De Kinrooier parochiekerk

Driemaandelijks Heemkundig tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi Jaargang 13 nr. 1 15 maart 1994 KANTOOR VAN AFGIFTE : 3640 KINROOI 2 ISSN 0774-000X

BESTUUR WOORDJE VAN DE VOORZITTER. Voorzitter Op 4 februari jl. had de algemene statutaire ledenvergadering plaats in de lokalen René RAETS, Venlosestw. 368 56.50.84 van de P.O.B. te Kinrooi. Ondervoorzitter We mochten ons verheugen in een grote belangstelling. Niet alleen van diegenen, die Gaby NIES, Oude Kerkstraat 36 plichtsgetrouw dergelijke vergaderingen bijwonen, maar ook van anderen - die door 70.15.20 hun aanwezigheid blijk gaven van geïnteresseerd te zijn in de werking van onze kring. Sekretaris Wemer SMET, Breeërstw. 124 We danken de P.O.B. voor haar gastvrijheid en alle aanwezigen voor hun komst. 56.31.32 Penningmeester Het afgelopen jaar stond zeker niet in het teken van het doemdenken. Louis BEIJNSBERGER, De werkende leden-in wisselwerking met de dokumentalisten- hebben weer erg hun Heitjesstraat 2 best gedaan en dit met onverminderde geestdrift. 70.26.80 De lijst van uitstappen, vergaderingen en aktiviteiten was lang en ons tijdschrift goed gevuld, ook dankzij de aktieve inbreng van “los/vaste” medewerkers. Bibliothecaris Dit geeft ons de impuls om in 1994 op dezelfde wijze verder te gaan. Theo GIELEN, Breeërstw. 194 70.23.23 Als eerste resultaat van onze inzet ligt hier nummer één van jaargang 13 voor u, met Leden een aantal artikelen die vanuit heemkundig en volkskundig oogpunt zeker Els REYNDERS, Maasstraat 14/1 interessant zijn. 56.46.19 We trachten in iedere uitgave “iets” over elk van onze kerkdorpen te brengen. Onder Guillaume VAN LOON de titel: “Onze dorpen door de eeuwen heen” beginnen wij m dit nummer een Zielderveld 20 chronologische opsomming van historische e.a. gebeurtenissen, zoals deze zich in 70.30.44 elk van onze dorpen hebben afgespeeld en door diverse auteurs werden opgetekend. Dit zal voor toekomstige vorsers heel wat zoekwerk besparen. Met het oog op de tentoonstelling “Kieke Nao Vreuger” en de publikatie van REDAKTIE “Mijnwerkers vertellen” zullen we dit jaar m ons tijdschrift bijzondere aandacht Het Bestuur. besteden aan het “KOOLPUTTERSVOLK”. Dat ons blad ook ver buiten de grenzen van de gemeente Kinrooi gelezen wordt, LAY-OUT + TYPEWERK bewijst de brief die wij ontvingen van een missionaris uit Zaïre en die we integraal Martine Dryvers afdrukken. May Verhoeven We wensen U, uw familieleden en kennissen veel leesgenot! EINDREDAKTIE Theo Gielen

DRUK Publi Van Lee Kinrooi REDAKTIEADRES R.Raets. Sekr./Dokumentatiecentrum Weertersteenweg 419 3640 Kinrooi Rek.nr. 735-2224992-91 Tel. 089/70.14.10 Verantwoordelijke uitgever René Raets Venlosesteenweg 368 3640 Kinrooi

l INHOUD

Woordje van de voorzitter. I Inhoudstafel. 2 Uit heden en verleden van Kinrooi. - Onze dorpen door de eeuwen heen 3 - Oude jaargetijden. 5 - Koster René Segers. 7 - De Kinrooier parochiekerk. 8 - Het korte maar intense leven van cinema Wiskino. 12 - Herbergen (cafés) te Molenbeersel: 70 jaar geleden. 15 - Koolputtersvolk. 16 - Bloemlezing uit oorlogskroniek E.H. Drost. 17 - Roepsteen. 19 - Pastoor die wist waar Abraham de mosterd haalde. 20 - Uit de oude doos : stoomtram - . 22 - Een lange zucht naar onafhankelijkheid. 24 - Odenhof 27 Mededelingen - Natuurbehoud - natuurbeleid - natuurbeleving. 28 - Vuurwapens. 32 - Wij waren aanwezig te... 34 - Uit onze ledenfamilie 35 - Oos modertaal 37 - Uit de school van vroeger. 37 - Uit ons documentatiecentrum. 38 - Kringwerking. 40

OP DE OMSLAG : Parochiekerk van Kinrooi: tegenwoordig staat deze kerk weer volop in de schijnwerper. Welke weg zal men inslaan: restauratie of nieuwbouw ? Een uitgebreid artikel over de bouw van deze kerk vindt U in dit nummer.

2

ONZE DORPEN DOOR DE EEUWEN HEEN. -KINROOI-MOLENBEERSEL-OPHOVEN-. deel 1

INLEIDING. In de brochure “KINROOI... archeologisch en historisch ” schreven Hubert Heymans en Donaat Snijders een beknopte tekst, eerst bedoeld voor de “info-gids Kinrooi ”, maar later uitgegeven in 1984 door de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, als nummer 5 in de reeks Hartenvier.

Donaat Snijders begon zijn bijdrage als volgt: In het dokumentatiecentrum van de Heemkring heeft men “Van het moment af dat de mens relikten -hoe dan ook- op reeds heel wat verzameld in verband met de geschiedenis “schrift” heeft nagelaten, zijn we de voorhistorische tij den van onze dorpen. voorbij en spreekt men van “historie” of “geschiedenis”. Het leek ons zinvol om eens te trachten een chronologische Dat valt bij ons min of meer samen met de ongewenste opeenvolging van gebeurtenissen die de geschiedenis van komst van de ons toen bezettende wereldmacht: de onze dorpen en ons heem raken op een rij te zetten. We Romeinen...” poogden aldus om onze dorpen een plaats te geven in de Hubert Heymans stelde in zijn inleiding: geschiedenis en dit eeuw per eeuw. Op deze wijze hoopten “De oudste geschiedenis van onze gemeente Kinrooi zit in we tot een bijdrage te komen die dienstig kan zijn voor de bodem waar alle sporen van vroeger opgeborgen zijn... anderen. Chronologisch zijn er voor onze streken op archeologisch gebied drie belangrijke perioden te onderscheiden: de We weten maar al te goed dat wij in deze bijdrage met prehistorie, de Romeinse tijd en de middeleeuwen...” volledig kunnen zijn, omdat we niet elke vermelding welke voorkomt in de publikaties kunnen opnemen. Toch hopen Over onze dorpen bestaan er volgende algemene we een beeld te hebben opgehangen van wat er in onze geschiedkundige werken: dorpen zoal is gebeurd in de loop der eeuwen. We - Piet Henkens, De Geschiedenis van Kessenich, Kinrooi, herinneren soms ook aan feiten uit de algemene 1979 (728 blz.), gesteund op o.a. publikaties van Jos geschiedenis en deze der beide Limburgen, kwestie van Habets en Piet Bouveroux. oriëntatie. - Donaat Snijders en H.J. Geerkens, Ophoven en Geistingen door de eeuwen heen, Ophoven 1966, (304 blz. Aanvullingen en verbeteringen zijn van harte welkom. en 31 blz. bijlage). - H. Janssen-Aerts, Aantekeningen over het verleden van PREHISTORIE. Kinrooi, Maaseik, 1953 (100 blz.), als herdruk in 1984 De regenrivier “de Maas” is eeuwenlang bepalend geweest aangevuld met “de Geschiedenis der gemeente Kinrooi” voor de bodemstruktuur in haar stroomgebied, daar zij door Theodoor Sevens. erosiemateriaal uit de Ardennen neerzette in onze - H. Janssen-Aerts, Aanteekeningen over Molen- Beersel, noordelijke laagvlakte. Later komt er hier klei en leem Maaseik, 1938 (156 blz.), eveneens heruitgegeven door de overheen. Geschied- en Heemkundige Kring in 1983. De Maas (925 km lang) ontspringt op het Plateau van In de Infogids Kinrooi 1990, een uitgave van de Langres in Frankrijk en mondt uit in de Noordzee in V.V.V.-Infodienst (p. 23-31), staat ook een beknopte Nederland. algemene historiek met betrekking tot ons gebied. Tijdens de opeenvolgende ijstijden vult de Maas de eigen valleibodem met grind en zand. In de tussen ijstijd snijdt de stroom door haar eigen afzettingen. Zo ontstaat een terraslandschap. In het dekzandgebied

3

ontstaan er later moerassen en loof- en naaldbossen. Chr.-14 na Chr.) leggen hier een “heirbaan” aan om zich Rendierjagers leven hier tijdens het “Paleolithicum” (tot vlug te kunnen verplaatsen met hun leger en handel ca. 10.000 v.Chr.). In het toendralandschap jagen ze op (Maastricht-Nijmegen). Het deel Maaseik- Aldeneik is 1,6 rendieren, bizons, herten, gemzen en steenbokken. Er km, Aldeneik-Geistingen 3,5 km, Geistingen-Kessenich 2 leven ook wolven, beren, vossen en dassen in onze km en Kessenich-Wessem 4 km. De heirweg loopt meestal gebieden. De jagers eten wortels en wilde vruchten. parallel met de Maas. Het “Steenpad” aan de Bommesaar In het “Mesolithicum” (tot ca. 4.000 v. Chr.) vestigen zich verwijst naar de heirbaan. Deze is hier opgegraven door hier zwervers op de zandige hoogten nabij de Maas en de Jan Geerkens in 1950, 1960 en 1964 (nabij het beken. “Silex” wordt gebruikt om wapens en werktuigen te douanekantoor van Kessenich). Langs deze weg zijn er vervaardigen en om vuur te maken. Tijdens het grafvelden gelegen, welke duiden op vestigingen in de “Neolithicum” (ca. 5.000 v. Chr.) gaat men beginnen Romeinse tijd. Bij de bouw van de windmolen in boeren: het land bewerken en vee houden. In 1860 v. Chr. Kessenich in 1869 ontdekt E.H. Franssen er een trekt de Maas zich geleidelijk terug, zodat onze Gallo-Romeinse begraafplaats . In 1978 vindt molenaar Maasdorpen verder van de stroom komen te liggen. In het Pierre Verbeek er nog Romeins vaatwerk. Het begin van het Holoceen ontstaat “het terras van Gallo-Romeins museum in toont ons zeer veel Geistingen”, een Maasafzetting waarop ook Maaseik is uit deze periode. gelegen. Ook op de Steenberg in Geistingen worden vele vondsten De Maas is steeds een belangrijke verkeersader geweest. gedaan: romeinse dakpannen, kruiken, sieraden, Tijdens de “steentijd”, “bronstijd” en “ijzertijd” zijn er waterputten, molenstenen...waarvan er sommige te eerst zwervers in onze streken. bewonderen zijn in het R.A.M. De Kelten vestigen zich hier in hutten en zo ontstaan er In de 2de-3 de eeuw komen de landbouw en veeteelt, zij dorpen langs de Maas. Ze leven van de jacht en van de het primitief, steeds meer voor. visvangst. Het Christendom komt tot ontwikkeling (Clovis bekeert Bodemvondsten (voorwerpen en graven) geven aan dat er zich in 506) en na 550 begint de kerstening definitief, hier reeds bewoning was (o.a. nabij de Itterbeek en de nadat de Franken de heerschappij hebben veroverd. Ze Hezerheide - verzamelingen E.H. Franssen en Dr. Nyssens verdelen hun gebied in “gouwen”, verder verdeeld in bvb.). Een belangrijke vondst uit de bronstijd betreffen de “graafschappen” en in kleinere gebieden (leenroerig in 1936 gevonden “26 hulsbijlen” aan de toenmalige tijdvak). Onze dorpen behoren tot de “”. maalderij J. Gielen, Steenweg in Geistingen. Geslepen Uit de Romeinse tijd kennen wij o.a. de Romeinse cijfers bijlen worden gevonden in Ophoven, Geistingen, Kinrooi (verdrongen door de Arabische cijfers) en het Romeins en Kessenich. Dat de mammoet hier leefde weten wij ook recht (van invloed op het Frans recht en op ons eigen door de vondsten. Vondsten uit de vroege ijzertijd burgerlijk wetboek). De bouwkunst en letterkunde uit de gebeuren bij noodopgravingen in 1980/1983 te Geistingen, Romeinse tijd getuigen van een vroege kultuur. Op de “in den Kamp”: keramiek (waaronder “gootjes” voor “Peutingerkaart” ziet men de wegen, herbergen en zouttransport), hout, glas (glazen armbanden Late- belangrijke gebouwen uit die tijd (kaart bewaard in IJzertijd), been, brons en silexsteen. Deze vondsten wijzen Wenen, kopie van de Romeinse originele kaart). erop dat er hier een landbouwnederzetting bestaan heeft. Op de kaart van Wendelius staat Maaseik als “Mosedo” en Stilaan komen zich hier ook de Germanen vestigen. De Oeteren als “Ottarsino” aangeduid. De Maas staat op deze mensen beginnen dieren te kweken en planten te telen. kaart als “Mosa” vermeld. Elandelaars brengen hier gereedschap in brons en rond In 410 wordt er een verbond gesloten tussen de Germaanse 1000 v. Chr. ook in ijzer. volksstammen om in te gaan tegen de Romeinse De uitvinding van de “sikkel” en van de “kar” zijn toen heerschappij. De Franken winnen stilaan meer en meer belangrijk gebleken. veld en de Romeinen worden verdreven. Vanuit Duitsland veroveren zij noordwest en midden- Europa. Uit de tijd der ROMEINSE TIJD. Franken dateert de “Salische Wet” die onder andere de troonopvolging der vorsten regelt. De Franken leven van Deze begint rond 50 voor de geboorte van Christus (begin jacht, visvangst en veeteelt (vooral varkens). Hun van onze tijdrekening) tot 400 na Christus. De Romeinen driehoekige pleintjes liggen in de buurt van de primitieve o. 1. v. Julius Caesar treffen hier de Eburonen aan. In zijn bidplaatsen en zijn voorzien van een eendenpoel. In boek “De Bello Gallico” noemt hij de Maas als Kessenich en omgeving vindt men nog zulke driehoekige scheepvaartweg. pleintjes. De Romeinse landvoogden onder keizer August (43 v. (wordt vervolgd) Werner Smet.

4 OUDE JAARGETIJDEN.

Een jaargetijde of anniversarium is een jaarlijkse mis voor een afgestorvene. Pastoor Van den Eynde legde in 1846 een lijst aan van jaarmissen die in de parochiekerk van Kessenich werden opgedragen. Het stipendium of offergift voor de celebrant, een vergoeding voor de koster en de administratiekosten putte men uit een kapitaal dat de stichter betaalde aan de kerk. Het gebeurde ook dat de stichter een jaarlijkse eeuwigdurende last legde op een onroerend goed; een jaarlast die groot genoeg was om de jaarmis te betalen.

Bovengenoemde lijst van jaarmissen is opgenomen in de Enkele stichtingen. “Geschiedenis van Kessenich” van P. Henkens, blz. 390 e.v. In tegenstelling met wat de boekhoudkundige notitie Op 11 oktober 1680 heeft Anna op Gevelt, weduwe van doet vermoeden, zijn vele stichtingen ouder dan van 1827. Dirck op Lichtenbergh, na haar dood, tot een zielmis In het kerkarchief van Kessenich (R.A.H.) is er onder nr 5 achtergelaten, 30 gulden. Idem nog 30 gulden. De 60 een register bewaard met de inkomsten der pastoors. En gulden zijn voldaan door Mana op Gevelt, haar zuster in aangezien een anniversarium ook een gering inkomen bood naam van Mana Sonnemans, en betaald aan pastoor Wolfs. aan de parochieherder, staan de stichtingen er in vermeld. De jaarmis werd betaald door de kerkmeesters van 1681 Vóór de omschrijving van enkelen volgt, melden we eerst t/m 1726. de naam van een oude pastoor uit die parochie. Hij staat op een los blad in genoemde bundel 5, Johan Tryppers was al Jan Janssen liet 3 stuiver jaarlijks voor een zielmis voor twintig j aar pastoor van Kessenich in 1400 en ... hem, geaffecteerd op huis en hof van Hendrik Maesen. Wie een fotokopie van het document ziet, kan het juiste Deze laatste naam is doorgestreept en overschreven met jaartal zelf bepalen. De 1400 staat in de eerste regel. “Willem Deeben”, die het huis gekocht heeft van de Aanvang tweede regel staat er XCX. ‘t Is een getal dat niet erfgenamen van Jan Janssen. De mis is te zmgen rond St. bestaat. De tekst is een kopie uit het jaar 1602. De kopiist -Andries( 1). Betaald van 1698 t/m 1716 en van 1764 t/m heeft waarschijnlijk een fout gemaakt. Er zijn allerlei 1796. De hiaten in de betalingsreeks zijn wel toe te gissingen mogelijk: bv. 1619, 1695,... schrijven aan de slordigheid van sommige pastoors. (1) St.-Andries = 30 november

