebied.” worden vervangen door de volgende bepaling: “Korte geografische beschrijving van het gebied: Het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” bestrijkt de gehele vallei van de benedenloop van de Loire, van de monding tot de vallei van de Loir ten noorden van Angers en de vallei van de Sèvre Nantèse in het zuiden. Het terrein is heuvelachtig en kent een tamelijk dicht netwerk van rivieren die uitstromen in de Loire. Geologisch bevindt het gebied zich aan het uiteinde van het Armoricaanse Massief. Verder behoort het tot de bosrijke streken van Frankrijk, met een hoge dichtheid van hagen en een markante aanwezigheid van de zomereik.”. De bepalingen in het productdossier van de BGA “Volailles d’Ancenis” zijn zeer gedetailleerd en overlappen elkaar doordat dezelfde onderdelen er op min of meer dezelfde manier meermaals in aan de orde worden gesteld. In de voorgestelde formulering worden de belangrijkste elementen van de beschrijving van het geografische gebied samengevat weergegeven. Daarnaast komen veel van die elementen met betrekking tot de beschrijving van de kenmerken van het geografische gebied met een verband met het product terug in de voorgestelde formulering van de rubriek “Elementen die het verband met de geografische omgeving rechtvaardigen” van het voorgestelde productdossier. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/15

De volgende bepaling wordt geschrapt:

“3.34 Alle pluimveehouderijen van “Volailles d’Ancenis” bevinden zich in het onder 3.31 afgebakende geografische gebied

NB: ANDERE BEDRIJVEN IN HET GEOGRAFISCHE GEBIED

SLACHTHUIZEN:

ETS GICQUEL La Charlotte 44540 ST MARS LA JAILLE (15 km ten noorden van Ancenis) ETS PROVOLOIRE Zone de l’Hermitage 44150 ANCENIS

VOEDERFABRIEK:

LA CANA La Noëlle 44150 ANCENIS

BROEDERIJEN:

ETS GRELIER La Bohardière 49290 ST LAURENT DE LA PLAINE (20 km ten zuidwesten van Angers). ETS GAUGUET 44540 LE PIN (20 km ten noorden van Ancenis)”.

Het gaat in dit deel om een overzicht van bedrijven (andere dan houderijen) die zich ten tijde van de registratie­ aanvraag voor de BGA “Volailles d’Ancenis” in het geografische gebied bevonden. Het bevat geen enkele verplichting en is inmiddels verouderd. Dit betreft derhalve een formele wijziging.

5.3. Rubriek “Bewijs van oorsprong”

De traceerbaarheidselementen in het productdossier waren beperkt tot de tracering van het etiketnummer door de controle-instantie aan de hand van gedeeltelijke informatie uit het productdossier.

Daarvoor komen de volgende regelingen in de plaats:

— identificatieprocedures voor bedrijven die willen deelnemen aan de productie van “Volailles d’Ancenis” in alle stadia (houderijen en slachthuizen);

— een traceerbaarheidssysteem dat consumenten de garantie biedt dat het product “Volailles d’Ancenis” voldoet aan de BGA-kenmerken. Ten behoeve van de traceerbaarheid wordt de informatie bewaard die nodig is om de oorsprong en samenstelling van het product in de stadia van productie, verwerking en distributie te kunnen bepalen. De oorsprong wordt gewaarborgd door middel van productidentificatie en een systeem van stroomopwaartse en stroomafwaartse tracering;

— een systeem dat bepaalt welke documenten en registraties vereist zijn en welke informatie ten minste moet worden verstrekt in elk stadium van de productcyclus (uitbroeden, mesten, afvoeren, ontvangen, slachten, conditioneren, uitsnijden), en een en ander overzichtelijk weergeeft in een tabel. Deze documenten worden ter beschikking gehouden van de controleambtenaren.

Met deze nieuwe, volledigere formulering wordt de traceerbaarheid voor het product versterkt.

5.4. Rubriek “Werkwijze voor het verkrijgen van het product”

De volgende bepaling wordt uit het productdossier geschrapt: C 395/16 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

“3.2. Werkwijze voor het verkrijgen van het product Producten met de beschermde geografische aanduiding “Volailles d’Ancenis” moeten op elk punt voldoen aan (X): — het productdossier in de zin van Verordening (EEG) nr. 1538/91, zoals gewijzigd door het dossier van 22 oktober 1993 (281/93), betreffende het gebruik van de aanduiding: “Boerenscharrel … met uitloop” op het etiket; — de door het Franse Ministerie van Landbouw en Visserij opgestelde officiële technische kennisgevingen inzake de etikettering van producten met kwaliteitslabel, waarin de criteria zijn vastgesteld waaraan een product minimaal moet voldoen voor de volgende aanduiding: — Vleeskuiken — Deelstuk van vleeskuiken — Parelhoen — Deelstuk van parelhoen — Kalkoen — Poularde — Kapoen Technische voorschriften van de vereniging SEVRE ET LOIRE QUALITE voor de etikettering van pluimveeproducten met kwaliteitslabel, die op haar hoofdkantoor kunnen worden ingezien en die zijn goedgekeurd onder de volgende nummers:

— Witte scharrelkip nr. 08‐76 + aanhangsel deelstukken — Zwarte scharrelkip nr. 04‐80 — Gele scharrelkip nr. 14‐87 + aanhangsel deelstukken — Zwarte scharrelkalkoen nr. 04‐86 — Scharrelparelhoen nr. 60‐88 + aanhangsel deelstukken — Scharrelkapoen nr. 29‐89 — Witte scharrelpoularde nr. 12‐91 — Gele scharrelpoularde nr. 13‐91”.

Hiervoor komt de volgende bepaling in de plaats:

“5.1. Gebruikte stammen De gebruikte stammen zijn robuust en langzaam groeiend. Het pluimvee is daarom geschikt voor een lange mestperiode en kan in de buitenlucht worden gehouden, waarbij de uitloop maximaal wordt benut. Met voor de productie van “Volailles d’Ancenis” geselecteerde stammen kan pluimvee met de volgende fenotypen worden verkregen:

Product Fenotype Witte kip, kapoen van witte kip, Rode veren, witte poten en blank vel witte poularde Gele kip, kapoen van gele kip, Rode veren, gele poten en geel vel gele poularde Zwarte kip Zwarte veren, zwarte poten en blank vel Parelhoen, Grijze veren met zwarte spikkels; min of meer donkere loopbenen kapoen van parelhoen Zwarte veren, blank vel Kalkoen Zwarte veren, geel vel Bronskleurige veren, blank vel” 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/17

Deze nieuwe formulering maakt het mogelijk om dezelfde gegevens aan te houden voor de fenotypen van pluimvee met de BGA “Volailles d’Ancenis” of om fenotypen te specificeren voor kipkapoenen, parelhoenders en kalkoenen. De beschrijving van het fenotype is ook toegevoegd voor parelhoenkapoenen, die hetzelfde fenotype hebben als parelhoenders. Met deze aangepaste formulering kunnen tevens de aanduidingen van de nummers van de productdossiers met het kwaliteitslabel “Label Rouge” dat van oudsher verbonden was aan de productie van “Volailles d’Ancenis”, te schrappen. Deze zijn ook grotendeels verouderd. In het ontwerpproductdossier wordt punt 5.2 “Houderijsysteem” toegevoegd:

“5.2. Houderijsysteem “Volailles d’Ancenis” worden in de open lucht gehouden: de vogels kunnen vanaf een bepaalde leeftijd naar buiten. De minimumleeftijd voor de slacht is eveneens per type pluimvee vastgesteld. De gebouwen zijn uitgerust met luiken die vanaf negen uur ’s ochtends open zijn tot het donker wordt.

Maximumleeftijd voor uitloop Minimumleeftijd slacht Kip 37 81 Van de 37e tot en met de 42e dag is ’s winters een aangepast aantal uren voor uitloop mogelijk Parelhoen 56 94 Kapoen 42 150 Parelhoenkapoen 56 150 Poularde 42 120 Kalkoen 56 140”

In het ontwerpproductdossier wordt punt 5.3 “Stallen en uitloop” toegevoegd:

“5.3. Stallen en uitloop De stallen zijn klein van afmeting: de oppervlakte is maximaal 400 m2 en voor kalkoenen maximaal 500 m2. De stallen zijn licht en uitgerust met luiken waardoor de vogels naar buiten kunnen. Per 100 m2 vloeroppervlak is er minimaal vier strekkende meter aan luiken. Per type pluimvee moet de maximale dichtheid in acht worden genomen:

Maximumaantal dieren/m2 Kip 11 Parelhoen 13 Kalkoen 6,25

Maximumaantal dieren/m2 in stal Maximumaantal dieren/m2 in stal van van gedeeltelijke afvoer tot binnenkomst tot gedeeltelijke afvoer minimumleeftijd voor slacht (1) Kapoen 11 6,25 Parelhoenkapoen 13 10 Poularde 11 9

Gedeeltelijke afvoer of uitdunning: de praktijk om gehouden dieren te scheiden van de lange keten. (1) De tijd tussen de gedeeltelijke afvoer en de minimumleeftijd voor de slacht mag niet korter zijn dan: — 58 dagen voor kapoenen; C 395/18 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

— 49 dagen voor parelhoenkapoenen; — 28 dagen voor poulardes. Vanaf de 35e mestdag wordt er dagelijks op de strooiselvloer in de stal van de kippen, kapoenen en poulardes tarwe uitgestrooid (ten minste 250 kg/stal van 400 m2/partij). Uiterlijk op de 42e mestdag worden in de stallen van de kippen en parelhoenders zitstokken aangebracht met een gezamenlijke lengte van minimaal 128 meter per stal van 400 m2. Tegelijkertijd worden er touwtjes en ander pikmateriaal geplaatst. De uitloop moet zo groot zijn dat per type pluimvee van de “Volailles d’Ancenis” een minimumoppervlakte is gewaarborgd:

