FILMMUZIEKMAGAZINE

ALEX BARANOWSKI – Aanstormend Brits componist

NUMMER 205 – 49ste JAARGANG – APRIL 2020

1

Score 205

April 2020 49ste jaargang ISSN-nummer: 0921- 2612

Het e-zine Score is een uitgave van de stichting FILMMUZIEKMAGAZINE Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek REDACTIONEEL

E-mail: Begin maart nam Matthijs Kieboom de muziek voor zijn paulstevelmans@ nieuwe film in Praag op. Net op tijd, want luttele dagen later scoremagazine.nl ging Tsjechië op slot. De Piraten van Hiernaast, zoals de film heet, zou volgende week in roulatie gaan, maar dat feest gaat helaas niet door. De releasedatum is verschoven naar 2 juli. Kernredactie: Paul Ste- Veel liefhebbers hebben reikhalzend naar deze score uitgeke- velmans en Sijbold Ton- ken en moeten nu ruim twee maanden wachten. De coronacri- kens sis gooide roet in het eten met als gevolg dat de filmwereld

plat ligt: geen bioscoopbezoek, geen festivals en geen film- Aan Score 205 werkten mee: Paul Stevelmans concerten. Ondertussen vernamen we het overlijden van Ge- en Sijbold Tonkens rard Schurmann, Krzysztof Penderecki en Adam Schlesinger die op slechts 52-jarige leeftijd aan het virus bezweek. Maar ook alledaagse zaken binnen de filmmuziekwereld gingen Eindredactie: Paul gewoon door: zo leverde Hans Zimmer vorige week zijn Stevelmans scheidingspapieren in. Vanaf deze plek willen stichting Cine- musica en filmmuziekmagazine Score alle componisten voor film, televisie, games en andere visuele media heel veel suc- Vormgeving: Paul ces wensen in deze bizarre en moeilijke tijden. We hopen dat Stevelmans zij ondanks de enorme tegenslag voor toekomstige projecten

als vanouds inspirerende, boeiende en onvergetelijke muziek

Met dank aan: Alex kunnen componeren. Baranowski, Post Bills PR, John Gürtler INHOUDSOPGAVE

3 Alex Baranowski - Interview

7 James Bernard – Portret

12 John Gürtler – Interview

17 Boekbespreking

18 Recensies

2

MUZIEK VOOR VERDRIET EN TROOST

Interview met Alex Baranowski

Op de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, maandag 27 januari jongstleden, zonden de BBC en de Duitse zender ZDF bijna gelijktijdig de aangrijpende film The Winder- mere Children uit. Het gevoelige drama over kinderen die de Holocaust hadden overleefd werd geregisseerd door Michael Samuels naar een script van Simon Block. Aanstormend componist Alex Baranowski schreef een rustige en gevoelige score voor dit drama over jonge mensen die na een huiveringwekkende periode in hun leven een weg proberen te vinden in een nieuwe omgeving. Met Score sprak hij over de muziek die hij voor deze film heeft geschreven.

mineerd voor een Tony Award voor zijn muziek voor Martin McDonagh’s The Cripple of Inishmaan op Broadway. Hoe ben je betrokken geraakt bij The Winder- mere Children? ‛Mijn achtergrond is heel divers: theater, film en reclame. De regis- seur heeft met heel wat mensen uit deze werelden gesproken. Dit is mijn eerste overwegend dramatische film. Ik raakte geboeid door het script en vervolgens begon ik met het schrijven van enkele ideeën. Die fascinatie moet de regisseur ongetwijfeld hebben gemerkt en daardoor viel zijn keus uiteindelijk op mij.’

The Windermere Children gaat over een groep kinderen die de Holocaust heeft overleefd. Na de oorlog, in de zomer van 1945, werden 1000 voornamelijk Poolse kinderen per vliegtuig naar Engeland ge- bracht, waar zij hun leven weer op konden bouwen. In Windermere in het Lake Dis- trict trachtten 300 weeskinderen te herstel- len van de verschrikkingen die ze in de ja- ren daarvoor hadden meegemaakt. Was je Alex Baranowski. bekend met hun verhaal? ‛Ik ben vaak in het Lake District geweest, maar ik kende De Britse componist Alex Baranowski dit bijzondere verhaal helemaal niet. Ik (1983) heeft de afgelopen jaren muziek wist wel wat die hele generatie heeft door- gecomponeerd voor film, theater en ballet. gemaakt na zoveel ontberingen gedurende Zijn eerste filmscore schreef hij voor de de oorlog. Mijn grootouders waren ook korte film Auto da Fe (2007), waarna hij Pools, hoewel ze niet Joods maar katholiek werd gelauwerd voor zijn muziek voor waren. Ze werden in de oorlog naar Siberië McCullin (2012) en andere documentaires gedeporteerd en na vele omzwervingen als Nureyev (2018). In 2014 werd hij geno- kwamen ze in Engeland terecht, wat een 3

The Windermere Children. vergelijkbare reis was. Ik heb hier veel enigd met zijn broer, tot ware bloei. Hele- over gesproken met de regisseur die zei: maal aan het begin wordt het gespeeld door het helpt misschien als je een persoonlijke een cello, tamelijk gespannen en niet zo band hebt met het onderwerp.’ heel erg mooi klinkend. Tegen het einde horen we violen die veel krachtiger en Hoe ben je aan deze zeer emotionele op- emotioneel klinken. Het leek er sterk op dracht begonnen? ‛Tja, waar begin je? Ik dat ik zelf ook een soort reis had gemaakt.’ bekeek eerst een ruwe versie van de film Heb je dit thema voor Salek geschreven waarna ik de juiste toon te pakken wilde omdat hij een eigen verhaallijn heeft in de krijgen. Een triest klinkende score of een film? ‛Inderdaad. Het is ook interessant om groot orkest zou dan wat al te veel voor de te zien hoe deze verhaallijn zich muzikaal hand liggen. Allereerst schreef ik een klein gezien ontwikkelt. Hij rent door het bos en slaapliedje dat uiteindelijk zou uitgroeien dan zijn er enkele momenten waarop het tot het hoofdthema. Toen ik dat eenmaal thema wordt ingezet. Het komt als het wa- had gevonden wist ik dat ik op het juiste re in overeenstemming met dit personage pad was en vervolgens ontstond de score tot wasdom.’ als het ware vanzelf, waarbij ik voor de verschillende personages thema’s zocht.’ Neuriën Een van die figuren is de zorgelijke Salek. Wanneer hij en de andere jongeren aan het Je had ook iemand anders kunnen kiezen begin van de film in Windermere aanko- voor een thema. ‛O ja, er zijn stukken voor men, weigert hij uit de bus stappen. ‛Ik andere personages. Het slaapliedje bijvoor- schreef een klein thema voor hem en ver- beeld is het thema van de kinderen. Ik volgens groeide deze melodie steeds meer dacht: stel, dat ze zich alleen maar herin- gedurende al zijn scènes. En zo komt dit neren dat hun moeder dat liedje voor hen thema aan het einde, wanneer hij is her- zong, dan is dat alles wat ik ermee wilde

4

Alex Baranowski. uitdrukken. In eerste instantie maakte ik ik nogal aangrijpend.’ Is het wel mogelijk een opname met zangeres Polina Shepherd om met muziek de pijn en het verdriet uit die het liedje neuriede. De regisseur zei te drukken die deze kinderen hebben gete- toen tegen mij: laten we eens kijken hoe kend? ‛Het is echt heel erg lastig en om die het klinkt met een kind. Toen namen we reden heb ik mij heel vaak gewend tot mijn het geneurie van zijn dochter op en dat grootouders omdat zij hun verdriet en lij- klonk hartverscheurend en bleek daardoor den in kunst wisten te verwerken. Mijn heel goed te werken, vooral aan het begin grootvader schreef poëzie terwijl mijn van de film als de jongens met elkaar over grootmoeder heeft geschilderd. Haar schil- nogal gruwelijke gebeurtenissen praten.’ derijen heb ik bovenop mijn piano gezet en Waren die stemmen jouw idee? ‛Ja. Ze voor de scène waarin de kinderen tekenin- vormen als slaapliedje een mooie herinne- gen maken – een bijzonder gevoelig mo- ring aan hun moeder. Zo’n wijsje voelt ment – heb ik niet op deze beelden gecom- veel persoonlijker als het wordt gezongen poneerd, maar meer met de kunstwerken dan wanneer het wordt gespeeld door een van mijn grootmoeder voor ogen die om viool of een piano.’ mij heen stonden opgesteld. En zo werd dit een erg persoonlijke compositie die uit Halverwege de film heeft een van de kin- mijn hart kwam.’ deren een nachtmerrie in de vorm van een flashback: we zien een vrouw in de bossen De muziek werd opgenomen met het Lon- en horen haar gezang. ‛Ja, dat is eigenlijk don Metropolitan Orchestra in de Air Stu- hetzelfde thema als bij het begin maar nu dio in Londen. Te horen zijn onder meer gezongen door een vrouwenstem. Het is een cello en strijkers, terwijl we de piano alsof iemand in gedachten hoort hoe zijn hooguit een of twee keer horen. ‛Klopt, ik moeder voor hem zingt. Dat moment vond heb hem heel weinig gebruikt en dan ook