5

Herman Geuven betaalde 50 gulden voor een jaarmis te het huis van “den ouden bok”. Ze werden betaald door zingen op 19 januari. Het geld werd belegd bij Petrus Sibertus Vandersanden die dat huis kocht. Die betaalde Bautendie er 5% voor gaf, van 1715tot 1728. Van 1764 tot van 1789 tot en met 1794. In ’95, ’96 en ’97 betaalde en met 1795 betaalde Antonius Coelen en daarna diens Lambertus Kooien de missen. weduwe. Pastoor Ferrier (1604-1640) had ook zijn herdenkingsmis en dat op 13 juli. Ruim een eeuw later schreef zijn In 1700 betaalt Michael Timmermans 100 gulden voor een opvolger erbij: wordt betaald door de landheer; 1764. jaargetijde, te zingen op 5 mei, voor hem, zijn ouders en Maar dan houdt het op. familie. De mis moest in Kinrooi gezongen worden door de pastoor van Kessenich. Peter Gielen leende het geld en We sluiten deze reeks af op dezelfde wijze als het betaalde tot 1715. Toen betaalde Jacobus Geelen van 1764 kerkregister nr 5 eindigt, nl. met een stichting t/m 1797 .I.p.v. Timmermans schreef men ook Tilmans. neergeschreven in ‘t Latijn. En die tekst zal iedereen wel begrijpen: Op 7 mei 1715 belegde E.H. Judocus Snijkers, pastoor in Home, i.n.v. zijn afgestorven ouders, Reynier Snijkers en Henricus Henckens: 1722 fundavit duo anniversaria, pro Elisabeth Henkens, 100 gulden aan de pastorie van se et uxore sua Comelia Hoens, pro hypotheca 100 fl. “op Kessenich. Dat bedrag kwam uit een grotere som, staande de Gelderman”. op panden van Geul Henissen weduwe Reyner Lenerts. 30 maart voor Comelia Hoens, vanaf 1764. Reynier Snijkers overleed op 24 oktober 1689 en Elisabeth Henkens op 14 maart 1693. De jaarmissen op 24 oktober en 9 april voor Henricus Henckens, vanaf 1764. 14 maart begonnen pas te lopen vanaf 1715. Met drie stuivers die iemand in het jaar 1698 belegde, kan een priester, driehonderd jaren later, geen eerbaar Voor Anna Janssens, gestorven op de vigiliedag van stipendium meer genieten. St.-Gertrudis in 1734 en Joannes Wolfs, gestorven op 25 Daarom zijn in vele parochies maatregelen genomen tegen januari 1738, waren jaarmissen voorzien, te betalen door deze anachronismen. Lambertus Wolfs. Op de lijst van 1846 zijn ze niet te vinden. Op 7 maart 1764 overleed pastoor Mathias Engels. In een testament voor de pastoor van Thom had hij een jaargetij gesticht. Hij stelde daartoe tot hypotheek: het bakhuis en het stalleke met de opvaart naar de schuur. Hij pretendeerde dat die op zijn eigen grond gebouwd waren. Zijn opvolger schijnt het anniversarium betaald te hebben. Maar in het boek van meester Henkens leest men dat de gemeente dat deed van 1827 tot 1842. De jaarmis voor Reinier Rutten werd van 1767 tot en met 1797 betaald uit 100 gl. die belegd waren op het goed van Joannes aen de Kerck. De mis werd schijnbaar verplaatst van 6 naar 13 april. Het jaargetij voor Sibil Brouwers op 3 oktober, dateerde reeds van ‘t jaar 1673 en werd betaald uit een belegging van 30 gulden. Mechtildis Hermans die haar jaarmis gezongen kreeg op 23 oktober, overleed op 24 oktober 1766. Zij was gehuwd met Joannes Snijkers die zijn getij op 10 januari gezongen kreeg. De kosten voor deze vieringen waren verbonden met

6 KOSTER RENE SEGERS IS NIET MEER !

Op 14 januari 1994 overleed te Kinrooi de 85-jarige koster-organist René Segers. Liefst 56 jaar lang nam hij deze taak plichtsbewust en stipt ter harte. In een volgend nummer zullen we uitgebreid ingaan op drie generaties kosters in de St. -Martinusparochie te Kinrooi.

Je leven, als muziek gleed door je vingers, bewust genietend van elke noot. Je leven als een boek, gelezen elk blad, intens belevend elk woord. Je leven, je hart, je zijn, eenvoudig apart. En nu, 't orgel zwijgt, 't klavier staat stil, de kaarsen doven. Jij liet los, maar wij blijven van je houden. Koster René Segers tijdens zijn werkzaamheden in de kerk.

7 DE KINROOIER PAROCHIEKERK.

In Dao Raostj Gèt jaargang 10, nr. 2 (1991), pag. 47-48, verscheen reeds een bijdrage over de Kinrooier parochiekerk 1856-1956 van de hand van M. Brouns osc. 1956. Tegenwoordig staat deze kerk weer volop in de schijnwerper. Het gebouw is er erg aan toe. Welke weg zal men inslaan: restauratie of nieuwbouw? De Kinrooier parochiegemeenschap nadert cruciale beslissingen. Maar hoe ging het weleer toen men deze kerk bouwde? In de nota’s van Meester Schoofs zaliger vonden we een stuitte op verzet van enige parochianen. Bij de “gewone” interessante beschrijving en korte historiek. Ook het oriëntatie zou de ingangsdeur niet uitgeven op de straat, en “Liber Memoralis” uit het parochiearchief levert veel dat kan toch niet volgens sommige zijner discipelen... En gegevens die deze reconstructie mogelijk maken. “De kerk “de heer pastoor ziende dat hierdoor de vrede onder zij n ligt niet goed georiënteerd. De buitendeur moest naar het parochianen ging verstoord worden, liet dan de kerk westen gericht zijn en het altaar naar het oosten.” Zo vatte bouwen gelijk ze nu ligt.” Meester Schoofs aan in de veertiger jaren. Je mag stellen dat de pastoor flink wat water bij de wijn De kerk werd gebouwd tijdens de ambtsperiode van E.H. deed om toch maar de vrede te bewaren en de bouw te Pastoor Jac. Creemers (Stramproy 1781). Hij was rector in kunnen starten. Kinrooi vanaf 1826. In 1844 werd Kinrooi een zelfstandige parochie. Voorheen was ze rectoraat van In 1851 begon men brikken te maken in de Tongerloosche Kessenich. “Rector” Creemers werd toen “Pastoor” heide op de plaats waar nu het goed van dokter Groenen Creemers. Dit bleef hij tot zijn overlijden op 03.06.1864. ligt. Achtendertig jaren hadden we deze dorpsherder gehad. Hij Pastoor Creemers kocht 6 monden goede brikken van de stierf op 83-jarige leeftijd, 8 dagen nadat hij een kou had Maas te Ophoven. De aanbesteding had plaats in 1852 op gevat, terwijl hij bij Cornelis Vanesser op Wemer wonend den 27 mei onder eigen beheer. in de schuur gepredikt had. Pastoor en gemeente zorgden voor de grondstoffen, het werk werd uitgegeven. De bouw werd geraamd op Bff. 26.000,-. De eerste steenlegging, door E.H. Deken Leynen van Maaseik, vond plaats op 13 juli 1852. Het metselwerk werd door Theo Schroyen van Kinrooi aangenomen voor Bff. 3.600,-. In deze prijs was inbegrepen, het plaatsen der ramen en het richten van het timmerwerk voor het dak. Het hout voor dit timmerwerk was afkomstig van de Schans. In datzelfde jaar werden enkel de fundamenten gemetst. Hiervoor gebruikt men 6 monden brikken. En dit alles zat “in de grond”. Gedurende de komende winter werden ze met stromatten afgedekt. In 1853 werd dan de kerk gemetseld, de brikken van de Tongerloosche heide waren weldra op en pastoor Creemers kocht nog 10 monden brikken te Ophoven van Jean Coenen van Neeritter. Deze waren weer op in 1853. Maar ook het geld was op en de arbeid moest stilgelegd worden. In 1855 werd de kerkmuur bepleisterd.In 1856 werd de sacristie gebouwd, het altaar gemaakt, communiebank en vloer aangebracht. Zo kon op 3 september 1856 de eerwaarde heer Deken Kerkhofs van Maaseik de kerk inwijden.

Hij had er ook alles aan gedaan om de “slechte ligging” De muren waren echter niet geplafonneerd, de vensters (oriëntatie) der kerk te veranderen en ze volgens de met oud glas en stro dicht gemaakt en de hoogst nodige gewone voorschriften te bouwen maar hij meubelen en gewaden ontbraken. Toch was men fier over de nieuwe kerk, die slechts een

8 geraamte leek, doch door toelagen en milde steun der Pastoors van het kanton Maaseik en de priesters van de inwoners zou ze langzaam voltrokken worden. Voor al dat omliggende plaatsen. Na deze indrukwekkende werk te betalen gaf de moederkerk van Kessenich plechtigheid werden de zusters, komend van , Bff.3.200,-. Pastoor Creemers haalde Bfr. 4.000,- rond in ingehuldigd in hun nieuw klooster, waaraan men terecht als Kinrooi en de Kerkfabriek van Kinrooi bezat Bfr. 9.000,-. herinnering de naam gaf van Kluis, die de bakermat der Op de 1 ste zondag van september 1856 (Kermiszondag) Zusters van het H. Graf geweest is. De Heer pastoor Weyen werd het H.-Sacrament processiegewijs van de Kapel bleef pastoor tot 1905. overgebracht naar de nieuwe kerk en daar werd voor de Hij was toen 39 jaar pastoor van Kinrooi geweest. eerste maal de H. Mis gelezen. Van 1856 tot 1866 werd niets meer gedaan aan de kerk (zonder toren, zonder Hij werd opgevolgd door de Heer Cuppens, geboren te plafond en met vensters waardoor de regen en de wind vrij Beringen op 29 april 1868, kapelaan te . spel hadden.) Negentienjaar, van 1905 tot 1924 was hij hier pastoor. In Toen meneer pastoor Creemers in 1864 stierf, bestonden 4 1924 werd hij overgeplaatst naar Loksbergen waar hij een muren der kerk, ruw bepleisterd. Voor het glas der jaar later op 57-jarige leeftijd overleed. vensters, dat slecht was ingezet, had hij Bff. 700,- betaald Dan kwam pastoor Leo Saesen naar Kinrooi. Hij was aan iemand van Sittard. De elf ijzeren ramen, gegoten te geboren te Achel op 13 april 1882, priester gewijd te Luik Luik, kostten ruim Bff. 3.000,-. Het inzetten van deze ij in 1907, leraar te Visé in 1907, kapelaan te Koersel 1915. zeren buitenramen en mergelramen aan de binnenzijde Zijn voorganger had gedurende zijn 19- jarig pastoorschap gebeurde door Schroyen uit Kinrooi zoals eerder vermeld. niets voor het kerkgebouw gedaan. Zo vond E.H. Saesen, De opvolger van pastoor Creemers werd Z.E.H. Kerkhofs, toen hij op 11 mei 1924 de H. Cuppens opvolgde, de kerk afkomstig van Sint-Huibrechtslille, kapelaan te Achel. in een netelige, armzalige toestand. Hij nam zich voor hier Deze deed niets aan de kerk en werd dan twee jaar later verandering in te brengen. verplaatst naar Laak bij Houthalen. Wat hij tijdens die twee jaar aan “bouwwerken” verrichtte bleef beperkt tot het afbreken van het oude bakhuis aan de pastorij en er een nieuw tegenaan plakken. Hij werd dan opgevolgd door E.H. Weyen, geboren te Sutendael op 02/08/1824 en te Kinrooi als pastoor geïnstalleerd op 11 juni 1866 door E.H. Deken Polus van Maaseik. E.H. Weyen heeft bewezen dat hij een ijverig priester was. Onder zijn hoede werd in 1866 onmiddellijk voortgewerkt. Hij werd flink bijgestaan door de gemeente die ‘t jaar tevoren de gemeenteschans voor Bff .42.000,- verkocht had. Pastoor Weyen begon met de toren te bouwen: Bff. 6.090,-. Dit werk werd uitgevoerd door Pelsers van Maaseik. De bepleistering van muren en plafond werd uitgevoerd door Stratemans van Molenbeersel voor de som van Bfr. 3.000,-. In 1868 werd het hoogaltaar geplaatst. In 1869 werden de vensters vervangen door nieuwe glasramen. Door giften van de parochianen kon men in 1877 voor Bfr. 930,- goten aanbrengen, muren invoegen en driemaal laten verven. Maar de pastoor vond de kerk al vlug te klein... Op 14 juli 1881 werd de kerk geconsacreerd door Mgr. Doutreloux, bisschop van Luik, bijgestaan door groot-vicaris Mgr. Rutten in tegenwoordigheid van de Weledele Heer Graaf Arthur De Grünne, de Heren E.H. Pastoor Saesen, zittend. De vloer was totaal versleten, de muurschildering smerig vervallen, de kruisweg onherkenbaar geworden. Het eerste werk dat hij aanving was het hernieuwen van de vloer. De lemen plaveien dienden vervangen. J. Hermans uit Geistingen voerde de werken uit in

9 september/oktober 1924 voor een bedrag van Bfr. Bosmans van Kinrooi, E.E.H- Kruisheren Bergeroort (?) 10.775,94 waarvan Bfr. 984,50,- werd betoelaagd. De en Drost, de E.H. Pastoor der parochie Kinrooi, de Heer aanbesteding der vergroting der kerk werd goedgekeurd op burgemeester Godefridus Teuwen. 12 februari 1926. Het werk werd aangenomen door Na de feestelijkheden werd het weer ernst en vervolgden Janssen van Overpelt en Hermans van Geistingen voor Bfr. de werkzaamheden. De bepleistering der kerk werd 180.000,- De werken namen een aanvang op maandag 1 uitgevoerd door een zekere Wittershoven van Dilsen, maart 1926. Van 1 maart tot 6 maart heeft men eerst de bijgestaan door Renier Vrancken en zoon, insgelijk van leien van het hoofdkoor en de sacristie weggenomen, dan Dilsen. Dit werk werd in oktober/november 1926 tot een de planken, de kepers en coumich verwijderd, de 5 goed einde gebracht. geschilderde ramen van ‘t hoofdkoor uitgenomen. Deze ramen uit gegoten ijzer wogen 1.000 kg elk. Het eerst van al heeft men het hoofdaltaar afgebroken en met een De deuren en eiken ramen werden gemaakt door Mathieu houten schutsel de middenbeuk afgemaakt. Van 8 maart tot Soors van Kinrooi. De bevloering werd in november 1926 19 april werden de muren van ‘t koor en sacristie uitgevoerd door Vranken Renier en zoon van Dilsen. Deze afgebroken, de brikken, zes wagens aangehaald bij Jacobs kon beter gelegd zijn geweest maar de pastoor durfde niets in Dilsen, werden slecht bevonden. De volgende brikken te zeggen want “Hij was bekwaam troffel en hamer neer te werden gekocht bij Klingeleers te Mechelen a/d Maas. De leggen en mij te laten zitten” dixit de eerwaarde. boeren hebben gratis de brikken gevaren. De grondslagen werden in beton gegoten (stukken oude brikken 5/5 cm + 5 Even terug in de tijd. kruiwagens zand+2 zakjes cement +1 zak Doomiksche kalk). Mortel werd gemaakt met 5 delen zand, 1 deel In de maand augustus van het jaar 1924 werd de pastorij cement, 2 delen Doomiksche kalk. Van 8 maart tot 14 april geverfd. De kamers onder kregen ook een verfbeurt. heeft men fundamenten gegraven en gegoten. Van 14 tot Boven werden twee kamers met papier behangen door de 28 april, juist 14 dagen was men 1 meter boven de grond kunstschilder Brouns van Maaseik. Tezelfdertijd werd in met de metselwerken. Dit is het peil van het gelijkvloers kerk en pastorij de leiding der elektrische verlichting van de kerk. Met de uithoeken van 3m5 0 breed en 6m80 gelegd. Die van de kerk kostte Bfr. 2.450,-, die der pastorij lang heeft de nieuwe oppervlakte der kerk 145 m2 zitplaats Bfr. 1.025,-. Er werd een nieuwe stoep gelegd voor de gewonnen. pastorij door Craeghs van Kinrooi en Riek Beijnsberger. De volgende metselaars werkten aan de kerk: Jan Houben Deze laatste was werkman op de pastorij. van Kinrooi, Clerx Henri en zijn zoon Martinus en diens De verlenging der elektrische verlichting in de kerk (4 neef Jan, allen van Geistingen, Van Helsen Gerard van grote en 3 kleine lampen) gebeurde door een Hollander in Geistingen, Hermans Mathieu van Geistingen. Als dieners ‘tjaar 1926. Deze (hoe kan het ook anders) heeft de pastoor waren Pex Henri, Knippenberg Jef, Fiddelaers Lambert en beetgehad. Daarvoor heeft de pastoor Bfr. 1.917,- moeten Fiddelaers Geel, Verstoeten Mathieu, Pepels Gerard en betalen! Joosten Jef, allen van Kinrooi. “Een schande” zo zei men. Een elektrische bel van de Op 12 augustus 1926 voltooide Meysen uit Bree het pastorij tot aan de kerk werd aangelegd om de huisgenote leiendak. van de pastoor tevreden te stellen. Dus ook vrouwvolk kon Intussen was op 16 augustus een aanvang gemaakt met het “de paster” op kosten jagen... pleisterwerk door werklieden van Roosteren. Het doopvont bestelde hij te bij Hayemont en kostte Bfr. 400,- zonder vracht. De vergroting werd betaald door giften in de parochie. De kruisweg: de muren werden uitgekapt door Renier van Bijeengehaald: Bfr. 119.000,-. De gemeente gaf Bfr. Esser, zoon van Pier van Esser, de buurman van de 20.000,- en de provincie Bfr. 49.000,-. En het kerkfabriek pastoor. De lijsten in gips werden gemaakt door verkocht nog twee stukken grond. Wittershoven van Dilsen, die samen met Hermans van Geistingen de nieuwe kruisweg erin heeft gezet. Op Pinkstermaandag, 24 mei 1926 werd door E.H. Deken Het kerstkribbeke en beelden werden voor Bfr. 1.100,- Kubben de eerste steen gewijd. Waren aanwezig op deze gekocht bij Parentani, Boulevard Maurice Lemonnier 132 plechtigheid die plaatshad na de H. Mis van 10 uur: E.H. te Brussel. Ook het beeld van St. Anna en St. Franciscus Kubben, deken, de heer Karel Moors, afgevaardigde van van Assisi. Het beeld van de H. Theresia met Kindje Jezus de Bestendige Deputatie van , de architect Gessler kocht hij voor Bfr. 350,- bij Vanderdonck te Maaseik. Karei van Maaseik, rector van Thom, E.H. Cuppens, E.H. Mère Louise van de Ursulinen van Maaseik maakte en professor schilderde dertien oriflammen. Het stof betaalde de

