TALJA BLOKLAND Oog Voor Elkaar SOLIDARITEIT EN IDENTITEIT
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
TALJA BLOKLAND Oog voor elkaar SOLIDARITEIT EN IDENTITEIT Recente sociale, culturele en economische ontwikkelingen in wes- terse en niet-westerse samenlevingen liggen aan de basis van een toenemende culturele en etnische diversiteit in onze eigen samen- leving. De sociale en culturele identiteit van mensen wordt meer en meer gevarieerd. Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkelin- gen voor sociale banden en solidariteit? Het doel van de serie Soli- dariteit en Identiteit is antwoorden op deze vraag te vinden. serieredactie Prof. dr. J.P.L. Burgers, Faculteit Sociale Wetenschappen, Erasmus Uni- versiteit Rotterdam Prof. dr. J.C. Rath, Instituut voor Migratie en Etnische Studies, Univer- siteit van Amsterdam reeds verschenen titels Minghuan Li, We Need Two Worlds: Chinese Immigrant Associations in a Western Society, 1999 (isbn 978 90 5356 402 8) Aafke E. Komter, Jack Burgers en Godfried Engbersen, Het cement van de samenleving: een verkennende studie naar solidariteit en cohesie, 2000/ 2004 (isbn 978 90 5356 437 0) Clementine van Eck, Purified by Blood: Honour Killings amongst Turks in the Netherlands, 2002 (isbn 978 90 5356 491 2) Joanne van der Leun, Looking for Loopholes: Processes of Incorporation of Illegal Immigrants in the Netherlands, 2003 (isbn 978 90 5356 600 8) Marc Hooghe, Sociaal kapitaal in Vlaanderen: verenigingen en democrati- sche politieke cultuur, 2003 (isbn 978 90 5356 643 5) Aafke E. Komter, Solidariteit en de gift: sociale banden en sociale uitsluiting, 2003 (isbn 978 90 5356 645 9) Marco van der Land, Vluchtige verbondenheid: stedelijke bindingen van de Rotterdamse nieuwe middenklasse, 2004 (isbn 978 90 5356 678 7) Frank J. Buijs, Froukje Demant en Atef Hamdy, Strijders van eigen bodem: radicale en democratische moslims in Nederland, 2006 (isbn 978 90 5356 916 0) Irma Thoen: Strategic Affection? Gift Exchange in Seventeenth-Century Holland, 2007 (isbn 978 90 5356 811 8) Oog voor elkaar Veiligheidsbeleving en sociale controle in de grote stad Talja Blokland otb Institute for Housing, Urban and Mobility Studies Technische Universiteit Delft Omslagafbeelding: Jan Boeve/Hollandse Hoogte Omslagontwerp: Neon, ontwerp & communicatie | Sabine Mannel Vormgeving binnenwerk: JAPES, Amsterdam isbn 978 90 8964 043 7 e- isbn 978 90 4850 627 9 nur 741 / 758 © Talja Blokland / Amsterdam University Press, Amsterdam 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem- ming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals ge- wijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het over- nemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Inhoudsopgave Voorwoord 9 Overzicht van tabellen, kaarten en figuren 15 1Van‘ogen op straat’ naar oog voor elkaar 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Begripsafbakening: sociale veiligheid en sociale controle 20 1.3 De these van ‘ogen op straat’: tegenvoorbeelden 29 1.4 Is de these van ‘ogen op straat’ een mythe? 33 1.5 Probleemstelling en onderzoeksvragen 34 1.6 De opzet van dit boek 39 2 De wijken in: onderzoekslocaties en onderzoeksmehoden 43 2.1 Inleiding: onderzoek in Rotterdam 43 2.2 Vier buurten, vier veiligheidsscores, vier achtergronden: introductie van de cases 44 2.3 Onderzoeksmethoden 45 2.4 De vier buurten: korte schets 48 2.5 De winkelstraten beschreven: typeringen van bewoners 52 2.6 De winkelstraten door de ogen van de winkeliers 72 2.7 Ter afronding 76 3 Veiligheid gemeten 79 3.1 Inleiding 79 3.2 Veiligheid gemonitord: criminaliteit, overlast, veiligheid en tevredenheid 79 3.3 Veiligheidsscores en ervaringen met criminaliteit en overlast 82 3.4 Professionals aan het woord 88 3.5 Ter afronding 92 4 Van fysiek naar sociaal: signalen in de openbare ruimte 95 4.1 Inleiding 95 4.2 Signalen in de openbare ruimte: vuil en veiligheid 99 5 4.3 Vuil op straat als signaal voor gebrek aan zorg voor de buurt – en elkaar 101 4.4 Vuil als signaal dat buitenstaanders niets om deze buurt geven 116 4.5 Conclusie: schoon, heel en sociale controle 122 5 Sociale signalen: thuis in de buurt 125 5.1 Inleiding 125 5.2 Criminaliteit, rust, drukte en veiligheid in de buurt 126 5.3 Etniciteit als scheidslijn: categoriseringen en signalen 139 5.4 De macht op straat 144 5.5 Conclusie: beperkte informatie en sociale signalen 154 6 Horen, zien en …? Verwachtingen van sociale controle 157 6.1 Inleiding 157 6.2 Het inschatten van anderen: verwachtingen van sociale controle 158 6.3 Sociale controle in de praktijk: hulp vragen en helpen 160 6.4 Sociale controle uitoefenen: anderen aanspreken 166 6.5 Vertrouwen en wantrouwen: wie wel, wie niet? 175 6.6 Conclusie 182 7 Winkels en scholen als vanzelfsprekende ontmoetingsplekken 185 7.1 Inleiding 185 7.2 Voorzieningengebruik als voorwaarde voor familiariteit 187 7.3 Buurtgebruik, ogen op straat en de rapportcijfers voor veiligheid 194 7.4 Gebruik van winkels en scholen en verwachtingen van sociale controle door anderen 199 7.5 Sociale controle door de ogen van de winkeliers 210 7.6 Conclusie: functiemenging doet ertoe 216 8 Conclusies en aanbevelingen 223 8.1 Inleiding 223 8.2 Samenvatting 224 8.3 Draagt functiemenging aan sociale veiligheid bij? 229 8.4 Onder welke voorwaarden? 