Module 10 Lkr'.Indd
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
MODULE 7 D a e n s p o r t r e t Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Visueel inleefproject in twee niveaus ‘Daensportret’ laat je kennismaken met de wereld van Daens aan de hand van fotomateriaal. Het bijgevoegde educatief materiaal bestaat uit: 50 foto’s: - Fotoreeks 1: zwart-witfoto’s van de tijd van Daens (eind 19e eeuw- begin 20e eeuw) (zie bijlage 1) - Fotoreeks 2: hedendaagse foto’s (21e eeuw) (zie bijlage 2) Tekstreeks: - 25 tekstjes (zie bijlage 3) Themareeks: - 25 thema’s (zie bijlage 4) Je kan kiezen tussen Daensportret I of Daensportret II Daensportret I is een algemene en eenvoudige kennismaking met de versc hillende thema’s uit de wereld van Daens. Er wordt ondersc heid gemaakt tussen oefeningen die je kan doen vóór de musical en oefeningen die interessa nter zijn na de musical. Daensportret II geeft de mogelijkheid in te zoomen op een bepaald thema. Na een woordenopwarmer, worden er 4 thema’s voorgesteld: 1. Armoede 2. Kinderarbeid en kinderrechten 3. Macht 4. Kerk en Staat Bij ieder thema wordt aangegeven hoe je de musical vanuit de gekozen invalshoek kan bekijken. Bij de bronnen vind je nog meer info over Daens en zijn tijd. 2 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Daensportret I Daens vroeger en nu VOOR DE MUSICAL Ontdekken van de wereld van Daens Materiaal Fotoreeks1 (zie bijlage 1) Tijd 25 minuten Verloop De oude foto’s of een selectie worden op tafel verspreid of opgehangen. De leerlingen krijgen 5 minuten de tijd om de foto’s te bekijken en 1 foto uit te kiezen die hen het meest aanspreekt of verrast. Nadien kan iedereen verwoorden waarom hij/zij die foto gekozen heeft. Variatie Uitkiezen van foto die het meest met Daens te maken heeft. Uitkiezen van foto die vragen oproept. Uitkiezen van lelijkste / mooiste foto. 3 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Woord en beeld Materiaal Fotoreeks1 (zie bijlage 1) Themareeks (zie bijlage 4) Tijd 15 minuten Verloop De oude foto’s worden op de tafel verspreid of opgehangen in het lokaal. De gekozen woorden worden verdeeld over het aantal leerlingen. Zij plaatsen het thema bij de foto waar zij vinden dat het bij past. Nadien kan nog verder besproken worden waarom ze een bepaald woord bij een foto plaatsen. Het verhaal achter de foto Materiaal Fotoreeks 1 (zie bijlage 1) Tekstenreeks (zie bijlage 3) Je kan zelf een aantal foto’s of 1 foto uitkiezen en aan de hand hiervan vertellen over het leven van Daens of over de leefwereld van Daens. Meer informatie vind je bij de tekstjes of bij de andere module in dit pakket. 4 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten NA DE MUSICAL Scène met herinnering Materiaal Fotoreeks 1 (zie bijlage 1) Tijd 30 minuten Verloop De oude foto’s worden opgehangen in het lokaal. De leerlingen verwoorden wat hen het meeste is bijgebleven van de musical of anders gezegd waar ze het eerst aan terugdenken. Welke foto illustreert dit moment het best? Variatie Wat vond je het mooiste lied? Welk lied kan jij je het best herinneren? Welke foto illustreert het best dit lied? En het verhaal is nog niet uit. 5 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Materiaal Fotoreeks 1 (zie bijlage 1) Fotoreeks 2 (zie bijlage 2) Tekstenreeks (zie bijlage 3) Tijd 35 minuten Verloop De zwart-witfoto’s van fotoreeks 1 worden opgehangen in het lokaal. De kleurenfoto’s worden verdeeld onder de leerlingen. Zij proberen bij een oude foto een hedendaagse foto te plaatsen. De teksten kunnen ondersteunend werken om bij elke opgehangen foto een passen de kleurenfoto te plaatsen. De volledige teksten kunnen over de ruimte verspreid worden maar kunnen ook voorgelezen worden. De omschrijvingen kunnen ook onder de leerlingen verdeeld worden. Variatie Iedere leerling werkt met de foto die hij koos vóór de musical. De foto’s van nu worden getoond, de leerlingen kunnen nu ook kiezen welke foto zij vinden dat bij hun foto past. 6 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Daensportret II Daens vroeger en nu Je kan kiezen voor een bepaald thema: 1. Armoede 2. Kin derre chten en kinderarbeid 3. Macht 4. Kerk en Staat Je kan het thema inleiden en verdiepen vóór de musical en de leerlingen een gezichtspunt meegeven om de musical te bekijken vanuit dit thema. Na de musical kan je werken met de observaties van de leerlingen. De methodiek ‘woordenzoektocht’ kan eventueel gebruikt worden als starter. Je kan hier kiezen voor woorden die aansluiten bij het gekozen thema. De variaties van deze opwarmer kunnen ook als evaluatiespel of herhalingsopdracht gebruikt worden. Woordenzoektocht Materiaal Kaartjes met begrippen uit de tijd van Daens. Op het kaartje staat een woord en de uitleg. In onderstaande kader vind je alvast enkele voorbeelden. Je kan uiteraard zelf woorden bijvoegen die voor jou belangrijk zijn. Een woordenlijst met geselecteerde woorden Tip: Je kan de leerlingen ook toepasselijke woorden laten opzoeken 7 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Tijd ■ 20 minuten Verloop (Opmerking: Het kan inderdaad een