Bekijk Online

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Bekijk Online 1 Inleiding Onderwerp en methode Object van het onderzoek is de persoon Antoon Roosens, en meerbepaald de beschrijving van zijn militant leven alsook de inhoud van nagelaten geschriften. Het tijdbestek waarover deze thesis handelt, is de periode 1958 – 2003. Roosens wordt geplaatst in zowel de naoorlogse politieke geschiedenis van België, specifiek de Vlaamse Beweging en de radicaal-linkse groeperingen, en in de intellectuele tradities van het marxisme en nationalisme. Hij heeft zich evenwel nooit willen vastpinnen op partijpolitiek gebied, zijn kritiek was zowel gericht op de Volksunie (VU), Belgische Socialistische Partij (BSP) als Kommunistische Partij (KP). Dit verklaart ook grotendeels waarom de man voor het grote publiek totaal onbekend is. Het jaartal 1958 wordt als beginpunt genomen omwille van het feit dat Roosens zich voor de eerste maal manifesteerde als een organisatorisch brein in het Vlaamse, Brusselse milieu. Ook kan dat jaartal worden beschouwd als een cesuur binnen de Vlaamse Beweging: een nieuwe generatie progressieve en radicale flaminganten manifesteerden zich in talrijke niet-partijpolitieke organisaties. De voorafgaande periode kan als een catacombentijd worden omschreven, vermits de fascistische tendensen in de beweging tijdens het interbellum leidden tot de collaboratie met de nazistische bezettingsmacht. Deze nieuwe generatie wilde op militant alsook intellectueel gebied een definitieve streep trekken onder de autoritaire tendensen en verklaarde dat alleen het bevorderen van het democratisch ideeëngoed de Vlaamse kwestie kon helpen. De Volksunie zou in de jaren ‟50 en ‟60 daarentegen het VNV-verleden met zich meeslepen, vermits een aantal kopstukken en vele militanten uit de VNV-periode een thuishaven vonden in deze partij. De “generatie van „58” ontdekte een sociologisch vocabularium en instrumentarium om taalpolitieke problemen, zoals de taalgrens, te hertalen in een maatschappelijk conflictmodel, het 2 concept van de sociale taalgrens. Roosens had op deze evolutie zijn stempel gedrukt. Hij schreef in die periode voor progressieve Vlaamsgezinde bladen zoals Het Pennoen, levensbeschouwelijke pluralistische bladen zoals De Maand en gaf referaten in intellectuele voorhoede-organisaties zoals Stichting-Lodewijk de Raet. Hij kon zich binnen die netwerken manifesteren als één van de voormannen van het sociaalflamingantisme: de democratische stroming in de Vlaamse Beweging die ijverde voor politieke en economische emancipatie van het Vlaamse volk. De sociaalflaminganten waren ook de avant-garde op het gebied van de eis tot een federalistische staatsstructuur van België. Het sociaalflamingantisme was niet alleen een theoretische aangelegenheid. Roosens, zijn carrière startend als voorman van Vlaamsgezinde strekkingen in Brussel en Brabant, liet zich opmerken als secretaris van het Vlaams Komitee Brussel (VKB). Hij organiseerde onder andere de anti-talentellingenacties (1959) en had nauw contact met mensen uit het Vlaams Jeugdkomitee voor de Wereldtentoonstelling (VJW) en de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Een belangrijk persoon uit deze periode en voornoemde organisaties was Staf Verrept, theoreticus van het blad Het Pennoen. Uit deze netwerken begon zich een sociaalflamingantische kern af te tekenen. Een belangrijk keerpunt was de oprichting van het Vlaams Aktiekomitee Brussel en Taalgrens (VABT) als koepelorganisatie van alle Vlaamse organisaties in het middenveld. Roosens, binnen het VABT als secretaris belast met de organisatorische uitbouw, verkreeg een nationale reputatie tijdens het organiseren van twee Marsen op Brussel (1961-1962) en de Mars op Antwerpen (1963). Het VABT was de voornaamste buitenparlementaire drukkingsgroep in België, die op een directe manier