Minimumoppervlakte uitloop per type

Kip 2 m2 Parelhoen 2 m2 Kalkoen 6 m2

Minimumoppervlakte uitloop per dier Minimumoppervlakte uitloop per van binnenkomst tot gedeeltelijke dier van gedeeltelijke afvoer tot afvoer minimumleeftijd voor slacht (1)

Kapoen 2 m2 4 m2 Parelhoenkapoen 2 m2 3 m2 Poularde 2 m2 3 m2

Gedeeltelijke afvoer of uitdunning: de praktijk om gehouden dieren te scheiden van de lange keten. (1) De tijd tussen de gedeeltelijke afvoer en de minimumleeftijd voor de slacht mag niet korter zijn dan: — 58 dagen voor kapoenen; — 49 dagen voor parelhoenkapoenen; — 28 dagen voor poulardes. De uitloop is tegenover de luikopeningen en telt ten minste tweehonderd strekkende meter aan bomenhagen of gelijkwaardige afscheiding met bomen, naargelang van de schaduw op de grond.”. In het ontwerpproductdossier wordt punt 5.4 “Pluimveevoeder” toegevoegd:

“5.4. Pluimveevoeder Het voer voor “Volailles d’Ancenis” bestaat volledig uit planten, mineralen en vitaminen, waarvan ten minste 70 % granen en graanproducten naast toevoegingsmiddelen. Ten minste 12 % van de granen wordt gedurende de hele mestperiode (na 28 dagen) toegediend in de vorm van volkorengranen om de werking van de spiermaag van de dieren te stimuleren en te voorzien in hun natuurlijke behoeften. Graanproducten maken niet meer dan 15 % uit van het totaal aan granen en graanproducten. Het totale vetgehalte in het diervoeder mag niet meer zijn dan 6 %. De categorieën grondstoffen van het voer zijn: — granen en graanproducten; — oliehoudende zaden of vruchten en daarvan afgeleide producten; Plantaardige oliën worden alleen in ruwe of geraffineerde vorm gebruikt; — zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide producten; — knollen en wortels en daarvan afgeleide producten; — andere zaden en vruchten en daarvan afgeleide producten, zoals druiven en afgeleide producten; 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/19

— voedergewassen, ruwvoer en afgeleide producten, zoals luzerne en afgeleide producten;

— andere planten, algen en daarvan afgeleide producten;

— mineralen en daarvan afgeleide producten;

— (bij)producten van de fermentatie van micro-organismen: geïnactiveerd of gedood gist dat op plantaardig substraat is gekweekt;

— overige: producten van de verwerking van planten, producten van de verwerking van specerijen en aromatische stoffen;

— producten van de verwerking van kruiden.”.

In de toegevoegde punten 5.2 “Houderijsysteem”, 5.3 “Stallen en uitloop” en 5.4 “Pluimveevoeder” van het productdossier wordt de in de praktijk toegepaste werkwijze van de houders van de BGA “Volailles d’Ancenis” vastgelegd. Op basis daarvan wordt een strenge controle ervan mogelijk.

Deze werkwijze sluit aan bij de basiskenmerken van het geografische gebied en bij de kenmerken van het product, namelijk het gebruik van langzaam groeiende stammen en de aanwezigheid van een uitloop in een coulisselandschap (heggen en bomen, een dicht hydrografisch netwerk), en een dieet dat overwegend bestaat uit plaatselijke granen, met tarwe als belangrijke component, uit een gebied waarin landbouw en veeteelt worden gecombineerd. Die granen worden voor een deel uitgestrooid in de stallen. Dankzij het milde klimaat kunnen de vogels in vergelijking met ander in de buitenlucht gehouden pluimvee al in een vroeg stadium naar buiten.

De bepaling dat de slacht in het geografische gebied moet plaatsvinden, wordt geschrapt:

“Alle houderijen en slachthuizen bevinden zich in het afgebakende geografische gebied.”.

De eis dat de slacht moet plaatsvinden in het geografische gebied, wordt ingetrokken omdat steeds meer slachthuizen hun deuren sluiten, en hoewel er op dit moment nog meerdere slachthuizen in het geografische gebied zijn, kan dat over enkele jaren anders zijn en kan de sector dan in een complexe situatie terechtkomen.

De volgende bepalingen worden toegevoegd:

“5.5. Voorwaarden voor het afvoeren en vervoeren van pluimvee

De dieren moeten vanaf ten minste vijf uur voor hun afvoer van de houderij nuchter zijn, om ervoor te zorgen dat het spijsverteringskanaal helemaal leeg is.

Het vervoer van houderij naar slachthuis mag met het oog op het welzijn van het dier niet meer dan drie uur duren.

5.6. Rust voor de slacht

De dieren krijgen ten minste dertig minuten rust om te herstellen van het vervoer.”.

Met deze bepalingen wordt gewaarborgd dat er wordt voldaan aan minimumvoorwaarden voor dierenwelzijn, die van invloed zijn op de kenmerken van het product.

5.5. Rubriek “Verband”

In het productdossier wordt onder een groot aantal punten ingegaan op het verband. Daarvoor komt de nieuwe tekst van de rubriek van het productdossier “Elementen die het verband met de geografische omgeving rechtvaardigen” in de plaats om het verband tussen de “Volailles d’Ancenis” en het geografische gebied duidelijk aan te tonen, zonder dat er sprake is van een inhoudelijke wijziging. Het verband tussen het geografische gebied en het product is gebaseerd op de faam en de bijzondere kenmerken van het product. Het product heeft immers in de loop der jaren een goede reputatie kunnen verwerven dankzij de kenmerken van de omgeving (coulisselandschap, dicht hydrografisch netwerk, mild klimaat) en dankzij de knowhow van de bedrijven (vogels kunnen vroeg naar buiten, voer, vegetatie op de uitloop).

Deze rubriek wordt ingeleid met een alinea over het verband met de geografische oorsprong: “Het verband met de oorsprong van de “Volailles d’Ancenis” is gebaseerd op de faam en de specifieke kenmerken van het product die verband houden met de kennis van de houders.” C 395/20 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

De rubriek wordt vervolgens onderverdeeld in drie delen:

— onder “Specificiteit van het geografische gebied” vallen de natuurlijke factoren, vooral het heuvelachtige terrein, het dichte hydrografisch netwerk, de grote bodemvariatie en het agronomisch potentieel ervan op eenzelfde geologische ondergrond, het Armoricaans Massief, dat tot een gedifferentieerd gebruik van de percelen heeft geleid, het milde klimaat, de aanwezigheid van minerale elementen in de bodem (zogeheten “grit”), de knowhow over het ruime gebruik van granen in diervoeder, en de inrichting van het gebied als coulisselandschap;

— onder “Specificiteit van het product” wordt ingegaan op de bijzondere kenmerken van het product (rond karkas met volle filets en duidelijke vetafzettingen aan de zijde van de stompen en aan weerszijden van het borstbeen);

— tot slot wordt onder “Causaal verband” een toelichting gegeven op de wisselwerking tussen de natuurlijke en menselijke factoren en het product, te weten een pluimveeproduct dat is ontstaan dankzij:

— de grote verschillen in bodemkwaliteit (graanproductie en grasland in zeer grote nabijheid);

— een mild klimaat (waardoor de vogels in een bijzonder vroeg stadium naar buiten kunnen);

— de talrijke heggen (bescherming van het pluimvee tegen roofdieren en wind, natuurlijke zitstokken en de gegarandeerde beschikbaarheid van insecten en grit, hetgeen scharrelgedrag bevordert);

— het gebruik van langzaam groeiende robuuste stammen;

— een dieet dat vooral bestaat uit granen;

— een ronde bevleesdheid van het pluimvee, met volle filets en duidelijke vetafzettingen aan de zijkant van de stompen en aan weerszijden van het borstbeen.

Al deze elementen hebben bijgedragen aan de goede naam die “Volailles d’Ancenis” eerst regionaal (pluimveemarkt in Ancenis) en vervolgens nationaal (prijzen op Concours général agricole sinds 1995) heeft gekregen.

Om voornoemde redenen wordt punt f) “Verband” van de samenvatting vervangen door punt 5 “Verband met het geografische gebied” van het enig document.

5.6. Rubriek “Etikettering”

De volgende bepaling in het productdossier:

“Elk etiket van producten met de beschermde geografische aanduiding van Ancenis moet vooraf wordt goedgekeurd door:

1) het Comité de Certification de SEVRE ET LOIRE QUALITE;

2) de Commission Nationale des Labels et de la Certification Normative de Conformité.

De informatie op de etiketten moet voldoen aan de desbetreffende eisen voor kwaliteitsproducten zoals vastgelegd in de officiële technische kennisgevingen inzake de etikettering van pluimveeproducten door het ministerie van Landbouw.”

wordt geschrapt omdat alle op dit punt in het productdossier vermelde informatie achterhaald is:

— de naam van de controle-instantie (Comité de Certification de Sèvre et Loire Qualité) is inmiddels gewijzigd en kan dus niet op de etiketten blijven staan;

— de organisatie van de met voorschriften voor officiële oorsprongskeurmerken belaste Franse overheidsdiensten (Commission Nationale des Labels et de la Certification Normative de Conformité) is gewijzigd en deze instantie bestaat niet meer. Net als in het vorige punt kan dit soort informatie niet meer op het etiket blijven staan;

— de door het Ministerie van Landbouw opgestelde officiële technische kennisgevingen inzake de etikettering van pluimveeproducten bestaan niet meer en het is ook niet meer passend een productdossier te koppelen aan een apart nationaal document. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/21

De bepaling: “De geografische aanduiding wordt op het etiket vermeld, voorafgegaan door de naam van het product.” wordt vervangen door de volgende bepaling in het productdossier: “Naast de verplichte informatie uit hoofde van de regelgeving inzake de etikettering en de presentatie van levensmiddelen staat op het etiket het volgende: — de geregistreerde benaming van het product “Volailles d’Ancenis”; — het BGA-logo van de Unie in hetzelfde gezichtsveld.”. Verder wordt de informatie onder punt h) “Etikettering” in de samenvatting en dus ook in punt 3.6 van het enig document geschrapt.

