MODULE 7 D a e n s p o r t r e t

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Visueel inleefproject in twee niveaus

‘Daensportret’ laat je kennismaken met de wereld van Daens aan de hand van fotomateriaal. Het bijgevoegde educatief materiaal bestaat uit:

50 foto’s: - Fotoreeks 1: zwart-witfoto’s van de tijd van Daens (eind 19e eeuw- begin 20e eeuw) (zie bijlage 1)

- Fotoreeks 2: hedendaagse foto’s (21e eeuw) (zie bijlage 2)

Tekstreeks: - 25 tekstjes (zie bijlage 3)

Themareeks: - 25 thema’s (zie bijlage 4)

Je kan kiezen tussen Daensportret I of Daensportret II

Daensportret I is een algemene en eenvoudige kennismaking met de versc hillende thema’s uit de wereld van Daens. Er wordt ondersc heid gemaakt tussen oefeningen die je kan doen vóór de musical en oefeningen die interessa nter zijn na de musical.

Daensportret II geeft de mogelijkheid in te zoomen op een bepaald thema. Na een woordenopwarmer, worden er 4 thema’s voorgesteld:

1. Armoede 2. Kinderarbeid en kinderrechten 3. Macht 4. Kerk en Staat

Bij ieder thema wordt aangegeven hoe je de musical vanuit de gekozen invalshoek kan bekijken. Bij de bronnen vind je nog meer info over Daens en zijn tijd.

2

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Daensportret I

Daens vroeger en nu

VOOR DE MUSICAL Ontdekken van de wereld van Daens

Materiaal  Fotoreeks1 (zie bijlage 1)

Tijd 25 minuten

Verloop De oude foto’s of een selectie worden op tafel verspreid of opgehangen. De leerlingen krijgen 5 minuten de tijd om de foto’s te bekijken en 1 foto uit te kiezen die hen het meest aanspreekt of verrast. Nadien kan iedereen verwoorden waarom hij/zij die foto gekozen heeft.

Variatie  Uitkiezen van foto die het meest met Daens te maken heeft.  Uitkiezen van foto die vragen oproept.  Uitkiezen van lelijkste / mooiste foto.

3

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Woord en beeld

Materiaal

 Fotoreeks1 (zie bijlage 1)

 Themareeks (zie bijlage 4)

Tijd 15 minuten

Verloop De oude foto’s worden op de tafel verspreid of opgehangen in het lokaal. De gekozen woorden worden verdeeld over het aantal leerlingen. Zij plaatsen het thema bij de foto waar zij vinden dat het bij past. Nadien kan nog verder besproken worden waarom ze een bepaald woord bij een foto plaatsen.

Het verhaal achter de foto

Materiaal

 Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

 Tekstenreeks (zie bijlage 3)

Je kan zelf een aantal foto’s of 1 foto uitkiezen en aan de hand hiervan vertellen over het leven van Daens of over de leefwereld van Daens. Meer informatie vind je bij de tekstjes of bij de andere module in dit pakket.

4

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

NA DE MUSICAL Scène met herinnering

Materiaal

 Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

Tijd 30 minuten

Verloop De oude foto’s worden opgehangen in het lokaal. De leerlingen verwoorden wat hen het meeste is bijgebleven van de musical of anders gezegd waar ze het eerst aan terugdenken. Welke foto illustreert dit moment het best?

Variatie Wat vond je het mooiste lied? Welk lied kan jij je het best herinneren? Welke foto illustreert het best dit lied? En het verhaal is nog niet uit.

5

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Materiaal  Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

 Fotoreeks 2 (zie bijlage 2)

 Tekstenreeks (zie bijlage 3)

Tijd 35 minuten

Verloop De zwart-witfoto’s van fotoreeks 1 worden opgehangen in het lokaal. De kleurenfoto’s worden verdeeld onder de leerlingen. Zij proberen bij een oude foto een hedendaagse foto te plaatsen. De teksten kunnen ondersteunend werken om bij elke opgehangen foto een passen de kleurenfoto te plaatsen. De volledige teksten kunnen over de ruimte verspreid worden maar kunnen ook voorgelezen worden. De omschrijvingen kunnen ook onder de leerlingen verdeeld worden.

Variatie Iedere leerling werkt met de foto die hij koos vóór de musical. De foto’s van nu worden getoond, de leerlingen kunnen nu ook kiezen welke foto zij vinden dat bij hun foto past.

6

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Daensportret II

Daens vroeger en nu

Je kan kiezen voor een bepaald thema:

1. Armoede 2. Kin derre chten en kinderarbeid 3. Macht 4. Kerk en Staat

Je kan het thema inleiden en verdiepen vóór de musical en de leerlingen een gezichtspunt meegeven om de musical te bekijken vanuit dit thema. Na de musical kan je werken met de observaties van de leerlingen. De methodiek ‘woordenzoektocht’ kan eventueel gebruikt worden als starter. Je kan hier kiezen voor woorden die aansluiten bij het gekozen thema. De variaties van deze opwarmer kunnen ook als evaluatiespel of herhalingsopdracht gebruikt worden.

