03491

OUDENBURG GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN

MAART 2018

definitief vastgesteld door de gemeenteraad dd. 22 maart 2018 Bijgaand bij het besluit van deputatie van de Provincie definitief vastgesteld door de gemeenteraad dd. 28 juni 2018 West-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het GRS Oudenburg

Goedkeuringsbeslissing met ref.:RP/DEP/18/160 Brugge, 19/07/2018

Johan ROSSEEL Gino DUMON De provinciegriffier (wnd), De gouverneur-voorzitter, secretaris Gemeenteraadslid-Voorzitter (Get.) Patrick BRAET (Get.) Carl DECALUWE

Publicatie B.S. 10 augustus 2018 Numac : 2018204018

WVI BARON RUZETTELAAN 35 T +32 50 36 71 71 www.wvi.be 8310 BRUGGE E [email protected] datum aanpassing | fase algemeen directeur 29-01-2015 Structureel overleg Geert Sanders 30-06-2015 Plenaire vergadering 26-04-2017 GECORO 24-07-2017 - 23-10-2017 Openbaar onderzoek 31-01-2018 GECORO

coördinator ruimtelijke planning en mobiliteit David Vandecasteele

ruimtelijk planner Jan Waumans INHOUD informatief gedeelte 7

INLEIDING 9

1 Een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor Oudenburg...... 9 2 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces...... 10

SITUERING 13

1 Algemene situering...... 13 2 Genese van Oudenburg...... 13 3 Fysisch systeem...... 15

PLANNINGSCONTEXT 16

1 Ruimtelijke plannen...... 16 2 Juridische plannen...... 29 3 Sectorale (boven) gemeentelijke beleidsplannen...... 40 4 Lopende projecten en planprocessen...... 50

RUIMTELIJKE CONTEXT 51

1 Positionering binnen de regio...... 51 2 Bestaande structuur van de open ruimte...... 53 3 Bestaande nederzettingsstructuur...... 63 4 Bestaande ruimtelijk-economische structuur...... 68 5 Bestaande toeristisch-recreatieve structuur...... 71 6 Bestaande verkeers- en vervoersstructuur...... 74 7 Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur...... 77 8 Bestaande structuur van de kernen...... 81

PROGRAMMATISCHE CONTEXT 85

1 Ruimte voor wonen...... 85 2 Ruimte voor werken...... 102 3 Ruimte voor sport, recreatie en gemeenschapsvoorzieningen...... 107 richtinggevend gedeelte 109

VISIE OP DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 110

1 Algemene uitgangshouding...... 110 2 Gewenste rol van de stad...... 111 3 Ruimtelijke concepten...... 113 4 Gewenste ruimtelijke structuur...... 115

BETEKENIS VAN DE VISIE VOOR DE DEELSTRUCTUREN 117

1 Gewenste structuur van de open ruimte...... 117 2 Gewenste nederzettingsstructuur...... 125 3 Gewenste ruimtelijk-economische structuur...... 133 4 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur...... 139 5 Gewenste verkeers- en vervoersstructuur...... 145

BETEKENIS VAN DE VISIE VOOR DE DEELRUIMTEN 151

1 Hoofddorp Oudenburg-Ettelgem...... 151 2 Overige kern in het buitengebied Westkerke-Roksem...... 157 3 Natuurgebieden en agrarische gebieden met belangrijke natuurlijke en landschappelijke waarde...... 159 4 Centraal bulkenlandschap...... 160 5 Open landbouwgebieden...... 161

ACTIEPROGRAMMA 163

1 Algemene maatregelen en acties...... 163 2 Gewenste structuur van de open ruimte...... 163 3 Gewenste nederzettingsstructuur...... 163 4 Gewenste ruimtelijk-economische structuur...... 163 5 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur...... 164 6 Gewenste verkeers- en vervoersstructuur...... 164 bindend gedeelte 165

ALGEMENE MAATREGELEN EN ACTIES 166

SPECIFIEKE MAATREGELEN EN ACTIES 166

1 Gewenste structuur van de open ruimte...... 166 2 Gewenste nederzettingsstructuur...... 166 3 Gewenste ruimtelijk-economische structuur...... 166 4 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur...... 167 5 Gewenste verkeers- en vervoersstructuur...... 167 INFORMATIEF GEDEELTE Kaart: Luchtfoto

8 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI INLEIDING wenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langeter- 1.2 Structuurplanningproces: werken op drie mijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied sporen in kwestie. Het is erop gericht samenhang te brengen 1 Een gemeentelijk ruimtelijk structuur- in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering Structuurplanning is een proces waarbij gewerkt wordt plan voor Oudenburg van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelan- op drie sporen: gen”. ●● het uitwerken van een langetermijnvisie; De stad Oudenburg nam op 29 november 2001 het ●● het inpikken op dringende problemen en kansen; initiatief tot de opmaak van een gemeentelijk ruimte- Hetzelfde artikel geeft aan dat ruimtelijke structuur- ●● het creëren van een maatschappelijk draagvlak. lijk structuurplan. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Struc- plannen worden gemaakt op drie bestuurlijke niveaus: tuurplan Oudenburg zal het kader vormen voor de het Vlaams Gewest, de provincie en de gemeente. Het Het voornaamste kenmerk van deze methode is dat er gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. structuurplan bevat op elk niveau de structuurbepalen- ‘gelijktijdig’ wordt gewerkt op de drie sporen. Hierdoor de elementen van dat niveau alsook de taakstellingen kan men zowel een langetermijnvisie ontwikkelen als 1.1 Structuurplanning als methodiek m.b.t. de uitvoering ervan op het betreffende niveau en strategisch inpikken op de werkelijkheid en tussentijds de lagere niveaus. communiceren met alle betrokkenen. Door het inbou- Structuurplanning is een dynamisch en continu proces wen van confrontatiemomenten worden de drie spo- van visie- en beleidsvorming op lange termijn. Belang- Een structuurplan bestaat uit drie delen, nl. een infor- ren aan elkaar gekoppeld. Op die momenten worden rijke uitgangspunten zijn duurzaamheid en ruimtelijke matief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. elementen van de globale visie geformuleerd evenals kwaliteit. Structuurplanning vertrekt vanuit een geïnte- Het informatief gedeelte bevat een evaluatie van het concrete acties en voorstellen. Zonder de koppeling greerde benadering. Het reikt een kader aan voor de gevoerde ruimtelijk beleid in de gemeente, de plan- zal één van de sporen overheersen. gewenste ruimtelijke ontwikkeling. ningscontext (o.a. de relatie met structuurplannen van een hoger niveau), de beschrijving van de bestaande Op het eerste spoor wordt gewerkt aan een lange- Structuurplanning is gericht op de realisatie van een ruimtelijke structuur en de beschrijving van kwaliteiten termijnvisie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aantal concrete maatregelen en acties. Deze acties en en knelpunten in de gemeente. van het gebied. Dit gebeurt via een uitgangshouding maatregelen geven uitdrukking aan de beoogde doel- Het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk struc- gericht op duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. De stellingen. tuurplan is het deel waarvan de overheid bij het nemen langetermijnvisie resulteert in een kader voor de ge- van beslissingen niet kan afwijken, tenzij omwille van wenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en in De codex RO en de omzendbrief RO 97/02 geven het onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoef- concrete acties, engagementen, maatregelen en con- kader aan voor het gemeentelijk structuurplannings- ten van de verschillende maatschappelijke activiteiten crete projecten om de beoogde doelstellingen te be- proces. Door het decreet ruimtelijke ordening kreeg de of omwille van dringende en budgettaire redenen. Het reiken. Deze maatregelen en acties onderstrepen het structuurplanning een formele basis. De omzendbrief richtinggevend gedeelte geeft de visie, concepten en uitvoeringsgericht karakter van de structuurplanning. gaat dieper in op de inhoudelijke aspecten van het de gewenste ruimtelijke structuur van de gemeente structuurplan. weer. Het tweede spoor heeft als doel om de bestaande Het bindend gedeelte tenslotte omvat de zogenaam- en de geplande projecten te kaderen binnen het In artikel 2.1.1. van de codex RO wordt verder inge- de bindende bepalingen: elementen (engagementen, structuurplanningsproces. Dringende problemen en gaan op de essentie van een ruimtelijk structuurplan: acties) die een bindend karakter hebben voor de ge- kansen hoeven niet te wachten tot het structuurplan- “Onder ruimtelijk structuurplan wordt verstaan een meente. ningsproces volledig is doorlopen. Projecten worden beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de ge- getoetst aan reeds gekende visie-elementen of aan

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 9 een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur. 2 Gemeentelijk ruimtelijk In het huidig ruimtelijk beleid van de stad werden pro- Belangrijke projecten kunnen reeds opgestart worden structuurplanningsproces jecten steeds getoetst aan een ruimere context of ka- wanneer die kaderen binnen de visie op de gewenste der. Een globaal en geïntegreerd kader ontbrak ech- ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. ter. Door het gebrek aan een globaal kader bestaat 2.1 Motivering voor het starten van het het gevaar dat ad hoc oplossingen worden gekozen. Het derde spoor houdt verband met communicatie en structuurplanningsproces De kans is reëel dat de genomen optie negatieve ge- inspraak. Het doel is de plannen en voorstellen inhou- volgen heeft op andere functies of dat toekomstige delijk te voeden, een maatschappelijk draagvlak voor Het stadsbestuur wordt vaak geconfronteerd met pro- ontwikkelingen worden gehypothekeerd. het beleidsdocument te creëren en de bevolking te blemen die een oplossing op korte termijn vragen. sensibiliseren voor ruimtelijke kwaliteit en een verant- Vaak hebben deze oplossingen een directe of indi- De nood om na te denken en een beleid uit te stip- woord ruimtelijke beleid. recte invloed op het gebruik van de ruimte en het land- pelen rond huisvesting, tewerkstelling, landbouw, schap. Door de korte beslissingstermijn moet pragma- natuur, cultuur, mobiliteit, … op lange termijn wordt tisch worden gehandeld en kunnen niet alle mogelijke steeds duidelijker aangevoeld. Voor elke nieuwe of bij- gevolgen van een keuze worden onderzocht. komende voorziening moet een geschikte locatie en ruimte worden gevonden. Maar de ruimte is schaars en verschillende actoren claimen elk op zich ruimte DRIESPORENPLANNING: het proces waardoor conflicten ontstaan.

De stad heeft dus nood aan een allesomvattend ka- der om goede beslissingen te nemen, waarbij een duidelijke ruimtelijke toekomstvisie bepaalt wat waar waarden kan. Door het nieuwe decreet en de opmaak van een ste normen visievorming 1 spoor gemeentelijk structuurplan krijgt de gemeente rui- lange termijn mere bevoegdheden en planningstaken toegemeten. problemen Door beleidsontwikkelingen op hogere schaalniveaus de knelpuntenbehandeling 2 spoor (Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Provinciaal op korte termijn Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen) krijgt de dagelijks beleid gemeente een rol toebedeeld (planningsopgave) die betrekken bevolking de op lokaal vlak ruimtelijk moet worden vertaald. 3 spoor bij plan- en besluitvorming emancipatorisch werken naar kwaliteit

Planning is permanent werken op drie sporen, permanente communicatie, een werkelijkheidsgericht, strategisch project

10 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 2.2 Overlegmodel JJ Gemeentelijke commissie ruimtelijke JJ Structureel overleg met hogere overheden ordening Structuurplanning is meer dan een structuurplan. De Op belangrijke momenten in het planningsproces wijze waarop het plan tot stand komt is even belangrijk De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening wordt een structureel overleg georganiseerd met ver- als het plan zelf. (kortweg Gecoro) is het forum waar verantwoordelij- tegenwoordigers van het provinciaal en gewestelijk ni- ken van de diverse maatschappelijke geledingen en veau. Dit overleg verloopt schriftelijk en/of in plenaire De besluitvorming over het gemeentelijk ruimtelijk deskundigen met elkaar in dialoog treden. Het DRO zitting. structuurplan Oudenburg wordt voorbereid in verschil- geeft de Gecoro allerlei opdrachten in het lokaal ruim- lende overlegorganen en doorgepraat middels ver- telijk beleid. Hiervoor worden in de eerste plaats uitgenodigd: de schillende communicatiekanalen. Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (Provincie- De commissie speelt een belangrijke rol in de tot bestuur West-Vlaanderen), het departement RWO JJ Kerngroep GRS standkoming van het gemeentelijk ruimtelijk structuur- en het Agentschap RO West-Vlaanderen. Daarnaast plan: kunnen vertegenwoordigers van de sectorale depar- De kerngroep GRS coördineert en organiseert alle ●● voorafgaandelijk aan de voorlopige vaststelling tementen van de provinciale en gewestelijke over- werkzaamheden van het planningsproces en vervult van het structuurplan dient advies door de com- heid worden uitgenodigd (Afdeling Wegen en Verkeer zo een motor- en sturingsfunctie. Deze kerngroep missie gegeven aan de gemeenteraad; West-Vlaanderen, AMINAL, …). fungeert dus als een soort dagelijks bestuur van het ●● zij bundelt en coördineert de bezwaren en opmer- planningsproces en komt samen telkens de nood zich kingen van het openbaar onderzoek en van de Aan deze adviserende diensten wordt het vooront- voordoet. adviesronde over het ontwerp; werp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ter ad- ●● zij brengt een gemotiveerd advies uit bij de vies overgemaakt. De werkgroep is als volgt samengesteld: gemeenteraad; ●● de burgemeester; ●● zij speelt een rol in de uitvoering van het gemeen- JJ Gemeenteraad ●● de schepenen bevoegd voor monumentenzorg, telijk ruimtelijk structuurplan door middel van toerisme en recreatie, land- en tuinbouw, verkeer, ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het besluitvormingsproces geeft eveneens de mo- mobiliteit en openbaar vervoer, sport en sportin- menten weer waarbij de gemeenteraad en de provinci- frastructuur en huisvesting; Artikel 1.3.3.§11 van de codex RO stelt dat een ge- ale of gewestelijke overheid hun formele goedkeuring ●● de stadssecretaris; meente met minder dan 10.000 inwoners een vrijstel- verlenen aan bepaalde documenten in het structuur- ●● de verantwoordelijke ambtenaar voor ruimtelijke ling kan aanvragen. De taak van de Gecoro wordt in planningsproces: ordening; dat geval waargenomen door de bevoegde geweste- ●● beslissing van de gemeenteraad tot opmaak van ●● vertegenwoordigers van wvi, de ontwerper. lijke stedenbouwkundige ambtenaar. een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; ●● voorlopige vaststelling van het ontwerp gemeente- De gemeenteraad besliste in zitting van 17.12.2015 tot lijk ruimtelijk structuurplan door de gemeenteraad; het oprichten van een Gecoro. In zitting van 26.05.2016 ●● definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruim- benoemde de gemeenteraad de leden van de Gecoro. telijk structuurplan door de gemeenteraad; ●● goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk struc- tuurplan door de Deputatie.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 11 Kaart: Situering JJ Overleg- en participatiemomenten met de bevolking

Het ruimtelijk beleid belangt iedereen aan. Het is daarom van belang de brede bevolking uit te nodigen mee te denken over de ruimtelijke toekomst van Ou- denburg. Tijdens het planningsproces wordt minstens één informatiemoment georganiseerd, meer bepaald tijdens het openbaar onderzoek van het structuurplan.

De kerngroep kan in de loop van het proces beslissen om een bijzonder overleg te organiseren, bijvoorbeeld omtrent een specifiek thema en/of met een welbepaal- de maatschappelijke doelgroep.

JJ Informatiemiddelen

Voor het informeren van de diverse partners worden welbepaalde communicatiemiddelen ingezet. ●● formele uitnodigingen voor de plenaire vergade- ring, bestuurlijk overleg, …; ●● nota’s, syntheseteksten, … die besproken worden op de verschillende vergaderingen, worden samen met de uitnodigingen verstuurd naar de deelnemers; ●● verslagen van vergaderingen; ●● schriftelijke reacties, adviezen en opmerkingen van deelnemers, gemeente en bevolking, …; ●● nieuwsbrieven, persteksten, artikels in het ge- meentelijk infoblad, extra katern bij het gemeen- telijk infoblad, … , informeren de bevolking en nodigen hen uit om deel te nemen aan het overleg of om te reageren.

12 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI SITUERING steden Brugge (via de A10 en de N367), Ook in de middeleeuwen was Oudenburg een bloeien- en (via de A10-A17) zijn zeer goed bereikbaar. de stad, bepaald door de aanwezige lakenindustrie en De spoorlijn Brugge-Oostende loopt door Oudenburg, de stichting van de Sint-Pietersabdij omstreeks 1084. 1 Algemene situering maar een station is niet aanwezig. Een walgracht, de Stedebeek werd in 1128 gegraven. Ze omsloot het vroegere castellum. Oudenburg is gelegen in het noordwestelijke gedeelte De bevolkingsdichtheid voor Oudenburg (op van de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit 01/01/2012) bedraagt 257 inw./km², wat veel lager is Oudenburg lag langs de oude landweg Oudenburg- van het arrondissement Oostende. Het grondgebied dan dat van het arrondissement Oostende (522 inw./ Brugge-Aardenburg. Het had een strategische positie van de stad heeft een oppervlakte van 35,4 km². km2) en van de provincie West-Vlaanderen (372 inw./ aan de oever van de Ieperleet, die Brugge met Nieuw- km2). poort en Ieper verbond en waarvan stukken gebruikt Oudenburg heeft vier deelgemeenten: Oudenburg, Et- werden om het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort en telgem, Roksem en Westkerke. De stad wordt admi- Oudenburg telt in het totaal 9110 inwoners (op het kanaal Brugge-Oostende en de sluis van Plassen- nistratief begrensd door: 01/01/2012). Ruim de helft van de inwoners bevin- dale (1623) aan te leggen. ●● in het noorden: de stad Oostende en de gemeen- den zich op het grondgebied van de hoofdgemeente ten en De Haan; Oudenburg, die ook de grootste bevolkingsdichtheid ●● in het oosten: de gemeente ; heeft. Van de deelgemeentes telt Westkerke het meest ●● in het zuiden: de gemeente ; aantal inwoners, Ettelgem het minst aantal inwoners. ●● in het westen: de stad . Roksem is als kleinste deelgemeente dichter bevolkt dan Ettelgem en Westkerke. De stad Oudenburg bevindt zich vrij centraal net ten zuiden van de lineaire stedelijke ontwikkeling langs- 2 Genese van Oudenburg heen de kust, die geënt is op de bestaande infrastruc- turen en de toeristische en recreatieve ontwikkelingen, Oudenburg is ontstaan op de grens van polder en en tussen de regionaalstedelijke centra van Oostende zandstreek. De ontstaansgeschiedenis ervan werd en Brugge. bepaald door het spel van land en water. Eeuwen ge- leden reikte de zee namelijk tot Oudenburg en net op Een infrastructurenbundel, bestaande uit de A10- die strategisch gelegen landtong bouwden de Romei- autosnelweg, het kanaal Brugge-Oostende en de nen in de tweede helft van de derde eeuw een vesti- spoorlijn 50A, loopt van oost naar west doorheen het ging (het castellum). De burgerlijke nederzetting werd noordelijke gedeelte van de gemeente. Verder wordt verbouwd tot militaire versterking als verdediging te- Oudenburg doorsneden door het kanaal Plassendale- gen de invallende Saksische zeerovers. Nieuwpoort en de A18/E40-autosnelweg. De vierkante structuur van het castellum tekent zich Op het grondgebied van de stad bevindt zich een op- op vandaag nog duidelijk af in de dorpskern, twee el- en afrit van de snelweg A10. Voor de ontsluiting via de kaar kruisende straten binnen een vierkante vorm. A18/E40 is men aangewezen op de complexen van Jabbeke en Gistel. De belangrijkste West-Vlaamse

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 13 Kaart: Fysisch systeem

14 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Fysisch systeem met uitzondering van de omgeving van de heuvel te Volgens het Richtplan voor de ruimtelijke ordening van Roksem, waar de lagen gevormd worden door Ieperi- de West-Vlaamse gewesten maakt Oudenburg deel Oudenburg behoort grotendeels tot de Polderstreek en aans fijnzand en klei van de formatie van Egem. uit van 2 reliëfzones: vormt in het zuiden de overgang naar de Zandstreek ●● de vlakte van Waardamme, ten zuiden van ter hoogte van de grens met Gistel en Ichtegem. In de latere perioden van het quartair tijdperk werd Westkerke en in Roksem; door de wind alles afgedekt met quartair materiaal ●● de polder die deel uitmaakt van de kustvlakte in 3.1 Geologie (zandig in het noorden en lemig in het zuiden van de de rest van de gemeente. provincie). Deze quartaire bedekking is dun op de heu- De afzettingen uit het primair tijdperk (van 570 tot 225 vels (soms minder dan 2 meter) en dik in de valleien 3.3 Hydrografie miljoen jaar geleden) vormen een rotsmassa (sokkel) (tot 30 meter). Dit alles verklaart het huidige patroon die zich in het zuidoosten van de provincie bevindt op van heuvels, afgewisseld met voor de actuele rivieren In Vlaanderen worden een viertal stroomgebieden circa 75 meter onder het zeeniveau, terwijl het noord- onevenredig brede valleien. onderscheiden, met name de Schelde, de Maas, de oosten van de provincie die rotsmassa pas aanboort IJzer en de Brugse Polders. Een stroomgebied vormt op 425 meter onder het zeeniveau. Deze ‘sokkel’ werd In grote lijnen mag gesteld worden dat quartaire af- het gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende in het secundair tijdperk (van 225 miljoen tot 60 mil- zettingen in de deelgemeenten Oudenburg, Ettelgem water via een reeks stromen, rivieren en eventueel joen jaar geleden) meestal afgedekt met mergel- en en het noorden van Westkerke hoofdzakelijk bestaan meren, door één riviermond, estuarium of delta in zee krijtformaties. uit polderklei, terwijl ze in het zuiden van Westkerke stroomt. en in Roksem voornamelijk uit Pleistoceen zand be- Op dit secundair materiaal of, bij gebreke hiervan, op staan. Ter hoogte van watertoren van in het zuiden Deze stroomgebieden worden verder opgedeeld in 11 de primaire sokkel werden de lagen van het tertiair tijd- van Roksem komt Panisiliaanse klei dicht tegen de bekkens. De grens tussen 2 van deze bekkens, met perk (van 60 tot 2 miljoen jaar geleden) afgezet. Deze oppervlakte voor. name het IJzerbekken en het Bekken van de Brug- lagen vormden aanvankelijk een ononderbroken pak- se Polders, loopt doorheen Oudenburg. De bekkens ket van onderling evenwijdige zandige en kleiige ma- 3.2 Reliëf worden op hun beurt opgedeeld in deelbekkens. Zo terialen. Van onder naar boven (oud naar jong) wor- behoort het oostelijk deel van Oudenburg tot het deel- den volgende langen onderscheiden: het Landeniaan Het reliëf is de resultante van een wisselwerking tus- bekken van de Oudlandpolder en het (overwegend zand) het Ieperiaan (overwegend klei), sen klimaat en geologische afzettingen. Uit de geolo- westelijke deel tot het deelbekken van Gistel-Ambacht. het Paniseliaan (klein en zand), het Lediaan (zand), gische opbouw is al gebleken dat Oudenburg gelegen het Bartoon (klei en zand) en het Diestiaan (zand). is op het overgangsgebied tussen de kustvlakte en de In de polders wordt de waterhuishouding kunstmatig hoger gelegen zandstreek, die mede het West-Vlaams geregeld. De problemen met de afwatering in de kust- Op het einde van het quartair tijdperk althans tijdens laagplateau uitmaakt. vlakte, ingevolge het vlakke reliëf, lagen aan de basis de koude periode ervan (ijstijden) werd veel van het van het ontstaan van de zogenaamde polderbesturen. tertiair materiaal geërodeerd en werden brede, diepe De polders zijn vlak en laag gelegen (2,5 tot 4 me- Het waren grondeigenaars die zich verenigden om dij- valleien gevormd. Het resultaat is dat, naargelang van ter boven de zeespiegel). Op de overgang naar de ken op te richten, kanalen te graven en de goede af- de plaats, nu als eerste laag meestal het Paniseliaan zandstreek worden hoogte tot circa 10 meter boven watering te waarborgen. Aanvankelijk gebeurde de af- of Ieperiaan aangeboord wordt omdat alle jongere ter- de zeespiegel genoteerd met een uitschieter van ca. watering via de bestaande waterlopen, later ontstond tiaire lagen verdwenen zijn. De tertiaire lagen te Ou- 16 meter te Roksem. een net van grachten, sloten en vaarten. denburg bestaan hoofdzakelijk uit Ieperiaanse klei,

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 15 PLANNINGSCONTEXT ●● stedelijke gebieden en stedelijke netwerken; en anderzijds wordt verdere versnippering van de ●● elementen van het buitengebied; open ruimte tegen gegaan. ●● economische knooppunten; 1 Ruimtelijke plannen ●● lijninfrastructuren. De stad Oudenburg wordt integraal gerekend tot het buitengebied. In het buitengebied overweegt de open Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Pro- De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt ruimte. Elementen van bebouwing en infrastructuur vinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen op kernachtige wijze uitgedrukt in de metafoor ‘Vlaan- maken er deel van uit. zetten de lijnen uit waarbinnen het gemeentelijk ruim- deren open en stedelijk’. telijk beleid ontwikkeld moet worden. Hierna volgt een Een samenhangende, ruimtelijke visie op het buitenge- overzicht van de ruimtelijke plannen op de diverse be- Concreet is het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau ge- bied dient de ruimtelijk structuurbepalende elementen leidsniveau’s. richt op: te versterken. Sectorale ontwikkelingen worden daarin ●● het versterken van stedelijke gebieden en netwer- gekaderd. Dit betekent niet dat het buitengebied wordt 1.1 Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen ken door bundelen van functies en activiteiten; bevroren. Dynamische activiteiten en functies dienen ●● het behoud en de versterking van het buitenge- geplaatst te worden in het raamwerk. Op 24 juli 1996 werd het eerste ontwerp Ruimtelijk bied door bundeling van wonen en werken in de Structuurplan Vlaanderen (RSV) goedgekeurd. De- kernen van het buitengebied; In het beleid staat het behoud en de versterking van zelfde dag werd ook het juridisch kader, waarbinnen ●● het concentreren van economische activiteiten in aaneengesloten open ruimtegebieden voorop. Er het RSV gesitueerd moet worden, vastgelegd in een economische knooppunten; wordt gestreefd naar grotere gehelen, een verwe- nieuw decreet. Het decreet voorziet dat het RSV rich- ●● het optimaliseren van de bestaande verkeers- en ving van functies (landbouw & natuur) en recreatief tinggevend en onderdelen ervan bindend zullen zijn, vervoersstructuur en het verbeteren van het open- medegebruik. Het behoud van grote aaneengesloten ook voor de lagere beleidsniveaus. Op 23 septem- baar vervoer. agrarische productieruimten (die zo weinig mogelijk ber 1997 werd het RSV definitief vastgesteld door de versnipperd zijn) zijn een voorwaarde voor een goed Vlaamse Regering. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en ge- functionerende landbouw. De natuurlijke structuur in meentelijke structuurplannen. Elementen uit het rich- de open ruimte wordt versterkt door het kwalitatief en In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt uit- tinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken kwantitatief versterken en ontwikkelen van (grotere) gegaan van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling in door op het provinciale en gemeentelijke niveau. natuurelementen (GEN en GENO’s) en door deze het buitengebied. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling onderling met elkaar te verbinden. Tot slot staat in de is slechts mogelijk wanneer de ontwikkeling van de 1.1.1 Betekenis van het RSV voor Oudenburg open ruimte het behoud van de identiteit en de diversi- structurerende activiteiten en functies (landbouw, na- teit van de verschillende landschappen voorop. tuur, bos, wonen en werken) het bestaand fysisch sys- JJ Oudenburg in het buitengebied teem mee als uitgangspunt wordt gehanteerd. Vooral Nieuwe woningen, economische activiteiten en voor- de bodemeigenschappen en het watersysteem zijn in Het RSV maakt een onderscheid tussen gemeenten zieningen op het niveau van de kern worden in het dit fysische systeem van belang. die gelegen zijn in het stedelijk gebied en gemeenten buitengebied geconcentreerd in de kernen. Hoofd- in het buitengebied. De groei van activiteiten moet zo- dorpen kunnen hierin een rol vervullen. In Vlaande- In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling veel mogelijk worden opgevangen in de stedelijke ge- ren is er in de periode 1992-2007 een behoefte aan aangegeven voor vier structuurbepalende elementen bieden. Daardoor wordt enerzijds de leefbaarheid en ongeveer 400.000 bijkomende woningen. Voor West- en componenten op Vlaams niveau: de economische slagkracht van de steden versterkt, Vlaanderen betekent dit concreet dat minimaal 67%

16 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI van de bijkomende wooneenheden in de provincie in landen. Zij vormen als geheel de drager voor het weg- De spoorlijn Oostende-Brussel loopt in het noorden de stedelijke gebieden moeten gerealiseerd worden. vervoer over langere afstand. Primaire wegen heb- van Oudenburg. Ze behoort tot het hoofdspoorwegnet De overige wooneenheden (33%) worden voorzien in ben een verbindings- en verzamelfunctie op Vlaams voor het personenvervoer. de kernen van het buitengebied. Het is de taak van de niveau. Bij primaire wegen, categorie I, primeert de provincie om het pakket aan bijkomende wooneenhe- verbindingsfunctie, zij complementeren het hoofdwe- Het kanaal Brugge-Oostende bezit een belangrijke den te verdelen. gennet maar hebben geen functie als doorgaande in- verkeersfunctie en loopt ten noorden van de spoorlijn ternationale verbinding. Oostende-Brussel doorheen de gemeente. Dit kanaal JJ De lijninfrastructuren in en om Oudenburg behoort tot het secundaire waterwegennet. Het kanaal van Plassendale-Nieuwpoort werd niet geselecteerd Het beleid gaat uit van een geïntegreerde benadering in het RSV. van ruimtelijke ordening, mobiliteit en infrastructuur waarbij bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid, het Kaart: Uittreksel RSV vergroten van de multi-modaliteit en het optimaliseren van de bestaande infrastructuur voorop staan.

Doelstellingen in verband met lijninfrastructuren zijn: ●● het versterken van alternatieven voor het autoverkeer; ●● een optimalisering door categorisering van het wegennet; ●● een mobiliteitsbeleid gericht op beheer van het verkeer.

Door een categorisering van het wegennet wordt se- lectief voorrang gegeven aan hetzij de bereikbaarheid, hetzij de verkeersleefbaarheid. De categorisering heeft tot doel de inrichting van de weg af te stemmen op de functie ervan.

Op het grondgebied van de stad liggen diverse be- langrijke lijninfrastructuren. Zo worden de A18 rich- ting en de A10 richting Oostende, waarvan de splitsing zich in Jabbeke bevindt, respectievelijk geselecteerd als hoofdweg en als primaire weg I. De hoofdwegen verzorgen de verbindingsfunctie voor de grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden met elkaar en met deze in de andere regio’s en in de buur-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 17 18 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 1.1.2 Afbakening regionaalstedelijk gebied restwarmte op het bedrijventerrein Plassendale 2 in Oostende Oostende.

Met de afbakening van de regionaalstedelijke gebie- In het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan - Afbake- den wordt invulling gegeven aan de bindende bepa- ning regionaalstedelijk gebied Oostende worden een lingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aantal ruimtelijk inrichtingsprincipes voorgesteld voor (RSV). Het afbakenen betekent het concreet geogra- de geplande glastuinbouwzone: fisch invullen van de ruimtelijke opties uit het RSV ●● maximaal uitbouwen glastuinbouwzone binnen op het vlak van wonen, werken, groen, recreatie en randvoorwaarden passende beoordeling; overige stedelijke functies. Conform het decreet op de ●● behoud bestaande bebouwing als woning of Ruimtelijke Ordening gebeurt de afbakening van de bedrijfswoning; grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden met ●● afstandsbuffer en impactbuffer voor woningen een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Stationsstraat; ●● inrichten glastuinbouwzone volgens de regels van Op 15 mei 2009 werd het Gewestelijk Ruimtelijk Uit- natuurtechnische milieubouw en rekening hou- voeringsplan - Afbakening regionaalstedelijk gebied dend met de landschappelijke impact; Oostende definitief goedgekeurd door de Vlaamse ●● bijkomende aandachtspunten vanuit de milieube- Regering. oordeling (inclusief passende beoordeling).

Binnen de afbakeningslijn van het GRUP zijn een aan- Vanuit de passende beoordeling werd het gebied voor tal deelgebieden aangeduid. De afbakeningslijn houdt de inplanting van grootschalige glastuinbouwbedrijven in dat binnen die grens een regionaalstedelijk gebieds- beperkt tot de zone ten zuiden van de spoorweg. beleid zal gevoerd worden. Het detail van het ‘verorde- nend grafisch plan - deel 03’ toont de afbakeningslijn Het meest oostelijke deel van deelgebied 13 - Plas- in de omgeving van Oudenburg. sendale 2 - is eveneens gelegen op grondgebied van Oudenburg. Het deelgebied voorziet een gemengd Deelgebied 17 - Agrarische bedrijvenzone Ouden- regionaal bedrijventerrein tussen de spoorlijn Brugge- burg - is volledig gelegen op grondgebied van de stad Oostende en het kanaal. Het terrein is reeds in ontwik- Oudenburg. Het deelgebied is gelegen in Oudenburg keling. tussen de A10, de Stationsstraat, het kanaal Brugge- Oostende en de brug over de A10 ter hoogte van Pad- degat. Het gaat, met uitzondering van de Stations- straat om een grotendeels onbebouwd poldergebied in landbouwgebruik, vooral als permanent grasland. Het gebied is ca. 120 ha groot. De glastuinbouwzone is binnen de afbakeningslijn opgenomen omwille van de ligging nabij beschikbare

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 19 1.1.3 Herziening van het Ruimtelijk 1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan De provincie hanteert een aantal ruimtelijke principes, Structuurplan Vlaanderen West-Vlaanderen die de basis vormen voor het verder uitwerken van de deelstructuren en deelruimten: Op 12 december 2003 heeft de Vlaamse regering de 1.2.1 Algemeen ●● het fysisch systeem als drager voor de gedeeltelijke herziening van het Ruimtelijk Structuur- verscheidenheid; plan Vlaanderen definitief vastgesteld. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaan- ●● selectieve ontwikkeling van hoogdynamische acti- deren (PRS) is goedgekeurd bij Ministerieel Besluit viteiten in gedifferentieerd kernenpatroon; In deze herziening komen er twee belangrijke aspec- van 6 maart 2002. ●● gebiedsgericht netwerk van lijninfrastructuur; ten aan bod. Een eerste aspect heeft betrekking op de ●● deelruimten als bevestiging van de diversiteit. ruimte voor wonen, meer bepaald over de gewenste De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van verdeling van de bijkomende woningen over stede- de provincie West-Vlaanderen wordt opgebouwd van- lijke gebieden en het buitengebied. Voor de provincie uit een integrerende benadering. Het Ruimtelijk Struc- West-Vlaanderen betekent deze herziening dat bin- tuurplan Vlaanderen vormt hiervoor het beleidskader. nen het provinciaal reservepakket woongelegenheden Aan de specifieke taken en planningsopgaven van het verschuiven van stedelijk gebied naar buitengebied. provinciaal niveau wordt een nadere uitwerking en in- Deze bijkomende woongelegenheden worden herver- vulling gegeven. deeld tussen de buitengebiedgemeenten volgens een opgelegde methodiek. De beleidsvisie in functie van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling gaat uit van de ruimtelijke verscheiden- Een tweede aspect betreft de ruimte voor bedrijven. heid. De visie en doelstellingen van het RSV worden Hierbij wordt aangegeven dat een herbestemming overgenomen en uitgewerkt rekening houdende met van een zonevreemd bedrijf geen ruimte creëert voor de gebiedsspecifieke eigenheid van de provincie. nieuwe bedrijvigheid en dat enkel de uitbreiding van het bedrijf op de balans dient gelegd te worden. Daarom worden voor structuurbepalende componen- ten op provinciaal niveau ontwikkelingsperspectieven toegekend die verschillend zijn naargelang het gebied waarin deze elementen gelegen zijn.

20 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 1.2.2 Deelstructuren verzorgende rol vervullen. In het gemeentelijk ruimte- JJ Ruimtelijke natuurlijke structuur lijk structuurplan worden de ruimtelijke ontwikkelingen De gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt uitgewerkt aangegeven. De behoefte aan bijkomende woongele- Het aanduiden van GEN, GENO en verwevingsgebie- volgens deelstructuren: genheden en de grootte van een lokaal bedrijventer- den behoort tot de taak van het Vlaams Gewest. Doel rein dient gestaafd te worden met gemeentelijke be- is het behoud en de ontwikkeling van grotere eenhe- JJ Ruimtelijke nederzettingsstructuur hoeftestudies. den natuur en deze onderling te verbinden. In afwach- ting van deze afbakening worden deze gebieden in Het PRS geeft verder invulling aan het principe van De rol van en ontwikkelingsperspectieven ten aanzien het PRS West-Vlaanderen hypothetisch aangeduid als gedeconcentreerde bundeling. Bijkomende woon- van de overige woonconcentraties Westkerke, Rok- natuuraandachtszones. In de omgeving van Ouden- eenheden worden gebundeld in stedelijke gebieden, sem,… moeten in het kader van gemeentelijk struc- burg worden volgende natuuraandachtszones aange- hoofddorpen en woonkernen. tuurplanningsproces een verdere invulling krijgen. Dit duid: de kustpolders Oostende-Brugge-Zeebrugge en is eveneens het geval voor de verspreide bebouwing. omgeving Moere Blote tot Vloetemveld. De gewenste ruimtelijke nederzettingsstructuur voor In het PRS West-Vlaanderen wordt een toebedeling het plattelandsgebied in West-Vlaanderen is uitge- gedaan van het pakket bijkomende woongelegenhe- Het aanduiden en afbakenen van de natuurverbin- werkt naar verspreide kernen enerzijds, en samen- den. Voor de stad Oudenburg bedraagt het pakket dingsgebieden en de bovenlokale ecologische infra- hangende kernen anderzijds. 590 bijkomende woningen voor de planperiode 1991- structuur behoort tot de taak van de provincie. Op het 2007. In de periode 1991-2006 werd reeds 72% van grondgebied van de gemeente worden: In het ‘bindend gedeelte’ van het PRS wordt de kern de vooropgestelde behoefte gerealiseerd. De stad kan ●● het kanaal Brugge-Oostende, het kanaal van Oudenburg-Ettelgem geselecteerd als structuur- wel nog een beroep doen op het provinciaal reserve- Plassendale-Nieuwpoort, de Bourgognevaart en ondersteunend hoofddorp. Dit houdt in dat beide ker- pakket (t.b.v. sociale woningen), waarbij welbepaalde de Moerdijkvaart-Moerdijkbeek geselecteerd als nen samen structuurondersteunend zijn voor wonen criteria gelden en procedures moeten gevolgd worden. natte ecologische infrastructuur. Hierbij wordt de en werken in het buitengebied en een bovenlokale

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 21 klemtoon gelegd op een optimale waterkwaliteit JJ Ruimtelijke agrarische structuur plannen. De afbakening van de deelgebieden van de en oeverstructuur; agrarische structuur kan gebeuren in ruimtelijke uit- ●● de oude spoorwegbedding Oostende- Enerzijds wordt de agrarische structuur in het beleid voeringsplannen van het Vlaamse, provinciale of ge- geselecteerd als droge ecologische infrastruc- opgenomen als belangrijkste actor in het behouden meentelijke niveau. tuur, waarbij bijzondere aandacht dient besteed en versterken van de open ruimte. Anderzijds kan te worden aan de meestal typische, waardevolle de agrarische structuur ook drager zijn van andere JJ Ruimtelijke structuur bedrijvigheid vegetatie; functies in het buitengebied. Meer bepaald de toeris- ●● het gebied Ettelgem-Bekegem (incl. Roksemput) tich-recreatieve functie, zoals het hoevetoerisme, de Deze deelstructuur heeft betrekking op bovenlokale als cluster van kleine landschapselementen (tus- economische nevenactiviteiten, de natuur-en land- economische activiteiten van de sectoren industrie sen kustpolders Oostende-Brugge-Zeebrugge en schappelijke functie en de sociaal-educatieve functie. en diensten. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan omgeving Moere Blote tot Vloetemveld). geeft verder invulling aan de basisdoelstellingen van Het PRS onderscheidt verschillende beleidscatego- het RSV voor economische activiteiten. Specifieke rieën. Zo behoort Oudenburg tot het gebied waar de taakstellingen zijn het ontwikkelen van een ruimtelijk- grondgebonden agrarische structuur als ruimtelijke economische visie voor subregio’s en de verdeling drager fungeert. Dit groot aaneengesloten gebied met van het pakket bedrijventerreinen naar kleinstedelijke grondgebonden landbouw moet behouden en ver- gebieden, economische knooppunten en gemeenten sterkt worden. Op het niveau van het provinciaal ruim- buiten economische knooppunten. telijk structuurplan worden geen (bindende) selecties doorgevoerd van de agrarische structuur. In het PRS is de kern Oudenburg-Ettelgem gese- lecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. In Een verfijning van de gewenste agrarische structuur is verwevenheid met het wonen is een lokaal bedrij- een taak voor de gemeentelijke ruimtelijke structuur- venterrein mogelijk. De grootte ervan wordt gestaafd met een gemeentelijke behoeftestudie. De ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Inzake de ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen wordt er in het PRS een beleidskader uitgewerkt. Dit is gebaseerd op de ruimtelijke, milieu- en verkeersimpact van het bedrijf op de omgeving. Aan deze categorieën worden criteria gekoppeld waaraan de bedrijven dienen ge- toetst te worden. In het PRS wordt er aan deze criteria een evaluatie gekoppeld. Daarnaast zijn sociaal- en bedrijfseconomische criteria (investeringen, tewerk- stelling, productieproces,...) ook van belang bij de

22 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI beoordeling over de ontwikkelingsmogelijkheden van JJ Ruimtelijke structuur toerisme en recreatie de vele bossen, kastelen en historische sites en het deze bedrijven. netwerk aan kanalen. In dit netwerk is ook plattelands- Toerisme en recreatie zijn maatschappelijke activi- toerisme mogelijk met het oog op recreatief medege- JJ Ruimtelijke structuur kleinhandel teiten met een aanzienlijke ruimtelijke impact in de bruik van de open ruimte en het bouwkundig- en his- provincie West-Vlaanderen. Voor de deelstructuur torisch erfgoed. Binnen de kernen van het buitengebied en de overige worden gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven woonconcentraties kan de bestaande kleinhandel be- geformuleerd. De concepten hebben betrekking op De verlaten spoorwegbedding Oostende-Gistel-Tor- houden blijven en eventueel uitbreiden, op maat van verschillende beleidscategorieën: netwerken, knoop- hout (de ‘Groene 62’), het kanaal Brugge-Oostende de betreffende nederzetting en verenigbaar met de punten, lijnelementen,… en het kanaal Plassendale-Nieuwpoort worden ge- omgeving. Dit betekent dat vooral afwegingen moe- selecteerd als toeristisch-recreatief lijnelement. In het ten gebeuren omtrent de impact op de ruimte en het Delen van Oudenburg zullen behoren tot het toeris- PRS wordt eveneens een beleidskader aangegeven verkeer. tisch-recreatief netwerk van de kust (toeristisch-recre- omtrent kleinschalige toeristisch-recreatieve platte- atief netwerk van primair belang), waarvoor de Vlaam- landsactiviteiten. In de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen wor- se overheid een visie moet uitwerken. den de ontwikkelingsmogelijkheden voor de bestaan- de en nieuwe kleinhandel in en aansluitend bij de kern De ‘Brugse streek’ wordt geselecteerd als landelijk bepaald. De kleinhandelsactiviteiten buiten de kern toeristisch-recreatief netwerk. Daartoe behoren naast worden opgenomen in gemeentelijke ruimtelijk uitvoe- delen van Oudenburg ook de gemeenten , ringsplannen. , , Ichtegem en delen van Brugge, , , , Jabbeke, Gistel en Tor- hout. Dit netwerk heeft toeristische kwaliteiten dankzij

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 23 JJ Ruimtelijke structuur van verkeer en vervoer in de eerste plaats een verbindingsfunctie vervult op JJ Ruimtelijke structuur van het landschap (boven)lokaal niveau met een aanvullende functie van Uitgangspunten voor de gewenste verkeers- en ver- verzamelen en toegang geven. De N358 (van kruis- De uitgangshoudingen voor de landschappelijke struc- voersstructuur zijn: punt Vaartstraat tot kruispunt Zandvoordsestraat te tuur zijn: ●● de categorisering van het wegennet; Oudenburg), N367 (van de N33 te Gistel tot de N377a ●● het behoud en de ontwikkeling van de diversiteit ●● de ruimtelijke ondersteuning van een geïntegreerd te Jabbeke), N368 (van het kruispunt Nieuwstraat te en de herkenbaarheid van de West-Vlaamse regionaal openbaar vervoer; Oudenburg tot oprit 11 op de A17) en de Oostendse- landschappen; ●● de ontwikkeling van een langzaam steenweg-Gistelsesteenweg (N346) (van de spoor- ●● het landschap als raamwerk bij afweging; verkeersnetwerk; wegbedding lijn 62 te Oostende tot de N358 te Ouden- ●● het formuleren van gedifferentieerde ontwik- ●● een vervoersbeleid afgestemd op de gewenste burg) werden geselecteerd als secundaire wegen type kelingsperspectieven voor en een indicatieve ontwikkeling van de deelruimte. 2. Dit houdt in dat deze wegen in eerste instantie een selectie van structurerende landschapselementen, verzamelfunctie vervullen op bovenlokaal en lokaal ni- -componenten en -eenheden. Op het vlak van verkeer en vervoer heeft de provincie veau met een aanvullende functie van verbinden en belangrijke taakstellingen (selectie secundaire wegen, toegang geven. In de omgeving van Oudenburg worden volgende ele- visie regionaal openbaar en collectief vervoer,…) te menten indicatief (niet-bindend) aangeduid als struc- vervullen. turerende landschappelijke elementen en componen- ten: De provincie selecteerde de N320 (van kruispunt N9 ●● de markante terreinovergang polder-zand(leem) in Bredene tot Plassendale brug in Oudenburg) en streek; de N358 (van de A10 tot de Plassendale brug) als ●● het graslandschap Zwaanhoek-Oudenburg, de secundaire wegen type I. Dit betekent dat deze weg historische polders van Oostende en het pol- dergebied Klemskerke- als gave landschappen; ●● de verlaten spoorwegbedding Oostende-Torhout, het Grootgeleed-Moerdijkvaart, het kanaal Plassendale-Nieuwpoort en het kanaal Brugge- Oostende als lineair structurerend element; ●● de open ruimteverbinding ten zuiden van Oostende (historische polders); ●● en de Zwaanhoek als ankerplaatsen.

24 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 1.2.3 Gebiedsgerichte benadering den dat het stedelijk gebied op termijn vergroeit met 1.2.4 Herziening van het Provinciaal Ruimtelijk het achterliggende structuurondersteunend hoofddorp Structuurplan West-Vlaanderen De visie op het niveau van de provincie en van de Oudenburg-Ettelgem in de polders. De open ruimte verschillende deelstructuren worden gebiedsgericht kan ook ingevuld worden met bos en kan, aansluitend Het PRS West-Vlaanderen is gedeeltelijk in herziening vertaald naar deelruimten toe. Per deelgebied worden bij het stedelijk gebied, de functie van stadsrandbos gesteld. Het ontwerp-addendum ging in openbaar on- voor specifieke elementen ontwikkelingsperspectie- vervullen. derzoek van 17 oktober 2012 tot 14 januari 2013. In ven en beleidsdoelstellingen aangegeven. Oudenburg het document zijn de teksten per thema terug te vin- valt al of niet volledig binnen de deelruimten ‘Oostend- JJ Oostelijke polderruimte den. Het gaat om thema’s: se ruimte’ en ‘Oostelijke polderruimte’. ●● Die een aanvulling zijn en toegevoegd worden aan De ‘Oostelijke polderruimte’ bestaat uit het aaneenge- het PRS-WV. JJ Oostendse ruimte sloten open (polder)gebied ten zuiden van de verste- ●● Die bestaande teksten gedeeltelijk vervangen. delijkingsband van de oostkust en functioneert vooral ●● Die gehele delen van een hoofdstuk volledig De ‘Oostendse ruimte’ omvat naast de stad Oostende, als buffer tegen de verdere verstedelijking van Brugge vervangen. de achterliggende polders en het ommeland (kernen en de kuststrook. met belangrijke relaties met de stad), waartoe tevens In het informatief gedeelte zijn vooral de kwantitatieve Oudenburg mag gerekend worden. Het belangrijkste Met betrekking tot de open ruimte wordt er gestreefd taakstellingen van belang. Hierin wordt de methodiek element in de visie met impact op het grondgebied naar het versterken van de verwevenheid tussen voor de verdeling van het aantal woongelegenheden van Oudenburg is het vrijwaren van de open ruimte- landbouw en natuur en het stimuleren van toeristisch- en de verdeling van bijkomende ruimte voor bedrijven- verbinding tussen stedelijk gebied en kernen in het recreatieve verblijfsaccommodatie op actieve hoeven terreinen uitgewerkt. achterland. De open ruimteverbinding vormt een ver- (recreatief medegebruik). Daarnaast dienen grote de- Tevens werden de natuurkerngebieden aangeduid. binding tussen de 2 poldergebieden en bestaat uit het len van de open ruimte bouwvrij gehouden te worden. Voor Oudenburg en directe omgeving zijn deze natte unieke krekengebied. Hierdoor wordt tevens verme- natuurkerngebieden aangeduid: ●● N9: De natuurgebieden van het Paddegat (Pompje, polders van Klemskerke-Vlissegem, de vaartdijk, Schobbejak, Kwetshage); ●● N10: De Oostendse kreken; ●● N15: Roksemput / Hoge Dijken; ●● N18: Bourgognepolder.

Volgende thema’s worden in het richtinggevend ge- deelte behandeld en hebben tevens consequenties voor de bindende bepalingen: Binnen de gewenste ruimtelijke nederzettingsstruc- tuur: ●● Reconversie; ●● Afstemming met decreet grond- en pandenbeleid; ●● Doelgroepenbeleid;

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 25 ●● Kernselectie met vereenvoudiging categorieën en Binnen de gewenste ruimtelijke structuur van het land- redenen niet haalbaar is dit WUG aan te snijden, een bijkomende selectie van kernen; schap: kan er op een andere plaats bijkomend aanbod ●● Planologische ruil; ●● Beleidsprincipes inzake erfgoed integreren en gecreëerd worden. In dit geval dient een even ●● Aansnijden agrarisch gebied voor wonen. aanpassen van selecties van landschappelijke grote oppervlakte aan WUG geschrapt te worden. Binnen de gewenste natuurlijke structuur: structuren op basis van het decreet houdende de ●● Nieuwe beleidscategorieën natuurverbindingsge- landschapszorg. De ontwikkelingsperspectieven voor bedrijvigheid uit bieden en nieuwe selecties. Specifieke beleidskaders: het oorsprokelijke PRS (zijnde ‘enkel in verwevenheid Binnen de gewenste ruimtelijke agrarische structuur: ●● Beleidskader voor autohandel; met het wonen’) blijven behouden. ●● Clustering landbouwfuncties; ●● Beleidskader voor weekendverblijven; ●● Hoveniersbedrijven. ●● Beleidskader voor omleidingswegen op secundair Er worden nieuwe beleidscategorieën natuurverbin- Binnen de gewenste ruimtelijke structuur bedrijvig- niveau voor kernen in het buitengebied; dingsgebieden en nieuwe selecties opgenomen, waar- heid: ●● Beleidskader voor windturbines. bij de bestaande selecties vervallen. Nieuwe selecties ●● Vestigingscriteria bedrijventerreinen; die betrekking hebben op Oudenburg zijn: ●● Inrichtingscriteria bedrijventerreinen; Van groot belang voor de stad zijn de wijzigingen om- ●● ‘De omgeving van verspriede natuurker- ●● Onderscheid lokale en regionale trent de kernenselecties: nen in het Paddegat’ (S10) en ‘De omge- bedrijventerreinen; ●● Oudenburg-Ettelgem werd geselecteerd als ving van het Oostends Krekengebied en de ●● Groothandel. ‘hoofddorp’. Zwaanhoek’ (S12) als ‘stimulansgebieden kleine Binnen de gewenste ruimtelijke structuur kleinhandel: ●● Westkerke-Roksem werd geselecteerd als ‘ove- landschapselementen’; ●● Kleinhandelszones. rige kern in het buitengebied’. ●● ‘De Groene 62’ (d5) als ‘droge ecologische Binnen de gewenste ruimtelijke structuur toerisme en infrastructuur’; recreatie: Dit heeft als gevolg dat Westkerke-Roksem in kan ●● ‘Het kanaal Brugge-Oostende’ (n4) en ‘Het kanaal ●● Het beleid voor de openluchtrecreatieve groene staan voor de opvang van de eigen groei van huis- Plassendale-Nieuwpoort’ (n5) als ‘natte ecologi- domeinen; houdens op het niveau van de kern, onder volgende sche infrastructuur’; ●● Verder uitwerken beleid inzake bestaande randvoorwaarden: ●● ‘Polderwaterlopen tussen het Oostends toeristisch-recreatieve infrastructuur met bovenlo- ●● Er kan op gemeentelijk niveau een potentieel Krekengebied en de Zwaanhoek’ (r14) als ‘rivier- kale uitstraling; benutbaar pakket aangetoond worden. en beekvalleien’. ●● Toeristisch-recreatieve regio’s; ●● Het gaat om een beperkt aandeel van het potenti- ●● Provinciale domeinen; eel benutbaar pakket waarbij het maximum wordt Ook belangrijk voor de stad is het selecteren van ‘De ●● Bestaande recazaken in het buitengebied meer bepaald door het aandeel van het aantal huishou- Kluiten’ als ‘specifiek sportrecreatief knooppunt’. ontwikkelingsmogelijkheden bieden, binnen een dens in de overige kernen in het buitengebied ten Alle specifieke sportrecreatieve knooppunten kunnen ruimtelijke afweging. opzichte van het totaal aantal huishoudens in de in aanmerking komen om geoptimaliseerd te worden. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur verkeer en volledige gemeente. Voorbeelden van optimalisatie zijn: het voorzien van vervoer: ●● Het bijkomend pakket verstrekt de compactheid onthaalinfrastructuur, het aanleggen van een par- ●● Integreren bestaande beleidskader trage wegen; van de overige kern in het buitengebied. king,... ●● Selecties secundaire wegen; ●● Indien er nog WUG aanwezig is in deze ‘ove- Specifieke sportrecreatieve knooppunten die gebon- ●● Selectietabel secundaire wegen. rige kern in het buitengebied’, dient dit prioritair den zijn aan een locatie (bv. waterrecreatie) kunnen in aangesneden te worden. Indien het om ruimtelijke aanmerking komen om beperkt uitgebreid te worden.

