<<

NATUURBOERDERIJ

EYTEMAHEERT

Leutingewolde- - De Onlanden Leekstermeergebied Projectplan voor de ontwikkeling van Natuurboerderij Eytemaheert

Voorwoord

Wij, Maurits en Jessica Tepper, begonnen in 2015 aan het Eytemaheert avontuur. Het duurzaam en natuurlijk houden van de prachtige, raszuivere Groninger Blaarkop koe. Wij gingen leveren aan een restaurant in Groningen en aan de particuliere klant middels de webwinkel. Met afzet door het hele land begon dit al gauw heel goed te lopen. Eytemaheert.nl bleef zich verder ontwikkelen en wij namen andere duurzame/biologische boerderijproducten op in ons assortiment.

Onze veestapel groeide en onze plannen om onze duurzame veehouderij én agrarisch natuurbeheer verder te ontwikkelen groeide mee.

In het voorjaar van 2017 ontstond er een waardevolle samenwerking met Ate en Pamela Meijer. Ate met zijn roots in de omgeving Groningen en Drenthe en in het bezit van een leegstaande boerderij in . Door de handen ineen te slaan, konden wij tezamen efficiënter en spoediger groeien tot het punt waarop we nu staan. Een prachtige veestapel, een goed benutte stal en hectares in Leutingewolde. We zijn ondernemend en gedreven om van Natuurboerderij Eytemaheert een succes te maken.

Ons doel is een natuurboerderij concept waarbij een natuurinclusieve kringlooplandbouw vorm krijgt, met een hoofdrol voor de zeldzame dubbeldoelkoe de Groninger Blaarkop. Dit geven wij vorm in het fraaie noord Drentse landschap, waarbij recreatie en toerisme een belangrijke rol spelen. Op deze wijze wordt de omgeving verrijkt op diverse vlakken, een prachtkans voor Drenthe.

De provincie Drenthe heeft kenbaar gemaakt zich in te gaan zetten voor een verduurzaming van de veehouderij en wil zich ontwikkelen middels het Programma Natuurlijk Platteland, waarbij de drie thema’s Beleven, Benutten en Beschermen van belang zijn. In dit projectplan nemen wij u mee met onze plannen, en tonen wij u hoe wij met Natuurboerderij Eytemaheert deze drie thema’s optimaal vorm kunnen geven.

Maurits en Jessica Tepper September 2018

2

Inhoudsopgave Inleiding 4 Beleven, Benutten, Beschermen 1. Beleven 5 1.1 Natuurrecreatie 5 1.1.1 Wandelen/fietsen 5 1.1.2 Verblijfsrecreatie 6 1.2 Vergaderen en Horeca 6 1.3 Wetenschap en Educatie 6 2. Benutten 8 2.1 Duurzame veehouderij 8 2.1.1 Kringlooplandbouw 9 2.2 Functionele natuur 10 2.2.1 Wetenschappelijk onderzoek 10 2.2.2 Waterwingebied 12 2.2.3 Natuurinclusieve landbouw 12 2.3 Economische ontwikkeling 13 2.3.1 Winkel 13 2.3.2 Korte Keten 14 2.3.3 Werkgelegenheid 15 2.4 Afstand tot stedelijk gebied of grote toeristische voorzieningen 16 3. Beschermen 17 3.1 Agrobiodiversiteit 17 3.1.1 Groninger Blaarkop 17 3.1.2 Schoonebeeker heideschaap 17 3.1.3 Overige inheemse rassen 18 3. 2 Biodiversiteit 18 3.3 Duurzame energie 21 4. Aangehaalde Bronnen 22 5. Bijlagen 23

3

Inleiding Met het Programma Natuurlijk Platteland heeft de provincie Drenthe gegadigden opgeroepen plannen en ideeën te delen om bij te dragen aan dit programma.

In dit projectplan is te lezen hoe wij denken dat Natuurboerderij Eytemaheert een belangrijke bijdrage kan leveren aan de provinciale wens voor het versterken van Beleven, Benutten en Beschermen van de natuur in Drenthe, zij het bestaande, zij het nieuwe natuur. Met een Natuurboerderij in het noordelijk gelegen Leutingewolde benut men een unieke locatie, welke nu vooral wordt ingezet voor intensieve landbouw. Door deze omgeving in te zetten als agrarische natuur, wordt de verbinding gelegd met de nu al aanwezige natuur in het gebied.

Leutingewolde was ooit de “hooischuur van Drenthe” met lage natte weilanden rond de Esch, en haver- en hopproductie op de 1,5 meter hoger gelegen Esch. De landbouw ging hand in hand met natuur: boerenlandvogels hadden een plek en er was volop ruimte voor biodiversiteit. Natuurboerderij Eytemaheert zal de ooit zo karakteristieke landschapselementen weer zichtbaar maken.

Natuurboerderij Eytemaheert zal bij uitstek de gestelde natuurdoelen verbinden met vrijetijdseconomie, landbouw en leefbaarheid. Ook zal de provincie met Natuurboerderij Eytemaheert een unieke en inspirerende proeftuin voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs binnen de provinciegrenzen hebben, waarbij de verdere ontwikkeling van een duurzaam en vitaal platteland rond natuurinclusieve landbouw voorop staat.

Dit projectplan hebben wij geschreven aan de hand van de door de provincie geformuleerde pijlers voor een robuust en natuurlijk platteland: Beleven, Benutten en Beschermen.

4

1. Beleven Provincie Drenthe zet zich met het Programma Natuurlijk Platteland in voor een robuuste natuur die tegen een stootje kan en ruimte biedt om te beleven en benutten.

Met het projectplan Natuurboerderij Eytemaheert wordt in hoge mate beleefbare natuur gerealiseerd. Wij zijn zeer bereid om onze boerderij en de omliggende natuurweides open te stellen voor publiek. Door de omwonenden en recreanten te betrekken bij de gerealiseerde natuur wordt deze optimaal beleefd.

1.1 Natuurrecreatie De bezoeker ervaart een traditionele, natuurlijke doch innovatieve boerenplaats/boerderijomgeving, waarbij de boerderij niet in strijd is met de natuur, maar waarbij deze in harmonie met elkaar samengaan. Er is sprake van een symbiose. De boerderij versterkt de natuur en andersom. Door de ligging nabij natuurgebied De Onlanden en nabij Het Leekstermeer wordt er optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor recreatie en beleving.

1.1.1 Wandelen/fietsen Er zal een wandelpad (zandpad) worden aangelegd, door/langs het land behorend bij Natuurboerderij Eytemaheert. Er zullen informatieborden worden geplaatst, met daarop informatie over de koeien, de vogels, het bodemleven, het beheer en de geschiedenis. Vanaf het pad kunnen de wandelaars volop genieten van de natuurlijke omgeving, van de vogels, van de traditionele, inheemse koeien. Gehoornd, grasgevoerd en met de kalfjes vrolijk rondlopend bij de kudde en zogend bij de moederkoe.

Ook een fietspad past binnen onze plannen: een fietspad vanuit Roden en vanuit Leek door de Eytemaheert landerijen, richting het Leekstermeergebied zal een goede en mooie aanvulling zijn op het huidige fietspadennetwerk.

Mogelijk leggen we bloemen en bloem-plukstroken aan. In ieder geval volop bloemen en kruiden, voor de beleving, maar bovenal voor de biodiversiteit.

Het traditionele boerenlandschap, waarin ook de geschiedenis van het gebied weerspiegeld wordt, zal voor veel mensen een hoge belevingswaarde hebben. Het grasland zal worden beweid door de kudde(s) raszuivere Groninger Blaarkop koeien. Met de weidende authentieke koeien, de keur aan akker- en weidevogels en de geuren en geluiden van deze natuurlijke agrarische omgeving, zal men zich er thuis en op het gemak voelen. Een moment van rust ervaren.

Afbeelding (bron: Topotijdreis.nl) 1908 de houtelementen rond de Esch zijn hier goed zichtbaar. Tot Roden en de Esch was een coulisselandschap. Van de Esch tot het Leekstermeer een laag weidevogellandschap.

5

1.1.2 Verblijfsrecreatie Ook aan de verblijfsrecreant is gedacht: Wij ambiëren het toevoegen van vakantiewoning(en) (na)bij Natuurboerderij Eytemaheert. Van hieruit kan de gast optimaal de natuur, de directe omgeving en de meer stedelijke omgeving ervaren (binnen Drenthe en Groningen). De omgeving biedt een keur aan trekpleisters, zowel voor mensen met als zonder kinderen. Door natuur, landbouw, onderzoek en recreatie te combineren ontstaat er een unieke vorm van beleven.

Nabij de boerderij te Leutingewolde, zullen Maurits en Jessica Tepper in Sandebuur een twee- of drietal duurzaam gebouwde houten chaletwoningen bouwen. Deze chaletwoningen zijn bedoeld voor recreatieverblijf, geschikt voor gezinnen en voor stellen. De ligging van deze woningen is te midden van een bosrijk stuk privégrond, naast de huiskavel van de familie Tepper. Door de ligging te midden van de natuur rondom , nabij Roden én nabij Groningen, is dit een perfecte locatie voor mensen die zoeken naar een combinatie van rust, natuur en beleving. Met Roden als uitvalsbasis voor de dagelijkse boodschappen, horeca én uitstapjes, zal het een positieve impuls vormen voor de gemeente . In de marketing en communicatie zullen de huidige website, de te ontwikkelen Natuurboerderij en Proeftuin (WUR) een belangrijke impuls vormen: veel potentiele gasten zijn al bekend met Eytemaheert en zullen geneigd zijn interesse te hebben in een verblijf nabij de boerderij.