242 8.5 Wie kan hoe bijdragen? 257 8.6 Ter afsluiting 263 6 Bijlagen 265 Bijlage 1 Beschrijving van de steekproef, steekproeftrekking en non-response analyse 265 Bijlage 2 Lijst van namen, demografische kenmerken en respondentnummers 269 Noten 273 Geraadpleegde literatuur 281 Namenregister 289 Trefwoordenregister 291 7 Voorwoord De buurt is weer helemaal in. Want die moet ‘weer’ iets krachtigs of prachtigs worden, onder meer door er, zoals ook in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is neergelegd, de ‘sociale cohe- sie en leefbaarheid’ te verbeteren. Buurten moeten weer plekken zijn waar mensen elkaar een beetje in de gaten houden, elkaar helpen en weer vertrouwen hebben in elkaar. In een eerdere stu- die naar de betekenis van ‘buurt’ voor ‘gemeenschap’ van een de- cennium geleden argumenteerde ik dat voor de beleving van de buurt als gemeenschap de historische verandering niet zozeer lag in het vereenzamen of asocialer worden van ‘de mensen’, noch in het diverser worden van achterstandswijken op zichzelf, maar veeleer in de veranderende wijzen waarop mensen anderen soci- aal konden plaatsen, en de manieren waarop het alledaags leven hen in staat stelde dat te doen. Ruth Soenen, een Belgische antropologe, merkte op dat ik te veel oog had voor duurzame relaties en te weinig voor de beteke- nis van alledaagse contacten voor de beleving van de buurt als ge- meenschap. Zij verwoordde een thema dat mij minstens zo fasci- neerde als sociale netwerken waarvan wij voor cohesie en gemeenschap zoveel verwachten. Eenmaal benoemd op de leer- stoel Samenlevingsopbouw vanwege de Gradus Hendriks Stich- ting stond voor mij dan ook vast dat sociologie en beleid te weinig aandacht besteedden aan de mechanismen die korte contacten in de openbare ruimte vormgeven. En de sociologen die zich wel met de openbare ruimte bezighielden deden dat met een bevlogen vluchtigheid die wellicht nauw aansloot bij bepaalde sociologische tradities, maar waren ook descriptief, en soms impressionistisch, en niet gericht op de vraag wat beleidsmakers en professionals met hun werk konden aanvangen. Sociologische analyses doen er in deze beleidssector weinig toe, zo lijkt het. Straatcodes, reclame- campagnes tegen hufterigheid en campagnes om je buren te groe- ten zijn immers veelal gericht op sociaal-psychologische mecha- nismen, of eenvoudig gebaseerd op het uitgangspunt dat de burger betere normen en waarden moet leren. Net zoals in het integratiedebat het geval is, ligt de nadruk bij op buurtcohesie en 9 buurtparticipatie gerichte goede bedoelingen vaak op vooronder- stellingen over wat mensen (niet) willen. Daar kan ik persoonlijk niet goed mee uit de voeten. Zelfs in een extreme wijk als het ‘Ghetto’ in de Amerikaanse stad New Ha- ven waar ik tussentijds onderzoek deed, kwam ik steeds maar geen mensen tegen die vonden dat je zonder meer rotzooi op straat kon gooien of dat het prima was om elkaar onheus te beje- genen. Met de normen en waarden van de vele mensen in achter- standswijken die ik in de loop der jaren tegenkwam was eigenlijk nooit veel ‘mis’. Zij weken in hun opvattingen niet of nauwelijks af van wat de meeste mensen als beschaafd beschouwen. Een be- schavingsoffensief voor betere, aangenamere, veiligere buurten leek daarom niet de beste route. Dat moest, kortom, anders kun- nen. Maar hoe? Die vraag vormde de eerste bron van inspiratie voor dit boek. De tweede bron van inspiratie lag in het werk van Jane Jacobs, wier boek mij net zo greep als vele anderen, onder meer omdat het sociale theorie en de gebouwde omgeving mooi bij elkaar brengt. De these waarmee Jane Jacobs faam maakte en die recen- telijk opnieuw in warme belangstelling is komen te staan (onder andere binnen de stroming van new urbanism in de VS), komt er in het kort op neer dat gevarieerd ruimtegebruik of functiemenging leidt tot sociale controle, omdat mensen hun ‘ogen op straat’ heb- ben. Wie in de negentiende-eeuwse probleemwijken rondloopt, ziet echter al snel dat er ogen genoeg op straat gericht zijn, maar hoort ook de algemene klacht dat de sociale controle ver te zoeken is. Geïnspireerd door een vroege kritiek van Herbert Gans op het werk van Jacobs (Gans 1991) zag ik het ruimtelijk determinisme in haar argument, maar vroeg ik mij af waarom haar these dan toch zo tot onze verbeelding sprak.