26 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI De beperkte uitbreiding houdt ook in dat eventueel 1.3 Structuurplanning in de buurgemeenten gebruiksmogelijkheden van de stranden, dijken en verblijfsaccommodatie in functie van de activiteit kan duinen; worden voorzien. Tijdens de opmaak van een GRS is het noodzakelijk ●● het aanwenden van de randstedelijke (groen) De ingrepen dienen bij concrete vragen afgewogen te om na te gaan wat er leeft in de buurgemeenten en gebieden als ‘ontspannend bindmiddel’; worden rekening houdend met de volgende criteria: welke accenten zij leggen in hun ruimtelijk beleid. Op ●● het geïntegreerd aanpakken van de ●● ontsluiting. die manier kunnen eventuele conflicten tussen de ver- waterhuishouding; ●● landschappelijke impact. schillende beleidsplannen tijdig opgespoord worden. ●● de verruiming van de gebruiksmogelijkheden van ●● impact op de natuurlijke en agrarische structuur. Het betreft hier dan voornamelijk conflicten in visie ten bestaande landbouwbedrijven in het poldergebied. ●● te verwachten hinder. aanzien van grensoverschrijdende structuren. JJ Gemeente Bredene Tenslotte is bij de selectie van secundaire wegen I de Hieronder volgt een stand van zaken van de gemeen- N320 Plassendaalsesteenweg geschrapt en is ook de telijke ruimtelijke structuurplannen in de buurgemeen- Het GRS Bredene werd goedgekeurd op 12/06/2006 selectie van de N358 (van de A10 tot de Plassendale ten: door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. brug) niet langer weerhouden. JJ Stad Oostende De gemeentelijke beleidsdoelstellingen met lokaal ka- rakter zijn: Het GRS Oostende werd goedgekeurd op 06/07/2006 ●● herwaarderen en/of gedifferentieerd verruimen door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. van de woningvoorraad; ●● ruimte voor kwaliteit; Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostende ●● versterken van de inwendige structuur en verbin- wil zich focussen op het stedelijke niveau. Voor het den van de publieke ruimte; aanwijzen en definiëren van de ruimtelijke ontwikke- ●● optimaliseren van de bestaande verkeersinfra- lingsperspectieven op intralokaal niveau (wijken en structuur met aandacht voor de verkeersleefbaar- buurten) is het de bedoeling ‘wijkstructuurplanning’ als heid en -verkeersveiligheid; methodiek in te zetten. ●● uitbouwen en bundelen van duurzame toeristisch- recreatieve structuur; Om de rol van kernstad in het regionaal stedelijk ge- ●● de balans tussen natuur, landbouw en recreatie in bied waar te maken is het voor Oostende van belang evenwicht houden. de woon- en leefkwaliteit voor de huidige en de toe- komstige inwoners te garanderen. Hiertoe worden in het GRS doeltreffende acties en ondersteunende maatregelen (mede op het bovenlokale niveau) voor- gesteld zoals o.a.: ●● het creatief linken van de westeroever en de oosteroever; ●● het geïntegreerd benaderen van de semi-na- tuurlijke zeewering en de toeristischrecreatieve

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 27 JJ Gemeente De Haan ●● optimaliseren van de leefbaarheid en eigenheid JJ Stad Gistel van het hoofddorp, de woonkern en de overige Het GRS De Haan werd goedgekeurd op 16/08/2007 woonconcentraties; Het GRS Gistel werd goedgekeurd op 29/01/2004 door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. ●● ruimte voor bedrijvigheid; door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. De basisdoelstelling van het ruimtelijk beleid bestaat ●● bescherming van de landschappelijke diversiteit er in een synergie in de ruimtelijke fragmenten (ver- en de natuurlijk potenties binnen de gemeente; De gemeentelijke beleidsdoelstellingen met lokaal ka- stedelijkte kernen, polderdorpen, recreatieve encla- ●● vrijwaren van de landbouwactiviteit; rakter zijn: ves, zee en het strand, de duingordel en het vlakke ●● aandacht voor het uitbouwen van een netwerk ●● Gistel, een stad met een eigen gezicht; polderlandschap). te bewerkstelligen waarbij de kwali- en verknopen van recreatieve en toeristische ●● aandacht voor het aanbod en de kwaliteit van teitsvoorwaarde voorop staat. activiteiten; voorzieningen; ●● verkeersveilige doortochten door het hoofddorp, ●● aandacht voor vernieuwd en gemengd wonen; De Haan wil zich naar de toekomst toe voornamelijk de woonkern en de woonconcentraties om de ●● ruimte voor bedrijvigheid; profileren als een rustig (geen massatoerisme, geen leefbaarheid te verhogen; ●● ruimte voor veilige en alternatieve verplaatsingen; hoogbouw op de zeedijk), groen en harmonieus woon ●● uitwerken van een veilig fietsnetwerk. ●● aandacht voor het netwerk van activiteiten. - en verblijfsoord tussen kust en polders, waar het aangenaam vertoeven is in de nabijheid van kwalita- JJ Gemeente Ichtegem Het beleid is uitgewerkt op basis van een aantal glo- tieve recreatiemogelijkheden en waardevolle natuur. bale ruimtelijke concepten: Het GRS Ichtegem werd goedgekeurd op 04/08/2011 ●● versterken van de hoofdkern en verbeteren van de De gemeente wil, naast de zorg voor de leefbaarheid door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. deelkernen; en de natuurwaarden, aandacht besteden aan: kwa- ●● ontwerpen van aangename dorpskernen en ver- liteitsvolle architectuur in relatie tot de draagkracht De basisdoelstellingen van het gemeentelijk beleid keersleefbare doortochten; van de plek, de bestaande en nieuwe publieke voor- zijn: ●● concentreren van economische activiteiten in zieningen, de publieke ruimte en de beeldbepalende ●● het garanderen van de leefbaarheid van hoofddor- aansluiting op bestaande bedrijventerreinen; elementen op lokaal en interlokaal niveau. pen en woonconcentraties; ●● optimaliseren van het bestaande wegennet; ●● het behoud en versterken van de landschappelijke ●● uitbouwen van een fiets- en voetgangersvriende- JJ Gemeente Jabbeke diversiteit en natuur; lijke stad; ●● het vrijwaren van de landbouwactiviteit; ●● openhouden van de open ruimte; Het GRS Jabbeke werd goedgekeurd op 21/08/2008 ●● het creëren van voldoende ruimte voor ●● uitbouwen van een recreatief en toeristisch door de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen. bedrijvigheid; netwerk. ●● het benutten van de toeristisch-recreatieve De basisdoelstellingen van het gemeentelijke beleid potenties; zijn: ●● het verhogen van de verkeersveiligheid en ●● een duidelijke hiërarchische benadering van -leefbaarheid; het hoofddorp, de woonkern en de overige ●● het toepassen van de principes van integraal woonconcentraties; waterbeheer; ●● het vrijwaren van de eigenheid en dynamiek van deelruimten.

28 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Gewestplan 2 Juridische plannen

2.1 Gewestplan

Het gewestplan heeft een verordenende kracht en be- paalt de bodembestemmingen binnen het gewest. In het kader van het gemeentelijk structuurplanningspro- ces zullen de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen, zo- als aangegeven in het gewestplan, afgewogen moe- ten worden met de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad.

Ten tijde van de goedkeuring van de gewestplannen behoorde de toenmalige gemeenten Oudenburg en Ettelgem tot het gewest ‘Oostende-Middenkust’ (ge- westplan: KB 26/01/1977) en maakten de huidige deelgemeenten Roksem en Westkerke onderdeel uit van het gewest ‘-Torhout’ (gewestplan: KB 05/05/1979).

Ingevolge de fusie van de deelgemeenten Ouden- burg, Ettelgem, Westkerke en Roksem tot de ‘ge- meente’ Oudenburg besliste de Vlaams Executieve (09/11/1994) dat Oudenburg integraal deel uitmaakt van het gewest(plan) ‘Oostende-Middenkust’, maar dat voor de deelgemeenten Roksem en Westkerke de stedenbouwkundige voorschriften van toepassing blij- ven die gelden voor ‘Diksmuide-Torhout’.

Daarnaast werd er een gedeeltelijke gewestplanwijzi- ging goedgekeurd (BVR dd. 13/07/2001) die belang- rijke consequenties heeft voor Oudenburg.

Het grondgebied van de stad Oudenburg wordt voor het overgrote deel ‘geel’ ingekleurd als agrarisch ge- bied. Dit betekent dat dit gebied bestemd is voor

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 29 landbouw in de ruime zin. Het uiterste noordelijke, zui- zone voor lokaal bedrijventerrein met openbaar karak- 2.2 Gewestelijke RUP’s delijke en westelijke deel van het grondgebied krijgt ter en een zone voor buffer, en dit ter (gedeeltelijke) tevens het etiket opgekleefd van landschappelijk bevestiging van het bestaande BPA. JJ Gewestelijk RUP Kustpolders tussen waardevol ofwel van ecologisch belang, naargelang Jabbeke, Oudenburg en Stalhille het belang van het landschap of de fauna en flora. Zo- Het voormalig ontginningsgebied ‘De Kluiten’ werd wel in het noorden (omgeving Paddegat), het westen deels ingekleurd als toeristisch recreatief park en In april 2013 startte de Vlaamse overheid met de op- (Zwaanhoek, omgeving Sluiskreek en Zoutekreek) als deels als ontginningsgebied met nabestemming toe- maak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan het oosten (Roksemput) liggen een aantal grootscha- ristisch recreatief park. voor de afbakening van landbouw- en natuurgebieden lige natuurgebieden al of niet met wetenschappelijk in de kustpolders tussen Oudenburg en Jabbeke. waarde. Daarnaast liggen er op het grondgebied nog Opvallend op het gewestplan is ook het gebied voor Het plan moet o.a. de realisatie van een aantal natuur- twee kleinere natuurgebieden, namelijk Reigersbos en gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen in compensaties voor de haven van Zeebrugge mogelijk Kleine Keignaert. het noorden van Oudenburg. Dit is het mastenland- maken. schap van de ‘Radio Maritieme Dienst’, dat zowel in Het noordoostelijk poldergebied van Oudenburg (o.a. De vier kernen in de gemeente worden ingekleurd als noordelijke als zuidelijke richting werd uitgebreid, wel- noordhoek) is binnen de plangrens opgenomen. woongebied, al of niet met de bepaling ‘landelijk ka- iswaar met nabestemming natuurgebied. Aansluitend rakter’. Daarnaast liggen er aansluitend tot elke kern bij dit gebied ligt nog een uitgestrekt ontginningsgebied 2.3 Provinciale RUP’s één of meerdere woonuitbreidingsgebieden. Een op- (‘Hoge Dijken’) met nabestemming agrarisch gebied. vallend gegeven op bepaalde plaatsen in Oudenburg JJ Provinciaal RUP solitaire vakantiewoningen is de lintvormige structuur van het ‘woongebied met Langsheen de A18-autosnelweg ligt nog een kleinere Brugge-Oostende landelijk karakter’. Bij de laatste gewestplanwijziging zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzie- werden er tevens kleine correcties aangebracht om- ningen in functie van het aanwezig parkeerterrein. De stad Oudenburg is binnen de contouren van dit trent het woongebied in de nabijheid van de autosnel- RUP gelegen. Dit RUP is momenteel nog in opmaak. weg. Tot slot werd van de gewestplanwijziging gebruik ge- maakt om diverse reservatiestroken voor (water)we- 2.4 BPA’s Inzake bedrijvigheid kunnen er een vijftal bedrijvenzo- gen te schrappen, waaronder de rechttrekking van het nes onderscheiden worden, verspreid over het grond- kanaal Plassendale-Nieuwpoort en de omleidingsweg Oudenburg beschikt niet over een goedgekeurd Alge- gebied. Twee zones voor milieubelastende industrieën voor de N320 en de N316. Daarnaast werd, door aan- meen Plan van Aanleg (APA). Daarnaast beschikt de zijn gemeentegrensoverschrijdend en bevinden zich duiding van een reservatiestrook, de mogelijkheid ge- stad wel reeds over diverse goedgekeurde Bijzondere ter hoogte van Plassendale (Oostende) en Snaasker- creëerd voor de aanleg van een bijkomende oprit ter Plannen van Aanleg (BPA’s), die verspreid liggen over ke (Gistel). Daarnaast bevindt er zich een kleine zone hoogte van Plassendale, dewelke ondertussen gere- het grondgebied van Oudenburg. voor milieubelastende industrieën ter hoogte van de aliseerd is. grens met Gistel (Westkerke) en een kleine ambach- In het kader van het nieuw decreet zijn het BPA ‘Nieu- telijke zone nabij de Roksemput. In het kader van de we Begraafplaats’ (KB 01/04/1958) en de wijziging 1 recente gewestplanwijziging werd tevens het ontgin- van het betreffende BPA (KB 29/07/1960) komen te ningsgebied en een deel van het agrarisch gebied ten vervallen. noorden van Oudenburg (‘Witte Bergen’) ingekleurd met een zone voor milieubelastende industrieën, een

30 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Overzicht BPA’s in de stad Oudenburg Naam BPA Bestemming Goedkeuring 1 Witte Bergen Bedrijvigheid MB 30/06/1994 2 Zandvoordebrugstraat Diverse MB 09/07/2002 3 Weststraat Wonen MB 11/01/1990 Onze-Lieve-Vrouwkerk MB 15/10/2001 4 Diverse gedeeltelijke herziening MB 13/02/2007 5 Wijk Sportcentrum Diverse MB 14/05/1992 6 Industriezone Waerebrug Bedrijvigheid MB 26/09/1996 Westkerke Centrum Noord MB 17/01/1989 7 Wonen volledige herziening MB 11/04/2005 8 Westkerke Centrum Zuid art. 16 Diverse MB 20/06/1994 9 Westkerke Centrum Oost Diverse MB 07/07/1992 10 Roksem - Hoge Dijken Diverse MB 22/06/1994 11 Korte Vijfwegstraat art. 16 Wonen MB 24/10/1990 12 Korte Vijfwegstraat art. 17 Wonen MB 24/10/1990 13 Steengoed - Lokaal bedrijventerrein A10 Bedrijvigheid MB 23/01/2007

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 31 Kaart: Beschermde monumenten en dorpsgezichten 2.5 Beschermde monumenten, dorpsgezichten en landschappen

In de stad Oudenburg zijn de op de kaart hiernaast aangeduide gebouwen en gebieden beschermd als monument of dorpsgezicht (toestand oktober 2006). De lijst is opgenomen in tabel 2.

Er zijn in Oudenburg geen voorlopig beschermde mo- numenten of landschappen.

Daarnaast is het krekengebied (gedeeltelijk op het grondgebied van Oudenburg beschermd als land- schap (besluit 02/10/1985).

32 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Beschermde monumenten en dorpsgezichten

Benaming Locatie Klassering Datum 1 Toren van de Sint-Omaarskerk Westkerke Monument 19/04/1937 2 De toren en de oude kerk Ettelgem Monument 25/03/1938 3 De ‘Witte Molen’ Roksem Monument 04/04/1944 4 De gewezen Sint-Pietersabdij Oudenburg Monument 14/11/1975 5 Het sluizencomplex Oudenburg Monument 11/02/1997 6 De omgeving van het sluizencomplex Oudenburg Dorpsgezicht 11/02/1997 7 De woning genaamd ‘Spaans Tolhuis’ Oudenburg Monument 11/02/1997 8 Wegkapel, Dorpsstraat 1 Ettelgem Monument 06/09/2002 9 Schandpaal, Limburg an der Lahnpark Oudenburg Monument 06/09/2002 10 Stadspomp, Marktplein Oudenburg Monument 06/09/2002 11 De Maenhoudthoeve, Polder 33a Oudenburg Monument 06/09/2002 12 Landhuis, Stationsstraat 103 Oudenburg Monument 06/09/2002 13 Ommuurde tuin, Stationsstraat 103 Oudenburg Dorpsgezicht 06/09/2002 14 Herenwoning, Vaartstraat 69 Oudenburg Monument 06/09/2002 15 Molenromp en molenaarshuis, Weststraat 5 Oudenburg Monument 06/09/2002 16 Polderhoeve ‘Van Massenhoeve’, Massenhoveslag 2 Westkerke Monument 06/09/2002 17 Buitengoed ‘’t Reigersnest’, Oude Gistelseweg 29-33 Westkerke Monument 06/09/2002 18 Domein ‘’t Reigersnest’ Westkerke Dorpsgezicht 06/09/2002 19 Polderhoeve ‘’t Klokhof’, Pardoenstraat 12 Westkerke Monument 06/09/2002 20 Het Klokhof met weiland, Pardoenstraat 12 Westkerke Dorpsgezicht 06/09/2002 21 Onze-Lieve-Vrouwkerk Oudenburg Monument 27/06/2003

Beschermd dorpsgezicht: sluizencomplex Beschermd monument: gewezen Sint-Pietersabdij Beschermd dorpsgezicht: dreef ‘t Reigersnest

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 33 2.6 Niet beschermd onroerend erfgoed ●● burgerhuis, Ettelgemsestraat 25, Oudenburg; ●● hoeve met losstaande bestanddelen, Kwadeweg ●● boerenburgerhuis, Ettelgemsestraat 66, 7, Oudenburg; Oudenburg is een stad met een historisch karakter. Oudenburg; ●● gedenkteken medepastoor Jozef Goemaere, Niet alleen het romeinse verleden is belangrijk voor ●● samenstel van twee arbeidershuizen, Limburg an der Lahnpark, Oudenburg; de identiteit van de stad, maar ook het meer recente Ettelgemsestraat 83-85, Oudenburg; ●● gedenkteken, Limburg an der Lahnpark, verleden. Heel wat gebouwen in de stad dragen de ●● polderhoeve ‘‘t Siberiehof’, Geleedstraat 10, Oudenburg; sporen van deze geschiedenis. Oudenburg; ●● drie devotiestaties voor St.-Arnoldus, Limburg an ●● Duitse bunker Ua2, Goedeboterstraat, der Lahnpark, Oudenburg; In 2003 werd door de Afdeling Monumenten en Land- Oudenburg; ●● bronzen maquette, Limburg an der Lahnpark, schappen een inventaris1 opgemaakt van het bouw- ●● Duitse bunker Ua3, Goedeboterstraat, Oudenburg; kundig erfgoed van Oudenburg. Deze inventaris wordt Oudenburg; ●● Onze-Lieve-Vrouwekerk (beschermd monument), regelmatig geactualiseerd. Op de lijst zijn heel wat ●● hoeve en galerie, Groenedijkstraat 1, Oudenburg; Mariastraat, Oudenburg; woningen en hoeves opgenomen, maar ook religieuze ●● burgerhuis, Hoogstraat 2, Oudenburg; ●● onderpastorie, Mariastraat 18, Oudenburg; en maatschappelijke gebouwen en kunstwerken in de ●● vrijstaande villa in cottagestijl, Hoogstraat 3, ●● winkelhuis, Mariastraat 26, Oudenburg; openbare ruimte. In mei 2017 bevatte deze lijst: Oudenburg; ●● Stadspomp (beschermd monument), Marktplein, ●● Duitse militaire post, Bekestraat 41, Oudenburg ●● twee arbeidershuizen, Hoogstraat 5-7, Oudenburg; ●● hoeve, Bekestraat 18, Oudenburg; Oudenburg; ●● bronzen kunstwerk ‘Zee-polder-zand’, Marktplein, ●● kapel ‘O.L.V. Van ‘t Pomptje B.V.O.’, ●● dorpswoning met trapgevel, Hoogstraat 8-10, Oudenburg; Clemensheulestraat, Oudenburg; Oudenburg; ●● schandpaal, Marktplein, Oudenburg; ●● twee hoeves met losstaande bestanddelen, ●● paardenstallen van herenhuis, Hoogstraat 26, ●● burgerhuis, Marktplein 3-4, Oudenburg; Cottemweg 36-38, Oudenburg; Oudenburg; ●● brouwerij, Marktplein 8, Oudenburg; ●● monument ‘Karpelhof’, Ettelgemsestraat, ●● eclectisch herenhuis, Hoogstraat 28, Oudenburg; ●● eclectisch burgerhuis, Marktplein 14, Oudenburg; Oudenburg; ●● neogotische kapel, Kapellestraat, Oudenburg; ●● interbellumwoning, Marktplein 18, Oudenburg; ●● gedenkteken ‘Hospice Belleroche - 1849’, ●● interbellum winkelhuis, Kapellestraat 6, ●● woonhuis ‘Les Tilleuls’, Marktplein 19, Oudenburg; Ettelgemsestraat, Oudenburg; Oudenburg ●● monument voor Louis Clesse, Marktstraat, ●● neoclassicistisch burgerhuis, Ettelgemsestraat 8, ●● dorpswoning, Kapellestraat 13, Oudenburg; Oudenburg; Oudenburg; ●● samenstel van vier arbeidershuizen, Kasteeldreef ●● gedenkzuil, Marktstraat, Oudenburg; ●● modernistisch burgerhuis, Ettelgemsestraat 12, 3-9, Oudenburg; ●● Abdijhoeve met toegangspoort en duivento- Oudenburg; ●● hoeve, Keiweg 47, Oudenburg; ren (beschermd monument), Marktstraat 1, ●● samenstel van twee dorpswoningen, ●● hoeve van het langgeveltype, Keiweg 67, Oudenburg; Ettelgemsestraat 14-16, Oudenburg; Oudenburg; ●● hoekgebouw, Marktstraat 2, Oudenburg; ●● conciërgewoning, Ettelgemsestraat 18, ●● Duitse bunker, Keiweg 28, Oudenburg ●● samenstel van vijf arbeiderswoningen, Marktstraat Oudenburg; ●● villa, Kerkstraat 19, Oudenburg; 3-11, Oudenburg; ●● O.L.V.-kapelletje, Kwadeweg, Oudenburg; ●● samenstel van vier dorpswoningen, Marktstraat 1 Bron: Callaert, G. en Hooft, E. (2003): Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. ●● hoeve ‘Te Quade Weghe’, Kwadeweg 2, 4-8, Oudenburg; Provincie West-Vlaanderen: gemeente Oudenburg, deelge- Oudenburg ●● neoclassicistisch burgerhuis, Marktstraat 10, meenten Ettelgem, Roksem, Westkerke. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. AROHM. Afdeling monumenten en Oudenburg; landschappen.

34 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI ●● Ambtswoning of prelatuur van St.-Pietersabdij, ●● art-deco burgerhuis, Stationsstraat 113, ●● hoeve ‘Zegershoek’, Zwaanhoek 16, Oudenburg; Marktstraat 25, Oudenburg; Oudenburg ●● boerenhuis, Zwaanhoek 17, Oudenburg; ●● eclectisch burgerhuis, Marktstraat 38, Oudenburg; ●● langgestrekte hoeve, Vaartdijk-Noord 3, ●● boerenhuis, Zwaanhoek 18, Oudenburg; ●● bakstenen interbellumkapelletje, Nieuwstraat, Oudenburg; ●● neogotische kapel, Dorpsstraat, Ettelgem; Oudenburg; ●● boerenwoning, Vaartdijk-Noord 5, Oudenburg; ●● wegkapel ‘Ave Maria’ (beschermd monument), ●● ijzeren ophaalbrug, Oostendsesteenweg, ●● Spaans tolhuisje, Vaartdijk-Zuid 10, Oudenburg; Dorpsstraat, Ettelgem; Oudenburg; ●● dorpswoning (beschermd monument), Vaartdijk- ●● gedenksteen, Dorpsstraat, Ettelgem; ●● Sluizencomplex Plassendale, Plassendale, Zuid 12, Oudenburg; ●● St.-Eligiuskerk, Dorpsstraat, Ettelgem; Oudenburg; ●● eclectische herenwoning (beschermd monument), ●● complex, vrije basisschool, Dorpsstraat 9, ●● villa ‘Ter vier winden’, Plassendale 2, Oudenburg; Vaartstraat 67-69, Oudenburg; Ettelgem; ●● villa in cottagestijl, Plassendale 10, Oudenburg; ●● interbellumvilla, Visserstraat 16, Oudenburg; ●● burgerhuis, Dorpsstraat 17, Ettelgem; ●● hoeve ’t Kruishof’, Polder 21, Oudenburg; ●● interbellumvilla, Westkerkestraat 8, Oudenburg; ●● ‘Lindenhoeve’, Dorpsstraat 51, Ettelgem; ●● hoeve van het langgeveltype, Polder 23, ●● interbellumvilla, Westkerkestraat 19, Oudenburg; ●● pastorie, Dorpsstraat 61, Ettelgem; Oudenburg; ●● eclectisch burgerhuis, Weststraat 2, Oudenburg; ●● herberg, Dorpsstraat 76, Ettelgem; ●● afspanning, Polder 27, Oudenburg; ●● molenromp met molenaarshuis (beschermd mo- ●● boerenhuis, Dorpsstraat 89, Ettelgem; ●● hoeve met losstaande bestanddelen, Polder 32, nument), Westraat 5, Oudenburg; ●● villa, Dorpsstraat 122, Ettelgem; Oudenburg; ●● gemeentehuis, Weststraat 24, Oudenburg ●● dorpswoning, Dorpsstraat 136, Ettelgem; ●● ‘Maenhoudthoeve’ (beschermd monument), ●● postgebouw, Weststraat 31, Oudenburg; ●● ‘‘t Riethof’, Hillenweg 3, Ettelgem; Polder 33A, Oudenburg; ●● ‘Gemeente- en bewaar-school’, Weststraat 33, ●● kapel ‘O.L.V. van ’t Ieperlee’, Klemskerkestraat, ●● hoeve met losstaande bestanddelen, Oudenburg; Ettelgem; Puidebroekstraat 19, Oudenburg; ●● Duitse bunker Ub1, Zandvoordestraat, ●● hoeve met losse bestanddelen, Klemskerkestraat ●● hoeve met losstaande bestanddelen, Oudenburg; 5, Ettelgem; Puidebroekstraat 20, Oudenburg; ●● burgerhuis, Zandvoordestraat 18, Oudenburg; ●● hoeve, Klemskerkestraat 15, Ettelgem; ●● hoeve van het langgeveltype, Schorrendijk 12, ●● dorpswoning, Zandvoordestraat 28, Oudenburg; ●● parochiekerk St.-Eligius (beschermd monument), Oudenburg; ●● boerenhuis met bijgebouwen, Zandvoordestraat Oudekerkstraat, Ettelgem; ●● winkelhuis, Sint-Pietersstraat 11, Oudenburg; 44, Oudenburg; ●● boerenhuis, Pompestraat 4, Ettelgem; ●● villa ‘Sansufy’, Sint-Pietersstraat 31, Oudenburg; ●● eclectisch burgerhuis, Zandvoordestraat 78, ●● hoeve met losse bestanddelen, Pompestraat 34, ●● dorpswoning, Sint-Pietersstraat 34, Oudenburg; Oudenburg; Ettelgem; ●● dorpswoning, Sint-Pietersstraat 57, Oudenburg; ●● burgerhuis, Zandvoordestraat 97, Oudenburg; ●● hoeve ‘Oud Jonckheereshof’, Pompestraat 38, ●● dorpswoning, Sint-Pietersstraat 70, Oudenburg; ●● vier arbeidershuizen, Zandvoordestraat 101-107, Ettelgem; ●● hoeve met losstaande bestanddelen, Oudenburg; ●● hoeve ‘‘t Schuilhoekje’, Spikkelboorstraat 4, Stationsstraat 2, Oudenburg; ●● modernistisch burgerhuis, Zandvoordestraat 183, Ettelgem; ●● vrijstaand neoclassicistisch huis, Stationsstraat Oudenburg; ●● boerenarbeidershuis, Vijfwegstraat 80, Ettelgem; 10, Oudenburg; ●● hoeve ‘‘t Nieuwkloosterhof’, Zandvoordestraat ●● neogotisch klooster, Brugsesteenweg 91, ●● neoclassicistisch landhuis ‘De Campagne’, 232, Oudenburg; Roksem; Stationsstraat 103, Oudenburg; ●● Duitse militaire post, Zwaanhoek, Oudenburg; ●● boerenarbeidershuis, Brugsesteenweg 101, ●● dorpswoning, Zwaanhoek 14, Oudenburg; Roksem;

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 35 ●● Mariakapelletje, Ossenweg, Roksem; ●● pachthoeve ‘‘t Klokhof’ (beschermd monument), Tevens werd een inventaris opgemaakt van het ar- ●● windmolen ‘Witte Molen’ (beschermd monument), Pardoenstraat 12, Westkerke; cheologisch erfgoed. In de inventaris van archeologi- Ossenweg 1, Roksem; ●● ‘Karperputhoeve’, Waerevaartstraat 9, Westkerke; sche zones worden zones opgenomen waarvan we op ●● archeologische site, Oude Brugseweg, Roksem; ●● dorpswoning, Westkerkestraat 155, Westkerke. basis van waarnemingen en wetenschappelijke argu- ●● hoeve, Oude Brugseweg 38, Roksem; gebouw; menten kunnen aannemen dat ze hoogstwaarschijn- ●● St.-Michielskerk, Pastoriestraat, Roksem; ●● onderpastorij, Westkerkestraat 159, Westkerke. lijk archeologische waarde hebben. De inventaris is ●● gedenkteken, Pastoriestraat, Roksem; dus gebaseerd op huidige kennis en inzichten. De ●● cottagevilla, Westkerkestraat 21, Roksem; archeologische zones vertegenwoordigen slechts een ●● hoeve, Westkerkestraat 91, Roksem; gekend deel van het archeologisch bodemarchief. Ze ●● hoeve, Zeeweg 137, Roksem; geven zeker geen volledig overzicht van ‘hét archeo- ●● neogotisch burgerhuis, Brugsesteenweg 10, logisch erfgoed’ in Vlaanderen. Door nieuw onderzoek Westkerke; kunnen we zones toevoegen of schrappen of kunnen ●● gedenkzuil, Gistelsesteenweg, Westkerke; we zones uitbreiden of verkleinen. ●● parochiekerk St.-Audomarus (toren beschermd De volledige historische stadskern van Oudenburg als monument), Gistelsesteenweg, Westkerke; werd opgenomen als een archeologische zone. ●● pastorie, Gistelsesteenweg 6, Westkerke; ●● woonhuis met slachthuis, Gistelsesteenweg 8-10, Westkerke; ●● hoeve van het langegeveltype, herberg ‘In den Olifant’, Gistelsesteenweg 20, Westkerke; ●● ‘Waerebruggehoeve’, Gistelsesteenweg 162, Westkerke; ●● herberg ‘Ter Waereburg’, Gistelsesteenweg 172, Westkerke; ●● ‘Van Massenhoeve’ (beschermd monument), Massenhoveslag 2, Westkerke; ●● Waere- of Vandammemolen, Noordstraat 1, Westkerke; ●● molenhuis van de Waeremolen, Noordstraat 2, Westkerke; ●● hoeve met losse bestanddelen, Oude Brugseweg 9, Westkerke; ●● school, Oude Brugseweg 39, Westkerke ●● buitengoed ‘‘t Reigersnest’ (beschermd monu- ment), Oude Gistelseweg 29-33, Westkerke; ●● hoeve van het langgeveltype, Pardoenstraat 2, Niet-beschermd erfgoed: ambtswoning, Markstraat 25 Niet-beschermd erfgoed: pastorie Westkerke Westkerke;

36 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Atlas der buurtwegen 2.7 Atlas der Buurtwegen

De belangstelling voor buurtwegen is de laatste jaren sterk toegenomen. Deze interesse komt er vanuit de toeristisch-recreatieve sector, de sector natuur en de aandacht voor het cultureel erfgoed.

Sommige buurtwegen zijn op vandaag ondergewaar- deerd en kunnen een nieuwe functie vervullen in het trage wegennetwerk rond de stad. De kaart op de vol- gende pagina geeft de voet- en buurtwegen uit de at- las der buurtwegen weer.

De meeste ‘chemins’ en ‘sentiers’ zijn op vandaag nog aanwezig onder de vorm van openbare wegen.

Wat het meest opvalt bij de analyse van de atlaskaart, is dat er voor de aanleg van de verbinding Eernegem- Oudenburg (N368) geen gebruik is gemaakt van de bestaande buurtwegen, maar dat er een parallele ‘rechte’ route is aangelegd ten oosten van de histori- sche wegenis.

Andere ingrijpende wijzigingen in het netwerk van we- gen zijn het gevolg van de aanleg van de autosnelwe- gen doorheen de gemeente. Als gevolg hiervan zijn een aantal van oorsprong verbindende wegen doorge- knipt of omgelegd.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 37 Kaart: Vlaams ecologisch netwerk 2.8 Vlaams ecologisch netwerk

De concrete afbakening van het Vlaams ecologisch netwerk (VEN) is momenteel aan de gang. De eerste fase, betreffende consensusgebieden is eind 2003 wettelijk afgebakend en vastgelegd. Het VEN eerste fase bestaat uit 37 afbakeningsplannen van de Grote Eenheden Natuur en de Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling.

In de gemeente Oudenburg kunnen een zestal zones gedetecteerd worden, waaronder: ●● de ‘Zwaanhoek’; ●● de ‘Kleine Keignaart’; ●● de omgeving van de Oude Straatkreek; ●● 3 zones gelegen tussen de Klemskerkestraat en Noordhoek.

Bovengenoemde zones behoren tot de volgende VEN-gebieden: ●● de poldergebieden tussen Oostende, Jabbeke en De Haan; ●● de Historische Polders van Oostende. Het zijn zgn. GEN-gebieden (Grote Eenheid Natuur).

In de 2e fase van het VEN (die in 2004 startte) wordt de resterende oppervlakte van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur afgebakend in ge- westelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op basis van gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visies.

De afbakening van het IVON, de zogenaamde verwe- vingsgebieden, ligt nog verder af. In deze gebieden is het aandeel natuur even belangrijk als andere func- ties, zoals landbouw, recreatie, scheepvaart, enz. Bij het IVON zal zichtbaar worden dat het wel degelijk gaat over een ‘netwerk’ van natuurgebieden.

38 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Vogel- en habitatrichtlijngebieden 2.9 Vogel- en habitatrichtlijngebieden

In het kader van een Europees netwerk van natuur werden gebieden met belang voor vogels aangeduid, bekend als vogelrichtlijngebieden. Later werden ze uitgebreid met gebieden waar ook andere natuurwaar- den (met o.a. botanische waarden) van belang zijn, bekend als de habitatrichtlijngebieden . De Vogelricht- lijngebieden maken samen met de habitatrichtlijnge- bieden deel uit van het Europees ecologisch netwerk dat de naam ‘Natura 2000’ meekreeg. Binnen de ge- meente Oudenburg situeren de gebieden behorende tot het netwerk van ‘Natura 2000’ zich voornamelijk op de noordelijk helft van het grondgebied. Op de kaart hiernaast zijn de vogelrichtlijngebieden aangeduid in bruin, de habitatrichtlijngebieden in groen.

Er zijn in Oudenburg drie gebieden aangeduid als vo- gelrichtlijngebied, met name: ●● ter hoogte van ’t Pompje; ●● het meest oostelijke gebied tussen de spoorlijn en het kanaal Brugge-Oostende; ●● een gebied langsheen de Klemskerkestraat.

Inzake habitatrichtlijngebieden worden 5 gebieden ge- selecteerd, namelijk: ●● twee zones in de ‘Zwaanhoek’ (één ten noorden en één ten zuiden van de spoorlijn); ●● een zone ter hoogte van ‘Noordhoek’; ●● een zone langsheen de Klemskerkestraat; ●● een zone langsheen de Kwadeweg (ter hoogte van Hof ter Yeste-Bredene).

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 39 Kaart: Ontwerp historische permanente graslanden 3 Sectorale (boven) gemeentelijke beleidsplannen

3.1 Bovengemeentelijk

JJ Ontwerp van historische permanente graslanden

Op 26 september 2014 heeft de Vlaamse Regering een besluit genomen waarin ze de ontwerpkaarten van de historisch permanente graslanden in de land- bouwstreek de Polders voorlopig heeft vastgesteld.

Binnen het poldergebied van Oudenburg zijn heel wat weilandcomplexen opgenomen binnen het voor- stel. Belangrijke concentraties zijn terug te vinen bin- nen het Oostends Krekengebied, de Zwaanhoek, de Noordhoek -Paddegat.

40 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI JJ Afbakening van de agrarische, natuurlijke en Dit resulteerde in 2006 in een actie waarbij een aan- Nieuwe bedrijven en herlokalisatie van bedrijven dient de bosstructuur tal agrarische gebieden werden herbevestigd door de bij voorrang te gebeuren in aansluiting bij bestaande Vlaamse Regering op 31 maart 2006. bebouwing. Bestaande bedrijven dienen voldoende De afbakening van de agrarische, natuurlijke en de ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen. bosstructuur geeft uitvoering aan het RSV. Vooraf aan De ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos (re- de opmaak van de uitvoeringsplannen wordt een plan- gio Kust, Polders en Westhoek) werd vertaald in een Intensivering door overschakeling naar strikt grond- ningsproces opgestart waarbij er een gebiedsgerichte document (mei 2005) met de gewenste ruimtelijke loze activiteit is uitgesloten. en geïntegreerde ruimtelijke visie op de natuurlijke én structuur. de agrarische structuur wordt uitgewerkt in overleg De open polder wordt gevrijwaard van glastuinbouw. met de provincie en de gemeenten. Voor de buiten- Oudenburg behoort hierbij tot de deelruimte (B) Kust- Grondloze activiteiten kunnen wel geconcentreerd in- gebiedregio Kust-Polders-Westhoek resulteerde dit in polders. Deze deelruimte omvat ondermeer het kre- geplant worden in versnipperde gebieden aansluitend een verkenningsnota eind 2004. Deze nota was een kengebied en de polders bij Oostende, de polder bij bij kernen in de overgang naar de zandstreek. eerste aanzet tot beleidsdoelstellingen en ruimtelijke Oudenburg-Snaaskerke en de polder en overgang concepten voor de open ruimte in deze regio. naar zandstreek bij Oudenburg-Ettelgem. In het landbouwgebied moet gestreefd worden naar het behoud en de ontwikkeling van een raamwerk van Op basis van reacties van gemeenten, provincies, ad- Ruimtelijke concepten van toepassing op het grondge- kleine landschapselementen alsook naar het behoud ministraties en belangengroepen werd een eindvoor- bied van Oudenburg worden hieronder neergeschre- en herstel van cultuurhistorische relicten en het bouw- stel opgemaakt (mei 2005) waarin een programma ven: kundig erfgoed, zodat een ecologische en landschap- voor overleg en uitvoering werd opgesteld. pelijke basiskwaliteit gegarandeerd wordt. Groot aaneengesloten grondgebonden landbouw- gebied als ruimtelijke drager in de polders (8.12; In het landbouwgebied zijn voorzieningen mogelijk 8.13; 8.14; 8.15 en 8.20) voor vormen van recreatief medegebruik met een laagdynamisch karakter. In de kustpolders vormen grote delen van het pol- dergebied aaneengesloten samenhangende land- De nederzettingen en het omgevende landbouwland- bouwgebieden waarin grondgebonden landbouw als schap moeten hun identiteit kunnen bewaren. Het ruimtelijke drager erkend en gevrijwaard wordt. De be- groene karakter van de dorpen als kleinschalige toe- langrijkste gebieden zijn Noordhoek (8.15), de polder ristische elementen moet versterkt worden. bij Oudenburg-Snaaskerke (8.12) en de Bourgogne- polder (8.13). Behoud van de gave polderlandschappen en mar- kante terreinovergangen (9.10) De aaneengesloten gebieden worden zoveel mogelijk vrijgehouden van bebouwing, dit in eerste instantie ten Een aantal polderlandschappen zoals de Zwaanhoek behoeve van het in stand houden van een kwalitatieve bezitten een uitgesproken landschappelijke en cul- en weinig versnipperde landbouwstructuur. tuurhistorische waarde die vaak samenhangt met het voorkomen van aaneengesloten landbouwgebieden of ecologisch waardevolle elementen. Het is dan ook van

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 41 belang de herkenbaarheid van deze nog gave polder- worden door onder meer aanplanten van groenstruc- Nieuwe inplantingen van niet-grondgebonden land- landschappen en hun relictelementen in stand te hou- turen. bouwactiviteiten, zoals glastuinbouw en intensieve den, dit zowel inzake bodemgebruik, bebouwing als veeteelt, worden uitgesloten. kleine landschapselementen. Behoud van ecologisch waardevolle graslanden in het agrarisch poldergebied (10.10; 10.12; 10.17; Deze poldergebieden kunnen ingeschakeld worden in Deze landschappelijke gehelen zijn opgehangen 10.18 en 10.19) een netwerk voor zacht recreatief medegebruik. aan in stand te houden elementen als waterlopen en grachtenstelsels, kreken, dijken, hoeves, schuren, for- Delen van het poldergebied vormen aaneengesloten Complexen van waardevolle graslanden als na- ten, mottes, bomenrijen, houtkanten, knotbomenrijen, samenhangende landbouwgebieden waarin de land- tuurkernen (11.6 en 11.8) poelen, microreliëfrijke permanente graslanden, riet- bouwactiviteit op permanente graslanden als ruimte- landen, bruggen, sluizen, kerken, kapellen, kastelen, lijke drager erkend en gevrijwaard wordt. Zowel de Belangrijke complexen van ecologisch waardevolle landgoederen, eendenkooien, verdedigingslinies met graslanden zelf, als de kleine landschapselementen graslanden zoals de Zwaanhoek en het Pompje moe- bunkers, droogmakerijen, ... bezitten een belangrijke ecologische kwaliteit, vaak ten maximaal beschermd en in stand gehouden wor- van internationaal belang, die bewaard moet blijven. den, dit omwille van de huidige hoge natuurwaarden De oorspronkelijke percelering, grachten-, wegen- en (zowel ornithologisch als botanisch) die voorkomen in bedijkingspatronen en het historisch bodemgebruik Het gaat om volgende gebieden: het gebied rond de ruimtelijk grote aaneengesloten formaties, omwille van zijn herkenbare landschappelijke structuren die zoveel kreken van de historische polders van Oostende, de- het bestaande natuurbeheer en omwille van het inter- mogelijk bewaard moeten blijven. len van de Bourgognepolder, omgeving Paddegat, nationaal belang. omgeving Pompje en omgeving Ettelgemse Gemene De polderstrook tussen duinen en snelweg vormt een Weide. Er wordt gestreefd naar het in stand houden en ont- te vrijwaren en open te houden gebied, als open-ruim- wikkelen van een microreliëfrijk, vochtig en nat wei- tebuffer tussen de verstedelijkte, versnipperde kust en Er wordt gestreefd naar het in stand houden van een delandschap met waterplassen en moeras in een het binnenland. microreliëfrijk weidelandschap in een raamwerk van raamwerk van grachtenstelsels en te ontwikkelen grachtenstelsels en te ontwikkelen kleine landschap- kleine landschapselementen, waar de landbouw een Belangrijk is ook het behoud en versterking van de selementen, waar de landbouwactiviteit moet blijven ondersteunende rol krijgt in het beheer. Deze polder- markante terreinovergang tussen de polders en de functioneren en ondersteund wordt, maar waar de gebieden worden gevrijwaard van nieuwe bebouwing. zandstreek en zandleemstreek, die zich naar de aanwezige aan grasland gekoppelde fauna en flora Scheuren van graslanden is uitgesloten. Omzetting zandstreek toe duidelijk aftekent in het meer geslo- eveneens een plaats krijgt. Binnen dit grondgebon- van akkers naar grasland wordt ondersteund. ten karakter, de aanwezigheid van zandruggen die den landbouwgebied worden waardevolle natuur- en gemarkeerd worden door groen ingeklede kastelen, landschapselementen in stand gehouden en hersteld. Waardevolle natuur- en landschapselementen worden hoeves en bosstructuren en door een afwijkend bo- Waterlopen worden zoveel mogelijk natuurtechnisch ontwikkeld met een aangepast beheer. Waterlopen demgebruik. Naar de zandleemstreek tekent het reliëf ingericht en op een ecologisch verantwoorde manier worden natuurtechnisch ingericht en op een ecolo- van de hoger gelegen zandleemplateaus met eerder beheerd. gisch verantwoorde manier beheerd met respect voor een akkerlandgebruik zich af tegen de polder. Deze het aangrenzende landbouwgebruik. landschappelijke kwaliteiten moeten zoveel mogelijk Deze poldergebieden worden zoveel mogelijk gevrij- gevrijwaard blijven, onder meer door deze gebieden waard van nieuwe bebouwing. Deze poldergebieden kunnen ingeschakeld worden in bouwvrij te houden, en kunnen plaatselijk gemarkeerd een netwerk voor zacht recreatief medegebruik.

42 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Ontwikkelen van landschappelijk en ecologisch Uitbouwen van randstedelijke groengebieden en waardevolle lineaire elementen met recreatief me- versterking van bosstructuren (17.6) degebruik (13.1; 13.8 en 13.22) Randstedelijke groengebieden zoals ‘De Kluiten’ kun- De belangrijke ruimtelijk structuurbepalende waterver- nen uitgebouwd worden als recreatieve groenpolen bindingen (kanaal Brugge-Oostende, kanaal Plassen- met een meerwaarde voor natuur, waarbij de nodige dale-Nieuwpoort en Bourgognevaart) moeten instaan aandacht gaat naar de cultuurhistorische waarde van voor de afwatering van de polders, maar moeten ook deze gebieden. In het achterland van de Vlaamse kust een rol opnemen binnen het integraal waterbeheer. moeten groengebieden met een recreatief karakter Ze kunnen een potentieel bieden voor de ontwikkeling een aanbod vormen dat de recreatieve druk op kwets- van watergebonden natuur- en landschapswaarden bare gebieden deels kan doen verminderen. met een recreatieve functie. Bestaande bosstructuren worden maximaal behouden Natte en droge lineaire landschapselementen heb- en kunnen op een aantal plaatsen kwalitatief en kwan- ben potenties als landschapsecologische en recrea- titatief versterkt worden. tieve verbinding. Recreatieve mogelijkheden situeren zich op het vlak van fiets- en wandeltoerisme, en op Op de overgangszone polder-zandstreek kan een bos een aantal waterlopen ook op het vlak van toervaart ontwikkeld worden bij ‘De Kluiten’. en roeisport, dit in evenwicht met de ruimtelijke en ecologische draagkracht. In de polders bieden dijken, Behoud en opwaardering van de ecologische kreken, vaarten en sloten goede mogelijkheden voor waarde van open waters (6.1) de versterking van de natuurlijke en landschappelijke structuur. De omgeving van Roksemput behoort tot de regio Veldgebied Brugge-Meetjesland, deelruimte Bosrijk Ontwikkelen van de ecologische en recreatieve gebied Sint-Andries-Jabbeke. waarde van open waters (16.5) Roksemput en directe omgeving zijn waardevol van- Een aantal structuurbepalende wateroppervlakken zo- wege hun functie als broed-, rust- en fourageergebied als ‘De Kluiten’ en hun directe omgeving bieden een voor watervogels en vanwege waardevolle vegetaties potentieel voor het behoud en de ontwikkeling van wa- op de gradiënt van open water naar omliggende hoge- tergebonden natuur- en landschapswaarden, alsook re gronden. Deze waarden worden behouden en waar een potentieel voor de verweving van natuurlijke, re- mogelijk ecologisch opgewaardeerd. creatieve en waterbeheer- en waterwinningsfuncties.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 43 Kaart: Herbevestigde agrarische gebieden JJ Herbevestigd agrarisch gebied (HAG)

Hienaast een detail van kaart 2 (ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos - Kust-Polders-Westhoek) met de beleidsmatige herbevestiging van het gewest- plan voor de gebieden van de natuurlijke en agrari- sche structuur.

Voor Oudenburg zijn drie gebieden aangeduid: ●● nr. 04 (zuid): ruilverkavelingen Wilskerke, Leffinge, Gistel, Moere, Zande, Slijpe en deel van ruilver- kaveling Spermalie, deel ruilverkaveling Leffinge, polders van , deel polder Snipgat, deel Bourgognepolder, deel Schorrepolder; ●● nr. 05 (west): polder bij Oudenburg-Snaaskerke; ●● nr. 06 (noord): polder en overgang naar Zandstreek bij Oudenburg-Ettelgem; ●● nr. 07: polder bij Bredene.

Voor deze gebieden gelden de hoger vermelde rele- vante deelconcepten.

44 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI JJ Integraal waterbeleid - watertoets plannen. Indien er nog geen waterbeheersplannen zijn De voor de watertoets relevante kaarten zijn geactu- vastgesteld door de Vlaamse regering, moet er even- aliseerd. Er bestaan 6 watertoetskaarten, met name: Op heden wordt veel aandacht besteed aan de abi- eens rekening gehouden worden met art. 8, paragraaf ●● kaart met overstromingsgevoelige gebieden, otische factor ‘water’. De herhaalde overstromingen 1 tweede lid. Bij twijfel dient advies gevraagd te wor- ●● kaart met grondwaterstromingsgevoelige die Vlaanderen treffen, vragen om een aanpak waarbij den aan de door de Vlaamse regering aangewezen gebieden, eventuele inundaties hoogstens plaats vinden in onbe- instantie, de waterbeheerders. ●● hellingenkaart, bouwde zones. ●● kaart met infiltratiegevoelige bodems, Het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 voor de toepas- ●● kaart met erosiegevoelige gebieden en De watertoets is een instrument van het integraal sing van de watertoets trad in werking op 1 november ●● winterbedkaart. waterbeleid, zoals bepaald in het decreet van 18.01. 2006. Sinds die datum moeten overheden die beslis- 2003 betreffende het integraal waterbeleid. Art. 8 pa- sen over een vergunning, plan of programma die een De kaart met grondwaterstromingsgevoelige ge- ragraaf 2 stelt o.m. dat de overheid bij het nemen van schadelijk effect kunnen veroorzaken op het water- bieden toont dat een groot deel van de gemeente zeer een beslissing (over een vergunning, een plan of een systeem, voorwaarden, herstel- of compensatiemaat- gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1-bruine programma) rekening moet houden met de relevante regelen opleggen of de vergunning weigeren zodanig kleur). door de Vlaamse regering vastgestelde waterbeheers- dat er geen schadelijke effecten optreden.

Kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden (2014) Kaart met overstromingsgevoelige gebieden (2014) Hellingenkaart (2014)

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 45 Indien er in type 1 gebied een ondergrondse construc- De kaart met overstromingsgevoelige gebieden nen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk tie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m markeert een groot deel van het grondgebied (vooral hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltra- of een horizontale lengte van meer dan 50m dient ad- ten noorden van de A18) als ‘mogelijk overstromings- tie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk vies aangevraagd te worden bij de bevoegde advies- gevoelig’ (lichtblauwe kleur). omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus instantie (VMM Afdeling Water West-Vlaanderen - Cel ook de kans op wateroverlast afneemt. grondwater Zandstraat 255, 8200 Brugge). De hellingenkaart werd ingedeeld in 4 klassen: Het zuidelijk deel van de gemeente is eerdermatig ge- ●● hellingen kleiner dan 0,5% (donkergroene kleur); Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de voelig voor grondwaterstroming (type 2-beige kleur). ●● hellingen van 0,5 tot 5% (lichtgroene kleur); grondwatervoorraden en zodoende voor het tegen- ●● hellingen van 5 tot 10% (gele kleur); gaan van verdroging van watervoerende lagen en wa- Indien er in type 2 gebied een ondergrondse construc- ●● hellingen groter dan 10% (roze kleur). terafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige tie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid en een horizontale lengte van meer dan 100m dient Oudenburg is te omschrijven als een gemeente met van de bodemkaart. De kaart bestaat uit twee types advies aangevraagd te worden bij de bevoegde ad- een vlak reliëf. Het gebied ten zuiden van Westkerke gebieden: viesinstantie (VMM Afdeling Water West-Vlaanderen en Roksem is wat hoger gelegen. ●● de gebieden met de infiltratiegevoelige bodems - Cel grondwater Zandstraat 255, 8200 Brugge). (in bruin); De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten be- ●● de gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bo- hoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kun- dems (in wit). Kaart met infiltratiegevoelige bodems (2014) Kaart met erosiegevoelige bodems (2014) Deze watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebie- den is richtinggevend voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist wor- den of de aanleg van infiltratievoorzieningen of water- doorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe, zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzienin- gen. Deze kaart mag zeker niet ondoordacht worden gebruikt voor het voeren van een regionaal grondwa- terbeleid.