10 pastoor, ‘t werk was gratis. In Mechelen, bij Rochens- Van Het oude kerkgedeelte werd met 2 lagen en het nieuwe Campenhout kocht hij 120 stoelen aan de prijs van Bfr. gedeelte met 4 lagen olieverf geschilderd. Koor en 180,- per stuk. Bij vermelde Parentani te Brussel werden in middenbeuk waren afgewerkt half oogst. 1926 nog een hele reeks beelden gekocht: de H. Familie, H. Op 5 september 1928 is de tableau van St. Gerlachus Theresia met kindje Jezus, H. Antonius, H. Fransiscus van geschilderd. (R. zijbeuk vooraan boven). Hij houdt een Assisi, H. Anna, boek in de hand waarop te lezen valt (wel met verrekijker!) O. L.V. Lourdes, H. Jozef, H. Gerlachus. “Anno Domino 1928, Pio XI papa felviter regnante Ludovico Josepho Kerkhofs. Zo werd zijn kerk gesierd met mooie heiligenbeelden Episcopo, Josepho Haecken decano districtus mosacensis, aangekocht met milde giften van de parochianen. Met het Leonis Saesen parocciae pastoris cura inffascript ecclesiam restant liet E.H. Pastoor, rouwvaandel, een elektrische sepinxit ad majorem gloriam.” lichtkrans, een processievaandel van de H. Familie maken. In 1927 maakte mère Louise van de Ursulinen een aantal De plafonds werden in lijnverf geschilderd, betere kerkelijke gewaden met bijpassende ornamenten. In 1928 wateropname en bij condens geen druppelvorming. Ter werden drie bidstoelen geschonken voor ‘t koor der kerk, vergoeding voor het prijsverschil tussen deze lijnverf en de waarvan er 2 werden vervaardigd door de ambachtsschool olieverf, schilderde de heer Heidbuchel gratis een tableau. te Mechelen aan de Maas. De twee gotische zetels op ‘t De werken werden beëindigd op 20.12.1928. koor, gekocht door de kerk, werden hier ook vervaardigd. Maar deze mooie werken hadden ook een keerzijde. De Er kwamen 4 grote lantaarnen voor de processiehemel, heer pastoor had de baas Heidbuchel veertig dagen in de geschonken door pastoor en kerkmeesters. kost aan Bfr. 15,- per dag. Hiervan gaf de pastoor Bfr. 5,-per dag aan de meid. De knechten daarenboven hebben Schildering der parochiekerk in 1928. bijna zeven maanden gratis logement en licht gehad in de twee kamers van de gildezaal. Daarbij werd hen viermaal Op dinsdag 5 juni 1928 begon men met de schilderwerken. daags koffiewater gegeven. In ruil voor dit logement Ze waren aangenomen door meneer schilderde de baas gratis de gildezaal met lijnverf. Intussen P. Heidbuchel van St.-Truiden voor Bfr. 36.500,-. werden de ijzers onder ‘t oxaal, de oxaaltrap en ‘t wijwatervat geplaatst. Zij zijn gemaakt door de ambachtsschool van St.-Jansberg Maaseik. Het werk in de kerk is goed afgemaakt maar de pastoor zou het nooit iemand aanraden gedurende zes maanden knecht en baas in de kost te houden... Men moet wel eens wat kunnen verduren... De kerkraad in zitting van 1 april 1928 en de gemeenteraad in zitting van 4 mei 1928 keurden de aanschaf van een orgel goed. Het zou Bfr. 33.500,- gaan kosten en geleverd worden door de gebroeders Slootmaekers uit Brussel. Het kerkorgel werd een eerste maal bespeeld op Passiezondag, 22 maart 1931. Deze “muziekmis” werd uitgevoerd bij gelegenheid van de Plechtige H. Kommunie der kinderen. In november 1933 werd het staketsel rond het H. Hart beeld en de gedenksteen der oudstrijders buiten de kerk geplaatst. Klaps Willem maakte het betonwerk. De gebroeders Pier en Jan Houben deden het metselwerk. Het ijzeren staketsel werd gemaakt door de dorpssmid Henri Teuwen. Hij was gemeenteraadslid en op z’n voorstel werd dit initiatief door de gemeenteraad goedgekeurd. Kostprijs: Bff.3.000,-. Van 28 december 1936 tot 14 januari 1937 werden de kerkvensters van dubbelglas voorzien. Dit werk werd

Binnenzicht van de kerk van Kinrooi

11

gedaan door 3 werklieden van de H. Jozef Osterrath uit Luik. En dit voor de som van Bfr. 9.670,-. De totale oppervlakte van ‘t geplaatste glas was 146 m2. Daarbij werden sommige koppen en handen van heiligen opnieuw gebrand voor de prijs van Bfr. 575,50. En toch... “ieder goed werk zocht de duivel in duigen te doen vallen”. Primo werd het een hele affaire of de kerkfabriek de beloofde gemeentetoelage zou krijgen. Er volgde een schrijven naar de gouverneur. Misschien daarover later meer. En secundo kreeg de kerk reeds nachtelijk bezoek van 16 op 17 juni 1927. De dieven waren de kerk binnengebroken langs de bidplaats der zusters. Uit het rechter venster namen ze de loodjes uit.

Eenmaal in de kerk werden de koperen platen der offerblokken en communiebank verbroken, de deur van ’t koor naar de sacristie met breekijzers vernietigd. Goddank bleef de buit beperkt tot de inhoud der offerblokken die op een Bfr. 50,- werd geraamd... Maar na een weg van zovele jaren, zovele vereende krachten en parochieherders die er stevig de schouders Kinrooi: hoofdaltaar met de beelden van de 12 apostelen, twee H. onder zetten, bezat men een prachtige kerk vol kleur en Bisschoppen, zes engelen en calvarieberg, ca. 1880, neo-gotische klank. Laten we hopen dat de facelift die zich nu meer en gepolychromeerd hout. meer opdringt evenzeer een herwaardering van deze kleur en klank met deze sacrale uitstraling mag aantal bestaande elementen??? Laat ons samen er het beste bewerkstelligen... En hoop, hoop doet leven... van hopen en ... maken. Of wordt het een nieuwbouw met integratie van een Beijnsberger Louis HET KORTE MAAR INTENSE LEVEN VAN CINEMA WISKINO. “Alles verandert” zei Thei van Toontje “behalve de staart van een koe, die blijft altijd op dezelfde plaats De komst van een gloednieuwe cinemascopezaal, gebouwd door Henri Hoedemakers in 1955-1956, luidde ook meteen de teloorgang in van het ouderwetse filmzaaltje van Anna en Charel.

De naam “Wiskino” die aan de zaal werd gegeven, is Ook de boeren uit de omtrek maakten daar gretig gebruik ontleend aan de voormalige tramwissel die nog zijn van. glorietijd heeft gekend tot even voor de Tweede In 1937 toen bijna alle vervoer met paard en kar gebeurde, Wereldoorlog. werd van daaruit nog 230.000 kg suikerbieten Op economisch gebied was de tramwissel met zijn drie getransporteerd naar de suikerfabrieken van Tienen of paar sporen van groot belang voor de mensen van Oreye, naargelang de omstandigheden. En dat was een Ophoven-Geistingen en Kessenich. Zware ladingen met hele partij ! brikken, zelfs Boomse brikken, kolen, kalk, pulp, Liet waren zo maar eventjes 300 boerenkarren die met een veevoeders en allerhande bouwmaterialen werden daar gewicht tussen de 700 a 800 kg tegen 6 km per uur over de gelost. weg hobbelde. Nu razen ze met 10 ton en meer alsof het niks is. De boer van vroeger was veel rustiger

12

Gezondheid ! Bèr Hoedemakers - Truike en Henri Hoedemakers op het terras aan de Wsikino. en nam nog de tijd om het paard de haverzak over de kop te bediende de kassa. trekken. Zelf gunde hij zich het genoegen om bij Willy Meerten, de plichtsgetrouwe facteur uit Geistingen klaarlichte dag een flinke pot bier achterover te slaan. En werd aangesteld als zaalwachter en was belast met de orde een herberg, die was nooit veraf, daarvoor hoefde men niet in de zaal te handhaven en om de juiste plaatsen te geven. eens een ommetje te maken. Jaak Meerten had dezelfde functie maar dan op het balkon. Tijdens de kermisdagen mochten ook de foorkramers Met de Bijbelse succesfilm “De Mantel” werd de zaak beschikken over de wissel. Het waren vooral de grotere geopend in 195 6. Men beweert dat het de eerste scopezaal attracties die daar werden opgeslagen, zoals het circus en is geweest in Limburg. de rupsmolen. Maar de prettigste herinnering blijft nog Het werd een ware volkstoeloop. Van alle streken kwamen altijd het treintje met zijn donkere tunnel van Albert mensen toegestroomd, zowel voor de film alsook om de Thommis en dit natuurlijk tot groot jolijt van de prachtige zaal te bewonderen. Succes werd toen voor lange aankomende vrijers. tijd verzekerd. Hierbij moeten wij rekening houden met het De tunnel van Thommis was bijlange niet zo lang dan die feit dat de televisie toen zijn klauwen nog niet had van Martens. uitgestoken. Een belevenis van amper tien seconden. Dan was het feest Aannemer Hoedemakers, beheerder-uitbater van P.V.B.A. uit. Men moest zich vervolgens klaar houden om de “poes” H.A.K.O. (Henri-Albert-Kino-Ophoven) stopte met de te trekken voor een eventueel gratis ritje. uitbating op 01.04.1963. Hij verkocht het hele pand aan de brouwerij St.-Jozef uit De Wiskino, een cinemascopezaal die vijfhonderd Opitter op 22.03.1963. Een paar jaar heeft René zitplaatsen telde, werd in de beginperiode door Hoedemakers, een achterneef en huurder van het aanpalend Hoedemakers zelf uitgebaat. De eerste filmoperateur was café, de zaak voortgezet. Jan Meerten die eertijds als timmerman werkzaam was bij Maar in 1965 begon de rentabiliteit erg te slinken door de Henri. Enkele jaren later werd hij opgevolgd door André felle opmars van de televisie. Alle filmvertoningen werden Hoedemakers en Theo Bartels. Ook Albert Hoedemakers, om die reden stopgezet in 1966. Nadien zijn er nog grote de broer van Henri moest bijwijlen inspringen als kienavonden georganiseerd. filmoperateur. Tuur Hoedemakers

13

Rechts op de foto ziet men nog de tramwissel. In het kleine huisje aan de weg woonde vroeger Ties Hoedemakers. Het werd afgebroken door Leike Sleven.

Reklamefoldertje door de post huis aan huis verspreid. 14 oktober 1956.

14

Nadat Truike en René in 1969 het bedrijf verlieten om een Hoop en al hebben ze slechts een paar jaar kunnen nieuwe eigen zaak op te bouwen, braken rumoerige tijden standhouden en de Goldfinger rolde dan ook maar zijn aan voor de eens zo gewaardeerde Wiskinozaal. “Dolle matten op. Ophoven was daar niet rijp voor. Mia”, een flinke uit de kluiten gewassen zwartharige Het bestuur van de Kon. Fanfare Ophoverzonen (en - zangeres met grote oorringen heeft toen de zaak gehuurd dochters) op zoek naar een beter onderkomen huurde de van de brouwer. Met een mentaliteit: “Wij zullen wel zien zaal op 01.07.1977 van de brouwer. waar we ergens terechtkomen” trachtte zij zo aan haar Dank zij voorzitter Jan Cuypers en zijn medewerkers werd trekken te komen. de zaal op 10.12.1986 aangekocht door de Maar lang heeft ze niet kunnen standhouden. muziekvereniging. Daarmee is de zaak nu in goede handen Op zekere dag is “Dolle Mia” met haar hele hebben en om dienst te doen voor allerhande culturele aktiviteiten. houden uit het gezichtsveld verdwenen. Niemand in Vermits de zaal over een uitstekende akoestiek beschikt, Ophoven wist waarheen. worden daar regelmatig toneelvoorstellingen ten beste gegeven. “Hand in Hand” heeft zich daar goed In 1973 kwam de “Goldfinger”. Een discobar met ingeburgerd. Ook het zaaltje van Anna en Charel is sedert flikkerende kleurlichtjes met alles erop en eraan. Lawaai tientallen jaren een heus artistiek biljartlokaal waar het meest! meerdere kampioenschappen worden betwist. “Alles Het originele plafond, dat volgens hun principe te hoog verandert” zei Thei, maar een ding is hij beslist vergeten was en daardoor niet beantwoordde om de ideale sfeer te eraan toe te voegen... op korte tijd. scheppen, werd vervangen door een lager. De muren werden met een soort tapijt bekleed. Van alle kanten kwamen daar jongelui naar afgezakt. Dat Jos Smeets. was daar ook weer het een en ander. Soms werd daar meer gevochten dan gedanst. HERBERGEN (CAFE'S) TE MOLENBEERSEL, 70 JAAR GELEDEN. Ter inleiding: er weze rekening gehouden met het feit dat de afgelegen wijken destijds te Molenbeersel weinig kontakt hadden met de omliggende dorpen en zeker niet met die over de grens: Stramproy, Ittervoort... Naar Maaseik en Bree, was een hele reis I

De dorpsmensen leefden, voor een groot deel “geïsoleerd” Biersel: zoals ik die ongeveer 70 jaren geleden gekend in de gemeente en zelfs in de zogenaamde wijk, zoals heb. Grootbiersel, ‘t Dorp, de Manestraat, het Brook, de Hei... De lezer zal willen toegeven dat de “rivaliteit” tussen de A. In de dorpskom: wijken nu nog niet totaal verdwenen is, maar alleszins - bij Nieske (= Dionies Vandijck) + winkel + vervaagd. fietsenhandel - bij “Friedje” (Truyen) - bezitter van de windmo len Hieronder volgt een lange opsomming... (‘t café lag vlak tegenover de ingang van de kerk) later Men moet echter niet besluiten dat de Bierseleers een Teel van Friedje (Tilman) later Harri van Teel bende dronkenlappen waren! In de week hadden de café’s - bij Drees (Andreas Loyen) + beugelbaan gesloten rond weinig bezoekers. 1922 (?) nadien handel in fietsen de beugelbaan werd ‘s Zondags werden er wel “pinten” gedronken en zeker op 1925 (?) feestzaal voorfan fare + toneel feestdagen: Kermis, Pasen, enz. Men hield er rekening - bij de Kei (Keijers) ook bij Nel van de Kei (de zoon Sus mee dat alle cafébazen een of ander beroep uitoefenden en slachtte wekelijks een varken en verkocht het vlees bij ook winkeliers waren. de “gegoede” burgerij) Ik wens er nog aan toe te voegen dat ik zelf een slechte “klant” was. B, Richting grens met Stramprov: Zelden ging ik op café. Tenzij ooit bij de secretaris, maar - bij Veuskes Ties (Janssen??) + beugelbaan later dan wel om “intieme” redenen. overgenomen door docher Lies Hier volgt een (wellicht “saaie”) lijst van café’s te

15

- bij Poal Jangke (familienaam ??) - bij ??? (Peerlings) vlak tegenover het douanekantoor - bij Kempkes Nel (Brouns) ook winkel C. Richting “Oud-Kevelaar” (Op ‘t Roodt) E. Op de Manestraat: - bij Mechel (Peeters) + beugelbaan - ook bakkerij - bij Birke Naard (Royakkers) - bij Nestje (Winand Breukers) + winkel + kegelbaan - bij ‘t Sikketèeske (gemeentesecretaris Raemaekers) + F. Op grens tussen Bierset en Kinrooi: winkel - bij Ber Door (familienaam ??) D. Richting “Groot-Biersel”: M.J. Boon - bij de Lodder (Creemers) Jan Creemers handelde in dierenvellen (graag aanvullingen - verbeteringen) KOOLPUTTERSVOLK.

Die zaterdagmorgen zaten we met zijn elven in de een batterij aan de gordel en een lamp op de helm ontvangstkamer van de Koolmijn in Eisden te wachten op gehangen. Dan ging het verder naar de machinekamer, een stelletje Nederlanders die de groep voltallig zouden waar de machinist een demonstratie “liften” gaf. Zoals maken. jullie weten worden kolen sneller “getrokken” dan mensen. Verder ging het de trappen op naar de schacht. Om 9 uur waren we zoals afgesproken in Eisden Daar begon voor mij de grootste belevenis: groots door de aangekomen. Sta me toe ons even voor te stellen: Jaak van wijze, door de wetenschap dat op deze manier dag en nacht Drika, Jeanke van Zoons, Mie en Jef van Weers, Thieu en mensen de grond ingingen om voor het brood voor vrouw Mia van Gorissen, Drei van Magere Elans, Felix Verhuist, en kind te zorgen. In vier kooien van 1,5 meter hoog, Annie Prinsen, Willy van Henri van Cilia en bestaande uit niet meer dan een ijzeren bodem en plafond ondergetekende broekenverslijter en pennelikker. en als wanden verbindingsbalken, werden we naar Zoals het een goede Geistingenaar past waren we stipt op beneden gelift. tijd, maar onze mede-afdalers Van Het Graag Krijgen Je oren begonnen te suizen zodat je slikken moest, de Maar Weinig Geven heten niet van zich horen. We zaten luchtverplaatsing en de onderaardse wind zogen om je reeds meer dan een uur rusteloos en verveeld met onze heen en je stond daar half gebukt in die kooi, in de duimen te draaien toen die t(oer)isten eindelijk wetenschap dat je enkele seconden later 800 meter diep te binnenvielen. Toen iedereen eindelijk plaats had genomen pletter kon vallen. Het was geen angst, dat niet. Maar de en de dames hun ingebouwde stereo-installatie hadden onzekerheid was toch te voelen. En dan ineens vertraagde afgezet kon de gids zijn verhaal afsteken. Er werd ons op de lift en was je onder. Even oppassen bij het uitstappen gewezen dat we tot een diepte van 780 meter zouden want als je misstapte konden ze je 100 meter lager afdalen, dan een rit per treintje van 3,4 km, een steile bijeenvegen. afdaling, een bezoek aan een pas aangeboorde galerij en En dan moest je onder wachten tot iedere kooi leeg was. een beklimming van naar mijn gevoel 20%; waarna En waaien daar onder aan die lift! Mensen dat kon je terugreis per treintje. We werden gewaarschuwd dat we waaien noemen. Het stof kroop je dadelijk in neus en handen, hoofd en andere losse ledematen niet te ver mond. Twintig meter van de schacht draaide de gang en moesten uitsteken en vooral niet de elektrische draden aan opeens brak het zweet je uit. Het is fantastisch: aan de te raken. schacht 10°, even verder 25° en nog verder tot 3 0° met tussendoor koudere temperaturen. Mens, ontzettend moet Na deze praktische uitleg begaven we ons naar de dat zijn om daar in te werken! kleedkamers waar ons een broek, hemd, vest, gordel, helm En dan hebben wij nog de mooiste gangen gezien en op en schoenen werden aangereikt. een dag dat er niet gewerkt werd. En nog dachten wij dat er Omkleden gebeurde in de douches en nou wou het net veel stof was. Het enige stof dat er was wierpen wij zelf op lukken, dat in de douche naast mij iemand een “poepje” met lopen. En terwijl ik daar onder in de mijn had gedeponeerd zodat ik al dadelijk met alles behalve voortscharrelde, steunzoekende aan alles wat vast zat om aangename gevoelens aan mijn ondergronds avontuur met uit te glijden; terwijl zweetdruppels van onder mijn begon. helm dropen, dacht ik aan de mens die hier zijn brood komt Toen ieder zich in de veel te grote kleren had gehesen verdienen. Die mens werd steeds stapten we op naar de “lampenkamer”. Hier werd ons