5 nog op verborgen plekken. De strijkers wa- onder begeleiding van opgewekte muziek ren erg basic, eigenlijk waren het er maar die voluit wordt gespeeld. ‛Ik schreef en- negen: twee strijkkwartetten en een contra- kele blijmoedige stukken voor het moment bas. En dan zijn er nog de klarinet en de dat de kinderen zagen dat er in Winderme- zangstemmen en verder de piano en de re geen omheining was en ze hier vrij kon- mandoline. Het was allemaal erg klein- den rondlopen.’ Een paar scènes later fiet- schalig, maar ik vond dat het erg goed uit- sen enkele jongelui naar een plaatsje in de pakte, want dit is niet het soort film waar- buurt. ‛Dat was een heerlijk stuk om te voor een groot orkest nodig is. Ik mag dan schrijven, aangezien ik hier deze vreugde- ook van geluk spreken omdat ik weinig fi- volle nieuwe ervaring van hen in noten kon nanciële middelen tot mijn beschikking omzetten.’ Aan het einde van de film zien had.’ we vijf oude mannen naast de jonge man- nen staan die hen in de film hebben ge- Accordeon speeld. We komen erachter wat van hen is geworden vanaf de tijd die ze in Winder- Baranowski heeft enkele instrumenten ge- mere hebben doorgebracht tot de dag van bruikt die zijn grootvader helemaal vanuit vandaag. We horen het hoofdthema op- Italië naar Engeland sleepte gedurende een nieuw en dit keer in al zijn pracht en glo- barre tocht tijdens de oorlog. Hij en zijn rie. ‛Hier horen we dezelfde melodie, maar vrouw, Baranowski’s grootmoeder die nu nu zeg maar helemaal uitgeorkestreerd. We 96 jaar oud is, werden in 1939 vanuit Polen horen het thema nu voor de eerste keer vol- naar Siberië gedeporteerd. ‛Toen hij vrij uit in plaats van alleen maar de strijkers.’ kwam marcheerde hij door Iran, Irak en Zoals hij eerder zei, wilde Baranowski op Palestina om ten slotte in Italië terecht te reis gaan met de kinderen, ‛en aldus klinkt komen, waar hij met de Britten meevocht. het orkest steeds breder en dan klinken de Een van de instrumenten die hij in Italië, strijkers grootser en openen ze zich als het vlak vóór de Slag om Monte Cassino, ware steeds meer gaandeweg de film.’ kocht was een indrukwekkende accordeon. Dat was een van de grootste voorwerpen die ik me kan herinneren toen ik klein was. Als hij dit instrument bespeelde klonk het werkelijk fantastisch. En dit was het eerste instrument dat ik gebruikte om nieuwe ideeën voor de film uit te werken.’ Bara- nowski bespeelde deze accordeon voor een traditioneel Jiddisch liedje dat werd ge- schreven door Abraham Goldfaden. Het heet Rozhinkes mit Mandlen en werd ge- zongen door Polina Shepherd. ‛Ik geloof niet dat het de uiteindelijk mix heeft ge- haald maar we hebben het in ieder geval opgenomen. De accordeon heb ik op ande- re plekken wel gebruikt. Mijn grootvader Rond de tijd dat de film werd vertoond op had ook nog een aantal mandolines die ik de BBC was Baranowski ook bezig met ook voor de score heb gebruikt.’ een dansproject en werkte hij aan zijn eer- ste album. De soundtrack van The Winder- Kijken naar The Windermere Children is mere Children is digitaal verkrijgbaar via behoorlijk emotioneel. Gelukkig zijn er Sony Classical. Het is nog onbekend of de ook enkele vrolijke momenten, bijvoor- film in Nederland te zien zal zijn. beeld wanneer Salek door het bos rent PS

6

DRA-CU-LA

Portret van Hammercomponist James Bernard

Muziek voor horrorfilms is een veelkoppig monster. Vele filmcomponisten hebben zich aan dit genre gewaagd en nog steeds is dit zo, want horror is ook in onze tijd een populair genre. In de filmmuziekgeschiedenis zijn er van die iconische scores waarvan de liefhebber wel ge- hoord heeft maar ze niet of nauwelijks kent, ook binnen het horrorgenre. De scores van twee wat vergeten films – The Curse of Frankenstein (1957) en (1958) – werden afgelopen najaar aan de vergetelheid ontrukt dankzij een bijzonder fraaie uitgave van het label Tadlow Music. Beide films uit de roemruchte Britse filmstudio Hammer kenden muziek van James Bernard. De vergeten huiscomponist van de studio heeft meer dan verdienstelijke muziek ge- schreven voor enkele tientallen horrorfilms. Zijn scores kunnen soms baanbrekend en zelfs vooruitstrevend worden genoemd. wijze hij zijn scores construeerde, met na- me met het oog op het schokeffect dat zij bij de soms bloederige beelden dienden te produceren. James Bernard werd in 1925 geboren in het voormalige Brits-Indië (het huidige Paki- stan) en verhuisde al op jonge leeftijd naar Engeland. Tijdens zijn middelbareschool- tijd in de jaren ’30 leerde hij de toen reeds bekende componist ken- nen die jarenlang vriend en mentor zou blijven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog James Bernard (foto uit James Bernard, com- diende Bernard bij de RAF en was hij on- poser to Count Dracula). der meer werkzaam in Bletchley Park bij Net zo onbekend als de componist en zijn het ultrageheime decoderingsprogramma. films is een in 2006 verschenen biografie Bernard was al langere tijd met muziek be- van de horrorgrootmeester, getiteld James zig waaronder pianoles en op aanraden van Bernard, composer to Count Dracula.¹ Britten begon hij in 1947 met een studie Auteur van dit werk is de Britse weten- aan het Royal College of Music in Londen. schapper David Huckvale die onderzoek Voordat hij deze studie in 1953 afrondde doet op het gebied van muziek en cultuur- schreef hij in 1950 een pianosonate en as- geschiedenis. In deze kritische biografie sisteerde hij Britten bij diens opera Billy neemt hij alle scores van Bernard – in to- Budd (1951). In 1952 won hij samen met taal schreef hij er 35, bijna allemaal voor , tot diens dood in 1976 zijn le- Hammer – onder de loep en tracht hij aan venspartner, voor de film Seven Days to te tonen welke klassieke componisten Ber- Noon (1950) van John en Roy Boulting een nards werk hebben beïnvloed en op welke Oscar voor het beste verhaal. Dehn was

