LOKALE DEMOCRATIE Op Zoek Naar Zichzelf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
LOKALE DEMOCRATIE op zoek naar zichzelf BURGEMEESTERS EN HOOFDREDACTEUREN REGIONALE DAGBLADEN OVER DE CONDITIE VAN HET LOKAAL BESTUUR 1 2 LOKALE DEMOCRATIE op zoek naar zichzelf BURGEMEESTERS EN HOOFDREDACTEUREN REGIONALE DAGBLADEN OVER DE CONDITIE VAN HET LOKAAL BESTUUR 2 INHOUDSOPGAVE Inleiding 5 DEMOCRATIEGESPREKKEN ESSAYS Froukje de Jonge, burgemeester van Stadskanaal 17 Bert Ummelen: De waakhond van de lokale democratie is op dieet gezet 25 Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam 33 Tjeerd van der Zwan, burgemeester van Heerenveen 41 Hille van der Kaa: Burgers in beweging? Laat zien waar ze het voor doen 51 Annemarie Penn-te Strake, burgemeester van Maastricht 55 Ahmed Marcouch, burgemeester van Arnhem 63 John van den Oetelaar en Chris Paulussen: Kom eens uit die randstedelijke bubble 71 Martijn Dadema, burgemeester van Raalte 77 Bert Blase, burgemeester van Heerhugowaard 87 Lucas van Houtert: Hoe in het verkrampte bestuur lekken uiteindelijk een doodzonde werd 97 Jan Hamming, burgemeester van Zaanstad 103 Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn 111 Peter Jansen: 16 maart 2022 125 Pieter Verhoeve, burgemeester van Oudewater 131 Wobine Buijs-Glaudemans, burgemeester van Oss 141 Rimmer Mulder: Voor bestuurlijke hervorming zijn bestuurders met lef nodig 149 Titia Cnossen, burgemeester van Woudenberg 155 Han Polman, commissaris van de Koning in Zeeland 163 Alex Engbers: Het eroderende zicht op de samenleving 169 Bert Bouwmeester, burgemeester van Coevorden 177 Dankwoord 183 Colofon 184 3 4 INLEIDING In dit boek spreken veertien burgemeesters en zeven hoofdredacteuren van regionale kranten zich uit over de staat van de Nederlandse lokale democratie. Dat levert een mooie staalkaart van democratische impressies op, democratiebeelden vanuit de regio. De geventileerde opvattingen van de burgemeesters en journalisten vallen op door hun diversiteit en verschil in perspectief. De een is meer optimistisch, de ander meer pessimistisch. Er zijn er die laaiend enthousiast zijn over alle burgerinitiatieven in het land, terwijl anderen dat maar ‘klein bier’ vinden of te veel een hobby voor de overwegend hoogopgeleide, witte, mannelijke ‘participatie-elite’. De een is voor een gekozen burgemeester als antwoord op de sterk verzwakte representatie door politieke partijen, de ander meent dat de coronacrisis juist heeft laten zien dat de huidige taken en bevoegdheden van de burgemeesters in hun veiligheidsregio’s zeer adequaat zijn. De een verwacht alle heil van verdere regionale schaalvergroting om daarmee meer bestuurskracht en bestuurlijk leiderschap af te dwingen, de ander zweert bij de lokale politieke gemeenschap en ‘nabij bestuur’. Hoe nabijer, hoe beter. De een ziet de grootscheepse bestuurlijke herindeling in Sudwest Fryslân als voorbeeld voor heel Nederland, terwijl een ander juist vaststelt dat raadsleden de weg zijn kwijtgeraakt in het regionaal bestuur. Sommigen zeggen dat het een schadelijk misverstand is om te denken dat het niet goed gaat met de regionale journalistiek, anderen roepen juist de noodtoestand uit over het gebrek aan democratische checks and balances door de pers in de lokale democratie. Zij zien daarmee de kloof tussen politiek en ongeïnformeerde en ongeïnteresseerde burgers alleen maar toenemen. Weer anderen wijzen erop dat gemeenten de afgelopen decennia vooral uitvoerings- organisaties van het Rijk zijn geworden. Zij vragen zich hardop af wat de waarde van lokale democratie nog is als gemeenten te weinig substantiële politieke keuzen kunnen maken. Te weinig vrij besteedbaar geld hebben voor eigen beleidsruimte. Deze mensen pleiten juist voor meer gemeentelijke autonomie. Kortom, in dit boek treft men een veelkleurig palet aan van meningen, analyses, opvattingen, toekomstbeelden en veranderingsvoorstellen. Never a dull moment! Toch is in al die uiteenlopende visies en meningen weldegelijk enige consensus vast te stellen. Een gemeenschappelijk gevoel over de huidige conditie van onze lokale democratie. Dat gevoel zou je als volgt kunnen omschrijven: men is over het algemeen redelijk optimis- tisch over de huidige situatie in de gemeenten, maar bezorgd over toekomstige ontwikke- lingen. Bestuurlijk loopt het nu allemaal nog vrij netjes op rolletjes, maar hoe zal dat in de toekomst zijn, als er nog meer op de gemeenten afkomt? We stuiten hier op een wisselbad van optimisme en pessimisme. In deze inleiding zullen we bij dit fenomeen nog stilstaan door enkele thema’s te belichten, die aan bod komen in de interviews met de burgemeesters, een commissaris van de Koning (die we met zijn permissie burgemeester van Zeeland noemen) en in de essays van de hoofdredacteuren. 