Woordenzoektocht

Materiaal  Kaartjes met begrippen uit de tijd van Daens. Op het kaartje staat een woord en de uitleg. In onderstaande kader vind je alvast enkele voorbeelden. Je kan uiteraard zelf woorden bijvoegen die voor jou belangrijk zijn.  Een woordenlijst met geselecteerde woorden  Tip: Je kan de leerlingen ook toepasselijke woorden laten opzoeken

7

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Tijd ■ 20 minuten

Verloop (Opmerking: Het kan inderdaad een gokspel worden, maar zo leren leerlingen spelenderwijs de woorden kennen. Leerkrachten zijn ook vrij welke woorden ze gebruiken en ook de moeilijkheidsgraad kunnen zij zelf bepalen. Wel een goed idee om een voorbeeld te geven.)

Je kiest een aantal woorden uit onderstaande kader. Als je voor het thema ‘armoede’ kiest, kan je bijvoorbeeld volgende woorden selecteren: beluik, kapitalist, daensist, patroon, bedelen.

De leerlingen krijgen het woordenlijstje. De leerkracht leest de omschrijvingen van de uitgekozen woorden één voor één voor.

Bijvoorbeeld: Het eerste woord is: een min of meer besloten ruimte, blinde steeg waarin het werkvolk onderkomen vond; eigenaars en bouwheren waren vaak industriëlen of handelaars die als echte huisjesmelkers optraden; in Gent- toen de belangrijkste industriestad van België-, werden de meeste nog tussen 1860 en 1880 gebouwd.

De leerlingen duiden met het cijfer 1 het woord aan van hun lijst dat ze denken dat bij deze omschrijving past. Bij de volgende omschrijving schrijven ze cijfer 2 bij het woord dat ze denken dat het is….

Als je de uitleg op aparte briefjes zet, kan de omschrijving ook door een groepje of door een leerling gegeven worden.

Variatie  Als de leerlingen het woord actief kennen, kan je het ook laten omschrijven zonder dat ze de woorden tussen haakjes mogen gebruiken. Dit spel werkt uitstekend als evaluatie of herhaling van een aantal begrippen.

 De woorden of begrippen kan je ook laten tekenen. Je maakt dan best kaartjes met de woorden en de uitleg. Eén persoon trekt een kaartje en tekent het woord. Bij het tekenen mag niet gesproken worden en er mogen ook geen letters en cijfers gebruikt worden. De andere raden wat het is. Achteraf kan worden besproken wat dit woord met ‘Daens’ te maken heeft.

8

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Woordenlijst

Spinnen (Draden, vezels, wiel, garen, wol) Maken van garen of draden, door het uitrekken en in elkaar draaien van vezels (vlas) of haren (wol). Mis (Kerk, katholiek, zondag, priester, geloof) Ere dienst van de katholieke kerk. Nu gaat men soms nog 1 keer per week naar de kerk, op zondag. Vroeger gingen gelovigen dagelijks. De kerk werd druk bezocht. Beluik (Steeg, huisjesmelkers, ongezond, fabrieksbaas, klein) min of meer besloten ruimte, blinde steeg waarin het werkvolk onderkomen vond; eigenaars en bouwheren waren vaak industriëlen of handelaars die als echte huisjesmelkers optraden; in Gent- toen de belangrijkste industriestad van België, werden de meeste nog tussen 1860 en 1880 gebouwd. Daensist (Priester Daens, democraat, volkspartij, christelijk, politiek) Lid van de beweging waarvan priester Daens voortrekker was. Officieel heette de partij . Deze partij was sociaal, vernieuwend, christelijk, Vlaamsgezind en democratisch. In 1895 ontstonden daensistische kernen in Antwerpen, Brussel, Oostende, Gent, Kortrijk, Oudenaarde, Dendermonde en Roeselare. Later kwamen hier Deerlijk en Brugg e bij. Cijnsbetaler (Verkiezingen, stemmen, belasting, betalen, politiek) In de eerste decennia van het onafhankelijke België mochten alleen die burgers stemmen die een belangrijke som aan belastingen betaalden. De grootte van de som werd in de loop der jaren weliswaar verminderd zodat steeds meer burgers stemrecht kregen, maar toch duurde het tot 1919 vooraleer het algemeen enkelvoudig stemrecht werd ingevoerd. Patroon - (Baas, fabriek, eigenaar, zaak, boven) Eigenaar van een bedrijf, hoofd, chef van een zaak, fabrieksbaas Kapitalist - (geldzak, rijke man, arbeiders, eigenaar, klasse) Volgens Karl Marx vormen de eigenaars van productiemiddelen een bepaalde klasse. Een andere klasse, de arbeiders, moet zijn arbeidskra cht verhuren aan die kapitalisten. Tot deze arbeiders wordt iedereen gerekend die in loondienst werkt. Dit leidt, volgens Marx, tot een onrechtvaardige machtsverhouding. 9