De kaart met de erosiegevoelige bodems ten behoe- ve van de watertoets duidt slechts weinig zones aan op het grondgebied van Oudenburg als erosiegevoe- lig, het gaat vooral om de taluds van de autosnel- en spoorwegen.

46 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft de betrokken colleges van burgemeester en schepe- enkel tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemge- Om een sociaal grond- en pandenbeleid te voeren nen. Op basis van de verkregen adviezen is het eind- bruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot ver- en om het aanbod van sociale woningen te verhogen rapport aangepast en wordt het nu voorgesteld aan de snelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen kunnen de gemeente, de sociale bouwmaatschap- beleidsgroep. en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk pijen, de VHM en het OCMW een recht van voorkoop aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of opeisen. De eigenaar wordt hierbij verplicht om aan Er werden verschillende gebiedscategorieën uitge- programma, voor advies voor te leggen aan de afde- de houder van dit recht zijn goed bij voorrang te ver- werkt: ling Land van AMINAL. kopen. Gemeenten kunnen bijzondere gebieden af- ●● In flexibele ontwikkelingsgebieden A kunnen be- bakenen waarbinnen een dergelijk territoriaal recht staande glastuinbouwvestigingen zich handhaven Voor het grondgebied van Oudenburg zijn geen selec- van voorkoop geldt. Het voorkooprecht kan ook uitge- en uitbreiden. Ook nieuwe glastuinbouwbedrijven ties gemaakt op de winterbedkaart. oefend worden bij woningen en panden die opgeno- kunnen zich los van een bestaande agrarische men zijn op een van de lijsten van de inventaris van bedrijfszetel vestigen. Ter hoogte van de site ‘De Meulenaere’ is een potenti- leegstaande, ongeschikte en/of onbewoonbare en ●● In flexibele ontwikkelingsgebieden B kunnen be- eel signaalgebied gelegen. verwaarloosde gebouwen, alsook op woningen waar staande glastuinbouwvestigingen zich handhaven in het kader van het beheersrecht werken werden en uitbreiden. Alleen bestaande landbouwuitbatin- JJ Vlaamse wooncode uitgevoerd in toepassing van artikel 18 of 90 van de gen kunnen omschakelen naar glastuinbouw. Vlaamse Wooncode. ●● In afremgebieden kan het bestaande glastuin- De Vlaamse wooncode heeft woonvernieuwingsge- bouwbedrijf behouden blijven en de glasopstand bieden en woningbouwgebieden afgebakend. Woon- JJ Provincie West-Vlaanderen - visie voor de kan eventueel nog uitbreiden tot maximum 3 ha vernieuwingsgebieden zijn gebieden waarbinnen vestiging van glastuinbouw in de regio netto glasoppervlakte. Deze oppervlaktenorm is grote inspanningen noodzakelijk zijn om de bestaande Brugge-Torhout richtinggevend, afwijkingen zijn mogelijk vanuit de woonkwaliteit te verbeteren. Bij de vaststelling van specifieke ruimtelijke en economische context van subsidies en tegemoetkomingen die krachtens de De finaliteit van de studie bestaat uit een gedragen, het bedrijf. De aanduiding als afremgebied heeft Vlaamse wooncode worden toegekend zal rekening kwalitatief voorstel van ruimtelijke visie voor de ves- enkel betrekking op de glasopstand. worden gehouden met de lokalisatie van de woning tiging van glastuinbouw in de regio Brugge-Torhout. ●● In glastuinbouwvrije gebieden is vandaag de dag hetzij binnen, hetzij buiten een dergelijk gebied. Uit de Deze visie moet binnen een goede ruimtelijke orde- geen glastuinbouw aanwezig. Nieuwe glastuin- wooncode blijkt dat zowel besturen als particulieren ning de vestigingskansen van glastuinbouw verster- bouw wordt er ook niet toegelaten. aanspraak zullen kunnen maken op de voorziene tus- ken en de rechtszekerheid verhogen. ●● In transitiegebieden wordt uitgegaan van een her- senkomst. Woningbouwgebieden zijn gebieden waar- lokalisatie naar een flexibel ontwikkelingsgebied in het Vlaams Gewest de bouw van nieuwe woningen Het rapport van 27/11/2013 bevat een voorstel van of geldt een uitdovend beleid. stimuleert via uitkering van subsidies en tegemoetko- ruimtelijke visie voor de vestiging van glastuinbouw in Een aantal flexibele gebieden is aangeduid als ‘ge- mingen. de regio Brugge-Torhout. Dit voorstel is tot stand ge- bied met bijzondere locatievoordelen’. Dit betekent dat komen via intensief overleg met verschillende actoren deze gebieden voldoen aan een groot aantal positieve De kernen van Oudenburg (omgeving castellum) en (de verschillende beleidsniveaus, de relevante admi- locatiecriteria (bijvoorbeeld ontsluiting, potenties voor Westkerke zijn geselecteerd als woonvernieuwingsge- nistraties, de glastuinbouwsector). Het rapport werd restwarmte, enz.) en in het studiegebied behoren tot bied. De overige (delen van) kernen zijn geselecteerd besproken op de ambtelijke begeleidingsgroep van 4 de meest geschikte gebieden voor glastuinbouwont- als woningbouwgebied. oktober 2013 en voor officieel advies voorgelegd aan wikkelingen.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 47 Bij het onderzoek naar ontwikkelingsmogelijkheden voor de glastuinbouw komen vanuit de beleidscontext enkele aandachtspunten voor glastuinbouw in beeld die glastuinbouwontwikkelingen op zich niet uitsluiten maar wijzen op mogelijke bijkomende aandachtspun- ten en specifieke randvoorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning. Het gaat om volgende elemen- ten: ●● afstandsregels; ●● waardevolle open ruimte elementen; ●● erosiegebieden en overstromingsgevoelige gebieden; ●● landschappelijke beschermingszones; ●● gebieden met conflicterende beleidsuitspraken. Dit betekent dat de ontwikkelingsperspectieven voor de glastuinbouw niet eenduidig kunnen worden vast- gelegd en met de nodige voorzichtigheid moet worden bepaald, rekening houdend met de specifieke context waarin het bedrijf zich bevindt.

Per gemeente werd een gedetailleerde visiekaart uit- gewerkt. In Oudenburg is het zuidelijke deel ter hoogte van Westkerke ingekleurd als flexibel ontwikkelingsge- bied A. Een kleine uitloper van het flexibel ontwikke- lingsgebied B op grondgebied van Jabbeke ligt tegen de oostelijke gemeentegrens. Verder bevindt zich nog een flexibel ontwikkelingsgebied A in het noorden, tus- sen de A10 en het kanaal Gent-Oostende. Hier in een glastuinbouwbedrijvenzone gepland. Dit gebied bezit een aantal bijzondere locatievoordelen. Het overig deel is aangeduid als glastuinbouwvrij gebied. De bestaande glasopstand langs de zuidelijke rand van de woonkern van Oudenburg wordt meer in de- tail bekeken (dynamisch bedrijf of uitbollend bedrijf) in functie van ontwikkelingsperspectief.

48 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 3.2 Gemeentelijk In het gemeentelijk mobiliteitsplan werd aandacht be- steed aan volgende aspecten: Het project werd ingesteld in april 2003. Het projectge- JJ GNOP ●● de hiërarchie van het wegennetwerk: bied bestaat grotendeels uit polders die in de 16e eeuw de categorisering van wegen, de inde- om strategische redenen werden overstroomd, waar- De stad Oudenburg beschikt over een goedgekeurd ling in snelheidszones en het nemen van door een krekensysteem ontstond. Het studiegebied Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP), op- verkeersveiligheidsmaatregelen; heeft 5 deelgebieden: de Zwaanhoek, de Grote Keig- gemaakt door de W.I.T.A.B... Binnen het plan kun- ●● het afbakenen van verblijfsgebieden en doortoch- naart, het gebied met de Zoutekreek, de Sluiskreek nen twee fases onderscheiden worden, namelijk een ten: het verhogen van de verblijfskwaliteit en de en de Straatkreek, de Kleiputten van Snaaskerke en inventaris met visievorming (fase 1) en een actieplan verkeersleefbaarheid, het herwaarderen van het het bosuitbreidingsgebied. Via natuurinrichting wordt met betrekking tot de ‘Zwaanhoek’ (fase 2). openbaar domein; een oplossing gezocht voor de dualiteit tussen grond- ●● het versterken van verkeers- en vervoersalterna- gebruik (voornamelijk landbouw) en de juridische be- In een eerste fase gebeurde een diepgaande analyse tieven: een grensoverschrijdend samenhangend stemming. en een gedetailleerde beschrijving van het fysisch fietsnetwerk, een voetgangersnetwerk, een ge- systeem, het landschap, de open ruimte en het na- biedsdekkend openbaar vervoersnetwerk en een Begin 2006 heeft de Vlaamse overheid haar gede- tuurlijk milieu, waarbij tevens aandacht werd besteed gericht parkeerbeleid. tailleerde plannen voor natuurinrichting in de drie aan de bestaande knelpunten en problemen. Op ba- gemeenten voorgelegd aan de bevolking tijdens een sis hiervan is een (landschaps)visie ontwikkeld op De resultaten en besluiten van het mobiliteitsplan zul- openbaar onderzoek. de landschappelijk te onderscheiden entiteiten in de len maximaal geïntegreerd worden in het gemeentelijk gemeente (landschapseenheden). Deze elementen ruimtelijk structuurplan. In uitvoering van het mobili- Op 30 januari 2014 werd het project officieel beëin- worden meegenomen in het gemeentelijk structuur- teitsplan is een schoolvervoersplan opgemaakt. digd. planningsproces. JJ Sectorale visie bedrijvigheid JJ Ruilverkaveling Paddegat In de twee fase van het natuurontwikkelingsplan werd een actieplan opgesteld, met betrekking tot de In het kader van de opmaak van het sectoraal BPA Ten noorden van het kanaal Brugge-Oostende situeert ‘Zwaanhoek’. werd een sectorale visie geponeerd met betrekking tot zich de ruilverkaveling ‘Het Paddegat’, die begrensd de zonevreemd gelegen bedrijvigheid. Hierbij werden wordt door het kanaal, de N9, de N320, N37, de N337 JJ Mobiliteitsplan gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven geformu- en de N377a. Ruilverkaveling Paddegat is een voor- leerd. Deze visie wordt geïntegreerd binnen het ge- beeld van een multifunctionele ruilverkaveling, wat In 2001 werd de laatste hand gelegd aan het Gemeen- meentelijk ruimtelijk structuurplan. betekent dat er naast het verbeteren van de efficiëntie telijk Mobiliteitsplan Oudenburg (conform verklaard op van de landbouw ook aandacht werd besteed aan an- de auditcommssie van 14 mei 2001). Het mobiliteits- JJ Natuurinrichtingsproject ‘Oostends dere aspecten zoals natuurbeheer, landschapszorg, plan vormt de basis voor de gewenste verkeers- en krekengebied’ cultuurhistorie, recreatie, …. Het gebied kreeg daar- vervoersstructuur. De uitgangspunten, de doelstellin- door een multifunctionele inrichting. gen en de daaraan gekoppelde maatregelen en acties Het natuurinrichtingsproject ‘Oostends krekengebied’ zullen maximaal geïntegreerd worden binnen het ge- situeert zich in de provincie West-Vlaanderen, op het meentelijk ruimtelijk structuurplan. grondgebied van de steden Oostende, Oudenburg en Gistel.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 49 4 Lopende projecten en planprocessen aan de Regionale Mobiliteitscommissie (RMC) die op 07.11.2016 een gunstig advies uitbracht. Het ontwerp In het kader van het gemeentelijk structuurplannings- werd redactionaal aangepast, rekening houdend met proces is het van belang dat de afgeronde, lopende de opmerkingen in het advies van de RMC, vooraleer of geplande projecten of planprocessen mee opge- aan de gemeenteraad voor te leggen om definitief vast nomen worden in het planningsproces en gesitueerd te stellen. Deze definitieve vaststelling gebeurde op 23 worden binnen het uit te zetten beleidskader. maart 2017.

JJ R.O.M.A.-project JJ Groen Lint Oostende

Het ROMA-project is een grensoverschrijdend pro- Het Groen Lint vormt een 35 km lang fiets- en wan- ject tussen de gemeenten Oudenburg, Maldegem en delpad dat 15 bijzondere groenzones rond de stad Aardenburg over de Romeinen en de Middeleeuwen. verbindt. Sleutelbegrippen voor de ontwikkeling van Voor Oudenburg betreft het o.a. de omvorming van het het Groen Lint zijn: natuur, erfgoed, mobiliteit, stede- abtsgebouw (waar thans het Stedelijk Archeologisch lijke landbouw, energie, water en recreatie. Vandaag Museum is gehuisvest), de aanpalende woningen en bestaat het Groen Lint al als een aantrekkelijk traject het abtsdomein, tot een cultuurtoeristisch belevings- rond de stad. Het masterplan onderzoekt mogelijk- centrum (met buitenverhaal). Dit alles kadert binnen heden om het Groen Lint als nieuwe publieke ruimte de uitbouw van het Stedelijk Archeologisch Museum rond Oostende te ontwikkelen. Vanuit drie invalshoe- als toeristische, culturele en recreatieve spil en ont- ken worden manieren onderzocht om het engagement haalpunt in de regio. van het Groen Lint met de stad en het omliggende landschap te versterken. Ten eerste wordt een aanzet JJ Herziening mobiliteitsplan gegeven voor een toekomstige Groene Gordel rond Oostende. Ten tweede wordt het traject van het Groen Het mobiliteitsplan is in herziening gesteld. De snel- Lint geoptimaliseerd en ten derde zorgen punctuele in- toets is besproken op de GBC (Gemeentelijke Bege- grepen langsheen het Groen Lint voor een versterking leidingscommissie) van 21 december 2007 en door van het Groen Lint als publieke ruimte. de PAC (Provinciale Audit Commissie) gunstig gead- viseerd op 11 februari 2008. In de sneltoets zijn een Het Groen Lint loopt voor een beperkt deel over het aantal thema’s geselecteerd voor de verbreding en grondgebied van Oudenburg. verdieping van het mobiliteitsplan.

Het ontwerp van gemeentelijk mobiliteitsplan (zoals herzien en bijgestuurd) werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26.05.2016. Aansluitend werd het plan onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het ontwerp werd voorgelegd

50 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI RUIMTELIJKE CONTEXT Zedelgem. Inzake socio-culturele voorzieningen is er rijke verkeers- en vervoersassen, zogenaamde infra- ook een beperkte relatie met Torhout. structurenbundels.

1 Positionering binnen de regio JJ Oudenburg doorsneden door 2 belangrijke Het noordelijke gedeelte van de gemeente wordt infrastructurenbundels als het ware van oost naar west doorsneden door JJ Oudenburg gelegen tussen stedelijke centra een ‘bundel’, bestaande uit de A10-autosnelweg, de De ruimere regio wordt inzake lijninfrastructuren ener- spoorlijn Oostende-Brugge-Gent-Brussel (lijn 50A) Oudenburg situeert zich binnen de driehoek gevormd zijds gekenmerkt door een sterke radiale gerichtheid en het kanaal Oostende-Brugge-Gent. In het zuide- door de goed uitgeruste regionale steden Oostende en op de steden Oostende, Brugge en Torhout en ander- lijke gedeelte loopt de A18/E40-autosnelweg die net Brugge en de behoorlijk uitgeruste kleine stad Torhout. zijds door een parallelle ligging van een aantal belang- als diverse andere infrastructuren evenwijdig loopt met de kuststrook. De meeste van deze infrastruc- Oudenburg bevindt zich tevens net ten zuiden van de lineaire stedelijke ontwikkeling van de kust, waarvan Kaart: Positionering binnen de regio de stedelijke ontwikkeling geënt is op de toeristisch- recreatieve ontwikkelingen. Het voorzieningenniveau van de stad Oostende is een gevolg van het toerisme en de aanwezigheid van belangrijke infrastructuren, zoals zee- en luchthaven, autosnelweg, waterweg en spoorweg. Door zijn ligging op de kustlijn heeft Oos- tende, zeker in vergelijking met Brugge, een eerder beperkt regionaal verzorgingsgebied. De stad Brugge wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een goed uitgebouwd voorzieningennet zowel op het vlak van handel als diensten. De verstedelijking is concentrisch gegroeid, met belangrijke uitwaaieringen (sterke lint- en verspreide bebouwing) langsheen de invalswegen. Dit fenomeen manifesteert zich duidelijk langsheen de N367 tussen Gistel-Westkerke-Roksem-Jabbeke.

Ondanks de ligging ten aanzien van Oostende en de aanwezigheid van een voorstadslijn richting Oos- tende heeft Oudenburg voor tal van verzorgende en socio-culturele voorzieningen (cinema, ziekenhuis, school,…) en activiteiten (werken, winkelen,…) tevens een duidelijke band met Brugge en diverse hoofdker- nen in de directe omgeving, zoals Gistel, Jabbeke en

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 51 turen vervullen een belangrijke functie in het kader JJ Oudenburg in het overgangsgebied JJ Oudenburg tussen economische polen van het toeristisch verkeer. De A18/E40-autosnelweg polder-zand vormt hierbij de basis van de ‘kamstructuur’ die voor De steden Brugge en Oostende vormen de belang- een verdeling zorgt van het toeristisch verkeer over Het gebied ten noorden van de A18-autosnelweg rijkste economische centra in de omgeving van Ou- de diverse badplaatsen. De Koninklijke Baan (N34), maakt deel uit van het poldergebied, meerbepaald de denburg. Dit wordt niet alleen bepaald door de aanwe- de N358 (Oostende-Nieuwpoort) en de tramlijn zorgen kustpolders. De kustpolders vormen een vlak open zigheid van grote concentraties aan bedrijven(zones), eerder voor een verbinding tussen de diverse bad- landschap met weidse vergezichten. De kustpolders maar ook door de aanwezigheid van een goed ontwik- plaatsen en vormen tevens een belangrijke gegeven worden gekenmerkt door een grote verspreiding van kelde toeristische sector. binnen het stedelijk netwerk van de kust. Parallel aan hoeves en kleine kerndorpen en landbouwgebieden de A18/E40 ligt het kanaal Plassendale-Nieuwpoort en met grote percelen. Inzake de bedrijvigheid speelt vooral het aspect ont- de N367. Deze laatste fungeert als alternatieve route sluiting en bereikbaarheid. Beide steden sluiten aan tussen Brugge en Nieuwpoort en heeft een belangrijke Het overgangsgebied tussen het poldergebied en de op belangrijke verkeers- en vervoersassen (waterwe- ruimtelijke impact op de ontwikkelingen op het grond- zandstreek situeert zich ruwweg ten zuiden van de gen, wegen en spoorwegen) en beschikken zelfs over gebied van de gemeente. A18-autosnelweg. Het is een gebied met duidelijke een zeehaven, en in het geval van Oostende zelfs hoogteverschillen dat gekenmerkt wordt door een over een luchthaven. Daarnaast beschikken beide ste- Op het grondgebied van de gemeente beschikt de Ou- sterke lint- en verspreide bebouwing tussen Gistel-Ou- den over een bijkomende troef, met name de toeris- denburg zelf over een rechtstreekse aansluiting op de denburg-Westkerke-Jabbeke. Voor het overige vinden tische sector (dag- en verblijfstoerisme). Alhoewel dit A10. Op- en afrittencomplexen naar de A18/E40 situ- we in dit gebied veel graslanden, met vrij veel bomen- voor Brugge (cultuur-historisch) van een totaal andere eren zich in de randgemeenten ter hoogte van Gistel rijen en een nog min of meer intact graslandcomplex. aard is dan in Oostende, dat onderdeel uitmaakt van en Jabbeke. een toeristisch-recreatief netwerk langsheen de kust. Nog meer naar het zuiden komt men terecht in de Ten zuidoosten van de stad Oudenburg loopt een zandstreek. Het is een gebied dat gekend is onder Andere belangrijke industriële tewerkstellingsplaatsen tweede belangrijke infrastructurenbundel, weliswaar de naam ‘het Houtland’. Het is een landelijk land- in de omgeving van Oudenburg situeren zich in Gistel, met een noord-zuid-gerichtheid. Deze bundel bestaat bouwgebied met lokaal weidse vergezichten en met Jabbeke en Zedelgem. uit de A17-autosnelweg, de gewestwegen N32 (Brug- hoofdzakelijk verspreide bewoning en kleine kern- en ge-Roeselare) en N50 (Brugge-Kortrijk) en de spoor- hoofddorpen. De traditionele perceelsrandbegroeiing lijn Brugge-Torhout-Roeselare (lijn 66). bestaat nog slechts lokaal. Hier en daar treft men nog oude veldgebieden aan. Dit zijn vlakke tot lichtgol- De N33 (verbindingsweg Oostende-Torhout) en de N9 vende landschappen met grote vierkante blokken van (verbindingsweg Oostende-Brugge) lopen respectie- akkers en weiden dat overeenkomt met een systema- velijk ten westen en ten noorden van Oudenburg. tische wijze van ontginnen.

Tot slot vormt de oude spoorwegverbinding tussen Oostende en Torhout, die momenteel als recreatieve fietsroute wordt gebruikt, een niet-onbelangrijke gege- ven binnen de regionale en gemeentelijke context.

52 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 2 Bestaande structuur van de open De belangrijkste structurerende landschapselementen het voormalige bulkenlandschap is echter grotendeels ruimte en -componenten in Oudenburg worden hierna opge- verdwenen (rooien van bomen, scheuren van akker- lijst. land, bebouwing, ...). De structurerende componenten en dragers van de open ruimte zijn de landbouw, de natuur en het land- 2.1.1 Grote landschapstructuren JJ Agrarisch gebied - natuurlijke en ecologische schap. Ze bevat daarnaast elementen van de neder- waarde zettingstructuur (bv. verspreide bebouwing), lijninfra- Binnen Oudenburg zijn de volgende grote landschap- structuur en recreatie. structuren terug te vinden: Het grondgebied van Oudenburg wordt grotendeels ingenomen door agrarische activiteiten. Er zijn echter In eerste instantie worden de aspecten landschap, na- JJ Overgang polder-zand(leem)streek ook gebieden die een zeer sterk natuurlijke en ecologi- tuur en landbouw afzonderlijk beschreven. Vervolgens sche waarde. Het betreft de volgende gebieden: wordt de bestaande structuur van de open ruimte sa- De overgang loopt dwars doorheen de gemeente en ●● Oostends krekengebied: ten noorden van het mengevat en visueel weergegeven. snijdt het grondgebied van de stad Oudenburg als het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort; ware in een noordelijke poldergebied en een zuidelijk ●● natuurgebied de Zwaanhoek: ten noorden van het 2.1 Landschap zandgebied. Deze overgang valt grotendeels samen kanaal Plassendale-Nieuwpoort; met de A18-autosnelweg. ●● Noordhoek met o.a. Paddegat in het noorden van In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt het de grondgebied; landschap omschreven als “de resultante van de dy- JJ Agrarisch gebied - voormalig ●● Bourgogne meersen in het zuidelijk deel van de namische wisselwerking tussen fysische omstandig- bulkenlandschap gemeente. heden (het abiotisch en biotisch milieu) en menselijke activiteiten”. Het is de specifieke ordening van deze In dit gebied op de as Gistel-Westkerke-Roksem zijn JJ Agrarisch gebied - open elementen en componenten die aanleiding geeft tot er nog resten van het bulkenlandschap op een heuvel- specifiek ecologisch functioneren, een specifiek visu- rug terug te vinden in de vorm van o.a. een aantal res- Ten westen van het centrum van Oudenburg is er een ele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebruik. tanten van bosgebiedjes. De typische eigenheid van open landschap waar het aantal verspreide woningen

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 53 zeer beperkt is evenals het aantal kleine landschaps- Enkel de stad Oudenburg vormt een compact gege- JJ Kanaal Plassendale-Nieuwpoort elementen. ven in het landschap. De concentraties Ettelgem, Rok- sem en Westkerke liggen meer verspreid en sluiten via Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort en directe om- JJ Mastenlandschap lintbebouwing bij elkaar aan. geving, met jaagpad en cijns- of arbeiderswoningen, vormen vanuit landschappelijk oogpunt een structuur- Ten noorden van Oudenburg bevindt zich het domein Vooral ten zuiden van de A18-autosnelweg is er meer bepalend lineair gegeven en situeert zich in het wes- van de Radio Maritieme Diensten. Door een antenne- verspreide bebouwing in het landschap waarneem- ten van Oudenburg. In tegenstelling tot het Kanaal bos vangt men de overzeese signalen op. De inplan- baar. Dit is eveneens het geval ten oosten van de kern Brugge-Oostende wordt dit kanaal niet geaccentueerd ting van het station situeert zich in de ontginningszone van Oudenburg. In het luik omtrent de nederzettings- door middel van bomenrijen. van de voormalige steenbakkerij ’t Pompje. De land- structuur wordt dieper ingegaan. schappelijke impact van de antennes is - alhoewel hun JJ Grootgeleed-Moerdijkvaart grote aandeel - eerder visueel beperkt. Dit is hoofdza- 2.1.2 Bijzondere landschappen kelijk omdat de masten zelf van relatief licht materiaal De Moerdijkvaart loopt grotendeels samen met de zijn. Binnen Oudenburg zijn er naast de grote landschap- zuidwestelijke grens van de stad Oudenburg. Het structuren, de volgende bijzondere landschapsken- zorgt als het ware voor een buffer tegen het aan elkaar JJ Geürbaniseerd gebied merken terug te vinden: groeien van Westkerke en Gistel.

Met geürbaniseerd gebied wordt verwezen naar de JJ Kanaal Brugge-Oostende JJ Oude spoorwegbedding ‘Groene 62’ compacte bebouwingsconcentraties en lintvormige bebouwingsstructuren op het grondgebied van Ou- Het kanaal Brugge-Oostende en de directe omgeving, Het betreft een lineair landschapselement, gelegen in denburg. Deze bebouwingsstructuren situeren zich met jaagpad, cijns- of arbeiderswoningen en imposan- het uiterste westen van het grondgebied van de stad. voornamelijk op de zandrug die in Oudenburg een te bomenrijen, zijn vanuit landschappelijk oogpunt een De visie omtrent deze as wordt momenteel op provin- hoefijzervormige structuur aanneemt. sterk structurerend lineair gegeven. ciaal niveau uitgewerkt. Voor Oudenburg is het belang ervan echter gering.

54 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI JJ Plassendale bruggencomplex ver en een verlande poel komen in dit bos voor. Het JJ Depressiegebied bos is bekend als kolonie voor blauwe reigers. De mo- Het betreft het sluizencomplex met bijhorende brug- numentale ingangsdreef (in paardenkastanje) heeft Gelegen in het zuidelijke deel van het grondgebied getjes die de verbinding maakt tussen het kanaal Plas- een imposante uitstraling, waardoor ook het landhuis van de stad Oudenburg. Het betreft lager gelegen sendale-Nieuwpoort en het kanaal Brugge-Oostende. tot zijn volle recht komt. gronden die gekenmerkt worden door een hoge voch- tigheidsgraad. JJ Artefactenlandschap A10/A18 JJ Voormalige zandwinningsputten JJ ’t Steedje Door de realisatie van de A10 Oostende-Brussel en Op het grondgebied van de stad Oudenburg bevin- de A18 Veurne-Jabbeke bevat het grondgebied van den zich twee omvangrijke waterplassen (voormalige Hiermee wordt verwezen naar de aanwezigheid van Oudenburg twee lineaire infrastructuren die het land- zandwinningsputten), met name het domein ‘Hoge Dij- een Romeins castellum in het centrum van Ouden- schap doorsnijden. Door aanplanting van hakhoutkan- ken’ en de ‘De Kluiten’. burg. Opvallend kenmerk hierbij is het uniek orthogo- ten heeft zowel de A10 als de A18 op diverse plaatsen naal stratenpatroon. een grote waarde als ecologisch verbindingselement. ‘De Kluiten’ is een waterplas die een aanzienlijke op- pervlakte inneemt. Door het ontbreken van een elke JJ Merkwaardige gebouwen JJ Kunstwerkenlandschap A10 vorm van groeninkleding is deze plas zeker niet geïn- tegreerd in het landschap. In 2003 werd er door de Afdeling Monumenten en Ten noorden van Oudenburg loopt de A10 op peilers Landschappen een inventaris opgemaakt van de overheen het kanaal Nieuwpoort-Plassendale. Door Het domein ‘Hoge Dijken’ daarentegen is door het na- merkwaardige gebouwen op het grondgebied van de de overbrugging over lange afstand, de talrijke mo- tuurvriendelijk beheer (aandacht voor fauna en flora) stad Oudenburg. Deze inventaris wordt regelmatig ge- numentale peilers wordt een vreemd aandoend land- en het toelaten van verruiging goed geïntegreerd in actualiseerd. In deze overzichtlijst zitten gebouwen die schapselement ervaren. het landschap. vanuit landschappelijk, architecturaal en geschiedkun- dig oogpunt werden weerhouden. Het merendeel (2/3) JJ Weidegebied met grachtennetwerk JJ Relictenheuvel voormalige kerk situeert zich in de deelgemeente Oudenburg.

Het gebied bevindt zich ten oosten van Oudenburg Ten noorden van Roksem, in de omgeving van ‘De JJ Kleine landschapselementen tussen het kanaal Brugge-Oostende en de autosnel- Kluiten’, manifesteert zich een duidelijke heuvel. Deze weg A10. Het wordt gekenmerkt door vochtige weiden, heuvel accentueert de site van een voormalige kerk. Hier en daar bevinden zich in het open ruimtegebied microreliëf en tal van ontwateringsgrachtjes. Het re- van Oudenburg een aantal lijn- en puntvormige land- centelijk scheuren van weiland naar akkerland wordt JJ Bourgognemeersen schapselementen, zoals dreven, hagen, bermen, bo- als een bedreiging voor het gebied ervaren. menrijen, houtkanten, moerasjes, solitaire bomen, Het gebied strekt zich voor een groot deel uit op Ichte- kerkwegels, … JJ Reigerie van Westkerke gems grondgebied. Het wordt gekenmerkt door voch- tige weilanden en tal van knotwilgenrijen. Het betreft een circa 2 ha groot bosgebied (ooit een landschappelijke tuin) die gekenmerkt wordt door een zeer dichte onderbegroeiing. Een landschappelijke vij-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 55 JJ Bakens JJ De kustpolders Het is een landelijk landbouwgebied met lokaal weidse vergezichten en met hoofdzakelijk verspreide bewo- Een aantal elementen fungeren omwille van hun om- Oudenburg behoort nagenoeg volledig tot het traditi- ning en kleine kern- en hoofddorpen. De traditionele vang of bijzondere vorm in het landschap als baken. oneel landschap van de kustpolders. De kustpolders perceelsrandbegroeiing bestaat nog slechts lokaal. Het betreft de volgende bakens: vormen een vlak open landschap met weidse verge- ●● watertoren van Roksem: deze is gesitueerd op het zichten. De kustpolders worden gekenmerkt door een 2.1.4 Landschapsatlas hoogste punt van de gemeente; grote verspreiding van hoeven en kleine kerndorpen. ●● kerktorens; De relicten van traditionele landschappen worden ●● masten in Noordhoek. In het centraal en oostelijk deel vormen de bebouwde weergegeven in de studie ‘Atlas van de relicten van kustzone en het hoger gelegen binnenland dikwijls traditionele landschappen’, die werd opgemaakt in Buiten de gemeente, meer bepaald in Gistel, staan de skyline. De kustpolders zijn landbouwgebieden opdracht van het Vlaams Gewest. Deze relictenat- er langheen de A18-autosnelweg een aantal windmo- met grote percelen, ontbrekende of weinig dichte en las1 is een inventaris van het steeds meer bedreigde lens. meestal geknotte lineaire begroeiing, kronkelende we- natuurlijke en cultuurhistorische erfgoed van onze gen en talrijke sloten. landschappen, zonder daarbij een gedetailleerde en 2.1.3 Traditionele landschappen precieze afbakening na te streven. De relictenatlas is JJ Het Houtland gebaseerd op natuurwetenschappelijke, cultuurhisto- Op basis van de natuurlijke geografische streken en rische, esthetische en sociaal-culturele erfgoedwaar- de cultuurhistorische landschappelijke kenmerken Het zuidoostelijke deel van Oudenburg, met de ker- den. Deze atlas dient als referentie, waarbij enkel die kunnen verschillende landschapseenheden of tradi- nen Westkerke, Roksem en Ettelgem, behoort tot het elementen worden uitgelicht die ruimtelijk een belang- tionele landschappen onderscheiden worden op het Houtland. Het Houtland is een zachtgolvend gebied rijke relictwaarde bezitten. grondgebied van de stad Oudenburg. dat het interfluvium vormt tussen de Leie, de kustvlak- te en het Ijzerbekken.

1 M. Antrop - V. Van Eetvelde, Landschapsdatabank van de provin- cie West-Vlaanderen - eindrapport, 1998

56 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Uittreksel uit de landschapsatlas JJ Relictzones

Relictzones zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- of lijnrelicten, zichten en complexen van ideaal- typische erfgoedelementen. De samenhang tussen de waardevolle landschapselementen is belangrijk voor de waardering van het landschap. Het zijn gebieden waar de kenmerken van de traditionele landschappen nog gaaf en herkenbaar zijn. In de Oudenburg worden onderstaande relictzones (roze kleur op de kaart) on- derscheiden: ●● het poldergebied Klemskerke-Zuienkerke (R30013); ●● het graslandgebied Zwaanhoek-Oudenburg (R30015); ●● de historische polders van Oostende-Zandvoorde (R30018).

Voor elke relictzone zijn in de atlas beleidswenselijk- heden geformuleerd:

Het poldergebied Klemskerke-Zuienkerke Vrijwaren van de resterende open ruimten door het bundelen van de versnijdingen en het groeperen van nieuwbouw bij bestaande kernen, weren van niet grondgebonden landbouw (serreteelt). Vrijwaren van de landschappelijke aard en het areaal aan perma- nent, structuurrijk grasland.

Het graslandgebied Zwaanhoek-Oudenburg Behoud en versterken van de historische landschaps- patronen door voorkomen van verdere versnippering en versterken van de aanwezige patronen. Behoud en versterken van de kenmerkende percelerings- en ontwateringspatronen. Behoud van de karakteristieke geomorfologische patronen. Weren van niet grondge- bonden landbouw.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 57 gebied. Niet-grondgebonden landbouw hoort niet thuis De historische polders van Oostende-Zandvoorde in dit historisch polderlandschap. Behoud van de typische kenmerken van de histo- Zwaanhoek rische polders, vrijwaren van de resterende open In het noorden wordt de ankerplaats doorsneden door ruimten door het bundelen van de versnijdingen en de autoweg van Brugge naar Oostende die op een het groeperen van nieuwbouw bij bestaande kernen, talud ligt. Door het open landschap vormt hij een vi- weren van niet grondgebonden landbouw (serreteelt). suele versnijding van de open ruimte en belemmert hij de doorkijk. In het noordwesten verhoogt men de JJ Ankerplaatsen terreinen voor de uitbreiding van de industrie bij de Oostendse haven. Men zal het bedrijventerrein moe- Ankerplaatsen zijn de meest waardevolle landschap- ten bufferen om de esthetische waarde niet aan te pen van Vlaanderen, waarin een geheel van verschil- tasten. Vanuit Zandvoorde en Oudenburg bedreigt de lende erfgoedelementen (naast landschappelijke ook oprukkende lintbebouwing het open graslandgebied monumentale of archeologische) voorkomt. De anker- en dreigt de open ruimte verbinding met ankerplaats plaatsen werden geïnventariseerd in de landschap- Zoute Kreek-Keignaert bebouwd te worden. Dus de satlas, voor Oudenburg zijn 2 gebieden aangeduid open ruimte van het gehele gebied wordt sterk be- (bruine contour op de kaart): dreigd door bijkomende bebouwing uit verschillende ●● Keignaertkreek en Zoute Kreek (A30008); kanten. De hoogspanningsleiding wordt als storend ●● Zwaanhoek. (A30066). ervaren in dit open landschap.

In de landschapsatlas wordt voor elke ankerplaats een JJ Lijn- en puntrelicten overzicht gegeven van de wetenschappelijke, histori- sche, esthetische en ruimtelijk-structurerende waarde De landschapsatlas geeft voor Oudenburg de volgen- ervan. Bovendien worden aanbevelingen gegeven de lijnrelicten weer: voor de ankerplaatsen. ●● Geleed en Kanaal Oostende-Brugge(L30013); ●● kanaal Nieuwpoort-Plassendale(L30009); Keignaertkreek en Zoute Kreek ●● Moerdijkvaart (L30012); Langs het kanaal dreigt de oprukkende industrie en ●● spoorweg Oostende-Torhout (L30011). bebouwing het zicht van het kanaal op het gebied te verhinderen en vice versa. Heel wat recentere bebou- Als puntrelict worden aangeduid: wing is van weinig landschappelijk belang. De geringe ●● oude abdijhoeve Oudenburg (P30062); bebouwingsdichtheid dient gerespecteerd te blijven. ●● kerk Ettelgem (P30063); De verbinding met ankerplaats Zwaanhoek is zeer ●● St. Omaarskerk Westkerke (P30067); klein en dient behouden. Oprukkende lintbebouwing ●● Plassendalebrug (P30420); vanuit Zandvoorde bedreigt de verbinding tussen bei- ●● hoeve met Rosmolen Ettelgemhoek (P30422). de ankerplaatsen en het zicht van de weg naar het

58 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Biologische waarderingskaart 2.2 Natuur

De natuurlijke structuur wordt in hoofdzaak bepaald door het geheel van rivier- en beekvalleien, reliëfcom- ponenten, natuurcomplexen, ecologische punt- en lijn- relichten.

Op de biologische waarderingskaart worden de voor natuur biologisch waardevolle gebieden aangeduid. In Oudenburg is dat vooral in de omgeving van: ●● Zwaanhoek: dit gebied bestaat hoofdzakelijk uit graasweilanden met een uitgesproken microreliëf als gevolg van vroegere uitveningen of uitbrikken van klei. In het midden van dit gebied liggen bota- nisch gezien waardevolle percelen. Avifaunistisch is de Zwaanhoek een zeer belangrijk gebied; ●● Paddegat (oostelijk deel Noordhoek); ●● Pompje; ●● Moerdijkvaart en Bourgognevaart; ●● Keignaertkreek en Zoute Kreek; ●● Roksemput.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 59 Kaart: Landbouwtyperingskaart 2.3 Landbouw

De landbouw is één van de functies die instaan voor het openhouden van de open ruimte. Op heden wordt het landbouwareaal in hoofdzaak gebruikt voor ak- kerbouw. Een aanzienlijke oppervlakte wordt gebruikt als weiland. De landbouwtyperingskaart laat zien dat deze gronden zeer geschikt zijn voor landbouwdoel- einden. De weilanden situeren zich in hoofdzaak rond de landbouwbedrijven.

De gebieden met zeer hoge waardering als landbouw- grond situeren zich vooral ten noordoosten van de kern Oudenburg (aansluitend bij de autosnelweg), in het uiterste noorden en in het westelijk deel van de gemeente.

60 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 2.4 Synthese bestaande structuur van de open (ten zuiden van de N367) situeert zich terug een open De belangrijkste natuur van Oudenburg wordt gecon- ruimte landschap. Het eerder gefragmenteerd landschap tus- centreerd in een aantal grotere gebieden. Het betreft sen de E40 en de N367 wordt getypeerd door: de volgende gebieden: De ruimtelijke structuur van de open ruimte in Ouden- ●● de bebouwing van de woonconcentraties ●● Zwaanhoek: dit gebied, dat volgens het gewest- burg wordt grotendeels beïnvloed door de aanwezig- Westkerke, Roksem en Ettelgem; plan ook natuurgebied is, heeft een grote ecologi- heid van een aantal visuele en fysische barrières in ●● de landschappelijke impact van de bebouwing van sche waarde; het landschap, namelijk: deze woonconcentraties wordt versterkt omdat ●● Oostends Krekengebied met aansluiting op grond- ●● de autoweg A10 Brugge-Oostende: ter hoogte deze vooral opgebouwd is uit lintbebouwing en gebied van Oostende; van de Zwaanhoek staat dit gedeelte volledig op verspreide woningen. Bovendien zijn er in dit ●● Noordhoek en vooral Paddegat met aansluiting op peilers; gebied een aantal bosjes aanwezig (restanten van grondgebied van Jabbeke; ●● de autoweg A18/E40 Brugge-Veurne: vormt even- het bulkenlandschap). Eén van deze bosjes is de ●● Bourgognemeersen met aansluiting op grondge- eens mee de overgangszone tussen het polder- ‘Reigerie van Westkerke’ met een monumentale bied van Ichtegem; en zandgebied; ingangsdreef, ooit een landschappelijke tuin; ●● de voormalige zandwinningsput Hoge Dijken heeft ●● het kanaal Brugge-Oostende: geaccentueerd met ●● Roksem is gesitueerd op het hoogste punt van de tevens een belangrijke ecologische waarde. bomenrijen, aanwezigheid van jaagpaden; gemeente (ongeveer 15m), dit punt wordt ruimte- ●● het kanaal Plassendale-Nieuwpoort: vrij onzicht- lijk geaccentueerd door de aanwezigheid van een De twee kanalen, de spoorweg, de oude spoorweg- baar in het landschap wegens geen accentuatie watertoren; bedding ‘Groene 62’, en in mindere mate ook de lijnin- met bomenrijen. Aanwezigheid van rijweg langs- ●● alhoewel de twee voormalige zandwinningsputten frastructuren A18 en A10 hebben een grote waarde als heen het kanaal; ‘Hoge Dijken’ en ‘De Kluiten’ een aanzienlijke op- ecologisch verbindingselement. ●● spoorweg Brugge-Oostende: gesitueerd tussen pervlakte hebben, hebben ze een totaal verschil- de A10 en het kanaal Brugge-Oostende. lende impact binnen het landschap. De ‘Hoge Voor de landbouw is Oudenburg een belangrijk ge- Dijken’ is volledig afgesloten en in het groen inge- bied. Buiten de woonconcentraties, de Zwaanhoek Het landschap ten noorden van de A18/E40 wordt kleed, bij ‘De Kluiten’ ontbreekt elke landschap- en een deel van Noordhoek waar de masten zijn in- gekenmerkt door een open karakter met centraal de pelijke inpassing. geplant, wordt het volledige grondgebied gebruikt in kern van Oudenburg en een aantal verspreide wo- functie van de landbouw. De belangrijkste gebieden ningen ten oosten van Oudenburg. De aanwezige Binnen het landschap zijn er nog een aantal bakens zijn: bedrijvigheid ten zuiden van de A10 is visueel sterk waarneembaar, meer bepaald: ●● Oostends krekengebied; waarneembaar in het landschap. Ten noorden van het ●● de watertoren van Roksem op het hoogste punt in ●● het open landbouwgebied tussen het kanaal kanaal Brugge-Oostende bevindt er zich een masten- de omgeving; Plassendaele-Nieuwpoort en de kern Oudenburg, landschap (antennes van Radio Maritieme Diensten), ●● de kerktorens van de verschillende woonconcen- aansluitend bij het grondgebied van Gistel; ter hoogte van Noordhoek-Paddegat. Ondanks het traties (uitgezonderd kerk van Roksem); ●● gebied tussen A10 en stad Oudenburg; grote aantal antennes is de landschappelijke impact ●● windmolens langsheen de A18/E40 op grondge- ●● Noordhoek. ervan eerder beperkt omdat de antennes uit een vrij bied van Gistel; licht materiaal zijn opgetrokken. ●● het mastenlandschap in Noordhoek-Paddegat.

Het landschap ten zuiden van de A18/E40 is geslo- tener dan in het noorden. Richting Gistel en Ichtegem

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 61 Kaart: Bestaande structuur van de open ruimte De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40

Snaaskerke Grootgeleed-Moerdijkvaart (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

62 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Bestaande nederzettingsstructuur Bruggeweg-Brugsesteenweg, Stationsstraat en zichte van een aantal buurgemeenten zoals De Haan Zandvoordestraat; (25,4%), Jabbeke (15,0%), Gistel (19,5%) en Bredene De nederzettingsstructuur is het samenhangend ge- ●● geïsoleerd gelegen bebouwing. (41,5%) blijft de bevolkingstoename in Oudenburg be- heel van (grotere) bebouwingsconcentraties, bijho- duidend lager. Er kan echter ook gewezen worden op rende wegen of straten en percelen. Hierbij kan een 3.1 Voorzieningen en diensten het feit dat het bevolkingaantal in bijvoorbeeld Oos- onderscheid gemaakt worden tussen kernbebouwing, tende (3,0%) en Ichtegem (8,6%) minder snel steeg. overige woonconcentraties en verspreide bebouwing. De gemeente beschikt over een voorzieningenniveau (gemeenschapsvoorzieningen, administratie en han- In alle deelgemeenten is tussen 2002 en 2010 het in- Het begrip ‘bebouwing’ omvat zowel woningen, be- del,…) dat voldoet aan de behoeften van de lokale wonersaantal licht toegenomen. De grootste relatieve drijfs- of industriële gebouwen, recreatieve en toeristi- bevolking. stijging deed zich voor in de deelgemeente Ouden- sche bebouwing als bebouwing voor gemeenschaps- burg (2,0%, +94 inwoners). Westkerke is met een toe- en nutsvoorzieningen. Op het vlak van horeca, handel (supermarkten, sla- name van 21 personen de tweede sterkst groeiende gers, kruidenierszaken, …), gemeenschapsvoorzie- deelgemeente (1,5%). In Ettelgem en Westkerke is de Al naargelang de omvang van de bebouwingsconcen- ningen (rusthuizen, …), administratie en socio-cultu- bevolkingstoename in de periode 2002-2010 eerder traties, het aantal inwoners, de aanwezige voorzienin- rele voorzieningen (sportcentrum, cultureel centrum, beperkt gebleven (resp. 13 en 1 inwoner(s)). gen en functies,… kunnen bebouwingsconcentraties …) is Roksem vooral aangewezen op Oudenburg-Et- gecatalogeerd worden onder kernbebouwing, overige telgem en Westkerke. Westkerke is voldoende uitge- In Oudenburg is de bevolkingstoename, net zoals in bebouwingsconcentraties en verspreide bebouwing. rust om te beantwoorden aan de lokale behoefte aan de meeste omliggende gemeenten, de provincie en voorzieningen en handel. het arrondissement, vooral toe te schrijven aan een De ruimtelijke nederzettingsstructuur van Oudenburg positief migratiesaldo. In tegenstelling tot de algeme- wordt bepaald door de volgende structuurbepalende 3.2 Demografie ne trend echter kent Oudenburg (1992-2016) ook een elementen: overwegend positief natuurlijk overschot. ●● de kernen Oudenburg, Ettelgem en Westkerke; Op 1 januari 2016 telde de stad Oudenburg 9.279 in- ●● Oudenburg heeft een ‘typische’ kernstructuur woners met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van Op het gebied van de leeftijdsopbouw van de bevol- met een centrumgebied. ettelgem daarentegen 261 inwoners per km². king kan gesteld worden dat de stad Oudenburg, sa- wordt gekenmerrkt door een lintvormige structuur men met buurgemeenten Jabbeke, Ichtegem, Gistel (straatdorp). In beide met elkaar vergroeide ker- De verhouding tussen het aandeel van de mannen en en Bredene, in vergelijking met het arrondissement nen komt het wonen gemengd voor met voorzie- vrouwen binnen de bevolking helde in Oudenburg, in Oostende en in mindere mate met de provincie over ningen, handelsactiviteiten, … Hierbij aansluitend januari 2016, iets over in het voordeel van de vrouwen een relatief jonge bevolking beschikt. liggen dan een aantal residentiële en/of sociale (50,4% tegen 49,6% mannen). woonwijken. Langsheen de invalswegen is er vaak De recente bevolkingsevolutie wordt, net als in de rest een sterke verweving van wonen met handelsacti- Tussen 1990 en 2016 is de bevolking in Oudenburg van Vlaanderen, gekenmerkt door een tweetal tenden- viteiten, bedrijvigheid en/of voorzieningen; toegenomen met jaarlijks gemiddeld 38 personen. Dit sen. Enerzijds een trend tot ontgroening van de bevol- ●● het dorp Roksem; komt overeen met een relatieve groei van 12%. De king, of m.a.w. het dalen van het aandeel van de jonge ●● (lintvormige) bebouwingsconcentraties al dan bevolkingstoename in de stad Oudenburg ligt in de pe- bevolking. Anderzijds een trend tot vergrijzing waarbij niet geïsoleerd in de open ruimte zoals Oude riode 1990-2016 onder het arrondissementeel (13,1%) het aandeel bejaarden in de bevolking steeds verder maar boven het provinciaal (7,2%) percentage. Ten op- toeneemt.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 63 ●● een vrij jonge bevolking die de trend tot ont- ●● een zeer hoog aandeel eigendomswoningen en Oudenburg volgt de trend (periode 1990-2016) tot groening slechts beperkt volgt, maar waarbij de daardoor een zeer laag aandeel huurwoningen. ontgroening slechts in beperkte mate. Een mogelijke vergrijzing zich vrij duidelijk manifesteert. De af- De deelgemeenten Oudenburg en Ettelgem heb- verklaring is dat veel jongeren het naburige Oostende hankelijkheid van de niet-actieve t.o.v. de actieve ben de meeste huurwoningen; verlaten op zoek naar werk en/of betaalbare wonin- bevolkingsgroep is in Oudenburg beperkt, maar gen. Heel wat van die jongeren vestigen zich in de om- wel snel stijgend. In Oudenburg zijn twee sociale huisvestingsmaat- liggende gemeenten, waaronder Oudenburg. schappijen actief, namelijk De mandel en Woonwel. 3.3 Woningpatrimonium Daarnaast verhuurt ook het Sociaal verhuurkantoor Op 1 januari 2015 telde Oudenburg 3.822 particuliere JOGI woningen in OudenburgOp het monent van de gezinnen. Het gemiddeld aantal leden per gezin be- De analyse van het woningpatrimonium van Ouden- nulmeting voor het berekenen van het sociaal objectief droeg 2,41 personen. burg is belangrijk om inzicht te krijgen in hoe de be- (1 januari 2008) telde Oudenburg 66 sociale wonin- staande woonkwaliteit versterkt kan worden en welke gen, waarvan 22 sociale huurwoningen en 44 sociale De gemiddelde gezinsgrootte is sinds 1991 gedaald de kwalitatieve woonbehoefte is in de stad. In de ana- koopwingen. van 2,74 personen tot 2,41 personen. Het fenomeen lyse is aandacht besteed aan de typologie van de wo- In de periode 2008-2013 werden 29 extra sociale van de gezinsverdunning kan verklaard worden vanuit ningen, aan de kwaliteit ervan en aan de samenstel- huurwoningen grealiseerd: volgende demografische ontwikkelingen: ling van het woningpatrimonium. ●● 11 woningen door JOGI. ●● de vermindering van het aantal kinderen per ●● 18 woningen door Woonwel in de Dorpsstraat van gezin; Vandaag de dag zijn alleen gegevens beschikbaar van Ettelgem. ●● de toenemende versnippering van gezinnen ten de volks-en woningtelling van 1991. Het belangrijkste gevolge van echtscheiding; zijn dan ook niet de concrete cijfers, maar wel de ge- Op korte termijn werden nog eens 22 sociale koopwo- ●● meer alleenwonenden en éénoudergezinnen; trokken conclusies die een beeld schetsen van het wo- ningen en 37 sociale huurwoningen gerealiseerd: ●● de hogere levensverwachting en de grote zelf- ningpatrimonium in Oudenburg. ●● 22 sociale koopwoningen en 19 sociale huurwo- standigheid tot op hogere leeftijd waardoor het ningen door Woonwel in Westkerke-Blekerij D. aantal alleenstaande bejaarden toeneemt. Op 1 januari 2009 beschikte de stad over 3.900 woon- ●● 18 sociale huurwoningen door Woonwel in gelegenheden. Dit komt overeen met een groei van Westkerke-Slachthuis. Samenvattend kan gesteld worden dat de bevolking 32,6 % ten opzichte van 1991. van Oudenburg gekenmerkt wordt door: Wonen-Vlaanderen voert tweejaarlijks een voort- ●● een toename van de bevolking tussen 1990 en Het woningpatrimonium van Oudenburg wordt geken- gangstoets uit, die nagaat welke inspanningen de 2016. De toename is evenwel beperkter dan in de merkt door: gemeenten leveren om het bindend sociaal objectief meeste omliggende gemeenten. De deelgemeen- ●● een sterk landelijk karakter met overwegend open (BSO) te bereiken. Wonen-Vlaanderen meet elk jaar te Oudenburg kent de snelst groeiende bevolking; bebouwing; – dus ook in de jaren waarin geen voortgangstoets ●● de aangroei van de bevolking in Oudenburg is ●● een relatief jong woningbestand. Een derde van plaatsvindt – het sociaal woonaanbod. vooral het gevolg is van een positief migratie- de woningen in de gemeente dateert van na 1970; saldo en in beperkte mate ook van een natuurlijk ●● een vrij groot aandeel woningen met groot com- De stad Oudenburg heeft in de loop van 2016 het BSO overschot; fort. De deelgemeente Oudenburg beschikt over (inclusief inhaalbeweging) behaald ●● een sterke groei van het aantal gezinnen (hoofd- de meeste woningen met groot comfort, Ettelgem zakelijk alleenwonenden en éénoudergezinnen); over het laagste aantal;

64 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 3.4 Openbare ruimte A10 vormt hier een barrière, maar er zijn viertal De historisch belangrijke kern Oudenburg bevindt onderdoorgangen. Door het landelijk karakter van de gemeente en de zich vrij centraal in de gemeente. Op basis van de ●● Het centrum van Oudenburg wordt behalve vanuit kernen blijft de publieke ruimte eerder beperkt tot de omvang en de aanwezige voorzieningen, (administra- Ettelgem via de Ettelgemsestraat ontsloten door hoofd- en woonstraten en eventueel een (beperkte) tieve) diensten en handelszaken manifesteert Ouden- nog drie invalswegen, namelijk vanuit Zandvoorde pleinstructuur in aansluiting tot een openbaar gebouw burg zich als hoofdkern. De kern beschikt over een (Oostende), vanuit Plassendale en vanuit of kerk (zoals in Oudenburg). Eenmaal buitenshuis voorzieningenniveau dat inspeelt op de behoeften van Westkerke. Tussen alle invalswegen situeren zich vormen deze de leef- en ontmoetingsruimten bij uit- de gemeente en bezit diverse toeristisch-recreatieve diverse recente en minder recente woonwijken. stek. aantrekkingspolen (Abdijhoeve, Stedelijk Archeologi- Langsheen de weg naar Zandvoorde is er tevens sche Museum, sporthal, …). gesloten bebouwing aanwezig. Zoals kan vastgesteld worden in Oudenburg en Et- telgem gaat de aandacht bij de herinrichting van het De kern van Oudenburg is ruimtelijk als volgt opge- De kern Ettelgem heeft zich historisch ontwikkeld openbaar domein, naast het creëren van een kwali- bouwd: langsheen de Dorpsstraat. De kern beschikt over een tatieve leefruimte (handel, werken, wonen), naar ver- ●● Het historisch centrumgebied (’t Steedje) situ- uitrustingsniveau dat tegemoet komt aan de behoeften keersveiligheid en -leefbaarheid. eert zich in een gebied dat vorm gegeven wordt van de lokale bevolking en zich voornamelijk situeert door de Weststraat - Hoogstraat - Marktstraat in de Dorpsstraat. De woonconcentratie is als volgt Er werden reeds diverse initiatieven genomen om de - Sint-Pietersstraat met uitlopers langsheen opgebouwd: bestaande woonstraten als leefruimte in te richten. Zo de Zandvoordestraat en Ettelgemsestraat. Dit ●● Hoofdzakelijk open woonbebouwing die zich kreeg de omgeving Stationsstraat een nieuwe ver- centrum wordt gekenmerkt door gesloten be- enigszins ongeordend verder heeft ontwikkeld keersveilige en -leefbare inrichting waarbij er ook aan- bouwing rondom de kerk en een aantal recente parallel aan de hoofdstraat, waardoor de kern een dacht was voor de integratie en beleefbaarheid van inbreidingsprojecten. lintvormig karakter heeft gekregen. het Oudenburgsvaartje. Bij de herinrichting van de ●● Woongebieden Oudenburg: hoofdzakelijk open ●● De bebouwing reikt tot tegen de A18-autosnelweg, kern van Oudenburg (‘t Steedje) stond het cultuurhis- bebouwing met een groot aantal verkavelingen. die als het ware een noordelijk begrenzing vormt torisch aspect centraal. ●● Woonuitbreidingsgebieden: het noordelijke WUG van de kern. is grotendeels gerealiseerd. Het westelijk WUG is ●● De kern situeert zich tussen 2 uitgestrekte water- gedeeltelijk ingenomen door een bedrijf en is voor plassen, met name ‘Hoge Dijken’ en ‘De Kluiten’. 3.5 Synthese bestaande de rest onbebouwd. ●● In de kern bevinden zich de restanten van een nederzettingsstructuur ●● Er zijn twee ‘uitlopers’ van de kern: één in noor- Romaanse kerk. delijke richting, deze wordt gescheiden door het ●● Het woonuitbreidingsgebied is bijna volledig De fusiegemeente Oudenburg telt drie duidelijke ker- kanaal Plassendale-Nieuwpoort. De woonwijk ligt ontwikkeld (met uitzondering van een aantal nen, met name Oudenburg, Ettelgem en Westkerke, wat geïsoleerd t.o.v. de kern van Oudenburg maar restpercelen). gelegen op de heuvelrug Gistel-Westkerke-Roksem. behoort morfologisch bij Oudenburg. Een andere De kernen kunnen hiërarchisch ingedeeld worden op ‘uitloper’ situeert zich richting Ettelgem. De lint- Westkerke heeft zich historisch ontwikkeld op het basis van een aantal criteria, zoals de omvang van vormige ontwikkeling langsheen de Ettelgemstraat kruispunt van de N367 (Brugge-Nieuwpoort) en de de kern (en het aantal inwoners), het niveau en het heeft er voor gezorgd dat de kern zo goed als N368 (Oudenburg-Knesselare) en is qua omvang en aanbod van de aanwezige voorzieningen en andere vergroeid is met de kern Ettelgem. Enkel de voorzieningenniveau evenwaardig aan de kern Et- activiteiten in de kern. telgem. De kern is voldoende uitgerust om te beant-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 65 woorden aan de behoefte aan voorzieningen en han- ●● Een grensoverschrijdende woonwijk als zuidelijke del van de plaatselijke bevolking. De voorzieningen uitloper van de kern Zandvoorde. situeren zich voornamelijk in het eerste deel van de Gistelsesteenweg. Westkerke is ruitemlijk als volgt op- Het zuidelijke deel van de gemeente, meerbepaald gebouwd: de overgangszone naar de zandstreek, wordt geken- ●● De hoofdzakelijk open woonbebouwing heeft zich merkt door een sterk versnipperd gebied met veel lintvormig ontwikkeld, voornamelijk in zuide- lintbebouwing. De ‘linten’ manifesteren zich niet enkel lijke (Eernegemsestraat) en westelijke richting langsheen de bestaande hoofdassen (zoals de N367 (Gistelsesteenweg). en de N368) als uitlopers van de kern Westkerke maar ●● Er zijn een aantal verkavelingen gerealiseerd in ook langsheen de Oude Brugseweg, de Brugsesteen- zuidwestelijke richting. weg en de zijwegen. ●● Van de drie woonuitbreidingsgebieden zijn en twee gedeeltelijk ontwikkeld. Het zuidelijke woon- Daarnaast worden lintvormige ontwikkelingen aange- uitbreidingsgebied is de laatste jaren gedeeltelijk troffen langsheen de Stationsstraat (richting Plassen- ontwikkeld voor sociale en groepswoningbouw. dale) en de Zandvoordsestraat.