7 toen al een bekende schrijver van onder volgens hem nodig had. Al gauw vervolg- meer scripts; Bernards aandeel in dit be- de hij zijn pad als neoromantisch compo- kroonde script was bescheiden. nist met de opvolger Quatermass 2 (1957) die een opmerkelijke instrumentkeuze en De prijs leidde niet meteen tot meer werk ostinati bevatte die andermaal vooruitwe- in de filmwereld, wel kreeg hij voet aan de zen op Psycho. Een uitstapje naar de grote grond bij de BBC-radio. Hier schreef hij de Rank-studio bracht enige afwisseling in de muziek voor The Duchess of Malfi (1953), vorm van een romantische score voor het een belangrijke opdracht die hem spoedig eigentijdse drama Windom’s Way (1957). vooruit zou helpen in de filmindustrie. In 1954 ontstond de liederencyclus Shep- herd’s Warning op gedichten van Dehn en uitgevoerd door de vermaarde tenor Peter Pears. Deze muziek bevatte al enkele ken- merkende elementen van zijn latere Ham- merscores. Daarnaast leerde hij in die jaren dirigent kennen. Deze nam ook muziek voor films op en toen de beoogde componist voor de horrorscien- cefictionfilm (1955) door ziekte moest afzeggen, ver- ving Bernard hem op aanbeveling van de Hierna volgde bij Hammer The Curse of dirigent. De laatste besloot voor de score Frankenstein van Terence Fisher, de regis- enkel strijkers en percussie te gebruiken. seur met wie Bernard meermaals zou sa- Dat was voor die tijd revolutionair, immers menwerken. De horrorfilm die technisch strijkers werden toen bij uitstek geasso- gezien eigenlijk een sciencefictionfilm cieerd met romantische beelden en niet met was, kende in 1957 een groot succes, ook bloedstollende beelden van een horrorfilm. buiten Engeland. Dat succes lag aan de Bernard Herrmanns baanbrekende score kleuren (ongebruikelijk voor een kleine voor Psycho lag nog vijf jaar in het ver- studio als Hammer), acteurs Peter Cushing schiet. en , de regisseur, maar Van David Huckvale verscheen in 2008 evenzeer aan de componist. Die laatste het boek Hammer Film Scores and the Mu- hield de schrik er goed in middels korte sical Avant-Garde (zie Score 152), waarin thema’s, muzikale effecten als dissonante hij betoogt dat veel films van de studio een clusters en een effectieve opbouw in twee score met modernistische, atonale elemen- lange muzikale sequenties waaronder de ten bevatten. De toeschouwers van deze angstaanjagende climax bovenop het dak. indertijd populaire films werden in de bios- Uit het onderzoek van Huckvale blijkt al coopzaal aldus met avant-gardistische mu- gauw dat invloeden van Beethoven, Schu- ziek geconfronteerd die ze in de concert- bert, Debussy en Berlioz ten grondslag lig- zaal wellicht nooit zouden hebben opge- gen aan deze invloedrijke horrorscore. Op- zocht. Hoewel Bernard een traditionele nieuw behaalde Bernard met name met muzikale opleiding had genoten en zijn strijkers een ijzingwekkend effect. voorkeur vooral bij de laat negentiende- Lettergreepthema eeuwse neoromantiek lag, verwerkte hij in de score voor The Quatermass Xperiment Zette Frankenstein Hammer op de kaart, enkele atonale passages omdat de film die opvolger Dracula, eveneens geregisseerd 8 door Fisher, deed er nog een schepje bo- aan zoals Joseph Losey die er The Damned venop en was een nog groter succes, niet in (1962) draaide, een wonderlijke thriller de laatste plaats door de titelrol van de rij- met een actueel onderwerp in deze Koude- zige Christopher Lee als de bloeddorstige Oorlogsjaren. Het draaide hier om enkele graaf. Deze nieuwe gotische horrorfilm met radioactiviteit besmette kinderen die werd extra aangejaagd door een baanbre- verborgen gehouden werden om een schan- kende score die tijdens de begintitels me- daal te voorkomen. Voor de beginscène teen met de deur in huis valt en we het schreef Bernard onder de titel Black Lea- hoofdthema horen met het zogeheten let- ther Rock een popliedje dat werd uitge- tergreepthema Dra-Cu-La, een praktijk die voerd door elektrische gitaar, tenorsax en drums. Tussen de vele filmbedrijven door schreef Bernard ook klassieke werken die in de concertzaal werden uitgevoerd alsook de musical Virtue in Danger op tekst van Paul Dehn die in 1963 redelijk succesvol was. Op filmgebied had hij veel succes met zijn knap geconstrueerde score voor The Kiss of the Vampire (1963). Hoogtepunt was de aan Liszt verwante Vampire Rhapsody die met zijn betoverende en sensuele klank- de componist nog vele malen zou toepas- kleur een sleutelrol speelde in de film. De- sen in de komende jaren. Als een volleerd ze score was de laatste die door Hollings- vakman verhoogde hij met soms minimale worth werd gedirigeerd; hij overleed vol- middelen de indertijd als ondraaglijk erva- komen onverwacht in december 1963. Zijn ren spanning en visuele horror. Net zo taak werd snel overgenomen door de even goed versterkte de componist de erotische bekwame Philip Martell. Bernard experi- gelaagdheid van de film, die anno 1958 menteerde met ongebruikelijke instrumen- grotendeels verborgen diende te blijven, ten zoals de Novachord (een vroege syn- maar door de muziek soms venijnig werd thesizer) voor de horrorfilm geopenbaard. Invloeden van Strawinsky, (1964). Zijn score voor The Secret of Wagner en Debussy, een favoriet van de Blood Island (1965) was zijn meest mini- componist, brengt Huckvale aan het licht malistische waarbij ritme vóór de melodi- in zijn analyse van deze score die volgens sche ontwikkeling ging. hem de klank van de gotische horrorfilm Een nieuw hoogtepunt bereikte de compo- voortaan zou bepalen en nog steeds niet is nist met zijn fijnzinnige muziek voor She overtroffen. (1965) van Robert Day met in de titelrol de Als Hammercomponist par excellence ver- indertijd populaire Ursula Andress. Dit volgde Bernard zijn weg met een solide was de duurste productie tot dusver van score voor The Hound of the Baskervilles Hammer wat onder meer door de Zwitserse (1959) van Terence Fisher en twee door ster in de hoofdrol werd bekrachtigd. Het percussie gedomineerde scores voor The hoofdthema betrof andermaal een letter- Stranglers of Bombay (1959) en The Ter- greepthema – Ay-E-Sha naar de naam van ror of the Tongs (1961). De horrorstudio de titelfiguur – dat in zijn bovenaardse trok ook wel eens een regisseur van naam pracht even onweerstaanbaar als verleide- lijk door hoge strijkers werd gespeeld. Vol- 9 gens velen is het Bernards mooiste compo- nieuwe en oude percussie-instrumenten. sitie ooit voor Hammer. Hij streefde het Uiteindelijk triomfeerde het goede in de eeuwig vrouwelijke na en dat omvatte in persoon van een sympathieke Christopher deze film ook de donkere kanten van She, Lee die in hetzelfde jaar ook de titelrol immers zij was naast een baken van speelde in Dracula Has Risen From the Grave van Freddie Francis. Dit keer bleef het Dra-Cu-La-thema achterwege, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door een weidse sound evenals vele nieuwe thema’s. Bernard had het eind jaren ’60 druk met steeds weer nieuwe films met Frankenstein en Dracula. Voor Frankenstein Must Be Destroyed (1969) gebruikte hij voor het eerst de citer – in een lugubere wals – en voor Taste the Blood of Dracula (1970)

schreef hij een van zijn meest lyrische Ursula Andress in She (1965). stukken ooit. Net zo poëtisch was zijn schoonheid ook een despotische tiran. Na liefdesthema voor (1970) enkele Dracula-films zonder Christopher dat naast de vele huiveringwekkende Lee was de imponerende acteur weer pre- sent als de ultieme vampier in Dracula: Prince of Darkness (1966) met een score die meer van hetzelfde betekende inclusief het inmiddels roemruchte Dra-Cu-La- thema. Zwarte magie

In 1967 maakte Bernard een uitstapje naar de grote concurrent Amicus. Voor deze an- Christopher Lee in The Devil Rides Out (1968). dere Britse horrorstudio schreef hij samen met Don Banks de muziek voor de episo- stukken aantoonde dat Bernard de muziek- denfilm Torture Garden van Freddie Fran- taal voor horrorfilms niet alleen volledig cis. Terug bij Hammer bereikte hij al gauw onder de knie had maar deze tegelijkertijd een nieuw hoogtepunt met The Devil Rides wist te verruimen evenals verfijnen met Out (1968) van Fisher, een op het eerste andersoortige composities. Gaandeweg de oog horrorfilm die zich afspeelde in de we- jaren ’70 verdween de glans langzamer- reld van de zwarte magie, een in die jaren hand van de Hammerstudio. Terence erg geliefd thema, getuige ook het enorme Fisher draaide zijn laatste film Franken- succes van Rosemary’s Baby in hetzelfde stein and the Monster From Hell (1974) en jaar. De score was een en al energie en voor regisseur en componist betekende dit vormde zo de perfecte cocktail voor dui- hun laatste samenwerking die in totaal tien velse muziek, gebruikmakend van gongs, films heeft omvat. In datzelfde jaar schreef snaredrums en opnieuw een lettergreep- Bernard voor The Legend of the 7 Golden thema. Daarnaast werd voor de sensuele Vampires zijn laatste Hammerscore. Voor orgiescène gebruikgemaakt van veel het laatst klonk het griezelige Dra-Cu-La- 10 thema in deze film waarin de graaf de con- invloedrijke Hammercomponist in kringen frontatie aanging met in die jaren populaire van horrorfans onomstreden te noemen en kungfustrijders wat weer tot gevolg had dat genoot hij van al deze terechte aandacht. de componist veel Chinese instrumenten in Op 9 juli 2001 overleed James Bernard op zijn muziek gebruikte. Zijn iconische ne- 75-jarige leeftijd in Londen. In de filmmu- gentiende-eeuwse gotische stijl was toe aan ziekliteratuur komt zijn naam zelden of een nieuw jasje, maar dat was bij deze film nooit voor, wat vreemd is gezien zijn rijke meteen ook de laatste keer. composities en aanzienlijke invloed op generaties jongere componisten. Met de Nadat in 1976 binnen drie maanden zowel uitgave van Tadlow komt hier hopelijk Paul Dehn als Benjamin Britten was over- verandering in en wordt zijn baanbrekende leden trok Bernard zich terug en leefde hij muziek voor films als Frankenstein, de een tijdje op Jamaica. Er waren nog enkele Vampire Rhapsody uit The Kiss of the klussen zoals twee afleveringen uit de tv- Vampire, She, The Devil Rides Out en serie Hammer House of Horrors (1980), de bovenal Dracula eindelijk op waarde tv-film Murder Elite (1985) en de korte geschat. film Green Fingers (2000) met , de bekendste Hammeractrice die het voorwoord schreef voor de biografie van de componist. Uit die jaren in de schaduw stamt een laatste teken van leven in de vorm van nieuwe muziek voor de zwijgen- de film (1922) van Friedrich Wilhelm Murnau. Bernard begon in 1995

