in /t/

Rotterdam, 14oktober2008. MX/. ~ , , Onderwerp: £•- - - ^.^^ Vaststelling bestemmingsplan "Met Lage Land/Oud " onder intrekking van het besluit van de gemeenteraad van 18 September 2008.

Aan de Gemeenteraad.

Intrekking Namens ons college heeft wethouder Karakus bij brief van 30 juli 2008 (kenmerk 08/5913-170843) aan de raadscommissie voor Fysieke Infrastructuur, Buitenruimte en Sport (raadscommissie FIBS) bericht dat er dezerzijds geen bezwaar bestaat tegen de inhoud van twee amendementen die in de raadscommissievergadering van 26 maart 2008 onderdeel van besluitvorming zijn geweest bij de behandeling tot vaststelling van het bestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland". De amendementen doen, naar ons oordeel, geen afbreuk aan doel en strekking van het bestemmingsplan. Helaas is ten tijde van de vaststelling van het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Het Lage Land/Oud Prinsenland, in uw vergadering van 18 September 2008, vanuit uw midden abusievelijk verzuimd de twee beoogde amendementen in te dienen. Het gevolg hiervan is geweest dat het totstandgekomen raadsbesluit tot vaststeHing van het bestemmingsplan Het Lage Land/ Oud Prinsenland in onvoldoende mate uw wil weerspiegelt. Bovendien kunnen door dit raadsbesluit belangen van justitiabelen zijn geschaad. Dit kan financiele gevolgen hebben voor de gemeente evenals gevolgen voor de goedkeuring van het bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten. Op grand van vorenstaande overwegingen is het wenselijk het besluit van 18 September 2008 tot vaststelling van het bestemmingsplan Het Lage Land/Oud Prinsenland in te trekken en hiervoor in de plaats een nieuw besluit te nemen. Aldus wordt de gelegenheid geboden de amenderingvoorstellen alsnog in dit nieuwe raadsvoorstel op te nemen. Dit raadsvoorstel doet geen afbreuk aan de rechtsbescherming.

Voorgeschiedenis Op 24 augustus 2004 heeft het toenmalig college besloten het voorontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" in procedure te brengen door het overteg als bedoeld in artikel 10 van het Bestuit op de ruimtelijke ordening (vooroverleg) en de inspraakprocedure te starten. Bij beslurt van 9 januari 2007 hebben wij het ontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" vrijgegeven voor de eerste terinzagelegging en het eindverslag, als bedoeld in artikel 5 (was artikel 12) van de inspraakverordening , vastgesteld. Het bestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" is een plan in het kader van het project actualisering bestemmingsplannen. Het doel van dit project is, om voor een groot aantal gebieden in Rotterdam waar weinig of geen ontwikkelingen plaats (zullen) vinden, een actueel beheer-bestemmingspian op te stellen. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en legt als zodanig de bestaande situatie vast. Daarnaast zijn onherroepelijk verleende planologische vrijstellingen (artikel 19 WRO) in het plan opgenomen.

Registratierummer dienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 1 Begrenzlng De oostkant van het plangebied wordt scherp begrensd door de bovengrondse metro. Dit is de oost-westverbinding met de stad en met , en het intercitystation van de NS. Ten oosten van de metro ligt de wijk met het winkelcentrum Alexandrium. Ten noorden van het plangebied ligt het bedrijventerrein . Aan de westkant vormt de autosnelweg A16 een duidelijke grens van de woonbebouwing van de wijk. Deze autosnelweg maakt deel uit van het plangebied. Tussen de A16 en het Kralingsebos ligt een buffer van volkstuinen en sportvelden. Ten zuiden van het plangebied ligt de wijk Prinsenland.

Ambtshalve voorgestelde wijzigingen

1. Paragraaf 6 (Milieu) is geactualiseerd. Subparagraaf 5.8. (Water) is vemummerd tot paragraaf 5, terwijl de overige subpragrafen (5.1. tot en met 5.7., planbeschrijving) zijn vernummerd tot paragraaf 4.1. tot en met 4.7., met ongewijzigde onderverdeling in subparagrafen. De bestaande paragraaf 4 "Wijkvisie en Detailhandelsvisie", is zonder een nadere onderverdeling opgenomen als (nieuwe) subparagraaf 2.2.4, deelgemeentelijk beleid.

2. Onder verwijzing naar het commentaar op zienswijze 1 .b., afkomstig van de Nieuwe Unie Woningbouwcorporatie, stelten wij u voor om in het belang van de uniformiteit de bestemming "verblijfsgebied" voor de stempels Krarnerbtok en De Klerkblok op dezelfde wijze op de kaart aan te geven als voor het Vignolablok en net Dosioblok. Het Van Heukelomblok maakt geen deel uit van dit voorstel omdat het een nieuwbouwlocatie betreft.