1.2 Vergaderen en Horeca Door ook horeca/catering op te nemen in het totaalconcept, biedt Eytemaheert de mogelijkheid om op een unieke locatie te vergaderen en te genieten van gerechten bereid met de Eytemaheert producten en andere lokale, duurzame producten. Een vergaderzaal zal ruimte bieden aan groepen van verschillende grootte en voor andere vormen van groepsrecreatie. De horecatak zal op termijn verder uitgebreid worden, mogelijk naar een semi-zelfstandige bedrijfstak. Hierbij staan de korte keten en de traceerbaarheid van de producten centraal. Ook het thema ‘no-waste’ zal een uitgesproken rol krijgen binnen de bereiding en verwerking van de gerechten.

1.3 Wetenschap en Educatie Een grote rol bij Natuurboerderij Eytemaheert is weggelegd voor wetenschap. Door de Wageningen University & Research (WUR) de mogelijkheid te geven onze Natuurboerderij te benutten als een academische leeromgeving, zullen studenten en onderzoekers in onze Proeftuin geïnspireerd worden om kennis te vergaren over een moderne, toekomstgerichte wijze van natuurinclusieve landbouw. Het onderzoek zal een belangrijke bron van nieuwe kennis opleveren, die bovenal bruikbaar zal zijn om vervolgens ook de gangbare landbouw te kunnen verduurzamen. Een transitie naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw is noodzakelijk om de klimaat- en natuurdoelen te kunnen behalen. De hernieuwde inzet van robuuste landbouwhuisdierrassen past daar uitstekend bij. Provincie Drenthe kan hier een waardevolle bijdrage aan leveren, door Natuurboerderij Eytemaheert te faciliteren een geschikte “kennisboerderij’ voor de WUR en andere kennisinstellingen te zijn.

De beleving uit zich ook in dit kenmerk van Natuurboerderij Eytemaheert. Steeds meer consumenten zijn geïnteresseerd in de herkomst van voedsel, in duurzame productie en in dierenwelzijn. Door dit uit te dragen naar de geïnteresseerde bezoeker, en te tonen hoe hier onderzoek naar wordt gedaan, gaat beleven hand-in-hand met wetenschap.

Het onderwijs zal hierop gebaseerd een belangrijke positie krijgen binnen Natuurboerderij Eytemaheert. Eytemaheert biedt stageplekken aan scholieren en studenten (Erkend Leerbedrijf) en wij zetten de deuren open voor basisscholen, middelbare scholen en andere onderwijsinstellingen. Middels excursies zal er op bredere schaal ruimte geboden worden voor educatie, voor alle leeftijden relevant. Dit kan bijvoorbeeld

6 gecombineerd worden met vergaderingen en bedrijfsbezoeken. Op het vlak van natuurinclusieve kringlooplandbouw en de korte-keten voedselproductie kan aan alle doelgroepen ‘onderwezen’ worden.

7

2. Benutten 2.1 Duurzame Veehouderij De provincie Drenthe ambieert zich in te zetten voor een duurzame veehouderij.

De Drentse belangen zijn om de Drentse landbouw overwegend grondgebonden te krijgen, waarbij de natuur en landbouw voldoende ruimtelijk robuust worden. Juist Drentse landbouw wordt gezien als kansrijk met betrekking tot het sluiten van de kringlopen.

“Gezamenlijke ambitie is in 2025 zoveel als mogelijk gesloten kringlopen van stikstof, fosfaat en ammoniak op gebiedsniveau en bedrijfsniveau”

Drentse melkveebedrijven zijn daarbij in 2025 de top in duurzame grondgebonden melkveehouderij en gericht op duurzame productie.

Dat is goed voor een toekomstige Drentse landbouw en goed voor de Drentse natuur.

Bron: Melkveehouderij en Natuur Ontwikkelagenda Drenthe, juni 2015

Eytemaheert is bij uitstek in staat om de duurzame veehouderij op leerzame wijze vorm te geven én zo als een vliegwiel te functioneren om de verduurzaming van de veehouderij/landbouw te versterken.

Het begint met de Groninger Blaarkop koeien, het oeroude Hollandse dubbeldoel koeienras. Sterk, natuurlijk en bij uitstek geschikt om zeer natuurlijk te houden en in te zetten in een natuurinclusieve landbouw gericht op duurzaam natuurbeheer. Grasgevoerd, gehoornd en met een sterke weerstand. De Groninger Blaarkop is van oudsher een efficiënt dubbeldoel ras, voor de productie van vlees en melk.

De bijzondere Groninger Blaarkop is echter sinds de jaren ‘70 van de vorige eeuw in aantal aan het afnemen, en al sinds geruime tijd een zeldzaam (en daarmee bedreigd) runderras. Er zijn circa 1600 raszuivere Blaarkop koeien geteld, waarbij geldt dat er sprake is van een gezonde populatie bij >6000 vrouwelijke dieren. Door de Groninger Blaarkop in te zetten voor natuurbeheer, beweiding en vlees- en melkproductie wordt een groot aantal doelen nagestreefd/bereikt:

8

• Het maakt landbouw op schrale grond mogelijk: geen kunstmest, geen (chemische) bestrijdingsmiddelen, geen uitputting van de natuurlijke weides. • De Blaarkop beheert de natuurgebieden met diens begrazing en directe bemesting. Na de wintermaanden zorgt de ruige stalmest voor een voedzame en natuurlijke voeding, zeer essentieel voor een goede bodemstructuur en (agro)biodiversiteit. • De Blaarkop koeien zetten voor de mens onconsumeerbare voeding om in melk en vlees van hoge voedingswaarde, en hieraan gerelateerde natuurlijke zuivel- en grasgevoerde vleesproducten. • Het Groninger Blaarkop ras wordt zorgvuldig en professioneel uitgebreid, door een kritische lijn in de opfok. Een raszuivere bloedlijn is hierbij cruciaal, om de juiste karakteristieke genen niet te verliezen. 2.1.1 Kringlooplandbouw In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot 9,5 miljard mensen. Dat betekent dat de wereld dan 70 procent meer voedsel nodig heeft. Met kringlooplandbouw is dat mogelijk binnen de huidige beschikbare landbouwgrond. Essentieel daarbij is het slim aan elkaar knopen van plantaardige en dierlijke productie tot een integraal landbouwsysteem. De kringlooplandbouw draait op het principe dat de landbouw geen afvalstromen meer kent. Alle producten die het landbouwbedrijf verlaten worden gebruikt als eindproduct of als grondstof voor een van de andere schakels in de kringloop (Dossier Kringlooplandbouw Wageningen University & Research).

Dr. M. Scholten, Algemeen directeur Animal Sciences Group WUR in Nieuwe Oogst (januari 2018): “Een grote opgave ligt bij het terugdringen van de verspilling in de landbouw. Om de groeiende wereld te kunnen voeden moet het oude systeem van lineaire ketens worden vervangen door het verknopen van ketens. Voor kringlooplandbouw is de veehouderij onmisbaar. Er is geen kringloop mogelijk zonder varkens, kippen en koeien. Wel zullen ze op een ander voer moeten presteren, een goede kwaliteit mest leveren en daarbij veerkrachtig en gezond blijven, ook voor de omgeving.”

Juist het inheemse ras de Groninger Blaarkop is bij uitstek geschikt om te integreren in een kringlooplandbouw. De Blaarkop is in staat om schraal voer om te zetten in een goede kwaliteit vlees en melk. Deze dubbeldoelfunctie van de Blaarkop is een extra meerwaarde van dit runderras, ten bate van het kunnen verwezenlijken van een klimaatvriendelijke kringlooplandbouw. Ook levert de mest van deze grasgevoerde koeien een positieve bijdrage aan het bodemleven. Door ook moderne technologie en data- mining toe te passen worden de ketens optimaal met elkaar verbonden en kan de duurzame vorm van veehouderij optimaal vorm krijgen; en dierwelzijn 24/7 worden bewaakt.

Eytemaheert onderscheidt zich als kringloopboerderij door geen voer van buiten het bedrijf aan te kopen, door geen mest van andere boerderijen aan te voeren, door geen kunstmest te gebruiken en door samen te werken met de WUR zullen wij ook naarmate ons bedrijf groeit, de kringlopen gesloten kunnen houden.

Scholten in Nieuwe Oogst: “Over vijf jaar moet kringlooplandbouw de gangbare wijze van denken zijn in de sector. Want als het behalen van de klimaatdoelen stagneert, dan is een gedwongen krimp van de veehouderij onvermijdelijk”.

De klimaatdoelen zullen volgens Scholten de drivers zijn voor de ontwikkeling van kringlooplandbouw. 'Ondernemers die zelf instappen moeten steun van overheid en wetenschap krijgen, om openingen te vinden. Ik ben ook voorstander van proeftuinen. We moeten sneller optrekken om voorloper te blijven.'

De kennis en data die door de WUR binnen Eytemaheert worden vergaard, kunnen toegepast worden binnen de gangbare landbouw: zo kan op bredere schaal de landbouw verduurzamen.

9

Afbeelding (bron: WUR.nl) Kringlooplandbouw

2.2 Functionele Natuur Eytemaheert verbindt de natuur met de landbouw en de beleving. Ook wordt de component Natuur extra ingezet om deze verder te versterken en om de mens van waardevolle diensten en informatie te voorzien.

