Kerken bouwen langs Maas en Rijn na 1945 Kirchenbau an Maas und Rhein nach 1945

KERKEN BOUWEN LANGS MAAS EN RIJN NA 1945 KIRCHENBAU AN MAAS UND RHEIN NACH 1945

Antoine Jacobs, red.

KADOC Artes 18

Leuven University Press Editorial board

Timothy Brittain-Catlin, University of Kent James Chappel, Duke University Kim Christiaens, KADOC - KU Leuven Wilhelm Damberg, Ruhr-Universität Bochum Jean-Dominique Durand, Université Lyon James C. Kennedy, University College Utrecht Rupert Klieber, Universität Wien Mathijs Lamberigts, KU Leuven Peter Jan Margry, Meertens Instituut / Universiteit van Amsterdam Francisca Metzger, Pädagogische Hochschule Luzern Madalena Meyer-Resende, Universidade Nova de Lisboa Anne Morelli, Université Libre de Bruxelles Silvia Mostaccio, Université catholique de Louvain Patrick Pasture, KU Leuven Isabelle Saint-Martin, EPHE Sorbonne I Paris Joachim Schmiedl, Philosophisch-Theologischen Hochschule Vallendar J.T. (Thijl) Sunier, VU Amsterdam Steven Van Hecke, KU Leuven

Cover: Sint-Barbarakerk. [De Domijnen, Archief A.E.Q. van Hezik]

© 2019 Leuven University Press / Presses Universitaires de Louvain / Universitaire Pers Leuven Minderbroedersstraat 4, B-3000 Leuven

All rights reserved. Except in those cases expressly determined by law, no part of this publication may be multiplied, saved in an automated data file or made public in any way whatsoever without the express prior written consent of the publishers.

ISBN 978 94 6270 220 2 D/2019/1869/53 NUR: 648, 694 Inhoud / Inhalt

Inleiding 9 Antoine Jacobs & Luc Verpoest

Einleitung 23 Antoine Jacobs & Luc Verpoest

NEDERLAND / DIE NIEDERLANDE

1 Een geschiedenis van paradoxen. 41 De kerk in Nederlands-Limburg na 1945 Peter Nissen

2 Liturgische ontwikkelingen in de naoorlogse Limburgse kerkenbouw 55 Antoine Jacobs & Bart Wiekart

3 Kerkarchitectuur in Nederlands-Limburg vanaf 1945 73 Antoine Jacobs & Bart Wiekart

4 De parochie als stedenbouwkundig concept. 97 De ligging van naoorlogse kerken in Venlo-Blerick Marisa Melchers

5 Een heel bijzonder liefdewerk. 115 De financiering van de kerkbouw in het bisdom Roermond tussen 1945 en 1965 Hugo Landheer

6 Vijf monumentale kerkgevelversieringen van Wim van Hoorn 133 Elly van Malkenhorst-Groenenberg

7 ‘Goed gevoelde poëzie te midden van een alledaags proza’. 149 De Sint-Barbarakerk te Geleen-Lindenheuvel Sander van Daal

5 8 Alles ‘model’. 163 De huiskapel van de jezuïeten in Maastricht, 1941-1967 Marc Lindeijer, SJ

9 Dom Hans van der Laan (1904-1991). 175 Zijn invloed op de naoorlogse kerkenproductie in het gebied tussen Maas en Rijn Caroline Voet & Yves Schoonjans

10 Naoorlogse kerkenbouw, het einde van een tijdperk? 197 Van een kerk voor iedereen tot niemand meer in de kerk Jean Gardeniers

BELGIË / BELGIEN

11 De Limburgse paradox. 205 De kerk in Belgisch-Limburg na 1945 Jan De Maeyer & Jo Deferme

12 Kerkbouw in Belgisch-Limburg na 1945 221 Patrik Jaspers

13 Naoorlogse kerkbouw in België. 247 Architecturale en constructieve analyse van het werk van Adolf Nivelle Stephanie Van de Voorde & Ronald De Meyer

14 De Sint-Jozefkerk van Smeermaas. 265 Een grensgeval Patrik Jaspers

15 De toekomst van de kerken na 1945 in Belgisch-Limburg 277 Jan Jaspers

6 DUITSLAND / DEUTSCHLAND

16 Köln und das Rheinland in den Notjahren nach 1945 285 Norbert Trippen (†)

17 Liturgie und Kirchenarchitektur zwischen Maas und Rhein 295 Albert Gerhards

18 Moderne Kirchen im Rheinland. 307 Ein Überblick Barbara Kahle

19 Glasmalerei an Rhein und Maas nach 1945. 325 Ergebnisse auf der Grundlage der ersten flächendeckenden Inventarisation und Dokumentation von Glasmalerei in Europa in der Euregio Rhein-Maas-Nord Annette Jansen-Winkeln & Lothar Altmann

20 Kirchen als kommunale und transnationale Erinnerungsorte an das Leiden 347 und Sterben im Zweiten Weltkrieg Kai Kappel

21 Denkmalschutz moderner Kirchen im Erzbistum Köln 361 Wolfgang Struck

Indices 371 Auteurs / Autoren 377 Colofon / Kolophon 379

7

9 Dom Hans van der Laan (1904-1991) Zijn invloed op de naoorlogse kerken- productie in het gebied tussen Maas en Rijn

Caroline Voet & Yves Schoonjans

In Mamelis bij Vaals, centraal in het Maas- broer Nico (1908-1986) uit 1948-1954 in 9.1 Atrium van de abdij St. Benedictus- Rijngebied, bevindt zich het benedictijner- Gennep. Die wordt beschouwd als een van berg, ontworpen door Dom Hans klooster Sint-Benedictusberg. Het gebouw diens belangrijkste werken. Dom Hans van van der Laan. onderging in de periode 1961 tot 1986 een der Laan nam actief deel aan het ontwerp. [Foto Caroline Voet] reeks uitbreidingen die ontworpen en gereali- Verder kozen we twee werken van archi- seerd werden door de monnik-architect Dom tecten die elk een relatie hebben gehad met Hans van der Laan. Ze worden beschouwd als de Bossche School: de Sint-Lutgardiskerk 1 Het gerealiseerde oeuvre van Van een van de meest toonaangevende realisaties in Tongeren, gebouwd in 1950-1952 door der Laan zelf is beperkt. Naast uit zijn, overigens beperkte, oeuvre.1 In 1989 Jos Ritzen (1896-1961) en kerk Onze Lieve kleinere verbouwingen aan ker- werd het werk van Van der Laan bekroond Vrouw Onbevlekt Ontvangen van Jos Bijnen ken en het sleutelproject in Vaals, met de Architectuurprijs van Limburg. Die (1916-1993) uit 1962-1965 in Heide bij Ven- bouwde hij in 1974-1975 klooster driejaarlijkse oeuvreprijs wordt toegekend aan ray, voorbeelden die aansluiten bij de twee Roosenberg in Waasmunster, België en in 1978 woning Naal- iemand die met zijn werk een belangrijke en fases in het werk van Van der Laan. den in Best, Nederland. Het stimulerende bijdrage heeft geleverd aan de Om zijn invloed te duiden, is het nodig klooster Jesu Moder Marias werd ontwikkeling van de architectuur, stedenbouw rekening te houden met de ruime tijdspan- in 1991 in Tomelilla, Zweden, en beeldende kunst in de Euregio Maas-Rijn.2 ne waarbinnen Van der Laan actief was. Hij gerealiseerd. Sint-Benedictusberg werd daardoor een re- studeerde drie jaar architectuur in Delft alvo- 2 De Architectuurprijs van Lim- ferentieproject voor Zuid-Limburg en wordt rens in 1927 in te treden in de benedictijner burg is georganiseerd door de tot op de dag van vandaag veel bezocht door Sint-Paulusabdij in . Tot aan zijn Ailbertusstichting in Maastricht architecten en architectuurstudenten uit heel dood in 1991 is hij altijd onderzoek blijven in samenwerking met het Vitru- 3 vianum, Centrum voor Archi- Europa. Van der Laan, die in het klooster doen naar wat volgens hem de grondslagen tectuur in de Euregio Maas-Rijn woonde vanaf 1968, wordt vaak geassocieerd van architectuur waren. Vanuit het kloosterle- in Heerlen. De prijs bestaat uit met die locatie. De erkenning via de archi- ven ontwikkelde hij in die lange periode eigen een boek, waardoor het oeuvre tectuurprijs kwam er pas twintig jaar na de ruimtelijke theorieën en een specifieke visie inzichtelijk wordt. In 1989 werd realisatie van de kerk. Van der Laan was toen op kerkenbouw, die hij naar buiten bracht in de prijs voor het eerst toegekend. al 84 jaar. Hoe werd zijn oeuvre ontvangen lezingen, discussies en onderzoeksessies met 3 Uit gesprekken met de portier in zijn eigen tijdskader? Buiten enkele kleine architecten en medebroeders. In verschillende van Sint-Benedictusberg en uit eigen ervaring tijdens archief- verbouwingen had hij verder geen opdrachten boeken werkte hij zijn theorieën van het plas- 4 bezoeken en de organisatie van in Limburg. Kan men spreken van invloed tisch getal en de architectonische ruimte uit. lezingen en rondleidingen tussen van Van der Laan op andere kerkelijke bouw- Door de tijd heen groeide en verdiepte zijn 2006-2008. opdrachten in Zuid-Limburg? visie. Klemtonen werden verlegd, aspecten 4 Van der Laan, Le nombre plasti- In dit artikel gaan we na hoe het werk van uitgebreid, zelfs radicale veranderingen door- que; Id., Het plastisch getal; Id., Il Van der Laan onthaald werd in zijn eigen gevoerd. Zo is er bijvoorbeeld een wezenlijk Numero Plastico; Id., De architec- tijdskader en waar er raakvlakken zijn met verschil te zien tussen zijn eerste ontwerpen tonische ruimte; Id., Architectonic Limburg. Daarna volgen vier casestudy’s, over uit de jaren 1940 en de projecten na 1957. De Space; Id., L’Espace architecto- nique; Id., Der architektonische de abdij in Vaals en over drie kerken in het uitbreiding van Sint-Benedictusberg in Vaals Raum; Id., Lo Spazio Architecto- Maas-Rijngebied, die elk op hun eigen manier kan beschouwd worden als een keerpunt, na nico; Id., Het vormenspel der li- invloeden tonen van Van der Laan. In de eer- een lange eerste periode waarin Van der Laan turgie; Id, La Forma; Id. The Play ste plaats is er de Sint-Martinuskerk van zijn werd beïnvloed door verschillende personen. of Forms.