3. Abusievelijk was op de ptankaart de bestemming woningen C (WC) opgenomen in plaats van de bestemming "gestapelde woningen" in zeven lagen (zie paragraaf 5.2.4 van de toelichting van het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan). Wij stellen u voor de bestemming Woningen C, op de plankaart te vervangen door de bestemming Woningen gestapeld (W7) en paragraaf 4.2.4. (ambtshaJve vemummerd, was paragraaf 5.2.4.) van de toelichting van het bestemmingsplan dienovereenkomstig aan te passen.

4. Het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland van 17 juli 2007 inzake vaststelling hogere grenswaarden krachtens de Wet Geluidhtnder (DGWM/2007/7917A), is als bijlage opgenomen bij het voortiggend bestemmingsplan. De resultaten hiervan zijn in het bestemmingsplan verwerkt.

5. Op het kaartje "ligging plangebied" (zie toelichting par. 1.2.) is de noordgrens in het belang van een juiste weergave iets zuidelijker getekend (Dr. J.J.P. Oudsingel) omdat het bestaande kaartje gedateerd is en de ligging van het plangebied onjuist weergeeft.

6. Vanwege de aanwezigheid van kabels en leidingen blijkt de nieuwbouwlocatie hoek Zocherstraat /Berlagestraat beperkt te zijn tot een diepte van 11 meter in plaats van 12 meter. Om deze reden is op de plankaart de noordelijke begrenzing van de locatie met 1 meter naar het zuiden opgeschoven. De diepte op de plankaart bedraagt hiema dus 11 meter.

7. De maat "bouwlaag" voor het jongerencentrum aan de Koningslaan in artikel 24 lid 5 van de voorschriften is, ten behoeve van de duidelijkheid, vervangen door de inhoudsmaat: 1.000 m3.

Registratienummerdienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jjij Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 2 8. Ten slotte zijn nog enkele redactionele/tekstuele wijzigingen in het belang van de leesbaarheid aangebracht.

Opmerkingen DCMR Milieudienst Rijnmond

1. Geluid 7.3. (thans paragraaf 6.3) Het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland van 17 juli 2007 inzake vaststelling hogere grenswaarden krachtens de Wet Geiuidhinder (DGWM/2007/7917A), dient als bijlage te worden gevoegd bij het voorliggend bestemmingsplan.

Commentaar Hieraan is ambtshalve reeds voldaan. In het kader hiervan zijn de subparagrafen 6.3.1. (wegverkeer) en 6.3.2. (railverkeer) aangepast. De juiste waarden zijn in de tabel "maatgevende geluidbelastingen wegverkeer" (subparagraaf 6.3.1.) opgenomen in de kolom LOEN. Ten slotte is in de subparagrafen 6.3.1., 6.3.2 en 6.3.5. (conclusie) opgenomen dat vanwege overschrijding van de voorkeursgrenswaarde een verzoek om hogere waarde is verleend.

2. Luchtkwaliteit (paragraaf 6.4}

a. Gevraagd wordt om de bij de berekening van de luchtkwaliteit langs de wegrand gehanteerde gegevens, waaronder verkeersgegevens, in het bestemmingsplan op te nemen.

Commentaar Dit heeft inmiddels ambtshalve plaatsgevonden: tabellen zijn toegevoegd over wegvakken, invoergegevens per wegvak en verkeersintensiteiten.

b. Gesteld wordt dat de luchtkwaliteit voor ruimtelijke plannen dient te zijn berekend met de meest recente versie van het CAR ll-model: versie 6.1.1.

Commentaar. In juni 2007 heeft een actualisatie plaatsgevonden van het luchtonderzoek met de op dat moment meest recente versie van het CAR ll-model: versie 6.0. De resultaten urt de aanvulling zijn opgenomen in het bestemmingsplan. De meest recente versie van het CAR ll-model heeft ten opzichte van de gebruikte versie marginals wijzigingen ondergaan, waardoor de resultaten naar verwachting ook slechts marginaal zullen verschillen. De conclusies zullen niet anders zijn dan de huidige. Wij stellen u voor een verdere actualisatie achterwege te laten.

3. Planvoorschriften

a. Artikel 4 lid 9 Dit voorschrift maakt een verschuiving van bestemmingsgrenzen mogelijk. Hierdoor worden nieuwe situaties gecreeerd die aan milieunormen moeten voldoen. Geadviseerd wordt om indien deze verschuivingen nog niet in milieuonderzoeken zijn meegenomen, het artikellid uit de voorschriften te verwijderen.

Registratienummerdienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj Sehandelaar: raadsstuk 0000 pagina 3 Commentaar Het voorschrift heeft de bedoeling nieuwe situaties te creeren. Het voorschrift leidt niet tot een toename van het aantal woningen. Om hierover geen misverstand te doen bestaan zijn, naar aanleiding van vorenstaande opmerking van de DCMR, artikel 4 lid 9, sub a van de voorschriften en paragraaf 4.2.1. van de voorschriften anders geformuleerd. Zie in dit verband het commentaar met bijbehorende raadsvoorstel bij zienswijze 1.a. van de Nieuwe Unie (hieronder). b. Artikel 28 lid 1, sub a Dit voorschrift maakt een verschuiving van bestemmingsgrenzen mogelijk. Hierdoor worden nieuwe situaties gecreeerd die aan milieunormen moeten voldoen. Geadviseerd wordt om, indien deze verschuivingen nog niet in milieuonderzoeken zijn meegenomen, het artikellid uit de voorschriften te verwijderen.

Commentaar Wij stellen u voor artikel 28 lid 1, sub a uit de voorschriften te verwijderen en artikel 28 lid 1, sub b te vemummeren tot artikel 28, lid 1.

4. Paragraaf 7.6.5. (thans paragraaf 6.6.5) L.P.GTankstations De DCMR doet een tekstvoorstel ter vervanging van de tekst van deze paragraaf.

Commentaar De voorgestelde tekst is integraal opgenomen in paragraaf 6.6.5. van de toelichting van dit bestemmingsplan. Wij stellen u voor dtt voorstel over te nemen.

5. Ten slotte wordt nog aanbevolen om de veiligheidscontour rond de afleverzuil van het LPG-tankstation aan de Prinsenlaan 987, welke is aangegeven op de milieukaart, ook op de plankaart aan te geven ofschoon deze contour het plangebied "niet raakt en daardoor niet relevant is".

Commentaar Wij stellen u voor dit voorstel niet over te nemen omdat slechts planologisch relevante zaken in het bestemmingsplan worden opgenomen.

Opmerkingen Veillgheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) 1. De VRR adviseert om door middel van de campagne "Denk vooruit" zorg te dragen voor een goede voorlichting en instructie, zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit.

Commentaar Dit advies wordt voor kennisgeving aangenomen. De campagne "Denk vooruit" kan zorgen voor een goede voorlichting en instructie, maar valt buiten het kader van het bestemmingsplan.

2. De VRR adviseert om in overleg met de afdeling Preventie van de Brandweer voldoende bluswatervoorzieningen te realiseren, in het bijzonder nabij het LPG- tankstation aan de Prinsenlaan 987.

Commentaar Dit advies wordt voor kennisgeving aangenomen. Het bestemmingsplan biedt alle ruimte voor voldoende bluswatervoorzieningen. Daadwerkelijke realisatie van de voorzieningen valt buiten het kader van de bestemmingsplanprocedure.

Registratienummer dienst: 08/7693 raadsverigadering van: dd-mm-jjij Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 4 Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan "Met Lage Land/Oud Prinsenland" heeft gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen (van 26 januari 2007 tot en met 8 maart 2007). Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn geen mondelinge maar wel zes schriftelijke zienswijzen ingekomen, afkomstig van de volgende reclamanten:

1. De Nieuwe Unie Woningbouwcorporatie, Postbus 8183, 3009 AD Rotterdam; 2. Tennisvereniging PhARO, Postbus 8005, 3009 AA Rotterdam; 3. De Boer Onteigeningsadviesbureau, Prins Bernhardlaan 3, namens Multi Action BV en de familie Sechi, 3743 JJ Baarn; 4. E. E. Koenders, Salomon de Braystraat 20, 3067 ZH Rotterdam; 5. Th, R. M. van Bergen, Cornells Danckertsstraat 6,3067 KE Rotterdam; 6. M.M. van Wijk-Scholtes, Salomon de Braystraat 18, 3067 ZH Rotterdam.

De zienswijzen zijn aan de juiste instantie gericht en tijdig ingekomen, zodat bovengenoemde reclamanten in hun zienswijze kunnen worden ontvangen.

Ad 1. De Nieuwe Unie woninobouwcorporatie De Nieuwe Unie verlangt dat - ondanks het feit dat wordt gesproken van een conserverend bestemmingsplan - het bestemmingsplan de jutste kaders biedt vcor het uitvoeren van het in 2004 met de deelgemeente gesloten convenant, dat eindigt op 3 november 2011. Zij heeft in verband hiermee enkele bezwaren tegen het plan. a. Verruiming vrijstellingsmogetijkheid in artikel 4 Verwezen wordt naar de volgende passage uit de Stedenbouwkundige voorwaarden van dS+V van September 2005: '.net is wenseHjk een steviger gezicht te makon. Dit betekent aandacht voor de koppen door bijvoorbeetd ramen, erkers of misschien een entreepartij aan die zijde. Ook bijptaatsen van een lift op de koppen sluiten wij niet uit". Op grand htervan wordt gevraagd de vrijstellingsmogelijkheid voor een liftschacht (artikel 4 van de voorschriften) te verruimen door de zinsnede "ten behoeve van een liftschacht" te laten vervallen. Hierdoor ontstaat ruimte voor het maken van een goede kop met wellicht een woonfunctie achter die gevel.