2.2.1 Wetenschappelijk onderzoek Wageningen University & Research (WUR) zal Eytemaheert gaan benutten als kenniscentrum voor onderwijs en onderzoek. Een transitie naar een kringlooplandbouw is noodzakelijk als de landbouwsector de klimaatdoelen wil halen. Een ecologisch optimale landbouw is niet mogelijk zonder veehouderij. De WUR en Eytemaheert slaan de handen ineen om deze duurzame en toekomstgerichte vorm van natuurinclusieve landbouw en veehouderij verder te optimaliseren. De Groninger Blaarkop is bij uitstek geschikt voor deze vorm van veehouderij: grasgevoerd, sober, geschikt voor het beweiden van ruige en natuurlijke graslanden. Moderne technologieën zullen worden toegepast, om de ontwikkeling van de duurzame landbouw te bespoedigen. Ook maken deze technologieën het mogelijk om deze verduurzaming op een bredere schaal toe te passen: ook binnen de gangbare veehouderij. Door het gedrag van de dieren met sensoren 24/7 te volgen kan dierwelzijn en diergezondheid worden bewaakt, en afwijkingen daarin vroegtijdig worden gesignaleerd en ondervangen (op minder invasieve wijze).

Doordat Maurits eigenaar is van een industrieel bedrijf (Reijnen Sealing B.V.) waar hoogwaardige elektronica wordt beschermd door middel van diverse beschermingstechnieken, zijn er korte en directe lijnen met producenten van high-tech agrarische elektronica (o.a. Agis Sensoor, Kverneland, Fullwood, Dacom, Watter en JOZ).

10

Een grote opgave ligt bij het terugdringen van verspilling in de landbouw. Om de groeiende wereld te kunnen voeden moet het oude systeem van lineaire ketens worden vervangen door het verknopen van ketens. Eytemaheert doet dat door de kringloop binnen het bedrijf optimaal te maken, en met informatie uit onderzoek vanuit WUR, verder te ontwikkelen.

Een element van deze kringloop sluitend maken is het optimaal benutten van de gewassen die van de natuurlanden worden gemaaid: niet alles is geschikt als wintervoer voor de dieren, daarom zal een deel op een andere manier moeten worden ingezet. Bij een kringlooplandbouw bestaat immers geen afval, alles wordt benut. Eytemaheert zal uitvoerig de mogelijkheden van de Bokashi methode onderzoeken en toepassen.

Bokashi is het Japanse woord voor goed gefermenteerd organisch materiaal, het is een manier om organische resten om te zetten tot een zeer rijke bodemverbeteraar. Bokashi is het resultaat van een eeuwenoude techniek: fermentatie. Het is een zogenaamd anaeroob proces (zonder zuurstof). Belangrijk verschil met composteren is dat er nagenoeg geen broeikasgas (CO2)-uitstoot is en daardoor wordt de energie behouden. Door toevoeging van organische hulpstoffen zoals zeeschelpenkalk en kleimineralen, afhankelijk van de toepassing, wordt de bodem voorzien van een natuurlijke bemesting.

De voordelen van Bokashi ten opzichte van traditionele grasverwerkingsmethoden: • Optimale voeding voor het bodemleven • Behoud van mineralen in het eigen bedrijf • Verhoogt de organische stofbalans • Vitale planten • Ziekte onderdrukkende bodem (meer weerbaar tegen ziekten)

• Milieuvriendelijk (minder CO2 en NH3 uitstoot) • Besparing afvoerkosten organisch materiaal

Eytemaheert zal door het beheren van natuur, natuur creëren: beter bodemleven komt ten goede aan een versterkte biodiversiteit. Door enerzijds de minder goed begaanbare percelen te maaien en de gewassen daarvan in te zetten voor Bokashi, verschralen we daarvan de grond. Dit komt ten goede aan de biodiversiteit op percelen (kruidenrijke gewassen). Door anderzijds het gefermenteerde materiaal van deze gewassen te benutten door andere percelen te verrijken, komt er ruimte voor andere natuurdoelen

11

(optimaal voor boerenlandvogels). Zo creëren we een optimum aan verschillende natuurwaarden binnen één bedrijfsareaal.

2.2.2 Waterwingebied Waterbedrijf Groningen benut het grondwater in de omgeving van de locatie Leutingewolde voor drinkwaterwinning. Tevens zijn hier grondwaterbeschermingsgebieden. Er is sprake van intensieve landbouw in deze waterwingebieden en beschermingsgebieden. Door de percelen rondom de boerderij in Leutingewolde op een duurzame en natuurinclusieve wijze te beheren, zal de kwaliteit van het grondwater aldaar verbeteren, ten bate van ook de kwaliteit van het drinkwater. Het sluiten van de kringlopen binnen ons bedrijf is van wezenlijk belang voor ook de toekomstige kwaliteit van het drinkwater. Om de risico’s door de veehouderij zo effectief mogelijk te verminderen, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de kennisgroep veehouderij en kennis en netwerk van het provinciale project Duurzaam Boer Blijven in Drenthe. Een belangrijk kenmerk van deze aanpak vormt de nadruk op het zoveel mogelijk sluiten van kringlopen binnen het bedrijf: meer output met minder input. Gerben Korten van Vitens zou het liefst zien dat de grondwaterbeschermingsgebieden, de zones rond de drinkwaterwinningen alleen gebruikt wordt voor extensieve, biologische landbouw of natuur (Uitvoeringsprogramma Grondwaterbeschermingsgebieden in Drenthe, februari 2014).

2.2.3 Natuurinclusieve landbouw (Staatsbosbeheer) Eytemaheert stelt vanaf de oprichting natuurinclusiviteit voorop: wij streven in onze bedrijfsvoering na zoveel mogelijk mét de natuur te werken en een bijdrage te leveren aan de (agro)biodiversiteit. Dit is niet onopgemerkt gebleven: Staatsbosbeheer heeft Eytemaheert geselecteerd als één van de 40 ‘experiment- natuurinclusieve boerenbedrijven’. Een duurzame pachtconstructie om een alternatief te ontwikkelen naast de reguliere landbouw, waar natuur en landbouw goed samengaan. Staatsbosbeheer beoogt hiermee twee doelen te bereiken: kennis opdoen en goed werkende voorbeelden laten zien die ook andere boeren inspireren om voor natuurinclusieve landbouw te kiezen. Deze ambities sluiten naadloos aan bij onze ambities en die van de Wageningen University & Research. Een voorbeeldfunctie en proeftuin inéén.

12

2.3 Economische ontwikkeling Door de grootte en het veelomvattende concept Natuurboerderij Eytemaheert zal er een zeer positieve impuls ontstaan op de regionale economie. Belangrijke pijlers zijn werkgelegenheid, onderzoeks- en kenniscentrum, toerisme en consument.

2.3.1 Winkel De webwinkel eytemaheert.nl is sinds juni 2016 operatief. Vanaf het begin ervaren wij deze webwinkel als een succes: ons klantenbestand is nog altijd groeiende en datzelfde geldt voor ons assortiment.

Inmiddels hebben wij de keuze gemaakt niet meer huis aan huis onze producten te leveren, maar om te werken met afhaallocaties. Klanten bestellen online in de webwinkel, en halen de bestelling af bij ons op de boerderij, of op een ander punt in het land (op een vooraf gecommuniceerd moment). Dit blijkt een zeer passende middenweg te zijn tussen inspelen op de behoeften van nu (gemak en online winkelen) en de behoefte aan kopen (dicht) bij de bron, zeker als het een product als vlees betreft.

Op de locatie Westeinde te Leutingewolde zal een offline winkel ingericht worden, om de lokale klant nog beter te kunnen bedienen. Bovendien zal zo de efficiency betreffende de orderpicking en distributie voor de webwinkel toenemen. Wij hebben vertrouwen in het succes van een fysieke boerderijwinkel, temeer deze ook de combinatie kan bewerkstelligen met het beleven van de boerderij en de omliggende natuur. Bezoekers zullen een kijkje nemen in de stal, een wandeling maken door de natuurlijke weides en hun boodschappen doen in de boerderijwinkel. Daarnaast zal een deel van de bezoekers geïnteresseerd zijn in de overige faciliteiten van Eytemaheert, denk hierbij aan vergaderruimte huren en evenementen organiseren in combinatie met lokale horeca. Ook excursies zullen tot de mogelijkheden gaan behoren.

13

Eytemaheert levert een divers aantal producten, waaronder deels van eigen erf:

Zuivel: De Groninger Blaarkop geeft minder melk dan de moderne Holstein Frisian (HF), maar is op andere vlakken superieur. De Blaarkop melk bevat meer gezonde vetzuren, minder vet en meer eiwit. Ook is het aandeel capacaseine BB hoger dan bij de HF. Deze gezonde melk is daarmee extra geschikt voor het maken van kaas. De genoemde eigenschappen maken de kaas romig en vol van smaak. Daarnaast bevat het minder zout dan reguliere kaas, maar door de natuurlijk ziltige smaak valt dit niet op. Kaaslust Veenhuizen zal de melk voor Eytemaheert verkazen onder private label.

Uiteraard wordt ook de melk in zijn pure vorm verkocht, wel of niet een houdbaarheidsbehandeling ondergaan.

Vlees: Het vlees van de Groninger Blaarkop is van hoogwaardige kwaliteit, door de marmering (dooradering van vet), zeer goed van smaak en structuur. Het feit dat de koeien grasgevoerd zijn, geeft extra waarde aan het vlees. Onderzoek heeft aangetoond dat vlees van dieren die alleen gras en puur zongedroogd hooi eten (droog gras dus), een hoger gehalte aan Omega-3 vetzuren heeft. Omega-3 is gezond. Ook heeft grasgevoerd vlees een hoger CLA (Conjugated Linoleic Acid) gehalte en een hoger vitamine A en E gehalte, in vergelijking met gangbaar geproduceerd vlees. De vetzuren zijn bekend bij vette vis, maar ook het eten van vlees van dieren die grasgevoerd zijn, voorziet in de behoefte aan Omega-3 en CLA.