de communautaire regeringsonderhandelingen kon beïnvloeden. Deze Marsen waren het symbool van de meest militante periode in de naoorlogse geschiedenis van de Vlaams Beweging. Het was het VABT en niet de Volksunie dat de boventoon voerde in de eis om meer autonomie voor Vlaanderen te verkrijgen. De Mars op Antwerpen zou de geschiedenis ingaan als deels een sociaalflamingantisch symbool. Onder invloed van de Mouvement Populaire Wallon (MPW), gecreëerd door de syndicale voorman André Renard in februari ‟61, spiegelden Roosens en Verrept zich naar het eisenpakket van de wallinganten: federalisme en structuurhervormingen. Roosens stelde dat het Vlaamse volk niet alleen recht had op een politieke democratische staatsstructuur, maar dat het ook moest ijveren voor een economische democratie. 3 De Mars op Antwerpen was niet alleen een groot succes voor de sociaalflamingantische stroming, maar luidde tegelijk het verval in. Het VABT verdween snel van het toneel, de Volksunie brak door als belangrijkste speler op het Vlaamsgezinde politieke toneel en de VVB kende na ‟64 een neergang qua aantal leden en mobilisatiemogelijkheden. Roosens en Verrept, gesteund door ondermeer de CVP‟er Roger Bourgeois en de VU‟er Daniël Deconinck, besloten gesprekken te voeren met de Volksunie om een eventuele verruiming tot stand te brengen. Eind ‟64, na het mislukken van een eerste onderhandelingspoging, zouden Verrept, Bourgeois en Roosens zich omvormen tot de groep (niet partij) Vlaamse Demokraten. Ook deze groep werd geboycot door zowel Van der Elst, Schiltz en de rechtse fractie. De Vlaamse Demokraten hadden vervolgens getracht op eigen benen te staan, tevergeefs. In de tweede helft van de jaren ‟60 zouden zij snel opschuiven naar de radicaal-linkse vleugel, waarbij zij een enthousiaste respons vonden in de trotskistische beweging. Roosens trachtte in ‟67 de coördinatie van de gehele linkerzijde (links van de BSP) op poten te zetten binnen het Demokratisch Aktiekomitee (DAK). Dit mislukte, en de Vlaamse Demokraten besloten op te gaan met de Vlaamse trotskistische beweging in de organisatie Revolutionaire Socialisten (RS). Roosens kende ondertussen tevens een intellectuele evolutie: hij ontdekte in ‟65 de marxistische analysemethode waarvan hij gretig gebruik maakte om de Vlaamse problematiek in een nieuw daglicht te stellen. Hij werd opgemerkt als auteur van een aantal belangrijke artikelen in De Maand, Links, Rood, Richting, De Nieuwe en Het Pennoen. Hij was ook intern aanwezig in de structuren van deze bladen, uitgezonderd Links en De Maand, dat maakte dat hij kon rekenen op een uitgebreid netwerk om zijn theorieën en gedachten te kunnen verspreiden. Hij had contacten met verschillende belangrijke intellectuelen, Ernest Mandel en Jaap Kruithof waren geen onbekenden. Roosens zou zich in de periode 1977-2003 voornamelijk laten opmerken als een theoreticus. Hij keerde stilaan terug naar de Vlaams-nationale stal, en trachtte door middel van marxistische auteurs zijn nationalisme een linkse inhoud te verschaffen. Voornamelijk de Italiaanse marxist Gramsci kreeg speciale aandacht. Roosens schreef geen marxistische stukken in Gramsciaanse stijl, maar eerder een nationalistische invulling van zijn oude sociaalflamingantische ideeën met een gramsciaanse methodiek. Het was dankzij Roosens dat Gramsci in linkse middens 4 bekendheid verwierf, maar tegelijk werd hij in de late jaren ‟90 bekritiseerd omwille van zijn methodiek om Gramsci in het nationalistische kamp te steken. Hij verrichtte alvast een knap staaltje intellectueel denkwerk, maar bleef evenwel niet trouw aan de inhoud van Gramsci‟s geschriften. Hij zou deze ideeën verspreiden in het links Vlaams-nationaal blad Meervoud alsook in de klassieke linkse pers zoals het Vlaams Marxistisch Tijdschrift en Aktief (Masereelfonds). Roosens kan gerekend worden tot één van de