Capsodes sulcatus in Nederland (: , )

Berend Aukema & Due Hermes

AUKEMA, B. & D. J. HERMES, 1989. CAPSODES SULCATUS IN THE NETHERLANDS (HETEROPTERA: MIRIDAE, MIRINAE). - ENT. BER., AMST. 49 (12): 185-187.

Abstract: The rare West European Capsodes sulcatus was captured in numbers on Senecio jacobaea at Schouwen (province of Zeeland), being the second Dutch locality for this species. Biological and distributional data are given and the male is depicted.

Pomona 66, 6708 CC Wageningen Drossaardstraat 24, 5663 ER Geldrop.

Inleiding

De minde Capsodes sulcates (Fieber) werd in 1979 voor het eerst in Nederland gevangen: B. J. Lempke, Amsterdam, sleepte op 23 juni een brachypteer vrouwtje te Vorden (Kranenburg, prov. Gelderland) van bloeiend zevenblad (Ae- gopodium podagraria L.) in een rijkbegroeide wegberm. Nader onderzoek op de vindplaats door de eerste auteur op 22.vii.1980 leverde geen resultaat op. Omdat het hier een brachy¬ pteer vrouwtje betrof en de kans op introduktie ter plaatse uiterst gering leek, werd de soort toch opgenomen in de lijst van in Nederland waargenomen wantsen (Aukema, 1989). Capsodes sulcatus onderscheidt zich door de volgende combinatie van kenmerken van de overige soorten van het subgenus Capsodes sensu stricto: de lange afstaande beharing, de smalle halsring (nauwelijks dikker dan het eerste sprietlid) en de sterk ingebochte zijden van het halsschild (Wagner, 1970-1971). De mannetjes zijn macropteer (fig. 1), de vrouw¬ tjes brachypteer.

Een nieuwe vindplaats van Capsodes sulcatus

Tien jaar later kan het voorkomen van deze fraaie miride in Nederland bevestigd worden: de auteurs ontdekten op 21 .vi. 1989 een om-

Fig. 1. Habitus mannetje Capsodes sulcatus, Schouwen, Nieuw-Haamstede, 5.vii. 1989, leg. & coll. B. Aukema (schaallijn 2 mm). 186 Ent. Ber., Amst. 49 (1989) vangrijke populatie in de duinen van de kop ken door bloeiende planten in het algemeen van Schouwen. Capsodes sulcatus komt daar (Woodroffe, 1958), en kunnen daardoor op voor op jacobskruiskruid (Senecio jacobaea een heel scala van planten worden aangetrof¬ L.) langs de strandopgang door de duinen bij fen. Stichel (1956-1958) vermeldt stippelganze- de Westerlichttoren in Nieuw-Haamstede. Het voet (Chenopodium ficifolium Smith), braam recent verharde pad loopt daar door een zeer (Rubus spec.), wondklaver (Anthyllis vulnera- dicht struweel van duindoorn (Hippophae ria L.), klein kruiskruid (Senecio vulgaris L.) rhamnoides L.) en wilde liguster (Ligustrum en luzerne (Medicago sativa L.) als verblijf¬ vulgare L.), waarin verspreid gewone vlier platen van sulcatus. Woodroffe (1969) noemt (Sambucus nigra L.) en hondsroos (Rosa ca- hopklaver (Medicago lupulina L.) als moge¬ nina L.) voorkomen. Langs het pad bevindt lijke voedselplant. Ehanno (1987a) geeft zich een betredingszone, bestaande uit een sulcatus als karakteristieke soort voor heide- spaarzame vegetatie van kruipwilg (Salix re- terreinen, waar de soort voorkomt op brem pens L, braam (Rubus spec.), heggerank (Cytisus scoparius (L.) Link) en gaspeldoorn (Bryonia cretica L.), grote brandnetel (Urtica (Ulex europaeus L.), en als frequent voorko¬ dioica L.), kromhals (Anchusa arvensis (L.) mend in de duinen op zeeradijs (Raphanus Bieb.), kleverige reigersbek (Erodium glutino- maritimus Sm.) en kruipend stalkruid (Ononis sum Dumort), jacobskruiskruid en winterpos- repens L.). Dezelfde auteur geeft bovendien telein (Claytoniaperfoliata Donn ex Willd.) op incidentele waarnemingen uit een aantal an¬ kaal zand. In deze zone werd sulcatus over een dere biotopen van adelaarsvaren (Pteridium lang traject aangetroffen op en onder de toen aquilinum (L.) Kuhn), herik (Sinapis arvensis nog niet bloeiende pollen jacobskruiskruid. L.), duizendblad (Achillea millefolium L.), Ook op 5 juli trof de eerste auteur de soort hondstong (Cynoglossum officinale L.), helm¬ langs de betreffende strandopgang weer talrijk kruid (Scrophularia spec.) en valse salie aan op dezelfde plant, die nu volop in bloei (Teucrium scorodonia L.). In Spanje en Zuid- stond. Afkloppen van jacobskruiskruid in de Frankrijk veroorzaakt sulcatus schade aan omgeving (onder andere langs een strandop¬ bloemen van druiven en ander fruit (South¬ gang in de Verklikkerduinen) leverde niets op. wood & Leston, 1959).