175 1923-1939: ‘Innover selon la invloed op de algemene christelijke beeld- tradition’, zoektocht naar de grond- vorming over cultuur, kunst en architectuur. slagen van architectuur De abdij werd in die traditie gebouwd (1906- 1909) door Dom Bellot (1876-1944), wiens Hans van der Laan werd in 1904 geboren in lijfspreuk ‘Innover selon la tradition’ verder Leiden in een katholiek architectengezin met richting gaf aan Van der Laans eigen zoek- elf kinderen. Net als zijn oudere broer Jan tocht. (1896-1966) en later ook zijn jongere broer Alhoewel de invloed van Maritain en van Nico startte Hans met een architectuurstudie Dom Bellot aanzienlijk was, verschoof de aan de Technische Hogeschool Delft.5 Hij on- nadruk bij Van der Laan echter. Hij ging zich dernam op eigen initiatief verschillende archi- afzetten tegen Maritian, die kunst benaderde tectonische analyses en was buiten zijn studie als een morele daad. Hij wilde de kunst van actief in de Heemvaart.6 het maken vanuit eigen wetten vastleggen. Van der Laans belangrijkste leermeester in Na zijn intrede in Oosterhout richtte hij zich die periode was Marinus Jan Granpré Molière vooral op verder onderzoek naar een on- (1883-1972), die in 1924 in Delft tot hoog- derliggend fundament van de natuur en de leraar bouwkunde was benoemd.7 Grandpré kunst.9 Vanuit zijn positie in het naaiatelier Molière had een uitgesproken visie op archi- en later als koster in de sacristie wijdde hij 5 Voor meer informatie over het tectuur en stedenbouw die hij wilde verbinden zich in eerste instantie aan het ontwerpen van belang van de familie Van der aan universele, voor hem katholieke, normen liturgische voorwerpen en het maken van Laan, zie: Remery, Katholieke en waarden. De kerngedachte was dat archi- parementen. Ook zijn ideeën over architec- architectuur in de twintigste eeuw. tectuur God moest dienen en dat ze gekoppeld tuur werden van daaruit verder ontwikkeld, 6 Van der Laan was lid van de Drankweer- en heemvaartorga- werd aan een maatschappelijke en artistieke waarbij de nadruk lag op een objectieve en nisatie, eerst als kroniekschrijver, normstelling. Architectuur was een schone rationele ordening. Van der Laan was ervan later ook als Unie- en Federa- kunst die een intellectuele deugd moest weer- overtuigd dat aan de maatschappelijke cul- tie-afgevaardigde, Annuarium, spiegelen. Granpré Molière sprak zich radicaal tuur een fundamentele orde ten grondslag 1926, 32 e.v. en 1927, 75. uit tegen het materialistisch functionalisme lag die bij het ontwerpproces door propor- 7 De kring rond Granpré Molière en toonde zich in die jaren een opposant van tie op de juiste manier benaderd diende te werd uiteindelijk bekend als de de Amsterdamse School en de nieuwe zake- worden.10 Het ware kennen of een juist en Delftse School, de belangrijkste lijkheid. De functie van een gebouw moest enkelvoudig begrip van de ruimte gebeurde stroming binnen het traditiona- lisme in Nederland. volgens hem duidelijk terug te zien zijn in de volgens hem via het zien, het onderschei- 8 Voor meer informatie over de rol vorm, waarbij hij de traditionele eenvoudige dingsvermogen door tellen. ‘De kunst moet van Maritain (1882-1973) en het architectuur van het platteland als voorbeeld de natuur voor ons verstand zichtbaar maken neothomisme in het interbellum, nam. Grandpré Molière vond het essentieel en vervangen.’11 Ruimtelijke begrippen als zie bv. Licht en Ritzler, Jacques dat de architect de juiste verhoudingen vast- ‘maat’, ‘marge’, ‘richting’, ‘vol’ en ‘hol’ werden Maritain en Heynickx, On the legde van de delen ten opzichte van het geheel. in hun wederkerige samenhang gedefinieerd. Road with Maritain. Als katholieke bekeerling was hij ook over Van der Laan maakte tevens een concrete 9 Vaals, Abdij St. Benedictusberg, Archief Van der Laan (AVDL): kerkenbouw zeer expliciet. Daar werd hij be- link naar de ontwerppraktijk. Volgens de ver- Van der Laan, Het liturgisch ïnvloed door Jacques Maritains neothomisti- houding van het plastisch getal 3 : 4 vormde 8 kader van de abdij van Vaals. sche visie op kunst, schoonheid en ethiek. hij een reeks van acht maten, zijnde een orde Biografische tekst naar aanleiding Het was binnen dat theoretische veld dat van grootte van één tot zeven, waarbinnen van een interview voor televisie de eerste visieontwikkeling van Van der Laan bouwelementen hiërarchisch met elkaar in met Antoine Bodar, 30 juni 1986. plaatsvond. Hij voltooide zijn studie echter proportie dienden geplaatst te worden.12 Die 10 Moonen, Pater Hans van der niet, maar trad toe tot de communitieit van proportie kwam volgens Van der Laan voor Laan. Het gaat hier over: Berlage, de Sint-Paulusabdij van Oosterhout, waarvan in de vroegchristelijke architectuur, wat ze Schoonheid in samenleving. 11 AVDL: Van der Laan, ‘Studie- abt Jean de Puniet goed bevriend was met voor hem tot universeel beginsel verhief. bijeenkomst op de Rijnsburger- Granpré Molière. Ook daar bleef dezelfde In 1937 studeerde zijn broer Nico af aan weg 160 te Leiden’, 19-20 april theoretische grondslag toonaangevend. De de T.H. Delft. De communicatie en samen- 1947, 5. geschriften van Maritain hadden er een grote werking tussen de broers was altijd zeer

176 hecht en werd essentieel voor het contact 9.2 Dom Hans van der Laan. van Dom Hans met de buitenwereld. Samen [Bloemendaal, Van der Laan Stichting; werkten ze aan verschillende projecten en © Frans de la Cousine] realiseerden ze een gastenkwartier in Oos- terhout in 1938 en de Sint-Jozefkapel in Hel- mond in 1948. Een ontwerp voor een kerk in Rhenen uit 1940-1942 en een uitbreiding van Oosterhout uit 1949 bleven onuitgevoerd. 13 De AKKV ontstond naast reeds Hoewel zijn œuvre beperkt was, bleef bestaande katholieke kunstver- Dom Hans van der Laan ook na zijn intre- enigingen. Zij organiseerde zich de betrokken in belangrijke discussiefora in twee vakgroepen: de Groep over architectuur. Toen hij in 1926 in Delft Bouwkunst en de Groep Beel- nog studeerde, had hij met studiegenoot dende Kunsten. Met name de Sam J. van Embden het discussieplatform de Groep Bouwkunst bleef tot na de Tweede Wereldoorlog actief. Bouwkundige Studiekring (BSK) opgericht, Zij gaf het blad Mededeelingen waarvan later Granpré Molière voorzitter uit, waarin ook architectonische werd. Veel van de leden van de BSK, onder vraagstukken behandeld werden. wie ook Jan en Nico van der Laan, werden De belangrijkste organen van de later lid van de in 1920 opgerichte Algemene AKKV waren het RK Bouwblad Katholieke Kunstenaarsvereniging (AKKV), (1929-1940), voortgezet als Ka- een initiatief van het Centraal Bureau van tholiek Bouwblad (1946-1959) de Katholieke Actie om een overkoepelende en Van Bouwen en Sieren (1930- 12 Het plastisch getal, ongeveer 3:4, 1933). Vanwege de tijdschriften landelijke kunstenaarsorganisatie te creë- 13 is de oplossing voor de vergelij- en de studiedagen van Huij- ren. De traditionalistisch gerichte AKKV king x3=x+1, wat opeenvolgend bergen verwierf de AKKV zich profileerde zich in haar beginjaren vooral een serie van verhoudingen een belangrijke stem binnen de met de jaarlijkse studiedagen in Huijbergen vormt. Het kan vergeleken wor- Nederlandse (christelijke) kunst (1932-1940). Granpré Molière pleitte daar den met de gulden snede x2=x+1, en architectuur. Vanaf de jaren voor een herstel van de christelijke kunst, zoals gebruikt in de Fibonacci- dertig trok de AKKV steeds meer met als model de middeleeuwse traditie. Hij reeks. Le Corbusier gebruikte de leden. Het episcopaat hechtte Fibonacci-reeks om de blauwe bepaalde het programma en selecteerde de veel belang aan dit lidmaatschap en rode reeks van het modulor- en zag de AKKV als de standsor- inleiders. De conservatieve programmering systeem te bepalen. Van der Laan ganisatie van de katholieke kreeg tegenkanting van modernistische definieerde een orde van grootte, architecten en kunstenaars. De architecten en kunstenaars, die geloofden een serie van 8 maten van x tot x7. AKKV vertolkte het standpunt in artistieke vrijheid en in het gebruik van Dat zou bijvoorbeeld zijn 1 4:3 van de bisschoppen betreffende nieuwe expressieve vormen en materialen als 7:4 7:3 3 4 16/3 7. Het zijn basis- de (bouw)kunst en was weinig beton. Historicus Jos Pouls stelt in zijn stu- verhoudingen, ongeveer 3:4 en vernieuwend, ofschoon indivi- die dat vanaf 1936 zware kritiek, met name 1:7, die bepaald worden door ons duele leden wel moderne paden normaal onderscheidingsvermo- insloegen. Belangrijke architecten van de Limburgse leden van de AKKV, geuit 14 gen om verschillende groottes waren lid van de AKKV: M.J. werd op de ideologie van Huijbergen. waar te nemen. De kleinste limiet Granpré Moliere (de grondlegger Hij verwijst naar architect Peutz uit Heerlen, is het kleinst waarneembare van de Delftse School), A.J.N. bij wie de conferenties herinneringen oprie- verschil tussen twee groottes. De Boosten, H.M.A. van Helvoort, pen aan ‘de vrijheid die in nazi-Duitsland grootste limiet is de uiterste grens A.J. Kropholler, J. en N. van der heerste’. Het R.K. Bouwblad, spreekbuis van waarbinnen twee groottes in re- Laan, F.P.J. Peutz en J. Stuyt. Zie de AKKV, werd ervan beschuldigd in poli- latie kunnen staan en vergeleken verder: Van den Esschert, ‘Tegen tiek rechts vaarwater terechtgekomen te zijn. worden door perceptie. Voorbij de ontzuiling in het Algemeen die grens verschillen ze te veel Kristelijk Kunstenaarsverbond’. Alhoewel Van der Laan dit via zijn architec- en behoren ze tot verschillende 14 Pouls, ‘De kunstenaarsdagen van tenvrienden volgde, was hij als jonge monnik ordes van grootte. Zie ook: Pado- de Algemene Katholieke Kunste- niet zelf aanwezig op de vergaderingen van van, Dom Hans van der Laan en naarsvereniging in Huijbergen’, de AKKV en hield hij zich eerder afzijdig. Voet, ‘The Poetics of Order’. 225-243.