Daarnaast situeren zich in de gemeente nog een aan- tal bebouwingsconcentraties, gelegen buiten de ei- genlijke kernbebouwing. Deze worden vooral geken- merkt door de afwezigheid van een kernstructuur en voorzieningennet. Het betreft vaak bebouwingscon- centraties van een beperkte omvang met een over- wegende woonfunctie. De meeste van deze concen- traties in Oudenburg hebben een eerder lintvormige bebouwingsstructuur.

In Oudenburg worden volgende compacte bebou- wingsconcentraties aangetroffen: ●● Het dorp Roksem in het zuidelijke deel van de gemeente. Roksem heeft niet echt een centrum. Het zijn meer een aantal straten lintbebouwing. Recht tegenover de hedendaags vormgegeven kerk bevindt zich nog een open ruimte. Roksem bevat een tamelijk uitgebreid woonuitbreidingsge- bied dat op vandaag slechts zeer beperkt ontwik- keld is.

66 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Bestaande nederzettingsstructuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 67 4 Bestaande ruimtelijk-economische ca 65%).1 Hiervan wordt 62% gebruikt als akkerland (7,9%). Er waren tevens 83 langdurige (meer dan 1 structuur en 37% als grasland. jaar) niet-werkende werkzoekenden. Dit was 39% van het totaal aantal niet-werkende werkzoekenden. Dit De bestaande ruimtelijk-economische structuur omvat Op het grondgebied van Oudenburg zijn er, op basis percentage is iets lager dan het Vlaamse gemiddelde de samenhang tussen zones of gebieden die voorna- van de landbouwenquête van mei 2012, 77 landbouw- (42%). melijk worden gekenmerkt door de aanwezigheid van bedrijven actief. Hierin waren 145 mensen tewerkge- economische activiteiten. Hierbij wordt aandacht be- steld (waarvan 17 niet-familiale arbeidskrachten). Uit 4.2 Bedrijfs-economisch profiel steed aan de diverse locaties, de omvang, de schaal de landbouwenquête van mei 2010 (laatste keer dat en de aard van de bedrijvigheid. dit onderzocht werd) bleek eveneens dat iets meer Het totaal aantal BTW-plichtige ondernemingen in de dan 50% van de bedrijven een bedrijfsleider ouder dan gemeente bedroeg op 1 januari 2015 781, wat een stij- Met betrekking tot de bedrijvigheid kan een onder- 55 jaar had. ging is van 28% ten opzichte van het jaar 2000. Deze scheid gemaakt worden tussen industriële en am- 781 ondernemingen bestonden voor 63% uit zelfstan- bachtelijke bedrijven en handel en horeca. 4.1 Sociaal-economisch profiel digen en voor 37% uit handelsondernemingen.

De bedrijvigheid concentreert zich in Oudenburg In 2014 bedroeg de werkzaamheidsgraad2 in de ge- In 2005 (meest recent gevonden cijfers) waren de be- vooral op het bedrijventerrein Steengoed en onder de meente Oudenburg 75,4. Dit is een stijging van meer langrijkste economische activiteiten4 in Oudenburg de vorm van ‘verspreide bedrijvigheid’ wat zowel de soli- dan 5% ten opzichte van 2003. Oudenburg scoort volgende: tair gelegen bedrijven omvat als kleine groeperingen hiermee hoger dan het gemiddelde in het Vlaams Ge- ●● groot- en detailhandel, reparatie ...: 51,3%; (concentraties) van aan elkaar grenzende bedrijven. west (71,6). ●● industrie: 20,2%; ●● hotels en restaurants: 1,1%; De meeste handels -en horecazaken situeren zich in De werkgelegenheidsgraad of jobratio3 geeft aan in ●● vervoer, opslag en communicatie: 8,5%; of in de directe nabijheid van de centrumgebieden van hoeverre er veel of weinig jobs zijn in een bepaald ●● onroerende goederen, verhuur en diensten aan de diverse kernen of sluiten aan op de bestaande ne- geografisch gebied. Hierbij wordt de verhouding ge- bedrijven: 2,5%; derzettingsstructuur. Op diverse plaatsen langsheen nomen tussen het totaal aantal arbeidsplaatsen (de ●● bouwnijverheid: 12,8%; de N367 en de N368 bevinden zich handelsactivitei- totale werkgelegenheid) in een bepaald geografisch ●● andere: 3,6%. ten, al of niet aansluitend bij een bedrijf, die inspelen gebied en het totaal aantal inwoners op beroepsactie- op het vele doorgaand verkeer of de aanwezige zicht- ve leeftijd. In 2014 bedroeg de jobratio in de gemeente Voor verschillende diensten en voorzieningen (hoger locatie. 41,5. Dit betekent dat er binnen de gemeente slechts onderwijs, ziekenhuizen, enz...) zijn de inwoners van De landbouw is niet alleen een belangrijk gegeven in voor een grote 40 % van de beroepsactieve bevolking Oudenburg aangewezen op beter uitgeruste regionale functie van de open ruimte, maar het is eveneens een een job beschikbaar is. In vergelijking met het Vlaams steden (Oostende, Brugge). wezenlijke economische component in Oudenburg. Gewest (74,3) scoort de gemeente hier een heel stuk lager. Inwoners van Oudenburg zijn dus voor een De bedrijven, gevestigd in Oudenburg, werden in 2003 Het belang van de landbouw blijkt uit het aandeel van groot deel aangewezen op jobs buiten de gemeente. geïnventariseerd in het kader van het sectoraal BPA de oppervlakte aan cultuurgrond (2232 ha of 63%), In 2014 bedroeg de werkloosheidsgraad in Oudenburg zonevreemde bedrijven. In deze inventaris werden 54 wat in lijn ligt met het gemiddelde in de provincie (cir- 5,0%. Deze was lager dan het Vlaamse gemiddelde bedrijven opgenomen (excl. landbouwbedrijven). In 1 Bron: Landbouwenquête mei 2012 volgorde van belangrijkheid hadden ze vooral de vol- 2 Werkzaamheidsgraad = (werkenden/bevolking)*100 3 Jobratio = aantal jobs t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd 4 Bron: FOD Financiën

68 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI gende bedrijfsactiviteiten: garage-carrosserie, hout, het gaat om grensoverschrijdende terreinen met de Ten zuiden van Roksemput is op het gewestplan een bouw, metaal en vervoer. buurgemeenten Oostende en Gistel. beperkte zone bestemd voor ambachtelijke bedrijvige- heid en KMO. Het betreft solitair gelegen bedrijvigheid. 4.3 Synthese bestaande ruimtelijk-economi- Een gedeelte van het regionaal bedrijventerrein Plas- sche structuur sendale 2 is gelegen op grondgebied van de stad Nabij de kern Oudenburg situeren zich nog een aantal Oudenburg. Het terrein situeert zich ten noorden van langsheen het kanaal gelegen individuele bedrijven: Op het grondgebied van Oudenburg ligt één lokaal Zwaanhoek, aansluitend op het grondgebied van Oos- één ten noorden van de kern, opgenomen binnen het bedrijventerrein waarop diverse bedrijven gelegen tende. BPA Zandvoordebrugstraat en één bedrijf ten westen zijn; Steengoed aan de Stationsstraat. Het bedrijven- van de kern vervat binnen het BPA Weststraat. Deze terrein ‘Steengoed’ is het meest recent ontwikkelde In het BPA Waerebrug (MB 26/09/1996), gelegen ten bedrijven (Verhelst en De Meulenaere) hebben echter terrein binnen Oudenburg. zuiden van de Gistelsteenweg op de grens met Gistel, recent hun activiteiten op deze locatie stopgezet is een kleine KMO-zone opgenomen. Het betreft hier De overige in de gemeente gesitueerde bedrijvigheid een zone grensoverschrijdend met Gistel. Het gebied Naast bovenvermelde bedrijvigheid zijn er binnen de betreft vooral ‘verspreide bedrijvigheid’. Deze om- was volledig ingenomen door het toeleveringsbedrijf woonkernen en -concentraties lokale voorzieningen vat zowel de solitair gelegen bedrijven als kleine groe- Steelandt, dat sinds kort zijn activiteiten op deze loca- aanwezig. Dit hoofdzakelijk binnen de kern Ouden- peringen van aan elkaar grenzende bedrijven. tie heeft gestopt. Ondertussen hebben zich drie Ou- burg. denburgse bedrijven (Pyra, Monbaliu en Meyns) op dit In de gemeente komen er een aantal grootschalige terrein hervestigd. (bouw)bedrijven voor. Deze situeren zich voorname- lijk langsheen de N358 en het kanaal (Lithobeton, Het bedrijventerrein ‘IJzerweg’, gelegen langsheen De Meulenaere, Verhelst Grondwerken, bouwbedrijf het kanaal Plassendale-Nieuwpoort in het uiterst wes- Verhelst) én de N367 (Steelandt en diverse kleinere), telijk deel van de gemeente Oudenburg betreft een die samen als dragers van bedrijvigheid mogen be- met Snaaskerke grensoverschrijdende zone. schouwd worden. Voor de bedrijvigheid aansluitend bij de Brugsesteen- Op Oudenburgs grondgebied heeft men een bedrij- weg en Eernegemsestraat in Westkerke is het BPA venzone voor milieubelastende industrieën, gelegen Westkerke Centum Oost (MB 07/07/1992) opgemaakt. ten zuidoosten van de kruising A10-kanaal van Plas- Een ambachtelijke zone maakt deel uit van dit BPA. sendale. Dit bedrijventerrein is tot stand gekomen via Op het gewestplan was deze zone deels woonzone, het B.P.A. ‘Witte Bergen’ (MB 30/6/1994). Het bedrij- deels zone voor dagrecreatie. venterrein ‘Witte Bergen’ is het grootste bedrijventer- rein in Oudenburg. Dit gebied is volledig gerealiseerd In het BPA Roksem-Hoge Dijken (MB 22/06/1994) zijn en in gebruik. een tweetal zones voor ambachtelijke bedrijvigheid voorzien in afwijking van de oorspronkelijke gewest- Een drietal andere, op het gewestplan ingekleurde, planbestemming. Het betreft verspreide bedrijvigheid. terreinen voor industrie bevinden zich slechts voor een klein gedeelte op grondgebied van Oudenburg;

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 69 Kaart: Bestaande ruimtelijk-economische structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Plassendale 2 Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek Witte Bergen

GR 62 Steengoed

Verhelst Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke De Meulenaere IJzerweg

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

Westkerke Brugsesteenweg

GISTEL (Gistel) Bekegem Waerebrug (Ichtegem)

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

70 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 5 Bestaande toeristisch-recreatieve stratenpatroon teruggaat op het castellum, de allure van de abdijsite om te vormen tot een dynamisch cul- structuur gekregen van een ‘klein mekka van de archeologie’. tuur-toeristisch centrum.

In dit luik worden de elementen belicht die de onder- Sinds de jaren ‘90 wordt het archeologisch en ge- 5.2 Patrimonium legger vormen voor de toeristisch-recreatieve struc- schiedkundig belang van de gemeente ten volle er- tuur of activiteiten in de gemeente Oudenburg. Het kend en wordt er gewerkt aan de communicatie hier- Met haar Romeinse geschiedenis en de aanwezig- betreffen vooral die elementen die een aantrekkings- omtrent. heid van heel wat waardevolle gebouwen zoals een kracht uitoefenen op dagtoerisme en bewegingsrecre- Romaans kerkje, de Abdijhoeve, het Stedelijk Arche- atie, veelal in openlucht. Het Stedelijk Archeologisch Museum, gelokaliseerd in ologisch Museum, de ‘Witte Molen’, de Klokhofstede, het voormalig abtsgebouw van de abdij, bevat een col- de omgeving van Plassendale (met Spaans Tolhuisje), 5.1 Oudenburg en het Romeinse Rijk lectie Romeinse voorwerpen uit de vierde eeuw die in de ‘Reigerie van Westkerke’, … beschikt Oudenburg Oudenburg zijn opgegraven. Ook een aantal voorwer- over heel wat bezienswaardigheden. Oudenburg heeft, gelegen op de rand van de polders, pen i.v.m. de geschiedenis van de Sint-Pietersabdij een niet onbelangrijke rol gespeeld in de Romeinse zijn in het museum ondergebracht. 5.3 Natuur tijd, onder meer als onderdeel van een grote verdedi- gingslinie aan de kust, de ‘Litus Saxonicum’. Sporen JJ R.O.M.A-project De ‘Kleine Keignaert’, ‘Puidenbroeken’ (natuurtechni- van deze laat-Romeinse militaire aanwezigheid om- sche inrichting t.b.v. Zuidgeleed) en de ‘Hoge Dijken’ vatten niet enkel de resten van de nederzetting zelf, In 2002 werd een samenwerkingsverband opgestart zijn belangrijke natuurgebieden op het grondgebied maar ook een belangrijk grafveld en de resten van een met de gemeenten Aardenburg en Maldegem die, net van de stad die tevens een educatieve en toeristisch- militair hospitaal zijn aangetroffen bij archeologische als Oudenburg, een romeins castellum gekend heb- recreatieve functie (passieve recreatie) vervullen of opgravingen in de gemeente. ben. De samenwerking kreeg de naam R.O.M.A; Ro- althans mogelijkheden daartoe hebben. meinen in Oudenburg, Maldegem en Aardenburg. Met Oudenburg heeft, sinds de ontdekking in de jaren ‘50 de subsidies die gepaard gingen met het project kreeg De ‘Hoge Dijken’ is een voormalig zandwinningsge- dat er in de ondergrond resten en sporen te vinden zijn Oudenburg de kans het Stedelijke Archeologisch Mu- bied. Het 52 ha tellende gebied is een belangrijk vo- van een volledig Romeins castellum en dat zelfs het seum te restaureren en uit te breiden en de omgeving gelgebied. In functie van natuureducatie beschikt het

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 71 domein ‘Hoge Dijken’ over een bezoekerscentrum ‘De Op het grondgebied van de stad Oudenburg lopen een ger ter hoogte van sluizencomplex Plassendale, aan Grote Zaagbek’. aantal (boven)lokale routes, de belangrijkste zijn: het Tolhuis, Vaartdijk-Zuid. ●● provinciale autoroute Hoeveroute (68 km): deze 5.4 Fiets- en wandelnetwerk verkent het polderlandschap tussen Oostende en 5.6 Ondersteunende toeristisch-recreatieve Diksmuide; voorzieningen Met de fiets- en wandelnetwerken in en om de ge- ●● De Groene 62 (20 km): oude spoorwegbedding meente is sprake van ‘recreatief medegebruik’, wat tussen Torhout en Oostende die omgevormd is tot Op het vlak van verblijfsrecreatie beschikt de gemeen- verwijst naar recreatieve activiteiten die ontwikkeld fietsas. te over een beperkt aanbod aan overnachtingsmoge- worden in gebieden die hiervoor niet specifiek werden ●● Oude Dijken provinciale recreatieve fietsroute: lijkheden. Voor kampeerwagens is in de Stationsstraat voorbehouden. deze fietsroute (43 km) beoogt een verkenning een zone ingericht met zgn. ‘sanistations’. van het West-Vlaamse polderland ten oosten Op grondgebied van de gemeente liggen diverse ho- Recreatief medegebruik is een vorm van recreatie van Oostende. De route loopt o.a. over De Haan reca-aangelegenheden, zoals cafés, restaurants en waarbij het landschap wordt benut voor recreatieve Vlissegem, Stalhille, Klemskerke, Ettelgem en tavernes. De belangrijkste bevinden zich in de kernen doeleinden als recreatieruimte en waarbij de gege- Oudenburg; Oudenburg en Ettelgem. venheden van landschap als recreatieve voorziening ●● Oudenburgse poëzieroute (13 km): een lus- fungeren. Een voorbeeld hiervan is het open stellen vormige fietsroute die voert langs panelen met 5.7 Recreatieve voorzieningen van land- en boswegen voor fietsers, wandelaars, ... gedichten. Oudenburg beschikt over tal van outdoor-recreatieve Diverse gebieden in de gemeente, zoals o.a. de jaag- 5.5 Pleziervaart voorzieningen zoals voetbalvelden, basketbalterrei- paden langs de kanalen, worden gekenmerkt door nen, boogschutters- en petanqueterrein, tennisterrei- recreatief medegebruik. Een van de meest voorko- Oudenburg is bereikbaar via het kanaal Plassendale- nen, skate- en skeelerterrein en speelterreinen. De mende vormen recreatief medegebruik zijn de beweg- Nieuwpoort. Er zijn drie aanlegsteigers beschikbaar: grootste concentratie aan voorzieningen is gesitueerd wijzerde routes (auto-, fiets- en wandelroutes). één ter hoogte van de Groenedijkstraat, één ter hoog- in de Bekestraat te Oudenburg. In de kernen West- te van de Stationsstraat en één recent verlengde stei- kerke en Roksem zijn de voorzieningen beperkt.

Hengelen is mogelijk op de volgende locaties : ●● kanaal Plassendale-Nieuwpoort; ●● Hoge Dijken; ●● visvijver naast de voormalige sporthal in de Oude Brugseweg (Roksem ); ●● Oudenburgs Vaardeken; ●● Zuidgeleed en Noordgeleed.

De indoor-activiteiten concentreren zich rond de sport- hal Ter Beke aan de Bekestraat.

72 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Bestaande toeristisch-recreatieve structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Brugge 4 Gent

3

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke 1

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem 5

A18-E40 2 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 73 6 Bestaande verkeers- en Beide snelwegen komen samen juist ten oosten van dig de bedrijvenzone ontsluit. Aan de zuidzijde, biedt vervoersstructuur Oudenburg, in Jabbeke. de op- en afrit ook een vlotte aansluiting van de kern van Oudenburg richting Jabbeke-Brussel. De verkeersinfrastructuur bepaalt in grote mate de re- Sinds kort is het aansluitingscomplex E40-A10 vervol- laties tussen de nederzettingsstructuren. De lineaire ledigd. Hierdoor kan het verkeer komende vanuit de In de gemeente lopen verschillende secundaire we- structuur van verkeersinfrastructuur heeft een groot E40 uit de richting van Veurne afslaan naar de A10 in gen, geselecteerd in het PRS: de N367 en delen van structurerend vermogen voor de open ruimte. Niet al- de richting van Oostende, en omgekeerd. Dit laat toe de N368, de N358 en de N346. In Oudenburg hebben leen de aanwezigheid van dergelijke (lijn)infrastructu- een deel doorgaand verkeer uit Oudenburg te weren. deze wegen vooral een ontsluitende functie voor de ren, maar ook de aard en de diversiteit, zijn in veel regio; er zijn geen grote (inter-)regionale verbindings- gevallen de bepalende factor (geweest) voor de ont- De A18 heeft geen op- en afritten in Oudenburg. Er assen. wikkeling van nederzettingsstructuren, activiteiten en wordt gebruik gemaakt van de op- en afritten van Jab- functies. beke en Gistel. Verder zijn er nog een aantal verbindingsstraten tus- sen de verschillende kernen. De secundaire wegen en 6.1 Wegeninfrastructuur Recent is er aan de A10 Jabbeke-Oostende een halve lokale verbindingswegen worden voor een groot deel aansluiting gemaakt ter hoogte van de Stationsstraat gekenmerkt door lintbebouwing. De verbindingswe- De gemeente is doorsneden door twee snelwegen: (N358). Er is enkel een op- en afrit van en naar de rich- gen lopen doorheen de dorpskernen. ●● de E40 Brussel-Veurne, geselecteerd als hoofd- ting Jabbeke, niet van en naar Oostende. Deze op- en weg. De E40 is een verbinding op Vlaams en afrit biedt een bijkomende ontsluiting voor de bedrij- In het centrum van Oudenburg loopt de belangrijkste internationaal niveau; venzone van Plassendale, de haven van Oostende en verkeersstroom vanuit de Westkerksestraat (N368) ●● de A10 Jabbeke-Oostende, geselecteerd als Bredene. Hiertoe is in Plassendale een nieuwe, rui- via de Hoogstraat-Marktstraat naar de Stationsstraat, primaire weg I. Deze weg sluit de haven en het mere brug over het kanaal van Plassendale en over richting Plassendale. Een andere stroom loopt vanuit regionaalstedelijk gebied van Oostende aan op het kanaal Oostende-Brugge gerealiseerd. Naar de de Westkerksestraat via de Weststraat-Zandvoordse- het hoofdwegennet. N9 toe is een nieuw wegtracé aangelegd, dat gelijktij- straat naar Zandvoorde toe. Verder is er een stroom langsheen het kanaal van Plassendale (N358 Stati- Zicht op de E40 Zicht op de Ettelgemsestraat ter hoogte van de Vrijboom onsstraat-Vaartstraat-Keiweg). De Ettelgemsestraat heeft een veel beperktere verkeersfunctie.

De andere straten in de kern van Oudenburg hebben nauwelijks een doorgangsfunctie.

‘s Morgens beweegt de grootste verkeersstroom zich duidelijk in de richting van Oostende. Afhankelijk van de precieze herkomst en bestemming worden ver- schillende routes gevolgd: Stationsstraat, Zandvoor- destraat en Oostendsesteenweg. ‘s Avonds verloopt de verkeersstroom vooral in de omgekeerde richting, vanuit Oostende.

74 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI In Ettelgem is de hoofdstraat vooral ingericht in functie 6.4 Waterwegen Beide kanalen hebben ook een recreatieve functie. van de leefbaarheid en de lokale ontsluiting, minder als verbindingsweg. Aan de noordzijde van de gemeente stroomt het ka- naal Brugge-Oostende. Het kanaal verbindt de haven 6.2 Fietsverkeer van Oostende en de bedrijvenzone Plassendale naar Zeebrugge en naar het binnenland toe. Verschillende verbindingswegen zijn voorzien van een fietspad. Buiten die verbindingswegen voor het auto- Van Oostende tot Brugge/Zeebrugge is het kanaal toe- verkeer zijn heel wat woonstraten en landbouwwegen gankelijk voor schepen van 2000 ton. Verder tussen belangrijk voor de fietser. Ze vormen vaak kortere of Brugge en Gent is het actuele kanaal bevaarbaar voor aantrekkelijker routes voor het fietsverkeer. schepen van 1350 ton.

Oudenburg heeft ook enkele belangrijke recreatieve Langs het kanaal Brugge -Oostende zijn geen loska- routes: de jaagpaden langs de twee kanalen en de des op het grondgebied Oudenburg. ‘Groene 62’, op de bedding van de vroegere spoorlijn 62 Oostende-Torhout. Ter hoogte van Plassendale takt het kanaal Plassen- 6.3 Openbaar vervoer dale-Nieuwpoort aan, dat langsheen de woonkern van Oudenburg passeert. Dit kanaal is slechts toegankelijk De spoorlijn Oostende-Brussel doorsnijdt de noord- voor vaartuigen tot 300 ton, wat momenteel nauwelijks zijde van de gemeente. De lijn heeft vooral een functie concurrentieel vervoer toelaat. Het kanaal heeft dan voor het reizigersverkeer, maar wordt ook benut voor ook sinds jaren nauwelijks of geen functie meer voor het goederenvervoer, voor de ontsluiting van de haven het goederenvervoer. van Oostende. Spoorlijn Oostende-Brussel Recreatieve functie van het kanaal Brugge-Oostende Het NMBS-station in Oudenburg bestaat nog, maar er stoppen geen treinen meer. Voor het treinvervoer is Oudenbrug aangewezen op Oostende of Brugge.

De buslijnen in Oudenburg zijn gericht op Oostende en Brugge. Het centrum van Oudenburg heeft een vrij goede verbinding met Oostende. Er zijn in Oudenburg geen belangrijke structurele doorstromingsproblemen voor het openbaar vervoer.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 75 Kaart: Bestaande verkeers- en vervoersstructuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek A10-E40

GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

Westkerke

GISTEL (Gistel) Bekegem (Ichtegem)

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

76 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 7 Synthese van de bestaande ruimtelijke ●● de (lintvormige) bebouwingsenclaves , met name: ●● een watergebonden bedrijvenzone (Lithobeton) structuur ●● uitloper Zandvoorde; aan de Ijzerweg bij Snaaskerke; ●● uitloper Zerkegem; ●● ten oosten van de Eernegemsestraat in Dit hoofdstuk geeft een overzicht weer van de struc- ●● uitloper Gistel; Westkerke ; tuurbepalende elementen van de bestaande ruimte- ●● Stationsstraat; ●● aan de Oude Bruggeweg (Senesael). lijke structuur op het grondgebied van de gemeente ●● Oude Brugseweg; ●● op verschillende plaatsen langs de N358 en het Oudenburg. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt ●● Oude Bruggeweg; kanaal. tussen de elementen van de bebouwde ruimte, de ●● Brugsesteenweg; open ruimte en de aanwezige lijninfrastructuren. ●● Eernegemsestraat tot kerkhof. ●● de sportvoorzieningen, zoals ter hoogte van: ●● de Bekestraat (Oudenburg); JJ Bebouwde ruimte ●● de grootschalige bedrijvigheid en bedrijvenzones, ●● de Vijfwegstraat (Ettelgem). meerbepaald: Inzake de bebouwde ruimte kunnen volgende struc- ●● het bedrijventerrein ‘Steengoed’, ten noorden ●● de toeristisch-recreatieve voorzieningen, tuurbepalende elementen onderscheiden worden: van de kern Oudenburg; meerbepaald: ●● het bedrijventerrein ‘Witte Bergen’, ten noorden ●● ‘t Steedje en het Stedelijk Archeologisch ●● de kernbebouwing, waarbij volgende hiërarchie van de kern Oudenburg; Museum in de kern Oudenburg; kan gedetecteerd worden: ●● een deel van het RO-bedrijventerrein ●● de voormalige spoorwegbedding of ‘Groene ●● de met elkaar verweven kernen Plassendale 2 ten noorden van de spoorlijn, 62’; Oudenburg-Ettelgem; aansluitend bij Oostende; ●● pleziervaart op de kanalen; ●● het dorp Westkerke; ●● ‘Waerebrug’ (Steelandt) aan de N367; ●● natuureducatie ‘Hoge Dijken’. ●● het dorp Roksem.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 77 JJ Open ruimte ●● groenstructuren: Voorts kunnen in de gemeente nog volgende belang- ●● de ‘Reigerie van Westkerke’; rijke (inter)gemeentelijke verbindingswegen aange- De natuurlijke, landschappelijke en agrarische struc- ●● Hoge Dijken; troffen worden: tuur vormen de structuurbepalende componenten van ●● bomenrijen langs het kanaal Brugge-Oostende; ●● de Zandvoordestraat; de open ruimte. Landbouw kan beschouwd worden als ●● de Oostendsesteenweg; de hoofdgebruiker, waarbij deze tevens een belang- ●● reliëfcomponenten: ●● de Zerkegemsestraat; rijke rol vervult in het vrijwaren van de open ruimte- ●● de heuvelrug te Gistel-Westkerke-Roksem; ●● de Zeeweg. gehelen. ●● het hoogste punt te Roksem

De structurele dragers van de open ruimte: ●● bakens: ●● watertoren Roksem; ●● het agrarisch polderlandschap ●● kerktorens; ●● masten Noordhoek. ●● het zandgebied JJ Lijninfrastructuur ●● kanalen, beken en waterplassen: ●● kanaal Brugge-Oostende; In de gemeente liggen volgende lijninfrastructuren van ●● kanaal Plassendale-Nieuwpoort; bovengemeentelijk belang: ●● Roksemput; ●● de autosnelwegen A10 en A18; ●● De Kluiten; ●● N367; ●● Bourgognevaart; ●● N368, tussen Oudenburg en Knesselare; ●● Grootgeleed-Moerdijkvaart; ●● N358; ●● Kleine Keignaert ●● N346; ●● de spoorlijn Oostende-Brussel.

78 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Bestaande ruimtelijke structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Verhelst Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke De Meulenaere

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 79 80 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 8 Bestaande structuur van de kernen zuiver residentiële woonwijken ingeplant met over- lintbebouwing langs de Ettelgemsestraat en de wegend open, alleestaande bebouwing. Op de Goesmansweg. Langs de Bloemenlaan in de hoek van de Stationsstraat en de Vaartstraat is de gemeentelijke begraafplaats gelegen. Opvallend 8.1 Dubbelkern Oudenburg-Ettelgem site van het (voormalige) bedrijf Verhelst gelegen. is het feit dat het gebied tussen de Abdijlaan en ●● Tussen de Zandvoordestraat en de de Stationsstraat volledig onbebouwd gebleven is, 8.1.1 Kern Oudenburg Westkerksestraat: Dit gebied wordt gekenmerkt waardoor de open ruimte tot vlak bij het centrum door de aanwezigheid van enerzijds (oudere) van de kern Oudenburg gelegen is. De opbouw van Oudenburg wordt besproken aan de woonontwikkelingen met een menging van open hand van de verschillende fragmenten en hun speci- (Burgstraat, Jeugdpad, tweede deel kasteeldreef, De perifeer gelegen woonontwikkelingen: fieke eigenschappen: tweede deel Akkerstraat...), halfopen (Hoogwegel, ●● Ten noorden van het kanaal Nieuwpoort- Goedeboterstraat, Brouwerijstraat,...) tot gesloten Plassendale heeft zich, geënt op de Het historische, functionele en ruimtelijke centrum van bebouwingstypologiën (eerste deel Kasteeldreef, Zandvoordestraat, een woonwijk ontwikkeld met de kern Oudenburg, ‘t Steedje genoemd, situeert zich eerste deel Akkerstraat,...) en anderzijds een een mengeling van open en halfopen residentiële in de vierhoek gevormd door de Sint-Pietersstraat, meer recentere ontwikkeling met open bebouwing bebouwing. Daarnaast loopt de lintbebouwing de Weststraat, de Hoogstraat en het/de Marktplein/ langs de Rozenlaan. Langs de brouwerijstraat langs de Zandvoordestraat, die grotendeels Marktstraat en met uitlopers langsheen de Zandvoor- is een school gevestigd. Ten westen van deze bestaan uit gesloten bebouwing, bijna door tot destraat en de Ettelgemsestraat. Dit centrum wordt woonontwikkelingen is een uitgereid woonuitbrei- de kern Zandvoorde (met uitzondering van een gekenmerkt door gesloten tot halfopen bebouwing en dingsgebied gelegen, waarbinnen het (voorma- beperkte open ruimtecorridor). een aantal recentere inbreidingsprojecten. Binnen dit lige) bedrijf De Meulenaere en een serrecomplex ●● Langs de Westkerksestraat loopt de lintbebou- centrumgebied zijn het Limburg an der Lahnpark met gevestigd zijn. wing, die bestaat uit halfopen en gesloten bebou- de kerk, het Le Marais Vernierplein met de stadhuis ●● Tussen de Westkerksestraat en de wing, door tot aan de snelwegkruising. en het marktplein gelegen. De belangrijkste voorzie- Ettelgemsestraat: Dit is een eerder diffuus gebied ●● Ook langs de Ettelgemsestraat en de ningen, detailhandelszaken en horecazaken zijn te met een mengeling van wijkontwikkelingen met Vrijboonstraat loopt de lintbebouwing, bestaande vinden langs de Hoogstraat, de Marktstraat, de Ma- overwegend open bebouwing (Groeningestraat- uit gesloten, halfopen en open bebouwing door tot riastraat, de Weststraat en de uitlopers langs de Et- Hoverniersstraat), lintbebouwing (langs de aan de snelwegkruising/Pompestraat. telgemsestraat en de Zandvoordestraat. Binnen het Nieuwstraat, Aernoudstraat en Zeeweg) en centrumgebied komen heel wat beschermde monu- agrarische bedrijfszetels. Langs de Bekestraat 8.1.2 Kern Ettelgem menten en erfgoedelementen voor. De abdijhoeve en is het sportcomplex ‘Ter Beke’ gelegen met een het abtspark zijn gelegen ten westen van de Stations- sporthal, verschillende voetbalvelden en overige De kern Ettelgem heeft zich historisch lintvormig ont- straat-Marktstraat. Het Romeins Archeologisch Mu- sportinfrastructuren. Verder wordt het gebied wikkeld langs de dorpsstraat. Het historische, func- seum (RAM) is gelegen langs de Marktstraat, in het doorsneden door de Stedebeek. tionele en ruimtelijke centrum van de kern Ettelgem abtsgebouw van de voormalige Sint-Pietersabdij. ●● Tussen de Ettelgemsestraat en de Stationsstraat: situeert zich langs de Dorpsweg, in de onmiddellijke De woonontwikkelingen binnen dit gebied be- omgeving van de Sint-Eligiuskerk. Dit centrum bestaat De woonontwikkelingen tussen de verschillende in- perken zich tot een aantal sociale woonwijken uit een gesloten bebouwingsstructuur, met de aanwe- valswegen. (Kapelhofstraat, Lindelaan-Bloemenlaan) en een zigheid van een aantal kleinhandels- en horecazaken ●● Tussen de Stationsstraat en de Zandvoordestraat: aantal wijken met overwegend open bebouwing en een school. Parallel met de Dorpsstraat heeft zich Tussen de twee invalswegen zijn verschillende (Abdijlaan, Cottemweg, Madeliefjesstraat,...) en langs de Oudekerkwegel een residentieel woonlint

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 81 Kaart: Bestaande ruimtelijke structuur van de dubbelkern Oudenburg-Ettelgem

A10-E40

Witte Bergen Zwaanhoek

Steengoed LO

OUDENBURG

Abtspark

‘t Steedje OCMW

Ettelgem

De Kluiten Roksemput

A18-E40

82 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI met open bebouwing ontwikkeld. Langs de Oudekerk- ●● Het woonuitbreidingsgebied Westkerke-noordoost straat is het kerkhof gelegen. De kern is verder ontwikkeld via lintbebouwing langs is gelegen tussen de bebouwing langs de de vier genoemde wegen: Westkerksestraat, langs de Oude Brugseweg en In noordwestelijke richting heeft de kern zich verder ●● Het lint langs de Westkerksestraat is een hoofd- langs de Brugsesteenweg. Het is slechts zeer ontwikkeld als een bebouwingslint met overwegend zakelijk residentieel lint met gesloten, halfopen en beperkt aangesneden. halfopen tot gesloten bebouwing langs de Dorps- open bebouwing. Dit lint loopt niet zo ver door in ●● Het woonuitbreidingsgebied Westkerke-zuid is straat-Schoolstraat, dat tot aan de autosnelweg/De- noordelijke richting. gelegen in het zuiden van de kern Westkerke, in moniemolenstraat reikt. Op die manier worden de ker- ●● Het lint langs de Brugsesteenweg is eveneens de driehoek gevormd door de bebouwing langs nen Oudenburg en Ettelgem enkel gescheiden door een hoofdzakelijk residentieel lint met gesloten, de Gistelsesteenweg, de Blekerijstraat en de de autosnelweg. halfopen en open bebouwing. Binnen dit lint zijn Pardoenstraat. Een klein stuk is nog gelegen enkele kleine bedrijfjes gelegen. Dit lint loopt door tussen de Blekerijstraat en de bebouwing langs In zuidoostelijke richting heeft de kern zich op een tot in Roksem. de Eernegemsestraat. Dit gebied is reeds gedeel- tamelijk diffuse manier verder ontwikkeld als bebou- ●● Het lint langs de Eernegemsestraat is een ge- telijk aangesneden voor hoofdzakelijk sociale- en winglinten met open, halfopen en gesloten bebouwing mengd lint met woonbebouwing, voorzieningen groepswoningbouw. langs de Dorpsstraat en de Vijfwegstraat-Oude Brug- en (tamelijk grootschalige) bedrijvigheid (Kemel- seweg. Het woonuitbreidingsgebied tussen de Dorps- Walleyn, Tanghe electro). Dit lint heeft in aanzet 8.2.2 Kern Roksem straat en de Vijfwegstraat is grotendeels ontwikkeld, een gesloten karakter maar wordt opener weg van op een aantal percelen langs de Dorpsstraat en de het centrum. Het loopt zeer ver door in zuidelijke Roksem is een kern zonder echt centrum die zich heeft Korte Vijfwegstraat na. Langs de Vijfwegstraat is een richting. De begraafplaats van Westkerke is langs ontwikkeld onder de vorm van lintbebouwing langs de voetbalterrein gelegen, achter de bebouwing langs de dit lint gelegen. Brugsesteenweg en de Oude Brugseweg en parallel Oude Brugseweg een (grootschalig) bedrijf. De kern ●● Het lint langs de Gistelsesteenweg is een ge- hierop de Zeeweg en de Pastoriestraat. Het lint langs wordt in westelijke richting begrensd door de Roksem- mengd lint met woonbebouwing, kleinhandel en de Brugsesteenweg is gemengd met de aanwezigheid put. horeca. Ook dit lint heeft in aanzet een gesloten van woningen, kleinhandel, horeca en bedrijvigheid. karakter maar wordt opener weg van het centrum. De overige linten zijn overwegend residentieel. 8.2 Dubbelkern Westkerke-Roksem Het loopt zeer ver door in westelijke richting. ●● Parallelle met de Gistelsesteenweg- Tussen de vier hoofdstraten van Roksem is een ta- 8.2.1 Kern Westkerke Brugsesteenweg heeft zich ook een residentieel melijk uitgebreid woonuitbreidingsgebied gelegen dat woonlint ontwikkeld langs de Ouden Brugseweg. slechts zeer beperkt ontwikkeld is. De kern Westkerke heeft zich ontwikkeld op het kruis- Langs deze weg is ook een school gelegen. punt van vier wegen: de Westkerksestraat, de Brug- Ten zuiden van de kern is een tamelijk grootschalig sesteenweg, de Eernegemsestraat en de Gistelse- In de gebieden tussen deze invalswegen zijn drie serrebedrijf gelegen. steenweg. Het historisch centrum is gelegen t.h.v. dit woonuitbreidingsgebieden: kruispunt (dat recent een rond punt geworden is), in ●● Het woonuitbreidinggebied Westkerke-noordwest de directe nabijheid van de kerk en langs de Gistelse- is gelegen tussen de bebouwing langs de steenweg in westelijke richting. De kleinhandels- en Westkerksestraat, langs de Oude Brugseweg en horecazaken bevinden zich binnen de gesloten be- langs de Vervlotenweg. Het zuidelijk deel is in bouwing langs de vier invalswegen. ontwikkeling.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 83 Kaart: Bestaande ruimtelijke structuur van de dubbelkern Westkerke-Roksem

84 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI PROGRAMMATISCHE CONTEXT voor zowel de prognose van de Studiedienst Vlaamse te ruim was, wordt de grootte behouden maar zal het Regering (SVG) als voor de projecties opgesteld in het reservepakket (2022-2027) in verhouding kleiner wor- kader van het Europese DC NOICE-project. Op basis den. 1 Ruimte voor wonen van beide prognoses is de behoefte aan wooneenhe- den in de provincie West-Vlaanderen tegen 2017 en JJ Flexibelere verdeling binnen de gemeente 2022 geraamd en geremodelleerd naar de regionale volgens de kernenhiërarchie 1.1 Woonprogrammatie Provincie West- woningmarkten. Bij het bestemmen van het netto-pakket – dus het cre- Vlaanderen 2012-2022 De methodiek van de woonprogrammatie is zo opge- ëren van bijkomend woongebied – krijgt de gemeente bouwd dat de toekomstige behoefte een bijkomende meer keuzevrijheid bij de locatie en verdeling van dit 1.1.1 Krachtlijnen van de woonprogrammatie na woningen, ook wel de bruto-taakstelling genoemd, per bijkomend woongebied. 2012 gemeente wordt afgetoetst aan het (juridisch) beschik- Iedere geselecteerde kern kan een aandeel opne- bare woonaanbod. Deze confrontatie geeft aan of er men overeenkomstig zijn aandeel in het totaal aan- Binnen de lopende herziening van het provinciaal al dan niet voldoende woonaanbod is om de groei aan tal gezinshuishoudens binnen de gemeente. Voor de ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen worden de huishoudens in de toekomst op te vangen. overige kernen in het buitengebied is dit aandeel het krachtlijnen vastgelegd voor het beleid met betrekking maximum , voor de woonkernen en hoofddorpen kan tot de woonprogrammatie na 2012. Volgende krachtlij- JJ Woonprogrammatie via een cyclisch systeem verder gebundeld en verschoven worden volgens de nen staan centraal binnen de huidige methodiek voor Bij de nieuwe methodiek zal als taakstelling zowel het kernenhiërarchie omwille van ruimtelijke argumenten. de woonprogrammatie: bruto- als het netto-pakket aangeleverd worden voor Specifiek voor Oudenburg is het volgende mogelijk: een planhorizon van tien jaar (2012-2022) met een ●● Het aandeel van de overige kernen van het buiten- JJ Woonprogrammatie op regionaal evaluatie na vijf jaar (2012-2017). Met deze vijfjaarlijk- gebied (Westkerke-Roksem) kan verschoven wor- woningmarkt-niveau se evaluatie kan tijdig ingespeeld worden op nieuwe den naar het hoofddorp (Oudenburg-Ettelgem). De provincie zal vanaf 2012, ter vervanging van de evoluties en trends. gemeentelijke woonbehoeftestudies, de woonpro- Na confrontatie van het bruto-pakket met het woon- 1.1.2 Het berekenen van de bruto-taakstelling grammatie van de gemeente opstellen en berekenen. aanbod resulteert dit aldus in een netto-pakket 2012- De studie regionale woningmarkten zal hiervoor als 2017 dat meteen en effectief kan bestemd worden en JJ Keuze voor de DC-NOICE prognose basis gebruikt worden. Binnen de studie worden de een netto-pakket 2017-2022 dat kan bestemd worden Voor het berekenen van de bruto-taakstelling heeft de regionale woningmarkten afgebakend op basis van als reserve. Bij dit laatste vermelden de stedenbouw- deputatie geopteerd voor de prognoses opgesteld in verhuisbewegingen binnen de provincie. Het resultaat kundige voorschriften bij het planinitiatief dat de be- het kader van DC NOICE, aangezien deze prognoses van de studie is een kaart met 22 geoperationaliseer- stemming wonen ingaat vanaf 1 januari 2017. het meest rekening houden met regionale verschillen de regionale woningmarkten. Oudenburg behoort tot Na vijf jaar (dus 2017) zal een nieuwe inschatting en met migratiepatronen tot 2022. de woningmarkt Oostende. van de toekomstige behoefte gemaakt worden voor opnieuw een planhorizon van tien jaar (2017-2027). JJ Verdeling naar gemeentelijk niveau JJ Confrontatie behoefte en juridisch woonaan- De (reserve)taakstelling 2017-2022 zal hierbij ook ge- Na de keuze voor de DC NOICE-prognose op regio- bod = netto-pakket ëvalueerd en bijgesteld worden indien nodig. Indien naal woningmarktniveau, dienen deze cijfers verdeeld Binnen de studie regionale woningmarkten werden be- blijkt uit deze evaluatie dat het reservepakket 2017- te worden naar gemeentelijk niveau. Hiervoor wordt volkingsprognoses tot 2022 toegepast op de 22 regi- 2022 onvoldoende is, kan extra bijbestemd worden. geopteerd voor een kernversterkend scenario. Dit wil onale woningmarkten. Deze oefening werd uitgevoerd Als langs de andere kant blijkt dat het reservepakket zeggen dat het gewicht per gemeente bepaald wordt