5.7. Overige

— Aanvragende groepering: De volgende bepaling van het productdossier wordt geschrapt: “1.INFORMATIE OVER DE AANVRAGENDE GROEPERING

1.1.Naam: Les Fermiers d’Ancenis 1.2.Adres 276, bd Schuman 44150 Ancenis, FRANKRIJK Tel. Fax +33 40988954 +33 40960110 1.3.Rechtsvorm: Vereniging overeenkomstig de wet van 21 maart 1884 opgericht op 17 oktober 1975 l.4.Samenstelling: 225 leden, producenten van “Volailles d’Ancenis” op 31 december 1994”. Hiervoor komt de volgende bepaling in de plaats: “Aanvragende groepering:

Les Fermiers du Val de Loire Boulevard Pasteur — BP 50262 44158 Ancenis Cedex, Frankrijk Tel. +33 240988252 Fax +33 240831500 E-mail: [email protected] Association loi 1901 (organisatie zonder winstoogmerk)”. Daarmee zijn de contactgegevens van de groepering bijgewerkt. Deze wijziging van het productdossier heeft geen invloed op het enig document.

— Controlestructuren: Overeenkomstig de nationale instructies voor harmonisering van de productdossiers zijn de naam en contactgegevens van de certificerende instantie geschrapt. In deze rubriek worden voortaan de contactgegevens vermeld van de instanties die bevoegd zijn voor de controle in geheel Frankrijk: het Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) en de Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF). De naam en de gegevens van de certificeringsinstantie zijn te vinden op de website van het INAO en in de databank van de Europese Commissie. Deze wijziging van het productdossier heeft geen gevolgen voor het enig document.

— Nationale eisen: Onder “nationale eisen” worden de belangrijkste punten die moeten worden gecontroleerd, ingevoegd conform de geldende nationale regelgeving. Deze wijziging van het productdossier heeft geen gevolgen voor het enig document. C 395/22 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

— Controles: Het huidige productdossier bevat een rubriek over controles op de naleving van de voorschriften van het productdossier, waarbij de indruk zou kunnen ontstaan dat het om een controleprogramma gaat. Overeenkomstig de huidige controlevereisten worden al deze elementen uit het productdossier geschrapt. Tegelijkertijd is een controleprogramma opgesteld om te garanderen dat het voorgestelde productdossier volledig wordt gecontroleerd op de naleving ervan.

ENIG DOCUMENT

“Volailles d’Ancenis”

EU-nr.: PGI-FR-0167-AM02 — 15.10.2019

BOB ( ) BGA (X)

1. Naam/Namen (van de BOB of de BGA) “Volailles d’Ancenis”

2. Lidstaat of derde land Frankrijk

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie (zie bijlage XI) Categorie 1.1 — Vers vlees (en verse slachtafvallen)

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is “Volailles d’Ancenis” behoren tot de orde van de hoendervogels. Ze bestaan uit verschillende families en omvatten meerdere soorten dieren: — kip, poularde, kapoen; — parelhoen, parelhoenkapoen; — kalkoen. Bij al deze vogels gaat het om langzaam groeiende robuuste stammen met een lange mestperiode waarbij de slacht plaatsvindt bij het bereiken van de geslachtsrijpheid, zodat optimale kwaliteit (bevleesdheid en smaak) is gewaarborgd. Ze worden in de open lucht op met bomen omzoomd grasland gehouden, waar ze natuurlijk scharrelgedrag kunnen vertonen. De “Volailles d’Ancenis” worden gekenmerkt door een rond karkas met volle filets en duidelijke vetafzettingen aan de zijde van de stompen en aan weerszijden van het borstbeen. Naargelang van het type pluimvee zijn de kenmerken van het eindproduct als volgt:

Minimumgewicht Kleur van vlees en vel Kleur van de poten Kip 1 kg Geel of wit Geel, wit of zwart Parelhoen 0,850 kg Beige Zwart Kapoen 2,5 kg Geel of wit Geel of wit Parelhoenkapoen 1,4 kg Beige Zwart Poularde 1,6 kg Geel of wit Geel of wit Kalkoen 2,3 kg Geel of wit Zwart

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten) Het voer voor “Volailles d’Ancenis” bestaat volledig uit planten, mineralen en vitaminen en voor ten minste 70 % uit granen en graanproducten. Ten minste 12 % van de granen wordt gedurende de hele mestperiode (na 28 dagen) toegediend in de vorm van volkorentarwe om de werking van de spiermaag van de dieren te stimuleren en te voorzien in de natuurlijke behoeften van de dieren. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/23

Het percentage bijproducten van granen mag niet hoger zijn dan 15 % van de totale formule. Het totale vetgehalte in het diervoeder mag niet hoger zijn dan 6 %. De categorieën grondstoffen van het voer zijn: — granen en graanproducten; — oliehoudende zaden of vruchten en daarvan afgeleide producten; Plantaardige oliën worden alleen in ruwe of geraffineerde vorm gebruikt; — zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide producten; — knollen en wortels en daarvan afgeleide producten; — andere zaden en vruchten en daarvan afgeleide producten, zoals druiven en afgeleide producten; — voedergewassen, ruwvoer en afgeleide producten, zoals luzerne en afgeleide producten; — andere planten, algen en daarvan afgeleide producten; — mineralen en daarvan afgeleide producten; — producten en bijproducten van de fermentatie van micro-organismen: geïnactiveerd of gedood gist dat op plantaardig substraat is gekweekt; — overige: — producten van de verwerking van planten; — producten van de verwerking van specerijen en aromatische stoffen; — producten van de verwerking van kruiden.

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden “Volailles d’Ancenis” worden in het afgebakende geografische gebied gehouden vanaf de eerste levensdag tot de dag waarop ze voor de slacht worden afgevoerd.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst “Volailles d’Ancenis” worden als geheel of in deelstukken, vers of diepgevroren, in de handel gebracht. De hele stukken zijn afkomstig van karkassen van klasse A; deelstukken mogen afkomstig zijn van karkassen van klasse B, maar de in de handel gebrachte delen moeten van klasse A zijn. De karkassen worden als volgt aangeboden: — “panklaar” (geplukt, van de ingewanden ontdaan, zonder kop, met of zonder loopbeen) in folie verpakt, onder beschermende atmosfeer of vacuüm; — “ontdarmd” (geplukt, van de ingewanden ontdaan, met kop, poten en eetbare bijproducten). De eetbare bijproducten van pluimvee (hart, spiermaag en lever) worden vers of diepgevroren in de handel gebracht.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst —

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied Lijst van de kantons en gemeenten die het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” vormen: Departement Loire-Atlantique in zijn geheel Departement Maine-et-Loire: Kantons: Angers 1; Angers 2; Angers 3; Angers 4; Angers 5; C 395/24 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Angers 7, behalve het vroegere gebied van de “communes déléguées” Bauné en Corné (gemeente Loire-Authion) en La Ménitré — Beaupréau — Chalonnes-sur-Loire — Chemillé-Melay, behalve het vroegere gebied van de “commune déléguée” Martigné-Briand (gemeente Terranjou); Cholet 1; Cholet 2; La Pommeraye; Les Ponts-de-Cé, behalve het vroegere gebied van de “communes déléguées” Chemellier en Coutures (gemeente Brissac-Loire-Aubance); Saint Macaire-en-Mauges; Tiercé, behalve de gemeenten Baracé, Durtal, Étriché, Les Rairies, Montigné-les-Rairies en het vroegere gebied van de “communes déléguées” Daumeray en Morannes (gemeente Morannes-sur-Sarthe-Daumeray). Gemeenten: Angers (deel van het kanton Angers 6) — Montreuil-sur-Loir — Rives-du-Loir-en-Authion — Saint- Barthélemy-d’Anjou — Verrières-en-Anjou. Departement Deux-Sèvres: Kantons: Bressuire; Cerizay; La Gâtine, behalve de gemeenten Doux, La Ferrière-en-Parthenay, , Mazières-en-Gâtine, , Pressigny, Saint-Germier, Saint-Georges-de-Noisne, Saint-Marc-la-Lande, en ; Mauléon; Parthenay; Thouars, behalve de gemeente . Gemeenten: Airvault, Argenton-l'Eglise, Availles-Thouarsais, Bouillé-Loretz, Boussais, Coulonges-Thouarsais, Glénay, Louin, Luché-Thouarsais, Luzay, Maisontiers, Pierrefite, Sainte-Gemme, Saint-Loup-Lamaire, Saint-Varent, Tessonnière, Val-en-Vigne. Departement Vendée: Kanton: Mortagne-sur-Sèvre: Gemeenten: Bazoges-en-Paillers, La Boissière-de-Montaigu en Treize-Septiers.