Een grote variëteit aan vleesproducten, van gehakt tot stoofvlees, luxe vlees en unieke delen. Door samen te werken met een kleinschalig gerenommeerd slachthuis en een Drentse slager voor de portionering en verpakking, borgen wij kwaliteit en continuïteit.

2.3.2 Korte Keten De productie, verkoop en consumptie van lokale producten, zoals het Blaarkopvlees en de Blaarkopkaas en andere zuivel, maar ook de overige producten, veelal van lokale herkomst, zal de lokale economie versterken. Juist door ook een fysieke winkel te creëren, wordt de markpositie van Eytemaheert als korte- keten-retailer versterkt. De webwinkel heeft inmiddels een sterke positie, met trouwe klanten in het hele land. Het korte keten principe zoals Eytemaheert dat beoogt en verder nastreeft, omvat meer dan de fysieke afstand van boer tot bord, hoewel wij hier ook duidelijk een verkortende factor in zijn. Het omvat ook de transparantie, de traceerbaarheid, de beleving van de consument ten aanzien van diens voeding. In toenemende mate wenst de consument meer zicht op en meer kennis van de herkomst van voeding. Eytemaheert voorziet in deze behoefte door een transparant en herkenbaar product aan te bieden.

Met de webwinkel stellen wij de Eytemaheert producten ook beschikbaar buiten de kleine kring rondom Roderwolde/Leutingewolde. Wij zien dat er vanuit het gehele land in toenemende mate vraag is naar onze producten, niet in het minst vanuit de Randstad. Het werken met afhaalpunten verspreid over het land past goed bij onze duurzame ambities: wél verkrijgbaar zijn voor klanten vanuit een groot deel van het land, maar door het bundelen van orders een kleinere milieubelasting vormen. Een eerlijke prijs, voor producent en consument, wordt ten alle tijden bewaakt.

Gelieerd aan dit korte keten concept is het slaan van een brug tussen de boer en de burger. Eytemaheert heeft de deuren open en verbindt de geïnteresseerde consument met onze activiteiten en onze visie. Dit helpt de kloof dichten tussen de agrarische en de burgerwereld. Dit geldt specifiek voor de bewuste en kritisch consumerende burger, welke expliciet waarde hecht aan onze duurzame en extensieve wijze van veehouderij en natuurbeheer.

14

2.3.3 Werkgelegenheid Eytemaheert zet zich in om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, een nuttige en waardevolle betekenis te geven binnen het bedrijf. Daarvoor werken wij samen met het onderwijs en met de gemeente. (Jonge) mensen die moeite hebben met het behalen van een startkwalificatie en/of met het vinden van een reguliere baan, kunnen bij Eytemaheert aan de slag, met de agrarische werkzaamheden. Eytemaheert is ook bereid om mensen een vaste baan aan te bieden, ook nadat de facilitering vanuit het onderwijs of de gemeente tot een einde komt. Ook vanuit meer gespecialiseerde onderwijsinstellingen, waaronder Warmonderhof (Dronten), weet men de samenwerking met Eytemaheert aan te gaan. Warmonderhof is specifiek gericht op de biologisch- dynamische landbouw en leidt mensen op volgens dit gedachtengoed.

Eytemaheert is een Erkend Leerbedrijf (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven- SBB), dit biedt volop mogelijkheden om jonge gemotiveerde mbo’ers een passende stageplek te bieden. Verschillende opleidingen en vakgebieden passen bij Natuurboerderij Eytemaheert, denk aan Veehouderij, Food Life and Innovation, Natuur&Recreatie, Detailhandel etcetera.

Langdurige en maatschappelijk waardevolle werkplekken liggen binnen de mogelijkheden. De maatschappelijke betrokkenheid is groot bij Eytemaheert.

Jessica heeft een achtergrond binnen het onderwijs, opgeleid als psycholoog en jarenlang als gedragsdeskundige gewerkt bij een samenwerkingsverband voor voortgezet onderwijs. Hoewel deze achtergrond niet expliciet zal worden ingezet, heeft dit zeker wel een positieve invloed op hoe Maurits en Jessica tezamen de medewerkers/stagiairs begeleiden.

Maurits heeft veel ervaring vanuit zijn productiebedrijf met het bieden van werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, vrijwel alle medewerkers zijn via de zijlaan binnengekomen en maken nu volwaardig deel uit van het bedrijf en daarmee van de economie.

2.4 Afstand tot stedelijk gebied of grote toeristische voorzieningen Het project is gelegen in het landelijk gebied, ongeveer 10 kilometer ten zuidwesten van de stad Groningen (hemelsbreed). Zeker tijdens de voorjaar- en zomerperiode maken veel inwoners vanuit de

15

stad de (fiets)tocht naar de omgeving Sandebuur-Roderwolde- De Onlanden. Natuurboerderij Eytemaheert zal een mooie aanvulling zijn voor deze recreanten: een combinatie van beleven, recreëren en winkelen in een natuurlijke omgeving draagt bij aan de waardering van de omgeving.

Leutingewolde en Roderwolde maken deel uit van gemeente Noordenveld. De gemeente Noordenveld heeft een keur aan toeristische voorzieningen. Een kruisbestuiving aan bezoekers, klanten en expertise lijkt voor de hand liggend. Waar lokale kansen liggen voor samenwerkingen zullen wij hiervoor openstaan.

16

3. Beschermen 3.1 Agrobiodiversiteit Kenmerkend voor de landbouwontwikkeling van de vorige eeuw en de afgelopen twee decennia is een versimpeling van ecosystemen: gemengde bedrijven zijn gespecialiseerd, sloten/beekjes zijn rechtgetrokken of gedicht en akkers zijn ontdaan van onkruiden (bloemen en kruiden). Dit werd mede mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van technieken en hulpmiddelen zoals kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beregening. Deze hulpmiddelen vervingen zo diensten die voorheen door het ecosysteem geleverd werden. Hiermee zijn de natuurlijke processen en de daaraan gekoppelde biodiversiteit onder druk komen te staan (De waarde van agrobiodiversiteit – vijf maatregelen voor een beter gebruik, Louis Bolk Instituut, Jan de Wit en Jan-Paul Wagenaar). Ook in Leutingewolde is dit duidelijk zichtbaar. Het in vroegere tijden zo rijke landschap, met een variëteit aan biotopen, flora en fauna, zien we nu vooral vlakke, eenzijdige grasmatten, waarin het bodemleven en de biodiversiteit aan kwaliteit en kwantiteit zijn afgenomen. In de 19e eeuw en vroege 20e eeuw lagen er lage natte weilanden rond de Es, en haver en hop productie op de 1,5 meter hoger gelegen Es. Zo kwam in Leutingewolde het Drentse coulisselandschap samen bij de hooilanden vol met weidevogels. Door de ruilverkaveling en intensieve landbouw, verdwenen de houtopstanden en het gemengd landgebruik op de Es. De weidevogels en ander leven maakte plaats voor Engels Raaigras en een verlaagd waterpeil. Agrobiodiversiteit is de natuurlijke soortenrijkdom in agrarische systemen, oftewel de biodiversiteit in de landbouw. Deze kunnen benut worden voor meer duurzame teeltsystemen. Levende organismen zijn betrokken bij alle natuurlijke processen waarvan de landbouw gebruik maakt. De (zeldzame) inheemse landbouwhuisdieren zijn een waardevol onderdeel van deze agrobiodiversiteit.

3.1.1 De Groninger Blaarkop Eytemaheert heeft zich vanaf haar start sterk ingezet om het inheemse, zeldzame runderras de Groninger Blaarkop, op een duurzame en natuurgetrouwe manier te houden. Bovendien staat bij ons voorop dat wij ons sterk inzetten voor het behoud van dit ras, bij voorkeur in een zo raszuiver mogelijke vorm. Wij ambiëren een veestapel met enkel raszuivere (≥7/8 Groninger Blaarkop) koeien en stieren. Momenteel bestaat onze veestapel uit circa 140 Blaarkop runderen. De Groninger Blaarkop speelt een cruciale rol in het behoud van de agrobiodiversiteit.

3.1.2 Schoonebeeker heideschaap In diverse kuddes wordt de Schoonebeeker heideschaap nog gehouden in zijn oorspronkelijke omgeving, ruige (heide)terreinen. Dankzij het selectieve graasgedrag wordt boomopslag tegengegaan, krijgen zeldzame plantensoorten een kans en worden zaden door transport in de vachten verspreid. Daarnaast heeft de Schoonebeeker door zijn omvang nog een heel behoorlijke vleesopbrengst wanneer in het najaar de overtollige (ram)lammeren het veld moeten ruimen. Culinaire kenners prijzen het vlees om zijn (wildachtige) smaak. De vachten zijn door hun lange en harige structuur ideaal om te vilten. De opvallende adellijke en veelkleurige Schoonebeeker is het zeldzaamste schapenras van Nederlandse origine en verdient het om in stand gehouden te worden. Sinds enkele maanden maakt een negental Schoonebeeker schapen deel uit van onze veestapel: dit aantal zal geleidelijk toenemen. Wij zetten de Schoonebeekers in voor natuurbeweiding en natuurbeheer.

17

3.1.3 Overige inheemse rassen Om de kringloop optimaal te krijgen, zullen wij in de toekomst zeer waarschijnlijk ook andere inheemse landbouwhuisdieren toevoegen aan onze veestapel. De authentieke inheemse rassen hebben zich over de eeuwen volop bewezen goed te kunnen gedijen/functioneren binnen de Nederlandse natuurlijke landbouwomgeving. Niet het meest productief, maar wel het meest efficiënt.