gokspel worden, maar zo leren leerlingen spelenderwijs de woorden kennen. Leerkrachten zijn ook vrij welke woorden ze gebruiken en ook de moeilijkheidsgraad kunnen zij zelf bepalen. Wel een goed idee om een voorbeeld te geven.) Je kiest een aantal woorden uit onderstaande kader. Als je voor het thema ‘armoede’ kiest, kan je bijvoorbeeld volgende woorden selecteren: beluik, kapitalist, daensist, patroon, bedelen. De leerlingen krijgen het woordenlijstje. De leerkracht leest de omschrijvingen van de uitgekozen woorden één voor één voor. Bijvoorbeeld: Het eerste woord is: een min of meer besloten ruimte, blinde steeg waarin het werkvolk onderkomen vond; eigenaars en bouwheren waren vaak industriëlen of handelaars die als echte huisjesmelkers optraden; in Gent- toen de belangrijkste industriestad van België-, werden de meeste nog tussen 1860 en 1880 gebouwd. De leerlingen duiden met het cijfer 1 het woord aan van hun lijst dat ze denken dat bij deze omschrijving past. Bij de volgende omschrijving schrijven ze cijfer 2 bij het woord dat ze denken dat het is…. Als je de uitleg op aparte briefjes zet, kan de omschrijving ook door een groepje of door een leerling gegeven worden. Variatie Als de leerlingen het woord actief kennen, kan je het ook laten omschrijven zonder dat ze de woorden tussen haakjes mogen gebruiken. Dit spel werkt uitstekend als evaluatie of herhaling van een aantal begrippen. De woorden of begrippen kan je ook laten tekenen. Je maakt dan best kaartjes met de woorden en de uitleg. Eén persoon trekt een kaartje en tekent het woord. Bij het tekenen mag niet gesproken worden en er mogen ook geen letters en cijfers gebruikt worden. De andere raden wat het is. Achteraf kan worden besproken wat dit woord met ‘Daens’ te maken heeft. 8 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Woordenlijst Spinnen (Draden, vezels, wiel, garen, wol) Maken van garen of draden, door het uitrekken en in elkaar draaien van vezels (vlas) of haren (wol). Mis (Kerk, katholiek, zondag, priester, geloof) Ere dienst van de katholieke kerk. Nu gaat men soms nog 1 keer per week naar de kerk, op zondag. Vroeger gingen gelovigen dagelijks. De kerk werd druk bezocht. Beluik (Steeg, huisjesmelkers, ongezond, fabrieksbaas, klein) min of meer besloten ruimte, blinde steeg waarin het werkvolk onderkomen vond; eigenaars en bouwheren waren vaak industriëlen of handelaars die als echte huisjesmelkers optraden; in Gent- toen de belangrijkste industriestad van België, werden de meeste nog tussen 1860 en 1880 gebouwd. Daensist (Priester Daens, democraat, volkspartij, christelijk, politiek) Lid van de beweging waarvan priester Daens voortrekker was. Officieel heette de partij Christene Volkspartij. Deze partij was sociaal, vernieuwend, christelijk, Vlaamsgezind en democratisch. In 1895 ontstonden daensistische kernen in Antwerpen, Brussel, Oostende, Gent, Kortrijk, Oudenaarde, Dendermonde en Roeselare. Later kwamen hier Deerlijk en Brugg e bij. Cijnsbetaler (Verkiezingen, stemmen, belasting, betalen, politiek) In de eerste decennia van het onafhankelijke België mochten alleen die burgers stemmen die een belangrijke som aan belastingen betaalden. De grootte van de som werd in de loop der jaren weliswaar verminderd zodat steeds meer burgers stemrecht kregen, maar toch duurde het tot 1919 vooraleer het algemeen enkelvoudig stemrecht werd ingevoerd. Patroon - (Baas, fabriek, eigenaar, zaak, boven) Eigenaar van een bedrijf, hoofd, chef van een zaak, fabrieksbaas Kapitalist - (geldzak, rijke man, arbeiders, eigenaar, klasse) Volgens Karl Marx vormen de eigenaars van productiemiddelen een bepaalde klasse. Een andere klasse, de arbeiders, moet zijn arbeidskra cht verhuren aan die kapitalisten. Tot deze arbeiders wordt iedereen gerekend die in loondienst werkt. Dit leidt, volgens Marx, tot een onrechtvaardige machtsverhouding. 9 Lessenpakket: MODULE 7 Leerkra chten Chipka (eiland, Dender, industrie, glucose, drukkerij) Terrein tussen de oude en gekanaliseerd e Dender in Aalst. Nu is er het glucosebedrijf Tate en Lyle gevestigd. Tot de Dender werd dichtgegooid, was dit een terrein een eila nd waar ook de drukkerij van Pieter Daens gevestigd was. De naam van het eiland is een verbastering van een Bulgaars woord (shipka), de berg aan de Rozenvallei waar in het begin van de jaren zeventig van de 19d e eeuw de Bulgaars-Russisc he coalitie de Turken na 500 jaar bezetting verdreef. Militieloting (lot, legerdienst, loterij, nummer, trekken) Vroeger werden de dienstplichtingen aangeduid door het lot. Wie een dienstplichtig nummer had getrokken, moest naar het leger. In de tijd van Daens streefde men ernaar dit systeem af te schaffen. Bedelen ( geld, inkomen, straat, smeken, dakloos) Smeken tot iemand om goederen (geld, eten, kleren…) te krijgen. Mensen die dit doen, hebben geen of een klein inkomen. Soms zijn ze dakloos en leven ze op straat. Socialist (gelijkheid, rijk, arm, kapitalist, solidariteit) Aanhanger van een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Zij willen een einde maken aan de klassenm aatschappij, het versc hil tussen rijk en arm.