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Chipka (eiland, Dender, industrie, glucose, drukkerij) Terrein tussen de oude en gekanaliseerd e Dender in Aalst. Nu is er het glucosebedrijf Tate en Lyle gevestigd. Tot de Dender werd dichtgegooid, was dit een terrein een eila nd waar ook de drukkerij van Pieter Daens gevestigd was. De naam van het eiland is een verbastering van een Bulgaars woord (shipka), de berg aan de Rozenvallei waar in het begin van de jaren zeventig van de 19d e eeuw de Bulgaars-Russisc he coalitie de Turken na 500 jaar bezetting verdreef. Militieloting (lot, legerdienst, loterij, nummer, trekken) Vroeger werden de dienstplichtingen aangeduid door het lot. Wie een dienstplichtig nummer had getrokken, moest naar het leger. In de tijd van Daens streefde men ernaar dit systeem af te schaffen. Bedelen ( geld, inkomen, straat, smeken, dakloos) Smeken tot iemand om goederen (geld, eten, kleren…) te krijgen. Mensen die dit doen, hebben geen of een klein inkomen. Soms zijn ze dakloos en leven ze op straat. Socialist (gelijkheid, rijk, arm, kapitalist, solidariteit) Aanhanger van een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Zij willen een einde maken aan de klassenm aatschappij, het versc hil tussen rijk en arm. Hij staat lijnre cht tegenover een kapitalist en een liberalist. Liberalist (vrijheid, individu, burger, vrije markt, staat) Aanhanger van een stroming met als uitgangspunt de vrijheid van het individu. Hij streeft naar een samenleving waarin burgers grote vrijhe den genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ze streven naar een vrije markt. Touwslager (touw, lijnbaan, draaien, wiel, schepen) Hij deed zijn werk in open lucht op een lijnbaan. Dit is een soms wel 300 meter lange, smalle strook grond waarboven enkele door een spinner aangeleverde garenstrengen werden uitgehangen. Aan één van de uiteindes van de lijn baan werden de garens aan een wiel bevestigd. Het wiel werd rondgedraaid en zo ontstond het product. Als het proces herhaald werd, kreeg men dikkere exemplaren. Men gebruikte dit voor schepen, zo kwam het dat deze man vooral in havensteden werkte.

10

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Thema 1: Armoede Inleiding op het thema ‘armoede’

Materiaal ■ Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

■ Fotoreeks 2 (zie bijlage 2) Tijd 15 minuten

Verloop Iedereen kiest 1 zwart-wit foto uit fotoreeks 1 en 1 kleurenfoto uit fotoreeks 2 die voor hen het meest met het thema ‘armoede’ te maken heeft.

11

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Verdieping van het thema ‘armoede’

Behoeftepiramide van Maslow

Materiaal Behoeftepiramide van Maslow

Tijd 35 minuten

Verloop De behoeftepiramide wordt uitgelegd en er wordt in een gesprek bekeken of aan deze behoefte voldaan is in onze maatschappij. We bekijken de piramide van beneden naar boven:

De lichamelijke behoeften: basisbehoeften zoals eten, drinken, slapen… De veiligheidsbehoeften : zekerheid, veiligheid en bescherming tegen inbrekers, brand… Sociale behoeften: behoefte aan liefde, vriendschap, het gevoel ergens bij te horen. Erkenningsbehoefte: behoefte aan erkennig en waardering. Je wil gerespecteerd worden. Zelfactualiseringsbehoeften: behoefte aan kennis, waarheid en wijsheid. Dit gaat over zelfontplooiing door gebruik van persoonlijke vaardigheden en capaciteiten. Aan de hand van de behoeftepiramide van Maslow duidelijk maken dat de mens pas bezig is met waardering en erkenning van zijn eigen persoon en met zelfontplooiing als alle andere behoeften bevredigd zijn. Als mensen honger hebben dan zijn ze niet bezig met een mooi interieur of een leuke vrijetijdsbesteding of een goede vrien dengroep. ‘ Als eten en slapen niet langer synoniem zijn van vertwijfeling en ontbering, zullen we de broekriem zelfs strakker aantrekken voor streefdoelen die ons interessanter lijken: comfort, plezier, vrienden, feesten, reizen, goede gezondheid’.

12

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Je kan aan de leerlingen vragen wat voor hen geluk betekent of waar zij van dromen. De meesten gaan niet antwoorden voldoende eten of een dak boven het hoofd. Dit is ooit anders geweest… Je kan met leerlingen verder bespreken of deze behoeftetheorie van Maslow altijd klopt. Kunnen zij voorbeelden vinden waar deze theorie niet opgaat?

13

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Wat staat er op het menu?

Materiaal Weekmenu van een 14-jarige uit 1888 Mensen trokken nuchter naar hun werk. 8u: eerste maaltijd – een homp brood 12u: hoofdmaaltijd - botermelk of soep met prei, aardappelen met ajuin, wortels, kolen en enkele boterhammen Namiddag: een homp brood ’s avonds thuis: aardappelen en brood. Slechts 1 of 2 maal per week vlees of vleesafval. De normale drank was slappe koffie met cichorei en een scheutje melk.

Tijd 25 minuten

Verloop De leerlingen maken individueel hun eigen weekmenu op. Na 10 minuten krijgen zij het weekmenu van een jongere die leefde in 1888. In groep kunnen de opvallen de verschillen besproken worden.

Vanuit het armoedeperspectief de musical bekijken

De leerlingen gaan de musical Daens bekijken vanuit de armoedeproblematiek . Na de musical kunnen ze dan ook vertellen wat er naar voren werd gebracht i.v.m honger, hoe er met honger werd omgegaan. Je geeft best vooraf concrete vragen mee zoals:

 Welke scène gaat heel expliciet over armoede en honger?  Wordt er gezocht naar een oplossing voor het hongerprobleem?