meest bewonderenswaardige denkers op gebied van analyses met betrekking tot het probleem Brussel, de Belgische staat, de Vlaamse Beweging en de mondialisatie. Hij spendeerde enorm veel tijd aan het schrijven van artikels, was een begeesterende voorzitter van het Masereelfonds en was de drijvende kracht achter vele kleinere politieke initiatieven. De structuur van de thesis kent vier afzonderlijke gedeelten. Het werk wordt gesplitst op basis van een chronologische indeling. Vervolgens werd dit nogmaals ingedeeld naargelang de aard van zijn activiteiten, met andere woorden een militant en een intellectueel deel: 1. De eerste drie hoofdstukken hebben betrekking tot zijn handel en wandel in diverse milieus in de periode 1958-1970. De periode 1971-1976 wordt buiten beschouwing gelaten, vermits hij een (relatieve) sabbatperiode inlaste wegens professionele redenen. 2. Het vierde hoofdstuk beschrijft zijn intellectuele evolutie tussen 1958 en 1977. 3. Hoofdstukken vijf, zes, en zeven beschrijven zijn militant leven tussen de jaren 1977 en 2003. 4. Hoofdstukken acht, negen, tien, elf, en twaalf beschrijven elk een aspect van zijn latere wereldaanschouwing: België-Vlaanderen, diensteconomie, mondialisatie, Gramsci en de Europese Unie. De methodiek is tweeledig. De beschrijving van zijn militant leven werd behandeld op een structuralistische manier: Roosens wordt ingebed in de ideologische tijdsgeest. De evolutie van zijn denken is eerder beschreven volgens de combinatie analytisch-comparatief-deconstructief. De zoektocht naar bronnenmateriaal was een hels karwei. Het bronnenmateriaal in het Amsab en ADVN waren schaars en eerder contextueel. Het ADVN had voornamelijk materiaal ter beschikking dat betrekking had op de Vlaamse Demokraten (archieffonds F. Van der Elst), 5 VABT (niet-geïnventariseerde archieffonds L. Vranken, archieffonds VABT en archieffonds R. Lettens) en de Egmontperiode (Archieffonds R. Lettens en archieffonds R. Bourgeois). Het Amsab kon archiefstukken
Recommended publications
  • Ledenblad Van De Vlaams-Nationale Partij Maandelijkse Uitgave (Behalve Augustus) • Jaargang 14 • Nr
    Afgiftekantoor: GEEL P4A9074 echt.onafhankelijk | www.vlaamsbelang.org | Ledenblad van de Vlaams-Nationale partij Maandelijkse uitgave (behalve augustus) • Jaargang 14 • nr. 9 • september 2017 14 • nr. augustus) • Jaargang (behalve uitgave Maandelijkse 8 bus 9 te 1210 Brussel Madouplein Grieken, Van Tom uitg.: Ver. INHOUD 4 Actua kort 6 Zomerakkoord onder de loep 8 DE LES VAN Samusocial 10 CHARLOTTESVILLE Ontnederlandsing Vlaamse Rand De 500 rechtse betogers van Alt-Right in Char- 12 lottesville (Virginia) zijn met open ogen in de Stop de betonstop val getrapt. 13 De burgemeester van de stad is Michael Signer, Wat na de Turteltaks? lid van de linkse Democratic party en voorma- lig medewerker van Obama’s State Department 14 Transition Team. Signer behaalde een diploma Vraaggesprek politieke wetenschappen aan de zeer linkse uni- versiteit van Berkeley en schreef onder meer 18 voor de linkse Washington Post. 106 miljoen kindergeld naar bui- tenland Eerst verbood hij de rechtse bijeenkomst, daar- mee het First Amendment (Freedom of Speech) 20 verkrachtend, maar hij kreeg ongelijk van de Vraaggesprek met Jan Huijbrechts rechter. De burgemeester, hoofd van de be- stuurlijke politie, liet dan maar doelbewust de 21 confrontaties tussen rechts en links escaleren In memoriam Mark Grammens door zijn politiedienst foute orders te geven (terwijl het voor de aanwezige politiemacht van 22 1000 man niet echt moeilijk is om de ocharme Terugblik 500 rechtsen uit de buurt van links te houden). Erger nog: door de foute bevelen werden de rechtsen omsingeld door de tegenbetogers en kon een fysieke botsing onmogelijk uitblijven. Waarmee niet gezegd is dat iemand als een gek Colofon op de menigte moet inrijden, dat spreekt.