¹ David Huckvale: James Bernard, compo- ser to Count Dracula: a critical biography. McFarland & Company, Inc., Jefferson, North Carolina, 2006. aan deze opdracht voor Channel 4. In zijn PS originele score verwerkte hij veel kenmer- ken van zijn eigen scores zoals – hoe kon het ook anders – een lettergreepthema voor de titelfiguur. De première vond in 1997 in Londen plaats. Inmiddels was zijn faam als

11

MUZIEK MET EEN HOOG ENERGIEGEHALTE Interview met John Gürtler

Met ‘Systemsprenger’ worden in Duitsland kinderen of jongeren bedoeld die heel lastig in een jeugdhulpverleningstraject onder te brengen zijn. Een dergelijk zwaar geval is de negen- jarige Benni in de film Systemsprenger van Nora Fingscheidt: wispelturig, onvoorspelbaar en soms neigend tot agressief gedrag met alle gevolgen van dien voor haarzelf en haar omge- ving. Voor deze Duitse film die onder de huid gaat, schreef de Duitse componist en muzikant John Gürtler een energieke score met speelse elementen waarvoor hij afgelopen december de Europese Filmprijs in ontvangst mocht nemen. Onlangs vertelde hij Score over de drijfveren voor deze opvallende muzikale begeleiding. studie met een scholing tot filmcomponist. Hier leerde hij Fingschiedt iets meer dan tien jaar geleden kennen. Voor haar mid- dellange film Brüderlein (2013) schreef Gürtler een door piano en akoestische gi- taar uitgevoerde score vol liedjes in indie- rockstijl. Over zijn muziekstijl merkt Gürt- ler op: ‛Ik probeer altijd iets bijzonders te schrijven wat goed past bij de film. Daar- om denk ik niet dat ik in een herkenbare stijl werk, maar dat het heel erg afhangt van de film. En werkt het goed, dan leun ik al gauw aan tegen een liedjesstructuur, ook al zijn die instrumentaal. Maar het kan ook elektronisch of symfonisch zijn, al naarge- lang de film.’ Mede dankzij hun goede manier van sa- menwerken lag het voor de hand dat hij ook de nieuwe film van Fingscheidt zou gaan doen. Systemsprenger is haar eerste lange film. Aanvankelijk wist ze niet pre- John Gürtler. cies wat voor muziek ze wilde, maar Gürt- ler kon vooraf uit het script opmaken dat er Systemsprenger is de vierde film die John beslist een portie energie uit de score dien- Gürtler (1981) voor regisseuse Nora Fing- de te klinken. Cruciaal in de film is de ver- schiedt heeft gedaan. Van huis uit is hij houding tussen Benni en Micha, de anti- saxofonist. Aan de Universiteit voor de agressiecoach die zich over haar ontfermt. Kunsten in Berlijn studeerde hij composi- Tussen beiden ontstaat heel langzaam een tie. Op de Filmakademie Baden-Württem- toenadering die ook via de muziek vorm berg in Ludwigsburg vervolgde hij zijn krijgt, te beginnen tijdens de reis naar het

12

Helena Zengel als Benni in de auto op weg naar het bos in Systemsprenger. bos waar beiden een paar weken zullen die en die ambivalentie tussen een snel rit- doorbrengen. Gürtler: ‛Micha hoorde in me en het kinderlijke te pakken hadden.’ zijn jeugdjaren luide, agressieve muziek Heb je de liedjes die her en der als source die Benni aanvankelijk vreselijk vindt; we te horen zijn ook geschreven? ‛Op één kin- zien hoe ze de handen tegen de oren houdt derliedje na is alles van mijn hand. Nadat als ze die muziek in Micha’s auto hoort. ik het script had gelezen vroeg Nora mij Op de terugweg vindt ze de muziek wel voor de filmopnamen alvast muziek te goed. De toenadering tussen beiden vol- schrijven, zoals voor de scène waarin Mi- trekt zich deels in de score en deels in de cha op weg naar het bos in de auto naar de source, zoals die muziekstukjes die uit de radio luistert. Ook voor de scène waar de autoradio weerklinken.’ kinderen patat eten wilde ze muziek heb- Naast deze soms ruige muziek vervolgde ben. Benni draait dan door en staat te dan- Gürtler nog een ander spoor met zijn score. sen op tafel en we overwogen de muziek De film begint met speelse klanken die een die op de achtergrond op de radio te horen geheel andersoortige film lijken aan te is op de voorgrond te zetten. Hier horen we kondigen. ‛Nora vond het steeds van groot EDM (electronic dance music), zeg maar belang dat in de film een kindermuziek- popmuziek die je vaak op de radio hoort. component diende te zitten. Want Benni is Ik ben er zelf niet zo gek op, maar het is ondanks al haar uitbraakpogingen en de leuk om die te produceren, ook omdat je er last die ze met zich meedraagt ook een een zekere dosis humor in kunt verwerken. speels kind. Daarom lieten we het hoofd- Het was ook leuk dat de kinderen het tij- thema dat steeds weer opduikt spelen door dens de opnamen geweldig vonden; ze wil- een glockenspiel dat vervormd en kinder- den het de hele tijd horen. En zo heeft het lijk klinkt, een sound die je kunt verwach- in ieder geval de doelgroep bereikt.’ Dit ten in de wereld van de kindertelevisie. Het nummer staat onder de titel Don’t Wanna heeft even geduurd voordat we deze melo- Fight You op de digitale soundtrack van de score naast het folkachtige Like Before dat

13

Helena Zengel als Benni in Systemsprenger. bij Micha thuis op de radio is te horen en bewust plant, maar dat je door uitproberen dat Gürtler eerder had geproduceerd voor zo maar een manier vindt waarop de mu- een eigen album. ziek kan werken.’ Rustig De score valt aangenaam op door enkele bijzondere akoestische instrumenten en Benni maken we in de bijna twee uur du- opgewekt gefluit. Meest opvallende in- rende film ook mee gedurende momenten strument is een glockenspiel. Minstens zo van relatieve ontspanning of zelfs rust. kenmerkend is het frequente drumwerk. Haar vurige verlangen is terug te gaan naar ‛Dat horen we steeds wanneer Benni weg- haar moeder. Gürtler schreef voor deze rent. Voordat de film werd gemonteerd heb scènes rustige stukken die sterk contraste- ik met John Schröder, een freejazzdrum- ren met de meer wilde muziek. ‛De eerste mer uit Berlijn, al opnamen gemaakt. Hij keer is als Benni door de politie wordt op- beschikt over een ontembare energie, barst gehaald nadat ze ervandoor gegaan is naar van de ideeën en kon daardoor de drive haar moeder. Daarnaast zijn er rustgevende van Benni goed weergeven. Uiteindelijk akkoorden die Micha begeleiden als hij hebben we slechts driemaal twintig secon- doorkrijgt wat er met het kleine meisje aan den van zijn drumspel gebruikt, maar het de hand is en hij een gevoel van genegen- paste perfect.’ heid voor haar ontwikkelt. Hij kan het niet meer aanzien en eenzelfde soort ontzetting Elektronische elementen kent de score re- is er wanneer Benni aan het einde van de latief weinig. Enkele voorbeelden zijn film het bos in rent nadat ze Micha’s baby voornoemd EDM-liedje en het luide liedje bij hem thuis heeft opgesloten en de mu- dat we horen wanneer Micha naar het bos ziek hier een identieke klank heeft. Ze be- rijdt. ‛Beide stukken waren voor de opna- seft dat hij haar niet meer kan helpen en men nodig. Later heb ik die verwerkt in hun wegen scheiden zich. Dat zijn zo van alle andere stukken van de score. De be- die dingen die vaak vanzelf ontstaan. Ik doeling was dat elementen uit Micha’s en vind het altijd boeiend dat je zoiets niet Benni’s geluidswereld overal zouden op-