3.2 Biodiversiteit Biodiversiteit is onlosmakelijk verbonden met natuurlijk boeren. Door het vermijden van insecticiden en kunstmest en een aangepast maaibeleid, wordt de bodem levendiger (wormen, aaltjes, schimmels) en komen er meer insecten en vlinders in het land. Op de insecten, bijen en vlinders komen weer vogels en andere dieren af. Een divers landschap met een gezonde bodem is onontbeerlijk voor een toekomstbestendige voedingsproductie.

Afbeelding: biodiversiteit vs. monocultuur

De ooit zo typische Nederlandse boerenlandvogels (weide- en akkervogels) behoren tegenwoordig veelal tot de meest kwetsbare soorten van ons land. Door het terugbrengen van de oude landschapselementen, en aangepast maai- en bemestingplan zullen we de boerenlandvogels ondersteunen, waaronder de zeer kwetsbare Kwartelkoning en Porseleinhoen die al in het Leekstermeergebied (Natura2000) broeden.

18

Op onderstaande soorten zullen we ons specifiek richten (gespecificeerd naar type landschap): - Lage natte hooilanden o Kwartelkoning o Porseleinhoen o Grutto o Kieviet o Wulp o Patrijs o Scholekster o Tureluur - Es en Coulissenlandschap o Patrijs o Fazant o Geelgors o Diverse zangvogels o (Steen)uil o Vlinders o Zoogdieren

Weide en akkervogels zoals Grutto en Patrijs zijn met name in de eerste levensfase afhankelijk van insecten. Laat maaien en het gebruik van vaste mest, zal daarom ook tot doel hebben een bloemrijk landschap vol met insecten te creëren. De eerdergenoemde bloemenweide zullen deze insecten en vlinders extra ondersteunen.

Het natuurlijke akkerbeheer in combinatie met integraal beweid grasland zal de akker- en weidevogels bedienen. Deze vogels kunnen nu vanuit het kerngebied de aanvullende agrarische natuurstroken bij collega-boeren bereiken. Het agrarisch natuurbeheer in de directe omgeving zal daardoor robuuster zijn.

Waar nodig zullen wij samenwerken met jagers, om predatie in balans te houden. Dit in samenspraak met de natuurorganisaties.

Natuurwaarden De omgeving van het Leekstermeer heeft gedurende lange tijd bestaan uit natte graslanden, die een paradijs waren voor weidevogels. Het gebied is geselecteerd als Vogelrichtlijngebied vanwege de, indertijd, enorme aantallen overwinterende kolganzen. De ganzen gebruiken het meer om te rusten, te drinken en te overnachten. Behalve voor de Kolgans is het gebied ook van belang voor Brandgans en Smient. Andere vogelsoorten die in de winter regelmatig voorkomen, zijn Wintertaling, Grote zaagbek, Nonnetje, Grote zilverreiger, Slechtvalk en Blauwe kiekendief. In de zomer broeden er regelmatig enkele paren Porseleinhoen en Kwartelkoning. De Kemphaan kwam tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog in grote aantallen voor, maar is overal dramatisch achteruitgegaan en ook bij het Leekstermeer als broedvogel verdwenen. Voor andere weidevogels is dit noordelijke stukje Drenthe echter nog steeds het belangrijkste deel van de provincie. De kleinere wateren en oeverlanden bieden een leefgebied aan zeldzame diersoorten als Meerkikker en Waterspitsmuis. De Meervleermuis foerageert boven het open water. Wat betreft de plantengroei laat het gebied een verscheidenheid zien aan graslanden en rietlanden met plaatselijk wat elzenbroek en watervegetatie. Van de vroeger soortenrijke hooilanden resteren nog enkele fragmenten Blauwgrasland en Dotterbloemhooiland. Soorten van deze laatste gemeenschap, zoals Gewone dotterbloem (Caltha palustris subsp. palustris) en Waterkruiskruid (Jacobaea aquatica), weten zich geleidelijk uit te breiden dankzij het verschralingsbeheer door het Staatsbosbeheer. In de omgeving van het meer hebben de sloten, op plaatsen waar kwelwater uittreedt, een begroeiing met soorten als Vlottende bies (Eleogiton fluitans) en Pilvaren (Pilularia globulifera).

19

In de Lettelberter Petten komt elzenbroekbos voor van het beekdaltype (associatie Carici elongatae-Alnetum). Dit is het gebied waar recent de Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) is aangetroffen, ver buiten het verspreidingsgebied zoals dat tot op dat moment in ons land bekend was (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit).

Het hierboven beschrevene is van waarde voor Natuurboerderij Eytemaheert. Het vertelt ons dat wij met ons concept een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de gestelde doelen ten aanzien van de bescherming van de weidevogels. De huidige waarden fosfaat en nitraat in het oppervlaktewater is problematisch: hierop is de huidige gangbare landbouw van invloed.

Eytemaheert ís extensieve en natuurinclusieve landbouw, met extensieve begrazing en volop ruimte voor moerasachtige gebieden. Ook willen wij terug naar de extensieve, vochtige hooilanden, onderzoeken wij de teelt van klaver en luzerne. Zo leggen wij de verbinding met het Leekstermeergebied, om de draagkracht te versterken en te verbreden. Hoewel er in de Natura2000 niet specifiek wordt gesproken over de weidevogels (omdat van de weidevogels slechts 18% broedt binnen deze gebieden, in plaats van minstens 25 % van de broedpopulatie). Toch wijst men er wel op dat er in de gebiedsspecifieke beheerplannen, rekening gehouden dient te worden met onder andere de weidevogels.

Met onze woning aan Sandebuur, Roderwolde, wonen wij nét buiten het Natura2000 Leekstermeergebied (bebouwing is uitgezonderd). Desalniettemin zouden wij juist graag voor het gehele gebied een positieve bijdrage leveren aan de instandhouding van natuur en vogelbeheer in het gebied. Hetzelfde geldt, in nog sterkere mate, voor de kavels in Leutingewolde: aldaar is de omgeving de afgelopen decennia zwaar onderhevig geweest aan de invasieve en intensieve landbouw, welke een negatieve invloed heeft gehad op de natuur in algemene zin en op de vogelpopulaties in specifiekere zin. De landerijen vallen te beschrijven als levensloze raaigrasmatten, waar er nauwelijks sprake is van een gezond bodemleven en waar de biodiversiteit onder druk staat. Met onze pacht van de percelen van Staatsbosbeheer, welke voor circa 2/3 vallen binnen het Natura2000 gebied, zal de positieve impact van ons natuur- en landbouwbeleid nog verder worden versterkt, ten bate van de biodiversiteit in en rondom deze omgeving.

Afbeelding: Natura2000 Leekstermeergebied

20

Ook de directe nabijheid van Natuurgebied De Onlanden geeft een extra versterkende waarde aan het agrarisch natuurbeheer door Natuurboerderij Eytemaheert: in het geheel geldt dat de ligging van Natuurboerderij Eytemaheert ideaal is voor een versterking van de biodiversiteit (zie ook bijlage: Natuurontwikkeling Leekstermeergebied – Visie op de verkenning biodiversiteitswinst Eytemaheert, Rivierduinadvies).

Afbeelding: De Onlanden (Stichting Natuurbelang De Onlanden)

3.3 Duurzame Energie Eytemaheert staat voor een duurzame, natuurlijke en daarmee zeer toekomstgerichte veehouderij. Onlosmakelijk verbonden is het nastreven van een energie-neutrale bedrijfsvoering. Zeer geschikt daarvoor is het plaatsen van een kleine windmolen.

Ook zonne-energie is een efficiënte vorm van duurzame energie opwekken.

Aardwarmte wordt tevens verder onderzocht: de boerderij te Sandebuur is voorbereid op de installatie van een aardwarmtesysteem.

In gezamenlijkheid met de provincie wordt er op het moment van dit schrijven een energiescan uitgevoerd en geanalyseerd (MKB Energiescan). Op basis van dit onderzoek zullen wij verdere keuzes maken in hoe wij duurzame energie mogelijkheden optimaal kunnen inzetten binnen onze bedrijfsvoering.

21

Aangehaalde bronnen

• Natuurlijk Platteland. Beleven Benutten Beschermen. Programma 2015-2021, met doorkijk naar 2027 Gedeputeerde Staten van Drenthe (12 april 2016) • Melkveehouderij en Natuurontwikkelagenda Drenthe Provincie Drenthe, Natuur- en Milieufederatie Drenthe (26 juni 2015) • Dossier Kringlooplandbouw Wageningen University & Research (n.d.) • ‘Kringlooplandbouw moet snel norm worden’ Nieuwe Oogst Peter Smit (18 januari 2018) • Uitvoeringsprogramma Grondwaterbeschermingsgebieden in Drenthe- Provincie Drenthe, Waterbedrijf Groningen, Gemeente Noordenveld (februari 2014) • De waarde van agrobiodiversiteit – vijf maatregelen voor een beter gebruik Louis Bolk Instituut, Jan de Wit & Jan-Paul Wagenaar (n.d.)

22

Bijlagen Artikelen

Opiniebijdrage Martin Scholten over rol veehouderij in de circulaire economie in het FD

Revival van de Nederlandse dubbeldoel runderrassen

Onderzoeksplan – Natuurinclusieve veehouderij met zeldzame rassen (Sipke Joost Hiemstra CGN)

Natura 2000 gebied Leekstermeergebied: vogelrichtlijnen

De Groninger Blaarkop

Schoonebeeker Heideschaap

Bonte Bentheimer

Drents Hoen

Schetsboek Eytemaheert, Prolander en Provincie Drenthe.