16

afgeschreven als een nietsnut, als een nul: een stomme punten voortrok naar boven. En toen voelde ik mij mijnwerker. gelukkig daar te zijn en mij een klein idee te kunnen Mensen toch! Wat zijn ze vroeger ver mis geweest. De vormen van het kolossale dat de mens kan voortbrengen. “betere” stand met hun stomme idealistische eigendunk, Ik bewonder de mens die daar zijn brood gaat verdienen. die van zo hoog op de koolputter neerkeek, maar bij zijn Mijnwerker ik doe mijn pet voor je af: jij bent een man van prestaties in het niet verzonk. stand. Jij hebt een edel beroep - zoniet het edelste. Een Als zij zich met hun dikke buik voor het haardvuur zaten te beroep dat eerbied afdwingt. verwarmen en de vlammen aan de kolen likten, kwam het niet bij hen op dat die kolen door mensenhanden uit de KOOLPUTTER ik bewonder je - ere wie ere toekomt. grond werden ontworsteld in onmenselijke omstandigheden. Gelukkig is die tijd voorbij en krijgt de mijnwerker loon naar werk. T. Vanholzaets Deze gedachten speelden mij door het hoofd terwijl ik liep te zweten en mij aan mijnstempels en uitstekende BLOEMLEZING UIT OORLOGSKRONIEK E.H. DROST 1914-1918. vervolg en slot. HAM GEVONDEN EN KWIJTGERAAKT. Vrijdag 18 SCHOOFS UIT KINROOI TER DOOD VEROORDEELD. mei 1917. Te Geystingen had een boer een ham gevonden en bracht Zondag 9 december 1917. hem thuis. Wat later komt er een smokkelaar bij hem, om Een Duitsche soldaat brengt uit Brussel de tijding, dat deze ham, maar tevergeefs. Stevingg tot levenslange dwangarbeid is veroordeeld, Nog later verschijnt er een Duitsche soldaat. Toen was hij alsmede de Eerwaarde Frater directeur Rupertus tot 10 jaar hem kwijt. gevangenis naar Duitschland, van Cleef en Jan Reumers uit Maaseik, elk 3 jaar, terwijl SCHOOFS uit Kinroy den KINDEREN UIT LUIK TE GAST. kogel zal krijgen. Aldus stond m Brussel aangeplakt. Woensdag 23 mei 1917 INLEVEREN BEDDEN VOOR HET COLLEGE- In verschillende dorpen zijn kinderen uit Luik bij de HOSPITAAL. boeren uitbesteed wegens de treurige voeding in die stad; o.a. in Molenbeersel 18, m Neeroeteren 20, in Kessenich 7. Maandag 15 april 1918. worden in ons college bedden met toebehoren (matras, een Zaterdag 2 juni 1917 hoofdkussen, een deken en twee lakens) aangebracht van vernemen wij, dat er veel kinderen in de dorpen zijn Ophoven, Geystingen (32), Kessenich, Kinroy (25). Zij aangenomen op bevel van Mgr. den Bisschop; zoo te worden geplaatst in de studiezaal, refter en recreatiezaal Neeroeteren, een 30-tal, te Kinroy 36 en te Molenbeersel der studenten. 38. Vrijdag 19 april 1918. PORTRET VAN MGR RUTTEN. Heden middag kwartier voor vijf zijn de eerste Duitsche gewonden in ons college binnengekomen. Alles is bezet Donderdag 12 juli 1917 117 bedden. De gewonden kwamen van het front. Zij komt hier de Vlaamsche schilder, de heer Carpentier uit zagen er vuil en smerig uit met wonden aan handen, armen, Luik. Hij bracht hier het prachtig schilderstuk van Mgr. hoofd, enz., allen echter licht gewond. Rutten, Bisschop van Luik. Dit portret van Mgr., levensgroot, heeft mgr. aan ons klooster ten geschenke gegeven, als oud-student ter gedachtenis van zijn 50-jarig priesterfeest.

17 MAN DOODGESCHOTEN IN MOLENBEERSEL. plaats van wacht te houden zitten zij rustig te kaarten. Dinsdag 23 juli 1918. Maandag 11 november 1918. Heden is in Molenbeersel een weduwnaar begraven. Deze Vandaag sluiting van de Duitsche post. man was door de Duitschers doodgeschoten, terwijl hij aan Heden wapenstilstand tusschen de strijdenden. het rogge maaien was. Dinsdag 12 november 1918. Voormiddag tusschen 7 en 8 uur aankomst van den tram DE SPAANSE GRIEP. van Bree, getooid met twee Belgische vlagjes; daarop Donderdag 10 oktober 1918. worden er in alle straten en aan de huizen de Belgische Heden zijn er al vele studenten ziek aan de Spaansche driekleur uitgestoken, niettegenstaande de Duitsche griep. bezetting. Vrijdag 11 oktober 1918. Donderdag 14 november 1918. Het aantal zieken vermeerdert. Er kan geen geregelde klas De elektrische draadversperring in Kessenich is reeds meer gegeven worden. verbroken en de grens is niet meer door de Duitschers bezet. Om 10 over tien begonnen de Duitschers hier over Zaterdag 12 oktober 1918. de maasbrug te trekken om door Nederlandsch Limburg Zijn de studenten voor 8 dagen naar huis gezonden wegens met toestemming van Nederland naar Pruisen terug te de menigvuldige gevallen van Spaansche griep. keren. Maandag 21 oktober 1918. Zaterdag 23 november 1918. Van de 160 studenten zijn er heden morgen slechts een 60 Vertrek der laatste Duitschers over de maasbrug. teruggekomen. De Spaansche griep heerscht hier en in de dorpen nog erg; AANKOMST DER EERSTE BELGISCHE SOLDATEN. geheele huishoudingen liggen ziek te bed en verschillende Maandag 25 november 1918. gevallen van pleuris zijn geconstateerd met verscheidene Namiddag omstreeks twee uur aankomst van 150 fietsers sterfgevallen. Belgische soldaten uit het kamp bij Bourg- Leopold. FRANSE VLUCHTELINGEN. EINDE VAN DE OORLOG. Zaterdag 19 oktober 1918. Om kwartier voor twee aankomst der eerste vluchtelingen. Dinsdag 3 december 1918. Zij zitten met pak en zak op de karren, vrouwen, kinderen De oorlog is uit, doch de vrede nog niet getekend. Er valt en een paar mannen. Wij hadden er tusschen de 150 en nog veel te doen om de geleden schade te herstellen. Wij 200. Zij waren reeds drie weken op reis en kwamen uit de mogen God danken dat wij er zoo afgekomen zijn. omstreken van Douai. Zondag 20 oktober 1918. 's Morgens om 10 uur vertrekken de vluchtelingen naar Kessenich-grens. Er zijn in het geheel ongeveer 500. De boeren van Finis Kessenich moesten ze met karren . Maeseyck 11 april 1920 DROST o.s.c. Maandag 21 oktober 1918. Des morgens vanaf 6 uur vertrekken onze vluchtelingen naar Kessenich voor Holland. Om half een komt een nieuwe afdeeling. Om vier uur stond nog een trein met 40 wagens aan het station. Er zijn 250 naar Molenbeersel doorgezonden. DE LAATSTE DUITSERS IN MAASEIK. Zondag 10 november 1918. De wacht bij villa Labaer heeft de roode vlag uit en in

18

ROEPSTENEN.

In jaargang 9 van “DAO RAOSTJ GET” schreef Donaat Snijders over: “De Roepstenen van Kessenich Wat zijn roepstenen eigenlijk?

De parochiekerk was en is een belangrijk middelpunt in de de roepstenen deden niet langer dienst. samenleving. Vroeger was ze in de dorpen dikwijls de enige plaats, waar In veel dorpen werd tot de Eerste Wereldoorlog op vaste tijden de inwoners bij elkaar kwamen. Wanneer omgeroepen na de hoogmis. Dat was dikwijls de enige dan ook mededelingen gedaan moesten worden aan de gelegenheid, omdat men dan een groot deel van de gehele bevolking, dan werden deze dikwijls gedaan overwegend katholieke boerenbevolking bij elkaar trof. onmiddellijk na de kerkdienst door de geestelijke in de kerk. Zo’n mededeling werd een KERKESPRAAK Niet alleen de kerkelijke overheid maakte van die genoemd. gelegenheid gebruik, maar ook de wereldlijke overheid en zelfs partikulieren, om allerlei mededelingen aan de De kerkelijke overheid vond het op den duur niet passend, bevolking te doen. De omroeper luidde eerst een bel en dat ook verschillende bekendmakingen, die niets met de werd dan ook BELLEMAN genoemd. Als hij dan de Kerk te maken hadden, in het kerkgebouw plaats vonden. algemene aandacht had gekregen deed hij zijn mededeling Sommige boeren hadden voor die mededelingen meer en eindigde met de woorden: “men zegge het voort”. Na belangstelling dan voor de preek van de pastoor ! zo’n mededeling werd weer de bel geluid: de mededeling was dan UITGEBELD. Reeds in 15 70 verbood GRANVELLE, in zijn hoedanigheid van aartsbisschop van Mechelen, wereldlijke Mededelingen van officiële aard werden meestal gedaan afkondigingen binnen het kerkgebouw. door de plaatselijke veldwachter (de “booy” of bode). Deze mededelingen werden voortaan buiten gedaan. Men Wanneer deze, als vertegenwoordiger van het openbare gebruikte hiervoor een steen die als verhoog kon dienen, gezag, als omroeper optrad, maakte dat meer indruk dan als die KOSTERSTEEN of ROEPSTEEN genoemd werd, een gewoon iemand die mededelingen deed. omdat de koster op die steen de kerkgangers het laatste nieuws toeriep .Zo’n reepsteen lag meestal bij een kerk, De roepsteen deed ook wel eens dienst als maar kon zich ook bevinden bij het gemeentehuis of een HERROEPSTEEN. Een kwaadspreker(ster) kreeg soms als naburige herberg. straf om na de hoogmis op de roepsteen zijn/ haar Het gemeentehuis of zo’n herberg stonden dikwijls in de lasterpraat te herroepen. nabijheid van de parochiekerk. Sommige herbergen heetten daarom “KERKZICHT” of “ONDER DE TOREN” en zij hadden op zondag een vaste klandizie van kerkgangers. Als verlicht despoot beperkte JOZEF II de macht van de Kerk. Op 26 september 1785 bepaalde hij, dat voortaan al zijn edikten en ordonnanties op zondag IN de kerk meegedeeld moesten worden. De F ranse Revolutie en de bezetting van ons land door de Franse troepen, zette heel dit systeem weer op zijn kop. In de loop van de 19e eeuw werd de kerkespraak niet langer in de kerk, maar buiten de kerk gehouden. Tot in de 18e eeuw nam de mondelinge mededeling de voornaamste plaats in. Toen in de tweede helft van de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw steeds meer mensen lezen en schrijven konden, werden de mededelingen niet langer mondeling gedaan:

De roepsteen aan de kerk te Kessenich.

19

kerkgebouw stammen en versierd zijn met De meest bewaard gebleven roepstenen dateren uit de 19e bloemmotieven. en het begin van de 20e eeuw. Bij oudere kerken hebben ook wel roepstenen gelegen, maar deze zijn meestal bij een Op basis van een artikel van Fr. PARREN in “Ter Eiken”, restauratie verdwenen, omdat die stenen toch geen dienst mogen wij geredelijk aannemen dat deze stenen als meer deden. Dit is te betreuren, omdat sommige roepstenen dienst gedaan hebben. roepstenen stukken waren van oude gesloopte grafmonumenten, doopvonten, kerkhof- kruisen, dorpspompen en schandpalen. R.Raets Er waren gelukkig ook restaurateurs, die de reepsteen weer Bronnen: keurig naast de kerkdeur hebben neergelegd. Zo ook in Fr. Parren in Ter Eiken jaargang 5 nr 4. Kessenich. Hier bevinden zich naast de deur van het De kerkespraak, een traditioneel mededelingssysteem, Dr. kerkportaal twee arduinen stenen. Het zijn gotische A. van Hulzen. kapitelen uit de 14e eeuw, die van het oude PASTOOR DIE WIST WAAR ABRAHAM DE MOSTERD HAALT Een zwerftocht rond de kerktoren van Ophoven, vier eeuwen geleden.

Naast het kerkhof in Ophoven lag de hof te Wijnen. Toen Zo staat het geschreven op 3 maart 1582. Wijn Wijnen en zijn vrouw Trijn hun paplepel voorgoed “Huis en hofplaats, waar hun oom Gobbel Wijnen met zijn naast hun bord hadden neergelegd, werd hun zoon Gobbel vrouw en hun neef Dirk uitgestorven zijn; gelegen tot heer en meester op de hof. Ophoven neven het kerkhof en tegen de linde. Met nog een Gobbel had een zuster. Ze heette Lyn. Ze was getrouwd hofplaats waar hun moei, Thyeske Wijnen, uitgestorven is, met Jaak Verdonk en woonde aan de Donkstraat in naast Heyn Scoemekers goed.” Ophoven. Gobbel Wijnen beheerde lange tijd met een vrouwspersoon: Anna Aritz. De één gaat, de ander komt. In het dorp heette ze “de lang An”. Gobbel en An hadden twee kinderen: een jongen en een meisje. De één kwam tot Servaes Scryvers kocht beide onroerende goederen. Hij staat in ‘s Hertogenbosch, de ander in Geistingen. Samen was scholtis. met Lemken Cleynen pachtte Gobbel geruime tijd de grote Hij kocht voor de natuurlijke kinderen van Heilken Veroe, tienden in Ophoven. Wijnen hield er alleen maar grote met name: Aerten, Neesken, Jasper en Geerten. De scholtis schulden aan over. Toen ging de lang An. Gobbel sloot een was van rechtswege hun momber. Er waren voorwaarden. wettig huwelijk. Zijn vrouw heette Anna. Ze bracht geld in. Stierf één kind, dan erfden de anderen. Dat ging op in de schuld die haar man gemaakt had. Overleden ze allen dan kreeg de moeder het vruchtgebruik. Gobbel en zijn Anna de tweede kregen een zoon. Dirk was Haar levenlang. Daarna zou het goed desgevallend aan de zijn naam. armen van Ophoven komen. Pastoor Mathias Gielen Toen Gobbel Wijnen doodging erfde Dirk zijn vaders schreef het zo in het schepenbankregister van Ophoven. goed. Dirk trouwde Peten. Ze was de dochter van Gisen Hij was immers ook secretaris van die schepenbank. Het aengen Veld van Aldeneik. Dirk stierf zonder wettige register had hij zelf gekocht. Hij schonk het aan zijn geboorte na te laten. opdrachtgevers. Hij begon er in te schrijven in 1578. Nu, Toen kwamen Wijn en Reun Verdonk. Het waren de ruim vierhonderd j aren later, ligt dat boek in het nagelaten kinderen van Lyn Wijnen, Gobbels zuster. Ze rijksarchief in Hasselt: fonds Ophoven nr 16. waren de naaste erfgenamen van het goed te Wijnen. De De pastoor kende zijn parochianen; hij was hun jongens verkochten het goed. Ze deden dat in overleg met biechtvader. Hij kende hun portemonnee; hij was notaris. Peten, de weduwe van hun neef. De verkoop gebeurde voor Hij regelde hun zaken; kocht en verkocht, leende en de dingbank van Ophoven en Geistingen. En voor de belegde. Hij stelde testamenten op en keek laathof van Odenhoven.