14

Berlijn, 7 december 2019: John Gürtler (in het midden) met zijn kersverse Europese Filmprijs. duiken. Om die reden zou ik de score in elpee verschenen. En voor Above and Be- zijn geheel eerder elektroakoestisch willen low van Nicolas Steiner is er ook een be- noemen. Dat geldt evenzeer voor de piano- schikbaar. Digitale soundtracks verkopen stukken die zijn bewerkt. De score bevat we al langere tijd zelf. Eigen muziek digi- steeds weer elektronische elementen wat taal ter beschikking stellen is vandaag de leidt tot vervreemdende effecten.’ dag tamelijk eenvoudig.’ De opnamen vonden plaats in Paradox Pa- Europese Filmprijs radise in Berlijn, een studiocollectief dat John Gürtler kreeg afgelopen december in een enorme verzameling instrumenten her- zijn woonplaats Berlijn de Europese Film- bergt. ‛Ik heb hier zelf heel veel instrumen- prijs voor zijn muziek voor Systemspren- ten bespeeld net als mijn collega Jan Mi- ger. Kwam deze prestigieuze prijs als een serre. Voor de drumpartijen zijn we naar verrassing? ‛Ik had er helemaal niet op ge- een andere, grotere studio gegaan waar rekend. Als je bekijkt wie er allemaal had alles nog beter klinkt.’ De muziek is in- kunnen winnen dan was het ietwat choque- middels digitaal verschenen, maar ook op rend. Maar ik heb me ermee kunnen ver- vinyl. ‛Via een crowdfundingsactie hebben zoenen!’ Welke gevolgen heeft deze on- we een kleine oplage op vinyl laten druk- derscheiding verder gehad? ‛Vaak duurt ken. De muziek kreeg zo extra aandacht en het even voordat dergelijke prijzen effect dat beviel heel goed.’ Was dit de eerste hebben, maar ik denk toch wel dat ze keer dat je filmmuziek zo werd uitgege- enorm behulpzaam kunnen zijn. Maar het ven? ‛Nee, dit is de derde soundtrack op leukst vind ik toch wel om gewoon in de vinylplaat die we hebben gedaan. Van de studio goede muziek te maken.’ muziek voor de film Space Dogs die verle- den jaar in Locarno was te zien is ook een

15

In het juryrapport wordt gewag gemaakt John Gürtler is ook buiten de filmwereld van impulsieve en moderne muziek. Dat met muziek bezig. ‛Met Phillip Sollmann, impulsieve is duidelijk te horen, maar waar een vrij bekende producer van elektroni- zou dat moderne op slaan? ‛Ik denk van- sche muziek die werkt onder de naam Ef- wege het tamelijk hoge elektronische aan- demin, heb ik onlangs voor de Berlijnse deel in de score zonder dat deze als onmis- Volksbühne eigen composities uitgevoerd kenbaar elektronische genremuziek te boek met een kamermuziekgezelschap. Verder heb ik niet zo lang geleden een digitaal album met liedjes uitgebracht waaronder Like Before dat ook op de soundtrack van de film staat. Dit jaar verschijnt ook nog een elektronisch album met overwegend oudere stukken. Ik gooi zo een beetje bal- last overboord om daarna weer met iets nieuws te komen. Maar filmmuziek neemt een groot deel van mijn dagelijkse activi- teiten in. Je moet goed kunnen plannen als je daarnaast nog iets anders wilt doen.’ Hoe is het gesteld met de hedendaagse filmmuziek in Duitsland? ‛Nou, interessant zijn de vele internationale coproducties en documentaires, waardoor we ons niet al- leen beperken tot Duitse thema’s en in Duitsland opgenomen films, wat mij op- perbest bevalt. Op dit moment produceren streamingdiensten als Netflix, Sky en Amazon als gekken series. Je begrijpt ge- woon niet hoe ze dat allemaal financieren, staat. Dus dat ik niet enkel vasthoud aan maar ik denk wel dat er op die manier strijkers en piano of alleen maar aan elek- naast film en televisie heel veel tot stand tronica. Het gaat meer om het vermengen wordt gebracht. Ik denk dat de filmmarkt van elektronica in de muziek zoals het mij in zijn algemeenheid lastig is, want het uitkwam.’ Ook lezen we in het rapport dat gaat vaak om films die alleen maar op de componist het onuitsprekelijke heeft festivals worden vertoond. En dat zijn nu weten om te zetten in muziek. Herken je juist de films waar wij de muziek voor ook iets van jezelf in Benni? ‛Vanaf het schrijven, wat op zich goed is natuurlijk. eerste moment dat ik onder ogen kreeg dat Wat heel bijzonder was aan Systemspren- Benni losbreekt, leefde ik net als Nora met ger is dat deze film zoveel toeschouwers haar mee en dachten we: vooruit Benni, ga naar de bioscopen wist te lokken, iets wat door het lint! Als ik zie hoeveel restricties voor een dergelijke film eigenlijk onge- er bij mijn achtjarige zoon op school zijn, bruikelijk is. De films die het in de bios- soms grenzend aan een verbod op fantasie, coop goed doen zijn vaak komedies, een dan komt bij mij de gedachte op dat je als genre dat niet echt mijn voorkeur heeft.’ kind en ook als volwassene al deze regels zou moeten doorbreken. Daardoor denk ik PS dat iedereen wel iets van Benni in zich draagt.’ 16

BOEKBESPREKING: Filmliedjes in de 21ste eeuw.

Vier jaar geleden maakten we kennis met La La Land van Damien Chazelle. De kleurrijke musical was een groot succes en leek een renaissance van dit filmgenre in te luiden. Daarvan is niet veel terechtgekomen. In het boek Contemporary Musical Film komt deze film niet voor. Daarvoor in de plaats onderzocht een dozijn filmwetenschappers de musicalinvloeden in he- dendaagse films die soms van zichzelf geen musical zijn maar er wel een als grondslag heb- ben. gen enkele hoofdrolspelers als amateurs de popliedjes die her en der weerklinken, waarmee het belang van popmuziek in ons hedendaagse leven klinkend wordt aange- toond. Echte musicals die van het theater naar de bioscoop werden verhuisd komen ook aan bod. Naast aandacht voor Mamma Mia! (2008), een zogeheten jukeboxmusical met eigen conventies zoals acteurs zonder aan- toonbaar zangtalent, is er een hoofdstuk waarin de exceptionele opnamen van de hitmusical Les Misérables (2012) van Tom Hooper onder de loep worden genomen. Volgens auteur Ian Sapiro is deze praktijk waarbij de acteurs tijdens de filmopnamen gelijktijdig hun zang opnemen maatgevend voor toekomstige musicals. Hoe zou dat zijn gegaan bij Cats van dezelfde regis- Het laatste hoofdstuk in deze verzameling seur? bijdragen die werd samengesteld door K.J. Andere films die in deze bundel langsko- Donnelly en Beth Carroll, beiden weten- men zijn onder meer Team America: schappers aan de Universiteit van South- World Police (2004), Frozen (2013) en O ampton, betreft Kill Bill: Vol. 1 (2003) van Brother, Where Art Thou? (2000). Ook zij Quentin Tarantino. Geena Brown legt komen onder het vergrootglas van uiteen- haarfijn uit hoe Tarantino deze wraakthril- lopende wetenschappers te liggen en dat ler op basis van een ouderwetse musical levert frisse inzichten op omtrent de plek realiseerde. Choreografie, montage, een van liedjes binnen het huidige filmaanbod. sterk vrouwelijk personage in het middel- Hoe luchtig het onderwerp ook moge zijn, punt en de centrale rol voor het lichaam het wetenschappelijke gehalte van dit boek tijdens de vele vechtscènes verraden de maakt de lectuur soms tot een lastige taak. voorliefde van de chroniqueur en recycler van het hedendaagse Hollywood. Maar het K.J. Donnelly, Beth Carroll: Contemporary hoeft niet allemaal te stoelen op de musi- Musical Film. Edinburgh University Press, calfundamenten van weleer. In Romance & Edinburgh, 2019. ISBN 978-1-4744-3168- Cigarettes (2005) van John Turturro zin- 2, 192 blz. Prijs: € 30. PS

17

RECENSIES

WOMAN Long Distance download 20 tracks, 55:37

Vlak voordat de bioscopen halverwege maart moesten sluiten, ging deze documentaire van Yann Arthus-Bertrand en Anastasia Mikova in roulatie. In de film komen enkele tientallen vrouwen vanuit de hele wereld aan het woord. Ze vertellen over het vrouw zijn, trouwen, de geboorte van hun kinderen, maar ook over mis- bruik, prostitutie, abortus, uithuwelijken, oorlog en andere veelal traumatische onderwerpen. Soms lachen ze, vaak kijken ze ernstig en een enkele keer zijn de anekdotes schrijnend. De Franse componist Armand Amar schreef in de van hem bekende melodieuze stijl door piano begeleide muziek die nu eens door een snel ritme wordt voortgedreven en dan weer door be- heerst, ingetogen spel wordt uitgevoerd. Het indringende hoofdthema keert op deze uitgave steeds weer terug en wordt daarbij vooral ondersteund door enkele net zo indringende liedjes zoals het door Isabel Sörling gezongen I Am No Longer Going to Wear This Coat of Shame en het net zo gevoelige Don’t Be Scared Sweet Child. Net zo sterk is het door Imany gezongen No More Fight Left in Me. Beide laatste liedjes werden geschreven door Anne Sophie Ver- snaeyen. Hoogtepunten zijn verder Proud to Be a Woman met ontroerend pianospel in een aanstekelijk minimalistisch ritme en vooral A Strong Woman waarin het orkest tot volle bloei komt en kracht uitstraalt. Dankzij de gevarieerde en bezielende composities doet deze score het ook buiten de film goed. PS SYSTEM CRASHER recordJet download 16 tracks, 32:06