177 1939-1957: de basilica als onder- te brengen, waardoor die vrij invloedrijk zoeksveld voor de fundamenten van werd en talrijke participanten kende. De kerkelijke architectuur historicus Van der Vaart stelt dat daardoor ‘de esthetische hoofdleiding betreffende de Via Granpré Molière en zijn broer Nico bleef kerkenbouw door de Interdiocesane Com- Dom Hans ook na zijn intrede in contact missie van Overleg opgedragen werd aan met andere oud-leden van de Bouwkundige den Cursus voor Kerkelijke Architectuur te Studiekring. Via die contacten werd hij uit- Den Bosch’.15 Hoewel Van Helvoort als ini- genodigd om lezingen te geven. Het was in tiator de organisatorische kracht was achter die lezingen dat Van der Laan zijn theorie de cursus, werden inhoud en lesprogramma over de architectuur en het plastisch getal volledig bepaald door Nico van der Laan en aan de buitenwereld toetste. Naar aanleiding Cees Pouderoyen (1912-1993), twee van de van de uitbreiding in Oosterhout vonden van studiebegeleiders.16 De lessen richtten zich 1939 tot 1947 zeven bijeenkomsten plaats vooral op architectuur, liturgie en geschiede- in Leiden en Delft waar leden en oud-leden nis.17 In de vele praktische oefeningen werd van de BSK van gedachten wisselden over aandacht besteed aan de vormstudie en ana- architectuur en de grondverhouding 3 : 4. In lyse van verschillende typen van kerken en april 1946 nam Mgr. Baeten, bisschop van ook aan de traditionele kerkenbouw. In het , het initiatief voor de Begijnhofkring, derde jaar studeerden de cursisten af met een een studiegroep waar de leden hun lopende studieproject, waarna ze een diploma kregen kerkbouwprojecten bespraken. Op uitnodi- en, in geval van uitmuntendheid, een charter ging van de architecten Siebers en Van Dael van de Van Heukelumstichting.18 Vrij snel nam ook Dom van der Laan deel aan de werd Dom Hans van der Laan als theoreticus 15 Van der Vaart, Hoe een Bossche discussies. Er vonden tussen april 1946 en de centrale spilfiguur in die cursus. Op die School kon ontstaan, 15. Van der november 1948 twintig bijeenkomsten plaats manier gaf hij onderricht aan een hele gene- Vaart verwijst daarbij naar de van architecten van het bisdom Breda. ratie architecten. blauwdruk van een lezing: Den Het zwaartepunt van de studiedagen lag De eerste lessen richtten zich vooral op Bosch, Archief Bisschoppelijk evenwel in het Kruithuis in ’s-Hertogen- een hiërarchisch onderzoek naar de delen Bouwbureau: H. van Helvoort, bosch, waar van 1946 tot 1973 de driejarige van een gebouw volgens de maten van het ‘Aesthetische en technische ver- cursus kerkelijke architectuur werd ingericht. plastisch getal.19 Er werd gezocht naar een zorging van den wederopbouw van R. K. Kerken en kerkelijke De cursus kwam er naar aanleiding van de relatie tussen massa en ruimte op basis van gebouwen’ (derde lezing), Den problematiek van de kerkelijke wederop- het onderzoek van de maten en verhou- Bosch, augustus 1946. bouw in ’s-Hertogenbosch en na steun door dingen van vooral vroegchristelijke basilica 16 Cees Pouderoyen had de aartsbisschop De Jong. Het was de Bossche en de Syrische kerkbouwkunst. Naast die T.H. Delft gevolgd vanaf 1931, rector H. van Helvoort (1902-1990), direc- analyses was er onderzoek naar een gepaste waar hij zich focuste op steden- teur van het Bouwbureau van het bisdom vormentaal voor de naoorlogse kerk. Hans bouw. Hij was tevens lid van de Den Bosch en medewerker van het Katholiek en Nico van der Laan en ook architect Cees Bouwkundige Studiekring. 17 Cursus kerkelijke architectuur, Bouwblad, die Granpré Molière aanspoorde Pouderoyen schoven daarbij het prototype ’s-Hertogenbosch, 1950. om de cursus in Den Bosch te laten plaats- van de basilica naar voren. Daarin vonden ze 18 De eerste charters werden uit- vinden. Op die manier zouden naast kandi- een origineel kerkgebouw waar, volgens hen, gereikt aan J.J. Brugman en daten van de T.H. Delft ook afgestudeerde de ware relatie tussen massa en ruimte werd G.J.M. Sarlemijn, later ook aan architecten van de Hogere Beroepsopleiding bereikt. De eerste naoorlogse kerken die onder anderen Jan de Jong, (HBO) in Tilburg of Amsterdam aangetrok- geconcipieerd en gebouwd werden in navol- J. Kirch en A. Middelhoek. Zie: ken kunnen worden. Van Helvoort zocht ging van de cursus waren allemaal basilicale Katholiek Bouwblad, 19 (1951- voor de cursus de nodige financiële midde- kerken. De meeste bevonden zich in eerste 1952), 177. 19 AVDL: Dom Hans van der Laan, len, deels via overheidsgelden, deels door de instantie in de omgeving van ’s-Hertogen- ‘De verhouding’. Lezing voor de oprichting van de Van Heukelumstichting. bosch. Voorbeelden daarvan zijn de Sint- Werkgroep Kerkelijke Architec- Hij spendeerde ook veel tijd om de cursus Catharinakerk in Heusden (Nico van der tuur, 25 mei 1946. kerkelijke architectuur onder de aandacht Laan, 1950), de Sint-Martinuskerk in

178 9.3 Sint-Martinuskerk in Gennep, naar ontwerp van Nico van der Laan. [Foto Caroline Voet]

Gennep (Nico van der Laan, 1953) [9.3- kans om een van zijn eerste kerken te reali- 9.4] en de Sint-Antoniuskerk in Groesbeek seren in Gennep. (Over deze Sint-Martinus- (J.G. Deur en C. Pouderoyen, 1948). In die kerk handelt de eerste casestudy). De deken eerste jaren werd het beeld van de cursus van Gennep onderhield al langer contacten naar de buitenwereld toe volledig bepaald met architect J.A.M. den Boer uit Assen, lid door die eenduidige vormentaal. Al snel wer- van de Bossche School, die een lezing gaf den de cursus en de bouwwerken die daaruit over kerkenbouw aan de priesters van zijn voortkwamen, als een stroming beschouwd, dekenaat.21 Hij zou de deken verder in con- die de naam Bossche School kreeg. tact brengen met de Bossche School en met De projecten verbonden aan de Bossche de Van der Laans. School werden vooral gerealiseerd in op- Bovendien kwam een tiental Limburgse dracht van de bisdommen Den Bosch en architecten in contact met de cursus kerke- Breda. Toch zijn er ook verschillende realisa- lijke architectuur vanuit eigen interesse, of ties in Limburg te vinden. Het bisdom Roer- ze gaven er een gastcollege. Er werden in het mond had een keuzelijst met architecten die Kruithuis ook liturgische studiedagen geor- op verzoek aan bouwpastoors en kerkbestu- ganiseerd, waarop een breder publiek wel- ren werd overhandigd. Daarop stonden veel- kom was. Daarmee werden ook Limburgse al bouwmeesters die al eerder een parochie- architecten bereikt. De architect Frits Peutz kerk in het bisdom hadden gerealiseerd. De (1896-1974), studiegenoot van Hans van der lijst was enkel richtinggevend, maar de keuze Laan in Delft, was met hem in contact geble- van de architect moest toch ter goedkeuring ven en gaf in 1946 en 1947 enkele gastcol- 20 Jacobs en Wiekart, Kerken na worden voorgelegd aan de Bisschoppelijke leges aan de Bossche School. Hij was sinds 1940, 45. Bij de protestantse ker- Bouwcommissie. Architecten moesten ka- 1928 tevens verbonden aan de Rijkscommis- kenbouw ging de voorkeur uit tholiek zijn.20 Soms werden er opdrachten sie voor de Monumentenzorg en vanuit die naar architecten van hervormde vanuit Limburg gegeven aan architecten positie bemiddelde hij ook in de Bisschoppe- of gereformeerde signatuur. 21 Venray, Gemeentearchief Ven- buiten de provincie wegens andere ban- lijke Bouwcommissie voor projecten van ray: Brief J.A.M. den Boer aan den dan de lokale, ook aan architecten uit Nico en Hans van der Laan. Zelf propageer- W. Janssen met in bijlage afschrift Noord-Brabant, Gelderland of het Rijnland. de Peutz geen vaste stijl. Hij bouwde van mo- van de lezing over kerkenbouw, Zo kreeg bijvoorbeeld Nico van der Laan de dern tot historiserend, ook wat zijn kerken 27 oktober 1946.

179 22 AVLD. betreft. Het bisdom Roermond volgde, net wat bij de kerken van Dings in kleinere mate 23 Jacobs en Wiekart, Kerken na als Peutz zelf, een tweesporenbeleid: traditie zichtbaar is.26 Ramaekers leerde Dom Hans 1940, 1512. op het platteland, modern experiment in de van der Laan kennen tijdens zijn opleiding in 24 Noodkerk Fatimaparochie On- steden en de verstedelijkte gebieden. Op het Tilburg. Net als de Bossche-Schoolstudenten bevlekt Hart van Maria, Bruns- platteland werden in de eerste twintig jaar werd hij geïnspireerd door Syrische kerken. sum (1949, afgebroken 1978); H. Urbanus, Belfeld, Venlo na de Tweede Wereldoorlog vooral traditi- Hij gebruikte vaak het boek Sanctuaires chré- (1951); Onbevlekt Hart van Ma- onele kerken gebouwd die gebaseerd waren tiens de Syrie van Jean Lassus. Nochtans, zo ria, Moorveld (Meerssen, 1954); op vroegchristelijke basilica. De basilicastijl stelt zijn biografie in Kerken na 1940, wilde O.L. Vrouw Hulp der Christe- van de Bossche-Schoolarchitecten sloot daar hij niet tot de Bossche School worden gere- nen, Stein-Nieuwdorp (1954) en enigszins bij aan, alhoewel ze dat zelf zeker kend. In een brief van 2 juli 1952 aan de Bis- O.L. Vrouw Vrede des Harten, niet ambieerden. schoppelijke Bouwcommissie liet hij weten Elsloo (1959). Zo volgde Stefan J. Dings (1895-1971) dat hij ‘geen verwijten wilde horen over de 25 St. Hubertuskerk, Venlo-Blerick uit Beek tussen 1946 en 1949 verschillende Bossche-Schoolstijl.’ Aan pastoor Höp- (1954); H. Oda, Weert-Bosho- 22 ven (1956); H. Vituskerk, Well keren de cursus in het Kruithuis. Daarvoor pener in Blerick schreef hij dat hij zichzelf (1958). bouwde hij neogotische kerken, maar na niet als een traditionalist zag, maar als een 26 In al deze basilica’s kunnen ver- 1946 evolueerde hij naar het bouwen van traditioneel architect.27 Dat zagen overigens houdingen van het plastisch getal kerken met een sterk romaniserende uitstra- de Bossche-Schoolarchitecten zelf ook zo. teruggevonden worden. Of dat ling die geïnspireerd waren op vroegchriste- Verder volgde ook architect J.H.M. Tillmans ook werkelijk een ontwerpmiddel lijke basilica en met elementen die aan latere (1924-2006) de cursussen van de Bossche is geweest, is moeilijk te achter- bouwstijlen, zoals romaans of gotisch, waren School. Hij studeerde er af in 1961. Hij had halen. 23 27 Jacobs en Wiekart, Kerken na ontleend. Hij bouwde tussen 1949 en 1959 daarvoor, van 1950 tot 1956, op het bureau 1940, 93. een vijftal driebeukige bakstenen pijlerbasi- van Nico van der Laan gewerkt. In zijn paar 28 Toren Landricuskerk in Echt, lieken met een narthex en zijdelingse klok- kerkelijke projecten is die invloed vaag aan- Sint-Judocuskerk in Sint-Joost kentoren.24 [3.8] wezig.28 in samenwerking met J. van der Ook Jan B.H.M. Ramaekers (1916-1999) Architect Harry J.G. Koene (1908-1995) Pluym. Het eerste voorbeeld is bouwde een drietal bakstenen basilica’s, met uit Maastricht volgde de cursus in 1945. overgenomen van een lijst van een eigen stijlzuiver karakter.25 Vooral de Hij bouwde tussen 1949 en 1959 een viertal Tilmanns zelf ‘Limburgse ar- interieurs met hun gave verhoudingen ge- pseudo-basilica’s in romaniserende stijl, die chitecten in zeer onderscheiden 29 affiniteit tot Bossche School en tuigen van het werken met maatsystemen, eerder op de Bossche School waren geënt. Bossche-School-projecten in Limburg van architecten niet van Limburgse oorsprong’. Zie ook de bijdrage over Tilmanns in De Haan en Haagsma, Gebouwen van het Plastische Getal, 269. Het tweede voorbeeld werd aange- reikt door broeder Lambertus Moonen O.S.B, archivaris van Vaals. 29 H. Sebastianus, Herkenbosch, Roerdalen (1949); Christus Ko- ningkerk, Geleen-Kluis (1953); O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, Heilust (1956), H. Mi- chael, Stein (1959).