20 toe bij erfenissen. Pastoor Gielen was een man van God en Op 9 mei 1597 verwierf Aercken Gielen, mede voor zijn een man van de wereld. broer en zusters, nog onroerend goed van Johan Tummen van Thom. Het betrof een hofplaats neven het kerkhof in De belegger. Ophoven. De kelders en de put waren er in begrepen. In 1576 plaatste pastoor Gielen, 100 gulden op een Het huis van Vaes Scryvers had er op gestaan. In de beemdje in de Leemkuilen in Ophoven. Lijsken, de overdracht waren nog 120 roeden begrepen achter de weduwe van Jan Scepens kreeg van de pastoor haar Steyberch, neven het goed van Mercken op de Steyberch. hypotheeklening in volgende speciën: Tussen haakjes er staat herhaaldelijk en duidelijk 2 rozenobels a 6 gl 6 st per stuk 6 angelotten “steyberch”; een pleonasme dat te maken heeft met stijgen a 3 1/2 gl 2 st per stuk 4 Franse kronen a 46 en berg, en tegengesteld aan Daal? Steenberg heeft men er st per stuk 4 gouden Philipsdalers a 36 st later van gemaakt. per stuk Pastoor, secretaris, notaris en vader Gielen deed ook wel 1 dobbbel pistolet a 4 1/2 gl eens een minder goede investering. Er zat een slechte 2 pistoletten a 45 st per stuk betaler tussen. Na een lange, wettige uitwinningsprocedure 2 dobbel keizersgulden a 36 st per stuk om liet pastoor Gielen beslag leggen op ‘t goed. bij te passen: 26 st. Op 9 mei 1597 schreef hij in “zijn” register: “De scholtis en schepenen hebben “mijn zoon Jasper” in het bezit gesteld De pastoor tapte uit vele vaatjes. Hij had allerlei munten in van de aangeslagen broekbaand en linden”. De scholtis en zijn geldbuidel. schepenen ontvingen geen rechten. De pastoor richtte hen De Leemkuil was voor de pastoor een bekende plek. in plaats daarvan een maaltijd aan. Ze dronken daarbij een Samen met zijn huishoudster, Heylken Veroe, verkocht hij aam bier. Braspennincksbier! De stadhelder trok zijn er ooit een beemd. Ze verkochten die aan Peter Kreenkens, rechten: 3 gl 7 1/2 st. Een maaglijder? Of een een burger in Maaseik. geheelonthouder? Of tegen de pastoor? Nu, zoveel jaren later, op 9 juli 1596 schonk Peter Kreenkens die beemd aan de kinderen van E.H. Mathij s Jasper Gielen nam bezit van ‘t aangeslagen goed door hout Gielen, met name: Erken, Neesen, Jasper en Geerten. te kappen en “bergvendal” te maken. Zo schreef zijn vader Kreenkens deed dat voor diensten die de pastoor hem dat. De uitdrukking betekent: officieel bezit nemen van een bewezen had. Kreenkens werd scholtis in Ophoven. Ze gerechtehjk toegewezen goed. staken het niet onder stoelen of banken in die tijd! De uitdrukking staat in Stallaerts Glossarium. We zagen ze Kreenkens niet. De pastoor ook niet! nooit eerder in de registers van Kessenich of Neeritter. Op 16 maart schonk Heyn Kemerlinx van Wessem wat Wijst het op de eruditie van pastoor Gielen? Of heeft het te grond aan Erken, en diens broer en zusters, kinderen van maken met de gesteldheid van het goed? Een turfveld heer Mathys Gielen. Het ging om een halve vrecht buiten wellicht? het dorpsvalderen bij de reinboom; neven de Heerstraat die naar Maaseik liep en neven Lenard Smolenaars land. Slot. Daarna kocht de pastoor de meerrest van ‘t perceel van dezelfde Kemerlinx voor 40 gl en 7 vat rogge. De diocesane synode van Roermond bepaalde in 15 70 dat Er werd aanhoudend goed gezorgd voor de kinderen van de de geestelijken, als rentmeesters, ontvangers, pastoor. Op 12 december 1595 vergaderden in Ophoven, zaakwaarnemers, enz. een trafiek dreven, die hun stand de meier en laten van de hof ter Loe. Peter Nouyens alias onwaardig was. Peter Oe verscheen er. Hij verkocht zijn deel van Molkens Pastoor Gielen resideerde in Ophoven. Ophoven hoorde tot goederen waar de schuur op stond, gelegen langs het bisdom Luik. De pastoor hoefde niet te luisteren. Kyrckhover steege in Ophoven dorp. Peter Oe verkocht die part aan de natuurlijke kinderen van zijn zuster Heylken. In een “Edictum reformatorium” van de 28 ste augustus Met name: Aerken, Jasper, Neesen en Geert. 1602 waarschuwde de bisschop zijn geestelijken voor Daarna schonk Peter Nouyens alias Oe, aan diezelfde onzedelijk gedrag. kinderen, zijn gerechtigheid, die hem na Heylkens dood Pastoor Gielen kon niet meer luisteren. Hij was dood. Dood zou kunnen aansterven, uit goederen in Ophoven, en begraven. Amen. Aldeneik, Thom en Ittervoort. Hij deed dat omwille van de trouwe dienst van zijn zuster. Anders gezegd: als En dan nog delen... natuurlijke kinderen niet erfden, werd het hen geschonken. Op 4 mei 1618 deelden de kinderen van pastoor

21

Gielen, de onroerende goederen die ze nog in Lot 1 moest 112,5 gulden uitgeven aan lot 3, en 25 gl. aan gemeenschap bezaten. lot 2. Ze waren toen nog met drieën: Erken en Jasper, broers en Lot 1 zou ook een derde part dragen van alle zwarigheden Jan Speers, hun zwager, gehuwd met Nees, hun zuster. op het geheel van de nalatenschap. Van Geert was toen geen sprake meer. Reeds overleden. Dit lot viel aan Jan Speers. En zonder kinderen-in-leven nagelaten te hebben. De twee broers waren gehuwd. Het tweede lot. Erkens huwelijk was nog kinderloos. Het zag er niet naar Wijnenhofstaat met drie vrechten land op de Hansberg. uit dat daar verandering in zou komen. Met het oog op de Nog 1/2 bunder in de Bosserstraat. Nog 1 vrecht op de toekomst hadden de twee andere deelgenoten, daarom Steybergh. Nog een hypotheek op de hemelsven- baant. enkele voorwaarden bedongen. Nog een uitschot (= onbruikbare bocht) een waardeloos Erken beloofde “vrijwillig”, zijn deel, tot zijn uiterste bemptje aan den Dyckart. En 25 gl. van lot vermogen in staat te houden. Hij zou het nooit van zijn 1. Met eenzelfde regeling voor de lasten. broer en zwager vervreemden. Tenzij, ja tenzij hij door Dit lot viel aan Erken Gielen. nooddrift voor zijn levensonderhoud, tot verkoop gedwongen werd. En, zo zijn vrouw kwam te sterven, en Het derde lot. Erken zich kwam te veranderen en kinderen te verwekken, Molckens boomgaard met een stuk land aan de landpaal. ja, dan zagen Jasper en Speers dat deel aan hun voorbij Een hypotheek sprekende aan het broek. En 112,5 gl. van gaan. lot 1. Overigens werd er nu gedeeld met “blijden en vrintlicken Dit lot viel aan Jasper Gielen. herten, tsamenderhandt en eyndrechtelick, sonder eynich bedroch off argelist.” Met delen weet je maar nooit. De kinderen Gielen hadden Het gebeurde “ter presentie van hunder aller dryen daarom toch maar voor getuigen gezorgd. Dat waren: Peter huysfrouwen.” Dat moet wel uitzonderlijk geweest zijn, Krenckens, Jan Rameckers, de koster van Ophoven en omdat de secretaris het vermeldde. Vrouwen werden in die Jasper Baeten. tijd als onmondig beschouwd en hadden niet veel in de pap De registratie van de akte gebeurde voor Jan Van Hove, de te brokkelen. scholtis, en Ruth Crauwinckels, de schepen op 4 mei 1618. Officieel althans! Zoals reeds geschreven is. Het eerste lot. Tenslotte nog dit. Het huis aan de kerk met een bemptje in de Leyncuylen, In de periode 1580-1630 zijn er nog andere “Gielen” geheten het hooibemptje. Nog een vrecht land achter Ley takken vermeld, in de schepenbankregisters van Ophoven. Schomeckers, met de lasten en cijnzen daar op. Of ze verwant zijn met de hier beschreven “Gielens” is uit die schriften niet af te leiden.

Uit de oude doos : STOOMTRAM WEERT - MAASEIK. In 1986 is in het heemkundig tijdschrift in de afleveringen 1, 2 en 3 geschreven over de tram Maaseik-Weert. Onlangs heb ik met snuffelen een lied gevonden over dat onderwerp. Dit kan gezongen worden op dezelfde wijze als Spaanse Zilvervloot. De tekst is van P.D. en is verschenen in Kanton Weert op 14.03.1910. In het tweede koeplet wordt een oude school genoemd. Dit gebouw lag in Weert, tegenover juwelierszaak Mennen.

Heb je van de ijzeren tram wel gehoord, de ijzeren Kom je nu eens kijken aan de oude school dan zie je tram van Weert uit. me daar een halte; en je krijgt er in het rijden pret en Die loopt er met bochten door een schoon oord en kost jool en denkt: tot ginds, dat bevalt me. Refr. je aan vracht maar een duit. Wil je met mooi weer nu eens naar Tungelroy vat Refrein dan maar heel gauw een kaartje, en kleedje daarbij De tram, de tram die mee mij nam in je zondagse tooi dan maak je een prettig vaartje. wat rijdt hij lekker vlug, wat rijdt hij lekker vlug Refr. zo ga je heen, in een wip ben je terug.

22

Vroeger was het hier en overal maar hei maar nu mag dat reikt aan Weert de hand, dat reikt aan Weert de hand, je er gaan kijken, want ge ziet er haast niets meer dan zo moet het wezen van iederen kant. malse wei of akkers met granen prijken. Refr. Rij je nu voorbij het welvarend Stramproy dan kom je aan de doeanen, waar vrij mag passeren het stro en het Vandenbosch Emmanuel. hooi maar van tabak moet je betalen. Refr. Wil je dan nog verder rijden met de tram dan moet je maar blijven zitten, want nergens op de weg ligt een dijk of een dam en doorlopend zijn de ritten. Refr. Kom je Molenbeersel en Kinroy voorbij dan zie je de boeren ploegen, en gebruiken kunstmest met chili er bij want anders is het maar zwoegen. Refr. Nog een ogenblik en ge zijt in Maaseik waar het is een lustig leven, daar zie je op de markt de gebroers van Eyck in t schilderen zeer bedreven. Refr. Refrein Maaseik, Maaseik, Maaseik van Jan van Eyck

23 EEN LANGE ZUCHT NAAR ONAFHANKELIJKHEID.

De 21ste juli 1821 werd honing Leopold 1 te Brussel ingehuldigd. Hierdoor was het koninkrijk België gesticht; de aanzet tot de onafhankelijkheid werd reeds gegeven bij de afscheiding van 28 september 1830. Na deze gebeurtenis ontstond er, op kleinere schaal, een zucht naar zelfstandigheid bij bewoners van vele gehuchten in het land. Zij wilden hun kerkdorp of wijk tot zelfstandige gemeente uitgeroepen horen. Voor Kinrooi en Beersel lukte dat. Hoe het de inwoners van Geistingen verging, kan men lezen in de volgende bladzijden. De gegevens komen enkel uit het provinciale archief Limburg in Hasselt, fonds Ophoven.

Het grote aantal verzoeken tot oprichting van nieuwe gelast, een onderzoek in te stellen. De commissaris diende gemeenten, deed de heer Ch. Rogier, minister van zijn verslag in op 20 maart 1852. Hij schreef dat de binnenlandse zaken in de jonge staat, richtlijnen geven aan gemeenteraad van Ophoven de overwegingen weerlegde de gouverneurs over de behandeling van deze aanvragen. die de Geistingenaren tot steun van hun verzoek hadden De Bestendige Deputaties zouden bij de behandeling doen gelden. Verdere inhoud van het rapport: ervan, rekening moeten houden met zes criteria, door de . het gehucht telde slechts 464 inwoners. minister neergeschreven op 8 februari 1834. . er waren 19 kiezers voor de gemeenteraad en 10 voor de 1. Is de operatie gunstig voor de bevolking? kamers. 2. Gunstig t.o.v. de oppervlakte der gemeentelijke . de oppervlakte van het gehucht bedroeg 335 ha. eigendommen. . Geistingen bezat geen inkomsten, geen eigendommen. 3. Gunstig i.v.m. inkomsten en uitgaven. . de verbindingswegen met Ophoven waren bruikbaar in 4. Gunstig voor de kosten van bestuur die de nieuwe elk seizoen. gemeente zal moeten dragen. . de onderlinge afstand bedroeg 10 minuten. 5. Zijn er middelen om in die kosten te voorzien? . Geistingen had een kerk, een pastorie, maar geen school, 6. Staan de uitgaven niet buiten verhouding tot de noch onderwijzerswoning. inkomsten? De commissaris was van oordeel dat er geen enkele wezenlijke voorwaarde bestond om aan de wens van de Indien de bestendige deputatie toelating gaf tot afscheiding verzoekers tegemoet te komen. dan moesten er afspraken gemaakt worden. 1. Over de Geistingen had geen aanzienlijke agglomeratie, geen verre bestaande registers van de burgerlijke stand. afstand met de moeder-gemeente, en de verbindingswegen 2. ver de verplichtingen die de gemeenten of gehuchten waren goed. Hoe zou het dorp Geistingen, tot gemeente reeds hadden. verheven, de administratie daarvan kunnen betalen, 3. Over de verdeling van de kerkelijke goederen. beroofd als het dan was van alle inkomsten? 4. Over de verdeling der goederen van de Voor de noodzakelijke uitgaven zou men de bevolking Weldadigheidsburelen. enorm moeten belasten. Die bevolking zou later wel eens 5. Welke gemeente zou de archieven en de officiële en grote spijt kunnen krijgen, van de maatregel waarom ze nu administratieve bladen krijgen? verzocht. De commissaris ervoer dagelijks hoe moeilijk het De minister was blijkbaar geen voorstander van was voor gemeenten hun administratie te . afscheiding. Ondervinding had volgens hem aangetoond, Het scheppen van nieuwe gemeenten kon het beleid alleen dat samengevoegde gemeenten op allerlei vlak voordelen maar verslechteren. De ambtenaar beschreef hoe boden. De verzoeksschrijvers leken hem vaak mensen te onderwijs, gezondheidsbeleid, politie en wegeniswerken, zijn, geleid door een verkeerd begrepen in kleinere gemeenten verwaarloosd werden. onafhankelijkheidsgevoel of geleid door eigenbelang. “II faudrait reduire considérablement le nombre de communes au lieu de l’augmenter”. “Men zou het aantal Eerste verzoekschrift. gemeenten aanzienlijk moeten verminderen in plaats van Een eerste petitie tot afscheiding van Ophoven moet vanuit vergroten”, schreef die veldwerker ruim een eeuw geleden. Geistingen vertrokken zijn, eind 1850. Blijkens andere briefwisseling zou de aanvraag gericht geweest zijn aan de “kamers”. Op 13 januari 1851 werd de arrondissementscommissaris, door de gouverneur

24

Een kopie uit de wegenatlas van Ophoven. De atlas dateert uit 1845. De zwarte blokjes stellen gebouwen voor. In Geistingen had men vernomen dat de commissaris bij van Geistingen, unaniem, achter het verzoek stonden. het gemeentebestuur van Ophoven inlichtingen Voelden de aanvoerders van Geistingen dat de ingewonnen had. De notabelen uit het gehucht waren niet arrondissements-commissaris hun zaak niet genegen was? gerust. Ze dachten dat de mannen van Ophoven, de Ze spanden in elk geval een ander paard voor hun wagen. echtheid van de handtekeningen onder hun petitie niet Op 4 mei schreef mevrouw A. de Geloes geboren de erkenden. Daarom schreven Notten, Houben, Van Borchgrave d’Altena, vanuit kasteel Exaten bij Roermond, Geneygen en Henckens op 21 maart 1852 vanuit aan de gouverneur. De motieven van de Geistingenaren Geistingen een verklarende uitleg naar de verslaggever van leken haar gefundeerd. Beide kernen hadden kerk, pastoor, het arrondissement Hasselt-Maaseik. begraafplaats, plaats voor een school. Er waren inkomsten “De eerste petitie, bestemd voor de kamers”, schreven ze, voor kerkfabriek en armbestuur. “was wel degelijk getekend”. Maar naargelang het blad De intenties van testateurs en donateurs konden slechts zich gevuld had met handtekeningen, raakte het zodanig scrupuleus worden uitgevoerd, indien Geistingen bevlekt, dat men het betamelijker vond, het te vervangen. onafhankelijk werd. De edele dame had het nog over de Men verstuurde een ander, in wezen hetzelfde, maar bezorgdheid van de ouders voor het behoud (la waarop enkele ondertekeningen niet eigenhandig gezet conservation) van hun kinderen. Ze hoopte dat het gehucht werden. zijn oude grenzen terug krijgt, zodat de bewoners ook hun “Maar,” verklaarde het viertal, “dat na-tekenen gebeurde oude tradities herwinnen. En dat zij uitsluitend het genot met de formele instemming van de betrokkenen”. zullen hebben dat daaraan verbonden is. Mevrouw de Het Ophovense gemeentebestuur zou ook aangevoerd Borchgrave verwees naar de kadasterkaart. hebben, dat Geistingen alleen, niet kon instaan voor de Iedereen zal moeten erkennen dat haar demarches niet kosten van een gescheiden administratie. Hetzelfde ingegeven zijn door persoonlijke motieven. Haar bestuur had nog gezegd dat het verzoek het werk was van boerderij, Houserhof, zal immers de enige woning zijn die een stel eer- en heerszuchtige personen. Quelques onder Ophoven bleef. individus isolés, intrigants et ambitieux. Zó stond het er. Notten met zijn drietal beweerden dat alle gezinshoofden

25 Het verslag van zijn onderdaan was niet voldoende voor de Ze herinnerden tevens aan de belofte tot bouwen van een gouverneur. school. Zestig a zeventig kinderen van Geistingen gingen Op 27 maart 1852 werd de Heer de Bellefroid, lid van de toen naar de Ophovense school. bestendige deputatie met een bijkomend onderzoek gelast. “Indien ons geen recht gedaan wordt”, schreef het tweetal, Op 21 april was hij in Ophoven. De grieven waarop de “dan hernieuwen we ons verzoek tot afscheiding van Geistingenaren hun vraag om afscheiding steunden waren: Ophoven”. 1. het niet-bestaan van een school in Geistingen. De arrondissements-commissaris werd er weer op uit 2. vrees dat de inkomsten van stichtingen, testamenten, gestuurd. schenkingen aan de armen, zouden gemengd worden met En in een brief van 28 oktober 1856 beloofden die uit de moeder-gemeente. burgemeester en schepenen aan de commissaris, dat er een school zal komen tussen het gehucht en de gemeente. De deputé riep de notabelen van Geistingen samen. T.t.z. Want, ook de school van Ophoven was versleten. de 19 kiesgerechtigden voor de gemeente. Daaronder waren één schepen en drie raadsleden. Vijftien Tweede verzoekschrift. beantwoordden de oproep. Van vier anderen werd gezegd dat ze afwezig waren of onbeschikbaar. Twaalf van de In 1861 deden de inwoners van Geistingen een tweede vijftien personen, waaronder de vier raadsleden kwamen verzoek om een zelfstandige gemeente te verkrijgen. Er zij afzonderlijk bij de heer de Bellefroid. Door slijtage aan een n daarvan weinig documenten bewaard gebleven. Die blad is niet te begrijpen wat de drie anderen bezielden, (a petitie werd aan de koning gericht. In een overzicht in l’exception de trois qui ont... pour des motifs probablement 1892 opgesteld, lezen we de grieven van 1861. personnels pour la séparation) 1. Het achterwege blijven van een school in het gehucht, Allen waren bereid aan het verzoek tot afscheiding te ondanks de belofte van 1852. verzaken als men voldoening bekwam in bovenstaande 2. De rivaliteit, de na-ijver tussen de bewoners van de twee grieven. beide secties. De raad van Ophoven zou toen andermaal Daarna riep de heer de Bellefroid de gemeenteraad van beloofd hebben, een school te bouwen op gelijke afstand Ophoven samen. van Ophoven en Geistingen. Die raad beweerde dat de inkomsten van de armen, tot op De andere bezwaren werden niet ernstig genomen, door de heden, gescheiden beheerd werden. De bedoeling is nooit bestendige deputatie. geweest ze te versmelten met die van Ophoven. Die vrees De gemeente werd verzocht, onverwijld maatregelen te van de Geistingenaren was, volgens die van Ophoven, treffen om de bezwaren van de Geistingenaren te doen ongegrond. De raad erkende eensgezind de ophouden. rechtvaardigheid van de eis om een school. (wordt vervolgd) Op 8 juli 1852 stond de kwestie op de dagorde van de provincieraad. Aan het verzoek van de Geistingenaren om een zelfstandige gemeente te krijgen werd geen gevolg gegeven. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wees op 17 september 1852 dat verzoek eveneens af. De minister motiveerde zijn besluit: uit een administratief onderzoek was gebleken dat de inwoners hun aanvraag introkken, nadat het gemeentebestuur van Ophoven er zich toe verbonden had, aan de enigste gefundeerde klacht tegemoet te komen. Vier jaren later... Op 21 juli 1856 schreven Theodoor Dirkx, brouwer, en Mathieu Gielen, landbouwer naar de gouverneur. Het tweetal was uit Geistingen en beiden waren lid van het Weldadigheidsbureel van Ophoven. Ze herinnerden de gouwheer aan de belofte van de Heer Hyacinth de Bellefroid, gedaan in 1852, om voor Geistingen een afzonderlijk bureel op te richten, zoals dat bestond van 1733 tot 1788 en van 1815 tot 1823.

