De Octrooibaarheid Van Software
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 DE OCTROOIBAARHEID VAN SOFTWARE Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Florian De Rouck Studentennr 00803329 Promotor: Hendrik Vanhees Commissaris : Brecht Lambrech ~~~~ Opgedragen aan Maie & Pepe, Voor hun dagelijks meeleven en bezorgdheid, Wiens wilskracht een inspiratie is voor elke uitdaging, En voor wie dit werk, minstens één keer, hen heeft verhinderd tijdig te eten. ~~~~ Inhoudstafel 0. LIJST MET AFKORTINGEN .......................................................................................................... 1 I. INLEIDING ................................................................................................................................. 1 II. OP ZOEK NAAR DE IDENTITEIT VAN OCTROOIEN OP SOFTWARE ................................................. 3 HOOFDSTUK 1 : Wat is software? ..................................................................................................... 3 §1. De anatomie van een computerprogramma ............................................................................. 3 §2. De auteursrechtelijke ” instructies” .......................................................................................... 5 §3. Het octrooirechtelijke “technisch resultaat” ............................................................................. 7 §3. Overzicht : Matter vs Mind ...................................................................................................... 10 HOOFDSTUK 2 : Het computerprogramma tart de fundamenten van het octrooi ........................ 13 §1. Inleiding ................................................................................................................................... 13 §2. Gevaar van een té ruim toepassingsgebied ............................................................................ 14 §3. Octrooien zijn er voor uitvindingen ......................................................................................... 14 §4. De (Europese) beschermingsvoorwaarden ............................................................................. 16 §5. Een beleidsmatige keuze ......................................................................................................... 18 HOOFDSTUK 3 : Octrooieren in Amerika ......................................................................................... 21 §1. Het eerste softwareoctrooi in de V.S. ..................................................................................... 21 §2.Oorspronkelijke terughoudendheid… ...................................................................................... 22 §3. …Latere omarming .................................................................................................................. 24 §4. Een ommekeer of business as usual? ...................................................................................... 27 §5. Conclusie ................................................................................................................................. 31 HOOFDSTUK 3 : Softwareoctrooien in de economie ....................................................................... 33 §1. Inleiding ................................................................................................................................... 33 §2. Symptomen van een uit de hand gelopen systeem ................................................................ 34 §3. De symptomen onder de loep ................................................................................................. 43 §4. Onderzoek en ontwikkeling ..................................................................................................... 47 §5. Conclusie ................................................................................................................................. 48 III. DE OCTROOIBAARHEID VAN COMPUTERSOFTWARE IN EUROPA ................................................. 50 HOOFDSTUK 1 : Octrooieerbaarheid van software onder het EOV ................................................ 50 §1. Wat werd bedoeld als uitvinding onder artikel 52 EOV? ....................................................... 51 §2. De invloed van het TRIPS ......................................................................................................... 55 §3. Conclusie ................................................................................................................................. 55 I HOOFDSTUK 2 : Een computerprogramma dat geen computerprogramma is? – Een overzicht van de rechtspraak van het EOB ............................................................................................................. 56 §1. Inleiding ................................................................................................................................... 56 §2. VICOM - en de beoordeling uitgaande van de bijdrage tot de gekende technologie ............. 57 §3. IBM en de beoordeling uitgaande van het technisch karakter ............................................... 60 §4. De letterlijke benadering van ‘as such’ ................................................................................... 65 §5. Terug naar de onduidelijkheid................................................................................................. 66 §6. Lex dura sed lex ....................................................................................................................... 68 HOOFDSTUK 3 : DE GEFAALDE RICHTLIJN ........................................................................................ 72 §1. De aanloop .............................................................................................................................. 72 §2. Het voorstel tot richtlijn .......................................................................................................... 76 §3. Falen van de richtlijn ............................................................................................................... 78 HOOFDSTUK 4. Where are we now and where do we go from here? ............................................ 80 IV. Conclusie .......................................................................................................................................... 81 II “Just as with arms, merely because people want them is not sufficient reason for giving them” - Jacob LJ in Aerotel Ltd v Telco Holdings Ltd & Ors, paragraaf 19. III 0. LIJST MET AFKORTINGEN EOV Europees Octrooiverdrag EOB Europees Octrooibureau V.S.A. Verenigde Staten van Amerika kmo Kleine of middelgrote onderneming WIPO World Intellectual Property Organisation USPTO - PTO United States Patent and Trademark Office BPAI Board of Patent Appeals and Interferences CAFC United States Court of Appeals for the Federal Circuit CCPA The United States Court of Customs and Patent Appeals PTAB Patent Trials and Appeals Board GAO Government Accountability Office DPA Defensive Patent Aggregation R&D Research & Development NPE Non-practicing entity TRIPS Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights CGU In computers-geïmplementeerde uitvinding KvB Kamer van Beroep bij het Europees Octrooibureau GKvB Grote Kamer van Beroep bij het Europees Octrooibureau SME Small and medium-sized enterprises IV I. INLEIDING 1. Toen in oktober 1965 de ‘Programma 101’ door de Italiaanse producent Olivetti werd ge- presenteerd in de New York World fair kon de pers amper haar enthousiasme temperen1. De idee ontstond dat een computer beschikbaar zou kunnen worden voor elk individu. Meer nog, de computer zou gedurende het hele leven centraal komen te staan: als hulpmiddel bij het organiseren van het professionele leven, maar ook ten dienste van het vrijetijdsleven2. De 50 jaar oude advertenties tonen geen twijfel, zelf vanuit het bad of uit een strandstoel aan het zwembad, de computer zou het leven van de toekomst domineren. Anno 2013 is de droom van deze pioniers van de computerindustrie uitgekomen, waarbij de commerciële belangen nog nooit zo groot zijn geweest. Een geheel assortiment van gebruiks- vriendelijke apparaten staat ter beschikking van de consument en de professioneel: zij het desktops, laptops, smartphones, tablets, e-readers en andere. Spitsvondige technieken domi- neren het dagdagelijkse leven van deze miljarden mensen, dag en nacht. In deze nieuwe we- reld worden de nieuwe uitvindingen, vaak uitgewerkt tot op moleculair of atomair niveau3, gestuurd en gedragen door software. 2. Het is die software die zal blijken een zeer moeilijk te benaderen concept te vormen in de wereld van de conventionele uitvindingen. Software zelf lijkt eindeloos verder te staan dan het algoritme in de tijd van haar grondlegger Augusta Ada Byron Lovelace4 in de eerste helft van de 19de eeuw. En om die reden blijft al jarenlang grote juridische onzekerheid bestaan om haar statuut en haar beschermingsmogelijkheden. Een rechtszekerheid die moeilijk kan ver- oorloofd worden voor een technologiewonder dat onze eeuw domineert. 3. De vraag die zich daarbij stelt is niet alleen of een systeem als octrooibescherming, die terug gaat tot 15e eeuws Venetië, legaal bescherming kan bieden aan uitvindingen die betrekking hebben op software in het kader van de huidige wetgeving, maar ook of dat hoegenaamd passend en wenselijk is. Om die vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk onszelf te dwingen soms een kijk te nemen buiten het strikt juridische. We zullen daarbij nagaan waarom computersoftware afwijkt van de klassieke industriële