Natuurontwikkeling Leekstermeergebied – Visie op de verkenning biodiversiteitswinst Eytemaheert, Rivierduinadvies

23

Opiniebijdrage Martin Scholten over rol veehouderij in de circulaire economie in het FD Gepubliceerd op 28 januari 2017 https://www.wur.nl/nl/nieuws/Opiniebijdrage-Martin-Scholten-over-rol-veehouderij-in-de-circulaire-economie-in-het- FD.htm

Veehouders krijgen voortdurend te horen dat ze met hun vee mede debet zijn aan het klimaatprobleem en aan onze te grote ecologische footprint. De problemen in de veehouderij zijn serieus, maar helaas blijft door de grote nadruk op die problemen onderbelicht dat er zonder veehouderij nooit een circular and biobased society zal zijn.

Die circular and biobased society is een samenleving die draait op hernieuwbare grondstoffen voor al onze behoeften: voedsel, energie, materialen, noem maar op. Plantenbiomassa is dan de grondstof waarop de hele duurzame samenleving draait. Maar als experts praten over de beloften van de biobased society, hebben ze het alleen maar over lineaire productieketens. Over de nieuwe materialen die we kunnen maken uit biomassa, bijvoorbeeld rubberbanden uit paardenbloemen of nieuwe brandstoffen uit zeewieren.

Sluiten van biologische kringlopen Zo geredeneerd moeten we nog veel meer plantenbiomassa gaan produceren dan we nu al doen. En dat kan niet, want die ruimte is er op aarde niet. We zullen dus veel slimmer om moeten gaan met de biomassa die we in de landbouw produceren. Dat kan alleen als we de biologische kringlopen daadwerkelijk sluiten.

En daarvoor heb je vee nodig. Dieren die de plantenresten kunnen verteren die anders verloren zouden gaan, en die mest produceren waarmee de bodem kan worden bijgetankt.

Koeien, schapen, kippen en varkens zijn door de mens ooit als landbouwhuisdieren geselecteerd, omdat zij biomassa kunnen verteren die wij niet verdragen. Gras bijvoorbeeld, of hooi en bierbostel. Of denk aan insecten. Ik verwacht niet dat wij mensen op grote schaal insecten gaan eten, maar ze zijn bijzonder geschikt als voer voor kippen – die immers van oorsprong insectivoor zijn. Met die reststromen voorzien dieren ons van kostbare en kostelijke producten als melk, eieren en vlees.

Mest als bodemverbeteraar En dieren produceren mest. Nu nog kijken we naar mest als een afvalproduct, waar we te veel van hebben en vanaf moeten. Vanuit het perspectief van een circulaire voedselvoorziening verandert dat beeld radicaal. Daarin is mest een bodemverbeteraar, een bron van organisch materiaal waar de bodem ontzettend veel behoefte aan heeft. Zaak is om hoogwaardige organische stof uit de mest te halen en terug te brengen naar de bodem. Want die vruchtbare bodem hebben we hard nodig om de maximale hoeveelheid plantenbiomassa te kunnen produceren om de cirkel weer rond te maken en te laten draaien.

Alleen zo kan die ene aarde straks negen en een half miljard mensen voorzien van goed en gezond voedsel, van duurzame energie en van materialen uit een hernieuwbare grondstof. Alleen zo ontstaat er een echte kringloop: grond maakt planten, maakt dieren, maakt mest, maakt grond, planten, dieren, mest… Eigenlijk een manier om te voorzien in de behoeften van mensen, gebaseerd op een mechanisme dat in de natuur al lang bestaat: ecologische kringlopen.

Maar vee is toch mede de oorzaak van het klimaatprobleem? Door de methaanproductie die voortkomt uit het verteren van die plantaardige materialen door koeien, schapen en andere dieren? Dat is waar: 15% van de broeikasgassen komt uit de veehouderij. Het is deels het gevolg van een veehouderij die niet goed, efficiënt en zorgvuldig is ingericht. We kunnen die uitstoot van broeikasgassen uit de veehouderij met ruim 50% verminderen door slimmer met de dieren, hun voer en hun mest om te gaan. En bovenal: door nog beter voor hun gezondheid te zorgen.

24

Er is nóg een kant aan dit verhaal. Als we de kringloop goed sluiten en de bodem weer opladen met de organische stof uit de mest van dieren, brengen we koolstof, die nu nog in de lucht zit, terug naar de bodem. Zo levert de landbouw met veehouderij juist een bijdrage aan het vastleggen van CO2 uit de atmosfeer in de bodem en daarmee aan het tegengaan van de klimaatproblemen die we in de afgelopen eeuw met het gebruik van fossiele brandstoffen hebben veroorzaakt.

Vee op een voetstuk Welbeschouwd hebben we het hier dus over een complete regiemshift. Over omdenken. Van een veehouderij die is verkokerd in lineaire voedselketens gaan we naar een veehouderij waarin biomassa optimaal wordt ontsloten en hoogproductieve voedselkringlopen duurzaam worden gesloten. En van een maatschappij die is gebaseerd op fossiele grondstoffen naar een maatschappij die draait op biobased grondstoffen.

In Leeuwarden staat Us mem, een bronzen standbeeld van een koe. Het wordt tijd dat we ons vee weer op een voetstuk zetten.

Martin Scholten is algemeen directeur Animal Sciences Group, Wageningen University & Research.

25

Revival van de Nederlandse dubbeldoel runderrassen? Gepubliceerd op 12 februari 2018 https://www.wur.nl/nl/nieuws/Revival-van-de-Nederlandse-dubbeldoel-runderrassen.htm

Een recente publicatie van Theun Vellinga en Marion de Vries (2018) van Wageningen Livestock Research laat duidelijk de relatie zien tussen de emissie van broeikasgassen, als gevolg van de productie van melk en de productie van rundvlees/kalfsvlees.

Productie van melk én vlees De auteurs concluderen dat strategieën gericht op reductie van broeikasgassen in de melkveeveehouderij, zoals verhoging van de melkproductie per koe, minder effectief zijn dan vaak wordt gedacht, wanneer de productie van melk en vlees in samenhang wordt bekeken.

Dubbeldoelrassen zijn van waarde De Nederlandse dubbeldoel rundveerassen, zoals MRIJ (Maas Rijn IJssel) of de Groninger Blaarkop, zijn in de afgelopen decennia grotendeels vervangen door het gespecialiseerde melkras Holstein Friesian. Het onderzoek laat echter zien dat dergelijke dubbeldoelrassen nog steeds van waarde zijn, wanneer integraal wordt gekeken naar de milieu-effecten van de productie van melk, rundvlees én kalfsvlees. De reden is dat gespecialiseerde rundvleesproductiesystemen (zoogkoeien) hoge emissies van broeikasgassen per kilogram vlees laten zien, vergeleken met de productie van rundvlees vanuit de melkveehouderij.

Naar het totale bedrijfssysteem kijken Wanneer we rekening houden met de grote milieu-impact van gespecialiseerde rundvleesproductiesystemen (zie hiervoor o.a. ook Baltussen et al. 2017), zou er meer interesse moeten zijn om de Nederlandse dubbeldoel rundveerassen te blijven gebruiken in de melkveehouderij. Melkveehouders weten dat een hoge melkproductie per koe niet hetzelfde is als een hoog netto inkomen per koe of per bedrijf. Het onderzoek van Vellinga en de Vries laat duidelijk zien dat de economische en milieuefficiëntie nadrukkelijker binnen het totale bedrijfssysteem moet worden bekeken.

26

Onderzoeksplan – Natuur-inclusieve veehouderij met zeldzame rassen

Sipke Joost Hiemstra

Wageningen Research – Centre for Genetic Resources, the Netherlands (CGN)

NB – inzet van diverse expertise vanuit WUR, en afstemming/samenwerking met vergelijkbare initiatieven in (Noord) Nederland. Zie ook ideeën Dairy Campus, Provincie Fryslan, Gerard Mighels et al.

Doel Demonstratie, benchmarking en systeemontwikkeling

Inleiding Natuurinclusieve veehouderij biedt zowel kansen voor duurzame gebiedsontwikkeling als voor betere benutting van de diversiteit aan runderrassen. Rassen zoals de Groninger Blaarkop zijn sober en robuust, en passen daardoor goed in extensieve systemen waarbij natuur en landbouw geïntegreerd is.

Probleemstelling Er zijn onvoldoende feiten bekend over de unieke eigenschappen en waarde van de Nederlandse zeldzame rassen, en er is tot nu toe te weinig aandacht voor ontwikkeling en ondersteuning van efficiënte kringlooplandbouw waarbij landbouw en natuur geïntegreerd wordt benaderd.