Voor zijn muziek voor Systemsprenger, zoals de film oorspron- kelijk heet, ontving de Duitse componist en muzikant John Gürt- ler in december de Europese Filmprijs (zie elders in deze Score). De lotgevallen van de jonge Benni in deze film van Nora Fing- scheidt worden begeleid door een energieke score die de niet te stillen drang van het onrustige meisje om uit te breken op pulserende en speelse wijze uit- drukken zoals te horen valt in Run Free. Dat speelse bereikt Gürtler door regelmatig gefluit en het glockenspiel te gebruiken. Maar er is ook ruimte voor relatieve stilte, wanneer Benni voorzichtig toenadering zoekt tot haar begeleider Micha. In Close en Why Can’t You Be My Daddy? horen we muziekgolven die onzekerheid en zelfs tederheid ademen. Op deze kortdu- rende score krijg je echter bijna altijd de indruk alsof Benni voorbij raast, zo beweeglijk en ongedurig klinkt het allemaal. Enkele liedjes van Gürtler die in de film als source muziek die- nen completeren deze uitgave die – hoe kan het ook anders – een levendige indruk achterlaat. PS

18

MRS. LOWRY & SON Decca Records 00602508133312 28 tracks, 64:23

Vanessa Redgrave en Timothy Spall spelen fenomenale hoofdrol- len in dit moeder-zoon-drama van Adrian Noble. Voor de muziek is Craig Armstrong verantwoordelijk. Zijn lange score is gedu- rende het grootste deel van deze toneelmatige film net zo aanwe- zig als de twee gelauwerde acteurs. Armstrong is een componist van het grote gebaar die in de regel volgens een vast recept te werk gaat: tegen een woud van strijkers bespeelt hij zelf de piano en zo ontstaat een melodieus en vol orkestgeluid. Dit keer horen we een variatie aan stukken die de afwisselende stemmingen en emoties van de prota- gonisten begeleiden, zoals de eerste track met het weemoedige hoofdthema en de volgende waaruit de ontembare liefde voor het schilderen van de door Spall vertolkte schilder L.S. Lowry spreekt. In film en muziek gaat het er vaak heftig aan toe, maar soms klinkt er hoop uit de stukken zoals in There’s a Beauty in Everything en The Letter. Met A Gift From the Past wordt het drama vreugdevol afgesloten. En dan volgt met het bevrijdende The Lowry Museum het hoogtepunt van de score waarin Armstrong middels een energiek ritme de verworvenhe- den van de getergde schilder een monument verleent. Deze vitale en soms onstuimige score klinkt geen moment onzuiver. PS

KRUIMELTJE EN DE STRIJD OM DE GOUDMIJN CTM Digital B.V. download 30 tracks, 58:31

Deze soundtrack begint met een ouverture waarin de belangrijk- ste thema’s zijn te horen, zoals een westernthema in een galop- ritme compleet met twangy gitaar, mondharmonica, trompet en gefluit dat een groots avontuur lijkt aan te kondigen. Dat avon- tuurlijke horen we ook in andere stukken terug evenals een ge- zonde dosis ontroering voor de persoonlijke ontwikkeling van Kruimeltje, zijn vriendinnetje Anna en zijn ouders die de ontwapenende deugniet alle drie gedurende de goed 75 minuten durende familiefilm terzijde zullen staan. Componist Joep Sporck vervolgt in deze lange, van begin tot einde sprankelende score de verschillende plotontwikkelingen tijdens de zoektocht naar de goudmijn met passende muziekstijlen. Daarbij wordt de broodnodige spannende mu- ziek op tijd door muzikale kwinkslagen afgeremd (zoals in Escape), zodat ook de kleintjes onbezorgd kunnen genieten van Kruimeltjes avonturen. Vol vaart en met een uitgekiende in- strumentkeuze zorgt Sporck voor een mooie balans tussen de steeds in treffende melodieën verpakte actiemuziek (zoals in It Burns!) en de onder meer door piano begeleide gevoelige muziek (zoals in I Don’t Have Parents). Maar het zijn toch vooral de westernstukken die de nergens inzakkende film opperbest begeleiden en de strijd uit de titel een extra dimensie ver- lenen. Deze in Hollywood tot stand gekomen score waarop de componist zelf de gitaar, do- bro, banjo en harmonica bespeelde schept een grandeur die de voorlaatste track Better Safe Than Sorry compleet met trompet en tromgeroffel ademt, waarna in The End het avontuur vredig en voldaan wordt afgesloten. Dit muzikale vakmanschap geeft deze jeugdfilm, nog steeds een Nederlandse filmtroef, een welkom zetje. PS

19

SETTE CONTRO LA MORTE Saimel Ediciones 3998989 21 tracks, 48:44

Sette contro la morte (1964) van Edgar G. Ulmer speelt in de Tweede Wereldoorlog. Hoofdrollen zijn er voor onder meer Rosanna Schiaffino, John Saxon en Larry Hagman. Carlo Rusti- chelli schreef de muziek voor het avontuur waarbij zeven men- sen ingesloten raken in een grot na een bomaanval, waarna ze moeten zien te overleven. Platenlabel CAM bracht destijds een ep’tje met vijf tracks van de muziek uit als soundtrack die nu erg zeldzaam is. Nu meer dan een halve eeuw later is de complete score op cd uitgebracht. Die is typisch jaren ’60 qua or- kestratie zonder elektronica en veel strijkers. Maestro Rustichelli komt met een pakkend hoofdthema dat in diverse bewerkingen terugkeert en tevens het liefdesthema is. Marsmuziek achter een thema voor piano en klarinet geeft de track The Supply Depot een oorlogstintje. In Idyll in the Grotto wordt het liefdesthema gezongen in een lalala-versie door een niet nader genoemde dame, maar ik vermoed dat het de hoofdrolspeelster is. Ook Franco De Gemini op mondharmonica laat van zich horen. De kleinschalige score is gevarieerd en heeft prachtige orkestraties. Naast de score staan er op de teruggevonden mastertape nog vier tracks die niet in de film zijn gekomen. Waarschijnlijk waren ze bedoeld voor scènes die op de montagetafel uit de film zijn gehaald. Deze tracks staan wel op de cd. Dit is een aardige score voor een lang vergeten film.

ST

DIAL M FOR MURDER Intrada INT 7157 15 tracks, 64:41

Alfred Hitchcock staat bekend als “Master of Suspense” en heeft veel succesfilms gemaakt met grote sterren in de hoofdrol. Zo was Grace Kelly te zien in onder meer Dial M For Murder, een thriller uit 1954 waarvoor Dimitri Tiomkin de muziek schreef. Hoewel Hitchcock vaak met gelinkt wordt is deze film nog van vóór de samenwerking met Herrmann. Tiom- kin had al drie keer eerder muziek gecomponeerd voor een film van Hitchcock: Shadow of a Doubt (1943), Strangers on a Train (1951) en I Confess (1953). Helaas zijn de mastertapes van de score van Dial M For Murder zoek en is deze cd een opnieuw ingespeelde versie ge- worden. Men heeft er tijd en aandacht aan gegeven om het origineel zo natuurgetrouw te be- naderen en dat is gelukt. Dirigent William Stromberg dirigeert The Royal Scottish National Orchestra in Glasgow. Tiomkin was destijds een grote onder de filmcomponisten met een eigen herkenbare stijl met veel vibrerend koperwerk. De score is complex, soms ingetogen, soms groots maar altijd boeiend. De muziek is gevarieerd en veelzijdig in orkestraties en daar zit de kracht van de score. Ook bij de strijkers is die typisch symfonische muziek met veel violen van de vakman te horen. De score opent met een hoofdthema dat overgaat in een lief- desthema. Als bonus staat er ook nog een suite van Strangers on a Train op de cd, bewerkt door Christopher Palmer. Het resultaat is een mooie cd die erg dicht bij het origineel komt.