26 ODENHOF Een laatbank in Geistingen. In de archieven van het O. -L.-Vrouw kapittel van Maaseik steekt een schrift, genaaid in een perkamenten omslag. Het werk telt vierenzestig bladzijden. Het is een bunderboek. Er staan grondeigenaars in genoteerd uit Kinrooi, Maaseik, Neeritter, Thorn, Stevensweert. Maar het grootste deel van het schrift heeft te maken met cijnsbare gronden uit Geistingen-Ophoven. Alhoewel dat nergens uitdrukkelijk vermeld staat, sorteren de gronden onder de Odenhover laatbank. De tekst is omstreeks 1600 geschreven. Deze laatgoederen waren erfelijke, deelbare eigendommen. Het is te zien dat het bunderboek in dat opzicht enige tijd in gebruik geweest is; bij verkoop of deling werden de namen van de eigenaars aangepast. Enkele boerderijen waren met een flink deel uit hun areaal Drie namen die duidelijk met de bezitters van de laatbank cijnsplichtig in de laatbank. De oppervlakten die vermeld te maken hebben, staan op de eerste drie regels: worden slaan alleen op dat deel; de hoeven kunnen in hun Odenhoven, 15 bunders; Odenhoven van Breye, 7 bunders; geheel groter geweest zijn. Anna van Edingen, 4 1/2 bunders. Der hoeff Gervoert: 24 bunders. Verder komen voor: Schreurs, Boux, Peters, Eubben, Der hoeff Tgen dael: 20 bunders. Deze item is Reynen, Jetten, Houben, Geusen, Vissers, Fransen, Sleven, doorgestreept en voorafgegaan door ‘t woord: “vacat” Leonarts, Speers, Smoleners, Haex, Cupers, d.w.z. “valt weg”. Drie bunders en 3 vechten worden VanBaeckhoven, Henckens, Donex, Alarts, Steyvers, overgezet naar Voorter. Zouden die hoven dicht bij elkaar enz..., enz... gelegen hebben? Een zekere jonge Jan Reynen verwerft Zeker vermeldenswaard is de naam/toponiem “op die ruim een half bunder uit Dalre-hof. De rest van de 20 Gauswey”. Snijders-Geerkens vermelden die als bunders is nergens meer te vinden. plaatsnaam bij Voorterhof. Het moet wel een goed geweest Der hoeff te Heuckers: 25 1/2 bunder. In die omgeving zijn, dat vóór 1600 opgedeeld werd. Het bunderboek moeten 5 bunders gelegen hebben, “Gelabbicx landen” spreekt van: geheten. Na splitsing kwam de helft daarvan bij Heucken. Leyten op die Gauswey, 3 1/2 vecht De andere helft ging naar Jasper Gielen. Diens naam komt Ruth op die Gauswey, 11 bunder, 2 1/2 vecht (groot!) in een later handschrift meerdere malen voor in 't Jenne op die Gauswey, 1 bunder bunderboek. Hij is in de periode 1600 erg actief geweest Simon op die Gauswey, 2 bunder, 1/2 vecht qua aankopen. Op bladzijde 7 van het boek staat dat Jasper Syl op die Gauswey, kinder, 5 vechten. ook ‘t “Kyrckhover goed” verwerft. Snijders-Geerkens vermelden in hun werk, blz. 223, een huisplaats tegenover Laatbanken zijn ouder dan schepenbanken. Ze stonden ook ‘t kerkhof. dichter bij het volk. Nagelaten schriften daarvan, Verder staan in ‘t bunderboek de namen van volgende verschaffen derhalve oudere gegevens. boerderijen onder Ophoven-Geistingen. In de “Publications” van Maastricht (1869) verschenen de Der hoeff te Nagels: 10 bunder 1 vecht. In een latere tijd hofrechten van de laatbank Asselt, een dorp op de rechter kwamen er 2 1/2 vecht bij uit Doncx-raem-camp. Der hoeff Maasoever bij Swalmen. te Mols: 5 bunder. In de “Geschiedenis van Kessenich” (1979) schreef P. Der hoeff te Verheyen: 25 bunder. Er is een latere aanwinst Henkens de laatbankrechten van de pastoorslaatbank uit van 2 bunder, gelegen aan “die auuerbrugge”. Een die heerlijkheid. merkwaardige toponiem ! Er is tussen die twee laatst geschreven data en daarna, Ergens in ‘t bunderboek staat een Verheyen vermeld, een zoveel gepubliceerd over laatbanken dat hun ontstaan en Reyn Verheyen, die de goederen krijgt van Trien op den werkwijze in ‘t algemeen, goed gekend zijn. Wie interesse Vroenhoeff. Een maat staat er niet bij. ‘t Is de enigste maal heeft voor de streek- of familiegeschiedenis kan in dit dat ‘t woord “Vroenhof ’ in dit register staat. bunderboek nog altijd terecht. Wat hierboven gebeurde Der hoeff te Steyvers: 18 bunder. was maar een losweg doorlopen ervan. Der hoeff te Jetten: 18 bunder, 2 1/2 vecht. Het boek wordt bewaard in het kloosterarchief van ‘t Tgerstegen: 4 bunder. O.-L.-Vrouwkapittel, in het Rijksarchief in Hasselt. Alleen onder Ophoven-Geistingen waren ruim 600 bunder cijnsplichtig in de Odenhover laatbank. Het grootste aantal bunders staat vermeld achter eigennamen, die in andere werken vaak als hofnaam gebruikt zijn.

27

NATUURBEHOUD - NATUURBELEID - NATUURBELEVING. Op zaterdag 13.11.1993 organiseerde het plaatselijk VVV een studiedag met als thema: “Verzoening natuur en recreatie ”. De noodzaak om tot een consensus te komen tussen “natuurbehoud”, “ - beleid” en “ - beleving ” rechtvaardigt dit initiatief zeker. De opkomst was dan ook niet gering. Verscheidenheid van invalshoeken, van benadering was dus gegarandeerd. Ook wij als “heemkring” waren aanwezig. Wij hebben een taak: ons “heem” schutten, bewaken, bewaren, beheren, koesteren. Toch kunnen we onze ogen niet sluiten voor een opkomend toerisme waarin de naaste omgeving sterk wordt geëxploreerd. Denk maar eens aan de groeiende interesse voor fiets- en wandelroutes, de paarden en hun koetsen. Er is een duidelijke trend dat men “Limburg” heeft ontdekt. Een valorisatie van een geheel waarin de “genietende ’’factor de economische stilaan overstijgt. En daar ligt juist onze taak en kracht. Geef die toerist mee wat hier “vroeger” gebeurde; welke rol deze natuurgebieden weleer hadden in deze dorpsgemeenschappen. Deze aspecten willen we naar aanleiding van deze studiedag benaderen. Volledigheid zullen we niet betrachten want over elk gebied apart kan men boekwerken maken.

Eerst een korte situering: D. De Zig : A. Het Grootbroek in Molenbeersel. is samen met Stramproyerbroek, Neerbroek, Urlobroek, Dit gebied is gelegen tussen Urlobroek, het Grootbroek, een restant van dat voorheen immens Stramproyerbroek, de Sint-Maartensheide en Mariahof. moerasgebied. Van de vermaardheid van dit gebied voor Deze staatseigendom is circa 110 ha groot en wordt z’n uitzonderlijke natuurwaarnemingen (in 1976 de otter, beheerd door de Dienst Waters en Bossen. Dit gebied is ooit de koninginnepage) blijft nog weinig over. De toegankelijk voor het publiek. afwatering van A-beek en Lossing en demping van de (vis)vijvers hebben de biologische waarde sterk aangetast. B. Het Urlobroek: grenst in het oosten aan de Zig, in het zuiden aan de E. De Simpel: Basdonk en in het westen aan de Sint-Maartensheide. Dit dit gebied is gelegen op ‘t grondgebied van de gemeente gebied, in eigendom van de Heer Spaas en Dienst Waters Kinrooi. In het zuiden vormt de Itterbeek de grens met de en Bossen is ca. 110 ha groot. Brand (grondgebied Neeroeteren) in het oosten de Kinrooiersteenweg met de Harenne en in het westen grenst C. Het Stramproyerbroek: de Simpel aan de Basdonk. De herkenbaarheid van dit is een deel van het landschap met heide en moerassen dat gebied is na de ruilverkaveling van de 70-tiger jaren te zich vroeger over een zeer grote oppervlakte uitstrekte in herleiden tot drie gebieden: de Dijken, het Batven en het de gemeenten Hamont, Bocholt, Bree, Kinrooi, Tongerlo, Deunsven. Neeroeteren, Stramproy, Budel. Dit natuurRESERVAAT van 220 ha wordt omgeven door andere natuurzones, F. Het Vijverbroek: Mariahof met zijn vijvers, de weilanden van de is groot en stil in het uiterste noord - oosten van onze Sint-Maartensheide, de bossen van ‘t Grootbroek en de gemeente Kinrooi gelegen. Ingesloten door de dorpen moerassen en elzenbossen van de Zig. Ittervoort, Neeritter, Thom en Kessenich, beslaat het een oppervlakte van 140 ha. Het Vijverbroek dat

28 eigendom is van de grinderij en, de gemeente Kinrooi, Alhoewel de lyriek van 1865, honderddertig jaar later I. M.L. en particulieren werd in 1981 uitgeroepen anders wordt geïnterpreteerd, de afmetingen van toen deze tot natuurgebied. Het gebied bevat een rijke fauna en flora. van nu niet meer zijn heeft toch een deel van dit gebied Zeldzame planten en broedvogels vinden hier een “deze ziel” bewaard. En deze ziel moet “geschut” worden. geschikte plaats. De Itterbeek slingert zich in een De Broeken hadden een niet te verwaarlozen functie: ze natuurlijke loop vol onverwachte en grimmige bochten leverden gras, heizoden en strooisel voor mest, turf en doorheen deze weelderige plantengroei. vlikken, slaghout om “krikken” te maken, geriefhout voor stelen, staken, hooiruiters. Het was ook niet zomaar dat hierover geschillen, ruzies ontstonden. De onenigheden Het verleden van het “ Broek ontstonden gewoonlijk over turfsteken, houtkappen of over ‘t weiderecht. Het werden vaak processen van jaren want In 1865 werd de omgeving van Bree en Stramproy, de lagere overheid bezat niet het nodige gezag door het waartussen een groot deel van dit gebied geklemd zit, ontbreken van geschreven wetten. Zo moest meestal omschreven als volgt: geoordeeld worden steunende op oude gebruiken of “Dat men zich een glasheldere rivier verbeeldt, links en getuigenissen van bejaarde personen. rechts omgeven door onmetelijke moerassige grasvlakten die tot aan de horizon reiken, onderbroken door moerassen Zo was er in het jaar 1441 twist ontstaan tussen de en turfgebieden van meerdere duizenden hektaren en men inwoners van Overheide (gemeente Bree, Beek en andere heeft enig idee van de uitgestrektheid van deze moerassen. ook genaamd Crispelen, Kwispel) en de ingezetenen van Over een afstand van verschillende mijlen ziet men noch de dorpen “de drie Eygen” (Neeritter, Kessenich, Thom) huizen, noch dorpen, noch levende wezens en zoekt men over het gebruik van het Broek. Hierbij was een persoon tevergeefs zo vér het oog reiken kan een kerk- of doodgebleven. Op 16 oktober van hetzelfde jaar gaf de kasteeltoren. Men ziet overal slechts reusachtige scholaster der domkerk van Luik hiervan kennis aan de rietstengels, rijzige biezen, vlottende fonteinkruiden. De leden van het kapittel, waarop de bisschop de twee partijen rivier maakte talrijke meanders en beschreef duizende van de rechterstoel riep. Als gevolg van meerdere bochten. Onze verbeelding de loop latend, dachten we op onderhandelingen volgde op 19 augustus 1442 te Maaseik een Noordamerikaanse rivier te varen... (vrij vertaald naar een vergadering waar dan maar eens de grenzen tussen A. Thielens o.c.) beide gebieden moest worden vastgesteld.

29 Maar “het questieuze broek” werd nog meermaals oorzaak Zo werden de gronden op21.10.1846in evenredigheid der van twist of vechtpartij. waarde in zes klassen verdeeld. Zo kwam er een einde aan de onverdeelbaarheid van het Stramproyerbroek en werd In 1646 werd vanwege “ de drie Eygen “ klacht ingediend alles legaal geregeld tussen Stramproy, Neeritter, Hunsel, tegen de Crispelen die zich veroorloofd hadden hout te Ittervoort en Kessenich, Kinrooi en Molenbeersel. kappen en een gracht op te werpen om hun beesten te In 1859 was het gouvernement voornemens Het Broek behoeden tegen vreemde troepen. droog te leggen door tussenkomst der gemeenten. Dit vond geen doorgang omdat de voordelen niet op wogen tegen de In 1717 was er wederom gekrakeel over ‘t “ questieuze kosten. Alzo verpachtte de gemeente deze gronden verder. broek “ “Dye van de Luyse syde Brey Beeck ende In 1865 echter kwamen de gemeenten overeen om het Gerdynge dye van Stramproy all haere tuerf verbrandt int Grootbroek te verkopen. Zo werd een lot van ca. 2.728 ha broeck ende 1719 hebbe dye van Stramproy oock alle tuerf gelegen onder Beek, Bocholt, Bree-Gerdingen, Kinrooi, verbrandt van de Luyse kandt int broeck”. Tongerlo en Molenbeersel toegewezen aan de Generale Bank van Landbouw en Publieke Werken. Een tweede Op 16 juli 1732 kwamen Lenaert Soers en Servaes deel, onder Neeroeteren van ca. 717 ha werd verkocht aan Schroeten uit ‘t Hasselt onder eed getuigen dat de inwoners de heren Claes en Flécket. van de drie Eygen en vooral die van “Kinder” (Kinrooi) en En toen... toen kwam het economische op het voorplan. De “Kessenich” dagelijks, en sedert enige dagen nog meer dan ontginning, de drooglegging werd een noodzaak. Zo werd te voren voorbij de stenen grenspalen komen in ‘t het afwateringskanaal “De Lossing” gegraven: 6 km tot Hasselterbroek en er de turf- grond met “schuyten” aan de Maas te Ophoven. Dit werk werd voltooid in 1888. weghalen. Een grote ommekeer in uitzicht en functie. Drooglegging, aanplanting van dennenbossen, wissen... Het plaatselijk En zo bleef 't maar duren tot begin 19de eeuw op “boerke” zag mogelijkheid om uit te breiden, gronden te 01.08.1816 te Maaseik een vergadering gehouden werd verwerven in ‘t Broek, deze gronden tot bos, weide of door de besturen der gemeenten Stramproy, Neeritter, akkerland te maken om toch alzo de levensstandaard te Thom, Ittervoort, Kessenich, Hunsel, Graethem en bevorderen. En men palmt dit eens zo enorme, Baexem “om de wijze van het genot te regelen van de uitgestrekte, ja eindeloze natuurgebied stilaan in en men verschillende delen der gemeente- eigendommen in zag wel torens aan de einder verschijnen. Wegen onverdeeldheid bezeten en middelen te overwegen om ze doorkruisten dit gebied. Een bekenstelsel deed het winstgevend te maken; om in de betaling der grondlasten waterpeil enorm dalen. Een begrijpbare exploitatie in ‘t te voorzien en zoo mogelijk een inkomen te hebben ten verleden. Laat ons echter anno 1994 met stille haast voordele der mede- eigenaars”. opnieuw de grenzen bepalen zoals vervat in de “Groene Hoofdstructuur” van ‘t globale structuurplan Vlaanderen. Een hele brok maar er kwam schot in de zaak, een eerste De mens van nu “beleeft” een grotere oppervlakte dan, de overeenkomst werd bereikt, meerdere vergaderingen brave lieden van 100 jaar terug die hier opgesloten zaten werden nog gehouden en een uiteindelijke verdeling kwam tussen de natuurfenomenen “heide en moeras”. Wij in 1827 tot stand. Maar het broek bleef voorlopig stappen erover heen, wij “vliegen” erover heen doch laat onverdeeld omdat het gemeenschappelijk gebruik met ons in die “snelheid” de “waarden” niet miskennen, zeker Bree, Beek, Reppel, Gerdingen, Opitter en Tongerlo niet niet “minimaliseren” of “loochenen”. ten einde was. In 1836 sloten genoemde gemeenten een Wie zong ooit: “Laat ons een plek die nog groen is...?” overeenkomst met Stramproy over ‘t weiderecht, hout kappen, enz. Beide partijen deden afstand van het algemeen gebruik in zoverre dat ieder in 't vervolg binnen En het Vijverbroek dan : zijn eigen gebied moest blijven. Een natuurparel die van alle voornoemden misschien het meest de aktualiteit haalt. De economische factor van de Op 1 september 1946 werd er door de belanghebbende “grintlaag” die in deze oude verzande maasmeander “een gemeenten dan ook een overeenkomst getroffen om het gouden” ondergrond vormt bedreigt dit gebied dagelijks. Stramproyerbroek te verdelen. Molen-Beersel werd door De drooglegging en vereconomisering van het Broek, anno een KB van 12.04.1845 tot gemeente verheven. Er was dus 1860 in gang gezet, herhaalt zich een goede eeuw later wel nood aan om te weten wat van wie was. (Ondanks bij voor ‘t Vijverbroek. een volksraadpleging 89 gezinshoofden tegen voornoemde verdeling stemden!)