Commentaar Wij achten deze zienswijze gegrond, mtts het aantal woningen niet toeneemt en de bestaande Stedenbouwkundige structuur in acht wordt genomen. Om aan deze zienswijze tegemoet te komen stellen wij u voor in paragraaf 4.2.1. van de toelichting op te nemen dat de vrijstellingsmogelijkheid voor een uitbretding van maximaal 5 meter aan de kopzijden van een gebouw, zich richt op diverse ingrepen voor versterking van het visuele beeld van de koppen (waar het bijplaatsen van een liftschacht er een van is). Tevens wordt opgenomen dat met deze ingreep geen nieuwe woningen mogen worden gecreeerd en dat bebouwing moet blijven binnen de bestaande Stedenbouwkundige structuur. In samenhang met vorenstaande stellen wij tevens voor artikel 4 lid 9, sub a van de voorschriften opnieuw en als volgt te formuleren: Burgemeester en wethouders kunnen vrijstefling verlenen voor: a. overschrijding van de begrenzing van een bouwblok met ten hoogste 5 meter ten behoeve van een uitbreiding aan de kopzijden in het belang van een behooiiijke bebouwing en passend in de bestaande Stedenbouwkundige structuur, met dien verstande dat het aantal woningen in het bouwblok niet toeneemt;

Registratienummerdienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-iijj Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 5 b. Parkeren (plankaart Zuid): artikel 23 Enerzijds is rond de Vignola- en Dosiobouwblokken de bestemming voornamelijk "groen" met een mogelijkheid voor parkeren, maar geen voorziening voor "rijdende voertuigen"; derhalve een zeer beperkte parkeerstrook grenzend aan de openbare weg. Anderzijds is de Van Heukelomstraat wel bestemd voor (verblijfsgebied) "rijdende en stilstaande voertuigen, waardoor hter de mogelijkheid bestaat een parkeerterrein te maken. Gevraagd wordt verblijfsgebied te scheppen rond de Vignola- en Dosiobouwblokken.

Commenfaar Wij achten de zienswijze gegrond en stellen u voor hieraan tegemoet te komen door de stempels rond de Vignola- en Dosiobouwblokken te bestemmen als "verblijfsgebied" conform de bij dit bestemmingsplan behorende plankaart (zie tevens ambtshalve opmerkingen, punt 2). c. Tuinen Rond de Vignola- en Dosiobouwblokken is zeer beperkt de bestemming tuin opgenomen. Hierdoor is de ontwikkeling van prive-tuinen. zoals voorzien in een Beneden/Bovenwoningvariant niet langs de gehele plint mogelijk. De Nieuwe Unie geeft aan dat zij in haar inspraakreactie van 29 november 2004 hter reeds op gewezen heeft. Zij is net niet eens met net antwoord daarop, zoals opgenomen op pagina 80 van het voorontwerpbestemmingsplan: "de huidige planologische situatie is geconserveerd omdat geen concrete ptennen voorhanden zijn.11 Zij stelt daarom voor de bestemming "tuin" op te nemen langs de gehele plint van de vier bouwblokken in de Vignola- en Dosiostraat

Commentaar Slechts ontwikkelingen die concreet genoeg zijn, worden in het bestemmingsplan opgenomen. Dit betekent dat er een bestuurlijk akkoord is, dat de ontwikkeling financieel haalbaar is en dat alte mttieuonderzoeken uttgevoerd zijn. Daarvan is hier geen sprake. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Wij wensen geen precedent te scheppen dat ondermijnend is voor het conserverende karakter en de oorspronkelijke planologische opzet van het bestemmingsplan. Wij blijven daarom bij ons eerder tngenomen standpunt en stellen voor deze zienswijze ongegrond te achten. d. Bramanteplein: bijzonder woongebouw (verbouwde voormalige opvanghuis). Gevraagd wordt de bestemming van dit gebouw, De Prinsenhof, dat in april 2007 (in samenwerking met de deelgemeente) in gebruik is genomen, te bestemmen als "Maatschappelijke voorzieningen" omdat het een multifunctionele 55+ voorziening is met ruimte voor bewonersinitiatieven, waarin ook voorzieningen voor zorg en welzijn zijn gehuisvest.

Commentaar De zienswijze achten wij gegrond. Wij stellen u voor hieraan tegemoet te komen door de locatie te bestemmen als Maatschappelijke voorzieningen (Mv).

^ -^^^fc . Registratienummerdienst 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-iijj '"*^^j^Bte-' Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 6 •*^ e. Hoek Van Heukelomstraat/Berlagestraat (woongebouw). Voorgesteld wordt de bestemming van dit woongebouw, "gemengde bebouwing 1", te wijzigen in woningen gestapeld, omdat de WE heeft besloten de gemeenschappelijke ruimte op de begane grond met maatschappelijke betekenis niet als zodanig in gebruik te nemen. Gevraagd wordt de ruimte te bestemmen als wonen.