ST

20

MINUSCULE – MANDIBLES FROM FAR AWAY Music Box Records MBD-154 22 tracks, 59:24

De familiefilm Minuscule – Les mandibules du bout du monde van Hélène Giraud en Thomas Szabo is geheel zonder dialogen. En dus kruipt de muziek wat meer naar de voorgrond in de 92 minuten durende avonturen van een lieveheersbeestje dat onder wonderbaarlijke omstandigheden op een Caribisch eiland te- rechtkomt, wat resulteert in heel wat spannende evenals humoristische belevenissen. Op deze cd staan goed zestig minuten aan score en dat is een mooie weergave van wat we tijdens het kijken naar de film in onze oren geblazen krijgen. Mathieu Lamboley schreef een veelzijdige, vriendelijke score voor jong en oud die met twee prachtige thema’s begint: het weelderig or- kestrale Solstice d’hiver en het lyrische, door koorzang begeleide L’Habanera. Tot zijn be- schikking stond het uit 95 spelers bestaande Orchestre National d’Île-de-France en het kinder- koor van Francis Bardot. We horen dan ook grootse stukken naast uitbundig georkestreerde nummers die een weids geluid produceren en de wederwaardigheden van het beestje vol hu- mor en vaart aanjagen. Air Coconut Chase zorgt in het begin van de film voor onweerstaan- bare achtervolgingsmuziek, Commando Mandibule daarentegen kent sinistere, vals klinkende strijkers die de spanning erin houden zonder echt eng te worden. Een enkele keer pakt Lam- boley heerlijk uit zoals in Cliffhanger, maar het blijft voor de jonge kijkers allemaal binnen de perken, zelfs in Chenilles Urticantes waar de ondertoon iets somber wordt, op weg naar de ontknoping. Deze verfijnde en symfonische score sluit hij af met de hoofdthema’s in Les Adieux, dat een bij uitstek klassieke coda met lieflijke pianoklanken kent. Chapeau! PS

MELVILLE, LE DERNIER SAMOURAÏ Decca Records France download 14 tracks, 36:16

Op Arte was op 29 maart Melville, le dernier samouraï te zien. In deze documentaire van Cyril Leuthy, die op de website van Arte nog te zien is tot 27 mei, volgen we leven en werk van de Franse cineast Jean-Pierre Melville die een eigenzinnig œuvre schiep dat grotendeels bestond uit gangsterfilms met een hoog film-noir-ge- halte. Componist Éric Demarsan werkte tweemaal met de legendarische filmmaker samen. Voor diens L’armée des ombres (1969) en Le cercle rouge (1970) schreef hij sfeervolle sco- res. De 81-jarige componist begint met Le dernier samouraï dat als hoofdthema de toon direct zet. We horen hier een gaaf samenspel van trompet en piano en moeiteloos zien we in gedach- ten de desolate Melville door nachtelijk Parijs struinen. In track zeven is het de beurt aan de trompet die mag schitteren en in track 13 excelleert doorleefd pianospel in het hoofdthema. Tragiek was er genoeg in het 55 jaar korte leven van de regisseur die in 1973 overleed. Flam- mes duidt op de ondergang van zijn eigen studio in Parijs waarbij de cello de aanzet geeft en nerveus spelende fluit en piano alras volgen. Gelukkig kende de regisseur ook betere tijden zoals in Arrivée au studio dat opgewekt klinkt in een vlot ritme en andermaal een aangename interactie tussen piano en trompet kent. De relatief korte score is een welkome begeleiding van de documentaire en is ook buiten de film een feest om naar te luisteren. PS

21

ENNIO MORRICONE: MUSIQUES DE FILMS 1964 – 2015 Decca ELC-0600753892374 18 cd’s, 400 tracks, 20 uur muziek

Platenlabel Decca heeft een bijzondere uitgave gemaakt waar- mee 50 jaar filmmuziek van Ennio Morricone werd samenge- vat. De uitgave viel samen met Morricone’s verjaardag in no- vember vorig jaar. Het resultaat is een soort boekwerk waarin achttien cd’s zitten verwerkt. Er is tijd en aandacht besteed om zoveel mogelijk een breed beeld te geven van het œuvre van de componist. Zo bevatten de eerste vijf cd’s de muziek voor de films van Sergio Leone, niet alleen de westerns, maar ook Once Upon a Time in America (1984). Niet alle scores zijn com- pleet. Zo is er een schijfje met muziek voor de films van Henri Verneuil, waarbij men heeft geprobeerd extra tracks voor diens Le clan des Siciliens (1969) op de schijf te krijgen. Helaas heeft Morricone daar bezwaar tegen gemaakt en ging het feest niet door. Wel staan er tracks uit Le serpent (1973) en I … comme Icare (1979) van dezelfde regisseur op. Cd 9 is interes- sant met wat nieuws: voor de score van Orca (1977) is men erin geslaagd drie nooit eerder uitgebrachte tracks toe te voegen. Daarmee is deze score voor het eerst compleet. Tevens zijn de mastertapes opgepoetst en klinkt het beter dan ooit tevoren. Gelukkig heeft men het liedje dat op de Japanse lp stond weggelaten. Ook staat op die schijf muziek uit L’umanoide (1979), maar die is niet compleet. Ook Novecento (1976) op schijf 10 met als titel History of Italy biedt geen nieuwe tracks. Jammer, voor dit ruim vijf uur durende epos van Bernardo Berto- lucci is meer muziek gemaakt dan we sinds 1976 op plaat hebben. Op deze schijf ook muziek uit Il prato (1979), de tarantella uit Allonsanfan (1974) en Il deserto dei Tartari (1976). Schijf 11: Faces of Italian Cinema 1970-1983 geeft een reeks tracks van de prachtige maar onbeken- dere muziek van Morricone uit films als La cosa buffa (1972) met Edda Dell’Orso’s prachtige stem in het hoofdthema, de prelude met piano en dwarsfluit uit Per le antiche scale (1975), Leonor (1975) met Dell’Orso en fagot en La chiave (1983) met tien tracks beginnend met een bijzondere variatie op een wals van Strauss waarbij de contrabas een hoofdrol speelt. Uiter- aard staat de score van The Mission (1986) er ook op met daarnaast enkele tracks uit City of Joy (1992), beide films van Roland Joffé. Dat Morricone ook thrillers deed wordt duidelijk met The Untouchables (1987) en State of Grace (1990). Even een persoonlijke anekdote: in 1991 bezocht ik Morricone thuis. Ik was iets aan de vroege kant en tegenover zijn woning was een boekwinkel waar ook platen en cd’s werden verkocht. Ik vond daar de soundtrack State of Grace die net uit was. Een mooi cadeau voor de Maestro die verbaasd was over de titel die hij niet kende. Hij zei dat de werktitel van de film Hell’s Kitchen was. Hij had de cd nog niet en was er blij mee. Later vond ik een exemplaar voor mezelf. Het gaf tevens ant- woord op de vraag waarom mastertapes zoek kunnen raken. Als de filmtitel verandert, maar op de mastertape niet, wordt het moeilijk zoeken. Van regisseur Giuseppe Tornatore is er een schijf met vier scores. Hij maakte ook commercials waar Morricone de muziek voor schreef. Deze cd heeft als bonus een nooit eerder uitgebrachte track voor een reclamefilm voor Dolce e Gabbana met Sophia Loren. Het vermelden waard is tot slot het fraaie boek met foto’s en een interview met Morricone in het Frans, Italiaans en Engels wat het geheel maakt tot een luxe uitgave met een mooie diverse verzameling van zijn werk. Het is een prachtige compila- tie van de verschillende muziekstijlen die Morricone kenmerkt met als extra een paar nieuwe tracks. En het biedt zoveel meer moois dan het standaardwerk. Een aanrader dus, met nog veel meer dan hier is beschreven.

ST

22

SADDLES, SAGEBRUSH AND STEINER: WESTERN SCORES OF MAX STEINER Brigham Young University FMA/MS-124 Cd 1: 40 tracks, 79:02 Cd 2: 29 tracks, 76:47 Cd 3: 39 tracks, 79:03