    [Show full text]
  • Designing the Belgian Welfare State 1950S to 1970S
    This article was downloaded by: [UQ Library] On: 29 August 2013, At: 02:57 Publisher: Routledge Informa Ltd Registered in England and Wales Registered Number: 1072954 Registered office: Mortimer House, 37-41 Mortimer Street, London W1T 3JH, UK The Journal of Architecture Publication details, including instructions for authors and subscription information: http://www.tandfonline.com/loi/rjar20 Designing the Belgian welfare state 1950s to 1970s: social reform, leisure and ideological adherence Janina Gosseye a & Hilde Heynen a a Department of Architecture, Urbanism and Planning, K.U.Leuven, Belgium Published online: 11 Oct 2010. To cite this article: Janina Gosseye & Hilde Heynen (2010) Designing the Belgian welfare state 1950s to 1970s: social reform, leisure and ideological adherence, The Journal of Architecture, 15:5, 557-585, DOI: 10.1080/13602365.2010.519950 To link to this article: http://dx.doi.org/10.1080/13602365.2010.519950 PLEASE SCROLL DOWN FOR ARTICLE Taylor & Francis makes every effort to ensure the accuracy of all the information (the “Content”) contained in the publications on our platform. However, Taylor & Francis, our agents, and our licensors make no representations or warranties whatsoever as to the accuracy, completeness, or suitability for any purpose of the Content. Any opinions and views expressed in this publication are the opinions and views of the authors, and are not the views of or endorsed by Taylor & Francis. The accuracy of the Content should not be relied upon and should be independently verified with primary sources of information. Taylor and Francis shall not be liable for any losses, actions, claims, proceedings, demands, costs, expenses, damages, and other liabilities whatsoever or howsoever caused arising directly or indirectly in connection with, in relation to or arising out of the use of the Content.
    [Show full text]
  • Que Dépenseront Les Partis Durant La Campagne Électorale 2019 ?
    Que dépenseront les partis durant la campagne électorale 2019 ? Jef Smulders, Gert-Jan Put et Bart Maddens e 26 janvier a marqué le début de la période réglementée pour la campagne des élections européennes, fédérales, régionales et communautaires du 26 mai 2019 1. L Depuis cette date, certains moyens de campagne sont interdits 2. De plus, tant les candidats individuels que les partis doivent s’en tenir durant cette période à un montant maximal pour leurs dépenses électorales. Dans cette @nalyse du CRISP en ligne , nous calculons quelle somme totale chaque parti est autorisé à consacrer à sa campagne électorale durant les quatre mois de la période réglementée. Toutefois, aucun parti ne dépense effectivement ce montant dans la pratique. Nous évaluons dès lors aussi le coût effectif qu’atteindra vraisemblablement la campagne en cours en nous basant sur les données de la campagne électorale de 2014. Enfin, nous comparons ce coût effectif avec ce que les partis ont à leur disposition comme moyens financiers, à travers leurs actifs courants. Mais avant toute chose, examinons les dispositions légales en matière de calcul des montants maximaux. Législation Chaque parti peut, pour toutes les élections cumulées (européennes, fédérales, régionales et communautaires), dépenser un maximum d’un million d’euros 3. Pour les candidats, 1 La loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques ( Moniteur belge , 20 juillet 1989) a été revue à de nombreuses reprises.