Commenfaar Wij achten de zienswijze gegrond. Wij stellen u voor hieraan tegemoet te komen door de locatie te bestemmen als "Woningen, gestapeld".

Ad. 2. Tennisverengina PhARO (complex Lieven de Kevstraat) Net bestemmingsplan staat slechts 1 bouwlaag toe t.b.v. aan de bestemming gelieerde bebouwing van maximaal 5 meter hoogte. Reclamante zegt nu, dat bij het realiseren van de accommodatie indertijd palen zijn geslagen om een 2e bouwlaag mogelijk te maken. Reclamante zegt thans in discussie te zijn met de deelgemeente over de toekomst van het huidige complex. Zij wil daarom dat thans planologische voorwaarden worden geschapen om een toekomstige vervanging van het complex en een verruiming van de gebruiksmogelijkheden van een nieuw complex (multifunctionele bestemming in 2 bouwlagen) mogelijk te maken.

Commentaar Dit bestemmingsplan heeft een conserverend karakter, Ontwikkelingen die concreet genoeg zijn, worden in het bestemmingsplan opgenomen. Daarvan is hier geen sprake. Wij chten de zienswijze ongegrond.

Ad. 3. De Boer Onteigeninqsadviesbureau. namens Multi Action BV en de familie Sechi

Van Bilderbeekplaats 1 Onder verwijzing naar de als bijlage bij deze zienswijze gevoegde inspraakreactie d.d. 15 november 2004, handhaaft de gemachtigde de destijds ingebrachte bedenkingen. Aan deze bedenkingen wordt nog toegevoegd dat in de ambtelijke reactie de ingebrachte inspraakreactie uiterst summier wordt afgedaan met de opmerking dat de eigenaar besloten heeft tot sloop gevolgd door nieuwbouw. Een planologische onderbouwing is niet gegeven. Evenmin is ingegaan op de melding dat het hier gaat om kwalitatief goede bebouwing.

Commentaar In dezen blijven wij bij ons eerder ingenomen standpunt. Voor wat betreft de toevoeging wijzen wij op het volgende: Een bestemmingsplan kan, zonder wettelijke grondslag, een eigenaar geen verbod opleggen zijn eigendom te slopen en ter plaatse nieuwbouw op te richten. Een aanvraag om sloopvergunning wordt uitsluitend getoetst aan de Bouwverordening en niet aan het bestemmingsplan. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten.

Ad. 4. E. E. Koenders

a. Motivatie voor het bestemmingsplan Volgens reclamant is zijn vereniging sedert 1999 actief betrokken geweest bij de totstandkoming van de Wijkvisie. Volgens hem voldoen de verschillende bouwplannen niet aan de Wijkvisie. Gewezen wordt op het bouwplan Grote Prins, waar in plaats van de voorgestelde 12 bouwlagen thans een bouwwerk van 17 bouwlagen wordt toegestaan.

Registratienummer dienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-fnm-jjjj Behanddaar: raadsstuk 0000 pagina 7 Commentaar De wijkvisie Met Lage Land is na intensief overleg met alle belanghebbenden tot stand gekomen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot de vaststelling door de deelraad op 3 September 2001. Toen is ook besloten dat de wijkvisie de basis gaat vormen voor een nieuw bestemmingsplan voor "Met Lage Land/Oud Prinsenland". Alleen als er sprake is van duidelijke afwijkingen van de wijkvisie zijn naar onze mening nieuwe afwegingen noodzakelijk. Om deze reden heeft het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander - na advies van de directeur van dS+V - bij besluit van 4 mei 2005 besloten af te wijken van de Wijkvisie (zie voor motivering bijlage 5a, 5b en 5c van het inspraakverslag). Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten. b. Ontsluitingsproblemen In de ochtendspits nemen nu al Ontsluitingsproblemen in de wijk toe; met name aan de Nancy Zeelenbergsingel, de Jacob van Campenweg en de Hoofdweg. Dit zal met de voorgestelde woningtypes alleen nog maar gaan toenemen. Voor dit probleem en de bijbehorende parkeerproblemen zijn geen afdoende maatregelen opgenomen in de plannen. Volgens reclamant een reden te meer om het aanta! bouwlagen van de Grote Prins West drastisch te beperken. Voorgesteld wordt de bouwhoogte van de bouwlocatie Grote Prins West op de hoek van de Klaas Timmermanstraat/ Prinsenlaan beter te laten aanslurten op de aangrenzende Westrand, waarin zich overwegend eengezinswoningen bevinden afgewisseld met een gestapelde bouw van maximaal 8 lagen. Het toestaan van 17 bouwlagen betekent een grote overschaduwing van de aangrenzende groenstrook "de Parkas" en integreert absoluut niet met de eengezinswoningen in de Westrand.