Voedselplant en biotoop Levenscyclus

In de literatuur worden onder meer vlinder¬ Imagines van sulcatus komen in één generatie bloemigen (Leguminosae) opgegeven als voed¬ voor van juni tot begin augustus. De overwin¬ selplanten (Ehanno, 1987a; Southwood & Lé¬ tering vindt plaats als ei. De mannetjes zijn sion, 1959; Stichel, 1956-1958; Woodroffe, altijd macropteer, de vrouwtjes altijd brachy- 1958, 1969). Woodroffe (1958) trof larven aan pteer (Southwood & Leston, 1959, Wagner, op Vicia angustifolia (L.) Reich, gewone rol¬ 1970-1971, Wagner & Weber, 1964). klaver (Lotus corniculatus L.) en op een kla- versoort, vermoedelijk kleine klaver ( Trifolium Verspreiding dubium Sibth.). Hij slaagde erin om larven op te kweken met veldlathyrus (Lathyrus praten¬ Capsodes sulcatus is een Westeuropese soort sis L.), waarbij in het laatste stadium overigens met een Atlantisch verspreidingspatroon. Hij wel kannibalisme optrad. De mannetjes wer¬ is waargenomen in Zuid-Engeland, Neder¬ den eerder volwassen dan de vrouwtjes, het¬ land, Frankrijk (vooral in het westen), Sardi¬ geen overeenkomt met de veldwaarnemingen nië, Italië, Spanje, Portugal en Marokko (Au- van Woodroffe, en ook met onze vondst op kema, 1989; Ehanno, 1987b; Southwood & Schouwen, waarvan de vrouwtjes in tegenstel¬ Leston, 1959; Stichel, 1956-1958; Wagner, ling tot de mannetjes nog week waren. Imagi¬ 1970-1971). Uit Marokko is een ondersoort nes van sulcatus worden kennelijk aangetrok¬ vidali Wagner beschreven, die voorkomt in het Ent. Ber., Amst. 49 (1989) 187

Atlasgebergte op hoogten van rond de 2000 Dankwoord meter (Wagner, 1959, 1970-1971). Stichel De auteurs danken J. P. Duffels (Zoölogisch Museum, (1956-1958) en Wagner & Weber (1964) ver¬ Amsterdam) voor inzage in de door hem beheerde collectie melden een donkere vorm, luctuosa Puton, die en J. H. Woudstra, Zaandam, voor zijn inspanningen om in het Nederlandse materiaal tot dusverre niet sulcatus op andere locaties te vinden. vertegenwoordigd is. De vindplaats van Capsodes sulcatus op Literatuur Schouwen sluit goed aan bij de verdere ver¬ Aukema, B., 1989. Annotated checklist of - spreiding van de soort. In Frankrijk is sulcatus Heteroptera of The Netherlands. - Tijdschr. Ent. 132: veelvuldig aangetroffen langs de kust van de I- 104. Atlantische Oceaan en Het Kanaal (van de Ehanno, B., 1987a. Les Hétéroptères Mirides de France. Vendée in het zuiden tot in Seine-Maritime in II- A. Inventaire et Syntheses Ecologigiques. - Inv. het noorden) (Ehanno, 1987a) en in Engeland Faune Flore, Paris 40: i-x, 97-647. Ehanno, B., 1987b. Les Hétéroptères Mirides de France. langs de Kanaalkust van Cornwall tot Hamp¬ 1I-B. Inventaire Biogéographique et Atlas. - Inv. Faune shire (Southwood & Leston, 1959). Flore, Paris 42: i-ix, 648-1075. Southwood, T. R. E. & D. Leston, 1959. Land and water bugs of the British Isles: i-xi, 1-436. Warne, London. Slotopmerkingen Stichel, W., 1956-1958. Illustrierte Bestimmungstabellen der Wanzen. II. Europa (Hemiptera-Heteroptera Nader onderzoek van mogelijke vindplaatsen Europae) 2: 169-907. - Berlin. langs de Zeeuwse en Belgische kust zal moeten Wagner, E., 1959. Über einige Arten der Gattung Capso¬ uitwijzen of we op Schouwen te maken hebben des Dahlb. Ent. Ber., Amst. 19: 57-62. met een geïsoleerde voorpost. Het feit dat de Wagner, E., 1970-1971. Die Miridae Hahn, 1831, des Mittelmeerraumes und der Makaronesischen Inseln vrouwtjes van sulcatus altijd brachypteer zijn (Hemiptera, Heteroptera). I. Ent. Abh. Mus. Tierk. doet, in combinatie met het eiland karakter van Dresden 37, Suppl. 1: i-iii, 1-484. Schouwen, in elk geval vermoeden, dat het hier Wagner, E. & H. H. Weber, 1964. Hétéroptères Miridae. een al oudere, bestendige populatie betreft. De - Faune Fr. 67: 1-592. Woodroffe, G. E., 1958. The food-plants of Capsodes eerste auteur zocht op 26.vi. 1989 tevergeefs sulcatus (Fieb.) (Hem., Miridae). - Entomologist’s naar sulcatus in de Zuidhollandse duinen tus¬ mon. Mag. 94:240. sen Scheveningen en Katwijk en ook J. H. Woodroffe, G. E., 1969. Capsodes sulcatus (Fieb.) (Hem., Woudstra, Zaandam, slaagde er niet in om de Miridae) in Dorset. - Entomologist’s mon. Mag. 105: soort in de Noordhollandse duinen (Heems¬ 171. kerk en Egmond) en op Walcheren (Vrouwen¬ polder) te vinden. Geaccepteerd 27.ix. 1989.