9.4 Interieur van de Sint-Martinuskerk in Gennep. [Foto Caroline Voet]

180 Na 1959 evolueerde hij, onder andere door tijdschrift L’ Art d’ Église, uitgegeven door de 30 Jacobs en Wiekart, Kerken na contact met de kunstenaar Charles Eyck, abdij Zevenkerken in Brugge. De Limburger 1940, 88. naar een modernere stijl.30 Samen reali- Jos Ritzen schreef daarin in 1951 het artikel 31 Eijkelboom en Vermeer, ‘Sint-Jo- seerden ze in 1959 de H. Jozef Arbeider te ‘L’ église, maison de Dieu et les lois architec- sephkerk te Heelsum aangewezen als gemeentelijk monument’. Meerssen. [3.16] In 1962 bouwde Koene de turales’ als een eerste manifest van de Bos- 34 32 Opsomming gebaseerd op lijsten O.L. Vrouw van de Wonderdadige Medaille sche School. van architect Tilmanns en broe- te Beek [2.12] en de H. Hartkerk te Mari- Ritzen, geboren in Heerlen in 1896, der Lambertus O.S.B. Die werden arade, Hoensbroek, beiden gesloten. Die werkte vanaf 1919 samen met de architect verder niet onderzocht in dit kerken tonen de invloed van de tweede fase A.J.N. Boosten (1873-1951). Ze ontwierpen artikel. van de Bossche School, die later in dit artikel en verwezenlijkten verschillende kerken in 33 Zie bijvoorbeeld: Boer, ‘Gewijde wordt besproken. Bij die tweede fase sluiten en rond Maastricht, waaronder de betonnen Kunst’; Van der Meer, ‘Histo- ook de architecten J. Bijnen uit Oss, J. Van koepelkerk H. Hart van Jezus uit 1921 [3.2] rische gegevens betreffende de wezenlijke elementen van het der Pluijm uit Bunde en Van Hest uit Venlo en de kerk in Eygelshoven in expressieve tra- 35 kerkgebouw’; Van der Laan, aan. Ook de architecten Jo Turlings jr. uit ditionele architectuur. Ritzen, die bewon- ‘Kleding’; Id., ‘Over de invloed Roermond en A.J.H.M. (Fons) Vermeulen dering had voor de gotiek, ontwikkelde met van natuur en bovennatuur op de uit Veldhoven-Eersel volgden de cursus. Boosten een eigen krachtige stijl die op dat vorm van het kerkgebouw’. Vermeulen realiseerde, naast een klein zaal- moment als vernieuwend werd beschouwd.36 34 Ritzen, ‘L’église, maison de Dieu kerk in Venray, in 1960 de St. Josephskerk In 1924 vestigde hij zich in Antwerpen, et les lois architecturales’. te Heelsum, die in 2017 aangewezen is als waarbij hij verder bleef zoeken naar een lo- 35 Schiphorst, ‘Klaarheid moet rijksmonument.31 Architect A. van Hezik, kaal modernisme. [9.5] heersen’, 79. 36 Schwencke, ‘Alphons Boosten’, hoewel in ‘s-Hertogenbosch geboren, bouw- Vanaf 1949 kwam hij in contact met Dom 145. de in 1957 de Barbara kerk te Lindenheuvel, Hans van der Laan via de besprekingen en 37 Bonte, De Geschiedenis van de Geleen, inmiddels gesloopt. [7.1] G. Wijnen confrontaties in de kring in Huijbergen. De Sint-Margaretaparochie Knokke, uit ’s-Hertogenbosch bouwde in Venlo ontmoeting leidde tot een volledige hero- 111. een cultureel centrum en een muziek- riëntering van zijn werkwijze. Hij stapte af school.32 van het functioneel modernisme en zocht 9.5 Dom Hans van de Laan in gesprek Opmerkelijk is de invloed op het werk een ‘soliede geestelijke basis’ binnen wat met Jos Ritzen bij de bouw van de St.- van de architect Jos Ritzen uit Antwerpen, toen omschreven werd als een traditionele Margarethakerk in Knokke. maar oorspronkelijk afkomstig van Maas- aanpak.37 Ritzen vroeg bij het bouwen van [AKD; foto Jozef Bonte] tricht. De ontmoeting met Van der Laan leidde tot een volledige heroriëntering van zijn werk naar een stijl die zuiver Bossche School kan worden genoemd. We besteden er hier in de tweede casestudy dan ook meer aandacht aan. Verder volgden nog P. Lerou van het bureau Margry en Lerou, J.J. Brand uit Venlo en W.J.B. de Jong uit Mook de cur- sus. De invloed van de Bossche School op hun werk is niet direct aanwijsbaar. Spreekbuis van de Bossche-Schoolbewe- ging werd het Katholiek Bouwblad (1946- 1959), opvolger van het R.K. Bouwblad van de AKKV. Alhoewel het blad openstond voor andere visies richtte het zich in eerste instantie volop op de idealen van de Bos- sche School. Lessen, projecten en opinies werden er gepubliceerd en op die manier verspreid in Nederland.33 Verder waren er publicaties in het invloedrijke benedictijner

181 9.6 Sint-Lutgardiskerk in Tongeren, ontworpen door Jos Ritzen. [Foto Caroline Voet]

een kerk altijd advies aan Dom Hans van der muur zijn architectonisch spel krijgt door Laan, alhoewel ze vlak voor de vroegtijdige het hol en het vol, door de openingen en dood van Ritzen onenigheid hadden over de de balken, de kolommen en de pijlers, bouw van de kerk van het Theologisch en Fi- door overstekken en lijsten. Het karakter losofisch Centrum in Leuven.38 Tussen 1950 van de muur was weergevonden. (…) de kerkenbouw werd gezien als het maken en 1952 realiseerde Jos Ritzen in Tongeren 39 de Sint-Lutgardiskerk volgens die nieuwe van ruimte rond het altaar. principes. [9.6-9.7] Er waren verder ook de St.-Benedictusabdij in Achel (1946-1950), de De eerste realisaties van de Bossche School St.-Margaretakerk in Knokke (1955) en het waren een zoektocht naar het verband tussen Theologisch en Filosofisch College in massa en ruimtelijkheid. Ze wilde voorbij de Heverlee (1956). Jos Ritzen was vooral op regionale baksteenarchitectuur van bijvoor- zoek naar een architecturale uitdrukking beeld de kerken in Eygelshoven (Boosten en wars van eigentijdse stijlkenmerken. Ar- Ritzen) of Mol-Esaert (Ritzen). In die eerste chitect Frans De Blauwe, medewerker van fase kwam de Bossche School bij het ontwerp Ritzen, schreef in zijn biografie van Ritzen in van de eigentijdse basilicale kerken echter 1957: niet volledig los van een klassieke ornamen- tiek. Ze zocht naar de verschijningsvorm van De neogotiekers hadden geleerd dat bou- het huis van God door terug te keren naar wen, het samenstellen van de muur, een het prototype van de basilica met zijn eigen spel betekende, een spel met mogelijkhe- tekens en ornamentiek. den maar dat door de vorige generatie ver- Daardoor kregen de Bossche School en 38 Uit een gesprek met Walter loren was. Het betekende een winst voor Nico en Hans van der Laan steeds meer Steenhout, medewerker van Jos de techniek en het bouwen, de eerlijke kritiek. Vooral de klassieke vormentaal in Ritzen, op 6 september 2007. konstructie. (…) Berlage deed de volgende 39 De Blauwe, Jos Ritzen, architect, stap. Hij ontdekte dat het massief van de het basilicale plantype van de bouwwerken 23. werd beschreven als het starre eindresultaat

182 9.7 Interieur van de Sint-Lutgardiskerk, Tongeren. [Foto Caroline Voet]

van een eenzijdig dogmatisch gebruik van van de Bossche School. Een van de eersten het plastische getal. Vanuit de hoek van de die dat uitte was J. N. Constantinus Reijgers- 40 Zie bv. Smit, ‘Kerkelijke bouw- brede modernistische architectuur kregen berg in zijn tekst ‘Terug naar de romantiek’ kunst of bouwkunde?’; English, ze de schertsnaam de ‘basiliekbouwers’. Een uit 1952 in het Tijdschrift voor Liturgie. Hij ‘Kerkbouwkunst van nu in polemiek kwam tot stand tussen de Bossche sprak van de ‘romantische richting der basi- West Vlaanderen’; en Peeters, School en enkele modernistische architecten. liek’, die ontstaan zou zijn uit ‘onwennigheid ‘West-Vlaamse kerkbouw in een Nederlands vizier’, 17. Daardoor werd de Bossche School verbon- in een nieuwe tijd’.41 Maar ook binnen de 41 Constantinus, ‘Terug naar de den aan de vroegere standpunten van Gran- AKKV, die zich meer openstelde voor mo- romantiek’; Id., ‘Het compositie- pré Molière en de Delftse School. Ze werd derne benaderingen, kwam er onenigheid en probleem in de kerkelijke archi- door de critici Smit of English beschreven als commentaar. De redacteur van het Katholiek tectuur’. regressief, dogmatisch, met de rug star naar Bouwblad Van Kranendonk verweet bij zijn 42 ‘Twee bekroonde eindprojecten de toekomst.40 Dat is echter niet hetzelfde als bespreking van de projecten van Brugman en van de cursus kerkelijke architec- het afwijzen van een radicaal functionalisme Sarlemijn, aan wie in 1951 de eerste charters tuur’, 177. en het zoeken van andere grondbeginselen van de Bossche School waren uitgereikt42, 43 Van Kranendonk, ‘Kritische kanttekening’. van architectuur. De basis van een ontwerp dat hun projecten op een eenzijdige manier 43 44 Van der Vaart, Hoe een Bossche moest, volgens Dom van der Laan, niet gebruik maakten van het plastisch getal. School kon ontstaan. Van der gezocht worden in het functionele, het ma- Zelfs de Bossche rector Van Helvoort Vaart verwijst daarbij naar een teriaal of de techniek, maar in een empathi- geloofde langzaamaan in een meer eigentijd- ‘Toelichting op de Sint-Anna- sche benadering die eerder aansloot bij een se vormentaal. Aan de basis daarvan lag zijn kerk te , fototheek Bis- fenomenologische visie op architectuur. Dat studiereis naar Duitsland en Zwitserland, die schoppelijk Bouwbureau te Den werd niet begrepen vanuit het functionalis- georganiseerd werd naar aanleiding van de Bosch’: ‘De verschillende geïn- me van het begin van de jaren 1950. Maar bouw van de Sint-Annakerk in Helmond.44 teresseerden bij deze kerkbouw maakten in januari 1953 een reis ook in andere kringen die meer verbonden Tijdens die reis kwam hij in contact met het naar Duitsland en in april/mei waren met de liturgische beweging en zelfs werk van Böhm en Schwarz, waardoor hij de 1953 een reis naar Zwitserland de AKKV ontstond er groeiende kritiek op architecten van de Bossche School motiveer- om de kerkbouw aldaar te bestu- de formele vormgeving van de architectuur de om meer te experimenteren. Zo werden deren.’