5. Verband met het geografische gebied Het verband met de oorsprong van de “Volailles d’Ancenis” is gebaseerd op de faam en de specifieke kenmerken van het product die verband houden met de kennis van de houders. Het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” bestrijkt de gehele vallei van de benedenloop van de Loire, van de monding tot de Loir. Het terrein is heuvelachtig en kent een tamelijk dicht rivierennetwerk. Het geografische gebied wordt gekenmerkt door een grote bodemvariatie op eenzelfde geologische ondergrond, het Armoricaanse Massief, wat ten aanzien van het agronomisch potentieel van de bodem heeft geleid tot een gedifferentieerde benutting en ruimtelijke diversiteit. Dat verklaart grotendeels de wijze waarop de teelten zijn georganiseerd: de landbouwers en veehouders in het gebied gebruiken van oudsher de droogste of slechtst gedraineerde grond als grasland, terwijl op de diepste en/of vruchtbaarste grond granen worden verbouwd, voornamelijk tarwe en gerst, en het overige land wordt benut voor voedergewassen. Het geografische gebied van de BGA “Volailles d’Ancenis” is een van de grote bosrijke streken van Frankrijk. In de departementen Loire-Atlantique, Maine-et-Loire, Vendée en Deux-Sèvres komt het coulisselandschap dan ook veelvuldig en in heel het geografische gebied zelfs ononderbroken voor. De heggen, met hun grote verscheidenheid aan soorten een schat aan biodiversiteit, bieden bescherming aan in het wild levende dieren, met name insecten; die vormen een bron van eiwitten voor de vogels, die moeilijk te kwantificeren is maar een duidelijke aanvulling vormt op de aardwormen. Daarnaast vinden de vogels in de bodem minerale voedingsstoffen in de vorm van “grit”: kleine steentjes die te vinden zijn aan de oppervlakte van dit soort weinig bewerkte grond en die gunstig zijn voor de ontwikkeling van de spiermaag van het pluimvee. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/25

Het geografische gebied heeft een mozaïek van mesoklimaten, die dankzij de nabijheid van de oceaan overwegend mild zijn, zodat de vogels al in een vroeg stadium naar buiten kunnen. Omdat het gras door de lenteregen al vroeg in het jaar opkomt, laten de veehouders hun vogels van oudsher eerder naar buiten.

Het geografische gebied van de “Volailles d’Ancenis” kent een lange traditie van gecombineerde landbouw en veeteelt. Naast deze twee hoofdvormen van productie worden in het gebied ook erfdieren gehouden, met tarwe als basis voor de pluimveevoeding. Dit was traditioneel een taak van de boerinnen, die daarmee inkomsten genereerden om de dagelijkse uitgaven te bekostigen. Die tradities zijn in stand gebleven en zijn vandaag de dag nog terug te vinden in de productie van “Volailles de Ancenis”: de dieren zijn de hele dag buiten en gaan op stok zoals erfdieren dat doen, terwijl de houder, net als voorheen de boerin, elke dag tarwe uitstrooit en het voer van de vogels voornamelijk uit granen bestaat. Het voeren en mesten is er vooral op gericht om vette graankippen te krijgen.

De “Volailles d’Ancenis” hebben een vrije uitloop en worden in de open lucht gehouden. Het pluimvee kan al in een vroeg stadium naar buiten. Voor kippen, kapoenen en poulardes is dat na 37 dagen, voor parelhoenders en kapoenen van parelhoenders na 53 dagen en voor kalkoenen na 42 dagen.

Omdat is gekozen voor robuuste stammen, kunnen de vogels niet alleen al in een vroeg stadium naar buiten, maar wordt ook de uitloop goed benut. De van nature actieve dieren kunnen wanneer ze maar willen op stok gaan, scharrelen en pikken, ook dankzij de wijze waarop de dieren worden gehouden door de producentengroepering.

Het voer voor “Volailles d’Ancenis” bestaat volledig uit planten, mineralen en vitaminen en voor ten minste 70 % uit granen en graanproducten. Ten minste 12 % van deze granen betreft volkorentarwe, dat bevorderlijk is voor de werking van de spiermaag en de organoleptische eigenschappen.

De “Volailles d’Ancenis” worden gekenmerkt door een rond karkas met volle filets en duidelijke vetafzettingen aan de zijde van de stompen en aan weerszijden van het borstbeen.

Bij de ontwikkeling van de productie van “Volailles d’Ancenis” is geprofiteerd van de grote variatie in bodemkwaliteit, zowel op het niveau van het productiegebied als op dat van het landbouwbedrijf.

Met het oog op een zo goed mogelijke benutting van de beschikbare gronden hebben de bewoners van de streek gekozen voor complementaire praktijken in de vorm van een combinatie van landbouw en veeteelt, en in het bijzonder graanbouw en rundveeproductie.

Daartoe moesten zij het land opdelen, waardoor een coulisselandschap is ontstaan. Dat soort landschap is kenmerkend voor het geografische gebied van de “Volailles d’Ancenis”.

Het bestaat uit door heggen omzoomde terreinen waarbinnen de vogels veilig zijn en in de open lucht kunnen groeien. De heggen bieden bescherming tegen wind en roofdieren. Daarnaast vinden de vogels er natuurlijke zitstokken, insecten en grit: omstandigheden die gunstig zijn voor hun ontwikkeling. Ook kunnen ze er overal rondscharrelen.

Door de keuze voor robuuste stammen, door het overwegend milde oceaanklimaat en door de beschermende heggen kunnen de dieren al in een vroeg stadium naar buiten. Dat betekent dat ze volop gras tot zich kunnen nemen.

Tot het natuurlijk gedrag van deze stammen behoort ook het op stok zitten, waarvoor ze gebruik kunnen maken van de lagere takken van de heggen, maar ook van de zitstokken die de veehouders in de stallen hebben aangebracht. De bijzondere kenmerken van “Volailles d’Ancenis” zijn mede daaraan te danken.

Bij de kippen wordt rekening gehouden met het natuurlijke scharrel- en pikgedrag door dagelijks tarwe uit te strooien en voorwerpen te plaatsen waarin de dieren kunnen pikken. Al deze elementen zorgen voor de rust die in combinatie met een langere teeltperiode nodig is voor een goede vetmesting van de vogels en voor de karakteristieke geronde vorm van de karkassen.

De traditionele productiewijze heeft het pluimvee een goede naam bezorgd, in de eerste plaats in de regio, zoals blijkt uit de wekelijkse pluimveemarkt in Ancenis. C 395/26 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Door dit alles is het eindproduct van erkende kwaliteit, getuige de medailles die sinds 1995 in de wacht zijn gesleept tijdens het Concours Général Agricole de Paris.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT000039121349&dateTexte=&categorieLien=id 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/27

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 395/07)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“KUNSÁG / KUNSÁGI”

PDO-HU-A1332-AM03

Datum van mededeling: 10.9.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Uitbreiding van het gebied voor productie buiten het afgebakende productiegebied a) Betrokken hoofdstuk van het productdossier: — VIII. Aanvullende voorwaarden b) Betrokken hoofdstuk van het enig document: — c) Redenen: om het concurrentievermogen te versterken en de gebruiksmogelijkheden van de hier geteelde druiven uit te breiden, is het raadzaam de productie buiten het afgebakende productiegebied uit te breiden tot alle wettelijk toegestane gebieden. In die gebieden zijn dezelfde productieomstandigheden gewaarborgd als in het huidige verwerkingsgebied van de beschermde oorsprongsbenaming Kunság.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product Kunság Kunsági

2. Type geografische aanduiding BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten 1. Wijn 4. Mousserende wijn 9. Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd

4. BESCHRIJVING VAN DE WIJN(EN)

Wijn — Rosé cepage- en cuveewijn Lichtroze, roze of lichtviolet van kleur, met minder scherpe zuren en fruitgeuren en -smaken. Naargelang van het suikergehalte droge, halfdroge, halfzoete of zoete wijn.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. C 395/28 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Siller cepage- en cuveewijn Wijnen met afgeronde zuren, een matig tanninegehalte en matige body, cepagewijnen hebben de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken, assemblagewijnen hebben kenmerken afhankelijk van de assemblageverhouding, naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 20 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Witte cepage- en cuveewijn Doorgaans een zachte wijn met een laag alcoholgehalte, lichtgroen of licht tot krachtiger strogeel van kleur, fris van karakter met kenmerken van zomerfruit en soms citrusvruchten, naargelang van het suikergehalte droge, halfdroge, halfzoete of zoete wijn.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 16,67 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rode cepage- en cuveewijn Robijnrood tot donkerrobijnrode jeugdige wijn met intense fruit- en kruidenaroma’s, een matig tanninegehalte en een aangenaam zuurgevoel en alcoholgehalte, naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/29

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 20 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Witte cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst Wijn met een goudgele kleur, complexe geuren, en een volle olieachtige textuur, met smaken van rijping op houten vaten en rijping op de fles, een aangenaam zuurgevoel en een aangenaam alcoholgehalte. Bevat vaak restsuiker.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rode cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst Wijn met een robijnrode of donkerrode kleur, complexe geuren, en een volle olieachtige textuur, met smaken van rijping op houten vaten en rijping op de fles, een aangenaam zuurgevoel en een aangenaam alcoholgehalte. Bevat vaak restsuiker.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Witte cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst Wijn met een groengele kleur, met voor het ras kenmerkende kleur en smaak, met levendige zuren, een matige body en matig alcoholgehalte. Droge, halfdroge, halfzoete of zoete wijn.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. C 395/30 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rosé cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst Wijn met een lichtroze, roze tot lichtviolette kleur, met een elegant en fijn zuurgevoel en een bijzonder fruitige geur. Naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rode cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst Rode wijn met een donkerrobijnrode of donkerbloedrode kleur, met een fruitige en soms kruidige geur, met een matige body en zacht karakter, met smaken van rijping op houten vaten en rijping op de fles en een matig tanninegehalte. Naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 20 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Witte cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven Wijnen met een goudgele kleur, complexe geuren en een hoog natuurlijk suikergehalte, met een volle olieachtige textuur, met complexe geuren en smaken van honing, rijp of gedroogd fruit en soms edelrot, doorgaans halfzoet of zoet.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/31

