Ik Hou Van Holland, Een Parodie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een ironische blik op de werkelijkheid? Een onderzoek naar nationale stereotypering en het gebruik van ironie in het programma Ik Hou van Holland. www.rtl.nl/shows/ikhouvanholland Naam: Christa Klop Studentnummer: 311380 E-mail: [email protected] & [email protected] Begeleider: Drs. Allerd Peeters Tweede lezer: Prof. dr. Susanne Janssen Datum: 7 augustus 2011 Master: Media en Journalistiek 2010 - 2011 Erasmus School of History, Culture and Communication. Erasmus Universiteit Rotterdam. Although stereotypes may take very different verbal and nonverbal forms, language is probably the dominant means by which they are defined, communicated and assessed. Wigboldus, 1997, p. 5. Voorwoord Met deze thesis rond ik de master Media en Journalistiek af. Na drie jaar Algemene Cultuurwetenschappen en het volgen van mediavakken in Sydney was deze master een interessant en uitdagend vervolg op mijn bachelor. Voor u ligt het resultaat van mijn onderzoek. In deze thesis is kennis over ironie, stereotypering en de media samengevoegd tot een mooi eindresultaat. Voor mijn thesis heb ik een onderwerp gekozen dat mijn interesse in taal en cultuur combineert met mijn belangstelling voor de mediawereld. Gedurende het schrijven ben ik erachter gekomen dat het onderwerp niet altijd even makkelijk was. Uiteindelijk heb ik mijn gestelde doelen gerealiseerd en sluit deze periode met een tevreden gevoel af. Deze thesis heb ik met veel genoegen geschreven. Er zijn een aantal mensen die mij bij het schrijven van deze thesis geholpen hebben en die ik daarom in dit voorwoord wil bedanken. Allereerst wil ik Allerd Peeters bedanken voor zijn begeleiding tijdens het schrijven van mijn thesis. Bedankt voor alle adviezen. Ook bedank ik mijn tweede lezer Susanne Janssen. Verder bedank ik mijn ouders voor hun luisterend oor en de respondenten voor hun tijd en het delen van hun mening. Christa Klop Rotterdam, augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................................................. 6 1.1 Ik Hou van Holland .......................................................................................................... 9 2. Stereotypering, ironie en kijkhouding .................................................................................. 13 2.1 Stereotypering ................................................................................................................. 13 2.1.1 Stereotypering als complex begrip........................................................................... 14 2.1.2 Het collectieve perspectief versus het individuele perspectief ................................ 15 2.1.3 Functies van stereotypering ..................................................................................... 16 2.1.4 „Wij‟ tegenover de „Ander‟ ...................................................................................... 17 2.2 Nationale stereotypering ................................................................................................. 19 2.2.1 Stereotypering van Nederlanders ............................................................................. 21 2.3 Taal en stereotypering .................................................................................................... 23 2.3.1 Ironie ........................................................................................................................ 24 2.3.2 Verbale en non-verbale ironie .................................................................................. 26 2.3.3 Functies van ironie ................................................................................................... 28 2.3.4 Relatie ironie en stereotypering ............................................................................... 29 2.3.5 Gender en ironie ....................................................................................................... 30 2.4 Televisie en kijkhouding ................................................................................................ 31 3. Methoden .............................................................................................................................. 35 3.1 Inhoudsanalyse ............................................................................................................... 35 3.1.1 Onderzoekseenheden ............................................................................................... 36 3.1.2 Werkwijze en operationalisatie ................................................................................ 36 3.1.3 Informele kwalitatieve inhoudsanalyse.................................................................... 39 3.2 Aanvullend kwalitatief onderzoek met kijkers ............................................................... 40 3.2.1 Topiclijst .................................................................................................................. 41 3.2.2 Werkwijze en analyse .............................................................................................. 42 3.2.3 Respondenten ........................................................................................................... 43 3.3 Betrouwbaarheid ............................................................................................................. 44 4. Resultaten ............................................................................................................................. 48 4.1 Hoeveelheid en soorten Nederlandse stereotypen .......................................................... 48 4.1.1 Resultaten interviews: „het kneuterige Nederland‟ .................................................. 56 4.2 Ironie en humor voeren de boventoon ............................................................................ 57 4.2.1 Resultaten interviews: complexiteit ironie .............................................................. 60 4.3 Verband ironie en stereotypen ........................................................................................ 61 4.3.1 Resultaten interviews: belachelijke overdrijving van Nederlanders ........................ 62 4.4 Gender, ironie en stereotypen ......................................................................................... 63 4.4.1 Resultaten interviews: grote rol weggeld voor Linda en de teamcaptains .............. 65 4.5 Geen Nederlandse stereotypering, maar wel ironie ........................................................ 66 5. Conclusie .............................................................................................................................. 69 5.1 Kritische reflectie en mogelijk vervolgonderzoek ......................................................... 72 Literatuur .................................................................................................................................. 75 Bijlage A. Codeboek ................................................................................................................ 80 Bijlage B. Topiclijst interview kijkers ..................................................................................... 87 Bijlage C. Transcript aflevering Ik Hou van Holland .............................................................. 90 Bijlage D. Interview transcripten ........................................................................................... 105 1. Inleiding Welkom bij de gezelligste zaterdagavondshow op RTL4, waarbij je op een ontzettend leuke manier en volledig ongesubsidieerd Nederlandse cultuur kunt opsnuiven. Midden tussen al onze koeien staan natuurlijk een aantal hoogbegaafde BN-ers, 13 november 2010. Deze uitspraak deed Linda de Mol in het programma Ik Hou van Holland en is het begin van een uitzending. Teams van bekende Nederlanders doen in het programma wat kinderen op de basisschool ook doen. Eerst spelling, dan een lied zingen, daarna het spel „een geheim doorvertellen‟, gevolgd door een quiz en tot slot het woord tekenen of een rebus. Spelletjes die miljoenen mensen bekijken en fantastisch vinden. Klompen, tulpen, kaas, fietsen, grachten, koeien en molens zijn verschillende thema‟s die in het programma Ik Hou van Holland naar voren komen. In bovenstaand citaat worden - in de eerste seconden van het programma - dingen uit de Nederlandse cultuur genoemd. Bij het kijken van dit programma staat elke keer weer een meute mensen, gekleed in de kleuren van de Nederlandse vlag, te zingen. Dat, de hoge kijkcijfers en de titel van het programma hebben mijn aandacht getrokken. “Wat wij weten van Nederland, of wat wij horen te weten” zo start Linda de Mol op 8 maart 2008 met het programma, waarin traditionele beelden van Nederland worden uitvergroot. Steekt het programma de draak met Nederland en zijn inwoners? Volgens eindredacteur Inge Brandt kan het programma niet Nederlands genoeg zijn. “Het kan gewoon niet té Nederlands zijn. Des te meer des te beter” (I. Brandt, persoonlijke communicatie, 26 februari, 2011). In een telefonisch interview met eindredacteur Inge Brandt ben ik in de beginfase van het onderzoek meer te weten gekomen over het hoe en waarom in de uitzendingen. Eindredacteur Inge Brandt vertelde in dit interview meer over de inhoud en het succes van het programma. Zij vertelde dat het programma zeer succesvol is en dat er in de afgelopen seizoenen niets aan de formule is veranderd, maar dat er wel steeds meer mensen naar het programma kijken. “Vragen zijn de basiskennis en kinderen kunnen met hun ouders kijken. Het is een ouderwets gezellige familieshow”