183 45 Pouls, Ware Schoonheid, 236. er ook niet-basilicale kerken gebouwd. Een der Laan sprak in het tijdschrift De Tijd van Hij verwijst daarbij naar een brief van de eerste was de Sint-Annakerk uit 1954 een architectuur die de vorm als hoogste van J. Tillema aan Granpré in Helmond door de architect Jos Bijnen. doel ziet en daardoor ‘een ontwrichting van Molière van 7 mei 1954. Rotter- Die bakstenen hallenkerk met losstaande het bouwproces’ veroorzaakt.46 Toch was dam, Nederlands Architectuur- toren werd gebouwd naar de typologie van de wedstrijd voor de Bossche School een instituut (NAI), Archief Granpré Molière, 1.1-9 en Van Liebergen, een fabriekshal. De vernieuwingen waren er belangrijk teken dat eigenlijk ook de officiële Ars Domini. de oorzaak van dat op 7 mei 1954 Granpré kerk van Rome koos voor moderne architec- 46 Van der Laan, ‘Vernieuwing in Molière zijn medewerking aan het Katholiek tuur. Door de kritiek van de buitenwereld, kerkenbouw te Ronchamp en Bouwblad opzei na enkele aanvaringen met maar ook door contacten met de tweede Syracuse’. redacteur Tillema, die hem te modern was.45 generatie Bossche-Schoolarchitecten als Jan 47 Moonen, Pater Hans van der De berichtgeving in het Katholiek Bouwblad de Jong (1917-2001) werd het onderzoeks- Laan, 8. over de Bossche School verminderde. Nico veld herbekeken. van der Laan vertrok later in 1959 als redac- tielid. De spanning binnen de cursus kerkelijke 1957: de crypte in Vaals, radicale architectuur kwam tot een hoogtepunt naar ommekeer in het werk van Dom aanleiding van de internationale wedstrijd Hans van der Laan voor een bedevaartkerk in Syracuse (Sicilië) in 1955. Vanuit de Bossche School werd een Een jaar na de internationale wedstrijd voor ontwerp van Jan de Jong naar voren gescho- een bedevaartkerk in Syracuse werd in 1956 ven. Winnaar was echter het vormelijk mo- de kerkwijding in Oosterhout gevierd. Die dernistisch project van de architecten Michel kerkopdracht was eerst aan Van der Laan Andrault en André Parat. De protagonisten toevertrouwd, maar zijn ontwerp werd te van de Bossche School uitten openlijk kritiek radicaal bevonden. Uiteindelijk werd hij op dat, volgens hen formalistische, ontwerp, buitenspel gezet en ging de opdracht naar en plaatsten het op één lijn met de kapel van de architect Sluymer. Op de avond van de 9.8 Isometrische tekening van de abdij Le Corbusier in Ronchamp. Dom Hans van kerkwijding kreeg Van der Laan evenwel St. Benedictusberg. de opdracht van prior Truijen van de ab- [Abdij St. Benedictusberg] dij Sint-Benedictusberg om de bestaande gebouwen uit te breiden met een kerk en bijgebouwen.47 Dit komt in de derde case- study aan bod. Vijf jaar daarvoor was Dom Truijen met twaalf andere monniken vanuit Oosterhout naar Vaals getrokken om de leegstaande abdij weer op te richten. Van der Laan werd door prior Truijen en na 1964 ook door de verkozen abt De Wolf altijd bij de werkzaamheden aan het klooster betrokken. Daar kreeg Van der Laan het vertrouwen om zijn gedachtegoed ten volle te exploreren. Het oorspronkelijke klooster, gelegen tussen de heuvels, werd tussen 1921 en 1923 gebouwd door de architecten Dominikus Böhm en Martin Weber in expressionisti- sche stijl met verwijzing naar Moorse en middeleeuwse stijlkenmerken. Van der Laan realiseerde daaraan verschillende aanpas- singen en vereenvoudigingen. Zo voegde hij raamopeningen en een portico toe, maar

184 nam hij ook naar zijn mening overtollige constructie van de crypte besliste Van der 48 Op 11 maart 1959 werd het elementen weg, zoals een centrale toren met Laan, in navolging van een suggestie van ontwerp van de crypte voor cilindertrap of dakoverstekken aan de torens. zijn student architectuur Jan de Jong, maar de eerste keer voorgelegd aan Daardoor wilde hij het geheel in evenwicht tegen het advies van Granpré Molière, om de de welstandscommissie onder voorzitterschap van burgemees- brengen met de latere uitbreiding. Van zijn kapitelen van de kolommen weg te laten.49 ter Breekpot uit Valkenburg. ontwerp uit 1956 werd in 1961 de crypte De overgang van muur naar vloer of plafond De commissie reageerde echter gebouwd en in 1967 de kerk en bijgebouwen. wordt daardoor gerealiseerd zonder plint of negatief en vroeg weer aanpassin- In 1985-1986 volgden de bibliotheek, de sa- lijst. De ramen worden vooral als openingen gen. Op 13 november werd het cristie en een galerij. [9.8] Net als bij de kerk geaccentueerd, door langs binnen en buiten dossier opnieuw behandeld en in Gennep was het ook hier niet eenvoudig gelijke raamopeningen in de muren te voor- volledig afgekeurd. Vaals, Archief om een bouwpermissie te krijgen. Ondanks zien en door het raam zelf in het midden van Abdij Sint Benedictusberg: Kro- aanpassingen aan het ontwerp wilde de de dikke muur te positioneren met een zeer niek Abdij Sint-Benedictusberg. 49 Uit een interview met Dom Pie- welstandscommissie het project niet afhan- slank metalen profiel. Lateien en venster- 48 ter Roose op 30 november 2007. delen. Uiteindelijk gingen Hans en Nico banken vormen doorlopende horizontale 50 AVLD: Dom Hans van der Laan, van der Laan in hoger beroep bij de provin- betonnen elementen in het vlak van de muur. ‘Het plastisch getal dus discretie ciale commissie onder voorzitterschap van Daardoor worden de bouwelementen en de en continuïteit’. Lezing voor de ir. Peutz. In eerste instantie gaf die commis- openingen gedefinieerd door een duidelijke Werkgroep Kerkelijke Architec- sie ook een negatief oordeel, maar mee dank- lijn tussen massa en ruimte. [9.9] tuur, 28 november 1953. zij een schrijven van prior Vincent Truijen De nieuwe vormentaal die Van der Laan werd uiteindelijk toestemming verkregen hanteerde in Vaals, ging gepaard met een voor de bouw van de crypte. heroriëntering van zijn gedachtegoed. Vanaf De voortdurende kritiek op zijn zienswij- 1953 al begon hij meer vanuit een feno- ze, zowel vanuit het klooster van Oosterhout menologische en ervaringsgerichte bena- als uit de omgeving van de Bossche School, dering van de ruimte te denken, waarbij de zette Dom Hans van der Laan ertoe aan grondverhouding 3:4 de basis bleef van de om verder te zoeken dan de oudchristelijke ruimtelijke opbouw.50 Hij wilde loskomen vormen. Hij hield vast aan een basilica-ty- van een bepaalde stijl en zich meer rich- pe, maar verliet het klassieke gebruik van ten op een ontwerpmethode. Het idee om ornamentiek of symboliek. Al tijdens de te werken met een ruimtecel, die hij vanaf