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 85 door het aandeel huishoudens binnen een gemeente den met het beschikbaar woonaanbod op gemeen- koppeling van de gegevens van het kadaster met deze dat zich bevindt binnen de geselecteerde kernen en telijk niveau. Binnen het beleid na 2012 zal ook het van het rijksregister. de afbakening van het stedelijk gebied. Het bruto- aanbod voor elke gemeente berekend worden door de pakket van de woningmarkt wordt aldus verdeeld op provincie. JJ De geplande reconversieprojecten basis van het aandeel huishoudens binnen de gese- Bij het berekenen zal de provincie rekening houden De geplande reconversieprojecten worden eveneens lecteerde kernen en het stedelijk gebied binnen een met onderstaande elementen: geïntegreerd in de berekening van het aanbod. Er gemeente ten opzichte van het totaal aantal huishou- wordt hiervoor een onderscheid gemaakt in een rea- dens in geselecteerde kernen en stedelijk gebied van JJ Het register onbebouwde percelen (ROP) lisatie voor 2017 of een realisatie na 5 jaar (tot 2022). de volledige regionale woningmarkt. De provincie zal zich in eerste instantie baseren op het De vijfjaarlijkse evaluatie binnen het cyclisch systeem beschikbaar juridisch woonaanbod dat is opgenomen is hier van cruciaal belang om verkeerde inschattingen JJ Het reservepakket in het register onbebouwde percelen (ROP), dat ver- op te vangen of niet vermelde projecten alsnog in re- Teneinde te kunnen inspelen op onverwachte demo- plicht moet opgemaakt worden door elke gemeente. kening te brengen. grafische evoluties of voor speciale woonprojecten Er wordt dan ook concreet gevraagd aan alle gemeen- Deze gegevens worden aangeleverd door de gemeen- opteert de provincie ervoor een reservepakket te voor- ten om het register onbebouwde percelen zo spoedig tebesturen waarbij de reconversieprojecten worden zien binnen de bruto-taakstelling, gebruik makend van mogelijk te actualiseren en aan te leveren aan het De- meegenomen die voldoen aan volgende voorwaarden: de aftoppingsmethodiek. Door gebruik te maken van partement Ruimte Vlaanderen. Het afgewerkte ROP ●● Er is een omzetting naar de bestemming wonen; deze methodiek worden ongeveer 1.500 wooneenhe- van Oudenburg werd reeds ingeladen in de RWO da- ●● Er is reeds een principebeslissing genomen door den op een totaal van bijna 40.000 binnen de bruto- tamanager, en werd door RWO goedgekeurd. het college of gemeenteraad; taakstelling voorlopig niet verdeeld onder de gemeen- ●● Er is een bestemmingswijziging nodig via een ten. Het niet verdeelde pakket wordt ondergebracht in JJ Leegstaande woningen RUP om de reconversie te kunnen realiseren. het bovenvermelde reservepakket voor de provincie De leegstandscijfers worden normaal gezien jaarlijks Voor elk reconversieproject dat aan bovenstaande West-Vlaanderen. aangeleverd aan het Departement Ruimte Vlaanderen elementen voldoet, wordt door het gemeentebestuur via de RWO data manager. De provincie kan gebruik de volgende gegevens opgegeven: JJ De bruto-taakstelling voor de stad Oudenburg maken van deze cijfers. Op de totale leegstand zal ●● Inschatting realisering voor of na 2017; Voor de stad Oudenburg, behorend tot de regionale de provincie een realisatiegraad van 30% per 10 jaar ●● Het aantal voorziene wooneenheden of indien dit woningmarkt Oostende, bedraagt de bruto-taakstel- meerekenen als beschikbaar woonaanbod. nog niet gekend is, de oppervlakte van het terrein ling voor de periode 2012-2017 187 wooneenheden dat naar wonen wordt omgezet. en voor de periode 2017-2022 99 wooneenheden. De JJ Correctie met de gemeentelijke totale bruto-taakstelling voor de periode 2012-2022 frictieleegstand JJ Te realiseren projecten door soci- bedraagt dus 286 wooneenheden. De frictieleegstand is de leegstand noodzakelijk om ale huisvestingsmaatschappijen in verhuisbewegingen binnen de regionale woningmarkt woonuitbreidingsgebied mogelijk te maken. Onderzoek heeft uitgewezen dat Ten gevolge van art. 5.6.6. VCRO kan een woonuit- 1.1.3 Confrontatie met het beschikbaar 3% noodzakelijk is voor een gezonde huisvestings- breidingsgebied ontwikkeld worden door een sociale woonaanbod markt. Voor elke gemeente zal de frictieleegstand be- woonorganisatie via het vergunningenbeleid. Om een Binnen de woonprogrammatie dienen de pakketten rekend worden door het Steunpunt Sociale Planning inschatting te maken van de projecten die tot 2017 zul- van de bruto-taakstelling, respectievelijk voor de taak- van de Provincie West-Vlaanderen, gebaseerd op een len gerealiseerd worden, zal de provincie zich base- stelling 2012-2017 en 2017-2022, afgetoetst te wor- ren op de planningslijst van de VMSM. De evaluatie in

86 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 2017 kan ook hier gebruikt worden om eventuele niet lijkse evaluatie zal nagegaan worden in hoeverre be- Voor de periode 2012-2017 komt dit overeen met 17 gerealiseerde projecten recht te zetten. paalde projecten reeds kunnen in rekening worden wooneenheden, voor de periode 2017-2022 met 0 gebracht bij het aanbod. wooneenheden. JJ Toepassen van verdichtingscoëfficiënt Deze coëfficiënt wil een aantal trends binnen een be- 1.1.4 Het netto-pakket Het grootste deel van de taakstelling kan echter gere- paalde gemeente opvangen, zoals splitsing of samen- aliseerd worden binnen of aansluitend bij het hoofd- voeging van percelen, appartementering, samenvoe- Na de confrontatie van de bruto-taakstelling met het dorp Oudenburg-Ettelgem. De stad kan volgende be- gen van twee woningen tot één,… en wordt berekend aanbod wordt het netto-pakket bekomen voor de leidsbeslissingen nemen: door een gemiddelde te nemen over 5 jaar van de periode 2012-2017 en de periode 2017-2022. Het ●● Ofwel wordt de volledige taakstelling voorzien bin- jaarlijkse verhouding tussen het aantal huishoudens netto-pakket van de eerste planperiode kan effectief nen of aansluitend bij dit hoofddorp. ten opzichte van het aantal adrespunten. Deze coëf- bestemd worden via een gemeentelijk initiatief, het ●● Ofwel wordt de taakstelling verdeeld tussen het ficiënt zal vermenigvuldigd worden met het bekomen tweede pakket kan bestemd worden als reserve die hoofddorp Oudenburg-Ettelgem en de overige aanbod. vanaf 2017 effectief woongebied wordt. De verdeling kern in het buitengebied Westkerke-Roksem. In Voor deze gegevens wordt een beroep gedaan op het van het netto-pakket binnen de stad zal gebeuren via dit geval moeten minimaal 52 wooneenheden provinciale steunpunt sociale planning. de kernselectie en de kernhiërarchie. voorzien worden binnen of aansluitend bij het hoofddorp. Voor de periode 2012-2017 komt dit JJ Te realiseren projecten met (individuele) Het door de provincie toegewezen netto-pakket voor overeen met 52 wooneenheden, voor de periode woonzorgvormen de stad Oudenburg bedraagt 69 wooneenheden, ver- 2017-2022 met 0 wooneenheden. Deze categorie betreft de individuele woonzorgvor- deeld in 69 wooneenheden binnen de periode 2012- men zoals serviceflats, aanleunflats of –woningen, be- 2017 en 0 wooneenheden binnen de periode 2017- jaardenwoningen,… en geen collectieve huishoudens 2022. zoals een woonzorgcentrum, RVT,… Volgende projecten worden door de gemeenten aan- Dit netto-pakket kan verdeeld worden tussen enerzijds geleverd: het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem en anderzijds de ●● Binnen het project worden er individuele woon- overige kern in het buitengebied Westkerke-Roksem. zorgvormen gerealiseerd; Westkerke-Roksem kan hoogstens een aandeel van ●● Er is een bestemmingswijziging noodzakelijk via dit pakket toegewezen krijgen overeenkomstig haar een RUP. aandeel in het totaal aantal gezinshuishoudens bin- Volgende gegevens worden per project aangeleverd: nen de gemeente ●● Het aantal individuele wooneenheden dat voor- zien wordt; Binnen de overige kern in het buitengebied Westker- ●● Inschatting realisering voor of na 2017 (tot 2022). ke-Roksem waren er in 2012 711 huishoudens ge- vestigd. Dit komt overeen met 23,6% van het aantal JJ Nabestemming wonen in RUP’s huishoudens binnen de gehele stad Oudenburg. Dit Door de dienst RP zal ook een monitoring gebeuren wil zeggen dat binnen of aansluitend bij deze kern van RUP’s waarbij een nabestemming wonen wordt maximaal 23,6% van het toegewezen netto-pakket opgenomen binnen de voorschriften. Bij de vijfjaar- kan gerealiseerd worden, namelijk 17 wooneenheden.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 87 1.2 Specifieke behoeften op de woningmarkt sers, wordt voor de periode 2002-2007 een veel ster- kreeg 83 sociale koopwoningen en 3 sociale kavels kere stijging verwacht van 97 personen. Dit komt over- toebedeeld voor de periode 2009-2020. 1.2.1 Behoefte aan nieuwe woningtypologieën een met een stijging van 32% ten opzichte van het jaar 2002. In de daaropvolgende periode van vijf jaar Volgende projecten van sociale huisvestingsmaat- Uit de gezinsprognose voor de gemeente blijkt dat de (2007-2012) wordt nog eens een toename van 103 schappijen zijn op vandaag recent uitgevoerd, lopen- trend tot gezinsverdunning zich ook in de toekomst 80-plussers verwacht (of +26%). Voor het aantal ge- de of gepland: verder zal zetten (van 2,57 in 2002, over 2,48 in 2007, zinnen binnen deze leeftijdscategorie worden dezelfde ●● De Mandel: 2,40 in 2012 naar 2,33 in 2017), met als gevolg een trends waargenomen. ●● Ettelgemsestraat-Bellerochelaan: hier zijn stijgende behoefte aan andere en kleinere woningty- 34 huurappartementen en 4 koopwoningen pologieën. Meergezinswoningen (appartementen en 1.2.3 Behoefte aan sociale en huur- en koopwo- gepland. studio’s, …), serviceflats, … kunnen hierop een ant- ningen en kavels ●● Woonwel: woord geven. ●● Oud slachthuis (Westkerke): 18 sociale Volgens de nulmeting binnen het decreet grond- en huurwoningen; De behoefte aan kleinere woningtypologieën kan pandenbeleid waren er op 31/12/2007 binnen de stad ●● Sattelietproject slachthuis (Westkerke): project aangetoond worden aan de hand van demografische Oudenburg 44 sociale koopwoningen en kavels en 31 in uitvoering; ontwikkelingen (toenemend aantal alleenwonenden, sociale huurwoningen. T.o.v. het aantal huishoudens ●● Blekerijstraat (Westkerke): 22 sociale eenoudergezinnen, …). op 01/01/2008 bedroeg het aandeel sociale koopwo- koopwo¬ningen en 19 sociale huurwoningen ningen en kavels 1,22 % en het aandeel sociale huur- - uitgevoerd; 1.2.2 Behoefte aan woongelegenheden voor woningen 0,86%. het totale aandeel van het sociale ●● Gaffelhoek (Roksem): 56 wooneenheden (20 specifieke doelgroepen (bejaarden) woonaanbod bedroeg dus slechts 2,08%. voor 2017): in studiefase; ●● Zandvoordestraat-Vanderheydestraat Bejaarden hebben behoefte aan specifieke huisves- Volgens het bindend sociaal objectief moeten er in (Oudenburg): in uitvoering. tingsvormen op loopafstand van voorzieningen. Het Oudenburg 60 bijkomende sociale huurwoningen ge- bestaande woningpatrimonium kan vaak niet tege- realiseerd worden in de periode 2009-2020 (volgens Uit de voortgangtoets 2016 i.v.m. het bindend so- moet komen aan deze voorwaarden. Het voorzien van de in Art. 4.1.4. §1 opgenomen formule. Daarenboven ciaal objectief blijkt dat de voortgang van de sociale passende bewoning voor bejaarden, zoals service- moet er in de periode 2013-2025 nog een specifieke woon¬projecten in Oudenburg voldoet. Stad Ouden- flats, bejaardenwoningen en rusthuizen, kan hieraan inhaalbeweging worden gerealiseerd van 22 bijko- burg is ingedeeld in categorie 1 en is vragende partij een oplossing bieden. Hierdoor komen tevens wonin- mende sociale huurwoningen vermits de procentuele om een sociaal woonbeleidsconvenant af te sluiten. gen vrij voor andere doelgroepen. verhouding van het sociaal huuraanbod ten opzichte . van het aantal huishoudens in Oudenburg blijkens de De behoefte aan bijkomende woongelegenheden voor nulmeting lager is dan 3% (0,86%). bejaarden kan ingeschat worden op basis van de- mografische ontwikkelingen, meerbepaald binnen de Het objectief voor sociale koopwingen en -kavels wordt leeftijdscategorie van meer dan 80 jaar. door de provincie (provinciaal objectief van 3846 soci- ale koopwoningen en 183 sociale kavels in de periode Waar er de periode 1991-2002 een lichte stijging (+24 2009-2020) onder de gemeente verdeeld. Oudenburg personen) werd vastgesteld van het aantal 80-plus-

88 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 1.3 Zoekzones voor nieuwe woonontwikkeling 1.3.2 Zoekzones nabij het hoofddorp Goedeboterstraat is minder evident door de aan- Oudenburg-Ettelgem wezige lintbebouwing. 1.3.1 Basisprincipes ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het Voor de ontwikkeling van nieuwe gebieden voor de gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart Uiteraard kunnen er slechts nieuwe gebieden buiten opvang van de aangetoonde woonbehoefte, wordt ge- een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het het juridisch aanbod ontwikkeld worden indien er een zocht naar locaties aansluitend bij het hoofddorp Ou- gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- woonbehoefte kan aangetoond worden. Voor Ouden- denburg-Ettelgem. Hierbij wordt onderscheid gemaakt rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- burg werd deze behoefte aangetoond (zie hoofdstuk tussen woonuitbreidingsgebieden (locaties A-C), zo- tigd als agrarisch gebied (HAG). ‘het netto-pakket’ onder 1.1). nes die volgens het gewestplan niet tot woongebieden ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied of woonuitbreidingsgebieden behoren (locaties a-d) komen geen risicozones voor overstromingen Binnen het PRS is de kern Oudenburg-Ettelgem ge- en mogelijke reconversiegebieden (1-2). De juridisch voor. selecteerd als ‘hoofddorp’ en de kern Westkerke-Rok- reeds voor wonen bestemde binnengebieden werden sem als ‘overige kern in het buitengebied’. door de provincie verrekend in de confrontatie van Nadelen en knelpunten behoefte en aanbod, als behorend tot het praktisch ●● Tamelijk perifeer gelegen, weinig compacte Om te voldoen aan de woonbehoefte tot 2017 ener- aanbod. Deze categorie wordt daarom hier buiten be- uitbreiding van de kern en tevens ver van de voor- zijds en tot 2022 anderzijds moet er bij een voorop- schouwing gelaten. zieningen. Bovendien zijn er in het oostelijk deel gestelde minimale dichtheid van 15 w/ha een opper- van het gebied, dat aansluit bij de kernbebouwing, vlakte van respectievelijk maximum 4,6 ha en 0,0 ha Volgende zoekzones worden onderzocht: een bedrijf (De Meulenaere) en een serrebedrijf worden aangesneden. Bij het zoeken en afwegen van gelegen. De zoekzone zou maar kunnen ontwik- mogelijke locaties dient er rekening gehouden te wor- JJ Zoekzone WU Oudenburg-west (A) keld worden na de reconversie van de bedrijfssite den met een aantal principes en factoren: ‘De Meulenaere’. ●● de bestaande gewestplanbestemming van het te Dit woonuitbreidingsgebied is gelegen in het westen ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder ontwikkelen gebied en van de omgeving. van de kern Oudenburg, tussen de Keiweg en de Goe- negatief. Het gebied zelf is niet opgenomen ●● direct aansluitend bij het kern - compactheid en deboterstraat. Binnen dit gebied liggen nog ongeveer inbreidingsgerichtheid van de uitbreiding - karak- 7,1 ha te ontwikkelen gronden. Bij een dichtheid 15 Kaart: zoekzone WU Oudenburg-west (A) teristieken van de aanpalende woongebieden; woningen per hectare heeft dit woonuitbreidingsge- ●● de ontsluitingsmogelijkheden; bied de potentie om 106 woongelegenheden te her- ●● de landschappelijke, natuurlijke en agrarische bergen. Dit is dus veel meer dan de aangetoonde be- waarde van het te ontwikkelen gebied en van de hoefte. omgeving; ●● de waterhuishouding van het gebied - de Voordelen en potenties watertoets; ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming ‘woonuitbreidingsgebied’. ●● Het gebied kan direct ontsloten worden op de Keiweg, die door de provincie geselecteerd is als een secundaire weg II. Een ontsluiting op de

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 89 90 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Zoekzones in aansluiting op het ‘hoofddorp’ Oudenburg-Ettelgem

Zoek- Opp. in Kerngebon- Compactheid / Nabijheid Ontsluitings- Landschappe- Natuurlijke Landbouwkun- Overstro- Conclusie zone ha denheid inbreidingsge- voorzieningen mogelijkheden lijke impact impact dige impact mingsgevoe- richtheid ligheid

A 7,4 0 (0) - (-1) 0 (0) + (+1) 0 (0) -- (-2) ++ (+2) ++ (+2) +2

B 0,7 0 (0) ++ ( +2) 0 (0) + (+1) ++ (+2) -- (-2) ++ (+2) ++ (+2) +7

C 0,5 0 (0) ++ (+2) 0 (0) ++ (+2) ++ (+2) + (+1) ++ (+2) ++ (+2) +11

a 24,4 ++ (+2) 0 (0) ++ (2) ++ (+2) 0 (0) + (+1) - (-1) ++ (+2) +8

b 4,8 + (+1) 0 (0) 0 (0) - (-1) + (+1) 0 (0) ++ (+2) - (-1) +2

c 3,2 + (+1) 0 (0) 0 (0) ++ (+2) ++ (+2) + (+1) + (+1) + (+1) +8

d 4,8 + (+1) 0 (0) + (+1) 0 (0) ++ (+2) + (+1) ++ (+2) ++ (+2) +9

1 4,8 + (+1) 0 (0) 0 (0) + + ( + 2 ) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) +11

2 1,6 + (+1) ++ (+2) 0 (0) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) +13

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 91 binnen de landschapsatlas als relictzone, maar is nog ongeveer 0,7 ha te ontwikkelen gronden. Bij een waarderingskaart aangeduid als ‘biologisch wel tamelijk gaaf gebleven en weinig versnipperd. dichtheid 15 woningen per hectare heeft dit woonuit- waardevol’. Het gaat om een ruigte op voormalig Het aangrenzende gebied aan de overkant van breidingsgebied de potentie om 10 woongelegenhe- akkerland. het kanaal behoort tot de relictzone ‘historische den te herbergen. polders van Oostende-Zandvoorde’ en tot de JJ Zoekzone WU Dorpsstraat-noord (C) ankerplaats ‘Keignaertkreek en Zoute Kreek’. Het Voordelen en potenties kanaal Nieuwpoort-Plassendale zelf is aangeduid ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming Dit woonuitbreidingsgebied is gelegen in het noord- als ‘lijnrelict’. ‘woonuitbreidingsgebied’. oosten van de kern Ettelgem, ten noorden van de ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn negatief. Op ●● Het gebied wordt ontsloten via de Korte Dorpsstraat. Binnen dit gebied liggen nog ongeveer de biologische waarderingskaart is het gebied een Vijfwegstraat, een smalle landbouwweg 0,5 ha te ontwikkelen gronden. Bij een dichtheid 15 lappendeken van biologisch waardevolle gebieden Deze sluit wel direct aan op de Dorpsstraat- woningen per hectare heeft dit woonuitbreidingsge- (van complexen van biologisch minder waarde- Zerkegemsestraat, een (inter)lokale bied de potentie om 7 woongelegenheden te herber- volle en waardevolle elementen tot complexen van verbindingsweg. gen. Vermits er echter enkel woningen langs de straat biologisch waardevolle tot zeer waardevolle ele- ●● Het gebied bestaat uit een aantal restpercelen, is kunne gevestigd worden, zal het potentieel aantal wo- menten). Het gaat vooral om weilandcomplexen, zeer compact en inbreidingsgericht en kan perfect ningen slechts een 4-tal bedragen. permanente cultuurgraslanden, bomenrijen en aansluiten op de aanliggende woonwijk langs de rietkragen. Klokkeput. Voordelen en potenties ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming JJ Zoekzone WU Korte Vijfwegstraat (B) tief. Het betreft een ruimtelijk versnipperd gebied ‘woonuitbreidingsgebied’. dat niet gelegen is binnen of in de omgeving van ●● Het gebied bestaat uit een aantal restpercelen Dit woonuitbreidingsgebied is gelegen in het oosten waardevolle landschappelijke entiteiten. binnen het bebouwingslint langs de Dorpsstraat van de kern Ettelgem, tussen de Dorpsstraat, Klokke- ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het en is zeer compact. Het aansnijden van de put en de Korte Vijfwegstraat. Binnen dit gebied liggen gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het Kaart: zoekzone WU Korte Vijfwegstraat (B) gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- Kaart: zoekzone WU Dorpsstraat-noord (C) rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- tigd als agrarisch gebied (HAG). ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied komen geen risicozones voor overstromingen voor.

Nadelen en knelpunten ●● Weinig kerngebonden ontwikkeling, tamelijk ver gelegen van voorzieningen. ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn negatief. Het grootste restperceel is op de biologische

92 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI restpercelen is een logische afwerking van het lint Voordelen en potenties ●● Hoewel het gebied direct aansluit bij de centrum- tot aan de Paddegatstraat. ●● Het gebied sluit direct aan bij de centrumzone van zone van Oudenburg (zie voordelen en potenties), ●● Het gebied kan rechtstreeks ontsloten worden op de kern Oudenburg, dicht bij de voorzieningen. kan men hier niet echt spreken van een compacte, de Dorpsstraat, een (inter)lokale verbindingsweg. ●● Het gebied kan ontsloten worden via de inbreidingsgerichte ontwikkeling. Het betreft im- ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- Stationsstraat, een belangrijke interlokale mers de aansnijding van een nieuw, onaangetast tief. Het betreft een ruimtelijk versnipperd gebied verbindingsweg. gebied. dat niet gelegen is binnen of in de omgeving van ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn eerder posi- ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn waardevolle landschappelijke entiteiten. tief. Enkel aan de randen van het gebied komen neutraal tot eerder negatief. Het gebied zelf is ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn eerder biologisch waardevolle gebiedjes voor (grasland niet opgenomen binnen de landschapsatlas als re- positief. Enkel aan de rand van het gebied, met houtkanten, bermen met bomenrijen en lictzone, maar is wel zeer gaaf gebleven en weinig op het kruispunt met de Paddegatstraat, is rietkragen). Een nadeel is echter wel dat het enige versnipperd. Het gebied maakt in feite deel uit van een biologisch waardevol gebiedje gelegen overige complex van biologisch minder waarde- het open poldergebied ten oosten van Oudenburg. (loofhoutaanplant). volle en zeer waardevolle elementen (soortenar- Daarenboven sluit het gebied direct aan bij het ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het me graslanden) voorkomt direct aansluitend bij de puntrelict/beschermd monument ‘abdijhoeve’. gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart abdijhoeve en dus ook bij de kern van Oudenburg. ●● De agrarische randvoorwaarden zijn negatief. een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied Het gebied krijgt een hoge waardering op de gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- komen geen risicozones voor overstromingen landbouwtyperingskaart. Op de GAS-kaart is het rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- voor. gebied bijna volledig opgenomen als agrarisch ge- tigd als agrarisch gebied (HAG). bied. Bovendien is het gebied opgenomen binnen ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied Nadelen en knelpunten het herbevestigd agrarisch gebied (HAG). komen geen risicozones voor overstromingen ●● Het gebied heeft als gewestplanbestemming voor. ‘agrarisch gebied’. JJ Zoekzone Aernoudstraat-Zeeweg (b)

Nadelen en knelpunten Dit sterk versnipperd agrarisch gebied met een opper- ●● Weinig kerngebonden ontwikkeling, tamelijk ver Kaart: zoekzone Oudenburg-noordoost (a) vlakte van ongeveer 4,8 ha is gelegen in het zuidoos- gelegen van voorzieningen. ten van de kern Oudenburg, tussen de Aernoudstraat- Zeeweg en de Ettelgemsestraat. Bij een dichtheid 15 JJ Zoekzone Oudenburg-noordoost (a) woningen per hectare heeft dit gebied de potentie om 72 woongelegenheden te herbergen. Dit agrarisch gebied is gelegen ten noordoosten van de kern Oudenburg, tussen de Stationsstraat, de Ab- Voordelen en potenties dijlaan en de Cottemweg. Het is een omvangrijk ge- ●● Het gebied laat inbreidingsgerichte ontwikkelingen bied van ongeveer 24,4 ha dat direct aansluit bij het toe. Het gaat hier in feite om een kerngebonden centrumgebied en de abdijhoeve. Bij een dichtheid 15 ‘inbreiding’ binnen een reeds sterk aangetast ge- woningen per hectare heeft dit gebied de potentie om bied, maar wel eerder ver van voorzieningen. 366 woongelegenheden te herbergen. ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder positief. Het betreft een ruimtelijk tamelijk

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 93 versnipperd gebied dat niet gelegen is binnen ●● De ontsluiting van het gebied is niet evident. De aangesloten worden op de verkaveling langs de of in de omgeving van waardevolle landschap- ontsluitingsmogelijkheden zijn de Aernoudstraat, Rozenlaan. De ontwikkelingen zouden tevens pelijke entiteiten. Het gebied ten noorden van de de Bekestraat en de Zeeweg, drie smalle wegen. kerngebonden zijn, maar wel eerder ver van Stedebeek is wel nog tamelijk gaaf. Anderzijds sluiten de Bekestraat en de Zeeweg voorzieningen. ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn neutraal tot wel direct aan op de Ettelgemsestraat, een (inter) ●● Het gebied kan ontsloten worden op de eerder positief. Het gebied ten nooorden van de lokale verbindingsweg. Goedeboterstraat of zelf (bij uitbreiding van de Stedebeek bestaat grotendeels uit een complex ●● Binnen het gebied komt langs de Stedebeek een bestaande woonwijk) op de Rozenlaan (die kan van biologisch minder waardevolle en waardevolle tamelijk ruime risicozone voor overstromingen doorgetrokken worden). Via de Goedeboterstraat elementen (soortenarm permantent grasland voor. Dit maakt dat enkel het zuidelijk deel van het wordt snel de Westkerksestraat, een secundaire met bomenrijen). Het gebied ten zuiden van de gebied mogelijk geschikt is voor ontwikkeling. weg II, bereikt. Stedebeek is biologisch minder waardevol. ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het JJ Zoekzone Goedeboterstraat-Rozenlaan (c) tief. Het betreft een ruimtelijk tamelijk versnipperd gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart gebied dat niet gelegen is binnen of in de omge- een ‘matige tot lage waardering’. Op de GAS- Dit agrarisch gebied met een oppervlakte van onge- ving van waardevolle landschappelijke entiteiten. kaart is het gebied aangeduid als ‘structureel veer 3,2 ha is gelegen in het zuidwesten van de kern Het gebied wordt ten zuiden begrensd door een aangetast - uitsluiten uit agrarisch gebied’. Het Oudenburg, ten zuiden van de Goedeboterstraat en polderwaterloop. gebied is ook niet herbevestigd als agrarisch ten westen van de Rozenlaan. Bij een dichtheid 15 ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn eerder po- gebied (HAG). woningen per hectare heeft dit gebied de potentie om sitief. Enkel in het oosten van het gebied komt er 48 woongelegenheden te herbergen. een complex van biologisch minder waardevolle Nadelen en knelpunten en waardevolle elementen (soortenarm perma- ●● Het gebied heeft als gewestplanbestemming Voordelen en potenties nent cultuurgrasland met bomenrijen) voor. ‘agrarisch gebied’. ●● Het gebied laat tamelijk inbreidingsgerichte ●● De agrarische randvoorwaarden zijn neutraal tot ontwikkelingen toe. Hierbij kan eventueel eerder positief. Het oostelijk deel van het gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart een Kaart: zoekzone Aernoudstraat-Zeeweg (b) Kaart: zoekzone Goedeboterstraat-Rozenlaan (c) ‘matige waardering’ is op de GAS-kaart aange- duid als ‘structureel aangetast - uitsluiten uit agra- risch gebied’. Het gebied is ook niet herbevestigd als agrarisch gebied (HAG). Het westelijk deel kreeg wel een ‘zeer hoge waardering’ volgens de landbouwtyperingskaart en werd wel opgenomen binnen de gewenste agrarische structuur op de GAS-kaart. ●● Binnen het gebied komen geen risicozones voor overstromingen voor. De directe omgeving van de polderwaterloop die de zuidelijk grens vormt van het gebied staat wel aangeduid als risicozone voor overstromingen.

94 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI Het gebied wordt ten zuiden begrensd door een een dichtheid 15 woningen per hectare heeft dit gebied Nadelen en knelpunten voetbalterrein. de potentie om 75 woongelegenheden te herbergen. ●● Het gebied heeft als gewestplanbestemming ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn eerder posi- ‘agrarisch gebied’. tief. Verspreid over het gebied komen er enkele Voordelen en potenties biologisch waardevolle gebiedjes voor (loofhout- ●● Hoewel het gebied tamelijk ver van het centrum JJ Zoekzone Vijfwegstraat (d) aanplantingen). Het grootste deel van het gebied en de voorzieningen is gelegen, sluit het wel is echter biologisch minder waardevol. aan bij het bestaande woonweefsel en biedt de Dit sterk versnipperd agrarisch gebied met een op- ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. reconversie van deze site de mogelijkheid tot een pervlakte van ongeveer 4,8 ha is gelegen in het zuid- Het gebied heeft volgens de landbouwtyperings- kwalitatieve afwerking van het hoofddorp. westen van de kern Ettelgem, ten zuiden van de be- kaart een ‘zeer lage tot lage waardering’. Op de ●● Het gebied kan direct ontsloten worden op de bouwing langs de Vijfwegstraat en ten noorden van GAS-kaart is het gebied aangeduid als ‘structu- Keiweg, die door de provincie geselecteerd is als het voetbalterrein. Bij een dichtheid 15 woningen per reel aangetast - uitsluiten uit agrarisch gebied’. een secundaire weg II. Daarnaast is er nog een hectare heeft dit gebied de potentie om 72 woongele- Het gebied is ook niet herbevestigd als agrarisch tweede aantakking mogelijke op de Akkerstraat. genheden te herbergen. gebied (HAG). De gronden van hettuinbuwbedrijf kunnen in prin- ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied cipe samen met deze gronden ontwikkeld worden. Voordelen en potenties komen geen risicozones voor overstromingen ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- ●● Het gebied laat tamelijk inbreidingsgerichte ont- voor. tief. Vermits deze site volledig in hebruik was door wikkelingen toe die een ruimtelijk logische afwer- een bedrijf is de landschappelijke waarde ervan king van de kern Ettelgem zou betekenen. Nadelen en knelpunten reeds fundamenteel aangetast. ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- ●● Het gebied heeft als gewestplanbestemming ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn positief. tief. Het betreft een ruimtelijk tamelijk versnipperd ‘agrarisch gebied’. Binnen het gebied komen er geen biologisch gebied dat niet gelegen is binnen of in de omge- ●● De ontsluiting van het gebied is niet evident. De waardevolle entiteiten voor. ving van waardevolle landschappelijke entiteiten. enige ontsluitingsmogelijkheid is de Vijfwegstraat ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het (zijtak). gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart Kaart: zoekzone Vijfwegstraat (d) Kaart: zoekzone ‘site De Meulenaere’

JJ Zoekzone ‘site De Meulenaere’ (1)

Binnen dit gebied, in het noordwesten van Ouden- burg, is het bedrijf ‘De Meulenaere’ gelegen. Dit be- drijf is reeds grotendeels geherlokaliseerd, waardoor deze site in principe verlaten wordt. Deze site heeft grotendeels de bestemming ‘zone voor ambachte- lijke bedrijfsgebouwen - bergplaatsen’ binnen het BPA Weststraat. Het zuidelijk deel ligt binnen de bestem- mingszone ‘tuinbouwzone met nabestemming wonen’, het oostelijk deel binnen de bestemming ‘woonzone’. De site heeft een oppervlakte van ongeveer 5,0 ha. Bij

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 95 een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het Voordelen en potenties 1.3.3 Zoekzones nabij de overige kern in het gebied niet opgenomen binnen de agrarische ●● Hoewel het gebied tamelijk ver van het centrum buitengebied Westkerke-Roksem structuur. Het gebied is ook niet herbevestigd als en de voorzieningen is gelegen, sluit het wel agrarisch gebied (HAG). aan bij het bestaande woonweefsel en biedt de Voor de ontwikkeling van nieuwe gebieden voor de op- ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied reconversie van deze site de mogelijkheid tot een vang van de aangetoonde woonbehoefte, wordt even- komen geen risicozones voor overstromingen kwalitatieve, sterk inbreidingsgerichte afwerking eens gezocht naar locaties aansluitend bij de overige voor. van het hoofddorp. kern in het buitengebied Westkerke-Roksem. Hierbij ●● Het gebied kan direct ontsloten worden op de worden enkel de woonuitbreidingsgebieden bekeken Nadelen en knelpunten Vaartstraat, die door de provincie geselecteerd (locaties D-G). Wegens de selectie van deze dubbel- ●● Het gebied heeft als BPA-bestemming ‘zone voor is als een secundaire weg II. Daarnaast is er kern komen immers enkel woonuitbreidingsgebieden ambachtelijke bedrijfsgebouwen - bergplaatsen’ en nog een tweede aantakking mogelijke op de in aanmerking voor woonontwikkelingen buiten het ‘tuinbouwzone met nabestemming wonen’. Geneverpiete. bestaande juridische aanbod. De juridisch reeds voor ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn posi- wonen bestemde binnengebieden werden door de JJ Zoekzone ‘site Verhelst’ (2) tief. Vermits deze site volledig in hebruik was door provincie verrekend in de confrontatie van behoefte en een bedrijf is de landschappelijke waarde ervan aanbod, als behorend tot het praktisch aanbod. Deze Binnen dit gebied, in het noordoosten van Oudenburg, reeds fundamenteel aangetast. categorie wordt daarom hier buiten beschouwing ge- was het bedrijf ‘Verhelst’ gelegen. Dit bedrijf heeft zijn ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn positief. laten. activiteit stopgezet. Deze site heeft grotendeels de be- Enkel een bomenrij aan de rand van de site is stemming ‘bedrijvenzone’ binnen het BPA Zandvoor- aangeduid als ‘biologisch waardevol’. Volgende zoekzones worden onderzocht: debrugstraat. De site heeft een oppervlakte van onge- ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het veer 1,6 ha. Bij een dichtheid 15 woningen per hectare gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart JJ Zoekzone WU Westkerke-noordwest (D) heeft dit gebied de potentie om 24 woongelegenheden een ‘zeer lage waardering’. Op de GAS-kaart is te herbergen. het gebied niet opgenomen binnen de agrarische Dit reeds beperkt aangesneden woonuitbreidingsge- structuur. Het gebied is ook niet herbevestigd als bied met een nog vrijliggende oppervlakte van onge- Kaart: zoekzone ‘site Verhelst’ agrarisch gebied (HAG). veer 3,4 ha is gelegen in het noordwesten van de kern ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied Westkerke, tussen de bebouwing langs de Westkerk- komen geen risicozones voor overstromingen sestraat, langs de Oude Brugseweg en langs de Ver- voor. vlotenweg. Bij een dichtheid 15 woningen per hectare heeft dit gebied de potentie om 51 woongelegenheden Nadelen en knelpunten te herbergen. ●● Het gebied heeft als BPA-bestemming ‘bedrijvenzone’. Voordelen en potenties ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming ‘woonuitbreidingsgebied’. ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder positief. Het gebied is niet opgenomen binnen de landschapsatlas als relictzone. Daarenboven

96 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 97 Zoekzones in aansluiting op de ‘overige kern in het buitengebied’ Westkerke-Roksem

Zoek- Opp. in Kerngebon- Compactheid / Nabijheid voor- Ontsluitings- Landschappe- Natuurlijke Landbouwkun- Overstro- Conclusie zone ha denheid inbreidingsge- zieningen mogelijkheden lijke impact impact dige impact mingsgevoe- richtheid ligheid

D 3,4 0 (0) - (-1) 0 (0) -- (-2) + (+1) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) +4

E 2,8 + (+1) 0 (0) + (+1) ++ (+2) + (+1) 0 (0) ++ (+2) ++ (+2) +9

F 8,1 0 (0) 0 (0) 0 (0) - (-1) - (-1) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) +4

G 7,5 + (+1) 0 (0) + (+1) + (+1) + (+1) - (-1) ++ (+2) ++ (+2) +7

98 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI zijn de randen van het gebied reeds bebouwd. weinig kerngebonden en tamelijk ver gelegen van Centraal is het gebied echter weinig versnipperd Centraal is het gebied echter weinig versnipperd. voorzieningen. en komen er enkele bomenrijen voor. ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn positief. Op ●● De ontsluiting van het gebied is niet evident. De ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het de biologische waarderingskaart is het gebied Westkerksestraat en de Oude Brugseweg zijn gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart bijna volledig aangeduid als ‘biologisch minder volledig verlint, waardoor hier geen ontsluiting een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het waardevol. Enkel in het uiterste noordoosten mogelijk is. De enige mogelijke ontsluitingsweg is gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- van het gebied is er een ‘complex van biologisch de Vervlotenweg in het noorden van het gebied. rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- minder waardevolle en waardevolle elementen’ Dit is echter een zeer smalle landbouwweg. tigd als agrarisch gebied (HAG). gelegen (soortenarm permanent cultuurgrasland). ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het JJ Zoekzone WU Westkerke-noordoost (E) komen geen risicozones voor overstromingen gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart voor. een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het Dit reeds beperkt aangesneden woonuitbreidingsge- gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- bied met een nog vrijliggende oppervlakte van on- Nadelen en knelpunten rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- geveer 2,8 ha is gelegen in het noordoosten van de ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn neutraal tot tigd als agrarisch gebied (HAG). kern Westkerke, tussen de bebouwing langs de West- eerder negatief. Op de biologische waarderings- ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied kerksestraat, langs de Oude Brugseweg en langs de kaart is het gebied grotendeels aangeduid als komen geen risicozones voor overstromingen Brugsesteenweg. Bij een dichtheid 15 woningen per ‘complex van biologisch minder waardevolle en voor. hectare heeft dit gebied de potentie om 42 woongele- waardevolle elementen’ (soortenarm permanent genheden te herbergen. cultuurgrasland met bomenrij). Kaart: zoekzone WU Westkerke-noordwest (D)

Voordelen en potenties ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming ‘woonuitbreidingsgebied’. ●● Dit gebied is direct gelegen nabij het centrum van Westkerke met zijn voorzieningen. Aansnijding Kaart: zoekzone WU Westkerke-noordoost (E) van dit gebied zou een compacte, kerngebonden inbreiding betekenen. ●● Dit gebied kan rechtstreeks ontsloten worden op de Brugsesteenweg, een secundaire weg II. Als alternatief kan tevens een ontsluiting op de Oude Brugseweg bekeken worden. De Westkerksestraat is volledig verlint. ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder positief. Het gebied is niet opgenomen binnen de Nadelen en knelpunten landschapsatlas als relictzone. Daarenboven zijn ●● Tamelijk perifeer gelegen, weinig compacte een aantal randen van het gebied reeds bebouwd. uitbreiding van de kern. Deze uitbreiding is

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 99 JJ Zoekzone WU Westkerke-zuid (F) Nadelen en knelpunten JJ Zoekzone WU Roksem (G) ●● Tamelijk perifeer gelegen, weinig compacte uit- Dit reeds gedeeltelijk aangesneden woonuitbreidings- breiding van de kern. De delen van het gebied het Dit woonuitbreidingsgebied met een nog vrijliggende gebied met een nog vrijliggende oppervlakte van on- dichtst bij de kern van Westkerke zijn reeds ont- oppervlakte van ongeveer 7,5 ha is gelegen in het geveer 8,1 ha is gelegen in het zuiden van de kern wikkeld, met uizondering van het meest westelijke centrum van de kern Roksem, tussen de bebouwing Westkerke, in de driehoek gevormd door de bebou- deel (dat dicht aansluit bij de Gistelsesteenweg). langs de Brugsesteenweg, de bebouwing langs de wing langs de Gistelsesteenweg, de Blekerijstraat Deze uitbreiding is voor een deel dus weinig Zeeweg, de bebouwing langs de Oude Brugseweg en en de Pardoenstraat. Een klein stuk is nog gelegen kerngebonden. de Pastoriestraat. Bij een dichtheid 15 woningen per tussen de Blekerijstraat en de bebouwing langs de ●● De ontsluiting van het gebied is niet evident. hectare heeft dit gebied de potentie om 112 woongele- Eernegemsestraat. Bij een dichtheid 15 woningen per Nieuwe ontwikkelingen moeten ontsloten wor- genheden te herbergen. hectare heeft dit gebied de potentie om 121 woonge- den op het zuidelijk deel van de Blekerijstraat legenheden te herbergen. (een smalle weg waar reeds een woonwijk is op Voordelen en potenties ontsloten) of de Pardoenstraat (een zeer smalle ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming Voordelen en potenties landbouwweg). ‘woonuitbreidingsgebied’. ●● Het gebied heeft een gewestplanbestemming ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder ●● Dit gebied is gelegen binnen het centrum van de ‘woonuitbreidingsgebied’. negatief. Het gebied is niet opgenomen binnen kern Roksem met zijn (beperkte) voorzieningen. ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn positief. Op de landschapsatlas als relictzone. Daartegenover Aansnijding van dit gebied zou een compacte, de biologische waarderingskaart is het gebied staat wel dat het niet bebouwde zuidelijke deel kerngebonden inbreiding betekenen. Er dient wel bijna volledig aangeduid als ‘biologisch minder van het gebied gaaf gebleven is en als het ware een kanttekening geplaatst te worden bij het feit waardevol. Enkel in het uiterste westen en het deel uitmaakt van het bulkenlandschap ten zuiden dat de kern van Roksem uiteraard niet zo uitge- uiterste oosten van het gebied zijn er respectie- van Westkerke. breid is als die van Westkerke en dat het vrijlig- velijk een ‘biologisch waardevol’ gebied (struis- gende gebied een grote schaal heeft t.o.v. de grasvegetatie op zure bodem) en een ‘complex schaal van de kern. van biologisch minder waardevolle en waardevolle ●● Dit gebied kan ontsloten worden op de Oude elementen’ (soortenarm permanent cultuurgras- Kaart: zoekzone WU Westkerke-zuid (F) Brugseweg of op de Zeeweg (gaten in de lint- land) gelegen. bebouwing), twee tamelijk smalle wegen. De ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het Brugsesteenweg, een secundaire weg II, wordt gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart snel bereikt. een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het ●● De landschappelijke randvoorwaarden zijn eerder gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- positief. Het gebied is niet opgenomen binnen de rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- landschapsatlas als relictzone. Daarenboven zijn tigd als agrarisch gebied (HAG). een aantal randen van het gebied reeds bebouwd. ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied Centraal is het gebied echter weinig versnipperd komen geen risicozones voor overstromingen en komen er enkele bomenrijen voor. voor. ●● De agrarische randvoorwaarden zijn positief. Het gebied heeft volgens de landbouwtyperingskaart een ‘lage waardering’. Op de GAS-kaart is het

100 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI gebied niet opgenomen binnen de gewenste agra- 1.3.4 Samenvattende tabel 1.3.5 Conclusie rische structuur. Het gebied is ook niet herbeves- tigd als agrarisch gebied (HAG). Op de vorige bladzijden werd een samenvattende ta- In aansluiting op het ‘hoofddorp’ Oudenburg-Ettelgem ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied bel opgenomen waarbij de verschillende zoekzones worden volgende zoekzones het gunstigst geëvalu- komen geen risicozones voor overstromingen t.o.v. elkaar worden afgewogen volgens zeven criteria: eerd: voor. ●● Kerngebondenheid; ●● De mogelijke reconversiezones 1 (site De ●● Compactheid / inbreidingsgerichtheid; Meulenaere) en 2 (site Verhelst), die voor alle Nadelen en knelpunten ●● Nabijheid voorzieningen; criteria positief scoren. ●● De natuurlijke randvoorwaarden zijn eerder ●● Ontsluitingsmogelijkheden; ●● Zone C - zoekzone WU Dorpsstraat-noord: deze negatief. Op de biologische waarderingskaart ●● Landschappelijke impact; zone scoort voor alle criteria positief. De zone zijn er twee gebieden aangeduid als ‘biologisch ●● Natuurlijke impact; bestaat echter slechts uit een aantal restpercelen, waardevol’ (ruigte op voormalig akkerland en ●● Landbouwkundige impact; waardoor de in te vullen oppervlakte beperkt is; loofhoutaanplant) en één gebied als ‘complex van ●● Overstromingsgevoeligheid. ●● Zone d - zoekzone Vijfwegstraat: hier moet bij een biologisch minder waardevolle en waardevolle ele- mogelijk realisatie vooral een goede oplossing menten’ (soortenarm permanent cultuurgrasland De basis voor de evaluatie van de verschillende cri- gezocht worden voor de ontsluiting van het gebied met bomenrij). teria wordt uiteraard gevormd door de per gebied be- en moet er aandacht gaan naar de compactheid sproken ‘voordelen en potenties’ en ‘nadelen en knel- van de ontwikkeling (in eerste instantie direct punten’. aansluiten bij de bestaande bebouwing).

Kaart: zoekzone WU Roksem (G) Met het criterium ‘gewestplanbestemming’ wordt geen In aansluiting op de ‘overige kern in het buitengebied’ rekening gehouden, vermits dit geen ruimtelijk crite- Westkerke-Roksem worden volgende zoekzones het rium is. gunstigst geëvalueerd: ●● Zone E - zoekzone WU Westkerke-noordoost: Elk criterium kan volgende evaluatie krijgen: dit is duidelijk de meest inbreidingsgerichte zone. ●● ++ (+2): positief; Een nadeel voor de ontwikkeling van deze zone ●● + (+1): eerder positief; zijn de aanwezigheid van biologisch waardevolle ●● 0 (0): neutraal; elementen; ●● - (-1): eerder negatief; ●● Zone G - zoekzone WU Roksem: bij mogelijke ●● -- (-2): negatief. ontwikkeling van dit gebied moet ook hier vooral rekening gehouden worden met de plaatselijke Om de eindevaluatie per gebied te verkrijgen worden natuurwaarden. de scores van de verschillende criteria met betrekking tot dit gebied opgeteld.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 101 2 Ruimte voor werken JJ Braakliggende en onbenutte terreinen In Oudenburg liggen er geen gronden vrij voor voor lokale bedrijvigheid. Het PRS West-Vlaanderen geeft de mogelijkheden Vanaf 1991 zijn er in de gemeente een tweetal bedrij- weer, waarbinnen terreinen voor lokale bedrijvigheid venterreinen bestemd met een totale bruto oppervlak- JJ Bezettingsgraad van de bedrijventerreinen kunnen ontwikkeld worden. Deze mogelijkheden zijn te van 9,16 ha: afhankelijk van de selectie van kernen (in het buiten- ●● Steengoed (MB 23/01/2007): bestemde LO- op- De bezettingsgraad wordt berekend aan de hand van gebied) en de resultaten van de gemeentelijke behoef- pervlakte 4,22 ha; de verhouding tussen de ingenomen oppervlakte door testudie inzake bedrijvigheid. ●● Westkerke Centrum Oost (MB 07/07/1992): be- bedrijven ofwel door infrastructuur buiten bedrijvigheid stemde KMO-oppervlakte 4,75 ha. (openbare wegenis, buffers) en de totale bestemde 2.1 Analyse van het aanbod oppervlakte. Over het algemeen zien we hoge tot zeer Daarnaast komen in de gemeente nog een aantal ge- hoge bezettingsgraden. Het aanbod in functie van bedrijvigheid wordt bepaald ïsoleerde (grootschalige) bedrijven voor waarvan de door het al of niet aanwezig zijn van leegstaande (en/ meeste vervat zitten in een goedgekeurd BPA, al dan Voor het lokaal bedrijventerrein Steengoed bedraagt of verwaarloosde) bedrijfsruimten én braakliggende niet met uitbreidingsmogelijkheden. de bezettingsgraad 80%, voor de bestemde opper- (of onbenutte) terreinen. vlakte binnen het BPA Westkerke Centrum Oost zelfs Het aanbod aan vrijliggende bedrijfsoppervlakte in Ou- 88 %. JJ Leegstaande en verwaarloosde denburg op 1 januari 2014 is weergegeven in onder- bedrijfsruimten staande tabel. 2.2 Raming van de behoefte Er is geen weet van leegstaande en verwaarloosde De netto-oppervlakte bestaat uit de bruto bestemde bedrijfsruimten die op korte termijn een bedrijvigheids- oppervlakte van het terrein verminderd met de infra- Aangezien de gemeente integraal tot het buitengebied bestemming kunnen krijgen. structuur bestaande uit wegenis en de niet-realiseer- wordt gerekend en niet als economisch knooppunt bare oppervlakte door terreinomstandigheden zoals werd geselecteerd, kan de gemeente enkel bijkomen- bv. bufferzones, bufferbekkens, ... de ruimte creëren voor lokale bedrijvigheid en inspe- len op de problematiek voor zonevreemde bedrijven.

De inschatting van de ruimtebehoefte voor (lokale) be- drijvigheid gebeurt volgens de methodiek aangegeven Tabel: Vrijliggende bedrijfsoppervlakte op 1 januari 2014 in het PRS West-Vlaanderen.

Bedrijvenzone Totale be- Totale opp. Aanbod stemde opp. voor bedrij- De behoefteraming voor nieuwe lokale bedrijventer- (bruto) ven (netto) reinen wordt berekend op basis van de verkoop van Ingenomen Bouwrijp aanbod bedrijfsgrond (netto-oppervlakte) voor nieuwe, uitbrei- Steengoed 4,22 ha 3,38 ha 3,38 ha 0 ha dende en herlokaliserende bedrijven gedurende een Westkerke Centrum Oost 4,75 ha 4,23 ha 4,23 ha 0 ha relevante periode (10 of 20 jaar), de zgn. ‘extrapolatie- methode’.

102 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI De vraag vanwege grootschalige en/of historisch 2.3 Confrontatie tussen behoefte en aanbod gegroeide bedrijvigheid dient opgegeven en doorge- Binnen deze behoefteraming wordt ook rekening ge- speeld aan de hogere overheden. houden met de vraag naar een ijzeren voorraad1 (voor Tabel : Confrontatie behoefte en aanbod bedrijvigheid lokale bedrijventerrein: 2 maal de gemiddelde jaarlijk- Vraagruimte JJ Lokaal bedrijventerrein se netto-oppervlakte). Via extrapolatie (bruto) 4,08 ha Aanbodruimte De inschatting van de ruimtebehoefte voor bedrijvig- De behoefteraming toont aan dat voor de periode Beschikbare ruimte 0 ha heid gebeurt voor Oudenburg volgens extrapolatie 2014-2022 de totale (bruto)2 behoefte voor lokale be- van een relevante 10-jarenperiode zoals aangegeven drijvigheid3 4,08 ha bedraagt. in het PRS. Uit de cijfers blijkt dat de behoefte het aanbod aan bedrijventerreinen ruimschoots overstijgt. Hieruit kan Enerzijds wordt de ruimtebehoefte voor bedrijvigheid JJ Synthese besloten worden dat er in de periode 2014-2022 nog geraamd op basis van de verkoop van bedrijfsgrond nood is aan nieuwe gronden voor bedrijvigheid. Deze voor nieuwe, uitbreidende en herlokaliserende be- De vraag naar ruimte voor bedrijvigheid kan als volgt behoefte zou kunnen opgevangen worden via de ont- drijven binnen de 10-jarenperiode 2004-2014 (voor samengevat worden: wikkeling van nieuwe bedrijvenzones in Oudenburg. terrein ontwikkeld door wvi; ‘Steengoed’), anderzijds ●● vanwege lokale bedrijvigheid: 4,08 ha; door de effectieve terreininname voor de andere be- ●● vanwege zonevreemde bedrijven: onbekend. We kunnen er van uitgaan dat er een bruto-behoefte drijventerreinen. kan aangetoond worden van ca 4,08 ha. Het bestaan- de aanbod bedraagt op 1 januari 2014 0 ha. Voor de periode 2014-2022 kan er dus een bruto-behoefte aangetoond worden van 4,08 ha (netto 3,40 ha). Tabel: Ruimtebehoefte lokaal bedrijventerrein o.b.v. verkoop bedrijfsgronden Rekening houdend met het beleidskader binnen het Grondverkoop of effectieve terreininname PRS heeft het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem recht op bruto 4,08 ha (netto 3,40 ha). Bedrijvenzone Totaal Voor lokale bedrijven Steengoed 3,38 ha 3,38 ha Ondertussen heeft de provincie West-Vlaanderen de Westkerke Centrum Oost 0,00 ha 0,00 ha taakstelling voor de periode 2017-2022 in kaart ge- Periode 2004-2014 3,38 ha 3.38 ha bracht per subregio (Oudenburg behoort tot de sub- Per jaar 0,34 ha 0,34 ha Behoeftenraming regio Oostende). Uit de resultaten (goedgekeurd in Vraag planperiode 2014-2017 1,02 ha 1,02 ha deputatie dd. 19/10/2017) blijkt volgens de provincie Vraag planperiode 2017-2022 1,70 ha 1,70 ha dat er geen behoefte kan aangetoond worden voor het Ijzeren voorraad 0,68 ha 0,68 ha bestemmen van bijkomende bedrijvigheid in de priode Totaal planperiode 2014-2022 (netto) 3,40 ha 3,40 ha 2017-2027. Hierdoor zou Oudenburg op korte termijn Totaal planperiode 2014-2022 (bruto) 4,08 ha 4,08 ha slechts netto 1,7 ha en bruto 2,21 ha (behoefte 2014- 2017) kunnen aansnijden. 1 Ijzeren voorraad = oppervlakte noodzakelijk voor het goed functi- oneren van de vraag naar en het aanbod aan bedrijfsgronden. 2 Bruto-behoefte = (netto-behoefte) * 1,20 3 Als pragmatische grens werd hier 5000 m² genomen

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 103 2.4 Zoekzones voor nieuwe lokale 2.4.2 Afweging zoekzones ●● Het gebied heeft volgens de landbouwtyperings- bedrijvigheid kaart een ‘hoge waardering’ en is gelegen in Er worden drie zoekzones nabij het hoofddorp Ouden- HAG. 2.4.1 Basisprincipes burg-ettelgem t.o.v. elkaar afgewogen. De zoekzones ●● Het betreft een laatste mogelijke uitbreiding ter werden geselcteerd naar mogelijkheid om een lokaal plaatse. Nieuwe ruimte voor bedrijvigheid buiten het juridisch bedrijventerrein te kunnen huisvesten: aanbod kan slechts ontwikkeld worden indien er een Site 1: Site De Meulenaere Bij een eventuele latere behoefte wenst de stad een behoefte kan aangetoond worden. Voor Oudenburg Site 2: Site Verhelst verdere oostelijke uitbreiding van de site Steengoed- werd deze behoefte (4,08 ha) aangetoond, waarvan Site 3: Site Oudenburg-noordoost oost als voorkeurslocatie naar voor te schuiven. De op korte termijn bruto 2,21 ha zou kunnen worden Site 4: Site Steengoed -oost zoekzone is immers groter dan de aangetoonde be- aangesneden. hoefte van 4,08 ha, waarvan op korte termijn bruto Uit deze afweging (zie afwegingstabel) kwam de 2,21 ha zou kunnen worden aangesneden. Binnen het PRS is de kern Oudenburg-Ettelgem ge- site Steengoed-oost als beste naar voor. Binnen het selecteerd als ‘hoofddorp’, dit wil zeggen dat ruimte BPA Steengoed - Lokaal bedrijventerrein A10 (MB voor nieuwe en herlokaliserende lokale bedrijven moet 23/01/2007) werd reeds de mogelijkheid voorzien om voorzien worden nabij dit hoofddorp. het terrein in een volgende fase verder uit te breiden.