30 Op het Vijverbroek te Kessenich is de natuur het mooist omdat zij er ongebreideld haar gang kon gaan. Het gemeentebestuur liet hier gepast «rustbanken» neerzetten.

Van ‘t “vijveren” van weleer toen de Maas niet was kwam het grotendeels op Belgisch grondgebied te liggen. ingedijkt en het water tot vlak tegen de hoogte waarop het Een uiterst waardevol natuurgebied waar men, mede dorp Kessenich gebouwd was stroomde, bleef weinig over. vanwege de slechte toegankelijkheid, nog van de “echte” Ja de sagen over deze rijke verzonken stad, verzonken als rust kan genieten. straf vanwege de hoogmoed en hovaardigheid van de De verzonken schat waarvan eeuwen sprake, zit verborgen poorters, een moderne zondvloed weliswaar... 25 meter diep onder de zeebodem in een dik grindpakket. De verhalen over de verzonken klokken die door Laten we samen hopen dat de “schattenjagers” dit gebied wroetende varkens weer aan de bovengrond kwamen. De niet doen teloorgaan, maar het samen met Maas en klok, zo zwaar, met onleesbare opschriften, werd door de Uiterwaarden die blijvende surplus aan ons “heem” en omliggende dorpen begeert. zeker aan de site “Kessenich” mag blijven geven. Maar noch die van Thom, Ittervoort of Kessenich konden Het nageslacht zal U dankbaar zijn. de klok uit de modder trekken. Die van Stramproy gelukte het wel om de klok te lichten en op een kar met 6 paarden bespannen bracht men ze terug naar “huis” want bij ‘t overschrijden der grens begonnen de klokken in de Stramproyer toren spontaan te luiden. En de klok uit ‘t Louis Beijnsberger Vijverbroek, beantwoordde dit welkom toen met zware, ernstige tonen. Geraadpleegde werken: En dan de verhalen over de geldschat, het Godsoordeel en het Mariabeeld, stof genoeg om de “moderne toerist” te 1. Aanteekeningen over Molen-Beersel, Hendrik boeien. JANSSEN 2. Aanteekeningen over het verleden van Kinrooi, Dit Vijverbroek werd in 1827 verdeeld tussen de vier Hendrik JANSSEN gemeenten Kessenich, Neeritter, Thom, Ittervoort naar rato 3. Molenbeersel uit de tijd van toen, E. van “het juiste tal der vuuren of haartsteden in iedere VANDENBOSCH gemeente”. 4. Koren op de molen, MANDERS, VERHEYEN Bij de grensscheiding tussen België en Nederland 5. Geschiedenis van Kessenich, P. HENKENS

31 PRIVE VUURWAPENBEZIT IN BELGIE.

Van de Heer LOUIS RAETS, wonende in onze gemeente, ontvingen wij zijn licentiaatsverhandeling als student in de criminologie onder de titel: “PRIVÉ- EN VUURWAPENBEZIT IN BELGIE”. Aangezien zijn besluiten ook op volkskundig en heemkundig gebied interessant zijn; vonden wij het opportuun enkele uittreksels in ons tijdschrift te publiceren.

VUURWAPENS: EEN PROBLEEM ? Het adagium dat “wapens niet doden, maar dat mensen doden”, dat door voorstanders van vrij wapenbezit wordt Wapengebruik en wapenbezit zijn sinds mensenheugenis aangehaald, doet de waarheid enigszins geweld aan. steeds controversiële onderwerpen geweest, die zelden “Mensen met wapens doden” benadert eerder de iemand onverschillig lieten. werkelijkheid. Het misbruik van wapen en het leed dat met behulp van wapens ontstaat, hebben altijd een schaduw over hun nut HET RECHT WAPENS TE DRAGEN. als hulpmiddel en werktuig voor voedsel- verschaffing en verdediging geworpen. Historisch gezien werd het wapenbezit en de wapendracht De maatschappij zonder wapens (“Zwaarden omsmeden in de Westerse samenleving steeds als een belangrijke tot ploegijzers”) vormt dan ook in vele godsdiensten en machtsfactor beschouwd. Het was kenmerkend voor het ideologieën een component van de ideale Ancien Régime om wapenbezit als een privilege voor de samenlevingsvorm. hogere standen te beschouwen, zodat het als een instrument voor onderdrukking van de lagere klassen werd gebruikt. Sinds de invoering van het buskruit en het militaire gebruik ervan vanaf de 14e eeuw, zijn de vuurwapens de Een voorbeeld van deze situatie waren de schutterijen of belangrijkste exponent van dit leed toebrengend vermogen schuttersgilden, die in Vlaanderen en het Rijnland in de moderne, Westerse samenleving. Hoewel op ontstonden in het begin van de 14e eeuw. macro-vlak de rol van vuurwapens verdrongen is door Zij kregen het privilege van de landsheer om wapens te wapens voor massavernietiging, blijft het vuurwapen een dragen en te bezitten in ruil voor vaste jaarlijkse financiële werktuig met belangrijk destructief potentieel, dat binnen bijdragen en verplichte hand- en spandiensten, zoals het het bereik is van de individuele burger. Omdat bovendien leveren en uitrusten van troepen in geval van oorlog. de belangrijkste gebruiksgronden, zoals verdediging tegen De eerste gilden waren bewapend met hand- of kruisbogen, bijvoorbeeld struikrovers en voedselvoorziening, van maar in de loop van de 16e eeuw werd er meer en meer vuurwapens in privé-bezit in de moderne verzorgingsstaat overgeschakeld op draagbare vuurwapens. nagenoeg wegvallen, wordt de controverse over het Veel van de leden van deze gilden waren afkomstig uit de maatschappelijk nut van de aanwezigheid van potentieel gegoede burgerij, iets wat duidelijk blijkt uit de kleding en gevaarlijke voorwerpen binnen deze samenleving steeds uitrustingsstukken die op de verschillende scherper. “schuttersstukken” van Frans Hals en Rembrand van Rijn door de afgebeelde schutters worden gedragen. Na de F Vuurwapens zijn dodelijker dan andere wapens en vormen ranse Revolutie en de daaropvolgende bezetting van deze een bedreiging, zeker in de handen van een zwakkere, streken worden de gilden in 1798 afgeschaft. Na de relatief onervaren aanvaller. nederlaag van Napoleon worden ze in het Verenigd Vuurwapens kunnen, in tegenstelling tot andere wapens, Koninkrijk der Nederlanden in een gewijzigde vorm zeer gemakkelijk doden of verwonden zonder veel heropgericht. inspanning, op een onpersoonlijke wijze en op een veilige afstand. Zelfs het louter tonen van een vuurwapen volstaat HISTORISCHE WAARDE. om een slachtoffer te immobiliseren en eventuele tegenstand of een tegenaanval in de kiem te smoren, zodat Zoals alle menselijke creaties hebben ook vuurwapens voor een aanvaller de kansen op succes maximaal zijn.

32

Beretta, Italiës grootste fabrikant van vuistvuurwapens, bezit fabrieken in de V.S. en heeft vroeger ook in Brzailië wapens gebouwd. bepaalde functies in een samenleving. Waar vroeger vooral Daarnaast worden er ongeveer 3 0 buksen bewaard als de aspecten van jacht, met het oog op voedselvoorziening aandenken. en bescherming tegen gevaarlijke dieren, en collectieve verdediging centraal stonden, werden deze facetten door Naast het traditionele schieten met de zware, enkelschots andere technische hulpmiddelen (voedselindustrie) buksen, zijn er ook schutterijen die het Brabants schieten verdrongen. Hierdoor is bij het gebruik van vuurwapens op de Wip of Klep beoefenen. Hiervoor gebruikt men meer en meer de nadruk op het recreatief gebruik en de enkelschots randvuur- karabijnen. individuele verdediging komen te liggen. Door de intrinsieke gevaarlijkheid van vuurwapens wordt het Naast het gebruik van vuurwapens bij traditionele maatschappelijk nut steeds meer in vraag gesteld. gelegenheden, worden vuurwapens soms zelf als historisch curiosum beschouwd en verzameld. Het vuurwapen kan ook van historische waarde zijn: enerzijds als essentieel onderdeel van historische of Men verzamelt vuurwapens als wapen technische interesse folkloristische evenementen, anderzijds als verzamelobject of als stille getuigenis van rumoerige periodes uit de en getuige van een historische periode. geschiedenis. Bij sommige traditionele folkloristische manifestaties spelen vuurwapens nog steeds een grote rol. Zo wordt er bijvoorbeeld in Belgisch Limburg door 32 schutterijen het traditionele buksschieten in ere gehouden. De Katholieke Universiteit Leuven verschillende bonden groeperen in het totaal 1980 Faculteit Rechtsgeleerdheid (schietende) leden. Bij traditionele wedstrijden wordt er Academiejaar 1992-1993 met zware enkelschotsbuksen met getrokken loop Licentiaat in de Criminologie geschoten. Op dit moment zijn er een tachtigtal schietklare Louis RAETS buksen in het bezit van de schutterijen.

33 WIJ WAREN AANWEZIG

Herfstvergadering Gouw Limburg Neerpelt 6 november heel wat herinneringen opgehaald. Deze zullen we ook bij Gouwvoorzitter Rik Thomas verwelkomde 16 kringen die onze intervieuws optekenen. niet konden overgaan tot de verruiming van het bestuur daar er slechts een kandidaat was. Men zoekt immers in 5 JAAR LIMBURGS SCHUTTERSTIJDSCHRIFT elke regio een vertegenwoordiger. Hopelijk vindt men die in de lente 1994 wel. De gouw wil immers de regionale Op zaterdag 15januariwerdinhetC.C. Achter Olmen te werking meer stimuleren. Maaseik het eerste lustrum van het Limburgs Jos Gyselinck sprak vervolgens over "Monumentenzorg in Schutterstijdschrift gevierd. de praktijk". Hij raadde de kringen aan inventarisaties te Cor Voorter redaktielid LST fungeerde als dagvoorzitter. doen in het eigen werkgebied en gaf daartoe heel wat tips. Het openingsgebed werd gedaan door Mgr. R. Maessen, Jan Gerits had het over "Heemkunde en moderator OLS Federatie. Schepen Dirk Verlaek heette monumentenzorg". Hij deed een verhaal over de kleine ons welkom namens de stad Maaseik. Vervolgens sprak monumentjes en over het straatmeubilair. Heemkringen Maurits Didden als voorzitter van de S. A. S. en moeten de hoeders zijn van de schoonheid van het heem. feliciteerde Wim Pijpers en zijn redaktie. Dit is een waardevolle maar veelomvattende opdracht voor "Schutterijen tussen uitdaging en traditie" was de titel van een kring. de voordracht van Piet Hermans, redaktie LST. Hij gaf tips voor de verenigingen en gebruikte als illustratie een "lege" schoendoos. INTERLIMBURGSE BOEKENBEURS TE MAASEIK Dhr. Jean Walraven, lid normenkommissie en redakteur 4-5 DECEMBER 1993. LST, schetste het ontstaan van de normenkommissie en van het normenboekje. Tijdens de pauze konden we mooie Voor de 5de maal werd deze boekenbeurs georganiseerd. stands bezoeken in de foyer. De Maasketen Jan Van Eyck en de Pater Sangerskring Wim Pijpers, hoofdredakteur LST, gaf daarna een tekenden voor de organisatie. terugblik op het ontstaan en 5 jaar werking. De opening in het CC Achter Olmen had plaats te 10.30 Wemer Smet, redaktie LST, huldigde als verdienstelijk uur. Tony Van Wijck kondigde als voorzitter van de beurs persoon Joannes Daamen uit As, omwille van zijn de achtereenvolgende sprekers aan: Martin Boonen - Jan interessante bijdragen in het LST. Knoors - gedeputeerden Mevr. Frieda Brepoels en dhr. Dhr. Jos Gerits, redakteur LST, hield een voordracht over G.Kockelkom - burgemeester Vermassen. de Chartermeester van het Oude Limburger. Dit is een De Pater Sangersprijs werd uitgereikt aan de Vereniging nieuwigheid die als eerste te beurt viel aan de buksmeester voor Limburgse dialect-en naamkunde. van St. Elisabeth uit Stokkem, winnaar O.L.S. 1993 In de zaal zelf presenteerden handelaars en verenigingen Lei Stals, president OLS, vroeg aandacht voor de jeugd, hun "Limburgensia". Dit jaar was er eveneens aandacht voor de rol van de vrouw en voor de milieuproblematiek. voor genealogie en cartografie. Woorden van lof voor Wim Pijpers kwamen er dan van Onze kring en het V.V.V. hadden er een stand. Niet Bob Degol, vice-president Europese Schuttersgilden en omwille van de verkoop, maar voor de kontakten tussen de voorzitter V. V.K. die namens deze laatste Wim Pijpers verschillende kringen. Als blikvanger op onze stand een medaille omhing. hadden we het portret van Donaat Snijders aangebracht. Als laatste spreker gaf Annie Schreuder-Derks een bespiegeling over heiligen in Susterens dialekt. Redaktie en ere-genodigden vierden nadien verder in de Bokkerijder SINT-BARBARAVIERINGEN OP 4 DECEMBER. op de markt. Proficiat aan Wim Pijpers en aan Joannes Daamen ! Het Omwille van ons projekt "Mijnwerkers uit Kinrooi" LST wordt voortreffelijk gedrukt door de Limburgse Post hebben we de vieringen in de dorpen opgevolgd: de waarvoor direkteur Pieter Timmermans ook alle lof traditionele H. Mis en de ledenfeesten (waar die nog verdient. doorgingen). Karel Peeters maakte groepsfoto's voor het Een abonnement kost 385 ff. voor 4 nummers te storten op gedenkboek. Bij zulke gelegenheden worden ook rekening van het Gemeentekrediet Kinrooi 068-2059877-12 van het Limburgs Schutterstijdschrift.

34

TENTOONSTELLING "HET RUSSISCH KAMP". De tentoonstelling werd gewijd aan het oorspronkelijke krijgsgevangeniskamp dat bij de vroegere steenkoolmijn Op zaterdag 29 januari 1994 waren we aanwezig in het werd opgericht. Dit werd aan de hand van een prachtige Cultureel Centrum van waar we de maquette, talrijke dokumenten, plannen , dagboeken en openingsplechtigheid van de tentoonstelling "Het Russisch foto's geïllustreerd. kamp" bijwoonde. UIT ONZE LEDENFAMILIE Onze kring heeft er de gewoonte van gemaakt om De mensen wonen meestal op de heuvels en de hutten zijn telkens wanneer er een nieuwe Dao Raostj Gèt omringd door een veldje bananen (die vooral gebruikt verschijnt, deze ook gratis te versturen naar onze worden om bier te maken). De meeste gezinnen hebben Kinrooier missionarissen en missiezusters. veel kinderen, en dat merken we o.a. als ik s zondags ga Wij weten dat hen dit enorm plezier doet en wij wandelen met Jan Bierens (en met ons hondje, Gust): ontvangen dan ook af en toe bericht vanuit de meestal loopt er dan een heel groepje kinderen een paar km missiepost. met ons mee. Men leeft hier vooral van de landbouw Hieronder drukken wij een brief af van Kruisheer Pol (bonen, manioc, groenten, zoete patatten, aardappelen, Gorissen uit Geistingen; het eerste gedeelte is een graan, naargelang de hoogte waar men woont). algemene brief met daarna een meer persoonlijk bericht. Spijtig genoeg is de meeste grond nog eigendom van de Een brief die wij begin dit jaar mochten ontvangen. chefs, en moeten de anderen de grond huren (voor een paar kippen of geiten per jaar): men zal dus weinig moeite doen om de grond te verbeteren. Musyenene, 23-11-1993 Onze parochie omvat 12 sectoren : plaatsen waar een grote kapel of kerk staat (waarin soms plaats is voor 500 mensen). We bereiken al deze sectoren eenmaal per maand voor de Beste Vrienden, biecht, H. Mis en baby-doopsel (en dat zijn er soms 10 of Onze Provinciaal (Wim Slangen) bracht veel post mee meer; naargelang de grootte van de sector: iedere sector uit Belgie , dus moet ik eerst wel een algemeen briefje omvat nl. 10-15 kleine dorpjes, die elk wel een klein maken om al die brieven te beantwoorden. lokaaltje hebben om te bidden, maar voor de zondagsviering De lange reis van Bondo, via Buta, Isiro, Mambasa -met H. Communie- komen ze samen in de sector; ook het naar Musyenene onderricht aan de doopleerlingen gebeurt alleen in de sector. is over t alge- Ik ben al enkele keren meegegaan met Piet voor die meen goed ver- assistenties, en daarbij komt mijn moto goed van pas. lopen, en op 24 Meestal vertrekken we dan tegen zes uur s morgens (met een s e p t e m b e r dikke pull, jas en handschoenen aan op de moto) om tegen de waren we einde- middag weer terug te zijn (want dan begint het dikwijls te lijk op onze regenen). bestemming. Hier in de parochiekerk van Musyenene zijn er s zondags We werden hier drie H. Missen, met telkens ongeveer 1000 mensen ! (voor heel hartelijk de ganse parochie zijn er dan ook ongeveer 8 kg hosties ontvangen door nodig per maand). Ook door de week is er nogal wat volk onze confraters in de H. Mis en iedere dag is er een ander zangkoor dat de en ik voelde me zang verzorgt. De huwelijken gebeuren hier in de dan ook vlug parochiekerk, iedere woensdag, meestal 4-5 koppels (als thuis hier. het over oudere mensen gaat, gebeurt het soms in de Er zijn hier wel grote verschillen met Bondo. We wonen sectoren). Sinds het ontstaan van de parochie in 1947 zijn hier op een hoogte van 1750 m, en zijn omringd door hier reeds meer dan 90.000 mensen gedoopt, wel een bergen en heuvels, t Is dus hier heel wat frisser dan in bewijs dat er zeer veel volk woont (vanwege het goede Bondo, al wonen we vlak op de evenaar (ik zal hier zeker klimaat is er veel minder kindersterfte dan in Bondo; er is niet gaan zwemmen!) Er zijn hier bijna geen bossen, maar hier geen malaria). wel heeft men veel eucalyptusbomen geplant (want Voorlopig besteed ik nog veel tijd aan de studie van de brandhout is er nodig vanwege de koude s nachts, maar ook om te koken).