9.9 Crypte van de abdij St. Benedictus- berg. [Foto Caroline Voet]

185 1966 cella zou benoemen, werd gekoppeld architectuur die eerder vernieuwend dan 51 51 Ibid.: Dom Hans van der Laan, aan de ervaringsruimte van een persoon. traditionalistisch was, kreeg het project in ‘Vijfde les over de architectoni- Van daaruit groeide een gebouw, van cella zijn tijd niet veel aandacht of erkenning. De sche dispositie’. Lezing voor de naar hof naar domein. Daarbij werden alle architectuurvisie van Dom Hans zoals die Werkgroep Kerkelijke Architec- schalen op elkaar afgestemd volgens het naar buiten toe bekend geraakte, werd tot in tuur, 3 september 1966. plastische getal, van de kleinste bouwsteen de jaren 1970 vooral getekend vanuit de ba- 52 Dat werd het eerst gepubliceerd tot stedelijke ensembles. Het zou leiden tot siliekstijl en de radicaal anti-moderne positie in zijn boek: Van der Laan, De architectonische ruimte, 1977. Van de ontwikkeling van ‘de architectonische die de Bossche School voor 1957 innam. De der Laan gebruikt de benaming ruimte’, een ruimtelijke filosofie die als basis Bossche School werd door velen nog als te ‘architectonische ruimte’ voor het zou dienen voor zijn ontwerpmethode.52 Hij traditionalistisch beschouwd. eerst in 1960, in de cursus kerke- begon dat ook te benadrukken in zijn lessen Pas in de jaren 1970 volgden sporadisch lijke architectuur, 3, 25 en 23 juli in Den Bossch, waarbij veel aandacht ging enkele publicaties, zowel positief als ne- 1960. Hij sprak al wel vanaf 1947 naar het ontwerpen vanuit een isometrisch gatief.54 In het volgende decennium kreeg van de architectonische werking standpunt in plaats van in plan en gevel. Het het werk van Van der Laan in architectuur- van een gebouw. 53 Rietveld, ‘Boekbespreking’. plastische getal werd daarbij een driedimen- kringen een zekere erkenning dankzij de 54 Onder andere: Van Hoof en Mer- sionaal ontwerpmiddel. tentoonstelling ‘Architectuur, modellen en 55 tens, ‘Wederopbouw der architec- Vanaf 1955 trad naast de realisatie van meubels’ in Eindhoven. De opdrachten tuur bouwde in Vaals abdijkerk’. Vaals een algemene versobering en abstractie voor kerkelijke architectuur lagen tegen dan 55 Tentoonstelling ‘Architectuur, op in de productie van de Bossche School. evenwel bijna volledig stil. modellen en meubels. Dom Hans Een tweede generatie diende zich aan. Vooral Dat was ook in Limburg zo. De latere van der Laan’. Georganiseerd Jan de Jong slaagde erin een vormentaal te sobere stijl, die rond Den Bosch toch nog door William Graatsma, Jos ontwikkelen die een eigen karakter kreeg. veel navolging kende, komt in zijn zuiverste Naalden en Istvan Szénassy, met de medewerking van de Benedic- Voorbeelden daarvan zijn de Sint-Gerardus vorm in Limburg niet voor. Uitzondering in tijnerabdij te Mamelis, het Bon- Majellakerk in Gemert (1957), de H.-Kruis- Limburg, naast de uitbreiding van de abdij nefantenmuseum te Maastricht vinding in Odiliapeel (1959) en de Sint-Ber- Sint-Benedictusberg in Vaals zelf, was de ver- en de Technische Hogeschool narduskerk in Rijswijk (1958). Ze vertonen bouwing in 1986 van de H. Jozefkerk (1957) te Eindhoven. Samenstelling en een functionele detaillering in een combi- in Tegelen door frater Leo Disch O.S.B. naar vormgeving: Hans van der Laan. natie van metselwerk en beton. De doelstel- het gedachtegoed van Van der Laan.56 Eindhoven, 1982. lingen raakten steeds verder verwijderd van Toch zijn er in Limburg vier architec- 56 Met dank aan broeder Lambertus die geformuleerd door Granpré Molière, ten die de cursus in Den Bosch volgden en Moonen O.S.B., die mij daarop attent maakte. De Jozefkerk is se- die bleef vasthouden aan zijn vooroorlogse aansloten bij de tweede generatie. Er is het dert maart 2009 buiten gebruik. principes. Het is vooral die latere sobere stijl werk van de architect Van Hest uit Venlo, 57 Kerk H. Michaël, Venlo (1966) die nu als de typische Bossche School wordt die de verhoudingen sporadisch gebruikte i.s.m. Kimmel. Hij bouwde ook bestempeld. in een zaalkerk in Venlo.57 Opmerkelijkst een klooster voor de domini- Hoewel de stijl van Van der Laan en de zijn echter de kerken van Jos F.M.W. van der canen in Venlo, uit de lijst van Bossche School was geëvolueerd, zou de Pluijm (1916-1995) in Bunde, een kerk van Tilmanns. kritiek blijven bestaan tot in 1960. Dat jaar Jos Bijnen in Venray en het latere werk van 58 Van der Pluym: H. Agnes, 58 Bunde Meerssen (1960); H. Ca- publiceerde Van der Laan zijn boek Het Harry Koene. Het gaat toch om een achttal tharina, Montfort (1964) i.s.m. Plastische Getal. Ondanks het feit dat er nog kerken met gelijkaardige kenmerken. Terwijl J.G.C. Franssen; H. Nicolaas, Sit- niet werd ingegaan op de ontluikende ideeën de Bossche School vanaf 1957 een omme- tard-Geleen, Guttencoven (1965) van de architectonische ruimte, maakte keer maakte naar een strakkere vormentaal, i.s.m. J.G.C. Franssen. Van Koe- het boek toch enige reactie los voorbij het verwerkten Van der Pluijm, Koene en Bijnen ne: H. Jozef Arbeider, Meerssen scheldwoord van basiliekbouwer. Zo kwam verschillende van die nieuwere inzichten in (1959); O.L. Vrouw van de Won- er een positieve boekbespreking van Gerrit hun realisaties. Zij namen niet de typische derdadige Medaille (1962), Beek; Rietveld, die naar het ideeëngoed van Van vormentaal over, maar lieten zich inspireren H. Hartkerk, Hoensbroek (1962); De Vier Evangelisten, Maastricht der Laan keek als een volwaardige eigentijdse door de ontwerpmethode van Van der Laan. 53 (1968). ontwerpmethodologie. Ondanks het feit Daardoor ontwikkelden zij een eigen stijl, 59 Volgens Jacobs en Wiekart, Ker- dat die de belangrijkere tweede fase in het gekenmerkt door een zuivere volumetrie met ken na 1940. werk van Van der Laan inluidde, met een hoofdzakelijk platte of licht hellende daken.

186 Plastische wanden uit ruw metselwerk van natuursteen werden gecombineerd met ran- ke blank geschilderde betonstructuren, die een geprononceerd horizontaal en verticaal lijnenspel weergaven. De plannen werden, net als bij de uitbreidingen van Vaals, ge- kenmerkt door een gelaagde opbouw tussen buiten en binnen, vooral dan in de axiale richting, met portieken binnen en buiten die niet als volumes werden beschouwd, maar als een ontdubbeling van de voorgevel. Dat was vaak ook zo met het altaar en de sacris- tie. In zijwanden werd dan weer afwisselend met grote glaspartijen en staalconstructies of gekleurde glasramen gewerkt. In de plannen kwamen veelvuldig de verhoudingen van het plastische getal terug. Ook de klokkentoren, als die aanwezig was, werd gezien als een apart volume waarin bijvoorbeeld de hoogte 1/7ste is van de breedte. Die kerken hebben allemaal een hoge architectonische waarde en stedenbouwkundige kwaliteit.59 Een boeiend voorbeeld daarvan is de kerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvan- gen van Jos Bijnen uit 1962-1965 in Heide bij Venray, die in de vierde casestudy wordt toegelicht. [9.10-9.11] Jos Bijnen uit Oss nam eind jaren 1950 deel aan de cursus kerkelijke architectuur. Hij plaatste lichte staalconstruc- ties en glaswanden met minimale profielen in contrast met zware plastische wanden uit beton, natuursteen en metselwerk. Zijn werk bleef niet onopgemerkt en kende steeds meer waardering. Voor zijn Sint-Antonius-Abt- kerk in Malden uit 1960 werd in 2002 een verzoek tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst bij de gemeente Heumen ingediend.60 Het kerkbestuur en rector Cox van Venray waren onder de indruk van de kloosterkerk in Aarle-Rixtel en gaven hem in 1962 opdracht voor de bouw van hun kerk ter vervanging van de noodkerk uit 1956.61 aansloten bij de eerste fase van de Bossche 9.10-9.11 Kerk Onze Lieve Vrouw On- Daaruit kan besloten worden dat de School, de basilicastijl, als kerken die geïn- bevlekt Ontvangen in Heide bij Venray, invloed van Dom Hans van der Laan ook in spireerd werden door de ontwerpmethodo- ontworpen door Jos Bijnen. [Foto Caroline Voet] Limburg doorsijpelde. Een tiental Limburgse logie van de tweede fase. architecten kwam in contact met zijn theo- 60 Van Hest, ‘De Sint-Antonius- rieën en architectuur via de cursus kerkelijke Abtkerk in Malden’. architectuur die toen in Den Bosch werd 61 Jacobs en Wiekart, Kerken na gegeven. Er waren daarbij zowel kerken die 1940, 1637.

187 62 Gemeentearchief Venray: Brief Casestudy 1 de Bisschoppelijke Bouwcommissie van van Jos H. Kuitems, bisschoppe- De Sint-Martinuskerk in Gennep, Roermond op basis van esthetische bezwa- lijke inspecteur van bouwzaken, Nico van der Laan, 1954 ren werden afgewezen. 8 december 1950. In de eerste plaats uitte de Bisschoppelijke 63 Ibid.: Brief van Nico van der In 1948 gaf W. Janssen, deken van Gennep, Bouwcommissie bezwaren van budgettaire Laan aan ir. J. Kayser, voorzitter van de Werkgemeenschap van opdracht aan Nico van der Laan om een kerk aard, de kerk zou ‘te grootsch van opzet’ zijn Architecten voor de kerkbouw in te bouwen, dat dus door de tussenkomst waardoor het vooropgestelde budget werd het bisdom Roermond, 24 janua- van architect J.A.M. den Boer, die de deken overschreden. Een reeks van vereenvoudi- ri 1951. in contact bracht met het gedachtegoed van gingen werd voorgesteld: het weglaten van Granpré Molière en de scholastieken. toren en bijgebouwen en het verkleinen van De kerk is een van de eerste belangrijke de crypte.62 Maar de bezwaren gingen verder realisaties in de stijl van de Bossche School. dan dat. Mondeling maakte de Bisschoppe- Ze sluit aan bij de vroegchristelijke architec- lijke Bouwcommissie aan de deken een hele tuur van de vijfde en zesde eeuw en heeft een reeks esthetische opmerkingen over, die ei- basilicale opzet met hoger middenschip, lage genlijk neerkwamen op een totale afkeuring zijbeuken, halfronde koorabside en narthex. van het uiterlijk van de kerk. Zo had volgens Op de middenbeuk is een klassiek timpaan de commissie het geheel een te sterk ‘kloos- geplaatst en de toren is vrijstaand als een tercachet’ en was de kerk te horizontaal. In campanile. [16.3] Samen met Hans van der zijn schrijven via de deken aan de Bouw- Laan ontwikkelde Nico een basilicale kerk in commissie stelde Nico van der Laan dat ‘de natuursteen met toren en uitgebreide bijge- conclusie zou getrokken kunnen worden dat bouwen. Voor de bouw van de kerk werden men mijn werk als zodanig voor het Bisdom vanaf 1950 drie verschillende voorontwerpen Limburg niet aanvaardt’.63 Maar Nico van gepresenteerd, waarvan de eerste twee door der Laan ging in de verdediging en maakte

9.12 Schets van H [Hans van der Laan?] met commentaar, voor Nico van der Laan, over een ontwerp van de Sint- Martinuskerk in Gennep. [Vaals, Abdij St. Benedictusberg, Archief Van der Laan]