    [Show full text]
  • Ed.) the Civilising Offensive New Perspectives on the History of Liberalism and Freethought
    Christoph De Spiegeleer (Ed.) The Civilising Offensive New Perspectives on the History of Liberalism and Freethought Edited by Liberas/Liberaal Archief Guaranteed Peer Review Series Volume 1 The Civilising Offensive Social and Educational Reform in 19th-century Belgium Edited by Christoph De Spiegeleer ISBN: 978-3-11-057842-3 e-ISBN (PDF): 978-3-11-058154-6 e-ISBN (EPUP): 978-3-11-057917-8 This publication is graciously funded by Liberas/Liberaal Archief. This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 4.0 Interational License. For details go to http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data 2018958370 Bibliographic information published by the Deutsche Nationalbibliothek The Deutsche Nationalbibliothek lists this publication in the Deutsche Nationalbibliografie; detailed bibliographic data are available on the Internet at http://dnb.dnb.de. © 2019 Walter de Gruyter GmbH, Berlin/Boston Cover image: Dining hall open-air school Diesterweg in Heide-Kalmthout (1904–1930), Liberas/Liberaal Archief Printing and binding: CPI books GmbH, Leck www.degruyter.com TableofContents Christoph De Spiegeleer 1New Perspectives on Social and EducationalReform during the Long Nineteenth Century.AnIntroduction 1 Part I Social-Pedagogical PerspectivesonSocial and Educational Reform Lieselot De Wilde, Bruno Vanobbergen &Michel Vandenbroeck 2 “On voit bien que c′est un petitmalheureux des Hospices”.The Child, the Body and the Bath in Nineteenth-Century Belgium: aCurefor
    [Show full text]
  • Bulletin D' Information
    Septembre 2012 210 000 exemplaires E.R./ V.U.: Michel Dandoy Bodegemstraat 175 1700 Dilbeek Bulletin d’ information www.uniondesfrancophones.be PROVINCE DU BRABANT FLAMAND - VLAAMS BRABANT L’internationalisation Elections de la Périphérie du 14 octobre 2012 se développe encore ! La crainte flamande de francisation de la Au niveau provincial, il vous est toujours loisible de voter pour Périphérie se double à présent d’une des candidats francophones. crainte de l’internationalisation du Rand, ce que nous annonçons depuis belle Sans doute ces derniers mois, avons-nous traversé certaines turbulences lurette, conformément à l’expansion mais nous sommes heureux de vous annoncer qu’en dépit de sensibilités inéluctable des métropoles du monde et d’avis nuancés entre nous sur les réformes institutionnelles, l’unité à la entier vers leur Périphérie. Province a été préservée : les 4 composantes de l’UF (MR ; FDF ; CDH ; Ainsi au 01.01.11, 27% des habitants PS et quelques Indépendants) ont décidé de maintenir la liste unique de la Périphérie, soit 108.000 personnes francophone de l’Union des Francophones (UF). (le double d’il y a 20 ans) sont d’origine Ceci signifie que dans toute la Province du Brabant flamand, soit dans 65 étrangère et on y compte 114 nationa - communes, vous pouvez choisir l’UF. Si besoin était de rester unis, il suffit lités. Selon les chiffres de Kind en gezin, 35% de découvrir dans les pages de ce Bulletin quelques récentes offensives des mères dans le Rand ont une autre flamandes parmi d’autres pour éradiquer toute trace francophone en nationalité que belge.
    [Show full text]
  • Deze Maand Op Het Podium
    DDE ZEYP nr. 125 Maandblad van de Vlaamse Gemeenschap van Ganshoren 01/03/14 - 15/04/14 FAMILIETHEATER DEZE MAAND BOOMJONG door Jelle Marteel OP HET PODIUM zondag 16.03 15:00u LEZING - OP DE KOFFIE Van Overbekelaan 164 - 1083 Ganshoren tel. 02 422 00 11 - www.dezeyp.be redactie Lies Van Overschée, Aäron Willem, Ann Deraedt, Jeroen Baeyens, Maria Nicolas, Ilse Diddens Lay out Karine Uyttenhove eindredactie Ivo Peeters steunabonnement € 15 KBC rek.nr.: 439-71.50.851-07 IBAN: BE74 4397 1508 5107 BIC: KREDBEBB Ondernemingsnummer: 0448 474649 oplage 12.000 ex afgiftekantoor 1081 brussel 8 MUSIC & DELIGHTS v.u. Jean-Marie Sempels P/008074 De Zeyp is een gemeenschapscentrum van de ELVIS PEETERS donderdag 17.04 14:30u JOHN SNAUWAERT TRIO Met driegangenmenu vrijdag 21.03 diner 19:00u / concert 20:00u In de weer voor Brussel GERALDINE REYMENANTS donderdag 20.03 14:30u GC De Zeyp maakt deel uit van Cultuurcentrum Brussel NAMIDDAGOPTREDEN INHOUD Een glimp op de zeypactiviteiten p. 1 Ontbijt met de buren p. 2 Buurttafels p. 2 Kindercursussen p. 2 Gemeente Ganshoren Jeugddienst p. 2 In het kader van 2wardseurope MUZIEKVOORSTELLING muziekvoorstelling ‘Oorlog’ p. 2 Leeskring ‘Wilde Inkt’ p. 2 Daguitstap ‘Ontdek Ieper en Kortrijk’ p. 3 Reportage ‘italië van A tot Z p. 3 Expo ‘Vrij Atelier ‘Ken je dit? p. 3 POPPENTHEATER Op een leuke manier je Nederlands oefenen p. 3 Lokaal Dienstencentrum De Zeyp p. 4 PEDROLINO Verenigingsleven - activiteiten p. 5 Les Gazelles de Bruxelles p. 6 met Pierke Pierlala Agenda p. 7 Podiumactiviteiten p. 7 ‘OORLOG’ woensdag 23.04 WWW.VGC.BE van Klaproos 14:30u WWW.DEZEYP.BE donderdag 13.03 14:00u - 1 - Ontbijt met de buren Gemeente Ganshoren Jeugddienst Een stevig ontbijt is een goede start voor een dag vol ontdekkingen, dat weten de Ganshorenaars maar al te goed.