Je kan hier dieper op ingaan en hen laten verwoorden wat hen getroffen heeft in deze scènes. Je kan ook één van de genoemde scènes laten naspelen.

14

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Thema 2: Kinderrechten en kinderarbeid

Inleiding op het thema

Materiaal ■ Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

■ Fotoreeks 2 (zie bijlage 2) ■ Tijd

15

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

15 minuten

Verloop Iedereen kiest 1 zwart-wit foto uit fotoreeks 1 en 1 kleurenfoto uit fotoreeks 2 die voor hen het meest met het thema ‘kinderarbeid’ te maken heeft.

Verdieping van het thema ‘Kinderarbeid-kinderrechten’

Tijd 40 minuten

Verloop - De leerlingen denken 10 minuten na over volgende vraag: Beeld je in dat jij voor het inkomen moet zorgen voor het gezin waarin je nu leeft. Wat ga je ondernemen? Welk werk zou je met plezier opnemen? Welk werk wil je zeker niet doen? Wat zou je dan allemaal niet meer kunnen doen?

- In de 19d e eeuw hadden kinderen en jongeren niet veel vrije tijd. Bekijk op de tijdslijn in de kolom van kinderrechten wanneer de kinderarbeid werd verboden en bekijk ook de evolutie van de kinderre chten. Het is pas in 1989 dat het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind werd opgesteld. - Iedereen bekijkt individueel wat hij/zij in zijn vrije tijd allemaal doet. Vergelijk jouw leven met het leven van kinderen uit de 19e eeuw. - In de klas kan worden besproken wat kinderen nu allem aal wel kunnen doen omdat ze niet moeten gaan werken.

Vanuit het ‘kinderrechten-kinderarbeid’ perspectief de musical bekijken

De leerlingen gaan de musical Daens bekijken vanuit het thema kinderarbeid en schending van kinderre chten. Na de music al kunnen ze dan ook vertellen wat er naar voren werd gebra cht i.v.m kinderarbeid, hoe er met kinderarbeid werd omgegaan. Je geeft best vooraf concrete vragen mee zoals:

 Welke scène gaat heel expliciet over kinderarbeid?  Wanneer worden de kinderrechten duidelijk geschonden?

Je kan hier dieper op ingaan en hen laten verwoorden wat hen getroffen heeft in deze scènes. Je kan ook één van de genoemde scènes laten naspelen.

16

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Thema 3: Macht

Inleiding op het thema

Materiaal ■ Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

■ Fotoreeks 2 (zie bijlage 2) Tijd 15 minuten

Verloop Iedereen kiest 1 zwart-wit foto uit fotoreeks 1 en 1 kleurenfoto uit fotoreeks 2 die voor hen het meest met het thema ‘macht’ te maken heeft. Je kan ook verder bespreken wat iemand macht kan geven: titel, geld, bezit (grond of goederen), taal, functie… Je kan ook de macht van het geschreven woord bespreken. Ten tijde van Daens werden er veel machtsstrijden uitgevochten in de pers. Ook in de fotoreeks vind je spotprenten met een machtstrijd terug.

Hieron der een stukje tekst uit een verkiezingsaf fiche:

Soort bij soort en Waal bij Waal, Leve Land en Moedertaal! Van de kliek van meester Woeste, Hebben w’hier ons volle goeste! Op nu! Burger, Werkman, Boer, Wambeeck zegt het : Chaq’son toer!

17

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Verdieping van het thema ‘macht’

Arbeiders en macht

Korte kwis met vragen die met rechten van de arbeiders te maken hebben.

 Wanneer werd de zondagsrust ingevoerd?  Wanneer mochten arbeiders niet meer langer dan 11 u werken per dag?  Wanneer werd de 8-uren werkdag en de 48-urenweek ingevoerd?

Macht in het spel Materiaal  8 foto’s van personages uit de music al  lijst met eigenschappen: boos, macho (stoer), arrogant (uit de hoogte), bang (angstig), moedig, gemeen, onderdanig, sociaal, vrolijk, verdrietig, tevreden, onderdanig, twijfelen d, verleidelijk, verantwoordelijk .

Adolf Daens Jan De Meeter

18

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Nette Scholliers Ploegbaas Schmitt

19

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Onderpastoor Ponnet Tegenstander van Daens:

Bisschop Stillemans Pieter Daens

20

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Verloop Je neemt de 8 foto’s van de personages uit de musical. Je geeft iedere leerling een lijst met eigenschappen. Individueel plaatst men een eigenschap (gevoel) van de lijst bij een personage. Je mag elk gevoel maar 1 keer gebruiken. In groep worden de personages besproken aan de hand van de toegekende eigenschappen. Iedereen kan verwoorden waarom ze een bepaalde eigenschap aan een bepaalde persoon toekennen. Met de hele groep worden de person ages gerangschikt van heel machtig naar minder machtig. Er kan ook gezocht worden wat die persoon macht geeft. Je kan deze oefening vóór de musical doen op basis van de foto’s maar ook na de musical en dan vergelijken.