Commentaar Parkeren bij Grote Prins wordt geregeld conform de Bouwverordening. De nieuwbouw van de Grote Prins wordt nagenoeg geheel ontsloten via de Prinsenlaan. Deze weg is toegerust op de ontsluiting van het autoverkeer van de wijk. De druk op het locale wegennet zal toenemen als gevolg van ontwikkelingen in de wijk, maar de bijdrage zal, gezien de schaal van de ontwikketing, gering zijn. Een mobiliteitstoets zoais vermeld in de Provinciale nota 'Regels voor Ruimte1 is, gezien de omvang van de nieuwbouw, niet noodzakelijk. Voor een stedenbouwkundige motivering van deze woontoren wordt verwezen naar bijlage 5c van het inspraakverslag. Van het overschaduwen van de Parkas is geen sprake, de geprojecteerde woontoren met een bouwhoogte van 17 bouwtagen bevindt zich op minimaal 70 meter afstand van deze Parkas. Het betreffertde deel van de Parkas is ook geen verbtijfspunt in de route. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten.

Ad. 5. Th. R. M. van Bergen a. Bestemming bestaande woningvergrotingen Gevraagd wordt alle woningvergrotingen (achteruitbouw en/of zijaanbouw) in het plan, die integraal onderdeel zijn van een woning, zoais in haar geval, overeenkomstig de bestaande situatie als woning te bestemmen in plaats van als "turn".

Registratienummer dienst 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jjJU Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 8 Commentaar Indien aan deze zienswijze zou worden tegemoet gekomen zou dit betekenen dat extra bouwmogelijkheden zouden worden geschapen op gronden met de bestemming tuin, waardoor de oorspronkelijke opzet van net plan emstig zou worden ondermijnd. Dit achten wij in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten. b. Woningvergroting: artikel 15, lid 3b van de voorschriften

Gevraagd wordt de in dit voorschrift opgenomen beperkingen tot het vergroten van woningen middels uitbouwen te schrappen en de regels af te stemmen op wat de praktijk van bouwen en verbouwen in deze wijk in de afgelopen decennia is geweest. Reclamante onderbouwt dit standpunt met de stelling dat, wanneer bestaande woninguitbreidingen op basis van het nieuwe bestemmingsplan zouden moeten worden gerealiseerd, dit in de meeste gevallen niet meer mogelijk zal zijn.

Commenfaar Het bestemmingsplan is conserverend van aard en legt daarom de bestaande toestand vast. Het beoogt niet verworven rechten te ontnemen maar evenmin deze rechten te vergroten, Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten. c. Beperking tot woningvergroting middels dakkapellen Wat op grond van het vigerende bestemmingsplan nog mogelijk is en op grote schaal is toegepast, is op grond van dit ontwerpbestemmingsplan niet meer mogelijk. Gevraagd wordt ten aanzien van dit punt alle onnodige beperkingen uit de voorschriften te schrappen en af te stemmen op wat de praktijk van bouwen en verbouwen in deze wijk in de afgelopen decennia is geweest.

Commentaar Een kap op een woning wordt niet als bouwlaag beschouwd; dit is ook het geval wanneer een gerealiseerde dakkapel beperkt van afmetingen is. Het is dan ook logisch dat het bestemmingsplan deze beperkingen aangeeft. Voorts wordt om redenen van welstand (z>e hiervoor de Welstandsnota der gemeente Rotterdam) gestreefd naar gelijkvormige dakkapellen in een zelfde bouwblok of straat. Binnen het plangebied is in sommige gevallen sprake geweest van precedentwerking als gevolg van in het verteden afgegeven bouwvergunningen op grand waarvan dakkapellen over de gehele breedte van het dakvtak konden worden gerealiseerd. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten.

Ad. 6. M.M. van Wiik-Scholtes a. Extra bouwlaag Reclamante heeft bezwaar tegen de vrijstellingsmogelijkheid voor het realiseren van extra bouwlagen op de gestapelde woningbouw ten oosten van de Parkas en de optopblokken van PWS aan de Kramerstraat en de De KlenXstraat, de Van Heukelomstraat, de Vtgnolastraat en de Dosiostraat, terwijl in een aantal gevallen die extra bouwlagen reeds zijn gerealiseerd.

Registratienummerdienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-ijjj Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 9 Commentaar In de wijkvisie wordt niet uitgegaan van grootschalige sloop van de gestapelde woningbouw in Het Lage Land. Om de in de wijkvisie aangegeven toekomstige transformatieplannen mogelijk te maken is een vrijstellingsmogelijkheid voor een respectievelijk twee, extra bouwlagen voor gestapetde woningbouw opgenomen (artikel 4 lid 9). Deze vrijstellingsmogeiijkheid gaat niet zo ver dat hiermee een extra vrijstellingsmogelijkheid wordt geschapen voor gevallen waarin de extra mogelijkheid tot het optoppen reeds is gerealiseerd. Hierover mag geen misverstand bestaan. Wij achten daarom de zienswijze gegrond. Om hieraan tegemoet te komen stellen wij u voor paragraaf 4.2.5. van de toelichting van het bestemmingsplan in bovenbedoelde zin aan te passen. b. Hoogbouw De hele bouw in het Lage Land is in alle opzichten hoger en dichter geworden dan door de bewoners gewenst en bepleit en heeft nooit enige steun van de bevolking gehad.