    [Show full text]
  • Naar Een Olijfboomcoalitie in Vlaanderen ?
    NAAR EEN OLIJFBOOMCOALITIE IN VLAANDEREN ? Vergelijking van partijsysteemverandering in Italië en Vlaanderen Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van licentiaat in de politieke wetenschappen Ferdi De Ville Academiejaar 2006-2007 Promotor: prof. dr. Carl Devos Commissaris: lic. Wouter Blomme Commissaris: dr. Tineke Boucké Inhoudstafel Dankwoord Inleiding 1 Deel 1: Theoretisch kader H1 Methodologie en structuur 6 Onderzoeksmethoden in de politieke wetenschappen 6 Definitie van de comparatieve methode en vergelijking met de experimentele en statistische methode 7 Twee comparatieve onderzoeksdesigns 8 De comparatieve methode in dit onderzoek 9 Structuur van deze scriptie 9 H2 Partijsystemen en partijsysteemverandering 12 Partijsystemen 12 Definitie 12 Ontstaan: Lipset & Rokkan 13 Classificaties: van Duverger over Blondel tot Sartori 14 Partijsysteemverandering 20 Detectie van partijsysteemverandering 20 De oorzaken van partijsysteemverandering 24 De relatie tussen electorale systemen en partijsystemen 26 Definitie 26 Indelingen 26 Determinanten van stabiliteit of transformatie van electorale systemen 28 Gevolgen van electorale systemen 30 De gevolgen van partijsysteemverandering 32 Verfijning van de onderzoeksvragen 33 Deel 2: Italiaanse versus Belgische en Vlaamse partijsysteemverandering H3 De vergelijkbaarheid van Italië en België als politieke systemen 37 Italië en België als politieke systemen 37 Politieke systemen en democratische subtypes 37 Definitie 37 Indelingen van Lijphart 38 Centripetale, centrifugale en consociationele
    [Show full text]
  • Bruno De Wever the FLEMISH MOVEMENT and FLEMISH NATIONALISM INSTRUMENTS, HISTORIOGRAPH
    Bruno De Wever THE FLEMISH MOVEMENT AND FLEMISH NATIONALISM INSTRUMENTS, HISTORIOGRAPHY AND DEBATES The historiography of the Flemish movement and the Belgian nationality conflict is very extensive and diverse. The seven-part Bibliografie van de Vlaamse beweging (Bibliography of the Flemish movement) on the years 1945 to 2001 contains almost 20,000 titles.1 Although by far not all titles are scientific and historiographical, it says something about the extent of the production. It is obviously impossible to strive for completeness in the few words of this article. I will limit myself to the main working instruments with which I also address the scientific infrastructure. Furthermore I provide an overview of the basic works and the most significant literature in English, French and German. Finally I give a concise overview of the smouldering historiographical debates. Instruments Jo Tollebeek, one of the most important connoisseurs of the Belgian historiographical production, concludes that from the 1970s on quantitative as well as qualitative research increased greatly as the result of a process of professionalisation and the development of an infrastructure specifically focused on the study of the history of the Flemish movement.2 Bruno De Wever, ‘The Flemish movement and Flemish nationalism. Instruments, historiography and debates’, in: Studies on National Movements, 1 (2013) pp. 50-80. http://snm.nise.eu Studies on National Movements, 1 (2013) | ARTICLES The input of the Flemish universities was very important in this regard. Broadly speaking, from the 1960s on and culminating in the years 1970- 1980, hundreds of dissertations and dozens of doctoral theses on the Flemish movement were written in the history departments of Belgian universities.3 The above-mentioned Bibliografie van de Vlaamse beweging offers a voluminous but rather unselective overview of the literature.