Vanuit het machtsperspectief de musical bekijken

De leerlingen gaan de musical Daens bekijken vanuit het thema ‘macht’. Na de music al kunnen ze dan ook vertellen wat er naar voren werd gebracht i.v.m macht, machteloosheid, machtsvertoon. Laat de acteurs observeren op het gebied van machtsvertoon. Hoe laten zij hun ma cht zien? Hoe laten ze dit zien met hun lichaam? Bijvoorbeeld: de fabrieksbazen lopen met de neuzen in de lucht… Hoe gaat iemand zich gedragen als hij machteloos is of zich zo voelt? Het is ook interessa nt te bekijken hoe mensen zich tegenover mekaar verhouden: Iemand die zich ma chtiger voelt dan iemand anders, gaat zich groter maken. Iemand die zich vernederd voelt, gaat zich klein maken…. bekijk zeker ook de module over theater waar er meer uitleg wordt gegeven over status. Je kan hier dieper op ingaan en hen laten verwoorden wat hen getroffen heeft in deze scènes. Je kan ook één van de genoemde scènes laten naspelen.

21

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Thema 4: Kerk en staat

Inleiding

Materiaal

 Fotoreeks 1 (zie bijlage 1)

 Fotoreeks 2 (zie bijlage 2)

Tijd 15 minuten

Verloop Iedereen kiest 1 zwart-wit foto uit fotoreeks 1 en 1 kleurenfoto uit fotoreeks 2 die voor hen het meest met het thema ‘godsdienst’ te maken heeft.

Verdieping van het thema ‘Kerk en Staat’

Kanseltaal

Materiaal Stellingen op kaartjes

Voorbeelden van stellingen: - God is er alleen voor de rijken. - God beslist wie arm is en wie rijk. - Godsdiensten dienen hun verantwoordelijkheid op te nemen voor de armoede in de wereld. - Priesters moeten zich alleen maar bezighouden met mensen bezoeken en de mis lezen. - Godsdienst en politiek moeten strikt gescheiden zijn. Kerk en godsdienst, dat is iets van vroeger. - Je hebt geen godsdienst nodig om gelukkig te zijn. - Nu de katholieke kerk leegloopt, is het toch duidelijk dat godsdienst niet nodig is. - Het is al gelijk in wat je gelooft, maar je hebt wel een godsdienst nodig.

22

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

- De Kerk moet de kant van de armen kiezen. - Verschillende godsdiensten moeten naast elkaar kunnen leven.

Tijd 35 minuten

Verloop De stellingen worden verspreid op tafel of omhoog gehangen in de klas. Er wordt eerst bekeken met welke stelling ze totaal niet akkoord kunnen gaan. Iedereen krijgt de kans om argumenten te geven waarom hij/zij niet akkoord gaat met de stelling.

Vanuit godsdienstig perspectief de musical bekijken

Je kan de leerlingen de opdra cht meegeven vanuit het gezichtspunt van het thema ‘kerk en staat’ de musical te bekijken.

Concrete vragen: - Waaruit blijkt dat mensen nog heel gelovig zijn als je de music al bekijkt? - Staat de kerk aan de kant van de rijken of van de armen? - In welke mate bemoeit de kerk zich met de politiek? - Je kan hier dieper op ingaan en hen laten verwoorden wat hen getroffen heeft in deze scènes. Je kan ook een scène i.v.m. de kerk laten naspelen.

23

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Bronnen Tekstmateriaal

Delafortrie L., Priester Daens. Uit de memoires der familie, Uitg everij Heideland, Hasselt, 1961. De Bruyne W. (ed), Daens en het daensisme, Vereniging Vlaamse Leerkrachten, 2000.

D’Haese R., De Daensistische beweging, Daensmuseum en Archief van de Vlaamse sociale strijd, Aalst, 1981.

De Herdt, R. en De Graeve B., Kinderarbeid van omstreeks 1800 tot 1914, Museum voor industriële archeologie en textiel stadsbestuur Gent- dienst voor culturele zaken, 1979.

De Prins H., e.a., Tekens 5.2. Naar een industriële samenleving, Standaard Uitgeverij,Antwerpen,2001.

De Vroede, M. e.a., Evolutie en revolutie. Arbeid: vloek en zegen. Uitg everij Plantyn, Deurne, 1982.

Landuyt H., Het daensisme in Antwerpen, Uitgeverij Saeftinge, Westerlo,1973

Aarts, M. e.a., Als in een spiegel. Mensen in beweging. Infoboek, Uitgeverij Plantyn, Deurne,1982.

Martens J.e.a.,Fundamenten 5. De wording van de moderne samenleving 1750-1918, Wolters, Leuven, 1993.

Van Campenhout F., Daens en het daensistisch gedachtegoed. Hernieuwd Lexicon van de Daensistische beweging, C.I.P. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK ALBERT I, Brussel, 2006.

Verdoodt F.-J., De zaak Daens. Een priester tussen Kerk en christen- democratie, Davidsfonds, Leuven,1993.