Commentaar De wijkvisie Het Lage Land is na intensief overleg met alle belanghebbenden tot stand gekomen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot vaststelling daarvan door de deelraad op 3 September 2001. Toen is ook besloten dat de wijkvisie de basis gaat vormen voor een nieuw bestemmingsplan voor "Het Lage Land / Oud Prinsenland". Alteen als er sprake is van duidelijke afwijkingen van de wijkvisie zijn naar onze mening nieuwe afwegingen noodzakelijk. Zie in dit verband het commentaar bij zienswijze 4.a, hierboven. Wij stelfen voor de zienswijze ongegrond te achten. c. Parkeren Parkeren rond de Grote Prins gaat ten koste van openbaar groen omdat 43 parkeerplaatsen op openbaar groen worden gerealiseerd. Terwijl de Grote Prins nog niet is bewoond, beginnen zich al parkeerprobtemen af te tekenen. Er wordt van uitgegaan dat de mensen hun auto daadwerkelijk in de garage of binnentuin zullen parkeren en er wordt gerekend op 1 auto per gezin. Maar de hoge vraagprijs van de woningen zorgt ervoor dat hier welgestelde gezinnen komen te wonen die ongetwijfeld meer dan een auto zullen bezitten.

Commentaar Het bestemmingsplan schept slechts de mogelijkheid tot het bouwen van de woningen en de daarbij behorende voorzieningen. Het houdt zich niet bezig met de totstandkoming van de marktprijs van die woningen. De criteria voor parkeren komen aan de orde bij een aanvraag om bouwvergunning waarbij in het kader van de parkeernormstelling wordt getoetst aan de Bouwverordening. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten. d. Water Meer verharding door bebouwing kan deze laag gelegen wijk nooit goed doen. Daar komt nog bij dat de deelgemeente over 20 jaar 40 cm dieper zal zijn gelegen door verzakking. Wanneer het gemaal in Ommoord in gebruik is genomen moet het mogelijk zijn concrete cijfers te leveren over de werkelijke waarden.

Commentaar In paragraaf 5 van de toelichting van het bestemmingsplan wordt de waterproblematiek behandeld. Aangezien er op het grootste deel van het oppervlak van de nieuwbouwlocaties al bebouwing of verharding aanwezig is, za) de toename van verhard oppervlak gering zijn. De huidige hoeveelheid oppervlaktewater zal hierdoor in de nieuwe situatie aan Schielandse normen voor waterkwantiteit blijven voldoen.

Registratienummerdienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jiij Behandelaar: raadsstuk 0000 pagina 10 Knelpunt in het plangebied is de afvoercapaciteit van overtollig regenwater. In Met Lage Land is regelmatig sprake van wateroverlast, waardoor het groen tussen de flatgebouwen onder water komt te staan. Met de bouw van een nieuw oppervlaktewatergemaal in Ommoord zal de afvoersituatie worden verbeterd, waardoor ook minder wateroverlast wordt verwacht. Wij stellen voor de zienswijze ongegrond te achten.

Financiele consequent ies: In het Lage Land ontwikkelen corporaties voor eigen rekening en risico's een aantal locaties op eigen grand. Dit maakt dat voor de gemeente deze ontwikkelingen minimaal budgettair neutraal verlopen. De voorziene uttbreiding met circa 1.000 m2 aan de noordzijde van het winkeloentrum Het Lage Land vereist relatief hoge kosten voor de onderdelen bouwrijp en woonrijp maken. Deze kosten kunnen binnen de grondexploitatie worden opgevangen. De grondexploitatie verloopt minimaal budgettair neutraal.

Voorstel: Samenvattend steilen wij u voor, door vaststelling van het in ontwerp bijgevoegde besluit: I. alle zienswijzen in behandeling te nemen; II. gegrond te verklaren de zienswijzen nummers 1.a., 1.b., 1.d., I.e., 6.a. en de overige zienswijzen ongegrond te verklaren; III. het ter inzage getegde ontwerpbestemmingsplan "Met Lage Land/ Oud Prinsenland" aan te passen op de wijze zoals in het voorstel aangegeven, om de daarbij genoemde redenen; IV. onder intrekking van het besluit van 18 September 2008 (raadsbesluit 07gr4264) tot vaststelting van het beslurt het bestemmingsplan "Het Lage Land/ Oud Prinsenland", het bestemmingsplan "Het Lage Land/ Oud Prinsentend" opnieuw vast te steiten, met inachtneming van de onder punt III bedoelde aanpassingen, overeenkomstig het bijgevoegde ontwerpbesluit.