Bij het zoeken en afwegen van mogelijke locaties dient Voordelen en potenties er rekening gehouden worden met een aantal princi- ●● Het gebied sluit direct aan bij het bestaande pes en factoren: bedrijventerrein - geen schaalbreuk met de directe ●● direct aansluitend bij het hoofddorp of bestaand omgeving. bedrijventerrein; ●● Goede ontsluitingsmogelijkheden en afwikkeling ●● een goede bereikbaarheid en afwikkeling naar het naar het hogere wegennet. hogere wegennet; ●● Binnen of in de nabije omgeving van het gebied ●● de waterhuishouding van het gebied - de komen geen risicozones voor overstromingen watertoets; voor. ●● de landschappelijke, natuurlijke en agrarische ●● Het gebied is niet gelegen binnen of in de buurt waarde van het te ontwikkelen gebied en van de van een biologisch waardevol element. omgeving; ●● Geen mogelijke conflicten met wonen. ●● de mogelijkheid tot clustering met eventueel aanwezige (grootschalige) gebouwen in de directe Nadelen en knelpunten nabijheid van de potentiële site; ●● Het gebied heeft als gewestplanbestemming ●● de hinder naar wonen toe; ‘agrarisch gebied’. ●● de oppervlakte van de mogelijke locatie voor een ●● Het gebied grenst aan een gaaf open (lokaal) bedrijventerrein en mogelijkheid tot latere polderlandschap. uitbreiding.

104 03491 | GRS Oudenburg - Ontwerp - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 105 Zoekzones voor lokaal bedrijventerrein in aansluiting op het ‘hoofddorp Oudenburg-Ettelgem

Criteria Site Demeulenaere (1) Site Verhelst (2) Site Oudenburg-noordoost (3) Site Steengoed-oost (4)

Aansluitend bij de kern of bij + (+1) + (+1) + (+1) + (+1) bestaande bedrijvigheid

Bereikbaarheid en verkeersafwik- + (+1) + (+1) + (+1) ++ (+2) keling

Overstromingsgevoeligheid ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2) ++ (+2)

Landschappelijke impact ++ (+2) ++ (+2) 0 (0) 0 (0)

Natuurlijke impact ++ (+2) ++ (+2) + (+1) ++ (+2)

Landbouwkundige impact ++ (+2) ++ (+2) - (-1) - (-1)

Clustervorming met grootschalige -- (-2) -- (-2) -- (-2) ++ (+2) bebouwing / schaalbreuk

Hinder naar wonen toe - (-1) -- (-2) - (-1) ++ (+2)

Oppervlakte en uitbreidingsmoge- 0 (0) - (-2) + (+1) 0 (0) lijkheden

Conclusie +7 +5 +2 +10

106 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Ruimte voor sport, recreatie en 3.2 Vraag gemeenschapsvoorzieningen De zone van ‘De Kluiten’ werd volgens het stadsbe- stuur te beperkt ingekleurd als TRP-zone. Er is m.a.w. 3.1 Aanbod te weinig ruimte voorzien buiten de oppervlakte aan water. Hierdoor is de zone niet functioneel om de wen- De stad Oudenburg beschikt over een aantal terrei- selijke ontwikkelingen te realiseren (passieve en ac- nen op haar grondgebied voor sport en recreatie. Het tieve recreatie met beperkte verblijfsmogelijkheden). betreft: ●● sporthal Ter Beke en het stedelijk sportterrein (3 voetbalterreinen) in de Bekestraat (Oudenburg); TRP-zone ‘De Kluiten’ ●● tennisterrein Ter Beke in de Bekestraat (Oudenburg). Binnenkort verdwijnt dit terrein (overbouwd met uitbreiding sporthal); ●● boogschutters- en petanqueterrein in de Beke- straat (Oudenburg); ●● skate- en skeelerterrein in de Bekestraat (Oudenburg); ●● stedelijk speelplein De Tunne in de Bekestraat (Oudenburg); ●● stedelijk sportterrein (voetbalterrein) in de Vijfwegstraat (Ettelgem); ●● speel- en sportplein Mandelwijk (voetbal- en bas- ketbalterrein) in de Lindenlaan (Oudenburg); ●● speel- en sportplein (voetbal- en mountainbiketer- rein) in de Grietlaan (Oudenburg).

Het terrein gelegen aan de Vijfwegstraat is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied en is dus bij- gevolg zonevreemd. De sport- en recreatie-activiteiten zijn op deze locatie reeds lange tijd gevestigd. Deze activiteiten zijn aldus historisch gegroeid op deze lo- catie.

Volgend potentieel aanbod ligt nog vrij: ●● ruimte aansluitend bij ‘De Kluiten’, in het gewest- plan ingekleurd als TRP-zone.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | 03491 107 108 03491 | GRS Oudenburg - informatief gedeelte | maart ‘18 | WVI RICHTINGGEVEND GEDEELTE VISIE OP DE GEWENSTE RUIMTELIJKE der daarmee de behoeften van de komende genera- van de ruimte is een noodzakelijke, maar onvoldoende STRUCTUUR ties in het gedrang te brengen. voorwaarde voor een goede ruimtelijke kwaliteit.

Concreet betekent dit dat er spaarzaam dient omge- JJ Beeldkwaliteit De analyse van de bestaande ruimtelijke structuur, de gaan met de beschikbare ruimte. Hierbij moeten de plannings- en de programmatische context uit het in- ruimtebehoeften van de verschillende maatschap- Een structuurplan streeft ruimtelijke kwaliteit na. De formatief deel vormen de basis voor de visievorming. pelijke activiteiten tegen elkaar worden afgewogen, ruimtelijke kwaliteit wordt niet alleen bepaald door een De aanzet tot visievorming wordt vervolgens vertaald zodat ze optimaal kunnen geïntegreerd worden in de goede ruimtelijke ordening, maar ook door haar ver- in ruimtelijke conceptelementen die geïntegreerd zijn beschikbare ruimte, zonder evenwel de kwaliteiten schijningsvorm. Er dient omzichtig omgesprongen te in een gewenste ruimtelijke structuur voor het gehele van de ruimte en de verschillende sectoren teniet te worden met ontwikkelingen in en rond waardevol erf- grondgebied. doen. Hierbij dienen vooral de volgende elementen goed. Bij toekomstige ruimtelijke ingrepen vervult de voor ogen gehouden te worden: stad een belangrijke rol als kwaliteitsbewaker. 1 Algemene uitgangshouding ●● de bestaande structuren binnen hun ruimtelijke, maatschappelijke en historische context; JJ Screening van bestaande BPA’s JJ Hogere structuurplannen als beleidskader ●● de gevolgen op lange termijn voor het leefmilieu; ●● de sociale, economische en culturele gevolgen. De stad heeft in het verleden heel wat BPA’s opge- Het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen en het Pro- maakt. Het grootste deel hiervan werd opgemaakt vinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Belangrijke aspecten binnen de duurzame ruimtelijke in de jaren ‘90, een aantal in het begin van de jaren vormen de beleidskaders waarbinnen de gewenste ontwikkeling zijn de draagkracht en de kwaliteit van de 2000. In sommige gevallen hebben deze BPA’s deels ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ouden- ruimte. De draagkracht van de ruimte wordt omschre- verouderde stedenbouwkundige voorschriften (af- burg zich dienen te situeren. ven als het vermogen van een gebied om, vandaag en standsregels, hoogtebepalingen,...) die een rem kun- in de toekomst, maatschappelijk activiteiten op te van- nen zetten op modernere, duurzame en ruimteeffici- De gemeente neemt zich voor om beide ‘hogere’ be- gen zonder het evenwicht van het ruimtelijk functione- ënte projecten. De gemeente zal dan ook haar BPA’s leidskaders verder uit te werken en te verfijnen naar ren te verstoren. De draagkracht van een gebied kan screenen op verouderde voorschriften en indien nodig het grondgebied van Oudenburg. Er kunnen tevens, nagegaan worden aan de hand van criteria en bepaalt het initiatief nemen om deze (deels) te herzien via mits voldoende onderbouwing, aanvullingen en/of welke activiteiten in het gebied plaats kunnen vinden RUP-procedures. suggesties meegegeven worden. en de omvang ervan.

JJ Duurzame ruimtelijke ontwikkeling als basis Een structuurplan streeft ruimtelijke kwaliteit na. Ruim- telijke kwaliteit wordt gedefinieerd als de mate waarin Bij het formuleren van de visie op de gewenste ruimte- een ruimte een positieve belevingswaarde kan heb- lijk ontwikkelingen van de gemeente wordt duurzame ben als gevolg van het optimaal functioneren en lo- ruimtelijke ontwikkeling als uitganghouding aange- kaliseren van functies en activiteiten ten opzichte van nomen. Het Bründtlandt-rapport definieert duurzame elkaar. De waardering die aan een ruimte wordt toe- ruimtelijk ontwikkeling als zijnde een ontwikkeling die gekend is evenwel sociaal-cultureel bepaald en bijge- voorziet in de behoeften van de huidige generatie zon- volg tijdsafhankelijk. Respecteren van de draagkracht

110 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 2 Gewenste rol van de stad waar binnen de context van de hogere beleidskaders Bij dit alles moet het historisch en landelijk kader als en de ruimtelijke draagkracht. uitgangspunt worden genomen. De gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeen- te worden in belangrijke mate bepaald door haar lig- Door haar ligging nabij de steden Brugge, Oostende JJ Bescheiden rol tussen economische ‘dragers’ ging in het buitengebied. Hierdoor komt het accent niet en Torhout en de ontsluitingsmogelijkheden via de au- alleen te liggen op wonen en werken, maar dient ook tosnelwegen A10 en E40 is er in de stad een zekere De stad Oudenburg bevindt zich tussen ‘dragers’ van grote aandacht besteed aan de andere structuurbepa- dynamiek aanwezig inzake wonen en bedrijvigheid en economische activiteiten, zoals het lineair stedelijk lende functies zoals natuur, landbouw, bos, toerisme neemt de druk op de open ruimte toe. De gemeente netwerk van de kust en de steden Brugge en Oosten- en recreatie. streeft ernaar om de gemeentelijke dynamiek te vrij- de. De invulling van de economische activiteiten bin- waren, doch met respect voor de eigenheid en de di- nen deze entiteiten is evenwel heel verschillend, maar De rol van de stad Oudenburg wordt vooral bepaald versiteit van de gemeente. van een grote betekenis voor de regio. In vergelijking door het open en landelijk karakter van de gemeen- met deze gebieden speelt Oudenburg een eerder be- te, waarin nog duidelijk herkenbare landschapstypes De toekomstige rol van Oudenburg wordt dus bepaald scheiden rol. en -relicten aanwezig zijn. Deze elementen worden, door maatschappelijke en ruimtelijke factoren, ken- net als ‘Hoge Dijken’, ‘Zwaanhoek’, ‘Puidenbroeken’, merken, kwaliteiten en kansen. De onderstaande pa- Opvallend in de gemeente is de aanwezigheid van ‘Kleine Keignaert’, de aanwezige beken en geleden, ragrafen geven uitdrukking aan de rol en de bijhoren- diverse grootschalige, historisch gegroeide bedrijven … gekenmerkt door interessante natuurwaarden en de toekomstige functies die Oudenburg kan vervullen. die verspreid gelegen zijn op het grondgebied. De lo- bezitten vaak belangrijke toeristisch-recreatieve po- De rol van de stad Oudenburg kan opgesplitst worden kale bedrijfsactiviteiten liggen voornamelijk verweven tenties. De landbouw is sinds oudsher een belangrijke in verschillende taken die de stad op zich kan nemen. met het wonen. ‘gebruiker’ van de open ruimte en zal dat ook in de toe- komst als behoeder van de open ruimte blijven doen. JJ Kwalitatieve woonomgeving in een landelijk De economische rol van Oudenburg situeert zich in de en historisch kader eerste plaats op het lokale vlak. Hierbij moet er niet al- Met Oudenburg-Ettelgem, Westkerke en Roksem be- leen ruimte voorzien worden voor lokale bedrijvigheid, schikt de gemeente over een diversiteit aan leefge- Oudenburg, Ettelgem, Weskerke en Roksem beschik- maar ook voor kleinhandelszaken, landbouw, toerisme meenschappen, elk met hun eigen identiteit. Inzake ken elk over een eigen identiteit en een voldoende uit- en recreatie. Inzake grootschalige bedrijvigheid staat wonen wordt er gestreefd naar een versterking van het gebouwd voorzieningenniveau. Tussen de verschillen- het behoud voorop en dient, indien nodig, de ruimte woningpatrimonium en een optimalisatie van de leef- de kernen is eveneens een hiërarchie te onderkennen. gecreëerd te worden om de continuïteit te garanderen. baarheid. Voorts opteert de gemeente om het voorzie- ningen- en dienstenniveau af te stemmen op enerzijds De rol van Oudenburg inzake wonen omvat het opvan- De gemeente opteert om de bestaande bedrijvigheid het niveau van het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem en gen van de eigen groei van de huishoudens en het te- zoveel mogelijk te behouden en voldoende ontwikke- anderzijds het niveau van de overige kern in het bui- gemoetkomen aan de behoeften van de verschillende lingskansen te bieden teneinde de plaatselijke tewerk- tengebied Westkerke-Roksem. maatschappelijke groepen, met vernieuwende woon- stelling te vrijwaren. Voorts dient er voldoende ruimte vormen. Binnen deze context primeert kernversterking gereserveerd te worden voor de vestiging van nieuwe De gemeente Oudenburg heeft reeds een lange tra- en wordt verdere versnippering van de open ruimte te- lokale bedrijven en voor bedrijven die wensen/dienen ditie inzake lokale bedrijvigheid en tewerkstelling. De gen gegaan. Kernversterking betekent ook dat er een te herlokaliseren. Het creëren van voldoende ruimte gemeente wenst deze traditie in ere te houden, welis- kwalitatieve woonomgeving wordt gecreëerd met een voor bedrijvigheid houdt ook in dat er gestreefd wordt uitrusting en voorzieningen op het niveau van de kern.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 111 naar een optimale invulling en inrichting van de be- JJ Scharnier tussen de toeristisch-recrea- JJ Het verhogen van de verkeersveiligheid en staande en de nieuwe bedrijventerreinen. tieve regio’s van de ‘Kust’ en het ‘Brugse -leefbaarheid Ommeland’ Vanuit het kader van de afbakening van het regionaal- De gemeente opteert om de verkeersveiligheid en stedelijk gebied Oostende voorziet men een zekere Oudenburg bevindt zich ten zuiden van het lineair -leefbaarheid te verhogen door het optimaliseren van taakstelling op het grondgebied van de stad Ouden- stedelijk netwerk van de kust, waarvoor in de eerste het bestaande verkeer- en vervoersnetwerk. Dit houdt burg; in de zone tussen de spoorweg en de A10 wordt plaats een kustgebonden toeristisch-recreatieve rol in dat de gemeente de huidige functionele categori- een agrarische bedrijvenzone (glastuinbouwzone) ge- wordt vooropgesteld en nagestreefd. sering, zoals aangegeven door de hogere overheden, pland. verder zal verfijnen en aanvullen naar het niveau van Rekening houdende met het landelijk en historisch de gemeente en de kernen. Deze categorisering en JJ Open ruimten van bovenlokaal belang karakter van Oudenburg, de reeds aanwezige toeris- de hieraan gekoppelde maatregelen (herinrichten tisch-recreatieve voorzieningen (Abdijhoeve, museum, van doortochten, …) moeten de diverse vormen van De stad wordt omringd door open ruimtegebieden van …) en de mogelijkheden van de gemeente (hoevetoe- vervoer in juiste banen leiden. Het uitwerken van een bovenlokaal belang waarin diverse functies en activi- risme, waterrecreatie, geschiedkundig-historisch, …) coherent mobiliteitsbeleid dient tevens het klimaat te teiten plaatsvinden, zoals landbouw, recreatie en na- kan Oudenburg zich in de toekomst verder profileren creëren dat de bevolking en de recreant aanzet tot het tuur. op het vlak van toerisme en recreatie, weliswaar com- gebruik van alternatieve vervoersmiddelen voor hun plementair met het uitgebreid toeristisch-recreatief verplaatsingen. De polders, waartoe tevens het noordelijke deel van aanbod aan de kust. Oudenburg behoort, vormen een belangrijk tegenge- JJ Het toepassen van de principes van integraal wicht aan de verstedelijking vanuit de stad Oostende JJ Grensoverschrijdende relaties waterbeheer en de kuststrook. Het betreft een gaaf landschap met op verschillende plaatsen hoge natuurwaarden. De Oudenburg beschikt over een voorzieningenniveau De stad zal in haar ruimtelijk beleid de principes van polders bepalen in belangrijke mate de eigenheid en dat tegemoet komt aan de basisbehoeften van de in- integraal waterbeheer toepassen. Bij beslissingen het landelijk, open karakter van Oudenburg. Dit moet woners, maar is voor verschillende andere voorzienin- inzake ruimtegebruik zal de gemeente steeds een ook in de toekomst zo blijven. Het ruimtelijk beleid gen en activiteiten in de eerste plaats afgestemd op watertoets (laten) uitvoeren, zoals voorzien in het dient er op gericht te zijn de leefbaarheid van het bui- de stedelijke centra van Oostende en Brugge. Andere decreet. De gemeente kiest voor een goede kwaliteit tengebied te garanderen en een bijdrage te leveren belangrijke relaties bestaan er met Gistel (winkelen), van het oppervlaktewater en het grondwater en heeft aan een positieve plattelandsontwikkeling. Jabbeke (winkelen) en Zedelgem (tewerkstelling). aandacht voor de ruimte die water nodig heeft om wa- teroverlast in de buurt van bebouwing te vermijden. De landbouw is een belangrijke (f)actor binnen de open De rol van de stad Oudenburg beperkt zich niet alleen Overstromingsgebieden of risicozones voor overstro- ruimte en moet de nodige ontwikkelingsperspectieven tot het nemen van initiatieven om deze verbindingen mingen moeten zo veel mogelijk gevrijwaard worden blijven krijgen. Hierbij zal de aandacht zich toespitsen via alternatieve vervoerswijzen (openbaar vervoer, van verdere of nieuwe innames. op de wenselijke activiteiten en mogelijke productver- fiets) tot stand te kunnen brengen, maar ook om maat- breding, de nabestemming van de landbouwzetels regelen te nemen inzake verkeersleefbaarheid en ver- (functiewijzigingen), … Het vrijwaren van de landbouw keersveiligheid op de bestaande verbindingswegen betekent immers ook het vrijwaren van open ruimten. richting steden, aanpalende gemeenten en op- en afritten.

112 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Ruimtelijke concepten JJ Hoefijzer als drager van nederzettingsstruc- activiteiten (wonen, werken, …) en functies (adminis- tuur met nevenschikking tratie, …) maximaal in dit gebied worden ingeplant. JJ Polder- en meersgebieden als basis voor de Westkerke-Roksem bevindt zich eerder op een twee- structuur van de open ruimte De hoefijzervormige structuur, die gevormd wordt door de niveau. De overige kern in het buitengebied zal een de zandrug en de uitloper van het zandgebied rich- lokale verzorgende rol vervullen, waarbij tevens be- De noordelijke poldergebieden en de Bourgogne- ting het centrum van Oudenburg, fungeert als drager perkte kernversterking mogelijk is. De overige woon- meersen in het zuiden van de gemeente vormen de voor de gewenste nederzettingsstructuur. Dit houdt concentraties (o.a. de lintbebouwing) spelen geen basis van de gewenste structuur van de open ruimte. in dat nieuwe of bijkomende activiteiten en functies specifieke rol inzake voorzieningen en wonen. De poldergebieden op het grondgebied van de stad maximaal worden opgevangen binnen dit gebied waar Oudenburg vormen een onderdeel van grotere aan- reeds een sterke versnippering aanwezig is. JJ Verkeers- en vervoersstructuur gericht op eengesloten open ruimtegebieden van Vlaams niveau. omringende steden en tewerkstellingspolen Deze gebieden bevatten niet enkel heel wat gebieden Het is niet de bedoeling tot een aaneengroeiing van met hoge natuurwaarden (‘Zwaanhoek’, ‘Hoge Dij- nederzettingsstructuren te komen in dit gebied, maar De gewenste ruimtelijke verkeers- en vervoersstruc- ken’, ‘Keignaert’, ‘Puidenbroeken’, …) en landbouw- door concentratie van activiteiten kan een verdere ver- tuur is in de eerste plaats gericht op de bereikbaarheid waarden, maar vervullen tevens de rol van buffer te- snippering van de open ruimte vermeden worden. van de omliggende steden (Brugge, Oostende) en gen een uitdeinende verstedelijking vanuit Oostende tewerkstellingspolen (Zedelgem, Gistel, …) vanuit de of de kuststrook. Ook de Bourgognemeersen, gelegen De stad kiest om de historische hiërarchie van de ker- verschillende kernen. Binnen deze samenhang dient in het zuiden van gemeente, maken deel uit van een nen in dit gebied te behouden en als uitgangspunt te voldoende ruimte gecreëerd voor openbaar vervoers- grensoverschrijdend open ruimtegebied (Moere Blote nemen voor gedifferentieerd ruimtelijke beleid, waar- lijnen. Daarnaast moeten er op deze verbindingswe- - Moere Nieuwland - Bourgognemeersen) en bezitten bij leefbare kernen worden gecreëerd met een eigen gen voldoende waarborgen ingebouwd worden in hoge natuur- en landbouwwaarden. profiel en identiteit. Oudenburg-Ettelgem vormt het functie van het verhogen van de verkeersleefbaarheid centrum van de gemeente en moet een bovenlokale en -veiligheid in de kernen. verzorgende rol vervullen, waarbij de belangrijkste

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 113 JJ Kernen, infrastructuur en open ruimte als JJ Kanalen als ruggegraat van toeristisch-recre- drager voor economische activiteiten atief netwerk

De verschillende kernen, de verbindingswegen en de De kanalen vormen als het ware de ruggegraat van open ruimte fungeren als drager voor de gewenste de gewenste toeristisch-recreatieve structuur (water- ruimtelijk-economische structuur van de stad Ouden- recreatie, passieve recreatie, …) en moeten tevens burg. Hierbij ligt, met uitzondering van de grootschalig voor een goede koppeling zorgen tussen de verschil- historisch gegroeide bedrijven, het accent op struc- lende (boven)lokale toeristisch-recreatieve elementen tuurbepalende elementen van een lokaal niveau (land- op het grondgebied van de stad en daarbuiten. Hierbij bouw, lokale bedrijvigheid, handel,…) en spelen de dient evenwel gestreefd naar complementariteit met kernen, de bestaande terreinen en zones langsheen het toeristisch-recreatief netwerk van de kust en aan- verbindingswegen en de open (agrarische) ruimten takking op het toeristisch-recreatief netwerk van de een belangrijke rol. De ontwikkelingsmogelijkheden ‘Brugse Streek’. van de economische activiteiten in de open ruimte zul- len gebiedsgericht benaderd worden. In Oudenburg ligt het accent op passieve recreatie, (laagdynamische) activiteiten en (ondersteunende) voorzieningen die inspelen op het historische en lan- delijke karakter van de stad. Het Romeins castellum vormt als het ware het centrale gegeven. Door het creëren van verbindingen (zoals het openstellen van kerkwegels) tussen en naar toeristisch-recreatieve elementen en voorzieningen kan een goed uitge- bouwd lokaal toeristisch-recreatief netwerk ontstaan.

114 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 4 Gewenste ruimtelijke structuur

De gewenste ruimtelijke structuur heeft de samen- hang tussen de verschillende structurerende elemen- ten weer. Ze vormt het kader voor de ruimtelijke ont- wikkeling van de stad Oudenburg.

Het bundelen van de ruimtelijke concepten leidt tot een beeld van de gewenste ruimtelijke structuur.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 115 Kaart: gewenste ruimtelijke structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

A10-E40

Oostende

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

Brugge Verhelst Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

De Meulenaere

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

116 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI BETEKENIS VAN DE VISIE VOOR DE ●● een evenwicht tussen landbouw en natuurlijke Deze VEN- en natuurkerngebieden worden onderling DEELSTRUCTUREN structuur. verbonden door provinciaal geselecteerde natuurver- bindingsgebieden: ‘De omgeving van verspriede na- JJ Behoud en versterken van landschappelijke tuurkerkernen in het Paddegat’ en ‘De omgeving van De gewenste ruimtelijke structuur wordt verder gede- kwaliteit het Oostends Krekengebied en de Zwaanhoek’ werd tailleerd in de verschillende deelstructuren: geselecteerd als ‘stimulansgebieden kleine land- ●● gewenste structuur van de open ruimte; Oudenburg wordt getypeerd door de aanwezigheid schapselementen’, ‘De Groene 62’ als ‘droge ecolo- ●● gewenste nederzettingsstructuur; van een grote diversiteit aan landschappen (polderge- gische infrastructuur’, ‘Het kanaal Brugge-Oostende’ ●● gewenste ruimtelijke-economische structuur; bied, zandrug, agrarische gebieden, meersgebieden, en ‘Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort’ als ‘natte ●● gewenste toeristische-recreatieve structuur; …). Binnen deze context zal de stad bovenlokale ini- ecologische infrastructuur’ en de ‘Polderwaterlopen ●● gewenste verkeers- en vervoersstructuur. tiatieven inzake behoud en versterken van het land- tussen het Oostends Krekengebied en de Zwaan- schapsbeeld ondersteunen. hoek’ als ‘rivier- en beekvalleien’. 1 Gewenste structuur van de open ruimte Ingrepen in het landschap dienen de landschappelijke Oudenburg kent op vandaag geen echte boscom- Voor de gewenste structuur van de open ruimte wor- beeldkwaliteit te behouden en te versterken. Bebou- plexen. De stad zal daarom de bovenlokaal aange- den, in wat volgt, de visie en de doelstellingen ruimte- wing in de open ruimte dient landschappelijk goed in- geven initiatieven tot verdere bosontwikkeling (zie lijk vertaald. gepast te worden. Diverse gebouwen maken deel uit afbakening van de agrarische, natuurlijke en de bos- van het landschap (woningen, landbouwbedrijven en structuur) ondersteunen. De stad kan ook particuliere 1.1 Visie en doelstellingen hun loodsen, …). Via landschapsplannen (VLM, Regi- initiatieven ondersteunen. onaal Landschap, …) kunnen deze bedrijven geïnte- Omdat de open ruimte van Oudenburg voor een groot greerd worden in het landschap. JJ Dynamische ontwikkeling van de landbouw deel behoort tot ruimtelijke entiteiten van bovenlokaal belang, vormen de visie en de doelstellingen binnen JJ Herstel en ontwikkeling van natuurkwaliteit De stad wenst de dynamische ontwikkeling van de het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vooral een grondgebonden landbouw op haar grondgebied te on- verdere verfijning van de bovenlokale visie (ze zijn dus Het bovenlokale ecologische netwerk vormt het kader dersteunen. Het landbouwgebied in Oudenburg betreft te lezen als suggesties). De bovenlokale elementen voor de selectie van lokale ecologische infrastructuur. in hoofdzaak akkerland, het overige deel is weiland. (op Vlaams en provinciaal niveau) worden aangevuld met een aantal lokale elementen. Op het grondgebied van Oudenburg zijn heel wat Aan bestaande grondgebonden landbouwbedrijven belangrijke bovenlokale natuurwaarden gelegen. De worden binnen de bestaande wetgeving geen beper- De structurerende dragers van de open ruimte in Ou- ‘Zwaanhoek’, de ‘Kleine Keignaert’, de omgeving van kingen opgelegd. Nieuwe grondgebonden landbouw- denburg zijn: de Oude Straatkreek en de zones gelegen tussen de bedrijven worden slechts ondersteund bij overname ●● de structurerende lijninfrastructuren, inclusief de Klemskerkestraat en Noordhoek werden opgenomen van een bestaande (leegstaande) landbouwbedrijfs- geplande glastuinbouwzone tussen spoorweg en als VEN-gebied. De natuurgebieden van het Padde- zetel. Nieuwe niet-grondgebonden landbouwbedrijven autosnelweg; gat, de Oostendse kreken, Roksemput / Hoge Dijken worden niet ondersteund. ●● een open ruimte in evenwicht met de bebouwde en de Bourgognepolder werden in het PRS aangeduid structuur (zowel woonconcentraties als verspreide als ‘natte natuurkerngebieden’. De uitbreiding van de landbouwbedrijven houdt reke- bebouwing); ning met de landschappelijke kwaliteit van de omge-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 117 ving. De landbouw houdt rekening met andere func- ●● de ‘Zwaanhoek’; een aantal agrarische gebieden op het gewestplan ties die verweven voorkomen in de open ruimte. Vanuit ●● de ‘Kleine Keignaert’; herbevestigd (kaart in informatief gedeelte). deze functies kunnen randvoorwaarden worden opge- ●● de omgeving van de Oude Straatkreek; legd aan de agrarische bedrijfsvoering. ●● zones gelegen tussen de Klemskerkestraat en 1.2.2 Elementen op provinciaal niveau Noordhoek. Nevenactiviteiten op landbouwbedrijven in functie van De provincie gaat uit van een aantal landschappelijke plattelandsverbreding worden ondersteund. De ont- Op basis van de GEN- en GENO-gebieden en van de categorieën en selecteerd elementen binnen deze ca- wikkeling van verblijfsfuncties zijn mogelijk op actieve gebieden die een feitelijk natuurbeheer genieten heeft tegorieën: landbouwbedrijven onder de vorm van hoeve- of plat- de provincie droge en natte natuurkerngebieden ge- ●● de ‘markante terreinovergang’ polder-zand(leem) telandstoerisme. selecteerd. streek; In Oudenburg gaat het om volgende natte natuurkern- ●● het graslandschap Zwaanhoek-Oudenburg, de 1.2 Ruimtelijke vertaling gebieden: historische polders van Oostende en het pol- ●● De natuurgebieden van het Paddegat (Pompje, dergebied Klemskerke-Zuienkerke als ‘gave 1.2.1 Elementen op Vlaams niveau polders van Klemskerke-Vlissegem, de vaartdijk, landschappen’; Schobbejak, Kwetshage); ●● Zwaanhoek als ‘ankerplaatsen’; In het RSV worden de elementen van de gewenste ●● De Oostendse kreken; ●● de verlaten spoorwegbedding Oostende-Torhout, landschappelijke structuur op het niveau van Vlaande- ●● Roksemput / Hoge Dijken; het Grootgeleed-Moerdijkvaart, het kanaal ren niet opgesomd. ●● Bourgognepolder. Plassendale-Nieuwpoort en het kanaal Brugge- Oostende als ‘lineair structurerend element’; Het Vlaams Gewest zal de GEN-, GENO-, natuurver- In uitvoering van het RSV werd de ruimtelijke visie ●● de ‘open ruimteverbinding’ ten zuiden van wevings- en bosuitbreidingsgebieden aanduiden en voor landbouw, natuur en bos voor de regio Kust-Pol- Oostende (historische polders). afbakenen. ders-Westhoek opgemaakt (visie-elementen: zie infor- Volgende gebieden werden opgenomen in de eerste matief gedeelte). In uitvoering van deze visie werden fase van het VEN:

118 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Volgende selecties van natuuurverbindingsgebieden ●● landschappelijke integratie van gebouwen en bouwbedrijven. Dergelijke integratie kan door het aan- werden binnen de natuurlijke structuur door de pro- constructies. planten van streekeigen struwelen (gradiënt naar zee vincie gedaan: toe / zout- en windgevoeligheid). In dit gebied gebeu- ●● ‘De omgeving van verspriede natuurkerkernen in 1.2.4 Invulling van gemeentelijke taken ren best geen aanplantingen van hoogstambomen. het Paddegat’ en ‘De omgeving van het Oostends Krekengebied en de Zwaanhoek’ als ‘stimulansge- JJ Natuurgebieden en agrarische gebieden met De stad ondersteunt de bovenlokale visie om het bieden kleine landschapselementen’; belangrijke natuurlijke en ecologische waarde gebruik van bromfietsen te verbieden langs de voor- ●● ‘De Groene 62’ als ‘droge ecologische malige spoorwegbedding. De stad wenst de ‘Groene infrastructuur’; Op het grondgebied van Oudenburg situeren zich ver- 62’ als aanknopingspunt te gebruiken om het kreken- ●● ‘Het kanaal Brugge-Oostende’ en ‘Het kanaal schillende gebieden die momenteel een belangrijke gebied recreatief uit te bouwen. Dit bijvoorbeeld door Plassendale-Nieuwpoort’ als ‘natte ecologische natuurlijke en ecologische waarde bevatten. Deze vanaf de ‘Groene 62’ wandelingen te laten uitstippelen infrastructuur’; gebieden worden op vandaag veelal voor agrarische binnen het krekengebied. ●● ‘Polderwaterlopen tussen het Oostends doeleinden aangewend, hoewel (delen van) een heel Krekengebied en de Zwaanhoek’ als ‘rivier- en aantal van deze gebieden afgebakend zijn als VEN- Naast de natuurlijke, ecologische en recreatieve waar- beekvalleien’. gebied of geselecteerd zijn als natuurkerngebied. De de van dit gebied wil de stad het agrarisch belang van stad wil dit in de toekomst ook zo behouden. Het be- dit gebied niet onderschatten. Het is een gebied met De gewenste agrarische structuur van West-Vlaan- treft de volgende gebieden waarvoor de gemeente een zeer hoge waardering voor landbouw. De stad wil deren bestaat in hoofdzaak uit twee deelgebieden de volgende aanvullingen suggereert naar de hogere de grondgebonden landbouw zeker ondersteunen. die een invulling zijn van de grotere gehelen van het overheden: buitengebied en van de agrarische structuur op het Er dient in het Oostends krekengebied m.a.w. een Vlaams niveau. Oudenburg behoort volledig tot het Oostends krekengebied ideaal evenwicht gevonden te worden tussen de grote gebied met de ‘grondgebonden agrarische structuur natuurwaarden (‘Kleine Keignaart’, omgeving van de als ruimtelijke drager’. Binnen het krekengebied zijn er belangrijke en unieke ‘Oude Straatkreek’) en de agrarische doelstellingen, dijk- en kreekrelicten aanwezig. De stad wenst het zonder daarbij aandacht te verliezen voor de kwets- 1.2.3 Elementen op gemeentelijk niveau behoud en de versterking van deze aspecten mee baarheid van de waterhuishouding. te ondersteunen. Het is ook belangrijk het poldernet- De gewenste ruimtelijke structuur van de open ruimte werksysteem van ontwateringsgrachten maximaal te Zwaanhoek in Oudenburg bevat volgende lokale klemtonen: behouden. Voor het grondgebied van Oudenburg is ●● Differentiatie van de open ruimte: het van cruciaal belang dat er zowel in de onbebouw- Voor deze oudlandpolder ten oosten van Zandvoorde- ●● natuurgebieden en agrarische gebieden met de als bebouwde gebieden een optimale ontwatering dorp streeft men ernaar de diversiteit binnen het land- belangrijke natuurlijke en ecologische waarde; wordt georganiseerd. schap te behouden en naar de toekomst toe te accen- ●● herstellen van bulkenlandschap en versterken tueren door een specifiek landschapsbeheer. van bebouwde ruimte in het landschap ; Doorheen het Oostends krekengebied loopt de ‘Groe- ●● open landbouwgebieden; ne 62’. De stad ondersteunt de hogere overheid om De Zwaanhoek is een laaggelegen gebied met talrijke ●● integratie glastuinbouw; deze as verder recreatief en natuurlijk uit te werken. sloten, poelen en depressies dat grotendeels als VEN- ●● integreren lijninfrastructuren in landschap; Dit door o.a. bijvoorbeeld aandacht te hebben voor gebied is afgebakend. In dit gebied is het van absoluut de landschappelijke integratie van aanpalende land- belang de natte weilanden - graslanden en met riet be-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 119 De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

A10-E40 Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

Snaaskerke Grootgeleed-Moerdijkvaart A18-E40 (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

120 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI groeide plassen te behouden. Scheuren van weiland Door de aanwezigheid van antennes in het open pol- Bourgognemeersen naar akkerland dient voorkomen te worden. Waarde- derlandschap vraagt dit gebied wel extra aandacht. vol zijn eveneens de luie ontwateringsgrachten in de Visueel zijn de antennes in het landschap aanwezig Dit gebied is de uitloper van de moeren van Gistel. In weilanden. Er kan overwogen worden om grachten - maar niet dominerend (uitgezonderd de bebouwing). oostelijke richting gaan de moeren (open landschap) greppels met schaduwminnende streekeigen soorten Toch kan er, om het gebied rondom het antennebos op Gistels grondgebied geleidelijk over naar een meer aan te brengen haaks onder de A10. Eventueel kun- een meerwaarde te geven, overwogen worden om gesloten landschapstype (bulkenlandschap, zie ver- nen in het gebied puntsgewijze struwelen aangeplant het als een ‘landschapsmonument’ te laten uitgroeien. der). Er wordt voorgesteld om in deze zone, in aan- worden. Hoogstambomen zijn hier niet gewenst. Door het aanplanten van bosstructuren geconcen- vulling op de bestaande bomenrijen (bv. langsheen de treerd rondom, op en uitvloeiend naar de open polder, Bourgognevaart), nieuwe aanplantingen langsheen Door de hoge natuur- en ecologische waarde van dit bekomt men een eigentijds contrast. Door de heer- de perceelsgrenzen te verwezenlijken. Het is van be- gebied is het belang voor de landbouw van onderge- sende weersomstandigheden aan de kust zou op een lang het ontwateringssysteem optimaal te behouden. schikte rol. min of meer natuurlijke manier een gradiënt kunnen Scheuren van weilanden dient voorkomen te worden. bekomen worden in de aanplantingen. Het landschap Noordhoek-Paddegat zou er als volgt kunnen uitzien: JJ Herstellen van bulkenlandschap en verster- ●● struwelen het verst van het antennebos ken van bebouwde ruimte in het landschap Voor de verdere inrichting van dit gebied wordt er ver- verwijderd; wezen naar de uitvoering van de ruilverkaveling. ●● halfstambomen naarmate men dichter bij het Er wordt voorgesteld om het gebied vanaf Westkerke antennebos komt; tot aan het bedrijventerrein ‘Witte Bergen’ te verster- Voor het gedeelte buiten de ruilverkaveling, namelijk ●● hoogstambomen ter hoogte van het antennebos. ken met de aanplant van bosjes in combinatie met ten zuiden van het kanaal Brugge-Oostende, dienen kleine landschapselementen, dit als herstel van het de weidegebieden met hun grachtennetwerk maxi- Rondom het gebouw kunnen er aantal extra inspan- voormalige bulkenlandschap. In dit gebied is ook de maal behouden blijven. ningen geleverd worden. verspreide bebouwing talrijker aanwezig. Om een af- bouw naar de open polder en naar het open landschap

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 121 in Gistel te realiseren wordt er een geleidelijke over- reconversieproject naar wonen. Het overige deel ●● de hinder, hoofdzakelijk lichthinder, dient tot een gang voorgesteld: blijft zijn bestemming als woonuitbreidingsgebied minimum beperkt worden. Zo is het gewenst een ●● tussen Oudenburg, Ettelgem, Bekegem behouden. landschappelijke buffer te voorzien t.o.v. de wonin- (Ichtegem) en Westkerke wordt het aantal kleine gen langsheen de Stationstraat; landschapselementen in combinatie met bos- JJ Open landbouwgebieden ●● omdat de waterproblematiek binnen dit gebied aanplantingen versterkt. Het is wel noodzakelijk van kapitaal belang is, dient er op een natuurlijke dat de watertoren van Roksem als een herken- In tegenstelling tot het herstellen van het bulkenland- en landschappelijke manier gezocht te worden baar baken in het landschap blijft bestaan. De schap d.m.v. kleine landschapselementen en bosaan- naar een optimale afwatering. bijkomende bosstructuren dienen zo ingeplant plantingen zijn er in de gemeente ook enkele gebieden ●● binnen het ontwerp moet er aandacht besteed te worden dat op een bepaald aantal strategi- waar het noodzakelijk is dat ze een grote openheid be- worden aan natuurlijke en ecologische doorstro- sche punten de toren steeds zichtbaar blijft i.f.v. waren én waar de agrarisch structuur absolute priori- mingen. Dit kan bijvoorbeeld door een ecologisch oriëntatie; teit dient te krijgen2. Het betreft de volgende gebieden: grachtenstelsel te voorzien. ●● naar enerzijds Gistel toe en anderzijds als over- ●● tussen kanaal Plassendale-Nieuwpoort en Gistel; gang naar het bedrijventerrein ‘Witte Bergen’ ●● tussen Dorpsbeek-Leedje en de Samengevat kan gesteld worden dat de serres zich wordt het landschap enkel met kleine landschap- Bourgognemeersen; niet tot een geïsoleerd eiland mogen ontwikkelen selementen versterkt, bijkomende bosaanplantin- ●● tussen autoweg A18-E40 en ‘Hoge Dijken’; maar dat ze geïntegreerd dienen te worden in het be- gen zijn hier niet wenselijk. ●● tussen kanaal Brugge-Oostende en Bredene. staande landschap.

Het is wel gewenst dat het bedrijventerrein ‘Witte Ber- Om de eigenheid van deze gebieden te bewaren wor- Voor de overige gebieden onderschrijft de stad de gen’ beter wordt ingepast in het landschap door middel den er beter geen aanplantingen - noch kleine land- door de provincie opgemaakte ‘visie voor de vestiging van een massieve groenbuffer. schapselementen, noch bosaanplantingen - voorzien. van glastuinbouw in de regio brugge-Torhout (zie infor- matief gedeelte). Om de kern Oudenburg-Ettelgem landschappelijk en JJ Integratie glastuinbouw natuurlijk te integreren in de omgeving worden de vol- JJ Integreren lijninfrastructuren in het landschap gende voorstellen geformuleerd: Vanuit de hogere overheden is beslist om het ingeslo- ●● de bestaande waterlopen langs- en doorheen het ten gebied tussen de spoorweg Brugge-Oostende en De vele structurerende lijninfrastructuren op het bebouwd gebied worden ecologisch, natuurlijk de A10-E40 deels voor te behouden voor de ontwikke- grondgebied van Oudenburg hebben allen hun eigen en landschappelijk ingericht. Dit kan door middel ling van een agrarische bedrijvenzone (glastuinbouw). landschappelijke integratie. Er wordt de volgende visie van het voorzien van bredere oeverzones (indien Vanuit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wor- omtrent deze assen geformuleerd/gesuggereerd: mogelijk) waarbij er meer ruimte wordt gecreëerd den, aanvullend aan de opties van de hogere beleids- voor een natuurlijke, landschappelijke maar ook kaders, de volgende inrichtingsvoorwaarden gesug- recreatieve inrichting1; gereerd: ●● de driehoek Oudenburg, kanaal Plassendale- ●● de bestaande woningen maximaal behouden Nieuwpoort en de bestaande waterloop bestaat en integreren binnen het ontwerp en in het op vandaag uit een leegstaand bedrijf en land- landschap; bouwgrond met een lage waardering. De site van het leegstaande besdrijf wordt aangeduid als 2 Voor het Oostends Krekengebied, Noordhoek en Bourgognemeer- 1 Referente inrichting Oudenburgsvaartje sen is landbouw nevengeschikt aan natuur.

122 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Autosnelweg A18-E40 een verhoogde palenstructuur. Dit gegeven is zeer in- van een betere inrichting van het profiel weg-fietsroute grijpend en typerend in het landschap. -kanaal. Er wordt landschappelijk voorgesteld om ter Deze autoweg is momenteel niet voorzien van ster- hoogte van Oudenburg, het kanaal te accentueren ke straatverlichting wat de landschappelijke impact - Spoorweg Oostende-Brussel met een bomenrij. vooral ‘s avonds - behoorlijk verminderd. De spoorweg wordt niet geaccentueerd met begelei- JJ Landschappelijke integratie van gebouwen en Tussen Oudenburg en Ettelgem/Westkerke/Roksem dende bomenrijen. constructies ligt de weg op een hoogte. Hier is het belangrijk dat de bermen goed worden onderhouden zodoende dat ze Kanaal Brugge-Oostende Bij het bepalen van ontwikkeling van woningen, land- hun ecologische en bufferfunctie optimaal kunnen uit- bouwbedrijven, ambachtelijke bedrijven, horecaza- oefenen. Op de verhoogde bermen kan er hooggroen Het kanaal heeft momenteel een sterk eigen karakter ken,… zal meermaals een landschappelijke integratie voorzien worden. Wanneer de weg gelijkloopt met het door de aanwezigheid van bomenrijen langsheen de worden vereist. Deze landschappelijke integratie ge- maaiveld worden er geen leidende bomenrijen voor- jaagpaden. De stad wenst deze karakteristiek zeker te beurt op twee sporen: zien om de weg niet extra te accentueren. behouden en mogelijks te versterken. In tegenstelling ●● Met de combinatie tussen erf- en landschap- tot de autosnelwegen en de spoorweg is het voor het pelijke beplanting wordt ervoor gezorgd dat het Autosnelweg A10-E40 kanaal wel aangewezen dat het geaccentueerd wordt gebouw(encomplex) niet ‘bloot’ staat maar opge- in het landschap. nomen wordt in het omringende landschap. Hierbij Deze autoweg heeft momenteel een centrale rij hoge wordt niet gestreefd naar camouflage, maar naar verlichtingspalen. Er kan naar de toekomst onderzocht Kanaal Plassendale-Nieuwpoort integratie. worden om deze te vervangen door minder visueel do- ●● Ten tweede moet er voor gezorgd worden dat bij minante straatverlichting. Dit kanaal heeft een totaal ander karakter als het ka- uitbreidingen de nieuwe gebouwen passen in het naal Brugge-Oostende. Dit is hoofdzakelijk door de omliggende landschap, zowel inzake materiaal- De bermen vervullen een ecologische verbinding. Ter aanwezigheid van wegenis evenwijdig met dit kanaal. en kleurkeuze als vormgeving. hoogte van de Zwaanhoek is de autoweg gelegen op Naar de toekomst toe moet er werk gemaakt worden

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 123 Hierop zal worden toegezien via het gemeentelijk ste- denbouwkundig vergunningsbeleid. Ook kunnen in RUP’s specifieke voorschriften in die zin worden vast- gelegd.

Ook aan type afsluitingen in de open ruimte, en dan vooral in de gave landschappen, moet voldoende aandacht worden besteed. Dit kan d.m.v. een steden- bouwkundige verordening.

124 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 2 Gewenste nederzettingsstructuur lijke) draagkracht van de omgeving. Het is bovendien sem ligt de nadruk op inbreidingsprojecten en sociale wenselijk om (bij middel van ruimtelijke uitvoerings- en groepswoningbouwprojecten binnen de woonuit- plannen) aan te geven in welke zones en onder welke breidingsgebieden. Belangrijke voorzieningen moeten 2.1 Visie en doelstellingen voorwaarden meergezinswoningen gerealiseerd kun- binnen deze entiteiten worden ingeplant, waarbij er nen worden. moet getreefd worden naar een concentratie van ge- Op basis van de bestaande woon- en leefstructuur en lijkaardige functies. de planningscontext wordt een visie uitgewerkt ten Algemeen dient ook aandacht te gaan naar de kwali- aanzien van de ontwikkelingsperspectieven voor de teit van het woningaanbod en haar leefomgeving: Bestaande woningen in de open ruimte kunnen be- gewenste woon- en leefstructuur van Oudenburg. ●● verbeteren van de verkeersleefbaarheid en ver- houden blijven en krijgen de nodige ontwikkelings- blijfskwaliteit in de kernen door herinrichting van mogelijkheden (volgens de geldende wetgeving rond JJ Creëren van een evenwichtig en kwalitatief het openbaar domein en een doortochtenbeleid; zonevreemde woningen). De bestaande bebouwing in woningaanbod ●● aanwezigheid van groenzones en recreatieve de open ruimte dient in een aantal gevallen een betere zones in of nabij de kern; landschappelijke inkleding te krijgen. Dit kan o.a. door De stad Oudenburg wenst een aanbodbeleid te voe- ●● kindvriendelijke woonomgeving; een gepast materiaalgebruik en streekeigen groenin- ren in relatie tot de woningbehoefte aangetoond door ●● het versterken en uitbreiden van bestaande fiets kleding. de provincie. De stad wenst daarbij het aanbod aan -en/of wandelpaden; woningen af te stemmen op de behoeften van de be- ●● het op peil houden en/of uitbreiden van het JJ Behouden en versterken van het bestaande volking. De stad wenst daarbij een extra inspanning voorzieningenniveau van de kernen. Vooral voor patrimonium te leveren voor het creëren van een betaalbaar en het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem zijn er extra kwalitatief woningaanbod. De stad heeft, zoals uit het maatregelen noodzakelijk. De ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente dient te informatief gedeelte blijkt, reeds een groot aanbod aan gebeuren met respect voor de structuur, de identiteit sociale huisvesting. Voor zowel het bestaande woon- JJ Streven naar compactheid en het beperken en de ruimtelijke draagkracht van de bestaande woon- weefsel als nieuw te realiseren uitbreidingen wenst de van wonen in de open ruimte en leefstructuur. Dit betekent dat steeds een afweging stad echter nog extra inspanning te leveren voor het zal moeten gebeuren van wat al dan niet behouden creëren van een betaalbaar en kwalitatief woningaan- De stad Oudenburg wenst de kwaliteit van de open dient te blijven en welke ingrepen al dan niet een ver- bod. ruimte te behouden en zal nieuwe woningen in de sterking van de ruimtelijke en beeldkwaliteit kunnen open ruimte niet ondersteunen. Er zal dus in de eer- opleveren. In de toekomst zal er als gevolg van de toenemende ste plaats gezocht worden naar mogelijkheden voor vergrijzing en het stijgend aantal alleenwonenden inbreiding binnen het bestaande bebouwingsweefsel In Oudenburg worden de historische centra van de een grote behoefte zijn aan kleinere woningen. Een (horizontale verdichting, selectief toegelaten verticale kernen en woningconcentraties gekenmerkt door een oplossing hiervoor kan gevonden worden in de ver- verdichting, invullen van onbebouwde percelen en bin- verweving van wonen en werken. Deze variatie in kor- dere verdichting van de gemengde gebieden, door nengebieden, streven naar hogere bebouwingsdicht- relgrootte en functioneel gebruik van het bebouwings- het realiseren van kleinere woningen in te ontwikke- heden,...), renovatie en vernieuwbouw. De stad maakt weefsel bepaalt het karakter van de kernen. Ook naar len binnengebieden nabij het centrum of door het ver- de uitdrukkelijke keuze om het opvangen van de bijko- de toekomst toe staat de verweving tussen activiteiten vangen van bestaande woningen of gebouwen door mende woonbehoefte te situeren binnen en aanslui- centraal als kernversterkend gegeven. De vertaling meergezinswoningen. Vooral bij dat laatste dient de tend aan het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem Binnen van die verweving naar een meer actueel programma nodige aandacht besteed te worden aan de (ruimte- de overige kern in het buitengebied Westkerke-Rok- en vormgeving dient met het nodige respect voor de

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 125 bestaande kwaliteiten te gebeuren en is afhankelijk 2.2.2 Elementen op provinciaal niveau streven naar een lokale verzorgende rol die tegemoet van de aard van de bedrijfsactiviteiten, de ruimtelijke komt aan de behoeften van de plaatselijke inwoners. draagkracht van de omgeving,… JJ Kernenselectie Het aanbod aan bouwmogelijkheden is gericht op Aangesneden gronden en/of gebouwen van bedrij- De provincie selecteerde Oudenburg-Ettelgem als de woonbehoefte van de eigen bevolking en van de ven die niet (langer) thuishoren in (het centrum van) ‘hoofddorp’. Dit betekent dat deze kern structuuron- niet-kerngebonden huishoudens. De stad opteert ook een kern, omwille van omgevingshinder of stopzetting dersteunend is voor wonen en werken in het buitenge- om de eigen groei van huishoudens van de andere activiteiten, kunnen voorbehouden worden voor klein- bied en een bovenlokale verzorgende rol vervult. geselecteerde kern in het buitengebied (Westkerke- schalige met het wonen compatibele bedrijvigheid of Westkerke-Roksem werd geselecteerd als ‘overige Roksem) opg te vangen binnen het hoofddorp. Ou- herbestemd worden in functie van wonen. Dergelijke kern in het buitengebied’. Dit betekent dat Westkerke- denburg-Ettelgem beschikt daarvoor over de nodige sites worden geëvalueerd aan de hand van het provin- Roksem binnen een aantal strikte voorwaarden de ei- ruimtelijke draagkracht door het goed uitgebouwde ciale beleidskader rond reconversie gen groei aan huishoudens kan opvangen. voorzieningen- en handelsapparaat en de goede ver- keers- en openbaar vervoersvoorzieningen. In de gemeente situeren zich heel wat historische 2.2.3 Elementen op gemeentelijk niveau hoeves (bv. Klokhof) verspreid over het grondgebied. De publieke ruimte in Oudenburg-Ettelgem is geori- Bij herbestemming, renovatie of herbouw van deze JJ Woonconcentraties ënteerd op een verblijfs- en erffunctie met bijzondere hoeves na stopzetting van de bedrijfsactiviteiten blijkt De gemeente heeft tot taak de woonconcentraties te aandacht voor verkeersveiligheid en verkeersleefbaar- vaak dat er weinig aandacht is voor de oorspronkelijke selecteren en ontwikkelingsperspectieven te formule- heid. In de woonkernen en -wijken wordt voldoende beeldwaarde, het materiaalgebruik en de landschap- ren omtrent de rol die deze woonconcentraties kunnen ruimte gecreëerd voor groen, sport en spel, rekening pelijke inpassing waardoor de oorspronkelijke karak- vervullen. houdende met de beschikbare ruimte en mogelijkhe- teristiek verloren gaat. Ook in de kernen bevinden zich den en in functie van de lokale behoeften. heel wat historisch waardevolle panden. In het kader JJ Verspreide bebouwing van het behouden en/of renoveren van deze cultuur- Het is de gemeentelijke taak om binnen de bestaande Nieuwe ontwikkelingen inzake (lokale) bedrijvigheid historisch waardevolle en beeldbepalende complexen juridische mogelijkheden ontwikkelingsperspectieven worden bij voorkeur opgevangen in aansluiting tot kan de gemeente privé-initiatieven ondersteunen en te formuleren voor verspreide bebouwing. de hoofddorpen, de bestaande bedrijvenzone en/of stimuleren. bestaande bedrijven, weliswaar met oog voor onge- 2.2.4 Invulling van de gemeentelijke taken wenste neveneffecten naar verkeer, wonen, … toe. 2.2 Ruimtelijke vertaling JJ Ontwikkelingsperspectieven ‘hoofddorp’ Bij uitbreiding(en) van de hoofddorpen moeten de 2.2.1 Elementen op Vlaams niveau Oudenburg-Ettelgem landschappelijke, natuurlijke en agrarische kwaliteiten van de omgevende open ruimte maximaal gevrijwaard JJ Regionaalstedelijk gebied Oostende Binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is Ou- blijven. Hierbij aansluitend moeten (nieuwe) ontwikke- Een deel van Oudenburg is gelegen binnen het regio- denburg-Ettelgem geselecteerd als ‘hoofddorp’. Het lingen zich in de eerste plaats enten op de bestaande naalstedelijk gebied Oostende: het gaat concreet over hoofddorp dient ondersteunend te zijn voor wonen en verkeersstructuur. de glastuinbouwzone en een deeltje van Plassendale werken in het buitengebied en vervullt een bovenloka- 2. De afbakening heeft dus geen gevolgen voor het le verzorgende rol. Oudenburg-Ettelgem dient ook te wonen in Oudenburg.

