Column Jos van der Lans – Huurpeil – nr. 4/2020

Het woord volkshuisvesting

Pieter Heerma, ad interim voorman van het CDA, vond het wel een mooi woord: volkshuisvesting. Hij proefde de term tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen en de smaak beviel hem. Het leek hem ook een goed idee om weer te komen tot een ministerie van Volkshuisvesting. Een gedachte die in de Kamer op veel bijval kon rekenen. Goede kans dus dat we na de komende kabinetsformatie weer een nieuwe minister van Volkshuisvesting op het bordes kunnen verwelkomen.

Misschien is het goed, wellicht ook om het geheugen van Pieter Heerma wat op te frissen, om even terug te gaan naar het begin van dat ministerloze tijdperk: de kabinetsformatie van 2010 en het ontstaan van het eerste kabinet-Rutte; het kabinet dat gevormd werd door VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV. Toen de politieke kaarten destijds geschud waren, bleek ineens het ministerie van Volkshuisvesting verdwenen. Het stond in geen enkel politiek programma, tijdens de verkiezingscampagne was er met geen woord over gerept. Volkomen onverwacht ging er een streep door het ministerie dat gedurende een groot deel van de twintigste eeuw als een cruciaal politiek onderdeel van het staatsbestel gold.

Het was een bewuste politieke moord, een afrekening in het politieke circuit. De VVD, de partij van eigenwoningbezit, projectontwikkeling en de vrije markt, had er altijd al een hekel aan gehad. Voor de PVV was volkshuisvesting vooral het speelterrein van multiculturalisten als en , dus hoe eerder dat kaltgestellt werd hoe beter. En het CDA had zich in de voorafgaande periode groen en geel geërgerd aan de wijze waarop de PvdA goede sier meende te moeten maken met de wijkenaanpak, dus dat dat speeltje onschadelijk werd gemaakt was een vorm van genoegdoening voor de toenmalige CDA-leider .

Daar kwam bij dat nogal wat corporatiebestuurders zichzelf inkomens hadden toebedeeld, waarbij ze de zogenaamde Balkenende-norm bijna minachtend aan hun laars lapten. Dat daarbij nogal wat bestuurders van sociaaldemocratische snit bij waren had het ongenoegen alleen nog maar vergroot. In de kabinetsformatie kwam dat onverwacht bij elkaar en grepen de onderhandelaars hun kans. Zonder veel omhaal van woorden degradeerden ze het ooit zo belangrijke ministerie tot een beleidsafdeling op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, onder leiding van CDA-nestor , een door de wol geverfde politicus die echter nog nooit op een zinnige gedachte over volkshuisvesting was betrapt.

Daarna begon het demasqué. Donner liet de wijkenaanpak die in 2010 eigenlijk net op stoom was gekomen bewust doodbloeden. Ik herinner mij een bezoek aan hem samen met de twee andere voorzitters van de visitatiecommissie wijkenaanpak, waarin wij ervoor pleiten om de ervaringen met een integrale wijkaanpak als een soort ‘landingsbaan’ te zien voor de op handen zijnde decentralisaties van het sociale domein. Dan zou, zo suggereerden wij, het ministerie inhoudelijk een leidende rol kunnen vervullen en zou de aanpak een soort olievlek-effect kunnen hebben. Donner hoorde ons aan, mompelde een paar beleefde woorden en begeleidde ons vriendelijk naar de uitgang. Daarna is er van de wijkenaanpak niets meer vernomen.

In het volgende kabinet mocht het karwei afmaken waarbij hij de wind in de zeilen kreeg van de parlementaire enquêtecommissie die de megalomanie van een aantal corporatiebestuurders genadeloos blootlegde. Dat maakte dat ook de PvdA haar handen aftrok van de volkshuisvesting en bijna kritiekloos de corporatiesector terug liet dringen in het hok. Sterker, de sociaaldemocraten lieten hun minister van financiën jaarlijks een rekening van 1,7 miljard naar de woningcorporaties om er 1,7 miljard belasting binnen te halen. Goed voor de staatskas, een genadeklap voor de volkshuisvesting.

Inmiddels kunnen we de rekening van dit alles opmaken. Een schreeuwend tekort aan betaalbare woningen; zeer magere productiecijfers als het gaat om nieuwbouw, al zeker voor sociale huurwoningen; een totaal op hol geslagen vrije sector met exorbitant hoge huren; totale politieke machteloosheid om deze ontwikkelingen te keren; achterstandswijken die opnieuw door hun hoeven zakken. Het is een ongekend drama, waarin steden worden ontwricht en komende generaties het nakijken hebben.

En als dan de fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer monter meldt dat hij volkshuisvesting wel een mooi woord vindt, dan ontsnapt mij een diepe zucht.

Een heel mooi woord ja….