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

De secretaris

W. Hoogendoorn, l.s.

Registratienummer dienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jijj Behandetaar: raadsstuk 0000 pagina 11 Ontwerpbesluit

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2008; (raadsvoorstel nr. 08/7693); overwegende: - dat het ontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/ Oud Prinsenland" gedurende 6 weken (met ingang van 26 januari 2007 tot en met 8 maart 2007 voor een ieder ter inzage heeft gelegen;

- dat naar aanleiding hiervan reclamanten genoemd in het aan dit besluit ten grondslag liggende voorstel, tijdig nun zienswijze kenbaar hebben gemaakt;

- dat de zienswijzen van reclamanten samengevat zijn weergegeven in het voorstel van burgemeester en wethouders;

- dat hij de motivering van het college, vermeld in het voorstel, hetwelk dient te leiden tot het gedeeltelijk gegrond verklaren van de in het voorstel genoemde zienswijzen tot de zijne maakt;

- dat hij de door het college voorgestelde aanpassingen, zowel die naar aanleiding van het gedeeltelijk gegrond verklaren van zienswijze van reclamanten, als die welke voortvloeien uit de ambtshalve voorstellen, inclusief de motivering daarvan, tot de zijne maakt;

- dat de in dit raadsvoorstel opgenomen motivering grond oplevert zijn besluit van 18 September 2008 tot vaststelling van het bestemmingsplan Het Lage Land/ Oud Prinsenland (raadsbesluitnummer 7gr4264) in trekken en hiervoor in de plaats een nieuw besluit tot vaststetling van dat bestemmingsplan te nemen: gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985;

Besluit:

I. de reclamanten in hun zienswijzen te ontvangen; II. de zienswijzen genummerd 1.a., 1.b., 1.d., I.e., 6.a gegrond te verklaren ende overige zienswijzen ongegrond te verklaren; III. het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" aan te passen op de wijze zoals in het voorstel aangegeven, om de daarbij genoemde redenen; IV. in te trekken het besluit van 18 September 2008 tot vaststelling van het bestemmingsplan Het Lage Land/Oud Prinsenland (raadsbesluitnummer 07gr4264) V. het bestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" vast te stellen, met inachtneming van de onder punt III bedoelde aanpassingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier, De voorzitter,

K.D. Handstede I.W. Opstelten

Registratienummer dienst: 08/7693 raadsvergadering van: dd-mm-jjjj Behandelaar; raadsstuk 0000 pagina 12 10

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2008; (raadsvoorstel nr. 08/7693); overwegende: - dat het ontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/ Oud Prinsenland" gedurende 6 weken (met ingang van 26 januari 2007 tot en met 8 maart 2007 voor een ieder ter inzage heeft gelegen; - dat naar aanleiding hiervan reclamanten genoemd in het aan dit besluit ten grondslag liggende voorstel, tijdig hun zienswijze kenbaar hebben gemaakt; - dat de zienswijzen van reclamanten samengevat zijn weergegeven in het voorstel van burgemeester en wethouders; - dat hij de motivering van het college, vermeld in het voorstel, hetwelk dient te leiden tot het gedeeltelijk gegrond verklaren van de in het voorstel genoernde zienswijzen tot de zijne maakt; - dat hij de door het college voorgestelde aanpassingen, zowel die naar aanleiding van het gedeeltelijk gegrond verklaren van zienswijze van reclamanten, als die welke voortvloeien uit de ambtshalve voorstellen, inclusief de motivering daarvan, tot de zijne maakt; - dat de in dit raadsvoorstel opgenomen motivering grond optevert zijn besluit van 18 September 2008 tot vaststelling van het bestemmingsplan Het Lage Land/ Oud Prinsenland (raadsbeslurtnummer 7gr4264) in trekken en hiervoor in de plaats een nieuw besluit tot vaststelling van dat bestemmingsplan te nemen: gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985;

Besluit:

I. in te trekken het besluit van 18 September 2008 tot vaststeHing van het bestemmingsplan Het Lage Land/Oud Prinsentand (raadsstuk 2007-4264); II. de reclamanten in hun zienswijzen te ontvangen; III. de zienswijzen genummerd 1.a., 1.b., 1.d, I.e., 6.a gegrond te verklaren en de overige zienswijzen ongegrond te verklaren; IV. het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" aan te passen op de wijze zoals in het voorstel aangegeven om de daarbij genoemde redenen, en opnieuw vast te stellen; V. het bestemmingsplan "Het Lage Land/Oud Prinsenland" opnieuw vast te stellen, met inachtneming van de onder punt III bedoelde aanpassingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november

De griffier,

Registratienummer dtenst: 08/7693 raadsvergadering van: 06-11-2008 Behandelaar: raadsstuk 2006-3207 pagina 12