Wat moet er gebeuren? - Verzameling van gegevens op bedrijfsniveau en dierniveau, gebruik makend van moderne technologie. - Benchmarking van technische en bedrijfseconomische gegevens tussen bedrijven (gangbaar én kringloop/natuurinclusief) - Systeemontwikkeling, systeemontwerp en experimenteren - Demonstratie, communicatie en systeemontwikkeling door netwerk van natuurinclusieve veehouders

Gegevensverzameling (>10 jaar) - Dierniveau (inzet van moderne technologie waar mogelijk) o DNA/SNP patroon (50k SNP of meer) o Melkproductie gegevens en melksamenstelling o Omzet en aanwas (componenten) op dierniveau o Levensduur o Gezondheid en welzijn parameters (problemen, dierenartskosten, etc. o Voersamenstelling en (individuele of groep) voeropname o Emissies via melk, mest/urine, lucht o Saldo per koe

- Perceels- en bedrijfsniveau (inzet van moderne technologie waar mogelijk) o Melkopbrengst en toegevoegde waarde o Omzet en aanwas – vlees opbrengst o Dierenartskosten o Voerkosten o Voersamenstelling o Biodiversiteit (botanisch, weidevogels, landschapskwaliteit) o Bodembiodiversiteit o Waterkwaliteit o BEX/kringloopwijzer parameters

27

o Saldo per koe o Bedrijfseconomisch rendement

Benchmarking - Creëren van netwerk van vergelijkbare natuur-inclusieve systemen met zeldzame rassen, en benchmarken met gangbare systemen/modellen

28

Uit: Besluit Natura 2000-gebied Leekstermeergebied

5.3 Vogelrichtlijn: broedvogels A119 Porseleinhoen Rode lijst (categorie kwetsbaar) Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 2 paren. Toelichting: Het porseleinhoen is een zeer schaarse broedvogel waarvan in 1997 2 paren werden vastgesteld. Verder zijn er geen inventarisatiegegevens voorhanden. Het gewenste aantal paren heeft betrekking op gunstige jaren. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio Drents-Groningse grensgebied ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. Info Site Vogelbescherming: schommelingen in het waterpeil veroorzaken veranderingen in de aantallen broedparen van het porseleinhoen. Verdroging van veel natuurgebieden heeft de soort beslist geen goed gedaan. De oorzaken voor de schommelende aantallen porseleinhoenders in Nederland lijken deels ook buiten Nederland te liggen, aangezien de aantallen ook jaarlijks fluctueren wanneer er in de broedgebieden niets is veranderd. Het areaal aan geschikt overwinteringshabitat (wetlands) in Afrika neemt ook af. Op lange termijn is vooral de verdroging van veel natuurgebieden en de inlaat van gebiedsvreemd (eutroof) water desastreus voor de soort. Gelukkig gaat het met de waterkwaliteit door verbeterde inzichten en beheer weer iets beter. Op diverse plaatsen in Nederland profiteert de soort recentelijk van het creëren van nieuwe moerasgebieden. Het porseleinhoen maakt onderdeel uit van het Actieplan bedreigde vogels van Vogelbescherming. De belangrijkste actie die voor het porseleinhoen ondernomen kan worden is het tegengaan van de verdroging van veel potentiële leefgebieden. De soort is gebaat bij lage moerasvegetaties, natuurlijke dynamiek in het waterpeil en een dynamisch moeras. De soort kan relatief eenvoudig worden aangetrokken door natuurherstel en -ontwikkeling, indien dit resulteert in (permanent) ondiepe plassen met modderige oeverzones en moerasvegetatie. Extensieve begrazing blijkt gunstig, omdat het resulteert in kleinschalige variatie binnen de moerasvegetatie.

A122 Kwartelkoning Rode lijst (categorie Bedreigd) Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 5 paren. Toelichting De kwartelkoning is een zeer schaarse, niet jaarlijks voorkomende broedvogel met maximaal 20 paren in het landelijke topjaar 1998; in de periode 1999- 2003 was de soort aanwezig met 1-6 paren. Van oorsprong is de kwartelkoning een reguliere broedvogel van het laagveen weidegebied. Gezien de landelijk matig ongunstige staat van instandhouding is behoud van de populatie op een relatief hoog niveau gewenst. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio Drents-Groningse grensgebied ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. Info site Vogelbescherming: Met het verdwijnen en verdrogen van extensieve, vochtige hooilanden in Nederland, de teloorgang van de teelt van klaver en luzerne en de komst van insecticiden verdween zowel het broedbiotoop als de voedselbron van de kwartelkoning. Op hooi- en akkerland speelt het uitmaaien van jongen daarnaast een belangrijke negatieve rol in scherpe achteruitgang van deze soort. Maatregelen in akkerbouwland voor de korte termijn zijn braakleggingen, brede faunaranden, grasstroken en 'vluchtstroken'. Op lange termijn zijn zeer grote extensief beheerde graslandgebieden nodig met natuurlijk waterbeheer. In weidevogelreservaten wordt te vroeg gemaaid voor deze laat broedende soort.

29

A295 Rietzanger: beschermde inheemse diersoort Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 70 paren. Toelichting De rietzanger is van oudsher een schaarse broedvogel die sterk kan profiteren van de voorgenomen natuurontwikkeling. Het gebied leverde in 2008 met 147 broedparen ruim voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie. Gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding met betrekking tot de populatieomvang, is echter behoud voldoende. Voor de periode 1999-2003 waren geen betrouwbare gegevens beschikbaar van het aantal territoria waarvoor een behoudopgave geldt. Het aantal is daarom gebaseerd op het gemiddelde van de periode 2002-2006. Info site Vogelbescherming: Terreinbeherende organisaties en overheden kunnen zorgen voor voldoende omvang van ongemaaide rietlanden, zodat ook de rietzanger een broedplek heeft. Gemeenten moeten tijdens het broedseizoen rietkragen in parken, woonwijken etc. met rust laten.

5.4 Vogelrichtlijn: niet-broedvogels A041 Kolgans: beschermde inheemse diersoort Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 640 vogels (seizoensgemiddelde). Toelichting Het gebied heeft voor de kolgans met name een functie als foerageergebied en als slaapplaats. Aantallen zijn recent fors afgenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. Info site Vogelbescherming: Vogelbescherming pleit voor meer natuur-inclusieve landbouw en rustgebieden voor ganzen. Een ander soort, meer natuurlijke landbouw in Nederland is een gedeelde verantwoordelijkheid van de sector, overheden, voedselproducenten en -consumenten. Alleen op die manier is het mogelijk het landschap zo in te richten dat het massaal doden en verstoren van de agenda gaat. A045 Brandgans: beschermde inheemse diersoort Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 110 vogels (seizoensgemiddelde). Toelichting Het gebied heeft voor de brandgans met name een functie als foerageergebied en als slaapplaats. Aantallen fluctueren. Handhaving van de huidige situatie is voldoende want de Programmadirectie Natura 2000 | PDN/2010-019 | 019 Leekstermeergebied landelijke staat van instandhouding is gunstig. De doelstelling heeft geen betrekking op de eventuele functie van het gebied als broedgebied voor deze soort. Info site Vogelbescherming: Vogelbescherming pleit voor meer natuur-inclusieve landbouw en rustgebieden voor ganzen. Een ander soort, meer natuurlijke landbouw in Nederland is een gedeelde verantwoordelijkheid van de sector, overheden, voedselproducenten en -consumenten. Alleen op die manier is het mogelijk het landschap zo in te richten dat het massaal doden en verstoren van de agenda gaat.

A050 Smient: Rode lijst categorie Gevoelig Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld640 vogels (seizoensgemiddelde). Toelichting Het gebied heeft voor de smient met name een functie als slaapplaats en als foerageergebied. Er was sprake van hoge aantallen rond 1990, met daarna een afname. Handhaving van de huidige situatie is voldoende want de landelijke staat van instandhouding is gunstig.

Info site Vogelbescherming: Vogelbescherming zet zich in voor de waterrijke gebieden waar smienten van profiteren. Dan gaat het zowel om waterkwaliteit, rustgebieden als de beschikbaarheid van voedsel.

30

De Groninger Blaarkop Rasbeschrijving De Groninger Blaarkop is een dubbeldoel rund van het melk-vleestype. De bouw van het dier is solide, met mooie verhoudingen en een gepaste bespiering. De kop is gehoornd en de romp mooi gewelfd. Vanwege haar opvallende verschijning wordt de Blaarkop wel heel chique ‘de koe in chaquet’ genoemd. De kleur is egaal zwart of rood met een witte kop met ‘blaren’. De blaren (kringen rond de ogen) kunnen verbonden zijn met de hals, de ‘vaste blaren’, of als een eilandje in het wit ‘losse’ blaren zijn. De onderkant van de buik is eveneens in meer of mindere mate wit, tot het begin van de hals. De benen zijn liefst gekleurd met niet te hoge ‘witte sokken’ tot de kogels of maximaal net iets daarboven. Vaak zijn aan de achterbenen de sokken net iets groter dan aan de voorbenen, en soms beperkt het wit aan de benen zich tot enkele witte haren bij de klauwspleet en in de kootholte, of in het geheel geen wit aan één of meerdere benen. Het dier heeft krachtig beenwerk met een soepele gang en goedgevormde – vrijwel altijd gepigmenteerde – harde klauwen, een goede uier en een mooie eiwitgehalte in de melk. De neusspiegel is vrijwel altijd gepigmenteerd, en een gepigmenteerde tong komt regelmatig voor. De horens zijn vaak wat neergaand van stand, een enkele keer komt een wijde stand voor maar vrijwel nooit ‘vluchtig’. Bij het blaarkopras komt de bloedgroep B19 voor; dit maakt het ras uniek. Deze bloedgroep komt niet voor bij andere Nederlandse rassen.

Geschiedenis De Blaarkop is reeds lange tijd in Nederland een bekend rundertype, ze zijn al beschreven in de veertiende eeuw, toen de Nederlandse rundveestapel veel verschillende kleurschakeringen rij was, maar er nog geen ‘rassen’ waren benoemd. Vanaf de Middeleeuwen worden de dieren regelmatig op schilderijen weergegeven, met zowel rode als zwarte blaarkoppen (soms niet met een helemaal correcte aftekening). Ook de witkop, zonder ‘blaren’ op de kop, kwam regelmatig voor. Veehandelaren kochten eind 19e eeuw graag blaarkoppen op als slachtvee voor de Londense veemarkt. De vleeskwaliteiten van de Blaarkop worden ook in Nederland al sinds lang zeer gewaardeerd. In de bepaalde delen van de provincie Groningen (met name het Hogeland en het Westerkwartier) bestond aan het begin van de 20e eeuw de veestapel voor ca. 50% uit blaarkoppen. Behalve in Groningen fokte men de dieren in Zuid-Holland rondom Leiden en de Rijnstreek van Utrecht. Daar werd van de melk veelal kaas gemaakt en werden dieren vetgeweid als vleesvoorziening van de grote steden.