188 ook duidelijk dat de Werkgemeenschap van verhoogde abside, waarvan de halve koepel Architecten voor de kerkbouw in het bisdom beschilderd is door Théodore Strawinsky. Roermond zich positief opstelde tegenover [9.4] In 1954 vond de ingebruikname plaats. het plan. Architect Peutz zou die contacten Met deze kerk, en die in De Horst, werden de begeleiden.64 eerste Bossche-Schoolkerken tussen Maas en Ondanks de betrokkenheid van Peutz in Rijn gerealiseerd. die fase van het ontwerp voor Gennep, bleef verdere officiële reactie uit. Nico van der Laan diende in november 1951 een tweede Casestudy 2 ontwerp in waarin bijgebouwen waren weg- De Sint-Lutgardiskerk in Tongeren, gelaten, de kerk werd verhoogd en de dak- Jos Ritzen, 1952 constructie en gevel waren aangepast. Ook dat ontwerp werd door de Bouwcommissie De eerste realisatie van Ritzen die beïnvloed afgekeurd met het argument dat het plan niet werd door de cursus kerkelijke architectuur ‘streekeigen’ was.65 De lijst met 32 bezwaren is de Sint-Lutgardiskerk in Tongeren in van de Bisschoppelijke Bouwcommissie werd Belgisch-Limburg, gerealiseerd tussen 1950 uiteindelijk door P. Everts, lid van de Werk- en 1952. [16.6-16.7] Ze is gelijkaardig aan gemeenschap van Architecten, getemperd.66 de kerk van Nico van der Laan in Gennep. Hij stelde dat de Werkgemeenschap op de Het is een kerk van het basilicatype met een meeste punten geen problemen had met de eenvoudige opzet. Frans De Blauwe schrijft planopbouw en maakte vooral enkele op- daarover: merkingen van organisatorische aard.67 Hij stelde zelfs de eis aan de deken van Gennep (…) Het plan is beangstigend eenvou- dat op zijn minst de voorgevel in natuursteen dig, zonder opschik en sober tot het moest worden uitgevoerd. In augustus 1952 uiterste. (…) Geen krullen geen opsta- werd daarop een derde ontwerp goedge- peling van versieringen en toevoegin- keurd, een verder vereenvoudigde en ver- gen, neen één geheel, een gewoon huis, hoogde versie, met losstaande toren. maar zuiver geleed en gemeten. (…) Net als voor de voorgaande ontwerpen Er is geen gedachte aan demonen van 64 Ibid.: Voetnoot brief van Nico werden uitgebreide studies gedaan, ook door de middeleeuwse gotische wereld. Er is van der Laan aan ir. J. Kayser, voorzitter van de Werkgemeen- Hans van der Laan, naar de verhoudingen niets van de barokke speelsheid. Er is schap van Architecten voor de van alle delen die werden uitgezet volgens nog veel minder de koude schraalheid kerkbouw in het bisdom Roer- het plastische getal. Zowel binnen als buiten van vele hedendaagse zaalkerken. Er mond, 24 januari 1951: ‘Bijgaand werd gestreefd naar een krachtig lijnenspel is alleen het stille schreiden van het ontvangt u een afschrift van mijn door gebruik te maken van doorlopende licht, uit de hoge ramen, over de zachte schrijven aan de werkcommissie. lateien en lijsten. Zo blijven de narthex en vloer,… De gewilde vooropgestelde so- Dit schrijven is in overleg met zijbeuken met hun gelijke hoogte en door- berheid is geen armoede of gebrek aan ir. Peutz tot stand gekomen.’ lopende kroonlijst één horizontaal niveau. fantasie, het is het resultaat van fijne 65 Ibid.: Brief Jos Kuitems, secretaris Bisschoppelijke Bouwcommissie, De verticaliteit wordt bekomen door het beheersing en innerlijke spanning in de 68 aan het R. K. Kerkbestuur van de verhoogde middenschip. Constructieve maatvoering. H. Martinus Gennep, 28 novem- onderdelen zijn in beton. Naast een klein ber 1951. bijgebouw is enkel de voorgevel opgetrok- Het schip wordt gescheiden van de twee zij- 66 Ibid.: Brief van de voorzitter van ken uit mergelsteen, waardoor het zich als beuken door acht kolommen in zandsteen de Bisschoppelijke Bouwcom- afzonderlijk element manifesteert van het met rondbogen. Ook de narthex heeft drie missie aan P. Everts, 3 december fronton en de zijwanden in baksteen. Bin- rondbogen. De abside is sober zonder be- 1951. nenin verdelen zes kolommen met kapiteel schildering of beeldhouwwerk. Opmerkelijk 67 Ibid.: Brief van P. Everts aan de deken van Gennep, 13 december de ruimte in zeven. Ook hier valt vooral de is het visueel sterk aanwezige betonnen bal- 1951. horizontale geleding op tussen kolommen kenrooster van het plafond. Verhoudingen 68 De Blauwe, Jos Ritzen, architect, en boogramen. Het altaar bevindt zich in de van het plastische getal zijn eerder spora- 24-25.

189 disch dan wel systematisch terug te vinden. Bovendien is er geen sprake van een ruimte- werking door belijningen van bijvoorbeeld de kroonlijsten. Het zijn de sobere insnijdin- gen van portaal en ramen die een zuivere ge- leding moeten geven van de bouwonderde- len in hun volumetrie. De kerk is opgebouwd uit lichtkleurige mergelsteen met een plint uit blauwe steen en een zadeldak van blauwe leien. De toren staat los van het schip naast het koor aan de straatkant en vormt door de dynamische plaatsing ervan een soort poort- gebouw bij het betreden van Tongeren.

Casestudy 3 Uitbreiding Sint-Benedictusabdij, Mamelis Vaals, Dom Hans van der Laan, 1956-1986

De functionele organisatie van de crypte is eenvoudig. Voor de opbouw van de ruimte gebruikte Van der Laan zijn plastische getal, maar op een nieuwe driedimensionale ma- nier. Hij introduceerde het idee van nabij- heid, waarbij een omsloten ruimte in relatie wordt gebracht met de dikte van de ontslui- tende wand. Ruimte wordt daarbij gevormd vanuit de invloed van de omringende massa in een relatie die vastligt vanuit de uiterste limieten van de orde van grootte van het plastische getal: één tot zeven. Basis voor de opbouw van de crypte is een ruimtecel die zijn breedte (4,43 m netto) afleidt van de dikte van de wand (69 m). Het rechthoekige gebouw, dat deels is ingegraven in het heu- vellandschap, is door twee reeksen van pijlers in de lengte onderverdeeld in een centrale ruimte met twee zijgalerijen, die op hun beurt begrensd worden door een serie van acht celnissen voor de ingang en de concele- bratie. Elk van die zes series heeft een eigen 9.13 Plan Sint-Lutgardiskerk, ritmische logica die niet is afgeleid van een Tongeren. bepaalde ruimtelijke symmetrie of onderver- [De Blauwe, Jos Ritzen, architect, plaat deling, maar van de proportie tussen massa 20 en 22] en ruimte die is vastgelegd volgens de ver- houdingen van het plastische getal. Vanuit de reeks zijn dat vooral verhoudingen tussen de getallen drie, vier en zeven. Een wand of een

190 reeks van pijlers wordt gezien als een begren- zing van de ruimte met een dichtheid en een ritmiek die in de eerste plaats naar zichzelf en de relatie met de nabije ruimte verwijzen. De verschillende ritmes in die ruimtelijke se- ries verhouden zich tot elkaar als de verschil- lende melodieën van een muzikale compo- sitie. Het geeft een dynamisch effect van een ruimtelijke gelaagdheid. Die ruimtelijkheid wordt versterkt door de afwezigheid van or- namentiek en de rechtlijnigheid binnen het ontwerp. In vergelijking met de voorgaande basilica’s is er hier een verschuiving van een ruimtelijke opbouw die zich vooral afspeelt in de tweedimensionaliteit van het plan en de gevelcompositie naar een ruimte die is opgebouwd als driedimensionale construc- tie. De minimale vormentaal leidt tevens tot een maximaal effect van de ruwe materialen en de ruimtelijke lichtwerking. Van der Laan gebruikte bewust de kwaliteiten van de ver- schillende materialen: gekaleide metselwan- den, bekist beton en geschilderd of gebeitst hout. Samen met colorist Wim van Hooff werkte hij kleurenschema’s uit in verschillen- de grijstinten met kleine toonvariaties. Alle aan de kerk. Ze is opgevat als een successie 9.14 Plan voor de voltooiing van de bouwonderdelen behalve die in natuursteen van kamers met tussenruimten. Door het abdij St. Benedictusberg: plattegrond of beton, maar ook alle houten meubels zijn nieuwe ontwerp wordt men via een gesloten van de hoofdverdieping. [Vaals, Abdij St. Benedictusberg, geschilderd in grijsblauwe en grijsgroene muur van de kerk geleid naar de ingangspor- Archief Van der Laan] tinten, waardoor ze één geheel vormen. Het tiek van het klooster. Een dubbele wand met gevolg van dat kleurenpalet is dat bouwele- zijdelingse openingen geeft uit op de hal. Op menten als een baksteen of een houten plank gelijkaardige wijze is die geschakeld aan het of een meubel geen aandacht opeisen. De atrium. In 1985-1986 werd een tweede bin- aandacht gaat eerder naar het effect van de nenhof aan de kerk gerealiseerd door middel materie en de structuur van hun oppervlak. van een vleugel met bibliotheek en sacristie, Metselwerkverbanden of reeksen van plan- en een open galerij. De bibliotheek is door ken met ruwe houtnerf zijn gehuld in scha- een reeks van pijlers in de langse richting duwtinten, waardoor het de lichtinval is die onderverdeeld in een dubbel hoge circulatie- deze structuren telkens anders benadrukt. ruimte met daarnaast twee niveaus met boe- In 1968 werden de kerk met bijgebou- ken en leestafels. Twee trappen liggen langs wen gerealiseerd. De kerk is ontworpen op de pijlers in elkaars verlengde. Zo ontstaat de crypte als een rechthoekige doos met hier, net als in de crypte, een gelaagdheid in centrale middenbeuk, omgeven door twee de langse richting met daar loodrecht op het zijgalerijen en een dwarse galerij achter de binnenkomende licht. zaal. Aan de inkom van de kerk en crypte Behalve de architectuur ontwierp Van der functioneert een atrium als een scharnier- Laan ook alle meubels, kledij en vaatwerk, ruimte op twee niveaus naar het oorspronke- waardoor het project kan beschouwd worden lijke klooster van Böhm en Weber enerzijds als een totaalwerk. In 1968 verhuisde hij zelf en de nieuwe klokkentoren en inkompartij naar Vaals, waar hij tot zijn dood verbleef. anderzijds. [9.1] De inkompartij ligt parallel 191 9.15 Doorsnede van de abdij St. Bene- dictusberg. [Vaals, Abdij St. Benedictusberg, Archief Van der Laan]

9.16 Isometrische tekening van de abdij St. Benedictusberg. [Vaals, Abdij St. Benedictusberg, Archief Van der Laan]

192 9.17 Maquette van de kerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen van ar- chitect Jos Bijnen in Heide bij Venray. [Gemeentearchief Venray]

Casestudy 4 door de galerij aan de voorzijde dienstdoet De kerk Onze Lieve Vrouw Onbe- als lage portiek. De draagstructuur van het vlekt Ontvangen in Venray, Jos betonnen dak is herleid tot vier zware lang- Bijnen, 1962-1965 gerekte pijlers die door hun plaatsing het binnenkomen in de kerk begeleiden. Nadat In de kerk van Jos Bijnen in Heide zien we men de kerk door de deuren betreedt, komt zowel de typische afwisseling tussen open men in een tweede schakelruimte die met en gesloten als het contrast tussen materia- vier slanke pijlers met latei een ritmische len. [9.10-9.11]De opbouw laat de invloed overgang maken. De galerij achter het altaar van Van der Laan zien in het gebruik van heeft dezelfde gelaagdheid van pijlers met galerijen en de ruimtelijke schakeling. Het een gesloten wand, waarachter onder andere geheel is opgevat als een stedelijk ensem- de sacristie zich bevindt. De galerijen en het ble met een sequentiële benadering van de schip zijn aan de zijwanden en lichtbeuken toegang van de kerk, die geleid wordt via de gescheiden door een open glazen strip, waar- losstaande klokkentoren en een waterpartij. door ze vanuit het schip en ook van buiten De toren heeft een subtiele hoekverdraaiing als verschillende volumes in elkaar haken. tegenover de kerk. De opzet van de vierkante De twee zijwanden en ook de pijlers buiten kerk bestaat uit een schip met zadeldak en zijn in ruw metselwerk met brede voegen en twee galerijen onder een lager lessenaarsdak. patronen. Ze staan in contrast met de gladde Opmerkelijk is dat de organisatie van de wand van smalle pijlers en latei die de over- kerk een kwartslag gedraaid is. De normaal gang met de galerij maakt. Het altaar staat zo geconcipieerde zijbeuken worden zo eerder aan de langse zijde van de zaal, waardoor de galerijen met een andere, aparte functie. De viering dicht bij de mensen plaatsvindt. Of zaal zelf is opgevat als een open binnenplein. Bijnen contact had met Van der Laan of an- De galerijen vormen in hun gelaagdheid dere architecten van de Bossche School over van pijlers, glaswanden en muurvlakken het plan van de kerk is niet te achterhalen. een geleidelijke overgang tussen binnen en Wel is het zo dat de ruimtelijke dynamiek te- buiten. Door die hoekverdraaiing ligt de rug te brengen is tot een eenvoudig plan van inkom dwars op de nok van het schip, waar- grondverhoudingen, met één onderliggend