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rode cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven Rode wijn met een donkerrobijnrode of donkerbloedrode kleur, met een rijpe geur van gedroogde vruchten en/of kruiden, met smaken van rijping op houten vaten en rijping op de fles en een matig tanninegehalte. Bevat vaak restsuiker.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Witte ijswijn Kleur van oud goud. Wijn met een rijke en complexe geur, met een bijzonder hoog suikergehalte, “honingzoet”, geconcentreerd van smaak en met levendige zuren.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Wijn — Rode ijswijn Bronsrode kleur. Wijn met een rijke en complexe geur, met een bijzonder hoog suikergehalte, “honingzoet”, geconcentreerd van smaak en met een matig tanninegehalte.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden C 395/32 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 33,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Mousserende wijn — Wit De wijn heeft de bij de soort passende kleur, neutrale of de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken, en een harmonisch zuurgevoel. De wijn is licht en luchtig en blijft parelen.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Mousserende wijn — Rosé De wijn heeft de bij de soort passende kleur, neutrale of de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken, en een harmonisch zuurgevoel. De wijn is licht en luchtig en blijft parelen.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Mousserende wijn — Rood De wijn heeft de bij de soort passende kleur, neutrale of de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken, en een harmonisch zuurgevoel. De wijn is licht en luchtig en blijft parelen.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/33

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 9 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd — Wit Frisse, levendige wijnen, licht parelend, licht groengeel tot lichtstrogeel van kleur, met een relatief laag alcoholgehalte, een uitgesproken zuurstructuur, droog, halfzoet of zoet, met een kenmerkende frisse druivengeur en -smaak.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 7 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd — Rosé Frisse, levendige wijnen, licht parelend, lichtroze tot roze van kleur, met een relatief laag alcoholgehalte, een uitgesproken zuurstructuur, droog, halfzoet of zoet, met een kenmerkende frisse druivengeur en -smaak.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 7 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd — Rood Frisse, levendige wijnen, licht parelend, lichtviolet tot violet van kleur, met een relatief laag alcoholgehalte, een uitgesproken zuurstructuur, droog, halfzoet of zoet, met een kenmerkende frisse druivengeur en -smaak.

* inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden C 395/34 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Algemene analytische kenmerken Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) 7 Minimale totale zuurgraad 5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per 13,33 liter) Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Specifieke oenologisch procedés Verplichte oenologische procedés — Wijn (1) Specifiek oenologisch procedé Witte cepage- en cuveewijnen, rosé cepage- en cuveewijnen: — de druiven moeten worden verwerkt op de dag waarop ze zijn geoogst; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — de most moet worden gezuiverd; Siller cepage- en cuveewijnen, rode cepage- en cuveewijnen: — de druivenpulp moet met de schil worden vergist; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; Witte cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst: — de druiven moeten worden verwerkt op de dag waarop ze zijn geoogst; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — de most moet worden gezuiverd; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Rode cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst — de druivenpulp moet met de schil worden vergist; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Witte cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst — de druiven moeten worden verwerkt op de dag waarop ze zijn geoogst; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — de most moet worden gezuiverd; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Verplichte oenologische procedés — Wijn (2) Specifiek oenologisch procedé Rosé cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst — de druiven moeten worden verwerkt op de dag waarop ze zijn geoogst; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — de most moet worden gezuiverd; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/35

Rode cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst — de druivenpulp moet met de schil worden vergist; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Witte cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven: — de druiven moeten worden verwerkt op de dag waarop ze zijn geoogst; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — de most moet worden gezuiverd; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Rode cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven: — de druivenpulp moet met de schil worden vergist; — de persing is alleen maar toegestaan in niet-continupersen; — er mag op zijn vroegst worden gebotteld op 1 maart van het jaar volgend op de oogst; — drie maanden gisting op de fles voordat de wijn in de handel wordt gebracht; Witte ijswijn en rode ijswijn: — manuele oogst bij een temperatuur van minder dan – 7 °C; — de druiven worden in bevroren toestand geperst; — gisting tot het gewenste suikergehalte; — ten minste zes maanden rijping op de fles; Niet-toegestane oenologische procedés — Wijn Specifiek oenologisch procedé Witte cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst, rode cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst, witte cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst, rosé cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst, rode cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst, witte cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven, rode cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven, witte ijswijn, rode ijswijn: — het verbeteren van de most; — het verzoeten van de wijn; Voorschriften inzake teeltwijze — Teeltwijze en dichtheid van de wijngaard Teeltpraktijk Druiven die afkomstig zijn van bestaande wijngaarden die vóór 31 december 2011 zijn aangeplant, ongeacht de teeltwijze, mogen worden verwerkt tot wijnen met de beschermde oorsprongsbenaming Kunság(i) tot de wijngaard wordt gerooid. Druiven die afkomstig zijn van wijngaarden die na 31 december 2011 zijn aangeplant, mogen alleen worden verwerkt tot wijnen met de beschermde oorsprongsbenaming Kunság(i) indien de volgende teeltwijzen werden toegepast: — Lage stamsnoei; — Paraplusnoei; — Moser-snoei; — enkele gordijnsnoei, — Sylvos-snoei. Bij wijngaarden die na 1 januari 2012 zijn aangeplant, bedraagt de plantdichtheid ten minste 3 300 wijnstokken/ha. Bij de bepaling van de afstand tussen de rijen en de wijnstokken moet worden uitgegaan van een gelijkmatige afstand tussen de rijen en de wijnstokken en is de aanplanting van dubbele rijen en/of dubbele wijnstokken toegestaan. De afstand tussen de rijen bedraagt minimaal 1,00 m en maximaal 3,60 m, de afstand tussen de wijnstokken bedraagt minimaal 0,60 m en maximaal 1,20 m. Bij aanplanting van dubbele wijnstokken is de gemiddelde afstand tussen de twee wijnstokken bepalend. C 395/36 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Bij het bepalen van de belasting van de wijnstok mag het aantal levende ogen dat wordt behouden – ongeacht de teeltwijze – niet meer dan 16 levende ogen /m2 bedragen. De definitieve opbrengst voor het bereiken van de productie­ doelstellingen moet worden bepaald door tijdens de vegetatieperiode de scheuten voldoende bij te werken. Voor de vervaardiging van producten met de beschermde oorsprongsbenaming Kunság(i) mogen enkel druiven worden gebruikt die afkomstig zijn van wijngaarden waar het verlies van wijnstokken niet hoger is dan 10 %. Voorschriften inzake teeltwijze — Tijdstip en wijze van de oogst, kwaliteit van de druiven Teeltpraktijk De datum waarop de oogst begint, wordt elk jaar bepaald door de raad van de bevoegde wijnberggemeenschap op basis van proefoogsten die vanaf 1 augustus van elk jaar wekelijks plaatsvinden. Producten die worden vervaardigd van druiven die werden geoogst vóór de door de wijnberggemeenschap vastgestelde startdatum kunnen geen certificaat van oorsprong in de categorie BOB Kunság(i) krijgen en mogen niet onder de BOB Kunság(i) in de handel worden gebracht. De datum van de oogst wordt gepubliceerd in een mededeling van de wijnberggemeenschappen Bij het vervaardigen van de producten moeten het minimale suikergehalte en het potentiële alcoholgehalte van de druiven worden toegepast volgens de bepalingen van de onderstaande tabel en in overeenstemming met de geldende Hongaarse en Europese wet- en regelgeving. Bij het oogsten van de druiven mag over het algemeen zowel manueel als machinaal worden geoogst, maar uitsluitend uit manueel geoogste druiven kunnen de volgende producten worden bereid: — wijn van laat geoogste druiven; — wijn van druiven van geselecteerde oogst; — wijn van ingedroogde druiven; — ijswijn. Minimaal natuurlijk suikergehalte en minimaal potentieel suikergehalte van de druiven Teeltpraktijk Wijntype/categorie Het minimale natuurlijke suikergehalte in graden° MM op de Hongaarse schaal voor mostgewicht (Magyar Mustfok, bij 17,5 °C) Wijn — Witte cepage- en cuveewijnen, rosé cepage- en cuveewijnen, Siller cepage- en cuveewijnen, rode cepage- en cuveewijnen: 14,82 Wijn — Witte en rode wijn van druiven van late oogst 19,00 Wijn — Witte, rosé en rode wijn van druiven van geselecteerde oogst 19,00 Wijn — Witte en rode wijn van druiven van ingedroogde druiven 20,00 Wijn — Witte en rode ijswijn: 16,66 25,00 Mousserende wijn: 14,82 Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd: 14,82

Het minimale potentiële alcoholgehalte van de druiven ((%vol) bij 20 °C) Wijn — Witte cepage- en cuveewijnen, rosé cepage- en cuveewijnen, Siller cepage- en cuveewijnen, rode cepage- en cuveewijnen: 9,0 Wijn — Witte en rode wijn van druiven van late oogst 12,08 Wijn — Witte, rosé en rode wijn van druiven van geselecteerde oogst 12,08 Wijn — Witte en rode wijn van druiven van ingedroogde druiven 12,83 Wijn — Witte en rode ijswijn: 16,66 Mousserende wijn: 9,0 Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd: 9,0 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/37