De Brigham Young University in Provo, Utah beheert de nalatenschap van Max Steiner (1888-1971). Regelmatig worden bijzondere uitgaven van de scores van de groot- meester door deze instelling uitgebracht zoals in 2012 de prijswinnende score van Since You Went Away (1944) en twee jaar geleden Caged! The Dark Side of Max Steiner. De driedubbel- cd Saddles, Sagebrush and Steiner bevat originele opnamen van acht westernscores van de grootmeester uit de jaren 1940-1953. In de meeste gevallen betreft het slechts delen van over- gebleven scores, in een enkel geval – Raton Pass (1951) – betreft het een compleet bewaarde score. Steiner was een alleskunner die zowat elk genre aanpakte. De in 1914 uit Europa over- gewaaide componist paste zich wonderwel aan het westerngenre aan en schreef voor dertig westerns muziek die met een gepast americanagevoel in galopritme verdienstelijk klonk. Daarbij hergebruikte hij meerdere keren muziek uit zijn eerdere westerns en doorspekte hij zijn werken met traditionals als Dixie, Battle Hymn of the Republic en andere westernvrien- delijke muziek. Alle drie de cd’s worden afgesloten met opnamen die werden afgebroken of afgekeurd. Op de eerste cd staat muziek uit vier scores die grossieren in marsen, tromgeroffel, fanfares en in het geval van Virginia City (1940) in mierzoete strijkers voor het liefdespaar. Want dat kon Steiner als geen ander zoals ook te horen is in Dallas (1950), een andere score met een hoog romantisch gehalte. Het is vaak rechttoe-rechtaan muziek met een onstuimig, wild karakter vol koper en percussie die overwegend functionele waarde had, met af en toe een noir-motief of een vleugje Mexicaanse klankkleur zoals in San Antonio (1945). Op cd 2 staat muziek uit twee scores, te beginnen met Rocky Mountain (1950) waarin Steiner veel traditionalstukken verwerkte om vooral de historische achtergrond (de Amerikaanse Burger- oorlog) te onderstrepen, in dit geval het alomtegenwoordige Dixie. Ook cavaleriemuziek en opzwepende actie kenmerken deze score. The Charge at Feather River uit 1953 is de jongste film op deze verzamelaar en kent naast humoristische muziek ook een grande finale. Op de laatste cd horen we eerst muziek uit The Lion and the Horse (1952), een zogeheten moderne western met een weidse sound. Daarna volgt de grote verrassing met muziek uit Raton Pass. Omdat het hier om een compleet overgebleven score gaat, kan volop worden genoten van de uiteenlopende thema’s voor onder meer het vrouwelijke personage Ann, de liefdesscènes en de soms aan film noir grenzende actiemuziek. Dit alles doordrenkt Steiner met melodieuze motieven in een galopritme met afsluitend een daverende finale waarin hij Ann’s thema ver- weeft in de actie en besluit met een hoopgevend akkoord. De peetvader van de Amerikaanse filmmuziek bewees in zijn hoogtijdagen met zijn westernscores ook dit genre te beheersen, al moet worden gezegd dat het vooral spetterende actiemuziek is die niet altijd kan worden on- derscheiden van zijn muziek voor film noirs. Dat mag de pret niet drukken op deze verzame- ling onvolledige (met name Santa Fe Trail (1940) op cd 1) en soms wat meer afgeronde sco- res uit die gouden jaren van Hollywood. PS

23

THE BRIDE OF FRANKENSTEIN La-La Land Records LLLCD 1508 13 tracks, 43:30

Tussen Frankenstein en The Bride of Frankenstein liggen vier jaar. Toen de eerste film in 1931 uitkwam was muziek voor een geluidsfilm nog niet vanzelfsprekend. Behalve aan het begin en einde was de film zonder muziek, laat staan een originele score. Toen de ook door James Whale geregisseerde opvolger The Bri- de of Frankenstein in 1935 in roulatie ging, was kort daarvoor de eerste Oscar ooit voor beste muziek uitgereikt. Films konden niet meer zonder een originele score, zo leek de toen heer- sende trend in Hollywood. En zo werd de net in Hollywood aangekomen Duitse componist Franz Waxman gevraagd de muziek te schrijven voor de nieuwe monsterfilm. Die score maakte hem in één klap tot een bekende naam in kringen van de studio’s en onder collega- componisten. Meer nog: zijn relatief beknopte score wordt nog steeds gezien als een mijlpaal binnen het genre. La-La Land Records bracht onlangs de complete score op cd uit en dat mag als een unieke release worden opgevat. Waxman die na dit wonder alras zou uitgroeien tot een van de grote namen van de Amerikaanse filmmuziek in de jaren ’30 en ’40 valt meteen met de deur in huis met zijn vitale Main Title waarin hij in sneltreinvaart de drie hoofdthema’s voor monster, bruid en de sinistere dr. Pretorius opvoert. En dat allemaal in golvende muziekbewe- gingen, enkele stingers en harpgeweld, waarbij al dat muzikale geweld wordt afgewisseld door zoete klanken (voor de bruid). Je moet maar durven, maar zo ontstaat wel blijvende ver- nieuwing. Voor de proloog schreef hij vervolgens een menuet in lichtvoetige negentiende- eeuwse stijl en direct daarna volgt The Monster’s Entrance dat nog lieflijk begint, maar nadat de harp het onheil aankondigt weerklinkt al spoedig een dissonante fanfareklank. Introducing Pretorius klinkt daarna zowel bizar als ronduit eng in zijn climax. De harp gebruikt Waxman hierna om in Pastorale een idyllische melodie in te zetten. Deze compositie eindigt met een razendsnelle achtervolging die uitmondt in een ijzingwekkende finale. En dan volgt een ander hoogtepunt in de vorm van Danse macabre dat door zijn onwereldse geluid en hortende en stotende ritme niet alleen macaber maar ook bijzonder grappig klinkt. Maar het absolute hoogtepunt van deze baanbrekende score blijft toch wel de lange track The Creation (11:21) waarin Waxman spanning creëert zonder flink door te pakken. Hij houdt het tamelijk rustig met een vileine, langzame opbouw naar een onvermijdelijke climax, van begin tot eind onder- steund door een onheilspellende paukenslag en met een coda waarin het hoofdthema lang- zaam wegsterft. En dan zien we de bruid voor het eerst, maar niet lang zoals eenieder zich nog herinnert die de film heeft gezien: klokgebeier, een explosie aan luidruchtig orkestgeweld met als slot een pandemonium dat abrupt ten einde komt. Stuk voor stuk zijn dit memorabele com- posities die tezamen een staalkaart aan muziek en muzikale geluiden voortbrengen die door een soms ongebruikelijke instrumentatie tot leven worden gebracht! Horrormuziek zou nooit meer hetzelfde zijn en nog jarenlang was de invloed van deze score merkbaar in Hollywood maar ook daarbuiten. De vier bonustracks op deze voorbeeldige uitgave met de originele sco- re uit 1935 voegen overigens weinig toe aan de 33 minuten durende score voor deze 75 minu- ten durende film. In zijn boek A History of Film Music (2008) laat de Britse wetenschapper Mervyn Cooke aan het voorbeeld van deze score zien, hoe effectief originele filmmuziek kan zijn om de kijker vrees aan te jagen en moeiteloos het verhaal in te trekken. PS

24

DRACULA/THE CURSE OF FRANKENSTEIN Tadlow Music TADLOW032, 21 tracks, 75:13

Tweemaal een wereldpremière, dat belooft deze cd. Twee scores van de vergeten Britse com- ponist James Bernard presenteert Tadlow Music: The Curse of Frankenstein (1957) en Dracu- la (1958). Beide scores betekenden indertijd de doorbraak van Bernard in kringen van horror- liefhebbers. De muziek van beide populaire films is nu voor het eerst compleet digitaal te be- luisteren. Het City of Prague Philharmonic Orchestra onder leiding van Nic Raine laat horen hoe gelaagd en knap geconstrueerd de diverse thema’s van beide scores waren en nog steeds zijn. Begonnen wordt met het hoofdthema van Frankenstein en al vanaf de eerste tonen raken we in de ban van de meanderende omineuze klanken die onvermijdelijk naar een climax lei- den. Behendig werkt de componist vervolgens via bloedstollende motieven en een enkel vriendelijk thema toe naar pure horror in The Creature and the Blind Man/You Shoot Well. Daarna volgt de ontlading in Justine’s Fate en in de afsluitende langste track Get Up/Final Confrontation/The Guillotine (9:06) volgt een scala aan trillers, schrikbarende stingers en muzikale uitbarstingen dat met het majestueus gespeelde hoofdthema wordt afgesloten. Daar- na is het de beurt aan Dracula, de score die Bernard definitief op de horrormuziekkaart zette en die van grote invloed was op toekomstige horrorcomponisten. Allereerst horen we het hoofdthema met het inmiddels overbekende lettergreepthema Dra-Cu-La in zwaar marstem- po, gevolgd door het net zo belangrijke Undead-thema. Beide thema’s verwerkt Bernard daar- na in de talloze stukken waarbij Dra-Cu-La! steeds weerklinkt wanneer de graaf in beeld ver- schijnt en daarmee zijn onontkoombare alomtegenwoordigheid in de film versterkt. Ook hier werkt Bernard toe naar een climax wat begint met een achtervolging door vampierjager Van Helsing naar het kasteel van de graaf in de laatste twee tracks. Meesterlijk is de confrontatie van jager en vampier waarbij de laatste het onderspit delft, als het Dra-Cu-La-motief in dalen- de lijn tot stilstand komt en de graaf in enkele seconden tot stof transformeert. Afgesloten wordt met de twee hoofdthema’s, ditmaal in een triomfantelijke toonzetting en nauwelijks meer angstaanjagend. Tot slot is er een aangename traktatie in de vorm van Rhapsody for Lu- cy (Lucie), een door Leigh Phillips gecomponeerde elegie gebaseerd op muziek van James Bernard. Lucie Švehlová, violiste van het orkest, schittert naast de cymbaal in dit meeslepen- de stuk en daarmee wordt deze uitstekende double horrorbill feestelijk afgesloten. PS

25