    [Show full text]
  • De Schaduw Van De Leider Joris Van Severen En Het Na-Oorlogs Vlaams-Nationalisme (1945-1970)
    De schaduw van de leider Joris Van Severen en het na-oorlogs Vlaams-nationalisme (1945-1970) BART DE WEVER licentiaat in de geschiedenis Op 20 mei 1940 viel het doek voor Joris Van Severen. Het VerDinaso zou zijn leider niet lang overleven. De volgelingen gingen tijdens de bezetting diverse richtingen uit, van de meest extreme Duitsgezinde collaboratie tot het verzet. Dat ging gepaard met een felle strijd over de gedachtenis aan Van Severen die door de verschillende strekkingen werd geclaimd als rechtvaardiging Kennelijk had dus niet zozeer de ideologie als wel de persoon van Van Severen houvast aan de beweging gegeven. Rommelpot – één van de eerste Vlaams-nationalistische periodieken van enige omvang na de oorlog – schreef in zijn editie van 5 mei 1946: “Tijdens de bezetting werden vele halve waarheden en hele leugens over Joris Van Severen geschreven. Sedert september ’44 is het stil geworden rond zijn naam. Als eenmaal zijn vroegere volgelingen – voor zover zij niet ten onder gingen in het avontuur der collaboratie – terug aan het woord zullen komen, zal het weer niet aan tegenstrijdige beweringen ontbreken. Voorlopig zwijgen allen. Want al zou men Van Severen moeilijk een ‘verrader’ kunnen noemen in de huidige betekenis van dat woord (...) toch schrikken de meesten er voor terug, er aan te herinneren dat zij eens ‘de allereerste fascist in Vlaanderen’ gevolgd hebben.” De inschatting van het blad was correct. De oud-Dinaso’s die na de oorlog weer politiek actief werden, kwamen terecht in zowat alle secties van het katholiek-rechtse kamp. In de christen-democratische zuil vinden we namen als: Willem Melis, eerste hoofdredacteur van de heruitgave van De Standaard in 1947; Frantz Van Dorpe, VEV-voorzitter; Rafaël Renard, adjunct-kabinets- chef van de minister van Binnenlandse Zaken Arthur Gilson (1961-1965) en voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (1964-1976); Jef Van Bilsen, secretaris-generaal en later commissaris van de koning voor ontwikke- lingssamenwerking.
    [Show full text]
  • The Flemish Author, Bilingual Mediator, and Multilingual
    Revue belge de philologie et d'histoire The Flemish Author, Bilingual Mediator, and Multilingual Translator Frans Rens and the Modest Transfer of Francophone Literature in 19th-Century Belgium Liselotte Vandenbussche Citer ce document / Cite this document : Vandenbussche Liselotte. The Flemish Author, Bilingual Mediator, and Multilingual Translator Frans Rens and the Modest Transfer of Francophone Literature in 19th-Century Belgium. In: Revue belge de philologie et d'histoire, tome 92, fasc. 4, 2014. Histoire médiévale, moderne et contemporaine Middeleeuwse, moderne en hedendaagse geschiedenis. pp. 1311-1326; doi : https://doi.org/10.3406/rbph.2014.8613 https://www.persee.fr/doc/rbph_0035-0818_2014_num_92_4_8613 Fichier pdf généré le 18/04/2018 De Vlaamse schrijver, tweetalige bemiddelaar en meertalige vertaler Frans Rens en de bescheiden transfer van Franstalige literatuur in het 19de-eeuwse België Om de rol te bestuderen van culturele bemiddelaars in België richt dit artikel zich op het 19de- eeuwse vertaallandschap in België, en meer specifiek op vertalingen en bewerkingen uit het Frans en de motieven van de dichter en redacteur Frans Rens om Franstalige werk te vertalen en bewerken. Door zijn bewerkingen en bemiddelende rol te situeren in het grotere geheel van vertaalstromen in het 19de-eeuwse literaire veld, en door de interactie te bestuderen met toenmalige Franstalige auteurs, vertalers en bemiddelaars als Joseph Octave Delepierre en Joseph-Ernest Buschmann werp ik een licht op de vroege kruisbestuivingen tussen Frans-en Nederlandstalige actoren in het jonge België, en toon ik aan hoe Rens vertalingen gebruikte om de Belgische literatuur in het Nederlands te voeden. Mijn bijdrage toont aan dat de inspanningen van Rens om de Nederlandse taal en Vlaamse cultuur te bevorderen zowel zijn medestanders heeft bepaald als de specifieke manier waarop hij bij hun werk heeft bemiddeld.