24

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Bijlage 1

Fotoreeks 1 - Daensportret (einde 19de eeuw, begin 20ste eeuw)

“Miat” “verz. De Buck”

Miat: Meisje helpt bij de aardappeloogst. Foto door L.W. Hine, 1930. “ verz. D.A.D.D. vzw ” “ verz. D.A.D.D. vzw ”

“ verz. D.A.D.D. vzw ” “ Miat” 25

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

“verz. D.A.D.D.vzw ”

verz. Mallego Verz. Stedelijk museum Aalst

Verz. Stedelijk museum Aalst

“verz. D.A.D.D.vzw ” 26

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

verz. D.A.D.D.vzw

Miat Gent

verz. D.A.D.D.vzw

Verz. Mallego

verz. D.A.D.D.vzw verz. Stedelijk Museum Aalst

27

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Verz. D.A.D.D. vzw

Verz. D.A.D.D. vzw

Verz. D.A.D.D. vzw

Meisje in katoenfabriek. Foto genomen door L.W. Hine, in Carolin a (VSA), 1908. Verz. D.A.D.D. vzw 28

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Bijlage 2

Fotoreeks 2: 21ste eeuw

29

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

30

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

31

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

32

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Bijlage 3

Tekstreeks: Daensportret

Machines (1)

De stoomma chine zette de maatschappij op zijn kop in het begin van de 18e eeuw in Engeland. Deze industriële revolutie zet zic h verder in Europa in de negentiende eeuw. Het handwerk van huisarb eiders en amba chtslui werd vervangen door ma chines. De ma chines produceerden sneller en goedkoper dan mensen, ze kunnen ook langer werken. Voor de amba chtsman in zijn thuisatelier was er bijna geen plaats meer. De meesten moesten naar de fabriek voor werk. Tegenwoordig heeft de computer heel veel werk van mensen overgenomen. Ga eens na wat 20 jaar geleden nog niet zo snel gebeurde omdat de computer toen nog niet zo ingeburgerd was.

Onderweg (2)

De meeste mensen hadden in de tijd van Daens geen ander transport- en vervoermiddel dan hun eigen benen. Sommige arbeiders waren meer dan 1 uur onderweg om naar de fabriek te gaan. Nadien volgde een werkdag van meestal meer dan 14 uur. Goederen werden met paard en kar vervoerd! Wat een verschil met de huidige vrachtwagens!... het lijken wel rijdende containers.

Scheepvaart (3)

Het vervoer van zwaar materiaal gebeurde via de scheepvaart. Daarom vestigden de fabrieken zic h meestal langs kanalen of rivieren. Toen de industrie hier in opmars was, werd Antwerpen met haar zeehaven een heel belangrijk handelscentrum. Ook de scheepvaart werd in de loop van de tijd meer en meer gemotoriseerd. Voeding (4) De voeding was in hoeveelheid beperkt en eentonig. Grijs brood, soep, aardappelen en pap waren de voedingsmiddelen die meestal verkrijgbaar waren . Vele mensen leden honger en de kans op het uitbreken van epidemieën was groot omdat hun gezondheid sterk verzwakte door de honger. Vlees, eieren, kaas en vis kwamen haast nooit op tafel. Groenten (raap, kolen en bonen) maar bij uitzondering. Fruit en bier waren luxe. Rijk- arm (5) In de tijd van Daens gaat rijk en arm over een minderheid van kapitalisten tegenover een meerderheid van arbeiders. De rijken hebben een alleenheersc happij, zij trekken dus aan de touwtjes. De arme arbeiders kunnen wel staken als ze niet akkoord zijn maar dan hebben ze ook geen inkomen. Ook als ze ziek zijn of (tijdelijk) werkloos verdienen zij niets. Tegenwoordig is er wel de sociale zekerheid d.w.z. dat mensen ook geld krijgen als ze ziek zijn of werkzoekend. De kloof tussen rijk en arm is nu minder zichtbaar, maar is ze daarom minder groot?

33

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Daensistische beweging (6) Sociale emancipatiebewegingen zoals de socialisten kwamen naar het einde van de 19de eeuw toe op voor verbetering van werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. Zo ook de Daensisten met als boegbeeld priester Adolf Daens, te Aalst en in heel Vlaanderen. Voor deze christen-democraten was het heel belangrijk dat de sociale wantoestanden erkend werden door Kerk en overheid. Hygiëne (7)

Moderne - nu als vanzelfsprekend beschouw de- gemakken zoals elektriciteit, waterleiding en riolering waren toen enkel voor de rijkere klassen weggelegd. Mensen leefden dikwijls in zeer onhygiënische omstandigheden, er waren dan ook veel zieken. Medic atie of gezondheidszorg was heel beperkt.

Vrouw (8)

Nog tot een eind in de tweede helft van de 19 de eeuw was er geen enkele vorm van arbeidsbescherming, waren er geen sociale wetten, geen pensioenen, geen ziekteverzekering of werkloosheidsvergoeding en er bestond geen enkele arbeidsregeling voor vrouwen en kinderen in de fabrieken. Vrouwen en kinderen waren goedkopere arbeidskrachten dan mannen. Een man verdiende ongeveer twee keer zoveel als een vrouw en drie keer zoveel als een kind.

Arbeiderswoningen (9)

In elke fabrieksstad woonden de arbeiders in kleine, onhygiënische huizen. In vele gevallen werden voor hen beluiken gebouwd: doodlopende straatjes met daarin steeds dezelfde kleine huisjes, met voor het hele beluik slechts één toilet en waterpomp. Ze werden toen door zeer grote gezinnen bewoond. Vele beluikhuizen zijn nu afgebroken of gerestaureerd, ze worden meestal bewoond door alleenstaanden of kleine gezinnen van 2à3 personen. Er wordt ook voor gezorgd dat er meer lucht en licht naar binnen kan.

