Deel 2 Bevindingenrapportage

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Deel 2 Bevindingenrapportage Evaluatie project RandstadRail Evaluatie project Bevindingenrapportage – deel 2 Evaluatie project RandstadRail Bevindingen deel 2 Evaluatie project RandstadRail Bevindingenrapportage deel 2 van 3 Projectmanagement Inhoudsopgave Bevindingenrapportage Deel 2 2 Inleiding 6 Opzet Bevindingenrapportage 6 Werkwijze 6 Leeswijzer 7 Projectmanagement samenvatting belangrijkste bevindingen 8 Bevindingen specifiek ten aanzien van het exploitatiegereed opleveren 8 Bevindingen ten aanzien van het projectmanagement 8 Safety & Verkrijgen van goedkeuring (paragraaf 2.1.2/2.1.3/2.6) 8 Risicomanagement (paragraaf 2.5) 9 Omgevingsmanagement: (paragraaf 2.7) 9 Planning (paragraaf 2.4) 9 Bestekken en Aanbesteding (paragraaf 2.3) 9 Realisatie (paragraaf 3.1/3.2) 10 Financiën en Financiële beheersing (paragraaf 2.10/hoofdstuk 4) 10 Ervaring externe partijen (hoofdstuk 5) 11 Hoofdstuk 1 Kaders voor de uitwerking van de rapportage 12 1.1 Opdrachtkader van het project RandstadRail Rotterdam 12 1.2 Interpretatie van het opdrachtkader voor de opzet van dit deel 2 van de bevindingenrapportage 12 1.3 Uitwerking van de interpretatie van het opdrachtkader voor deel 2 van de Bevindingenrapportage 14 1.3.1 Niveau 1: De realisatieverantwoordelijkheid 14 1.3.2 Niveau 2: Procesverantwoordelijkheid 17 1.3.3 Uitwerking van de niveaus 17 Hoofdstuk 2 Projectmanagement 18 2.1 Organisatie 18 2.1.1 De bestuurlijk inbedding 18 2.1.2 Niveau 1: Realisatieverantwoordelijkheid (projectplan versie 02- 2003) 20 2.1.3 Niveau 2: Procesverantwoordelijkheid (projectplan versie 06 – 2008) 24 2.2 Scope en configuratiemanagement 34 2.3 Aanbesteding van werken en diensten 35 2.4 Planning 35 2.5 Risicomanagement 37 2.6 Vergunningen en procedures (Inclusief IVW) 39 2.7 Communicatie 40 2.7.1 Omgevingscommunicatie 40 2.7.2 Corporate Communicatie RandstadRail 44 2.7.3 Interne communicatie 44 2.8 Verzekering, schades en schadeafhandeling 44 2.9 Veiligheid en gezondheid 47 2.10 Financiële beheersing 48 Hoofdstuk 3 Deelprojecten 52 3 3.1 Statenwegtracé 52 3.1.1 Inleiding 52 3.1.2 Scope van het deelproject/kwaliteit 52 3.1.3 Organisatie 53 3.1.4 Voorbereiding (wat aan de aanbesteding vooraf ging) 53 3.1.5 Bestekken en gunning 54 3.1.6 Uitvoering van de bestekken 55 3.1.7 Relatie opdrachtgever - aannemer 57 3.1.8 Bijzonderheden 58 3.1.9 Planning 59 3.1.10 Kosten 59 3.1.11 Bevindingen 60 3.2 Metrostation Rotterdam Centraal 60 3.2.1 Inleiding 60 3.2.2 Scope van het deelproject/kwaliteit 60 3.2.3 Organisatie 61 3.2.4 Voorbereiding 62 3.2.5 Bestek en gunning 62 3.2.6 Uitvoering van de bestekken 62 3.2.7 Relatie opdrachtgever - aannemer 64 3.2.8 Bijzonderheden 65 3.2.9 Planning 65 3.2.10 Kosten 66 3.2.11 Bevindingen 66 3.3 Bovengrondse haltes 67 3.3.1 Inleiding 67 3.3.2 Scope van het deelproject/kwaliteit 67 3.3.3 Organisatie 67 3.3.4 Voorbereiding 68 3.3.5 Bestek en gunning 68 3.3.6 Uitvoering van de bestekken (inclusief overdracht aan RET Beheer) 69 3.3.7 Relatie opdrachtgever - aannemers 70 3.3.8 Bijzonderheden 70 3.3.9 Planning 70 3.3.10 Kosten 70 3.3.11 Bevindingen 70 3.4 ET/ICT 71 3.4.1 Inleiding 71 3.4.2 Scope 71 3.4.3 Organisatie 72 3.4.4 Voorbereiding 72 3.4.5 Bestek en gunning 72 3.4.6 Bijzonderheden 73 3.4.7 Relatie opdrachtgever - aannemer 73 3.4.8 Planning 74 3.4.9 Kosten 74 4 3.4.10 Bevindingen 74 3.5 Woonrijpmaken en buitenruimte 74 3.5.1 Inleiding 74 3.5.2 Conradstraat 74 3.5.3 Statenweg 74 3.5.4 Sint Franciscus Driehoek (SFD) 75 3.5.5 Bevindingen 75 3.6 ZoRo-busbaan 75 3.6.1 Inleiding 75 3.6.2 Scope