126 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI JJ Ontwikkelingsperspectieven ‘overige kern in JJ Ontwikkelingsperspectieven Een toekomstige uitbreiding van deze concentraties is het buitengebied’ Westkerke-Roksem woonconcentraties niet wenselijk, teneinde een verdere versnippering van de open ruimte tegen te gaan. Binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is Binnen deze beleidscategorie worden alle bebou- Westkerke-Roksem geselecteerd als ‘overige kern in wingsconcentraties opgenomen met een bestemming JJ Bestaan van zonevreemde woningen het buitengebied’. woongebied of woongebied met landelijk karakter op garanderen het gewestplan en die niet door de provincie werden De overige kern in het buitengebied dient structure- geselecteerd als ‘hoofddorp’, ‘woonkern’ of ‘overige Woningen die niet behoren tot een geselecteerde rend te zijn voor wonen in het buitengebied en vervullt kern in het buitengebied’. De woonconcentraties om- kern of woonconcentratie maken deel uit van de open een lokale verzorgende rol. vatten meestal lintvormige bebouwingsenclaves in de ruimte. Er is op het grondgebied van Oudenburg ver- open ruimte spreide bebouwing aanwezig vooral rondom West- Het aanbod aan bouwmogelijkheden is zuiver gericht kerke en Roksem maar ook ten oosten van de stad op de opvang van de eigen groei van huishoudens op Op basis van bovenstaand uitgangspunt kunnen vol- Oudenburg. Deze zonevreemde woningen komen in niveau van de kern en onder een aantal voorwaar- gende woonconcentraties worden geselecteerd: hoofdzaak voor in agrarisch gebied. Het aantal wonin- den. Bij eventuele kernversterking buiten het juridisch ●● uitloper Zandvoorde (sluit direct aan bij de ‘ove- gen in kwetsbare gebieden is zeer beperkt. aanbod moet in de eerste plaats naar de woonuitbrei- rige kern in het buitengebied’ Zandvoorde, op het dingsgebieden gekeken worden. De stad maakt ech- grondgebied Oostende); Het beleid streeft naar een maximaal behoud van de ter de uitdrukkelijke keuze om het opvangen van de ●● Stationsstraat; zonevreemde woningen en het bieden van rechts- bijkomende woonbehoefte te situeren binnen en aan- ●● Brugsesteenweg-Oude Brugseweg (is een uitlo- zekerheid. Het uitgangspunt is dat elke vergunde, in sluitend aan het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem per van de niet door de provincie geselecteerde hoofdzaak vergunde of als vergund te beschouwen kern Zerkegem, op het grondgebied Jabbeke). zonevreemde woning kan behouden blijven. De publieke ruimte in Westkerke-Roksem is georiën- teerd op een verblijfs- en erffunctie met bijzondere Inzake de mogelijkheid tot het creëren van bijkomen- Het beleid terzake steunt zich op de regelgeving op aandacht voor verkeersveiligheid en verkeersleefbaar- de woongelegenheden kunnen enkel de juridisch be- Vlaams niveau (basisrechten voor zonevreemde cun- heid. In de woonkernen en -wijken wordt voldoende staande effectieve bouwgronden benut worden. Een structies binnen de codex RO). ruimte gecreëerd voor groen, sport en spel, rekening (structurele) uitbreiding van de woonconcentraties houdende met de beschikbare ruimte en mogelijkhe- wordt niet wenselijk geacht. Lokale bedrijvigheid kan Woningen die voorkomen binnen landschappelijk den en in functie van de lokale behoeften. in verweving met het wonen, voor zover de ruimtelijke waardevolle gebieden (bovenlokale en lokale gave draagkracht niet wordt overschreden en voor zover landschappen) krijgen algemeen de ontwikkelingsper- Lokale bedrijvigheid kan enkel voorkomen in verwe- deze compatibel is met de woonfunctie. spectieven die beschreven zijn binnen de codex RO. venheid met het wonen. Het voorzien van een lokaal Er worden wel enkele randvoorwaarden opgelegd met bedrijventerrein aansluitend bij een overige kern in De uitbouw van het voorzieningenniveau wordt niet de bedoeling de landschappelijke waarde te bescher- het buitengebied is niet mogelijk. wenselijk geacht. Bestaande vergunde of vergund men en versterken. Bij de beoordeling van de bouw- geachte voorzieningen kunnen behouden blijven en aanvragen moet er bijzondere aandacht geschonken uitbreiden voor zover de ruimtelijke draagkracht en worden aan de beeldwaarde en aan de landschappe- het schaalniveau van de woonconcentratie niet over- lijke integratie van de gebouwen. Hierbij wordt geke- schreden wordt. ken naar de inrichting van de volledige kavel. Er kun-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 127 nen bijkomende beperkingen opgelegd worden inzake Om tot geschikte locaties voor nieuwe woonontwikke- paalt dat, voor de berekening van de netto taakstel- typologie en volumeverhoudingen (lengte-breedte- lingen buiten het juridisch aanbod te komen, werden ling, de geplande reconversieprojecten moeten wor- hoogte). verschillende zoekzones in het informatief gedeelte den meegerekend bij het beschikbaar aanbod (PRS, gedetecteerd en geëvalueerd. Op basis van deze eva- gecoördineerde versie 2014, blz. 112, punt 1.5.3). Vol- I.v.m. het voorzien binnen woningen van complemen- luatie worden voorkeursgebieden voor wonen aange- gens die berekeningsmethode is het netto pakket voor taire functies ‘kantoor en diensten’ en ‘toeristische geven. de planperiodes 2012-2017 en 2012-2020 negatief. logies’ wordt verwezen naar de mogelijkheden voor- Deze negatieve behoefte zal bij behoeftestudies voor zien in artikels 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Voor het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem worden vol- latere planperiodes worden verrekend. Regering van 28/11/2003 (en latere wijzigingen) tot gende beleidsopties genomen: vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde ●● het aansnijden van onbebouwde percelen bin- Een meer gedetailleerde bespreking van de twee re- functiewijzigingen nen verkavelingen en langsheen uitgeruste conversiegebieden, met de link naar het beleidska- infrastructuur; der voor reconversie uit het addendum PRS en de JJ Beleidskeuzes ten aanzien van het ●● het aansnijden van niet-uitgeruste woongebieden: (kwalitatieve) randvoorwaarden voor ontwikkeling, is woonprogramma ●● de niet-uitgeruste gebieden gelegen in goedge- opgenomen binnen de bespreking van de deelruimte keurde BPA’s (nagenoeg volledig gerealiseerd); ‘Hoofddorp Oudenburg-Ettelgem’. Uit de behoefteraming, opgemaakt door de provincie, ●● de reconversie van de site ‘De Meulenaere’ blijkt dat Oudenburg een netto-taakstelling toegewe- ○○ 4,1 ha binnen de bestemming ‘bedrijvig- De bestaande, nog vrijliggende (delen) van woonuit- zen kreeg van 69 woningen in de periode 2012-2017 heid’, waarvan 0,2 ha reeds voorzien zijn breidingsgebieden binnen het hoofddorp Oudenburg- en 0 woningen in de periode 2017-2022. als ‘watervoorziening. De resterende 3,9 ha Ettelgem behouden hun bestemming en komen in is goed voor 74-117 wooneenheden bij een aanmerking voor een eventuele aansnijding op lange Het hoofddorp Oudenburg-Ettlegem kreeg hiervan de dichtheidsvork van 19-30 w/ha termijn (indien er een nieuwe behoefte wordt aange- hoofdmoot toegewezen: een netto-taakstelling van 52 ○○ 0,4 ha binnen de bestemming ‘wonen’, goed toond). Het zijn reservezones voor wonen op lange woningen in de periode 2012-2017 en 0 woningen in voor 7-12 wooneenheden bij een dichtheids- termijn. de periode 2017-2022. vork van 19-30 w/ha ○○ 0,6 ha binnen een zone met nabestemming Voor de overige kern in het buitengebied Westkerke- De overige kern in het buitengebied Westkerke-Rok- ‘wonen’, goed voor 11-18 wooneenheden bij Roksem worden volgende beleidsopties genomen: sem kreeg de rest toegewezen: een netto-taakstelling een dichtheidsvork van 19-30 w/ha ●● het aansnijden van onbebouwde percelen bin- van 17 woningen in de periode 2012-2017 en 0 wonin- ●● de reconversie van de site ‘Verhelst’ nen verkavelingen en langsheen uitgeruste gen in de periode 2017-2022. ○○ 1,6 ha binnen de bestemming ‘bedrijvigheid, infrastructuur; goed voor 30-48 wooneenheden bij een ●● het gefaseerd aansnijden van woonuitbreidings- De stad maakt de uitdrukkelijke keuze om het opvan- dichtheidsvork van 19-30 w/ha gebieden in eigendom van sociale bouwmaat- gen van de volledige bijkomende woonbehoefte, 69 schappijen, enkel in het kader van sociale- of woningen in de periode 2012-2017, te situeren binnen Vermits de gemeente de duidelijke keuze maakt om groepswoningbouwprojecten. en aansluitend aan het hoofddorp Oudenburg-Ettel- haar toekomstige woonbehoefte in te vullen binnen gem twee reconversieprojecten, kan abstractie worden ge- JJ Differentiatie - Verdichting maakt van de taakstelling van 69 woningen voor de Aangezien de stad aan diverse woningbehoeften moet planperiodes 2012-2017 en 2020-2022. Het PRS be- trachten te voldoen, zal het woningaanbodbeleid moe-

128 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI ten gedifferentieerd worden: het aanbod moet zowel ●● de parkeerproblematiek moet mee in overweging regelen kan gebeuren op basis van een aantal selec- bestaan uit koop- als huurwoningen, private als soci- genomen worden (bvb. parkeergelegenheid op tiecriteria zoals: ale woningen, variabele grootte van woningen, lage eigen terrein); ●● Historische redenen (merkwaardige bewoners, rol en hogere prijsklassen, verschillende woningtypes ●● er moeten kwalitatieve wooneenheden worden gespeeld in de lokale geschiedenis?) (aaneengesloten, halfopen of open bebouwing, appar- voorzien met minimale oppervlaktes aan binnen- ●● Graad van uniciteit in zijn soort tementen,…). en buitenruimten; ●● Beeldbepalendheid binnen het straatbeeld ●● aandacht voor de groenaanplanting op het perceel ●● Authenticiteit langs buiten De verweving van verschillende woontypes zou moe- en in de directe omgeving; ●● Authenticiteit langs binnen ten resulteren in een globale dichtheidsnorm van mi- ●● de privacy t.o.v. de in de omgeving gelegen wonin- ●● Authenticiteit van de context, gaafheid omgeving nimaal 15 woningen per ha per ruimtelijk samenhan- gen moet worden gevrijwaard; ●● Eigen architecturale waarde gend geheel in het buitengebied. ●● er moet respect zijn voor het bouwkundig erfgoed; ●● Bouwfysische toestand Naar sociale woningen toe dient Oudenburg te vol- ●● … ●● Mogelijkheden tot herbestemming doen aan het bindend sociaal objectief. Hiervoor moe- ●● Mogelijkheid tot publieke ontsluiting en/of maat- ten in de periode 2009-2020 nog 60 sociale huurwo- JJ Niet-beschermd onroerend erfgoed schappelijke meerwaarde ningen, 83 sociale koopwoningen en 3 sociale kavels ●● Financieel verlies bij verplicht behoud gerealiseerd worden. Dit zal zowel moeten gebeuren De stad Oudenburg bevat een groot aantal erfgoed- via zuiver sociale als via gemengde projecten. elementen, zowel binnen de kernen als binnen de Waardevolle gebouwen kunnen principieel verbou- open ruimte (zie informatief deel). Dit patrimonium wen, herbouwen of uitbreiden zolang de ingrepen ge- Met verdichting, verweving en bouwhoogtes moet maken een essentieel onderdeel uit van de kernen en beuren in de geest van het oorspronkelijke gebouw. doordacht worden omgegaan. De ruimtelijke inpas- het landschap door haar voorkomen en identiteitsver- Om leegstand van waardevolle gebouwen te voorko- sing, zowel functioneel als morfologisch, moet het lenend karakter. men is de vestiging van niet-agrarische functies bin- uitgangspunt zijn bij het beoordelen van projecten. nen de bestaande hoevebebouwing mogelijk zolang Hierbij moet er zorgzaam omgesprongen worden met Het beleid is in de eerste plaats gericht op behoud van deze nieuwe invulling gericht is op het behoud of her- de kwaliteit en diversiteit van de dorpscentra. Ontwer- deze erfgoedelementen, evenals het versterken van stel van de erfgoedwaarde. pend onderzoek, masterplanning en detailanalyses hun historische ruimtelijke context waar ze deel van zijn geschikte instrumenten om op een weloverwo- uitmaken. Binnen alle RUP’s die opgemaakt en verdichtings- gen manier om te gaan met verdichting, verweving en projecten die uitgevoerd zullen worden binnen de be- gabarieten. Op basis hiervan kunnen bepalingen in De selectie van de waardevolle erfgoedelementen ge- bouwde ruimte zal ruime aandacht besteed moeten RUP’s worden ingeschreven. beurt in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande worden aan deze gebouwen, met opname van be- inventaris van het bouwkundig erfgoed kan hierbij als schermende voorschriften en/of bepalingen voor de Per project zal er een toets moeten gebeuren naar de vertrekpunt fungeren en bij opmaak van het ruimte- geselecteerde gebouwen. bestaande ruimtelijke context en naar de hinder toe lijk uitvoeringsplan geactualiseerd worden. Er kunnen voor de directe omgeving: afwegingscriteria worden vastgesteld ter beoorde- JJ Ruimte voor gemeenschapsvoorzieningen ●● de harmonie en typologie van het straatbeeld mag ling van stedenbouwkundige aanvragen m.b.t. deze niet aangetast worden; gebouwen. De selectie van de gebouwen die in aan- De stad wenst aandacht te besteden aan de ontwik- ●● de breedte van het perceel moet voldoende groot merking komen voor eventuele beschermende maat- keling van ruimte en infrastructuur voor de gemeen- zijn; schap. Onvoorziene ruimtevragen i.v.m. gemeen-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 129 schapsvoorzieningen worden het best gesitueerd in of in aansluiting tot het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem. Er dient wel rekening gehouden met het mobiliteitsa- spect en de ruimtelijke draagkracht. Bij voorkeur worden deze voorzieningen gecentraliseerd op goed bereikbare plaatsen, waarbij de toegankelijkheid voor alle lagen van de bevolking (jongeren, ouderen, wer- kende bevolking, …) wordt gegerandeerd.

Daarnaast moert er ook nagedacht worden over het concentreren van gelijkaardige functies, om zo de effi- ciëntie ervan te vergroten. Voorbeelde hiervan zijn het bundelen van administraties, van kinderopvang, van sportinfrastructuur,... Hierdoor kunnen tevens nieuwe ruimtelijk potenties ontstaan binnen de kernen.

Een concreet voorbeeld hiervan is de optimalisatie van de site van de abdijhoeve (zie deelruimte ‘Hoofd- dorp Oudenburg-Ettelgem’).

130 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI De Haan Kaart: gewenste nederzettingsstructuur

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

Brugge Verhelst Gent

Oostends OUDENBURG Jabbeke krekengebied

De Meulenaere

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 131 132 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Gewenste ruimtelijk-economische de de basisvoorzieningen te kunnen blijven aanbieden planperiode). Daarnaast kan bedrijvigheid tevens ver- structuur aan haar inwoners. weven voorkomen met het wonen. Het GRS moet de ontwikkelingsperspectieven aangeven en de behoefte Voor de gewenste ruimtelijke-economische structuur 3.2 Ruimtelijke vertaling aan een lokaal bedrijventerrein aantonen. Na de goed- worden de visie en de doelstellingen ruimtelijk ver- keuring van het addendum PRS staat de provincie in taald. De invulling van de gewenste ruimtelijk-economische voor de behoeftebereking voor lokale bedrijvigheid structuur van Oudenburg wordt in sterke mate bepaald binnen de gemeenten. 3.1 Visie en doelstellingen door elementen van de hogere beleidsniveaus: 3.2.3 Elementen op gemeentelijk niveau De stad wenst de bestaande economische dynamiek 3.2.1 Elementen op Vlaams niveau te behouden en de bestaande bedrijven de nodige De gemeente dient aan de hand van een behoefte- ontwikkelingskansen te bieden, teneinde de bestaan- JJ Regionale bedrijventerreinen en bovenlokale studie de noodzaak voor bijkomende bedrijventerrei- de tewerkstelling te behouden. bedrijven buiten bedrijventerreinen nen in de hoofddorpen aan te tonen. Bij de uiteindelijk locatiekeuze dient rekening gehouden met de rand- Als hoofddorp zijn er voor Oudenburg-Ettelgem lokale Voor regionale bedrijventerreinen en bovenlokale be- voorwaarden vanwege de hogere beleidskaders. De ontwikkelingen mogelijk inzake bedrijvigheid. Er wordt drijvigheid buiten de bedrijventerreinen is het Vlaams gemeente heeft eveneens tot taak om een specifiek gestreefd naar het bundelen van nieuwe bedrijvig- Gewest bevoegd. Zij geven de ontwikkelingsperspec- beleidskader te creëren en ontwikkelingsperspectie- heid in aansluiting tot het bestaande bedrijventerrein tieven aan en maken zo nodig een ruimtelijk uitvoe- ven te formuleren betreffende de beleidscategorie ‘be- ‘Steengoed’. ringsplan op. drijvigheid gelegen buiten de bedrijventerreinen’.

Zowel voor nieuwe als bestaande bedrijvenzones dient JJ Ontwikkeling van gebied voor glastuinbouw JJ Bedrijvigheid in woongebieden vermeden dat niet-geëigende activiteiten zich vestigen op dergelijke locaties. Deze zones dienen voorbehou- Vanuit dit bovenlokaal niveau werd beslist dat er een In woongebieden kan naast de woonfunctie ook be- den voor KMO’s en ambachtelijke bedrijvigheid al of agrarische bedrijvenzone (glastuinbouw) gerealiseerd drijvigheid, in de algemene betekenis van het woord, niet gecombineerd met (beperkte) handelsactiviteiten, zal worden tussen de spoorlijn Brussel-Oostende en (voor)komen. Verweving van activiteiten wordt als een gekoppeld aan de bedrijvigheid. de autosnelweg A10-E40. kwaliteit ervaren. Het is aan de gemeente om de ont- wikkelingsmogelijkheden aan te geven. Voor de bedrijven binnen woongebieden dienen spe- cifieke ruimtelijke randvoorwaarden te worden uitge- JJ Lokaal bedrijventerrein werkt, waarbij de aandacht zich toespitst op een ef- ficiënt ruimtegebruik, een ruimtelijke differentiatie naar 3.2.2 Elementen op provinciaal niveau De gemeente is bevoegd voor de toekomstige ontwik- de aard en de omvang van de bedrijvigheid in functie kelingen op de bestaande en de nieuwe lokale bedrij- van de woonomgeving, de landschappelijke inkleding JJ Kernenselectie venterreinen. Ze formuleert de ontwikkelingsperspec- en het milieuvriendelijk karakter. tieven voor de bestaande en zoekt, ingeval van een Een hoofddorp (Oudenburg-Ettelgem) heeft de moge- aantoonbare behoefte, de meest geschikte locatie Tevens streeft de stad naar het versterken van de lijkheid tot inplanting van een lokaal bedrijventerrein voor de inplanting van een nieuw bedrijventerrein. kleinhandel en voorzieningen in de stadskern, tenein- van 5 ha (met mogelijkheid tot uitbreiding binnen de

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 133 JJ Lokale bedrijven buiten bedrijventerrein Het bedrijf Steelandt heeft op de huidige locatie zijn JJ Grootschalige individuele bedrijven activiteiten stopzet. Ondertussen hebben zich drie Ou- Inzake de lokale bedrijvigheid buiten de bedrijventer- denburgse bedrijven (Pyra, Monbaliu en Meyns) op dit reinen dient de gemeente ontwikkelingsmogelijkheden Op het grondgebied van Oudenburg situeren zich een terrein hervestigd. aan te geven. De gemeente zal gebiedsgerichte ont- aantal grootschalige individuele bedrijven die struc- wikkelingsperspectieven formuleren, dewelke geba- turerend zijn binnen de bebouwingsstructuur, maar JJ Beleidskeuzes inzake inplanting (nieuw) lo- seerd zijn op het specifieke beleidskader inzake be- ook gelegen zijn binnen de open ruimte. Ze zijn zowel kaal bedrijventerrein drijvigheid binnen het PRS West-Vlaanderen. zonevreemd als zone-eigen gelegen (individueel be- stemd middels gewestplan of BPA). De meeste van Uit de confrontatie van de behoefte en het beschikba- JJ Kleinhandel in kernen en overige deze bedrijven en handelszaken zijn historisch ge- re juridisch aanbod blijkt dat de stad Oudenburg nood woonconcentraties groeid. heeft aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid. Deze bijkomende ruimtebehoefte wordt geraamd op De gemeente staat in voor de ontwikkelingsmogelijk- De stad streeft naar een maximaal behoud van de om en bij de 4,08 ha voor nieuwe en herlokaliserende heden voor de bestaande en nieuwe kleinhandel in bestaande grootschalige bedrijven en het bieden van lokale bedrijvigheid (bruto oppervlakte) in het hoofd- en aansluitend bij de kernen en overige woonconcen- rechtszekerheid. Verweving van deze bedrijvigheid dorp waarvan op korte termijn bruto 2,21 ha zou kun- traties. Deze ontwikkelingsmogelijkheden worden be- met de woonbebouwing staat voorop. Uitbreiding van nen worden aangesneden. paald door het schaalniveau en de ruimtelijke draag- de activiteiten dient beperkt te worden gelet op de kracht van de desbetreffende nederzettingsstructuren. kwaliteiten van het landschap voor de eigen inwoners Binnen het informatief gedeelte werd de uitbreiding en voor het toerisme. De volgende principes worden van het lokaal bedrijventerrein Steengoed als best 3.2.4 Invulling van de gemeentelijke taken voorgesteld: scorende zoekzone naar voor geschoven. Voor dit ter- ●● Bedrijven ter hoogte van Hoge Dijken en bedrijven rein werd er binnen de opmaak van het BPA Steen- JJ Kleinschalige bedrijvigheid in woonkernen Brugsesteenweg/Eernegemsesteenweg: deze goed reeds de mogelijkheid open gelaten om dit ter- bedrijven moeten geïntegreerd worden/blijven in rein uit te breiden. De aanwezigheid van verschillende activiteiten en het bestaand woonweefsel. functies in nederzettingsstructuren wordt als een kwa- ●● Bedrijven De Meulenaere en Verhelst: wegens het De stad Oudenburg opteert om de locatie van een liteit ervaren en vormt een kernversterkend gegeven, verdwijnen van deze bedrijven wordt op de twee nieuw lokaal bedrijventerrein in Oudenburg-Ettelgem in zoverre deze niet hinderlijk zijn en de ruimtelijke sites een reconversie naar wonen voorgesteld, te situeren in aansluiting tot het bestaande bedrijven- draagkracht van de omgeving niet overschrijden. vermits nieuwe bedrijvigheid op deze locaties niet terrein, met name ‘Steengoed’. De gemeente is van gewenst is (conflict met de woonomgeving). oordeel dat het gebied ten oosten van dit bedrijventer- Inzake kleinschalige bedrijvigheid kunnen de bestaan- ●● De bedrijventerreinen Waerebrug (Steelandt) rein het meest geschikt is om bijkomende bedrijvigheid de vergunde of vergund geachte activiteiten behou- en IJzerweg (Lithobeton) zijn gesitueerd in open op te vangen. Het gebied beschikt over voldoende op- den blijven en eventueel zelfs uitbreiden, in zoverre ze landbouwgebied (zie gewenste structuur van de pervlakte om de ruimtebehoefte voor bedrijvigheid op compatibel zijn met de omliggende functies en geen open ruimte). Het is aangewezen deze bedrijven korte en middellange termijn op te vangen. bijkomende hinder creëren. Bij nieuwe bedrijfsactivi- landschappelijk te integreren middels beperkte teiten dient voldoende aandacht besteed te worden groenvoorzieningen (kleine landschapselemen- De volgende inrichtingsprincipes worden voorgesteld: aan de ruimtelijke inpassing in het bestaand bebouwd ten, ...) i.p.v. met massieve buffers. ●● de uitbreiding kan enkel gerealiseerd worden in weefsel. oostelijke richting. Het is m.a.w. niet wenselijk de

134 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI bijkomende bedrijvigheid te voorzien langsheen ●● Categorie 3: bedrijven met beperkte uitbreidings- Verkeersimpact: de Stationsstraat, tussen het bestaande bedrijven- mogelijkheden (max. 15%), geen beperking voor ●● De verkeershinder die het bedrijf veroorzaakt; terrein en de kern van Oudenburg; de aard van de activiteit. ●● De bereikbaarheid: langs bovenlokale weg of ●● de ontsluiting van het nieuwe bedrijventerrein ●● Categorie 4: bedrijven met ruimere uitbreidings- langs goed uitgeruste lokale weg; vertrekt vanuit het bestaande bedrijventerrein mogelijkheden (max. 30%), nieuwe activiteiten ●● Clustergebonden karakter, afzetmarkt; Steengoed; moeten minder storend zijn dan de bestaande. ●● Ontsluiting op het openbaar vervoer. ●● het bedrijventerrein zal - samen met Witte Bergen ●● Categorie 5: bedrijven met ruimere uitbreidings- Sociaal- en bedrijfseconomische criteria: en Steengoed - gebufferd worden door een mas- mogelijkheden (max. 30%), geen beperking voor ●● Investeringen in de laatste 5 à 10 jaar; sieve buffer. de aard van de activiteit. ●● Productieproces: de technologie en organisa- tie van het productieproces is eigentijds en/of Bij een eventuele latere behoefte wenst de stad een De classificatie gebeurt, conform het beleidskader doordacht; verdere oostelijke uitbreiding van de site Steengoed- voor ontwikkelingsperspectieven voor bestaande be- ●● Beschikbare gebouwen: leegstaande gebouwen oost als voorkeurslocatie naar voor te schuiven. De drijven buiten bedrijventerreinen (gecoördineerde ver- in de omgeving die ter beschikking staan van het zoekzone is immers groter dan de aangetoonde be- sie PRS, p. 295), overeenkomstig volgende afwegin- bedrijf. hoefte van 4,08 ha, waarvan op korte termijn bruto gen : ●● De tewerkstellingsdynamiek van het bedrijf; 2,21 ha zou kunnen worden aangesneden. Algemene criteria: ●● De aard van de bedrijfsactiviteiten; Op basis van deze afweging kan men elk bedrijf af- JJ Kleinschalige bedrijven buiten Ruimtelijke criteria: zonderlijk in de hoger vermelde specificatie onder- bedrijventerreinen ●● De deelruimte waarin het bedrijf gelegen is. Per brengen. In functie hiervan kan het gemeentebestuur deelruimte kan reeds een aangegeven worden planningsinitiatieven nemen om bedrijfsspecifieke ont- Elk bestaand vergund of vergund geachte (zowel qua welke categorieën mogelijk zijn (zie bespreking wikkelingsmogelijkheden te scheppen. Dit zal worden bebouwing als qua functie) zonevreemd bedrijf wordt van de deelruimten); overwogen per individueel bedrijf. geclassificeerd in de categorieën uit de omzendbrief ●● Ruimtebeslag, schaal van het bedrijf ten opzichte 2000/01, met bijvoeging van twee categorieën als van de omgeving; Indien een bedrijf ter plaatse mag blijven en verder volgt : ●● Situering in het landschap (nabijheid van waar- ontwikkelen, zal bijzondere aandacht dienen te gaan ●● Categorie 0: bedrijven die hoe dan ook moeten devolle elementen van de gewenste natuurlijke, naar de landschappelijke inpassing van het bedrijf in verdwijnen. landschappelijke en agrarische structuur op zijn omgeving. Dit betekent dat per bedrijf aandacht ●● Categorie 1: bedrijven die niet mogen uitbreiden, bovenlokaal en lokaal niveau) en voorkomen van zal gaan naar gepast materiaalgebruik, groeninkle- bij stopzetting wordt geen nieuwe zonevreemde het bedrijf; ding, … met het oog op een goede landschappelijk activiteit toegelaten. ●● Situering t.o.v. beschermde monumenten, inpassing. ●● Categorie 1*: bedrijven die niet mogen uitbreiden, landschappen, dorpsgezichten, of bakens in het bij stopzetting kan een nieuwe, minder hinderlijke landschap; Bij het stopzetten van de activiteit van een zone- (zonevreemde) activiteit in de plaats komen. ●● Historiek van het ruimtegebruik. vreemd bedrijf dat een planologische oplossing op ●● Categorie 2: bedrijven met beperkte uitbreidings- Milieu-impact: maat van het bedrijf kreeg, dient steeds een nieuwe mogelijkheden (max. 15%), nieuwe activiteiten ●● Milieuhinder (straling, trillingen, emissies, geur, afweging gemaakt te worden rond de nabestemming. moeten minder storend zijn dan de bestaande. veiligheid); ●● Aanwezigheid van openbare nutsvoorzieningen.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 135 JJ Versterken van de kleinhandel en voorzienin- hierop kan gemaakt worden voor strikt buurtgerichte gen in de (stads)kern kleinhandelsactiviteiten.

In functie van het behoud van de leefbaarheid van en de dynamiek in de kernen en woonconcentraties kunnen de bestaande handelszaken behouden blijven zowel in de kernen als de overige woonconcentraties.

De vestiging van nieuwe kerngebonden handelsza- ken dient afgewogen ten opzichte van de ruimtelijke draagkracht van de nederzettingsstructuur.

Kleinhandel in het hoofddorp Voor Oudenburg-Ettelgem wordt gestreefd naar het behoud en de verbreding van het bestaande kleinhan- delsaanbod. Dit kan zowel van bovenlokale als van lokale aard zijn, mits de schaalgrootte van de vesti- ging en de ontwikkelde activiteit passend blijft in de omgeving. Kleinhandelsactiviteiten worden best ge- concentreerd in de ‘centrumzones’ van Oudenburg en Ettelgem. Wel kunnen op andere plaatsen, buiten de centrumbebouwing, buurtgerichte handelsactiviteiten (beenhouwer, bakker, ...) worden ontwikkeld.

Kleinhandel in de overige kern in het buitengebied De bestaande kleinhandelszaken in Westkerke- Rok- sem kunnen behouden blijven en uitbreiden voor zover dit ruimtelijk verantwoord is. De inplanting van nieuwe kleinhandel is mogelijk rekening houdende met het niveau van de nederzetting en de ruimtelijke draagkracht van de omgeving.

Kleinhandel in woonconcentraties Ook in deze categorie kunnen de bestaande (kleine) handelszaken behouden blijven, maar het lijkt niet wenselijk om nieuwe handelsvestigingen in deze ne- derzettingsstructuren uit te bouwen. Een uitzondering

136 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: gewenste ruimtelijk-economische structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Plassendale 2 Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek Witte Bergen A10-E40

Steengoed GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

IJzerwegstraat

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem Hoge Dijken A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

Westkerke Brugsesteenweg

GISTEL (Gistel) Bekegem Waerebrug (Ichtegem)

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 137 138 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 4 Gewenste toeristisch-recreatieve De kanalen vormen de belangrijkste grensoverschrij- van toerisme is eerder kleinschalig, laagdynamisch en structuur dende toeristische structuren die Oudenburg veranke- overschrijdt de draagkracht van de omgeving niet. ren binnen de regio. Ze vormen de ruggegraat voor de uitbouw van het toeristisch-recreatieve netwerk van 4.2 Ruimtelijke vertaling 4.1 Visie en doelstellingen de stad. De invulling van de gewenste ruimtelijk-economische De toeristische troef van Oudenburg richt zich hoofd- De stad wenst de omgeving van ‘De Kluiten’ uit te bou- structuur van Oudenburg wordt in sterke mate bepaald zakelijk op het rijke Romeinse verleden van de stad, wen tot een recreatieve pool binnen de gemeente die door elementen van de hogere beleidsniveaus: gekenmerkt door de aanwezigheid van een Romeins complementair functioneert t.o.v. de reeds bestaande castellum. De stad Oudenburg opereert daardoor als troeven van de stad (bv. waterrecreatie, oeverrecre- 4.2.1 Elementen op Vlaams niveau deel van een regionaal toeristisch-recreatief apparaat atie, ...). (R.O.M.A.) met een eigen specifiek profiel. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen formuleert Het optimaliseren van het recreatief netwerk is in de een aantal ontwikkelingsperspectieven voor toeris- De gemeente onderstreept dan ook het belang van de eerste plaats gericht op de eigen bevolking en veron- tisch-recreatieve infrastructuur. Verder maakt het aanwezigheid van archeologische en geschiedkun- derstelt een infrastructuur op maat van de in de stad Vlaams Gewest geen aanduiding van structuurbepa- dige elementen in de stad en wenst deze optimaal te actieve verenigingen (sport, jeugd, ouderen, ...) en ge- lende elementen en componenten op het grondgebied ontsluiten voor de toerist/recreant. richt op een zo ruim mogelijk publiek waarbij gestreefd van Oudenburg die deel uitmaken van de gewenste dient te worden naar een multifunctioneel gebruik van ruimtelijke structuur op Vlaams niveau. JJ Optimaliseren van het lokaal toeristich-recre- de voorzieningen. atief netwerk 4.2.2 Elementen van provinciaal niveau JJ Ondersteunen van het toeristisch-recreatief De stad Oudenburg wenst zich op toeristisch vlak ver- medegebruik In het PRS West-Vlaanderen worden de bovenlokaal der te profileren met als thema het Romeins verleden structurerende netwerken, knooppunten en lijnele- van de stad. Het ruimtelijk zwaartepunt van dit netwerk Een van de kenmerken van de open ruimte is het (be- menten geselecteerd. situeert zich ter hoogte van ‘t Steedje, site abdjihoeve perkt) verspreid voorkomen van gebouwen. Het garan- en site Stedelijk Archeologisch Museum (voormalige deren van blijvend gebruik van bestaande vergunde Op vandaag zijn op provinciaal niveau geen toeris- ambtswoning) aan de Marktstraat-Stationsstraat in gebouwen wordt als uitgangspunt gehanteerd. Naast tisch-recreatieve knooppunten geselecteerd in Ou- Oudenburg. de woonfunctie wenst de stad Oudenburg het toe- denburg. ristisch-recreatief medegebruik te ondersteunen. De De optimalisatie van het toeristisch netwerk beoogt de hogere beleidskaders vormen het uitgangspunt voor Delen van Oudenburg behoren wel tot het toeristisch- in de gemeente aanwezige toeristische troeven (his- de stad. Gezien de stad de toeristische kaart wenst recreatief netwerk van de kust en de regio ‘Brugs om- torisch verleden, patrimonium, abdijsite, natuur, lan- te trekken, acht ze het wenselijk de nodige ontwikke- meland’. In deze laatste regio is ook plattelandstoe- delijke omgeving, waterplassen, ...) enerzijds sterker lingsperspectieven te bieden voor toeristische activi- risme mogelijk met het oog op recreatief medegebruik met elkaar te verbinden en anderzijds sterker te ver- teiten in aanvulling van bestaande functies. In het bij- van de open ruimte en van het bouwkundig en histo- ankeren met de aanwezige bovenlokale toeristische zonder gaat het om hoevetoerisme en het verstrekken risch erfgoed. netwerken (achterland van de kust, …). van logies naast de reguliere woonfunctie. Deze vorm

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 139 Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort (tot aan het ka- en wegen langs de kanalen zijn belangrijke lijnele- naal Brugge-Oostende) en het kanaal Brugge-Oosten- Lokale recreatieve knooppunten menten van lokaal belang, net als de Groene 62 i.f.v. de (tot aan het kanaal Plassendale-Nieuwpoort) zijn in Het betreft locaties waar het wenselijk is om sport- en de ontsluiting van het Oostends krekengebied voor het PRS geselecteerd als toeristisch-recreatief lijnele- recreatie-infrastructuur te bestendigen en waar moge- zachte recreatie. ment, net als de ‘Groene 62’. lijk verder uit te bouwen. Het zijn locaties die gelegen ‘De Kluiten’ werd geselecteerd als ‘specifiek sportre- zijn in of in de directe nabijheid van een geselecteerde De belangrijkste aspecten bij het verder uitwerken en creatief knooppunt’. kern of woonconcentratie. optimaliseren van het toeristisch-recreatief netwerk is de onderlinge samenhang tussen de verschillende 4.2.3 Elementen van gemeentelijk niveau Lokale toeristisch-recreatieve knooppunten knooppunten, de toegankelijkheid van de verschillen- Het betreft locaties die een dragende en/of ondersteu- de activiteiten voor een ruim publiek en het multifunc- Op gemeentelijk niveau kunnen de volgende elemen- nende rol (kunnen) vervullen binnen het toeristisch-re- tioneel gebruik van de bestaande infrastructuur. De ten geselecteerd worden: creatief netwerk. Dergelijke locaties dienen behouden uitbouw van het netwerk van trage wegen kan hierbij ●● lokaal toeristisch-recreatief netwerk; te blijven en, indien ruimtelijk verantwoord, voldoende een belangrijke rol spelen (zie gewenste verkeers- en ●● lokale recreatieve knooppunten; ontwikkelingsperspectieven gegeven. vervoersstructuur). ●● lokale toeristisch-recreatieve knooppunten. 4.2.4 Invulling van de gemeentelijke taken JJ Lokale recreatieve knooppunten Lokaal toeristisch-recreatief netwerk Het lokaal toeristisch-recreatief netwerk zorgt voor een JJ Lokaal toeristisch-recreatief netwerk De huidige bestaande recreatieve voorzieningen zijn verfijning van de toeristische regio ‘Brugs Ommeland’ enkele zonevreemd gelegen. Het garanderen van blij- en van het toeristisch-recreatief netwerk van de kust . De uitbouw van een lokaal toeristisch-recreatief net- vend gebruik van bestaande vergunde terreinen en Het lokaal netwerk verzorgt de relaties/verbindingen werk veronderstelt een dicht netwerk van auto-, fiets- gebouwen wordt als uitgangspunt gehanteerd. tussen de hoofddorpen, belangrijkste woonconcentra- en wandelroutes. Deze routes zullen maximaal geënt ties, bezienswaardigheden en horeca-aangelegenhe- worden op de toeristisch-recreatieve en recreatieve den (monumenten, hoeves, …). knooppunten binnen de gemeente. Vooral de paden

140 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI In de gemeente wordt onderstaande locatie weerhou- ●● Stedelijk Archeologisch museum: als centraal ties zijn niet mogelijk) te voorzien met een maximale den als lokaal recreatief knooppunt van fusiegemeen- punt voor het ontsluiten van het cultuur-historisch oppervlakte van 100 m². Voor elke situatie kan ook telijk belang: aspect van de stad Oudenburg; onderzocht worden of er nood is aan extra parkeermo- ●● sportpark Oudenburg (Ter Beke) (1): sporthal en ●● site Romaanse kerk in Westkerke Ettelgem; gelijkheden bij de recazaak. Bij een eventuele nieuwe diverse sportterreinen; ●● relictenheuvel kerk Roksem; aanleg moet het gaan om een groene parking. ●● natuurdomein Hoge Dijken. In de gemeente worden onderstaande locaties weer- Recazaken die een meerwaarde kunnen betekenen houden als louter lokaal recreatief knooppunt: Het is de bedoeling van de gemeente om de gese- voor de bestaande toeristisch-recreatieve structuren ●● stedelijk sportterrein Vijfwegstraat (2): voetbalter- lecteerde toeristisch-recreatieve voorzieningen te be- krijgen bijzondere ontwikkelingsmogelijkheden: ze rein en bijhorende accommodatie; stendigen en voldoende ontwikkelingsperspectieven krijgen de mogelijkheid voor een capaciteitsuitbreiding ●● speel- en sportplein Mandelwijk (3): voetbal- en te geven teneinde de toeristisch-recreatieve troeven tot maximaal 50% en tot een volume van maximum basketbalterrein. van de gemeente verder te behouden en waar moge- 1.000 m³ al dan niet met de woning inbegrepen. De ●● speel- en sportterrein Grietlaan (4): lokaal lijk te versterken. Dit is slechts mogelijk ingeval deze uitbreiding moet kwalitatief zijn , zowel architecturaal speelterrein. knooppunten zoveel mogelijk publiek toegankelijk als naar inpassing binnen de omgeving. Recazaken ●● speelbos ‘Hoge Dijken’ (5) worden gemaakt. die reeds ruimer zijn, kunnen niet meer uitbreiden. De recazaken moeten voldoen aan volgende voorwaar- Een verdere uitbouw van sportvoorzieningen dient te JJ Ontwikkelingsperspectieven voor recazaken den: gebeuren in (aansluiting tot) het sportpark van Ou- in het buitengebied ●● Toeristisch-recreatieve meerwaarde denburg. Dit sportpark werd recentelijk nog geopti- ●● Ligging in de nabijheid van een bovenlokaal maliseerd en gemoderniseerd. Het behoud van dit Voor de recazaken in de open ruimte richt de stad zich toeristisch-recreatief lijnelement; sportpark is essentieel voor de stad. Daarom zal een op het beleidskader voor bestaande recazaken in het ●● Ligging aan en/of aansluitend bij bovenlokale RUP opgemaakt worden waarbij de bestemming wordt buitengebied binnen het addendum PRS, waarin het en lokale toeristisch-recreatieve knooppunten; herbevestigd. de bedoeling is om de recazaken ontwikkelingsmoge- ●● Ligging aan en/of in de nabijheid van bestaan- lijkheden te bieden binnen een ruimtelijke afweging. de toeristisch-recreatieve routes; De louter lokale recreatieve knooppunten kunnen ter ●● De recazaak moet hoofdzakelijk in functie plaatse behouden en mits de ruimtelijk draagkracht dit Hierbij wordt ervan uitgegaan dat bestaande recaza- staan van de zachte recreatie. toelaat geoptimaliseerd worden, zonder echter grote ken die zowel qua bebouwing als qua functie vergund ●● Ontsluiting uitbreidingen toe te laten. of geacht vergund zijn een aantal basisontwikkelingen ●● Een goede bestaande ontsluiting, te beschrij- krijgen en dat er onder bepaalde voorwaarden ook ven als noodzakelijk voor het goede functione- JJ Lokale toeristisch-recreatieve knooppunten bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden worden toe- ren van de recazaak. gekend. Volgende toeristisch-recreatieve knooppunten kunnen JJ Uitbouwen van communicatie omtrent archeo- in de stad Oudenburg onderscheiden worden en zor- Als basisontwikkeling wordt voorgesteld dat deze logisch verleden gen voor een ondersteuning van het toeristisch-recre- recazaken minstens kunnen bestendigd worden en atief netwerk: functioneel kunnen uitbreiden (zonder capaciteitsuit- De stad wenst haar rijke verleden verder bekend te breiding) vanuit sectorale wetgeving. Tevens is het maken en ondersteunt initiatieven hieromtrent. O.a. mogelijk om een open buitenterras (gesloten construc-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 141 het R.O.M.A.-project wordt hier als een belangrijk ele- verrijking van het landschap vormen en mogen maw te ondersteunen en uit te bouwen. Hierbij kan bijvoor- ment aangehaald. niet storend werken. beeld gedacht worden aan de uitbouw van een jacht- haven, aanlegsteigers voor woonboten, horeca,... JJ Versterken van fiets- en wandelroutes Ook kunnen deze fiets- en wandelroutes gekoppeld worden aan een aantal specifieke locaties waar er JJ Uitbouw van recreatieve pool rondom ‘De Op het grondgebied van Oudenburg zijn er reeds heel hoevetoerisme aanwezig is. Kluiten’ wat fiets- en wandelroutes aanwezig. De stad wil deze routes ondersteunen en daar waar mogelijk verster- Mogelijke thema’s of rustpunten voor de routes kun- Vanuit de afbakening van de agrarische, natuurlijke en ken. Dit is bijvoorbeeld mogelijk om hier of daar een nen gelinkt worden aan o.a. het sluizencomplex, Hoge bosstructuur wordt ‘De Kluiten’ naar voor geschoven aantal routewijzigen voor te stellen. Ook kunnen er Dijken, krekengebied, kerken, ... als een randstedelijk groengebied dat kan uitgebouwd een aantal informatieve panelen worden geplaatst die worden met een meerwaarde voor natuur (recreatieve bijvoorbeeld meer informatie geven het omliggende groenpool). Binnen de visie wordt gesteld dat er een landschap en/of de historische achtergrond. Boven- 4.2.5 Suggesties naar de hogere overheden bos kan ontwikkeld worden bij ‘De Kluiten’. Daarnaast dien kunnen er bij deze informatieborden een aantal wordt voor het gebied het behoud en de ontwikkeling zitbanken worden toegevoegd. Langsheen het Ouden- JJ Uitbouwen van de recreatieve en toeristi- van watergebonden natuur- en landschapswaarden, burgsvaartje is dit reeds uitgewerkt maar deze werk- sche potenties van de site ‘sluizencomplex voorgesteld, alsook het potentieel voor de verweving methode kan uitgebreid wordt naar heel de gemeente. Plassendale’ van natuurlijke, recreatieve en waterbeheer- en water- Toch moet er voorzichtig worden omgesprongen met winningsfuncties. de locatie van panelen en zitbanken, ze moeten een In het kader van de revalorisatie van dit gebied, wenst de stad de toeristische en recreatieve potenties ervan

142 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Het voormalig ontginningsgebied is op het gewest- steunt dit omgevingsplan en tevens het voorstel om op plan ingekleurd als toeristisch-recreatief park (deels de Groene 62 geen motorfietsen toe te laten. als ontginningsgebied met nabestemming toeristisch- recreatief park). Het stadsbestuur is van mening dat er JJ Natuureducatieve recreatie in ‘De Hoge te weinig ruimte voorzien (bestemd) is buiten de op- Dijken’ pervlakte aan water om de zone functioneel te kunnen ontwikkelen (passieve en actieve recreatie gericht op ‘De Hoge Dijken’, de voormalige zandwinningsput op de waterplas met beperkte verblijfsmogelijkheden). de grens tussen Oudenburg en Jabbeke, werd door de provincie geselecteerd als ‘natuurkerngebied’. De Die verzuchting werd gedeeltelijk beantwoord binnen natuurfunctie van deze plas en haar oever zijn dus de herzieningen van het PRS. Hier werd ‘De Kluiten’ bovengeschikt aan de recreatieve functie. Toch moet geselecteerd als ‘specifiek sportrecreatief knooppunt’. er ook voldoende aandacht zijn voor natuureducatieve Alle specifieke sportrecreatieve knooppunten kunnen recreatie binnen het gebied. in aanmerking komen om geoptimaliseerd te worden. Voorbeelden van optimalisatie zijn: het voorzien van onthaalinfrastructuur, het aanleggen van een par- king,... Specifieke sportrecreatieve knooppunten die gebon- den zijn aan een locatie (bv. waterrecreatie) kunnen in aanmerking komen om beperkt uitgebreid te worden. De beperkte uitbreiding houdt ook in dat eventueel verblijfsaccommodatie in functie van de activiteit kan worden voorzien. De ingrepen dienen bij concrete vragen afgewogen te worden rekening houdend met de volgende criteria: ●● ontsluiting. ●● landschappelijke impact. ●● impact op de natuurlijke en agrarische structuur. ●● te verwachten hinder.

JJ Recreatieve uitwerking ‘Groene 62’

Op bovenlokaal niveau wordt de as langsheen de voormalige spoorwegbedding en de directe omgeving ervan recreatief uitgewerkt. Een visie hieromtrent werd ontwikkeld door de provincie binnen de studie ‘omgevingsplan Groene 62’ uit 2010. De stad onder-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 143 Kaart gewenste toeristisch-recreatieve structuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende A10-E40

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek

GR 62

Brugge 4 Gent

3

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke 1

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

5 Ettelgem

A18-E40 2 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

15 Westkerke

GISTEL 10 (Gistel) Bekegem (Ichtegem) 5

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

144 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 5 Gewenste verkeers- en 5.2 Ruimtelijke vertaling vervoersstructuur Bij de lokale wegen wordt een onderscheid gemaakt JJ Categorisering van wegen tussen 3 types. Bij lokale wegen I ligt de nadruk op het verbinden op lokaal niveau, bij de lokale wegen II op 5.1 Visie en doelstellingen De gewenste verkeersstructuur voor het wegverkeer de ontsluitende functie, bij de lokale wegen III primeert wordt weergegeven door middel van de wegencate- de toeganggevende functie. Naast de bereikbaarheid van de stad besteedt het gorisering. verkeers- en vervoersbeleid van de stad Oudenburg Volgende wegen worden geselecteerd: vooral aandacht aan de leefbaarheid en verkeersvei- De selectie van de hoofdwegen en primaire wegen is ligheid van de kern. De stad focust zich immers als gebaseerd op het RSV, de selectie van de secundaire Lokale wegen I (lokale verbindingswegen): rustige woonomgeving, maar ook als bijzondere plek wegen op het PRS. Voor de onderverdeling van de lo- ●● Zandvoordsestraat, vanaf de N358 naar voor cultuur en toerisme. Het behoud en de verster- kale wegen wordt hier een voorstel naar voor gebracht Zandvoorde; king van de trage wegen zijn hierbij belangrjik. (licht afwijkend van het mobiliteitsplan van 2001). ●● N358, van de N346 Oostendsesteenweg tot de N33; De gewenste verkeers- en vervoersstructuur is weer- De kaart betreffende de gewenste verkeers- en ver- ●● N358, van Zandvoordsestraat tot N320 gegeven in het mobiliteitsplan. Het mobiliteitsplan is voersstructuur geeft de categorisering van de wegen (Vaartstraat-Stationsstraat-Plassendale); conform verklaard op 14 mei 2001 en wordt momen- weer. ●● N320 Plassendale; teel in herziening gesteld. Daarbij is het beleidsscena- ●● N368, van Nieuwstraat tot N358. rio van het mobiliteitsplan van 2001 bevestigd. Wel zijn Hoofdweg: in de sneltoets volgende thema’s geselecteerd voor de ●● E40 Brussel - Jabbeke - Veurne. Lokale wegen II (lokale ontsluitingswegen): verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan: ●● Ettelgemsestraat-Dorpsstraat-Zerkegemsestraat; ●● ruimtelijke ontwikkelingen: glastuinbouwzone, Primaire weg I: ●● Weststraat-Zandvoordsestraat, tot aan N358; uitbreiding Steengoed, e.a.; ●● A10 Jabbeke - Oostende. ●● Zeeweg, van N367 naar Bekegem; ●● toekomstvisie openbaar vervoer; ●● Bourgognestraat. ●● parkeerbeleid; Secundaire weg II: ●● trage wegenplan. ●● N368, vanuit Eernegem tot aan de Nieuwstraat in De overige wegen op het grondgebied van de stad Momenteel is de uitwerkingsfase lopende. Oudenburg; Oudenburg behoren tot de laatste categorie, lokale ●● N367 Gistel-Westkerke-Jabbeke; wegen type III. Onder voorbehoud van eventuele bijsturingen in het ●● N346 Oostendsesteenweg, vanaf de N358 naar kader van de herziening van het mobiliteitsplan, wordt Oostende toe, alsook de N358 Keiweg, vanaf Er wordt gestreefd om de inrichting van de weg af te voor de verschillende vervoerswijzen de wensstruc- de Zandvoordestraat tot de N346 (verbinding stemmen op de functie die ze vervult. Zo wordt een tuur weergegeven gebaseerd op het mobiliteitsplan. Oudenburg-Oostende). verkeersveilige omgeving gecreëerd.