Onderwijs (10)

Het enige wat de arbeider kon doen om het gezinsinkomen toch enigszins wat op peil te houden was nog langer en harder werken en zoveel mogelijk kinderen aan het werk zetten. Doordat de kinderen zeer jong gingen werken, gingen ze niet naar school en verhoogde de graad van analfabetisme. De allerkleinsten gingen naar de bewaarschool, ook wel fröbelschool genoemd. (nu kleuteronderwijs) Tot het begin van de tweede helft van de 19d e eeuw konden kinderen, officieel vanaf 11 jaar, voltijds arbeiden, maar vaak waren ze veel jonger, en aan onderwijs viel weinig te denken. Zo ontstond een vicieuze cirkel: gebrek aan onderwijs betekent economische achterstand maar ook geestelijke en materiële achterstand.

Vanaf 2008 heb je van kleuter tot universit air onderwijs recht op een studiebeurs.

34

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Liefdadigheid (11) De rijken zagen in de 19e eeuw liefdadigheid als oplossing voor de armoede. Daarom gingen ze bijvoorbeeld soep uitdelen om de honger van de arbeiders te stillen. Ze dachten niet aan hogere lonen. Nu wordt er anders omgegaan met armoede. Je kan nu een leefloon aanvragen als je geen of een te laag inkomen hebt bij de sociale dienst van het OCMW. Dit is meer dan een basisinkomen. Dankzij de nieuwe leefloonwet wordt ook aandacht gegeven aan opleiding en dit verhoogt de tewerkstellingskansen.

Arbeid (12)

In de 19e eeuw beschouwde de vrije markt de arbeiders als een zo laag mogelijk te houden kost in het hele productieproces. Dit betekende lage lonen, lange werktijden, erbarmelijke en gevaarlijke werkomstandigheden, kinderarbeid,… In de loop van de laatste 100 jaar hebben arbeiders een indrukwekkende macht opgebouwd waarmee de bazen meer en meer rekening moeten gaan houden. De vakbond is een belangrijke hefboom geweest waardoor de arbeiders hun werk- en levensomstandigheden (loon, arbeidstempo, arbeidsduur…) menswaardig hebben gemaakt. Stem van het volk (13)

Door het meervoudig algemeen stemrecht ( 1893) en later het enkelvoudig algemeen stemrecht (1919) kregen we de intrede van de vertegenwoordigers van werklieden in het bestuur van het land. Het enkelvoudig algemeen stemrecht zorgt ervoor dat elke man van minstens 25 jaar één stem had, je kon geen bijkomende stemmen meer hebben zoals bij het meervoudig algemeen stemrecht. Pas in 1949 mogen ook vrouwen naar het stemlokaal. In het parlement klaagde Daens de sociale wantoestanden aan en pleitte hij voor politieke en economische hervormingen. Hij was een van de eerste volksvertegenwoordigers die Nederlands sprak in de Kamer en hij diende in 1905 mee het eerste wetsvoorstel in voor vernederlandsing van de Genste universiteit. In die tijd was Nederlands de taal van het volk, de burgerij sprak Frans.

Jeugd (14) In de 19e eeuw werden meisjes en jongens in hun prille jeugd door de industrie opgenomen. Tegen het einde van deze eeuw is de kinderarbeid in het Westen sterk verminderd. Vooral de erg jonge kinderen zijn uit de fabrieken weg. De wet op de kinderarbeid van 1914 maakt een einde aan de jeugdarbeid beneden de 14 jaar. Je was kind of volwassene, er was geen jongerencultuur zoals wij die nu kennen.

Klompen (15)

Croc’s zijn eigenlijk een heruitgave van de klompen die vroeger door de meeste arbeiders werden gedragen. Toen waren ze wel uit hout vervaardigd. Het zijn enkel de rijkere mensen die schoenen droegen, heel wat mensen liepen zelfs blootsvoets. Door enkel naar de voeten van mensen te kijken, wist je al veel over hun positie in de samenleving.

35

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

Patroons (16)

In de 19eeeuw huldigde men het principe van absolute vrijheid voor de ondernemer, waardoor vooral de kapitalistische belangen werden gediend. In de 19e eeuw hadden de rijken het roer in handen. Geld, bezit van goederen en gebouwen gaf hun macht, aanzien en…eten.

Straatbeeld (17) Arbeiders werkten tot eind 19e eeuw 14 uur en meer per dag in de fabriek en dit zes dagen per week. Er was geen tijd voor spel, sport en ontspanning. Ook niet voor gewoon eens langs de straten te flaneren. Dit was enkel weggelegd voor de burgerij. De lieden van de kleine burgerij maakten met het hele gezin een wandeling elke zondagnamiddag. Zij wilden graag aan de rest van het volk laten zien hoe goed zij het wel hadden.

Boeren (18)

Daens en zijn Christene Volkspartij zetten zich in voor de belangen van de boeren, maar ook voor de kleine middenstanders en arbeiders, voor de werklieden in de steenbakkerijen van de Rupelstreek en in het Pajottenland, voor de dokwerkers in Antwerpen, voor de seizoensarbeiders in Oost-en West- Vlaanderen en voor de hopboeren in de streek Aalst-Asse. Tegenwoordig zijn de aardappelen die we eten niet afkomstig van eigen bodem, dit geldt ook voor vele andere landbouwproducten.