b. Maximumopbrengsten Witte cepage- en cuveewijnen, rosé cepage- en cuveewijnen, Siller cepage- en cuveewijnen, rode cepage- en cuveewijnen, mousserende wijnen, 100 hectoliter per hectare Witte cepage- en cuveewijnen, rosé cepage- en cuveewijnen, Siller cepage- en cuveewijnen, rode cepage- en cuveewijnen, mousserende wijnen, 14 300 kg druiven per hectare Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd 100 hectoliter per hectare Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd 14 300 kg druiven per hectare Witte en rode cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst 70 hectoliter per hectare Witte en rode cepagewijn of cuvee van druiven van late oogst 10 000 kg druiven per hectare Witte, rosé en rode cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst 70 hectoliter per hectare Witte, rosé en rode cepagewijn of cuvee van druiven van geselecteerde oogst 10 000 kg druiven per hectare Rode cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven, witte en rode ijswijn 42 hectoliter per hectare Rode cepagewijn of cuvee van ingedroogde druiven, witte en rode ijswijn 6 000 kg druiven per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied De volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde gebieden van de gemeenten Abony, Akasztó, Albertirsa, Apostag, Ágasegyháza, Ballószög, Balotaszállás, Bácsalmás, Bácsszőlős, Bénye, Bócsa, Bugac, Cegléd, Ceglédbercel, Cibakháza, Csemő, Csengőd, Cserkeszőlő, Csépa, Csikéria, Csólyospálos, Dány, Dunapataj, Dunavecse, Dömsöd, Felsőlajos, Fülöpháza, Fülöpjakab, Fülöpszállás, Harta, Gomba, Harkakötöny, Helvécia, Hernád, Imrehegy, Inárcs, Izsák, Jakabszállás, Jánoshalma, Jászberény, Jászszentandrás, Jászszentlászló, Kakucs, Kaskantyú, Kecel, Kecskemét, Kelebia, Kerekegyháza, Kéleshalom, Kiskőrös, Kiskunfélegyháza, Kiskunhalas, Kiskunmajsa, Kisszállás, Kocsér, Kóka, Kömpöc, Kunbaja, Kunbaracs, Kunfehértó, Kunszállás, Kunszentmiklós, Ladánybene, Lajosmizse, Lakitelek, Mélykút, Monor, Monorierdő, Móricgát, Nagykáta, Nagykőrös, Nagyrév, Nyárlőrinc, Nyársapát, Ócsa, Orgovány, Örkény, Páhi, Pálmonostora, Petőfiszállás, Pilis, Pirtó, Ráckeve, Solt, Soltszentimre, Soltvadkert, Szabadszállás, Szank, Szelevény, Szentkirály, Szigetcsép, Szigetszentmárton, Szigetújfalu, Tabdi, Tápiószentmárton, Tápiószele, Tázlár, Tiszaalpár, Tiszajenő, Tiszaföldvár, Tiszainoka, Tiszakécske, Tiszakürt, Tiszasas, Tiszaug, Tompa, Tóalmás, Tököl, Újlengyel, Újszilvás en Zsana

7. Voornaamste wijndruivenras(sen) arany sárfehér — fehér dinka arany sárfehér — huszár szőlő arany sárfehér — izsáki arany sárfehér — izsáki sárfehér arany sárfehér — német dinka blauburger bíbor kadarka cabernet franc — cabernet cabernet franc — carbonet cabernet franc — carmenet C 395/38 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

cabernet franc — gros cabernet cabernet franc — gros vidur cabernet franc — kaberne fran cabernet sauvignon chardonnay — chardonnay blanc chardonnay — kereklevelű chardonnay — morillon blanc chardonnay — ronci bilé chasselas — chasselas blanc chasselas — chasselas dorato chasselas — chasselas doré chasselas — chrupka belia chasselas — fehér fábiánszőlő chasselas — fehér gyöngyszőlő chasselas — fendant blanc chasselas — saszla belaja chasselas — weisser gutedel cserszegi fűszeres ezerfürtű ezerjó — kolmreifler ezerjó — korponai ezerjó — szadocsina ezerjó — tausendachtgute ezerjó — tausendgute ezerjó — trummertraube furmint — furmint bianco furmint — moslavac bijeli furmint — mosler furmint — posipel furmint — som furmint — szigeti furmint — zapfner generosa gyöngyrizling hamburgi muskotály — miszket hamburgszki hamburgi muskotály — moscato d'Amburgo hamburgi muskotály — muscat de hambourg hamburgi muskotály — muscat de hamburg hamburgi muskotály — muszkat gamburgszkij hárslevelű — feuilles de tilleul hárslevelű — garszleveljü 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/39

hárslevelű — lindeblättrige hárslevelű — lipovina irsai olivér — irsai irsai olivér — muskat olivér irsai olivér — zolotis irsai olivér — zolotisztüj rannüj jubileum 75 kadarka — csetereska kadarka — fekete budai kadarka — gamza kadarka — jenei fekete kadarka — kadar kadarka — kadarka negra kadarka — negru moale kadarka — szkadarka kadarka — törökszőlő karát királyleányka — dánosi leányka királyleányka — erdei sárga királyleányka — feteasca regale királyleányka — galbena de ardeal királyleányka — königliche mädchentraube királyleányka — königstochter királyleányka — little princess kármin kékfrankos — blauer lemberger kékfrankos — blaufränkisch kékfrankos — limberger kékfrankos — moravka kéknyelű — blaustängler kékoportó — blauer portugieser kékoportó — modry portugal kékoportó — portugais bleu kékoportó — portugalske modré kékoportó — portugizer kövidinka — a dinka crvena kövidinka — a dinka mala kövidinka — a dinka rossa kövidinka — a kamena dinka kövidinka — a ruzsica C 395/40 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

kövidinka — steinschiller leányka — dievcenske hrozno leányka — feteasca alba leányka — leányszőlő leányka — mädchentraube merlot mátrai muskotály nektár olasz rizling — grasevina olasz rizling — nemes rizling olasz rizling — olaszrizling olasz rizling — riesling italien olasz rizling — risling vlassky olasz rizling — taljanska grasevina olasz rizling — welschrieslig ottonel muskotály — miszket otonel ottonel muskotály — muscat ottonel ottonel muskotály — muskat ottonel pinot blanc — fehér burgundi pinot blanc — pinot beluj pinot blanc — pinot bianco pinot blanc — weissburgunder pinot noir — blauer burgunder pinot noir — kisburgundi kék pinot noir — kék burgundi pinot noir — kék rulandi pinot noir — pignula pinot noir — pino csernüj pinot noir — pinot cernii pinot noir — pinot nero pinot noir — pinot tinto pinot noir — rulandski modre pinot noir — savagnin noir pinot noir — spätburgunder pozsonyi fehér — czétényi pozsonyi fehér — czétényi fehér rajnai rizling — johannisberger rajnai rizling — rheinriesling rajnai rizling — rhine riesling rajnai rizling — riesling 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/41

rajnai rizling — riesling blanc rajnai rizling — weisser riesling rizlingszilváni — müller thurgau rizlingszilváni — müller thurgau bijeli rizlingszilváni — müller thurgau blanc rizlingszilváni — rivaner rizlingszilváni — rizvanac sauvignon — sauvignon bianco sauvignon — sauvignon bijeli sauvignon — sauvignon blanc sauvignon — sovinjon szürkebarát — auvergans gris szürkebarát — grauburgunder szürkebarát — graumönch szürkebarát — pinot grigio szürkebarát — pinot gris szürkebarát — ruländer tramini — gewürtztraminer tramini — roter traminer tramini — savagnin rose tramini — tramin cervené tramini — traminer tramini — traminer rosso zengő zenit zweigelt — blauer zweigeltrebe zweigelt — rotburger zweigelt — zweigeltrebe zöld veltelíni — grüner muskateller zöld veltelíni — grüner veltliner zöld veltelíni — veltlinské zelené zöld veltelíni — zöldveltelíni

8. Beschrijving van het (de) verband(en) “Met betrekking tot alle categorieën — Voorstelling van het afgebakende gebied”

a) Natuurlijke en culturele factoren Het voor de productie afgebakende gebied bevindt zich in het centrale gedeelte van Hongarije. Het grootste gedeelte daarvan bevindt zich in het gebied van de Hongaarse Laagvlakte tussen de Donau en de Tisza, het Donau-Tisza- interfluvium en Tiszazug. Het sluit aan op bepaalde productiegebieden van het eiland Csepel in het noordwesten en van het heuvelland van Gödöllő in het noorden. De omgeving van het productiegebied wordt vooral bepaald door de laagvlakte. De streek bevindt zich op een hoogte van minder dan 150 m boven de zeespiegel. Het reliëf komt overeen met een laagvlakte, de hoogteverschillen bedragen niet meer dan 10 tot 20 m. C 395/42 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

In de productiegebieden van de Kunság zijn overwegend kalkhoudende zandbodems (humushoudende zandbodems en stuifzand) te vinden en in een kleiner gedeelte bruine bosbodems, chernozem, weidegronden en alluviale gronden. Kenmerkend voor de zandgrond is dat hij snel opwarmt en door zijn lichte kleur de zonneschijn beter reflecteert, wat bevorderlijk is voor de rijping van de druiven, en dat hij door zijn kwartsgehalte van meer dan 75 % immuun is voor Phylloxera. Hij kan wel minder voedingsstoffen leveren en minder water vasthouden, en het mineralengehalte is lager. Het klimaat van het productiegebied wordt bepaald door het continentale klimaat dat in Hongarije overheerst. Typerend daarvoor zijn hete zomers en koude winters. De gemiddelde temperatuur bedraagt 10-11 °C. Tijdens de vegetatieperiode, in de maanden juli en augustus, komen veel hete dagen voor. Het aantal uren zonneschijn bedraagt jaarlijks gemiddeld meer dan 2 000 uur. De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag bedraagt 450 tot 500 mm, wat doorgaans voldoet aan de waterbehoefte van de druiven, maar de verdeling in de loop van het jaar is ongelijkmatig.

b) menselijke factoren Doordat het productiegebied zich geografisch wijd uitstrekt kent het grote tradities inzake druiventeelt- en wijncultuur. Volgens de eerste schriftelijke bewijzen bestonden er in 1075 al wijngaarden in het gebied. Tijdens de middeleeuwen stond de wijnproductie in de eerste plaats in dienst van de lokale behoeften. In de periode na de Turkse overheersing werden in het afgebakende gebied wijnstokken aangeplant om de verlaten zandgronden opnieuw in productie te brengen en het stuifzand te stabiliseren. De Phylloxera-plaag (vanaf 1875) heeft de wijngaarden zo goed als ongemoeid gelaten en heeft de rol van die wijngaarden sterk opgewaardeerd. De technologische ontwikkelingen die aan het einde van de 19e eeuw plaatsvonden, hebben bij de wijnen van de streek tot een sterke kwaliteitsverbetering geleid. Sinds het begin van de jaren 1900 namen de bekendheid van en de markt voor de wijnen uit het productiegebied aanzienlijk toe, waardoor het wijnbouwareaal werd verveelvoudigd. Dankzij de aanhoudende technologische ontwikkelingen kan een reductieve methode worden toegepast, en kunnen de tegenwoordig zeer gewilde witte en rosé wijnen worden bereid en kunnen frisse, rode wijnen worden geproduceerd die de fruitigheid van de druiven beklemtonen. De slogan van de wijnstreek “A Kunsági Bor a Mindennapok Bora” (Wijn van de Kunság, wijn voor alledag) is sinds 2000 beschermd. Kenmerkend voor de producenten uit het afgebakende gebied is hun keuze voor druivenrassen die bij het potentieel van de ecologische omstandigheden passen, het bewuste uitbouwen van de verhouding tussen traditionele druivenrassen en nieuwe veredelde rassen in het gebied, en de toepassing van wijnbouw- en wijnbereidingsmethoden die zijn aangepast aan de marktomstandigheden. “Wijn”