Ook in het buitenland komen runderen voor met de typische blaarkoptekening, onder meer in de Oekraïne en in de Franse Alpen (het Abondance-ras). Er wordt wel eens beweerd dat in Engeland door kruisingen met witkoppen uit Nederland in de 17e eeuw de Hereford zijn typische witte kop zou hebben verkregen. Sinds 1908 maakt de Blaarkop officieel deel uit van dè drie Nederlandse rundveerassen (zwartbont FH, roodbont MRIJ en Blaarkop) zoals destijds benoemd door het in 1874 opgerichte Nederlands Rundvee Stamboek.

31

Gebruik Na een sterk dalende lijn in aantal vanaf ca. 1970 vanwege een sterke drang naar een zo hoog mogelijke melkproductie in de melkveehouderij, is de Blaarkop in de categorie met de status ‘Zeldzaam ras’ terechtgekomen. Sinds ca. het jaar 2000 staat het ras meer positief in de belangstelling omdat het zeer geschikt blijkt te zijn voor de biologische melkveehouderij vanwege zijn soberheid en duurzaamheid. In 2010 waren er ongeveer 3000 (vrijwel) raszuivere vrouwelijke fokdieren. De gemiddelde melkproductie is ca. 6000 kilo melk, met 4,40 %vet en 3,60% eiwit. (Bron: Stichting Zeldzame Huisdierrassen)

32

Schoonebeeker Heideschaap Rasbeschrijving Het Schoonebeeker heideschaap valt bijzonder op met haar veelkleurigheid, typische Romeinse (gebogen) neus, harige vacht en hoogbenigheid. Het is het zeldzaamste Nederlandse schapenras. Ten opzichte van andere heideschapen is de Schoonebeeker een fors ras. Het neemt een statige, bijna sierlijke, houding aan met een opgerichte kop. Ze komen in vrijwel alle kleurslagen voor, maar bonte variëteiten zijn het meest voorkomend. Schoonebeekers zijn bijzonder sterk en weerbaar. Ze staan ook nog dicht bij de natuur. De ooi wordt gemakkelijk drachtig, lammert vrijwel altijd zonder problemen af en is een goede moeder voor haar 1, maar meestal 2 lammeren. Schoonebeekers zijn levendig, attent en nieuwsgierig van aard. Het karakter is prettig, en vertrouwd naar hun bekende verzorger.

Geschiedenis In de provincie Drenthe komt naast het Drents Heideschaap ook het Schoonebeeker heideschaap voor. Verondersteld wordt dat het Drents Heideschaap (welke een veel langere ontstaansgeschiedenis kent) bij het ontstaan van de Schoonebeeker een rol heeft gespeeld. Net als de Bentheimer, een oud Duits heideschaap gehouden in de aangrenzende streek. De Schoonebeeker werd vroeger in Drenthe en omliggende provincies gehouden op de iets rijkere gronden. Het leverde vlees, vachten maar vooral mest, welke in de schaapskooien werd opgevangen om de akkers te bemesten. Heidevelden ontwikkelden zich echter tot landbouwgebieden en de Schoonebeeker maakte plaats voor meer productieve vleesrassen. In de jaren ’70 van de vorige eeuw waren er slechts enkele tientallen Schoonebeekers over. Door de gezamenlijke inspanning van kuddes en hobbyisten is de Schoonebeeker echter gered. De populatie bestaat nu uit ruim 1000 fokooien en is groeiende.

Gebruik In diverse kuddes wordt de Schoonebeeker nog gehouden in zijn oorspronkelijke omgeving, ruige (heide)terreinen. Dankzij het selectieve graasgedrag wordt boomopslag tegengegaan, krijgen zeldzame plantensoorten een kans en worden zaden door transport in de vachten verspreid. Daarnaast heeft de Schoonebeeker door zijn omvang nog een heel behoorlijke vleesopbrengst wanneer in het najaar de overtollige (ram)lammeren het veld moeten ruimen. Culinaire kenners prijzen het vlees om zijn (wildachtige) smaak. De vachten zijn door hun lange en harige structuur ideaal om te vilten. Door het sterke beenwerk, hoge wendbaarheid en levendige karakter is de Schoonebeeker erg geschikt voor liefhebbers van schapendrijven met honden als bijvoorbeeld de Border Collie.

Bijzonderheden De opvallende adellijke en veelkleurige Schoonebeeker is het zeldzaamste schapenras van Nederlandse origine en verdient het om in stand gehouden te worden. (Bron: Stichting Zeldzame Huisdierrassen)

33

Bonte Bentheimer Rasbeschrijving De Bonte Bentheimer is een middelgroot landvarken. Het heeft grote loboren en een onregelmatig zwart vlekken patroon op een witte of licht grijze ondergrond. De bouw is lang gerekt met een kort bekken. Een volwassen zeug weegt gemiddeld 180 kilo en beer 250 kilo. Bentheimers zijn erg vruchtbaar en hebben een lange gebruiksduur. Veel zeugen brengen het tot 17 worpen, gemiddeld met 22 tot 24 biggen per jaar. De Bonte Bentheimer is het meest in zijn element wanneer ze sober en extensief gehouden worden. Wanneer ze langzaam groeien en veel structuurrijk voedsel krijgen leveren ze licht gemarmerd vlees van een goede kwaliteit.

Geschiedenis Rond 1840 waren de boeren in de regio Twente / Bad Bentheim niet langer tevreden over de prestaties van de toenmalige huisvarkens. Daarom begon men rond 1840 met het kruisen van de Europese landvarkens met Engelse beren. Uit deze kruisingen werden de gevlekte biggen met loboren gebruikt om verder mee te fokken. De jaren 50 van de vorige eeuw waren de hoogtij jaren voor het Bonte Bentheimer varken. De Tweede Wereldoorlog was net voorbij en de wederopbouw was in volle gang. Als goedkoop en eenvoudig te houden varken was de Bonte Bentheimer erg populair. Daarnaast was de Bentheimer vruchtbaar en leverde een uitstekende kwaliteit vlees. Met de opkomst van de economie veranderde ook de vraag van de consument. Vetarm vlees werd nu gevraagd. De Bonte Bentheimer moest op grond van zijn ongunstige vlees-vet verhouding ten opzichte van de huidige veredelde landvarkens steeds meer terrein te verliezen. Ook de fokkerij veranderde, enkele economisch voordelige rassen namen de plaats in van vroegere regionaal aangepaste rassen. Het aantal fokkers van Bonte Bentheimer varkens nam drastisch af. Alleen de fokker Gerhard Schulte-Bernd uit Isterberg uit het graafschap Bentheim hield vast aan het fokken van de zwart-bonte varkens. In de jaren 90 van de vorige eeuw was hij nagenoeg de enige met Bonte Bentheimer varkens. Met nog zo’n 100 fokdieren werd het ras ernstig met uitsterven bedreigd. De hardnekkigheid van de heer Schulte-Bernd, het bewuster worden van de mens, en de toenemende vraag naar regionale producten, zijn een impuls voor een nieuwe bloeitijd voor het Bonte Bentheimer varken.

Gebruik Bonte Bentheimers worden meest kleinschalig gehouden. De varkens worden gehouden op zorgboerderijen, kinderboerderijen, educatieve centra. Ook bij particulieren op het platteland groeit dit vriendelijke varken aan populariteit. (Bron: Stichting Zeldzame Huisdierrassen)

34

Drents hoen Rasbeschrijving De kam staat rechtop, met de kamhiel liefst oplopend. Drentse hoenders kennen we in een grote hoeveelheid patrijskleurvarianten: zilver-, geel- en blauwpatrijs, al of niet gezoomd; blauwzilver-, koekoek- en witpatrijs; zwart en blauw goud- en zilverhalzig. Onder de Drentse hoenders komt staartloosheid voor. Bolstaarten worden deze genoemd. Deze bolstaarten zijn erkend in alle kleurslagen die voorkomen bij onze Nederlandse hoenderrassen. Het Drents hoen is licht gebouwd, levendig van aard, heeft blauwe poten en witte oorlellen. Naar hoendermaatstaven kan het goed vliegen. De lichaamshouding is enigszins opgericht. De borst wordt duidelijk naar voren gedragen. De staart is rijk ontwikkeld en wordt gespreid en tamelijk hoog gedragen.

Geschiedenis Drentse hoenders zijn landhoenders, die in Nederland en met name in Drenthe al eeuwenlang voorkomen. Ze behoren tot de oudste Nederlandse hoenderrassen. Uit archeologische vondsten weten we dat omstreeks het begin van onze jaartelling in ons land reeds kippen voorkwamen. De hier voorkomende hoenders waren allen van het landhoentype: niet zwaar gebouwd, leiblauwe benen en witte oorlellen. In de loop der jaren ontstond in elke streek geleidelijk een eigen ras. In Vlaanderen de Braekel, in Noord-Holland het Assendelfter hoen, in Groningen de Groninger meeuw, in Friesland het Fries hoen en in Drenthe het Drentse hoen. In vroeger jaren kwamen in Drenthe en aangrenzende streken op de boerderijen de Drentse hoenders in vele kleurslagen voor. Loslopend waren deze bedrijvige kippen in al hun kleurenpracht sieraden op het erf. Met de komst van de zgn. legrassen eind vorige eeuw, verdwenen de Drentse hoenders hoe langer hoe meer, tot ze uiteindelijk tot de zeldzame rassen gingen behoren. (Bron: Stichting Zeldzame Huisdierrassen)

35