35 -voor mij- nieuwe taal, het Swahili (die wel wat moeilijker Alvast hartelijk bedankt. is dan het Lingala). Ik lees met interesse uw tijdschrift want als men ver van Ik kan me toch al behelpen om alleen voor te gaan in de H. huis woont, beseft men pas hoe men verbonden is met zijn Mis, maar preken en biecht horen in t Swahili is er geboortestreek. voorlopig nog niet bij. De economische situatie in t land hier is meer dan miserabel Als Kruisheren werken we in dit bisdom Butembo ook in en de gewone mensen zijn er ferm de dupe van. Het Mulo (32 km van Musyenene, in de richting van Goma). lanceren van het nieuwe geld heeft alleen maar de Daar is o.a. de opleiding van de Zairese Kruisheren: devaluatie in de hand gewerkt. Op de koop toe zijn er bijna postulaat, noviciaat en filosofie (voor de theologie gaan ze geen kleine biljetten in omloop, hoe kunnen de mensen dan naar de hoofdstad Kinshasa). nog handel drijven en hoe kunnen we ons werkvolk De economische, sociale en medische situatie van het land betalen? is meer dan miserabel, en we vragen ons af wat er nog kan De toekomst van dit land is nog een heel donker raadsel! gebeuren. Men heeft vernieuwing gebracht in het geld: 1 Onze provinciale overste vertrekt volgende week, maar nieuwe zaïre is 3.000.000 oude zaïres waard (inderdaad drie blijft dan nog enkele dagen in ons klooster te Kinshasa, en miljoen!) maar bij de wisseling van dat geld is de devaluatie arriveert pas op 16-12 in Belgie . Daarom alvast mijn beste zo snel gegaan, dat die nieuwe zaïre al zeer veel van zijn wensen voor een Zalig Kerstfeest, moge de vrede en koopkracht verloren heeft. Laten we hopen dat er ooit mensenliefde van God met jullie allen zijn in het nieuwe verbetering komt in de leefsituatie van de mensen, maar hoe jaar dan zal 1994 zeker wel een goed jaar worden! dat kan gebeuren is nog een heel donker raadsel. Nogmaals dank voor uw tijdschrift en veel voldoening in Tot zover dit algemeen briefje; misschien is er nog tijd om uw zinvol werk. wat meer persoonlijk nieuws toe te voegen. Heel hartelijk, Pol Gorissen. 3-12-93 Toch nog even wat meer persoonlijk nieuws. Ik ben Pol Gorissen uit Geistingen, Kruisheer- missionaris in Zaire sinds 1968 (met een tussenperiode van zes jaar in een parochie van Runkst-Hasselt). Vroeger werkte ik in t

bisdom Bondo, maar vanwege ons klein aantal konden we niet meer ginds blijven. Daarom gingen twee confraters in Wij betreuren het heengaan van : Kinshasa werken (o.a. mijn neef Jan Gorissen uit Ophoven) en wij kwamen met twee naar het bisdom Beni-Butembo, Mevr. Gertrudis Laveaux, echtgenote van Henri Verkennis. hier in de Kivu. Na een lange, moeilijke reis (1300 km) zij Ze overleed te Molenbeersel op 25/11/ 1993. Zij was lid van we hier toch goed aangeland, en ik voel me al goed thuis onze kring. hier in Musyenene. De drie Kruisheren die hier al langer werken kende ik nog van Bondo (onder hen o.a. pater Jan De heer Jef Janssen. Hij werd geboren te Geistingen op Bierens uit Kinrooi). 23/03/1934 en overleed te Maaseik op 28/11/1993. Hij was Voorlopig ben ik nog erg beperkt in mijn pastoraal werk lid van onze kring. door t gebrek aan kennis van de taal (Swahili) want in Bondo spraken we altijd Lingala; stilaan zal dat ook wel in Mevr. Helena Deuss, weduwe van de heer Leon Schoofs. orde komen. Ze werd geboren te Bom op 10/12/1896 en overleed te In Bondo ontving ik nog af en toe een nummer van uw Kinrooi op 28/11/1993. Zij was de moeder van ons lid, de tijdschrift Dao Raostj get maar de post werkt hier zo slecht heer Theo Schoofs en van de missionarissen Ward en Willy. dat t niet te riskeren is om niet iets te verzenden. Daarom wilde ik U vragen het tijdschrift in te toekomst te verzenden Mevr. Eliza Brouns, weduw van de heer Louis Raets. Zij via volgend adres: werd geboren te Maaseik op 28/03/1915 en aldaar Pere Pol Gorissen overleden op 3/01/1994. Zij was de moeder van onze Peres Croisiers, Musyenene/Butembo BP voorzitter René Raets en van ons lid Marcella Raets. 12 Gisenyi, Rwanda Gisenyi ligt dicht bij de grens met Zaire, en dicht bij Goma Mevr. Maria Sniekers, weduwe van de heer Theodoor (300 km van hier) zodat we de post via die weg binnen een Kunnen. Zij werd geboren te Molenbeersel op 27/05/ 1917 redelijke tijd ontvangen. en overleed te Hasselt op 01/02/1994.

36

OOS MODERTAAL.

Deeze kier wol ich het ins höbbe euver ein zaak diej ouch g’hadj en ömdet de Lemmensmolen dao sentraal stuit, zeeker den Heemkundigge Kring aanbelangdj... Eederein hoëg verheeve en midde tossen eine groep hoëzer haaj ich wètj det in vreuger daag, toen Kinder stilaan ei dorp woor, gedachtj öm diej wiëk de MOLENWIJK te numme! Mer praktis gein spraoke waas van indeiling in wiëke. In op de bestuursvergadering van Buurtschap Kinder zelf wore mer ei paar belangriëke straote wiej: de Lemmensmolen op 1 miërt 94 leete wèe de leede keeze Bomerstraat, Hagendoren, Basdonk, Raam en tösse de name: Molenkamp, Molenveld, Molenhoek, Driessenstraat. Mer nów in 1994 is Kinder (en dan bedoel Molenwijk, Kauberg en Kinroyder Veld. De minse diej het ich ao-Kinder) oëtgegruëdj tot ei flink Kirkdörp mèt acht dus aanbelangtj höbbe gekoze veur dèe sjoëne naam: steevigge wiëke, teweete: Dorp, Zielder/Natterveld, MOLENHOEK. Inhetdiejalektweurdj det den Hagendoren, Schans, Broekhoek, Noordhoek, Raam en "Meulenhook". Driessenstraat. En euver deew’lèste benaming wol ich het En nów zègke al veul luj. "Eindelik gaon wèe ins tot ein toch ins effen höbbe! De Driessenstraat kan in vreuger wiëk behuëre woë de naam van fatsoënlik inne oëre tieje waal vcurnaam zeen gewèest... klinktj!" in oze modernen tiëd is het belachelik öm deez’oëstelikke wiëk zoë te numme, temiër ömdet ‘ r anger straote zeen diej belangriëker en groëter zeen gewore EN .... ein wiëk Teevee kan men al slecht numme nao eine straotnaam. Same mèt de veurzitters van de KV Rabbedabbers en Buurtschap Lemmensmolen höb ich het dao ins euver

UIT DE SCHOOL VAN VROEGER Ich zeen dich neet.

Harrie en Greetje Pex die woêre ‘Waat waat.. Waat kriegse noêw ‘Pak dienen aanluip noêw en saam getrouwdj: Greet mét Harrie Harrie ’ zeet Greet óntdaon, stoêt ter midi mér in..’ gemandj, Harrie mét Greet ‘Kiek mich ins aan.” “Och Greet ich *’t is wiej ste wils Harrie ich gevrouwdj. zeen dich neet miê staon.. gééf dich diêne zin..’ Dék keken ze kwaod opein ze Greet ‘t is mét mich gedaon ich Greet wie ne stuütse bók (Harrie vreijelden allebei: zagt Greetje al verzöep mich inne kanaal” ‘Néé néé déé zaag ze waal tréktj achteroêt) ins ‘jao’ den zag harrieke ‘néé’. Harrie.. dét neet..’ Greet luiptj pardaaf zelf in de ‘Jao jao dét doon ich waal. kanaal. Greet waas Harrieke meug dét vreijelen hiel déén tied; Harrieke Kóm, leij mich oppen diêk bléndj Zie sjriêftj óm hulp ‘Harrie!’ prakkezeertj: zeen dét liêj ich neet, ‘Woe zitse örges, Greet, ich kan ‘waas ich me wiêf mér kwiêt!’ Greet, help mich toch, kóom mét’. neet helpen, néé, ich zeen dich ‘Harrie dét moogste neet..’ ummes neet..’ In ‘t stechelen, onverheuds Harrieke zeet: Ich vénj ‘t zoê Greet leet zich stiekem géér bekallen.. M. Knevels. donkei almétins ich bön blindj, eigelikwaal: zie méndjem vrechtig hiêl stekebléndj. bléndj en bracht hum biêj de kanaal.

37 UIT ONS DOKUMENTATIECENTRUM.

Mathieu Rutten, Oorlog 40-45 tussen Maas en Kempen, Tongeren, 1993. “Wij beschrijven het oorlogsgebeuren in de Maaslandse dorpen Stokkem, Lanklaar, Dilsen, Rotem, Elen, Maaseik, Ophoven-Geistingen, Kessenich, Kinrooi, Molenbeersel, Neeroeteren en Opoeteren. Voor een totaalbeeld op te hangen van wat zich in een periode van 5 jaar heeft afgespeeld te midden van ongeveer 50.000 mensen.” Aldus de auteur in zijn “ten geleide”. Het boek telt 406 blz. en is fraai uitgegeven. Men verneemt heel wat over figuren als pastoor Spitz en Theo Brouns. Over de villa “La Tourelle”. Namen en foto’s van gesneuvelde soldaten, van krijgsgevangenen uit onze dorpen worden vermeld. Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e Onderwerpen als pilotenhulp, sport onder de bezetting, eeuw. Deel XXIII / J. Verbesselt. klokkenroof, bloedbad te Kinrooi en andere Brussel, 1990 : 572 p. - ill./ gebeurtenissen op het thuisfront zijn interessant. Ook de Geschonken door de heer R. Vanholen. politieke gevangenen, weerstanders die de dood vonden en verplicht tewerkgestelden worden beschreven. Koning Boudewijn. Macht en invloed van de monarchie in Mathieu Rutten heeft deze oorlogsgegevens niet willen Belgie / Jos Bouveroux. onthouden aan de jonge generatie en aan de ouderen die Antwerpen, 1993 : 48 p. deze oorlog hebben meegemaakt. Geschonken door de heer W. Smet. Hopelijk trekt men er lessen uit, want vrede is voor elk menselijk wezen een kleinood dat primordiaal is, zo Over begraven en kerkhoven te Sint-Katelijne-Waver. Erf eindigt zijn nabeschouwing. en Heemuitgaven 26, 1993 : 107 p. - ill. Aanbevolen lektuur. 10 jaar kreatief met naald en draad. Heemkunde en Vlaamse Beweging Erf en Heemmededelingen, 1993 : 98 p. - ill. Ons Heem biedt in het tijdschrift jaargang 46, nr. 4, december 1992 (nu pas verschenen in augustus 1993) een Motieven, symbolen, patronen / H. Vermeir. interessante inhoud over Heemkunde en Vlaamse Erf en Heem vzw, 1993 : 98 p. - ill. Beweging. Wij raden onze leden aan dit nummer eens door te nemen en de bijdragen van J. Gerits, A. Keersmaekers, Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente ? / H. Vanoppen, R. Van der Linden en R. Vanlandschoot Centrum voor geschiedenis Universiteit Gent. Stichting door te nemen. Voor wat ons werkgebied betreft ontbreekt mens en kuituur, 1993 : 323 p. Theodoor Sevens niet en ook wijlen Donaat Snijders wordt Spelers met een mooie voetbal / Gerard Gerits. Kinrooi: geciteerd. Studiekring Heem en Erfgoed, 1993 : 249 p. -ill. Bruidsruiker / wittebroodsweken, gebruiken rond het huwelijk / Ineke Strouken. "Maaslandse Sprokkelingen" is een periodieke Utrecht/Antwerpen, 1993 : 96 p. - ill. uitgave gewijd aan het recente en verre verleden van het Maasland in de beide Limburger. Naast strikt wetenschappelijke bijdragen wordt de lezer De Rutten-kroniek, feiten en gebeurtenissen uit het geconfronteerd met volkse, vulgariserende artikels. dagelijks leven 1500-1900 / Mathieu Rutten. Tongeren, Deze "nova series" zijn nu verkrijgbaar op ons 1989 : 180 p. dokumentatiecentrum tegen de prijs van 2.500 fr. voor de volledige reeks van65 tijdschriften.

38 Oorlog 40-45 tussen Maas en Kempen / Mathieu Rutten. Limburgsche legenden, sagen, sprookjes en volksverhalen, Tongeren, 1993 : 407 p. - ill. deel 2 / H. Welters. Maasbree, 1982 : 120 p. Echter landj, Heemkundige bijdragen over Echt en omgeving deel 4. L'ancien pays de Looz 1896-1904, 1905-1914. 1993 : 230 p. - ill. Herdrukken van de eerste uitgave. Vanumissen - Sandee - de Nave - de Clerck, delen 1 en 2. - Watersnoodramp in Limburg Kerstmis 1993 Beegden : De 1993 : 249 p. Limburger, 1994. Geschonken door de heer Jacques Vanumissen. Geschonken door de heer J. Van de Winkel. Feesten, zeden, gebruiken en spreekwoorden in Limburg / Kerst in het water, Watersnoodramp 1993. H. Welters. Maasbree, 1982 : 120 p.

Spelers met een mooie voetbal... Gerard Gerits is voor de mensen van de gemeente Kinrooi geen onbekende. Hij staat - als behulpzame bediende - zijn mannetje bij de gemeentelijke administratie. Minder bekend zijn zijn aktiviteiten als Schepenbank Kessenich. sekretaris van de Studiekring Heem- en Erfgoed. Inventaris nr. 15 - 16 - 17 - 18 - 19 In zijn vrije tijd is hij ook nog voetbalsupporter en Deze klapper bevat, in alfabetische volgorde, een vooral dan van "Excelsior". Het was een gelukkige lijst van eigennamen (hoofdzakelijk familienamen) gedachte om de vijftigjarige geschiedenis van deze ten gerieve van genealogen. Daarbovenop vindt voetbalclub te boek te stellen. men bij iedere naam een korte samenvatting van de Het resultaat van jarenlang opzoeken, verzamelen, oorspronkelijke tekst en de datum. afnemen van interviews, noteren, opschrijven en Voor diegenen die in het verleden moeilijkheden herschrijven, samenstellen en drukken ligt nu voor ons hadden met het lezen en/of begrijpen van de en kreeg als titel: "Spelers met een mooie bal". schepenbank, kunnen nu gebruik maken van dit Het is het verhaal van drie generaties voetbal te prachtig werkboek. Ophoven-Geistingen. Goed en vlot geschreven, rijkelijk Een voorbeeld : geïllustreerd met unieke, oude foto's. 1630-/8 dec -fol 16 verso. Een aanwinst voor al degenen die geïnteresseerd zijn Met toestemming van de landheer is Frans in voetbal, maar vooral ook in Heemkunde. Woesteyn van Brie, zoon van meester Peter, tot gezworen landmeter aangesteld in de heerlijkheid en 't land van Kessenich. Voorwaarden : hij zal de armen meten om godswille; de rijken; 1 daler of x 30 st. per bunder. Zijn vader blijft borg. Wie de landmeter nodig heeft moet zich melden bij Heyn Spranckenis, Hennen Landmetters Hoeffmans of zijn vader. (In de marge : 1632 16 maart : Is Frans Perenboom onder dezelfde voorwaarde landmeter geworden ? Lambrecht Lipsen, zijn schoonvader, is borg gebleven.)

39

KRINGWERKING.

Expo in Openbare Bibliotheek Theodoor Sevens. Het mijnwerkersleven Als voorbereiding op onze tentoonstelling "Kieke nao vreuger" met Allerheiligen wordt in de bibliotheek een expo gehouden over het mijnwerkersleven. Foto's, dokumenten en voorwerpen over de mijnen en de mijnwerkers zullen er te zien zijn. Inkom gratis. Openingsuren bibliotheek : maandag 16.00 - 20.00 dinsdag 16.00 - 19.00 woensdag 14.00 - 17.00 donderdag 16.00 - 20.00 vrijdag 16.00 - 19.00 zaterdag 09.00 - 12.00

Naar aanleiding van een nieuwe uitgave van onze heemkalender vragen wij naar interessante groepsfoto's of foto's van onze fusiegemeente.

Namiddaguitstap naar Opoeteren, zaterdag 28 mei. In samenwerking met de Heemkundige Kring "De Utersjank" Opoeteren organiseert onze Kring op zaterdag 28 mei een namiddaguitstap. Onder leiding van een plaatselijke gids, nemen wij vooreerst een kijkje in de mooie parochiekerk Sint-Dionysius met waardevolle elementen uit vorige eeuwen: doopvont, prachtige beelden, grafstenen... Bezoek aan de Dorpermolen, een watermolen van 1530, het oudste gebouw van 't dorp. Geklasseerd sinds 1981. De molen is nog steeds maalvaardig. Korte wandeling door de Oetervallei met een uitgebreide variatie en rijkdom aan fauna en flora. Gezellig napraten in een typisch dorpscafé. Samenkomst dorpsplein Kinrooi om 13.0 uur. Begin van de rondleiding : 14.00 uur.

40 Einde ca. 17.00 uur. Deelname in de onkosten : 50 ff.