2. Beschrijving van de wijnen De wijnen ontwikkelen zich snel, hebben een gematigd zuurgehalte en zijn zacht van karakter. De witte wijnen en roséwijnen hebben een intense geur, de wijnen zijn rijk aan aroma’s. De rode wijnen zijn doorgaans fruitig, wat lichter, minder diep van kleur en de tannines zijn minder uitgesproken. De wijnen bevatten minder mineralen, wat kenmerkend is voor de zandgrond. De wijnen van druiven van geselecteerde oogst zijn kenmerkend voor het druivenras, en hebben een harmonische verhouding tussen zuren, alcohol en suiker. De wijnen van druiven van late oogst en van ingedroogde druiven hebben veel body en hun karakter wordt bepaald door het productieproces en de rijping. Zij bevatten restsuiker. De ijswijnen zijn vol van smaak, door hun restsuikergehalte, zuurgehalte en alcoholgehalte vertonen ze een zoete smaakharmonie.

3. Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product De ecologie heeft — voornamelijk dankzij de zandgronden — een belangrijke invloed op de kenmerken van de wijnen. Dit specifieke kenmerk manifesteert zich voornamelijk in de zich snel ontwikkelende, doorgaans lichte, zachte wijnen met een lage zuurgraad en een snelle zuurontwikkeling die in de meeste jaren een beperkt alcoholgehalte hebben. De wijnen hebben een laag mineraalgehalte, wat kenmerkend is voor de zandgronden. De wijnen van het productiegebied zijn vooral geschikt voor kortere rijping en vroegere consumptie. De ecologie heeft geleid tot de verspreiding van talrijke soorten die traditioneel met dit productiegebied in verband worden gebracht (Ezerjó, Kadarka, Kövidinka enz.). De voor het ras kenmerkende eigenschappen kunnen nog worden versterkt door gebruik te maken van geselecteerde oogst. In sommige oogstjaren kunnen de druiven uitzonderlijke waarden opleveren. Uit overrijpe en ingedroogde druiven kunnen alcoholrijke, volle wijnen met veel body worden bereid, waarvan de kwaliteit tijdens de rijping nog verder verbetert. De lichte, frisse wijnen zijn uitstekend als grondstof voor mousserende wijnen en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/43

De wijnstreek Kunság speelt een belangrijke rol in de landbouwsectoren wijnbouw en wijnbereiding; bijna de helft van de druiven in het land wordt hier geproduceerd. De wijnbouw heeft naast een economisch belang ook een enorm maatschappelijk belang en speelt een belangrijke rol om inkomsten te genereren en aan te vullen, en plattelandsvlucht tegen te gaan. Door de ecologische kenmerken (bijvoorbeeld zandbodems, weinig neerslag) is de wijnbouw een van de meest kosteneffectieve sectoren in deze streek. Met zijn landschapsvormende rol draagt de wijnbouw ook bij aan de attractiviteit van de streek. Wijngaarden waren en zijn nog steeds doeltreffend om zandverstuiving te voorkomen, en in gebieden met een slechtere waterhuishouding komt de druivelaar makkelijker aan water dan andere teelten. In het wijngebied Kunság zijn de inheemse en recent veredelde Hongaarse druivenrassen in de wijngaarden toonaangevend. De bekendheid van het wijngebied Kunság bij de consumenten is groot, wat voornamelijk te danken is aan de lichtere, fruitige en aromatische muskaatwijnen. “Mousserende wijn”

b) menselijke factoren Naast de reeds beschreven menselijke factoren gelden voor de mousserende wijnen van de Kunság de volgende kenmerken: De producenten hebben de basis gelegd voor de productie van de parelwijn en de mousserende wijn door druivenrassen met een voor het productiegebied kenmerkende zuurstructuur te telen (bijvoorbeeld Ezerjó, Cserszegi fűszeres enz.).

2. Beschrijving van de wijnen De mousserende wijnen zijn licht en luchtig, hebben een frisse geur en een levendig zuurgehalte.

3. Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product De ecologie heeft — voornamelijk dankzij de zandgronden — een belangrijke invloed op de kenmerken van de wijnen. Dit specifieke kenmerk manifesteert zich voornamelijk in de zich snel ontwikkelende, doorgaans lichte, zachte wijnen met een lage zuurgraad en een snelle zuurontwikkeling die in de meeste jaren een beperkt alcoholgehalte hebben. De wijnen hebben een laag mineraalgehalte, wat kenmerkend is voor de zandgronden. De wijnen van het productiegebied zijn vooral geschikt voor kortere rijping en vroegere consumptie. De ecologie heeft geleid tot de verspreiding van talrijke soorten die traditioneel met dit productiegebied in verband worden gebracht (Ezerjó, Kadarka, Kövidinka enz.). De voor het ras kenmerkende eigenschappen kunnen nog worden versterkt door gebruik te maken van geselecteerde oogst. In sommige oogstjaren kunnen de druiven uitzonderlijke waarden opleveren. Uit overrijpe en ingedroogde druiven kunnen alcoholrijke, volle wijnen met veel body worden bereid, waarvan de kwaliteit tijdens de rijping nog verder verbetert. De lichte, frisse wijnen zijn uitstekend als grondstof voor mousserende wijnen en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd. De wijnstreek Kunság speelt een belangrijke rol in de landbouwsectoren wijnbouw en wijnbereiding; bijna de helft van de druiven in het land wordt hier geproduceerd. De wijnbouw heeft naast een economisch belang ook een enorm maatschappelijk belang en speelt een belangrijke rol om inkomsten te genereren en aan te vullen, en plattelandsvlucht tegen te gaan. Door de ecologische kenmerken (bijvoorbeeld zandbodems, weinig neerslag) is de wijnbouw een van de meest kosteneffectieve sectoren in deze streek. Met zijn landschapsvormende rol draagt de wijnbouw ook bij aan de attractiviteit van de streek. Wijngaarden waren en zijn nog steeds doeltreffend om zandverstuiving te voorkomen, en in gebieden met een slechtere waterhuishouding komt de druivelaar makkelijker aan water dan andere teelten. In het wijngebied Kunság zijn de inheemse en recent veredelde Hongaarse druivenrassen in de wijngaarden toonaangevend. De bekendheid van het wijngebied Kunság bij de consumenten is groot, wat voornamelijk te danken is aan de lichtere, fruitige en aromatische muskaatwijnen. “Parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd” Naast de reeds beschreven menselijke factoren gelden voor de parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd van de Kunság de volgende kenmerken: De producenten hebben de basis gelegd voor de productie van parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd door druivenrassen met een voor het productiegebied kenmerkende zuurstructuur te telen (bijvoorbeeld Ezerjó, Cserszegi fűszeres enz.).

2. Beschrijving van de wijnen De mousserende wijnen waaraan koolzuurgas is toegevoegd hebben een frisse geur en zijn licht. C 395/44 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

3. Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product De ecologie heeft — voornamelijk dankzij de zandgronden — een belangrijke invloed op de kenmerken van de wijnen. Dit specifieke kenmerk manifesteert zich voornamelijk in de zich snel ontwikkelende, doorgaans lichte, zachte wijnen met een lage zuurgraad en een snelle zuurontwikkeling die in de meeste jaren een beperkt alcoholgehalte hebben. De wijnen hebben een laag mineraalgehalte, wat kenmerkend is voor de zandgronden. De wijnen van het productiegebied zijn vooral geschikt voor kortere rijping en vroegere consumptie. De ecologie heeft geleid tot de verspreiding van talrijke soorten die traditioneel met dit productiegebied in verband worden gebracht (Ezerjó, Kadarka, Kövidinka enz.). De voor het ras kenmerkende eigenschappen kunnen nog worden versterkt door gebruik te maken van geselecteerde oogst. In sommige oogstjaren kunnen de druiven uitzonderlijke waarden opleveren. Uit overrijpe en ingedroogde druiven kunnen alcoholrijke, volle wijnen met veel body worden bereid, waarvan de kwaliteit tijdens de rijping nog verder verbetert. De lichte, frisse wijnen zijn uitstekend als grondstof voor mousserende wijnen en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd. De wijnstreek Kunság speelt een belangrijke rol in de landbouwsectoren wijnbouw en wijnbereiding; bijna de helft van de druiven in het land wordt hier geproduceerd. De wijnbouw heeft naast een economisch belang ook een enorm maatschappelijk belang en speelt een belangrijke rol om inkomsten te genereren en aan te vullen, en plattelandsvlucht tegen te gaan. Door de ecologische kenmerken (bijvoorbeeld zandbodems, weinig neerslag) is de wijnbouw een van de meest kosteneffectieve sectoren in deze streek. Met zijn landschapsvormende rol draagt de wijnbouw ook bij aan de attractiviteit van de streek. Wijngaarden waren en zijn nog steeds doeltreffend om zandverstuiving te voorkomen, en in gebieden met een slechtere waterhuishouding komt de druivelaar makkelijker aan water dan andere teelten. In het wijngebied Kunság zijn de inheemse en recent veredelde Hongaarse druivenrassen in de wijngaarden toonaangevend. De bekendheid van het wijngebied Kunság bij de consumenten is groot, wat voornamelijk te danken is aan de lichtere, fruitige en aromatische muskaatwijnen.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten) Regels inzake aanduiding — Kleinere geografische eenheden die op het etiket mogen worden vermeld Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: i) Namen van gemeenten die mogen worden vermeld: De naam van de gemeenten die tot de wijnstreek Kunság behoren mogen als kleinere geografische eenheid bij het afgebakende gebied Kunság worden vermeld, met uitzondering van de naam van de gemeenten Izsák en Monor. ii) Namen van wijngaarden die mogen worden vermeld Samen met de naam van het afgebakende productiegebied Kunság en de naam van de gemeente mogen de volgende namen van wijngaarden worden vermeld: — Arany-hegy (gemeente Ceglédbercel) — Fischer-part (gemeenten Cegléd en Ceglédbercel) iii) Namen van districten die mogen worden vermeld Samen met de naam van het afgebakende productiegebied Kunság mogen de volgende namen van districten worden vermeld: — De wijnbouwgebieden van de volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde grensgebieden van Kecskemét, bestaande uit de gemeenten Felsőlajos, Kecskemét, Kerekegyháza, Kunbaracs, Kunszállás, Ladánybene en Lajosmizse. — De wijnbouwgebieden van de volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde grensgebieden van Tiszakürt, bestaande uit de gemeenten Cserkeszőlő, Csépa, Nagyrév, Szelevény, Tiszainoka, Tiszakürt, Tiszasas en Tiszaug. Wanneer de naam van het district wordt vermeld, mag de naam van de gemeente die tot dat district behoort niet als naam van de kleinere geografische eenheid worden gebruikt. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/45