5 DEMOCRATIE IN ACTIE Maar eerst zeggen we graag iets over de context waarin dit boek tot stand is gekomen. Dat begint bij Democratie in Actie: het samenwerkingsprogramma van het ministerie van Binnen- landse Zaken, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de beroepsverenigingen van burgemeesters, wethouders, raadsleden en griffiers. ‘Democratie in Actie’ is een vierjarig programma ter vernieuwing en versterking van de lokale democratie, onder auspiciën van de minister van Binnenlandse Zaken1. Het programma richt zich op de lokale democratie in haar vele gedaanten. Van nieuwe vormen van burgerparticipatie - zoals het uitdaagrecht (‘right to challenge’) en digitale participatie -, tot aan democratie en participatie in de maatschappelijke opgaven van de energietransitie en de Omgevingswet. Van ondersteuning van lokale partijen tot aan het faciliteren van democratisch zelfonderzoek door gemeenten met de Quick Scan Lokale Democratie. In het kader van Democratie in Actie is ook dit boek ontstaan. Het leek ons goed en noodzakelijk niet alleen een breed scala aan ondersteuningsprojecten uit te voeren, maar ook beter in beeld te brengen hoe de lokale democratie ervoor staat. Om in verschillende gemeenten in het land met betrokkenen van gedachten te wisselen en lokale ervaringen op te halen. Juist omdat lokale en regionale verschillen er in de Nederlandse lokale democratie zeer toe doen. Om de temperatuur van de lokale democratie te peilen, besloten we zogenoemde ‘Democratiegesprekken’ te organiseren, gesprekken met burgemeesters in verschillende regio’s in Nederland. We vroegen een specifieke burgemeester als ‘gastheer of gastvrouw’ op te treden, en lieten deze collega-burgemeesters uit de buurt uitnodigen voor een gesprek op zijn/haar stadhuis. Zo’n Democratiegesprek hielden we bijvoorbeeld in Raalte, Heerenveen, Oudewater en Stadskanaal. Dat werden geanimeerde en zeer leerzame gesprekken met burgemeesters over de overeenkomsten en verschillen tussen hun gemeenten. Vervolgens besloten we om met de gastheer of gastvrouw wat langer door te praten. Een vraaggesprek over zijn of haar opvattingen over het reilen en zeilen van de lokale democratie in het algemeen, en de eigen gemeente in het bijzonder. Dat heeft uiteindelijk 14 waardevolle interviewprofielen opgeleverd. HOEDERS VAN DE DEMOCRATIE Waarom nou juist burgemeesters? Waarom hebben we niet raadsleden, griffiers, wethouders of inwoners naar hun mening over de lokale democratie gevraagd? Dat had allemaal net zo goed gekund (en wie weet is dat wel een idee voor een vervolg), maar helemaal willekeurig was onze keuze voor de burgemeesters niet. Naar een beeld van Chris Kuijpers, directeur- 1 Met dit programma wordt o.a. uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak Versterking Lokale Democratie en Bestuur (5 juli 2018). 6 generaal Bestuur en Wonen bij het ministerie van BZK, beschouwen wij burgemeesters als ’hoeders van de lokale democratie’2. Dat mag misschien wat vreemd klinken voor deze juist niet-democratisch gekozen ambtsdragers, maar voor die betiteling valt weldegelijk iets te zeggen. Burgemeesters hebben een zeer specifieke rol in de lokale democratie. Zij zijn tege- lijk voorzitter van het college van burgemeester en wethouders, voorzitter van de Gemeente- raad en ‘voorzitter van de burgers’. Zo spelen zij een cruciale verbindende, overstijgende en bemiddelende rol in de lokale democratie. De Nederlandse burgemeester is bovendien specifiek verantwoordelijk voor veiligheid en de handhaving van de openbare orde. In de hedendaagse ‘risicomaatschappij’ - zie de corona- crisis! - is deze taak complexer en uitgebreider geworden. Onder het begrip ‘openbare orde en veiligheid’ worden maatregelen begrepen in het belang van: het voorkomen of bestrijden van wanordelijkheden, geweld, ongeregeldheden in de publieke ruimte, waarbij te denken is aan betogingen dan wel ernstige vormen zoals een oorlog of aanslag; de openbare gezondheid resp. volksgezondheid, waartoe behoren het voorkomen en bestrijden van besmettelijke ziekte, reguleren van lijkbezorging, lijkverbranding en begrafenissen; veiligheid, waartoe behoren maatregelen ter preventie van of bestrijding van criminaliteit, evenals de afwending van gevaarlijke inrichtingen of objecten in de openbare ruimte; gezondheid en veiligheid, wat kan leiden tot maatregelen ter preventie of bestrijding van ernstige vervuiling van het publieke domein (milieuproblematiek).3 Burgemeesters zijn aldus ‘spil in een veiligheidsketen’ geworden. Tegelijkertijd eerste aanspreekpunt, boegbeeld en stootkussen bij acute crises. Daarbij komt nog dat burgemeesters op enige afstand van, én boven, de partijen staan. Verder wisselen zij zo nu en dan van standplaats, wat ze in staat stelt om de lokale democratie en de politieke cultuur van diverse gemeenten met elkaar te vergelijken. Ook dat leverde rijke en rijpe ervaringskennis op. Burgemeesters staan ook nog eens in een