Kerk en Staat (19) In 1893 werd de Christene Volkspartij gesticht. De drukker Pieter Daens vroeg aan zijn broer, de priester Adolf Daens om het programma op te stellen. Deze nieuwe politieke beweging wilde de sociale encycliek ‘’ (1891) van paus Leo XIII in België in praktijk brengen. In deze pauselijke rondzendbrief worden arbeiders en fabrieksbazen aangespoord om samen de problemen aan te pakken. Een deel van de Belgisc he katholieken stond welwillend tegenover deze vooruitstrevende bewegingen. Maar in Aalst was er grote tegenstand van de conservatieve katholieke politici zoals Woeste en Léo de Bethune. Louis Paul Boon (1912-1979) (20) Hij was letterkundige en schilder, handarbeider en journalist. Hij was een echte Aalstenaar, die de stad en haar geschiedenis grondig kende en die kennis in vele van zijn boeken gebruikte. In 1971 publiceerde hij Pieter Daens, of hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht. Op dit boek is de film Daens uit 1992 en de musical Daens uit 2008 gebaseerd. Antonius Stillemans (1832-1916) (21) Stillemans was bisschop van Gent van eind 1889 tot 1916. Hij werd geconfronteerd met de sociale kwestie, de opkomende christendemocratie en de daensistische beweging. Hij was een verdediger van de gematigde christendemocratie. Op het politieke vlak beschouwde hij de eenheid van de katholieke partij als een onaanvechtbare waarde. Hij kwam in conflict met priester Adolf Daens en zijn aanhangers. In 1896 keurde hij vanaf de preekstoel de daensistische pers af. In 1898 verbood hij priester Daens nog langer de 36

Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten

mis te lezen en in 1899 verbood hij hem het priesterkleed te dragen. In de musical wordt de rol van Stillemans vertolkt door Jo de Meyere. Charles Woeste (1837-1922) (22) Woeste was een conservatief politicus. Hij wilde de eenheid van de Katholieke Partij en het politieke monopolie van de burgerij handhaven. Hij keerde zich tegen de democratische en sociale bewegingen en tegen het flamingantisme. Als Nederlandsonkundige volksvertegenwoordiger van Aalst (1874-1922) kwam hij in conflict met de Christene Volkspartij en met de gebroeders Daens. Hij heeft ze ongenadig bestreden en in zijn campagnes zelfs de koning en de hoogste kerkelijke gezagsdragers onder druk gezet. Woeste wordt vaak voorgesteld als de grote tegenspeler van priester Adolf Daens. Vele wereldlijke en geestelijke gezagsdragers hebben priester Daens bekampt, maar niet altijd zo open en bloot als Woeste. In de musical wordt de rol van Woeste vertolkt door Fabric e Pillet. Pieter Daens (1842-1918) (23) Pieter Daens was de jongste broer van de priester Adolf Daens. In 1870 was hij drukker-uitgever geworden van de krant Het land van Aelst. In 1872 begon hij met een tweede weekblad De Werkman. In 1893 behoorde hij tot de stichters van de Christene Volkspartij en betrok zijn broer priester Daens bij de werking ervan. Hij was journalist en politicus maar ook volksverteller, dichter en schilder. Hij schreef naar het hart van de volksmens, in een eenvoudige dire cte en pittige taal. In de music al wordt de rol van Pieter Daens vertolkt door Jan Schepens. Ploegbaas (24) In de tijd van Daens moesten kinderen gedwee producten fabric eren. Ze werden een machine onder de machines. Ze werkten niet meer onder bescherming van hun ouders, maar onder leiding van een oudere arbeider of meestergast waarvoor het werk niet snel genoeg kon gebeuren. In de musical wordt de ploegbaas Schmitt gespeeld door Manou Kersting. Hij heeft geen medelijden met de kinderen en valt de jonge meisjes lastig, hij staat aan de kant van de fabrieksbazen. Daens (25)

Priester Adolf Daens werd geboren te Aalst op 18 december 1839 in een gezin van kleine middenstanders. Van 1859 tot 1871 was hij in Drongen bij de orde van de Jezuiëten. In 1873 werd hij priester gewijd. Hij was parochiepriester en collegeleraar tot 1888. Toen ging hij ambteloos inwonen bij zijn broer Pieter te Aalst. Hij gaf privéles aan kinderen van welgestelde ouders, vertaalde teksten en werkte af en toe mee aan de kranten van zijn broer : De Werkman en Het Land van Aelst. Hij overleed in 1907. In de musical is Peter van De Velde priester Daens.

37

Lessenpakket: MODULE 10 Leerkra chten

Bijlage 4

Themareeks: Daensportret

Machines (1)

Onderweg (2)

Scheepvaart (3)

Voeding (4)

Rijk- arm (5)

Daensistische beweging (6)

Hygiëne (7)

Vrouw (8)

Arbeiderswoningen (9)

Onderwijs (10)

Liefdadigheid (11)

Arbeid (12)

Stem van het volk (13)

Jeugd (14)

Klompen (15)

Patroons (16)

Straatbeeld (17)

Boeren (18)

Kerk en Staat (19)

Louis Paul Boon (1912-1979) (20)

Antonius Stillemans (1832-1916) (21)

Charles Woeste (1837-1922) (22)

Pieter Daens (1842-1918) (23)

Ploegbaas (24)

Daens (25)