De naam van de kleinere geografische eenheid mag enkel op het etiket worden vermeld als het product voor 100 % afkomstig is uit het productiegebied dat met die kleinere geografische eenheid wordt aangeduid. Regels inzake aanduiding Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: Andere aan beperkingen onderworpen aanduidingen: — “Muskotály” (muskaat): Wijn die ten minste voor 85 % bestaat uit de opbrengst van een of meer van de druivenrassen Cserszegi fűszeres, Irsai Olivér, Generosa, Hamburgi muskotály, Nektár, Mátrai Muskotály, Ottonel muskotály of Tramini. — “Primőr” (primeur): wijn gebotteld in het jaar van de oogst. Als synoniem mag de uitdrukking “újbor” (nieuwe wijn) worden gebruikt. De naam van het druivenras Arany Sárfehér mag niet op het etiket worden vermeld. Bij assemblagewijnen mag de uitdrukking “házasítás” of het synoniem “küvé”, of de oorspronkelijke spelling “cuvée” worden gebruikt. Regels inzake aanbiedingsvorm Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Verpakking in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Wijn, mousserende wijn, en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd mogen worden gebotteld in een door de wijnberggemeenschap van de wijnstreek Kunság geregistreerde bottelarij. Productie buiten het afgebakende productiegebied: Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: Toegestaan op het grondgebied van de gemeenten Bonyhád, Borota, Boedapest, Csongrád en Hajós.

Link naar het productdossier

https://boraszat.kormany.hu/download/d/4d/82000/Kunsag%20OEM_v4.pdf C 395/46 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 395/08)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“PISTACCHIO DI RAFFADALI”

EU-nr.: PDO-IT-02449 — 22.2.2019

BOB (X) BGA ( )

1. Naam “Pistacchio di Raffadali”

2. Lidstaat of derde land Italië

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie Categorie 1.6 — Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is De beschermde oorsprongsbenaming “Pistacchio di Raffadali” is voorbehouden aan het product (met dop, gedopt of gepeld) van de plant van de botanische soort Pistacia vera, cultivar “Napoletana”, ook wel “Bianca” of “Nostrana” genoemd, geënt op de “Pistacia terebinthus”, die algemeen bekend is onder de naam “Scornabeccu”. Van alle planten in een plantage mag maximaal 5 % van een andere cultivar zijn dan de “Napoletana” en/of een andere onderstam hebben dan “Pistacia terebinthus”. Producten van planten die niet tot de cultivar “Napoletana” behoren, en/of van een andere onderstam dan “Pistacia terebinthus” worden niet gecertificeerd. Bij vrijgave voor consumptie moet de “Pistacchio di Raffadali” de volgende fysieke en organoleptische kenmerken hebben: — totaal oliegehalte > 30 %; — kleur van de zaadlobben: groen, verhouding chlorofyl a/b ≥ 1,3; — zoete, aangename en uitgesproken smaak; — vochtgehalte ≤ 6,5 %; — aanwezig palmitoleïnezuur ≥ 0,7 %; — lange vorm.

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten) —

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden Aanplant, teelt, oogst, drogen, ontbolsteren, doppen en pellen.

(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1. 20.11.2020 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 395/47

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst “Pistacchio di Raffadali” mag in de handel worden gebracht: — voor producten (met of zonder dop of gepeld) die bestemd zijn voor verwerking en niet voor de eindverbruiker: in stoffen zakken en/of zakken van een ander geschikt materiaal, met een gewicht van maximaal 25 kg; — voor producten (met of zonder dop of gepeld) die bestemd zijn voor de eindverbruiker: in geschikte verpakkingen die doorzichtig zijn of een doorzichtig venster hebben zodat het product zichtbaar is.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst Op de verpakkingen en/of de zakken moet naast het Europese BOB-logo en het hieronder beschreven logo ook de naam “Pistacchio di Raffadali” worden vermeld, in duidelijke, onuitwisbare letters, die duidelijk kunnen worden onderscheiden van de andere vermeldingen. Het logo van “Pistacchio di Raffadali” bestaat uit een afbeelding van een takje van een pistacheboom met drie ovale blaadjes en vier pistachenootjes in een geopende dop, binnen een rechthoek met daaronder de woorden “PISTACCHIO DI RAFFADALI D.O.P.” in hoofdletters, in het lettertype Gotham Medium.

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied Het productiegebied van “Pistacchio di Raffadali” valt binnen de administratieve grenzen van de volgende gemeenten in de provincie Agrigento: Raffadali, Joppolo Giancaxio, Santa Elisabetta, Agrigento, Cianciana, Favara, Racalmuto, Sant’Angelo Muxaro, San Biagio Platani, Cattolica Eraclea, Casteltermini, Santo Stefano Quisquina, Aragona, Comitini, Grotte, Montallegro, Alessandria della Rocca, Siculiana, Realmonte, Naro, Porto Empedocle, Castrofilippo, Campobello di Licata, Ribera, Canicatti, Palma di Montechiaro, Ravanusa, Camastra; Montedoro en Serradifalco in de provincie Caltanissetta.

5. Verband met het geografische gebied In de tweede helft van de negentiende eeuw floreerde de teelt van pistachenoten en werden weilanden en braakliggend land omgevormd tot pistachevelden. Al gauw werd de pistache het middelpunt van het hele landbouw- en economische systeem van het gebied. Het productiegebied wordt gekenmerkt door kalkbodems (die typisch zijn voor evaporieten) en door een semiaride, subtropisch Middellandse Zeeklimaat met lange, droge zomers, neerslag in het najaar en de winter en aanzienlijke temperatuurverschillen tussen dag en nacht, maar minimumtemperaturen die zelden tot het vriespunt dalen. Het gebruik van de terpentijnboom (Pistacia terebinthus), een soort die goed gedijt bij grote droogte, als onderstam, de aard van de kalkhoudende substraten en de zuidgerichte, zonnige velden zijn factoren die te danken zijn aan de vakkennis van de mens en die samen leiden tot een vrucht met bijzondere kwaliteitskenmerken, zoals een hoog oliegehalte. Dat oliegehalte wordt bevorderd door de hoge temperaturen tijdens de zomer, die ervoor zorgen dat tijdens de differentiatiefase meer vetzuren worden gevormd, die de basis vormen van de olie in de pistachenoten. Studies over het klimaat in het productiegebied van “Pistacchio di Raffadali” hebben aangetoond dat het droge seizoen er langer duurt dan in andere gebieden in het oosten van Sicilië waar pistachenoten worden geteeld en dat de gemiddelde maand- en maximumtemperatuur er hoger liggen. Een ander typisch kenmerk is de zoete, aangename en uitgesproken smaak, die te danken is aan de bodemsamen­ stelling in het teeltgebied. Het is algemeen bekend dat de opname van mineralen afhankelijk is van de pH van de bodem en dat bepaalde macro-elementen zoals calcium, fosfor, kalium en magnesium vooral voorkomen bij een pH van meer dan 7. Uit stalen die zijn genomen in het productiegebied van “Pistacchio di Raffadali”, is gebleken dat de bodem eerder subalkalisch is met pH-waarden van meer dan 7,5. “Pistacchio di Raffadali” heeft ook een complex vetzurenprofiel, met een gehalte aan palmitoleïnezuur van minstens 0,7 %. C 395/48 NL Publicatieblad van de Europese Unie 20.11.2020

De menselijke factor komt tot uiting in de vakkennis bij de specifieke teeltwijze van “Pistacchio di Raffadali”, die bestaat in het laag houden van de plant met takken die bijna de grond raken. Deze teeltmethode, die oorspronkelijk is ontstaan om de manuele oogst te vergemakkelijken en een ongelijke rijping van de trossen te vermijden, heeft in de loop der jaren ook het landschap bepaald. Dankzij deze eeuwenoude praktijk is de teler de drijvende kracht achter deze transformatie geworden. Hij is erin geslaagd de kenmerken en omstandigheden van de omgeving optimaal te benutten, heeft een specifieke beroepsbe­ kwaamheid verworven en heeft een landschap gecreëerd dat het productiegebied uniek maakt.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

De volledige tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link:

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of door de homepage van de website van het ministerie van Landbouw, Levensmiddelen en Bosbouw (www. politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” en vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en tot slot op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.

ISSN 1977-0995 (elektronische uitgave) ISSN 1725-2474 (papieren uitgave)

NL