    [Show full text]
  • Language Ideologies and Re-Emerging Indexicalities of French in Flanders Abstract in This Paper I Ad
    Whose French is it anyway? Language ideologies and re-emerging indexicalities of French in Flanders Abstract In this paper I address a number of recent controversial language-related incidents and ideological statements regarding the use of French in the public sphere by Flemish nationalist aldermen in two Flemish towns. By drawing on interviews with different stakeholders (shop- owners, aldermen and passers-by), I address the different perceptions and ideological indexicalities of French shop names and signs in these Flemish contexts. In the data, the indexical field (Eckert 2008) of French in Flanders emerges as both polyvalent and indexically ordered, while the Flemish nationalist interpretations involve rescaled and historically recursive indexical meaning which can only be understood vis-à-vis the historical language ideological debate in Belgium. Language use in the public sphere has thus become a tool to impose monolingual ‘doxic logics’ (Bourdieu 1977) in Flanders, in spite of the fact that commercial and private language use is not regulated by language laws in Belgium. INTRODUCTION: LANGUAGE IDEOLOGICAL CONTROVERSY IN AALST AND KORTRIJK1 In a research interview conducted in March 2014, a Flemish nationalist alderman in charge of ‘Flemish Affairs’ in the town Aalst in Belgium voiced his opinion on the use of particular languages on shop signs and stated that (1) [a] Thai restaurant that does this in Thai, that is understandable. I think it is a different matter if shops start to adopt this rather structurally in French. Those Happy Holidays, that is international. And French… there is no way around it, 1 language is not neutral. Happy Holidays you see from New York to Japan, but Joyeux Noël means in fact that French-speaking people in Aalst are not willing to adjust.2 In Belgium, language use on commercial signage publicly displayed by shop-owners to advertise their commerce or, as in this case, spread holiday wishes to prospective clients is not governed by an official language policy.
    [Show full text]
  • | 64 | Jos Monballyu — Het Activisme in Kontich | Wt 2019/1
    | 64 | JOS MONBALLYU — HET ACTIVISME IN KONTICH | WT 2019/1 ERFGOED KIM DESCHEEMAEKER DE VLAAMSE BEWEGING EN MUZIEK: HET ARCHIEF VAN HET COMITEIT TER BEVORDERING VAN DE NEDERLANDSE ZANG (1886-1959) Over de relatie tussen de Vlaamse beweging en muziek is slechts weinig geschreven. In studies naar specifieke verenigingen en componisten komt dit element soms zijde- lings aan bod, maar enkel de publicatie “Het lied in ziel en mond”. 150 jaar muziekleven en Vlaamse Beweging (1987) van Hendrik Willaert en Jan Dewilde en het lemma “mu- ziek” van Dewilde in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (1998) geven een overkoepelend overzicht.1 Hoewel dit zeer verdienstelijke bijdragen zijn en es- sentiële lectuur voor wie meer wil weten over de Vlaamse beweging en muziek, ver- dient het thema toch enige verdieping en actualisering. Het archief van het Comiteit ter Bevordering van de Nederlandse Zang in de collectie van Liberaal Archief/Liberas kan hiertoe zonder twijfel een belangrijke bijdrage leveren. In dit artikel kader ik het Comiteit in relatie tot de Vlaamse beweging om zo mogelijke pistes voor verder on- derzoek aan te reiken. In de eerste plaats schets ik kort de context waarin de liedcul- tuur opgang deed binnen de Vlaamse beweging. Vervolgens besteed ik aandacht aan de ontstaansperiode en eerste werkingsjaren van het Comiteit, van 1886 tot 1914. Na een cesuur tijdens de Eerste Wereldoorlog, zette het Comiteit zijn werking verder tot circa 1959. Tot slot kader ik het archief van het Comiteit en geef ik weer wat dit archief omhelst. > Voorblad van de drieënvijftigste reeks Nederlandse Zangstukken (1947).
    [Show full text]