193 9.18 Analyse van de kerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen in Heide bij Venray. [Foto Caroline Voet]

ontwerpprincipe, zoals in de abdij in Vaals. de galerijen tot het schip of portiek en sacris- Bijnen ontwierp ‘op maat’. Bij analyse van de tie tot het kerkgebouw, verhouden zich als ruimte wordt het plastische getal op verschil- één tot zeven. Tussen de kolommen van de lende manieren teruggevonden. Zo zijn van portiek, in gevelverdelingen en in de opbouw kleine tot grote schaal de verschillende delen van de toren is die verhouding ook te vinden. in de grondverhouding van drie op vier ge- Die werkwijze verleent samenhang aan het plaatst, van bijvoorbeeld het grondplan van geheel. Net als in Vaals verkrijgt het gebouw de klokkentoren tot het gehele ensemble. zijn dynamische ruimtelijkheid niet vanuit Ook de onderlinge plaatsing van de verschil- eenduidige vrije vormelijke lijnen, maar door lende volumes van kerk, pastorie en klokken- de samenklank van een lijnenspel dat vanuit toren gebeurt volgens de verhouding drie op één grondakkoord is opgebouwd. vier of vier op zeven. Tussenruimten, zoals

194 BIBLIOGRAFIE

Archieven Laan, Hans van der. ‘Vernieuwing in kerkenbouw Remery, Michel. Katholieke architectuur van de te Ronchamp en Syracuse. Architectonische twintigste eeuw. De vier architecten van de Leidse Antwerpen, Architectuurarchief Provincie Ant- ordonnantie en plastische verhoudingen’. De familie Van der Laan. Hilversum, 2018. werpen, Archief Jos Ritzen. Tijd, 13 juli 1957, 10. Rietveld, Gerrit Thomas. ‘Boekbespreking’. Bouw- Rotterdam, Nederlands Architectuurinstituut Laan, Hans van der. Le nombre plastique. Quinze kundig Weekblad, 78 (1960), 403. (NAI), Archief Granpré Molière. leçons sur l’ordonnance architectonique. Leiden, Ritzen, Jos. ‘L’ église, maison de Dieu et les lois ’s-Hertogenbosch, Archief bisdom ’s-Hertogen- 1960. architecturales’. L’ Artisan et les arts liturgique, 3 bosch, Archief Bisschoppelijk Bouwbureau. Laan, Hans van der. Het plastisch getal. Leiden, (1951-1952), 141-146. Vaals, Abdij St. Benedictusberg, Archief Van der 1967. Schiphorst, Ludwien. ‘‘Klaarheid moet heersen’. Laan (AVLD). Laan, Hans van der. Il Numero Plastico. Vertaald Architect Jos Ritzen, compagnon van Alphons Vaals, Archief Abdij Sint Benedictusberg, Kroniek door Luigi Filipetto. Milaan, 2002. Boosten 1920-1923’. Het Land van Herle. Histo- van de abdij van Vaals. Laan, Hans van der. De architectonische ruimte. risch tijdschrift voor oostelijk Zuid-Limburg, 56 Venray, Gemeentearchief Venray. Leiden, 1977. (2006) 3, 79-91. Laan, Hans van der. Architectonic Space. Vertaald Schwencke, A. ‘Alphons Boosten 1873-1951’. Literatuur door Richard Padovan. Leiden, 1983. Katholiek Bouwblad, 18 (1951) 10, 145-156. Berlage, Hendrik Petrus. Schoonheid in samen- Laan, Hans van der. L’Espace architectonique. Ver- Smit, Gabriel. ‘Kerkelijke bouwkunst of bouw- leving. Rotterdam, 1919. taald door Dom Xavier Botte. Leiden, 1989. kunde?’ Roeping, 28 (1951-1952), 263-267. Boer, Dom. ‘Gewijde Kunst’. Lezing in: Katholiek Laan, Hans van der. Der architektonische Raum. Ook gepubliceerd in het Katholiek Bouwblad, 19 Bouwblad, 14 (1946-1947), 133-138. Vertaald door Ulrich Hahn, Anne Tebartz- (1951-1952) 22, 348. Bonte, Jozef. De geschiedenis van de Sint-Margare- Van Elst en Kees den Biesen. Leiden, 1992. ‘Twee bekroonde eindprojecten van de Cursus taparochie Knokke. Knokke-Heist, 2001. Laan, Hans van der. Lo Spazio Architectonico. kerkelijke architectuur’. Katholiek Bouwblad, 19 Constantinus O.F.M. Cap. [J.N. Reijgersberg]. Vertaald door Luigi Filipetto. Milaan, 2000. (1951-1952) 12, 177-183. ‘Terug naar de romantiek’. Tijdschrift voor Litur- Laan, Hans van der. Het vormenspel der liturgie. Vaart, Frans Jozef van der. Hoe een Bossche School gie, 36 (1952), 40-43. Leiden, 1985. kon ontstaan en aanleiding was tot heftige dis- Constantinus O.F.M. Cap. [J.N. Reijgersberg]. ‘Het Laan, Hans van der. La Forma: natura, cultura e cussie: de ontwikkeling van een architectuurvisie. compositieprobleem in de kerkelijke architec- liturgia nella vita umana. Vertaald door Kees Boschboom Bladeren, 39. ’s-Hertogenbosch, tuur’. De Nieuwe Eeuw, 35 (23 januari 1954), 8. den Biesen. Milaan, 2000. 1991. De Blauwe, Frans. Jos Ritzen, architect. Antwerpen, Laan, Hans van der. The Play of Forms. Vertaald Van Hoof, Guido en Mertens, Anthony. ‘Wederop- 1957. door Richard Padovan. Leiden, 2005. bouw der architectuur bouwde in Vaals abdij- Eijkelboom, Gert en Vermeer, Gerrit. ‘Sint-Joseph- Licht, Tobias en Ritzler, Benedikt. Jacques Mari- kerk. Het beste van wat wij hebben: eerlijke kerk te Heelsum aangewezen als gemeentelijk tain – Philosophie und Politik aus katholischem ruimte voor eredienst’. Interview met Dom monument’. Cuijpersbulletin, 22 (2017), 2, 9-22. Glauben. Karlsruher Beiträge zu Theologie und Hans van der Laan in Standaard der Letteren, English, Michel. ‘Kerkbouwkunst van nu in West Gesellschaft 3. Karlsruhe, 2002. 9 april 1971. Vlaanderen’. De Autotoerist, 10 (16 april 1957), Liebergen, Léon van (red.). Ars Domini. Een gebed Voet, Caroline. ‘The Poetics of Order: Dom Hans 547-553. zonder end. Cataloog Museum voor religieuze van der Laan’s Architectonic Space’. Architec- Esschert, Marijke van den. ‘Tegen de ontzuiling in kunst Uden. Uden, 1995. tural Research Quarterly, 16 (2012) 2, 137-154. het Algemeen Kristelijk Kunstenaarsverbond’. Meer, van der. ‘Historische gegevens betreffende de Voet, Caroline en Schoonjans, Yves, ‘Architectonic Erasmusplein, 7 (1996) 3, 4-6. wezenlijke elementen van het kerkgebouw’ (le- Space as a Contemporary Interpretation of Haan, Hilde de, en Haagsma, Ids. Gebouwen van zing). Katholiek Bouwblad, 16 (1948-1949), 15-16. Connaissance Poetique within Sacred Archi- het Plastische Getal. Een lexicon van de ‘Bossche Moonen, Fr. Lambertus O.S.B. Pater Hans van tecture’. Conference proceedings, Between the School’. Haarlem, 2010. der Laan O.S.B. Zijn werk als monnik van de Concept and Identity. Communications II. In- Hest, Joost van. ‘De Sint-Antonius-Abtkerk in St. Paulusabdij te Oosterhout. 1995. Getypt, in ternational Congress of Contemporary Religious Malden’. Venster. Kwartaalblad van de Stichting eigen beheer verspreid. Mamelis: Abdij Sint Architecture, Ourense, Spain, 12-14th Novem- Oude Gelderse Kerken, 3 (februari 2005), 10. Benedictusberg, 1998. ber, 2009. Heynickx, Rajesh. On the Road with Maritain: Padovan, Richard. Dom Hans van der Laan: Voet, Caroline en Schoonjans, Yves. ‘Benedictine European Modernist Art Circles and Neo- Modern Primitive. Architectura & Natura. Thought as a Catalyst for 20th Century Liturgi- Thomism during the Interwar. Nijmegen, 2008. Amsterdam, 1994. cal Space: The Motivations behind Dom Hans Jacobs, Antoine en Wiekart, Bart. Kerken na 1940. Peeters, C.J.A.C. ‘West-Vlaamse kerkbouw in een van der Laan’s Ascetic Church Architecture’ in: Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouw- Nederlands vizier’. West Vlaanderen, 13 (1964) Hilde Heynen en Janina Gosseye (red.). Pro- kunst na 1940. Roermond, 2003. 73, 17-35. ceedings of the Second International Conference Kranendonk, Antoon van. ‘Kritische kanttekening’. Pouls, Jos. ‘De kunstenaarsdagen van de Algemene of the European Architectural History Network. Katholiek Bouwblad, 19 (1951-1952), 178-183. Katholieke Kunstenaarsvereniging in Huijbergen Brussel, 2012, 225-261. Laan, Hans van der. ‘Kleding’ (lezing). Katholiek (1932-1940). Bakermat van de Delftse School’. Bouwblad, 14 (1946-1947), 98-104. Trajecta, 10 (2001) 2-3, 160-183 en 225-243. Laan, Hans van der. ‘Over de invloed van natuur en Pouls, Jos. Ware Schoonheid of louter praal. De bovennatuur op de vorm van het kerkgebouw’ Bisschoppelijke Bouwcommissie van Roermond (lezing in ’s-Hertogenbosch, 30 oktober 1948). en de kerkelijke kunst van Limburg in de twintig- Katholiek Bouwblad, 16 (1948). ste eeuw. Maastricht, 2001.

195