Bij de secundaire wegen valt op te merken dat deze Naar de toekomst toe wordt de nadruk gelegd op het geen doorgaande verbinding vormen door de kern van beheersen van de doorgaande stromen doorheen de Oudenburg. Ze bieden enkel een aantakking van de gemeente en het verhogen van de veiligheid en de kern op het regionale wegennet. leefbaarheid van de verschillende straten.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 145 JJ Fietsnetwerk snelle fietsverplaatsingen over langere afstand. In Oudenburg zijn als hoofdroute geselecteerd: JJ Trage wegen Foto: Jaagpad langs het kanaal Brugge-Oostende ●● het jaagpad aan de zuidzijde van het kanaal Brugge-Oostende; Een belangrijk aandachtspunt in Oudenburg zijn de ●● het jaagpad aan de noordzijde van het kanaal trage wegen. De trage wegen zijn de historische buurt- Plassendale-Nieuwpoort; wegen of -paden en kerkwegels die in eerste instantie ●● de ‘Groene 62’. gericht zijn op voetgangers en fietsers. Ze bieden vaak ●● Bovenlokale functionele routes: korte en veilige verbindingen voor voetgangers en fiet- Deze zorgen voor de verbinding tussen de kernen. sers, los van het autoverkeer. Naast de rol voor het functionele fietsverkeer (verbindingen met stads- en Lokaal fietsroutenetwerk dorpskern en met de omliggende gemeenten), spelen Het lokale netwerk vult het bovenlokale netwerk aan. ze ook een belangrijke rol als recreatieve verbinding Het netwerk is opgemaakt in het kader van het mobili- voor wandelaar en fietser. teitsplan van 2001. Bij de lokale routes wordt een on- derscheid gemaakt tussen primaire routes en secun- Bij de herziening van het mobiliteitsplan wordt nage- Het fietsverkeer kan een belangrijke rol spelen voor daire routes. Tenslotte dient ook aangestipt te worden gaan welke historische paden nog een rol kunnen spe- de kortere verplaatsingen, zoals voor de verplaatsin- dat naast de geselecteerde routes iedere woonstraat len voor functionele of recreatieve verplaatsingen voor gen binnen de gemeente en van/naar de omliggende of landbouwweg ook een rol speelt voor het fietsver- voetgangers en fietsers. De paden die hieruit naar gemeenten. Een degelijk fietsnetwerk verhoogt de be- keer. voor komen, zullen geherwaardeerd worden. reikbaarheid in en rond Oudenburg en kan het auto- verkeer inperken. Zowel het bovenlokale als het lokale netwerk worden De paden uit de Atlas der Buurtwegen kunnen boven- regelmatig geactualiseerd. Voor het lokale netwerk ge- dien aangevuld worden met een aantal nieuwe trajec- Daarom wordt een fijnmazig en samenhangend fiet- beurt dit bij de herziening van het mobiliteitsplan. De ten die een missing link vormen in het netwerk van routenetwerk uitgebouwd, dat hiërarchisch is samen- kaart hiernaast (uittreksel uit het mobiliteitsplan van trage wegen. gesteld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2001) geeft het functionele fietsroutenetwerk weer. lokale en bovenlokale routes. Voor Oudenburg is de selectie van de bovenlokale Mogelijke interessante links die kunnen gelegd wor- routes ongewijzigd gebleven. den zijn: Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk ●● korte, verkeersluwe verbindingen tussen de ker- Het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk is op- Waar fietsroutes samenvallen met belangrijke routes nen en met de omliggende gemeenten gemaakt door de provincie, in opdracht van het Vlaams voor het autoverkeer, dienen veilige fietspaden voor- ●● herwaardering van een aantal paden uit de Atlas gewest. In het plan worden een aantal belangrijke rou- zien te worden. Langs autoluwe woonstraten en land- in het bulkenlandschap ten zuiden van Roksem tes voor het functionele fietsverkeer (woon-werk en bouwwegen wordt voor gemengd verkeer geopteerd. ●● Kern Oudenburg - bedrijventerrein Steengoed woon-school) geselecteerd. Er wordt een onderscheid Verder is ook het recreatieve fietsverkeer van belang. ●● ... gemaakt tussen hoofdroutes en bovenlokale routes. De belangrijkste recreatieve routes in Oudenburg val- len samen met de geselecteerde hoofdroutes voor het ●● Hoofdroutes: functionele fietsverkeer, met name de jaagpaden van Hoofdroutes zijn een soort non-stoproutes voor de twee kanalen en de Groene 62.

146 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart: Fietsroutenetwerk

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 147 JJ Openbaar vervoer gelijkheden behouden blijven een volwaardige trein- Het kanaal van Plassendale zal in eerste instantie een stopplaats uit te bouwen. recreatieve functie vervullen. De wensstructuur voor het toekomstige openbaar ver- voer van De Lijn is weergegeven in het Neptunusplan. JJ Waterwegen De jaagpaden langs beide kanalen zijn hoofdassen Het Neptunusplan stelt voor de mogelijkheden voor voor het fietsverkeer. een tramverbinding te onderzoeken tussen Oosten- Het kanaal Oostende-Brugge blijft een structurele de-Oudenburg-Jabbeke-Brugge, in aantakking op de doorgangsfunctie voor het goederenvervoer vanuit kusttram. Een schema uit het Neptunusplan voor de Oostende naar het binnenland behouden; op grondge- omgeving van Oudenburg is op de figuur weergege- bied Oudenburg worden om ruimtelijke redenen geen ven. laad- en losinfrastructuur voorzien.

Deze tramlijn kan een belangrijke verkeerskundige en ruimtelijke impact hebben. Momenteel is nog geen on- derzoek gebeurd naar tracémogelijkheden.

Voor een aantrekkelijk openbaar vervoer zijn snelle en frequente verbindingen nodig. Voor Oudenburg zijn vooral de verbindingen naar Oostende en naar Brug- ge zijn van belang. Richting Brugge is de verbinding momenteel minder optimaal, zowel naar frequentie als naar reistijd. Mogelijke verbeteringen dienen onder- zocht te worden.

Het spoor in Oudenburg heeft momenteel enkel een doorgangsfunctie. Er dient overwogen te worden om het station van Oudenburg terug te openen voor rei- zigersverkeer. Het spoor zou voor de gemeente een snelle verbinding op regionaal en bovenregionaal ni- veau kunnen bieden. Hierbij kan ook de potentie van een light-rail onderzocht worden.

Ook wanneer beslist wordt het station op korte of mid- dellange termijn niet te heropenen, is het wenselijk dat ter hoogte van de vroegere stopplaats de ruimte- lijke mogelijkheden behouden worden voor de nodige randaccommodatie, zoals fietsenstallingen, parking, kiss&ride-zone, zodat op lange termijn steeds de mo-

148 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Kaart gewenste verkeers- en vervoersstructuur De Haan

Bredene

Noordhoek

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende

Oostende

Zandvoorde (Oostende) Zwaanhoek A10-E40

GR 62

Brugge Gent

Oostends OUDENBURG krekengebied Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

A18-E40 Snaaskerke (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

Westkerke

GISTEL (Gistel) Bekegem (Ichtegem)

Bourgogne meersen

Ichtegem

Ichtegem Torhout

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 149 150 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI BETEKENIS VAN DE VISIE VOOR DE Een uitbreiding van het hoofddorp kan enkel in functie Binnen deze centrumzones moet bij nieuwe woonpro- DEELRUIMTEN van het invullen van de aangetoonde woonbehoefte jecten uitgegaan worden van een minimale dichtheid en in functie van bijkomende lokale bedrijvigheid, van 15 woningen/ha. Binnen deze centrumzone wordt waarbij de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten verdichting, differentiatie en verweving van functies De gewenste ruimtelijke structuur wordt verder gede- in de directe omgeving van het hoofddorp als rand- aangemoedigd, waarbij de ruimtelijke inpassing, zo- tailleerd in vijf relevante deelruimten: voorwaarden gelden. De aanwezige infrastructuur wel functioneel als morfologisch, het uitgangspunt ●● Hoofddorp Oudenburg-Ettelgem; (kanaal) dient mee geïntegreerd te worden binnen moet zijn bij het beoordelen van projecten. Bijzondere ●● Overige kern in het buitengebied het functioneren van het hoofddorp. Het hoofddorp is aandacht moet binnen ‘t Steedje gaan naar het cul- Westkerke-Roksem; goed bereikbaar en bij de verdere ontwikkeling dient tuurhistorisch aspect. Bij de reeds uitgevoerde herin- ●● Natuurgebieden en agrarische gebieden met be- veel aandacht besteedt aan de verkeersveiligheid- en richting van de kern stond dit aspect centraal. Belang- langrijke natuurlijke en landschappelijke waarde; leefbaarheid. rijke entiteiten zijn het abtspark met de abdijhoeve, het ●● Centraal bulkenlandschap; Limburg an der Lahnpark met de kerk, het Le Marais ●● Open landbouwgebieden. Vernierplein met het stadhuis en het stedelijk archeo- 1.2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling logisch museum (RAM) in het abtsgebouw van de voormalige Sint-Pietersabdij. Aan de abdijhoeve wordt 1 Hoofddorp Oudenburg-Ettelgem JJ Versterking van de uitstraling van het een nieuwe invulling gegeven (zie verder). centrum JJ Versterking van de woonwijken tot aantrekke- 1.1 Visie Ten einde de uitstraling van het centrum van Ouden- lijke, diverse buurten burg, beter gekend als ‘t Steedje met zijn directe omge- Oudenburg-Ettelgem wordt geselecteerd als hoofd- ving, te ondersteunen is het belangrijk zoveel mogelijk Parallel aan een uitbreiding van het hoofddorp, moet dorp, wat inhoudt dat Oudenburg-Ettelgem een on- centrumfuncties (handel, horeca, jeugdvoorzieningen men de verdichtingsmogelijkheden, vooral binnen de dersteunende rol dient te vervullen inzake wonen en en openbare voorzieningen (zeker loketfuncties zoals diverse woonwijken grondig onderzoeken. Deze ver- werken in het buitengebied en een bovenlokale ver- bijvoorbeeld de administratieve diensten)) te concen- dichting kan gebeuren via kleine inbreidingsprojecten zorgende rol dient in te vullen. treren in het centrum, langs de hoofdassen en pleinen. en het aansnijden van de onbebouwde percelen en Het gaat hierbij om de Weststraat, Sint-Pietersstraat, er mag geen schaalbreuk ontstaan met het bestaande Het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem wordt beschouwd Marktstraat (en Marktplein), Mariastraat, Hoogstraat bebouwde weefsel (naar dichtheden, bouwvolumes als de motor voor de gemeente en wenst haar centra- en (het eerste deel van de) Ettelgemsestraat en Zand- en bouwhoogtes toe). Er moet gestreefd worden naar le en dynamische rol inzake wonen, bedrijvigheid en voordestraat. Zo blijven deze voorzieningen centraal een menging van woningtypes in diverse dichtheden. voorzieningen met een (boven)lokale uitstraling verder gelegen, in de onmiddellijke omgeving van de ver- Vervangingsbouw en renovatie kunnen de woning- uit te bouwen. Dit dient zich te vertalen in het voorzien schillende woonfragmenten binnen het hoofddorp en kwaliteit verhogen in de oudere buurten en langs de van een voldoende ruim woningaanbod (inspelend op bijgevolg voor iedereen vlot bereikbaar. invalswegen. Extra aandacht moet uitgaan naar een de aangetoonde behoefte), het creëren van ruimte Binnen Ettelgem dienen de centrumfuncties gecon- betere verbinding van de woonwijken met het centrum voor bedrijvigheid en het aanbieden van een uitge- centreerd te worden langs (een deel van) de Dorps- en de kwaliteit van de openbare ruimte (zie verder). breid pakket aan culturele, toeristische, recreatieve, straat De bestaande recreatieve speelpleinen moeten be- handels- en gemeenschapsfuncties. houden blijven en plaatselijk verbeterd worden.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 151 JJ Selectieve en kwalitatieve woonprojecten ●● De vork past binnen de visie van het RSV om in bescheiden woonaanbod moeten worden gecre- de kernen van het buitengebied te streven naar ëerd, met een decretaal opgelegde dichtheid van Inzake de opvang van de toekomstige behoefte aan een dichtheid van “minimum” 15 woningen per 25 tot 35 woningen per ha. Als het RUP een lage bijkomende woongelegenheden wordt op twee sporen hectare. De stedelijke dichtheid begint pas vanaf dichtheid voorziet voor de te reconverteren zones, gewerkt: 25 woningen per ha. Gelet op de ligging nabij zou dit ertoe leiden dat het aandeel van 80% “niet- ●● Enerzijds een verdichting van de reeds voor de kern van het hoofddorp en aan een water- bescheiden” woningen aan een onverantwoord wonen bestemde gebieden; infrastructuur (zie verder) is het aangewezen lage dichtheid zou moeten worden gerealiseerd. ●● Anderzijds de aansnijding van nieuwe, voor te streven naar de hogere dichtheden voor het Gelet op de decretaal opgelegde hogere dichthe- wonen te bestemmen gebieden. buitengebied; den voor het bescheiden woonaanbod, mag op ●● De vork past binnen de uitdrukkelijke doelstelling zone-niveau een voldoende hoge dichtheid niet a De stad Oudenburg wenst in te zetten op twee recon- van het PRS om reconversiegebieden optimaal priori worden uitgesloten om een onderbenutting versieprojecten: site De Meulenaere en site Verhelst. in te zetten voor kerngebonden functies, om op van de gronden voor het niet-bescheiden woon- Dit zijn twee leegstaande bedrijfssites aan de rand termijn meer open ruimte te vrijwaren. Het PRS aanbod te vermijden; van Oudenburg. Binnen de afweging van de verschil- beklemtoont dat die doelstelling uitvoering geeft ●● De stad speelt in op de tendens naar het lende zoekzones voor nieuwe woonontwikkelingen aan het principe van duurzaam ruimtegebruik ontwikkelen van kleinere percelen en (zie informatief gedeelte) scoorden deze twee sites (PRS, gecoördineerde versie 2014, p. 139). Het woongelegenheden. zeer hoog. Deze beleidskeuze geeft de stad de kans zou strijdig zijn met de doelstellingen van het RSV ●● Binnen beide sites wordt een verweving van om deze twee onbenutte sites op te waarderen en en het PRS om de hogere dichtheden voor het wonen en buurtgerichte activiteiten vooropgesteld. om nieuwe woonontwikkelingen te realiseren op een buitengebied op voorhand uit te sluiten. Als de De verhouding buurtgerichte activiteiten / wonin- ‘ruimteneutrale’ manier, zonder open ruimte te moeten gronden van de reconversiezones onderbenut gen zal blijken uit de mogelijkheden binnen de site aansnijden. zouden worden, zou dit betekenen dat er vroe- (ontwerpend onderzoek) en de concrete vraag. ger dan nodig opnieuw een woonbehoefte zou Teneinde de reconversiegronden efficiënt en optimaal ontstaan, die dan moet worden gerealiseerd in de Binnen de site ‘De Meulenaere’ zijn 4,1 ha gelegen te ontwikkelen wordt uitgegaan van een dichtheidsvork open ruimte. Dit is precies wat het PRS wenst te binnen de bestemming ‘bedrijvigheid’ (waarvan 0,2 ha van 19-30 woningen/ha. De uiteindelijke dichtheid per voorkomen met het beleidskader voor reconver- echter reeds voorzien zijn als ‘watervoorziening’). De project zal bepaald worden binnen het ontwerpend on- sie.Ontwerpend onderzoek zal moeten uitmaken resterende 3,9 ha is goed voor 74-117 wooneenheden derzoek voor de twee sites. Deze dichtheidsvork kan welke dichtheden uiteindelijk gepast zijn; bij een dichtheidsvork van 19-30 w/ha. Daarnaast is als volgt gemotiveerd worden: ●● De gronden sluiten direct aan bij het bebouwde 0,4 ha gelegen binnen de bestemming ‘wonen’, goed ●● Het gaat om reconversiegebieden. Het aansnij- weefsel van het hoofddorp Oudenburg; voor 7-12 wooneenheden bij een dichtheidsvork van den ervan past binnen de doelstelling van het ●● De gronden zijn zeer goed ontsloten en hebben 19-30 w/ha en 0,6 ha binnen een zone met nabestem- ‘Groenboek BRV’ rond ‘ruimteneutrale ontwikke- een strategische ligging langs het kanaal; ming ‘wonen’, goed voor 11-18 wooneenheden bij een lingen’. De stad is dan ook van oordeel dat deze ●● Door de strategische ligging van deze gronden dichtheidsvork van 19-30 w/ha. gronden op een kwalitatieve manier, maar ook wordt op strategische locaties binnen de sites optimaal en ruimteefficiënt moeten worden ontwik- vertikale verdichting toegelaten.Hierdoor zal de Binnen de site ‘Verhelst’ zijn 1,6 ha gelegen binnen keld. Een onderbenutting van deze gronden is dichtheid stijgen; de bestemming ‘bedrijvigheid’, goed voor 30-48 woon- binnen dit opzicht niet aanvaardbaar; ●● Binnen de sites zal volgens het Grond- en eenheden bij een dichtheidsvork van 19-30 w/ha Pandendecreet op vergunningenniveau 20%

152 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI Binnen beide sites samen gaat het dus om 5,5 ha bedrijvigheid zijn zeker niet gewenst wegens van kwaliteitseisen i.v.m. het openbaar domein (104-165 woningen binnen een dichtheidsvork van mogelijke conflicten met de woonfuntie in de om- en groenvoorzieningen. Op projectniveau moet 19-30 w/ha) binnen een bedrijvigheidsbestemming die geving (zie hierboven). Een herbestemming naar op basis van ontwerpend onderzoek, en rekening moet omgezet worden naar een woonbestemming. gemeenschapsvoorzieningen is niet relevant ge- houdend met de woningtypologie en vooropge- zien de ontwikkelingen binnen de site ‘Abdijhoeve’ stelde dichtheden, voldoende oppervlakte worden De afweging wordt gemaakt op basis van het beleids- en eraan gekoppeld het vrijkomen van gebouwen aangewend voor het voorzien van publiek groen kader voor ‘reconversie’ binnen het addendum Provin- binnen de kern van Oudenburg. en publiek domein, en dit los van het voorzien ciaal ruimtelijke structuurplan West-Vlaanderen : ●● Functies maximaal verweven: Binnen beide sites van de noodzakelijke infrastructuren nodig voor ●● De huidige bestemming is achterhaald: Het betreft wordt geopteerd voor een verweving van woon- de ontwikkeling van de sites. Daarnaast moeten twee (bijna) verlaten bedrijvensites, strategisch functies met buurtgerichte activiteiten (buurt- bij de ontwikkeling van de sites de lokale terrein- gelegen direct aansluitend bij de kernbebouwing winkel, superette, diensten,...). De sites kunnen kenmerken (reliëf, natuurlijke grachten, bestaande van Oudenburg. Het voorzien van nieuwe bedrij- maximaal verweven worden met de aanpalende groenelementen,...) optimaal benut en geïnte- vigheid zou voor nieuwe conflictsituaties zorgen woonwijken. greerd worden. met de naburige woonwijken (verkeershinder, ●● Kwalitatieve invulling: Het hoofddoel van deze ● Kwaliteitscriteria: Samenvattend worden volgende lawaai- en geurhinder, visuele hinder,..). Wegens reconversie is het kwalitatief invullen van de sites. kwaliteitscriteria voor de twee reconversiezones de aanzienlijke oppervlakte van de sites zou het Op vandaag herbergen de sites verwaarloosde, naar voor geschoven: bovendien waarschijnlijk zijn dat zich hier eerder (bijna) leegstaande bedrijfssites met een negatie- ● Nastreven van kwalitatieve en duurzame recon- grootschalige bedrijven zouden vestigen, wat de ve of potentieel negatieve impact op de ruimtelijke versieprojecten, die ruimtelijk en functioneel hinder nog zou vergroten. Daarenboven zijn de kwaliteit in Oudenburg. Door de hinderlijkheid een meerwaarde bieden voor de omgeving en sites zo strategisch gelegen, dat een hoogwaardi- impact van mogelijk nieuwe bedrijfsactiviteiten een beperkte ecologische impact hebben; gere en kwalitatievere invulling hier zeker wense- en door het verkeer dat deze bedrijven met zich ● Verweving van functies wonen en buurtgerichte lijk is. zouden meebrengen, is het voorzien van nieuwe activiteiten; ●● Opvangen van de noden binnen de gemeente: bedrijvigheid op deze locaties door de stad niet ● Logische en hiërarchische ontsluitingsstruc- Er dient een afweging gemaakt te worden welke gewenst. Het is de bedoeling om via de reconver- tuur, met hoofdontsluiting op de Keiweg noden er moeten ingevuld worden binnen de sie van deze sites de ruimtelijke kwaliteit van de (site Demeulenaere) en de Vaartstraat (site gemeente en welke van deze noden best bin- kern op te waarderen. Voor beide sites wordt een Verhelst); nen het reconversiegebied worden opgevangen. invulling vooropgesteld met woningen en buurtge- ● Maximale aandacht voor de doorwaardbaar- De stad wenst binnen de sites een herbestem- richte activiteiten. Er moet bij ontwikkeling uitge- heid van de sites via het voorzien van een ming naar wonen en buurtgerichte activiteiten te gaan worden van de bestaande ruimtelijke poten- netwerk van fiets- en wandelpaden met aantak- realiseren. De sites maken immers deel uit van ties van beide sites, bijvoorbeeld het ‘waterfront’ kingen buiten de site; en sluiten aan bij het bebouwingsweefsel van de langs het kanaal voor de site ‘De Meulenaere’ en ● Het voorzien van voldoende kwalitatieve pu- kern Oudenburg en kunnen er perfect in worden de integratie van het waterelement met fiets- blieke en private ruimte en groenvoorzieningen, geïntegreerd. Andere invullingen, zoals nieuwe wandelpad voor de site ‘Verhelst’. Binnen beide waarbij de lokale terreinkenmerken optimaal kleinschalige bedrijvigheid of recreatie zijn ofwel projecten moet hoe dan ook ruime aandacht gaan benut en geïntegreerd worden; niet gewenst (zie hierboven), ofwel niet aan de naar trage verbindingen (zowel binnen de ont- ● Voldoende aandacht voor de waterhuishou- orde vermits hiervoor ruimte wordt gereserveerd wikkeling als naar de omliggende wijken en het ding van de sites, waarbij reeds gebruik kan op andere plaatsen. Alle vormen van hinderlijke centrum van Oudenburg) en naar het opleggen gemaakt worden van bestaande voorzieningen;

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 153 ● Het voorzien van verschillende woontypolo- JJ Verweving van ambachtelijke bedrijvigheid ●● de ontsluiting van het nieuwe bedrijventerrein gieën met variërende bouwhoogtes, rekening binnen het hoofddorp vertrekt vanuit het bestaande bedrijventerrein houdend met de directe omgeving; Steengoed; ● Voldoende aandacht voor de parkeerproble- Bestaande behoorlijk vergunde of vergund geachte ●● het bedrijventerrein zal - samen met Witte Bergen matiek, waarbij de parkeerbehoefte volledig ambachtelijke bedrijven binnen het hoofddorp kunnen en Steengoed - gebufferd worden door een mas- binnen de sites moet worden opgevangen behouden blijven in verwevenheid met de woonomge- sieve buffer. ving, voor zover ze daarbinnen passend blijven. Uit- JJ De abdijhoeve als nieuw administratief hart breiding kan, indien noodzakelijk en mogelijk, en mits Bij een eventuele latere behoefte wenst de stad een van de stad een ruimtelijke afweging. verdere oostelijke uitbreiding van de site Steengoed- Voor bedrijven aan de rand van het hoofddorp wordt oost als voorkeurslocatie naar voor te schuiven. De Recent werd de ‘Abdijhoeve’ aangekocht door de stad. een mogelijke categorie 1-1*-2-4 voorgesteld, afhan- zoekzone is immers groter dan de aangetoonde be- Het is de bedoeling dat de Abdijhoeve het nieuwe ad- kelijk van de aard van het bedrijf, de ligging (al dan hoefte van 4,08 ha, waarvan op korte termijn bruto ministratieve hart wordt van de stad. Zo zou er een niet in de nabijheid van provinciaal geselecteerde ele- 2,21 ha zou kunnen worden aangesneden. integratie komen van de verschillende administratieve menten, zoals stimulansgebieden kleine landschap- diensten en het OCMW. Deze site zal hiervoor moet selementen, ecologische infrastructuur of beekval- JJ Parken, poldergeleden en waterpartijen als en worden opgewaardeerd, met maximaal respect leien) en de ontsluiting (al dan niet langs minstens groenelementen binnen en aan de rand van voor het geklasserde gebouw. De meer ceremoniële een lokale weg II). Een significante verzwaring van de het hoofddorp functies zullen kunnen plaatsvinden in het historisch activiteiten is niet toegelaten. gebouw. De bureauruimtes zullen geïntegreerd wor- Een aantal parken binnen het centrum van Oudenburg den binnen een nieuw op te trekken transparant vo- JJ Uitbreiden van de bedrijvenzone ‘Steengoed’ vormen de basis van de groeninfrastructuur van de lume dat in verbinding zal staan met het oorspronke- kern. Het gaat meer bepaald over het abtspark met lijke gebouw. Ook de onmiddelijke omgeving van het Er wordt geopteerd om de locatie van een nieuw lo- de abdijhoeve, het Limburg an der Lahnpark met de gebouw zal moeten worden opgewaardeerd, o.a. door kaal bedrijventerrein in Oudenburg-Ettelgem te situe- kerk, het Le Marais Vernierplein met de stadhuis. Het het aanleggen van voldoenden parkeerplaatsen. We- ren in aansluiting tot het bestaande bedrijventerrein, Oudenburgs Vaardeken is een polderwaterloop die op gens de onderlinge nabijheid zal deze site optimaal met name ‘Steengoed’. Een ruimtelijke afweging een zeer kwalitatieve wijze is geïntegreerd binnen de verbonden kunnen worden met het cultureel centrum heeft aangetoond dat het gebied ten oosten van dit dorpskern. Langs deze waterloop is een wandepad ipso-facto en met het stedelijk archeologisch museum bedrijventerrein het meest geschikt is om bijkomende aangelegd (Groene wandeling). Deze groenelemen- (RAM). Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken bedrijvigheid op te vangen. Het gebied beschikt over ten dienen behouden en versterkt te worden, teneinde zal een RUP moeten worden opgemaakt. voldoende oppervlakte om de ruimtebehoefte voor be- een aangenaam woonklimaat te garanderen. Door deze integratie van verschillende administratieve drijvigheid op korte en middellange termijn op te van- Aan de rand van het hoofddorp, ter hoogte van de ab- diensten zullen er in de kern van Oudenburg een aan- gen. dijhoeve, penetreert de open ruimte tot in het centrum. tal gebouwen leeg komen ste staan. Op vandaag is er De volgende inrichtingsprincipes worden voorgesteld: Dit is een kwaliteit die behouden moet worden. Ten nog niet geweten hoe deze zullen worden ingevuld. ●● de uitbreiding kan enkel gerealiseerd worden in westen sluit Ettelgem direct aan op de Roksemput. Deze gebouwen krijgen best een nabestemming i.f.v. oostelijke richting. Het is m.a.w. niet wenselijk de Het bestaande speelbos aan de rand van deze Rok- kernversterkende functies. bijkomende bedrijvigheid te voorzien langsheen semput is een kwaliteit voor de kern Ettelgem. de Stationsstraat, tussen het bestaande bedrijven- terrein en de kern van Oudenburg;

154 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI JJ Aandacht voor de kwaliteit van de publieke De zuiver lokale recreatieve knooppunten, zoals het ruimte stedelijk sportterrein Vijfwegstraat, het sportplein in de Mandelwijk (Lindenlaan - Luitenant Verstraete- De kwaliteit van de publieke ruimte als structurerend plein), het speelplein aan de Grietlaan en het speel- en verbindend element moet in zijn geheel bekeken bos bij de Hoge Dijken kunnen ter plaatse behouden worden. Het is de bedoeling om door de verbinding blijven en mits de ruimtelijk draagkracht dit toelaat ge- en de inrichting van de verschillende open ruimte- optimaliseerd worden, zonder echter grote uitbreidin- elementen (zoals het abtspark, het Limburg an der gen toe te laten. Lahnpark, het Le Marais Vernierplein, het sportpark) tot een samenhangend, kwalitatief hoogstaand geheel JJ Suggestie naar de hogere overheid - ontwik- te komen. Ook de publieke ruimte buiten het centrum keling ‘De Kluiten’ als recreatieve pool dient opgewaardeerd te worden. We denken bijvoor- beeld aan groene ruimte voor de jeugd, onder de vorm Voortbouwend op de provinciale selectie van ‘De Klui- van kleine speelpleintjes binnen de verschillende wij- ten’ als ‘specifiek sportrecreatief knooppunt’ wenst de ken en speelbossen aan de rand van de het hoofd- stad hier een recreatieve pool uit te bouwen. dorp. In dit kader kan het bestaande speelbos aan de Roksemput worden geoptimaliseerd. Daarnaast moet er ook gezocht worden naar alterna- tieve verbindingen vanuit het hoofddorp richting struc- turerende elementen aan de rand van of buiten het hoofddorp, zoals het bedrijventerrein Steengoed, de Kluiten, de Groene 62 en de dubbelkern Westkerke- Roksem. In dit kader moet gekeken worden welke his- torische trage wegen kunnen worden ingezet om deze verbindingen te kunnen realiseren.

JJ Voldoende uitgebreide sportinfrastructuur

Het sportpark van Oudenburg wordt geselecteerd als lokaal recreatief knooppunt van fusiegemeentelijk belang. Dit sportpark werd recentelijk nog geoptima- liseerd en gemoderniseerd. De verdere uitbouw van sportvoorzieningen moet gebeuren in (aansluiting tot) dit sportpark. Het behoud van dit sportpark is essen- tieel voor de stad. Daarom zal een RUP opgemaakt worden waarbij de bestemming wordt herbevestigd.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 155 Kaart: gewenste ruimtelijke structuur van het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem

A10-E40

Zwaanhoek

OUDENBURG

‘t Steedje

Ettelgem

De Kluiten Roksemput

A18-E40

156 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 2 Overige kern in het buitengebied snijden van woonuitbreidingsgebieden in eigendom JJ Verweving van ambachtelijke bedrijvigheid Westkerke-Roksem van sociale bouwmaatschappijen wordt getracht de binnen de overige kern in het buitengebied bestaande activiteiten te behouden en nieuwe aan te trekken. Bestaande behoorlijk vergunde of vergund geachte 2.1 Visie ambachtelijke bedrijven binnen de overige kern in het JJ Kleinschalige versterking van de buitengebied kunnen behouden blijven in verweven- De overige kern in het buitengebied Westkerke- woonstructuur heid met de woonomgeving, voor zover ze daarbinnen Roksem moet zich in de eerste plaats autonoom en passend blijven. Uitbreiding kan, indien noodzakelijk zelfstandig ontwikkelen als een aangename, leefbare Uitgangspunt is een kwalitatieve versterking van de en mogelijk, en mits een ruimtelijke afweging. dubbelkern met een voldoende uitgerust lokaal voor- woonstructuur. Vernieuwbouw en een verbetering Voor bedrijven aan de rand van de kern wordt een mo- zieningenniveau. Voor diverse bovenlokale functies is van de kwaliteit van het woningpatrimonium worden gelijke categorie 1-1*-2-4 voorgesteld, afhankelijk van het afgestemd op het hoofddorp Oudenburg-Ettelgem. gestimuleerd. Een kwantitatieve versterking van de de aard van het bedrijf, de ligging (al dan niet in de Er wordt geen uitgebreid aanbodbeleid gevoerd, maar woonstructuur is mogelijk in functie van het vergroten nabijheid van provinciaal geselecteerde elementen, voor diverse activiteiten (wonen, bedrijvigheid, recre- van het draagvlak voor voorzieningen. Kwantitatieve zoals stimulansgebieden kleine landschapselemen- atie, handel en horeca, gemeenschapsvoorzienin- versterking gebeurt door kleinschalige inbreidingspro- ten, ecologische infrastructuur of beekvalleien) en de gen,…) moet deze overige kern in het buitengebied jecten binnen het juridisch aanbod voor wonen. Door ontsluiting (al dan niet langs minstens een lokale weg wel zijn eigen groei kunnen opvangen. de kleinschaligheid worden de eigenheid en het lan- II). Een significante verzwaring van de activiteiten is delijk karakter van de woonconcentraties gerespec- niet toegelaten. teerd. Binnen deze dubbelkern wordt verdichting, dif- 2.2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling ferentiatie en verweving van functies aangemoedigd, waarbij de ruimtelijke inpassing, zowel functioneel als JJ Voorzieningen op maat van de overige kern in morfologisch, het uitgangspunt moet zijn bij het beoor- het buitengebied delen van projecten. Een goede inpassing binnen het bestaande weefsel staat voorop. Binnen de dubbelkern moet de basisinfrastructuur op Binnen de nog vrijliggende woonuitbreidingsgebieden vlak van voorzieningen behouden blijven of uitgebreid in eigendom van sociale bouwmaatschappijen kun- worden. Tot het pakket van de basisvoorzieningen be- nen enkel (kleinschalige) groepswoningbouw- en so- horen een school en kinderopvang, een ontmoetings- ciale woningbouwprojecten worden gerealiseerd (om ruimte en spel- en sportmogelijkheden. te kunnen voldoen aan het bindend sociaal objectief). Ook het aanbod aan kleinhandelsactiviteiten binnen Momenteel zijn volgende projecten in uitvoering of ge- de centrumzone moet minstens op peil blijven. Het pland: ruimtelijk beleid heeft hier echter geen directe in- ●● Blekerijstraat (Westkerke - WU Westkerke-zuid): vloed op. Door een aantal ruimtelijke ingrepen (ver- 22 sociale koopwoningen en 19 sociale huurwo- hoging van de ruimtelijke kwaliteit door opwaardering ningen - project in uitvoering; van het openbaar domein, verhoging van het draag- ●● Gaffelhoek (Roksem - WU Roksem): 56 wooneen- vlak van de woonconcentratie door kleinschalige heden (20 voor 2017). woon(vernieuwings)projecten) en het gefaseerd aan-

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 157 Kaart: gewenste ruimtelijke structuur van de overige kern in het buitengebied Westkerke-Roksem

Ettelgem

A18-E40

Roksem

Westkerke

158 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 3 Natuurgebieden en agrarische ge- 3.1 Visie Voor bedrijven, niet gelegen binnen boven ge- bieden met belangrijke natuurlijke en stelde gebieden, wordt maximaal een categorie landschappelijke waarde Op het grondgebied van Oudenburg situeren zich ver- 0-1-1* voorgesteld, afhankelijk van de aard van schillende gebieden die momenteel een belangrijke het bedrijf, de ligging binnen de deelruimte (al natuurlijke en ecologische waarde bevatten. Deze dan niet in de nabijheid van provinciaal geselec- Kaart: Natuurgebieden en agrarische gebieden met belang- gebieden worden op vandaag veelal voor agrarische teerde elementen, zoals stimulansgebieden kleine rijke natuurlijke en landschappelijke waarde doeleinden aangewend, hoewel (delen van) een heel landschapselementen, ecologische infrastruc- De Haan aantal van deze gebieden afgebakend zijn als VEN- tuur of beekvalleien) en de ontsluiting (al dan niet Bredene gebied of geselecteerd zijn als natuurkerngebied. De langs minstens een lokale weg II). Een significante stad wil dit in de toekomst ook zo behouden. Het be- schaalvergroting of verzwaring van de activiteiten treft de volgende gebieden waarvoor de gemeente is niet toegelaten. de volgende aanvullingen suggereert naar de hogere ●● Behoorlijk vergunde of vergund geachte zone-

Kanaal Brugge-Oostende Oostende overheden: vreemde handel kan bestendigd worden en louter A10-E40 Zandvoorde (Oostende) ●● Oostends Krekengebied; functioneel beperkt uitbreiden. ●● Zwaanhoek; ●● Voor behoorlijk vergunde of vergund geachte Brugge Gent ●● Noordhoek-Paddegat; zonevreemde reca wordt het provinciaal beleids-

OUDENBURG Jabbeke ●● Bourgognemeersen. kader toegepast.

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Ettelgem

Snaaskerke Grootgeleed-Moerdijkvaart A18-E40 (Gistel)

Veurne Zerkegem 3.2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel

Westkerke

GISTEL JJ (Gistel) Per entiteit Bekegem (Ichtegem) Voor de ruimtelijke ontwikkelingspespectieven per enteit kan verwezen worden naar het hoofdstuk ‘ge- Ichtegem wenste structuur van de open ruimte - invulling van

Ichtegem Torhout gemeentelijke taken’.

JJ Rond zonevreemde constructies ●● Wat de behoorlijk vergunde of vergund geachte zonevreemde woningen betreft wordt het beleids- kader, geschetst binnen de gewenste nederzet- tingsstructuur, toegepast. ●● Binnen de VEN-, natuurkern- en natuurgebie- den wordt voor behoorlijk vergunde of vergund geachte zonevreemde bedrijven maximaal een categorie 0-1 voorgesteld. Het is niet toegelaten dat zulke activiteiten zich hier verder ontwikkelen.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 159 4 Centraal bulkenlandschap 4.1 Visie ●● Voor behoorlijk vergunde of vergund geachte zonevreemde reca wordt het provinciaal beleids- Er wordt voorgesteld om het gebied vanaf Westkerke kader toegepast. Kaart: Centraal bulkenlandschap tot aan het bedrijventerrein ‘Witte Bergen’ te verster- De Haan ken met de aanplant van bosjes in combinatie met Bredene kleine landschapselementen, dit als herstel van het voormalige bulkenlandschap.

Kanaal Brugge-Oostende

Oostende 4.2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling A10-E40 Zandvoorde (Oostende)

JJ Algemeen Brugge Gent Voor de algemene ruimtelijke ontwikkelingspespec-

OUDENBURG Jabbeke tieven kan verwezen worden naar het hoofdstuk ‘ge- Kanaal Plassendale-Nieuwpoort wenste structuur van de open ruimte - invulling van Ettelgem gemeentelijke taken’. Snaaskerke Grootgeleed-Moerdijkvaart A18-E40 (Gistel)

Veurne Zerkegem Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel JJ Rond zonevreemde constructies Westkerke

GISTEL ●● Wat de behoorlijk vergunde of vergund geachte (Gistel) Bekegem (Ichtegem) zonevreemde woningen betreft wordt het beleids- kader, geschetst binnen de gewenste nederzet-

Ichtegem tingsstructuur, toegepast.

Ichtegem Torhout ●● Binnen deze deelruimte wordt maximaal een ca- tegorie 1-1*-2 voorgesteld, afhankelijk van de aard van het bedrijf, de ligging binnen de deelruimte (al dan niet in de nabijheid van provinciaal geselec- teerde elementen, zoals stimulansgebieden kleine landschapselementen, ecologische infrastruc- tuur of beekvalleien) en de ontsluiting (al dan niet langs minstens een lokale weg II). Een significante schaalvergroting of verzwaring van de activiteiten is niet toegelaten. ●● Behoorlijk vergunde of vergund geachte zone- vreemde handel kan bestendigd worden en louter functioneel beperkt uitbreiden.

160 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI 5 Open landbouwgebieden 5.1 Visie ●● Behoorlijk vergunde of vergund geachte zone- vreemde handel kan bestendigd worden en louter In tegenstelling tot het herstellen van het bulkenland- functioneel beperkt uitbreiden. Kaart: Open landbouwgebieden schap d.m.v. kleine landschapselementen en bosaan- ●● Voor behoorlijk vergunde of vergund geachte De Haan plantingen zijn er in de gemeente ook enkele gebieden zonevreemde reca wordt het provinciaal beleids- Bredene waar het noodzakelijk is dat ze een grote openheid be- kader toegepast. waren én waar de agrarisch structuur absolute priori- teit dient te krijgen. Het betreft de volgende gebieden: ●● tussen kanaal Plassendale-Nieuwpoort en Gistel;

Kanaal Brugge-Oostende Oostende ●● tussen Dorpsbeek-Leedje en de A10-E40 Zandvoorde (Oostende) Bourgognemeersen; ●● tussen autoweg A18-E40 en ‘Hoge Dijken’; Brugge Gent ●● tussen kanaal Brugge-Oostende en Bredene.

OUDENBURG Jabbeke

Kanaal Plassendale-Nieuwpoort 5.2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Ettelgem

Snaaskerke Grootgeleed-Moerdijkvaart A18-E40 (Gistel) JJ Veurne Zerkegem Algemeen Frankrijk (Jabbeke) Roksem Gistel Voor de algemene ruimtelijke ontwikkelingspespec- Westkerke

GISTEL (Gistel) tieven kan verwezen worden naar het hoofdstuk ‘ge- Bekegem (Ichtegem) wenste structuur van de open ruimte - invulling van gemeentelijke taken’.

Ichtegem

Ichtegem Torhout JJ Rond zonevreemde constructies ●● Wat de behoorlijk vergunde of vergund geachte zonevreemde woningen betreft wordt het beleids- kader, geschetst binnen de gewenste nederzet- tingsstructuur, toegepast. ●● Binnen deze deelruimte wordt maximaal een ca- tegorie 1-1*-2 voorgesteld, afhankelijk van de aard van het bedrijf, de ligging binnen de deelruimte (al dan niet in de nabijheid van provinciaal geselec- teerde elementen, zoals stimulansgebieden kleine landschapselementen, ecologische infrastruc- tuur of beekvalleien) en de ontsluiting (al dan niet langs minstens een lokale weg II). Een significante schaalvergroting of verzwaring van de activiteiten is niet toegelaten.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 161 162 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI ACTIEPROGRAMMA nagement met betrekking op acties en projecten als integratie van verschillende administratieve dien- uitvoering van het GRS sten en het OCMW; ●● Het detecteren en afbakenen van zones in 1 Algemene maatregelen en acties JJ Suggesties naar de hogere overheid Oudenburg-Ettelgem en Westkerke-Roksem voor Maatregelen en acties die het gemeentelijk niveau het voeren van een kernversterkend centrumbe- JJ GRS Oudenburg als basis en toetskader voor overschrijden zijn geformuleerd als een suggestie leid (mogelijkheden creëren rond meergezins- het ruimtelijk beleid naar de hogere overheid toe (provincie of Vlaams Ge- woningen / verticale verdichting, versterking van De gemeenteraad onderschrijft de visie op de gewens- west). Indien de hogere overheden geen initiatief zou- het handelsapparaat, aandacht voor bouwkundig te ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Het GRS den nemen voor de uitvoering van deze maatregelen erfgoed,…); Oudenburg wordt gehanteerd als basis voor het ge- en acties, moet de gemeente, in nauw overleg met de ●● Aangeven van (gedifferentieerde) ontwikke- meentelijk ruimtelijk beleid. Projecten worden steeds hogere overheden, zelf initiatief kunnen nemen. lingsperspectieven voor de ‘woonconcentraties’. afgewogen ten opzichte van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling in het GRS. Het vormt een toetsingska- 3.2 Ondersteunende maatregelen en acties der voor de verdere uitbouw en ontwikkeling van de 2 Gewenste structuur van de open ruimte ●● Het aanwenden van ontwerpend onderzoek, mas- stad. terplanning en detailanalyses in voorbereiding van verdichtingsprojecten. JJ Permanente informatie en communicatie 2.1 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Het bieden van passende ontwikkelingsperspec- De gemeente engageert zich om het informatie- en ●● Voorafgaandelijk archeologisch onderzoek laten tieven aan het bouwkundig erfgoed binnen de communicatieproces dat in het kader van het struc- uitvoeren alvorens bouwwerken te starten zowel verschillende kernen. tuurplanningsproces is opgezet, verder te zetten. Op binnen als buiten bebouwde kom; ●● Het stimuleren van landschappelijke inkleding van regelmatige tijdstippen zal de bevolking geïnformeerd ●● Aanmoedigen van de landschappelijke integratie verspreide woningen en gepaste landschappelijke worden over de stand van zaken rond specifieke ac- van bebouwing in de open ruimte d.m.v. passende overgangen aan de rand van de verschillende ties en projecten. Dit kan via het gemeentelijk informa- aanplantingen en streven naar landschappelijke kernen. tieblad of via hoorzittingen. kwalitatieve agrarische architectuur; ●● Aanplanten en onderhouden van kleine land- JJ Een goed uitgebouwde stedenbouwkundige schapselementen en dreefherstel; 4 Gewenste ruimtelijk-economische dienst structuur Aangezien er volgens het planningsdecreet een be- langrijke rol weggelegd is voor het gemeentelijk ni- 3 Gewenste nederzettingsstructuur veau, is een goed onderbouwde stedenbouwkundige 4.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk dienst noodzakelijk. De uitbouw van de dienst gebeurt uitvoeringsplan op schaal van en in relatie tot het draagvlak van de 3.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk ●● Oostelijke uitbreiding van de lokale bedrijvenzone gemeente. Een permanente vorming en opleiding uitvoeringsplan ‘Steengoed’; van het personeel ondersteunt een kwaliteitsvolle ●● Reconversieprojecten ‘site De Meulenaere’ en ●● De ontwikkelingsmogelijkheden van zonevreem- dienstverlening. De stedenbouwkundige dienst kan ‘site Verhelst’; de bestaande behoorlijk vergunde of vergund eveneens een rol vervullen op het vlak van projectma- ●● De ontwikkeling van de site van de ‘Abdijhoeve’ geachte (zowel qua bebouwing als qua functie) als nieuw administratief hart van de stad, met een bedrijven en handelszaken.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | 03491 163 4.2 Ondersteunende maatregelen en acties ●● De gezamelijke buffering van Steengoed, Steengoed uitbreiding en Witte Bergen.

5 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur

5.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ●● De ontwikkelingsmogelijkheden van zonevreem- de bestaande behoorlijk vergunde of vergund geachte (zowel qua bebouwing als qua functie) recazaken. ●● Behoud van het sportpark Oudenburg (Ter Beke).

5.2 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Uitbouwen van communicatie omtrent archeolo- gisch verleden.

5.3 Suggesties naar de hogere overheid ●● Uitbouwen van de recreatieve en toeristische po- tenties van de site ‘sluizencomplex Plassendale’; ●● Uitbouwen van recreatieve pool rondom ‘De Kluiten’.

6 Gewenste verkeers- en vervoersstructuur

6.1 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Uitwerken van de herziening van het mobiliteitsplan; ●● De uitbouw van een stedelijk netwerk van trage wegen.

164 03491 | GRS Oudenburg - richtinggevend gedeelte | maart ‘18 | WVI BINDEND GEDEELTE ALGEMENE MAATREGELEN EN SPECIFIEKE MAATREGELEN EN ●● Aangeven van (gedifferentieerde) ontwikke- ACTIES ACTIES lingsperspectieven voor de ‘woonconcentraties’.

JJ GRS Oudenburg als basis en toetskader voor 2.2 Ondersteunende maatregelen en acties het ruimtelijk beleid 1 Gewenste structuur van de open ruimte ●● Het aanwenden van ontwerpend onderzoek, mas- De gemeenteraad onderschrijft de visie op de gewens- terplanning en detailanalyses in voorbereiding van te ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Het GRS verdichtingsprojecten. Oudenburg wordt gehanteerd als basis voor het ge- 1.1 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Het bieden van passende ontwikkelingsperspec- meentelijk ruimtelijk beleid. Projecten worden steeds ●● Voorafgaandelijk archeologisch onderzoek laten tieven aan het bouwkundig erfgoed binnen de afgewogen ten opzichte van de gewenste ruimtelijke uitvoeren alvorens bouwwerken te starten zowel verschillende kernen. ontwikkeling in het GRS. Het vormt een toetsingska- binnen als buiten bebouwde kom; ●● Het stimuleren van landschappelijke inkleding van der voor de verdere uitbouw en ontwikkeling van de ●● Aanmoedigen van de landschappelijke integratie verspreide woningen en gepaste landschappelijke stad. van bebouwing in de open ruimte d.m.v. passende overgangen aan de rand van de verschillende aanplantingen en streven naar landschappelijke kernen. JJ Permanente informatie en communicatie kwalitatieve agrarische architectuur; De gemeente engageert zich om het informatie- en ●● Aanplanten en onderhouden van kleine land- communicatieproces dat in het kader van het struc- schapselementen en dreefherstel; 3 Gewenste ruimtelijk-economische tuurplanningsproces is opgezet, verder te zetten. Op structuur regelmatige tijdstippen zal de bevolking geïnformeerd worden over de stand van zaken rond specifieke ac- 2 Gewenste nederzettingsstructuur ties en projecten. Dit kan via het gemeentelijk informa- 3.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk tieblad of via hoorzittingen. uitvoeringsplan 2.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk ●● Oostelijke uitbreiding van de lokale bedrijvenzone JJ Een goed uitgebouwde stedenbouwkundige uitvoeringsplan ‘Steengoed’; dienst ●● Reconversieprojecten ‘site De Meulenaere’ en ●● De ontwikkelingsmogelijkheden van zonevreem- Aangezien er volgens het planningsdecreet een be- ‘site Verhelst’; de bestaande behoorlijk vergunde of vergund langrijke rol weggelegd is voor het gemeentelijk ni- ●● De ontwikkeling van de site van de ‘Abdijhoeve’ geachte (zowel qua bebouwing als qua functie) veau, is een goed onderbouwde stedenbouwkundige als nieuw administratief hart van de stad, met een bedrijven en handelszaken. dienst noodzakelijk. De uitbouw van de dienst gebeurt integratie van verschillende administratieve dien- op schaal van en in relatie tot het draagvlak van de sten en het OCMW; 3.2 Ondersteunende maatregelen en acties gemeente. Een permanente vorming en opleiding ●● Het detecteren en afbakenen van zones in ●● De gezamelijke buffering van Steengoed, van het personeel ondersteunt een kwaliteitsvolle Oudenburg-Ettelgem en Westkerke-Roksem voor Steengoed uitbreiding en Witte Bergen. dienstverlening. De stedenbouwkundige dienst kan het voeren van een kernversterkend centrumbe- eveneens een rol vervullen op het vlak van projectma- leid (mogelijkheden creëren rond meergezins- nagement met betrekking op acties en projecten als woningen / verticale verdichting, versterking van uitvoering van het GRS het handelsapparaat, aandacht voor bouwkundig erfgoed,…);

166 03491 | GRS Oudenburg - bindend gedeelte | maart ‘18 | WVI 4 Gewenste toeristisch-recreatieve structuur

4.1 Opmaak van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ●● De ontwikkelingsmogelijkheden van zonevreem- de bestaande behoorlijk vergunde of vergund geachte (zowel qua bebouwing als qua functie) recazaken. ●● Behoud van het sportpark Oudenburg (Ter Beke).

4.2 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Uitbouwen van communicatie omtrent archeolo- gisch verleden.

5 Gewenste verkeers- en vervoersstructuur

5.1 Ondersteunende maatregelen en acties ●● Uitwerken van de herziening van het mobiliteitsplan; ●● De uitbouw van een stedelijk netwerk van trage wegen.

WVI | maart ‘18 | GRS Oudenburg - bindend gedeelte | 03491 167 168 03491 | GRS Oudenburg - bindend gedeelte | maart ‘18 | WVI