van het deelproject/kwaliteit 75 3.6.3 Organisatie 75 3.6.4 Voorbereiding 76 3.6.5 Bestek en gunning 76 3.6.6 Uitvoering van de bestekken 76 3.6.7 Relatie opdrachtgever met de aannemers 76 3.6.8 Planning 76 3.6.9 Kosten 76 3.6.10 Bevindingen 76 Hoofdstuk 4 Financiële analyse 77 4.1 Raming mei 2013 77 4.2 Analyse Kosten 78 4.2.1 Evaluatie bijkomende kosten 80 4.2.2 Evaluatie VAT-kosten 81 4.2.3 Onvoorzien en reserveringen 82 4.3 Analyse Opbrengsten 82 4.4 Ontwikkeling van kosten en opbrengsten 85 4.5 Prognose projecteindresultaat 85 Hoofdstuk 5 Ervaringen met externe partijen 89 5.1 NS en ProRail 89 5.1.1 Inleiding 89 5.1.2 NS 89 5.1.3 ProRail 90 5.1.4 Bevindingen 92 5.2 Rotterdam Centraal 92 5.2.1 Het sleutelproject Rotterdam Centraal 92 5.2.2 Raakvlakken van beide projecten 93 5.2.3 Kosten meerwerk/vertraging 94 5.2.4 Overdracht/afronding 94 5.2.5 Bevindingen 94 Bijlagen 95 1 | Tabel overlegvormen 96 2 | Mijlpalen 100 3 | Tijd-wegdiagram 102 4 | Bouwfase metrostation 104 5 | Lijst met geïnterviewde personen 106 Colofon 108 5 Deel 2 van 3 - Projectmanagement 6 Inleiding Op basis van deze drie invalshoeken worden in de Het project RandstadRail is afgerond! Aanbevelingenrapportage conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Formeel begon dit project, na een lange voorbereidingsperiode, op 6 december 2001 met de ondertekening van een bestuurlijke overeenkomst Werkwijze tussen de stadsregio Rotterdam, het Stadsgewest In overleg met het bestuur en het projectmanagement Haaglanden en de minister van Verkeer en Waterstaat zijn de volgende stappen doorlopen om te komen tot dit (V&W) 1. Om dit project tot stand te brengen was een tweede deel van de Bevindingenrapportage: goede samenwerking nodig vanuit twee bestuurlijke 1. Er is geïnventariseerd welke onderwerpen in regio’s en een goede afstemming tussen de betrokken aanmerking kwamen voor het bevindingenrapport. projectorganisaties en hun omgevingen. 2. Relevante bestuurlijke en projectdocumenten alsook achtergrondinformatie zijn verzameld. RandstadRail was2 een ambitieus, complex en heel 3. In overleg met het projectmanagement is een zichtbaar project. vragenlijst en een lijst van te interviewen personen opgesteld. Het doel van deze projectevaluatie is om de bevindingen 4. Met ieder van de personen op deze lijst is een die vanuit de projectorganisatie van het Rotterdamse interview gehouden van circa twee uur. deel zijn opgedaan, vast te leggen en om op basis van 5. Van ieder interview is een verslag gemaakt en ter deze bevindingen een beoordeling te geven van de goedkeuring aan de geïnterviewde aangeboden. kwaliteit van het projectproces en de wijze waarop deze 6. De goedgekeurde verslagen zijn voorgelegd aan is georganiseerd. Hiermee wordt invulling gegeven aan het projectmanagement voor een toets op de drie achterliggende behoeften van de opdrachtgevers volledigheid. (ministerie van V&W en stadsregio Rotterdam) van deze 7. Op basis van beschikbare documenten, de evaluatie: resultaten van de interviews en diverse gesprekken • verantwoording afleggen over de gehanteerde met het projectmanagement is dit deel van de werkwijze waarop het project is uitgevoerd; Bevindingenrapportage opgesteld. • het vastleggen van ervaringen; • het doen van aanbevelingen voor mogelijk toekomstige projecten. Opzet Bevindingenrapportage De Bevindingenrapportage is tot stand gekomen door interviews met 59 betrokkenen uit verschillende organisaties en door deskresearch. De Bevindingenrapportage bestaat uit drie te onderscheiden delen. Deze opzet wordt toegelicht in figuur 1. Deel 1 (Bestuurlijk) en het voorliggende deel 2 (Projectmanagement) geven de bevindingen over het doorlopen proces. Deel 3 is een kwantitatieve evaluatie van prestaties en effecten die na het gefaseerd in exploitatie nemen van RandstadRail zijn bereikt. Hiermee wordt antwoord gegeven op de te ‘evalueren aspecten’ die vanuit de subsidiegever zijn gesteld bij het afgeven van de subsidiebeschikking. Elk van de drie delen van de Bevindingenrapportage is zo opgebouwd dat deze ook 1 Sinds 14 oktober 2010 is het ministerie van Verkeer en Waterstaat afzonderlijk van de andere delen kan worden gelezen. samengevoegd met het ministerie van VROM / Ruimte en Milieu tot het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). 2 Het deelproject ZoRo-busbaan is 17 november 2012 opgeleverd. Figuur 1 | Opzet van de Bevindingenrapportage 7 Bevindingen- Aanbevelingen- rapportage rapportage I. Bestuurlijk II. Projectmanagement III. Kwantitatieve analyse Leeswijzer Projectsamenvatting bevindingen deel 2 geeft een Hoofdstuk 3 Deelprojecten beschrijft de wijze overzicht van de belangrijkste bevindingen over het waarop de deelprojecten van RandstadRail door de projectmanagement van het project RandstadRail. projectorganisatie zijn gerealiseerd. In dit hoofdstuk Hoofdstuk 1 Kaders voor de uitwerking van de worden conform de opzet van Geld, Organisatie, Tijd, rapportage beschrijft de formele opdracht vanuit de Informatie en Kwaliteit (GOTIK) de aanpak en resultaten overeenkomsten en de interpretatie daarvan voor deze beschreven. evaluatie. Hoofdstuk 4 Financiële analyse geeft een analyse Hoofdstuk 2 Projectmanagment beschrijft als eerste van de kosten en opbrengsten in relatie tot de het opdrachtkader voor de PORR (projectorganisatie oorspronkelijke raming. RandstadRail) dat bestaat uit een tweetal opdrachten, Hoofdstuk 5 Ervaringen met externe partijen en hoe dit kader vervolgens wordt toegepast voor de beschrijft de relaties en ervaringen met externe partijen opzet van deze Bevindingenrapportage. Deze twee die RandstadRail relationeel of fysiek raakten. opdrachten worden afzonderlijk uitgewerkt aan de hand van het doel en de aanpak van het projectmanagement. Een selectie van de naar voren gebrachte bevindingen wordt geplaatst. 8 Projectmanagement samenvatting • Met de nodige inspanning en door toepassing van belangrijkste bevindingen het V-model van ‘systems engineering’ is uiteindelijk De opdracht aan de RET/Directie Strategische Projecten, tot een goede afstemming van de systemen in casu de projectorganisatie RandstadRail (PORR), gekomen. Met het V-model en de (delta-) analyse behelsde de verantwoordelijkheid voor het voor van de actuele situatie zijn waar nodig alsnog de exploitatie gereed opleveren van het totale systeem. Dit eisen geformuleerd waaraan de te testen en te betekent dat de te realiseren infrastructuur, het nieuw beproeven systemen moesten voldoen.
Recommended publications
  • Van Oort TRB09 Controlling Operations TRR0.1
    CONTROLLING OPERATIONS OF PUBLIC TRANSPORT TO IMPROVE RELIABILITY: THEORY AND PRACTICE Niels van Oort HTM Urban Transport Company Department of Research and Development P.O. Box 28503 2502 KM The Hague, The Netherlands Telephone: +31.70.3848518 Fax: +31.70.3848476 E-mail: [email protected] Rob van Nes Delft University of Technology Faculty of Civil Engineering and Geosciences Transport & Planning P.O. Box 5048 2600 GA Delft, The Netherlands Telephone: +31.15.2784033 Fax: +31.15.2783179 E-mail: [email protected] February 2009 Word count: Abstract (250) + Text (4414) + Figures/Tables (9*250=2250) = 6914 N. van Oort, R. van Nes 2 Abstract RandstadRail is a new light rail system between the cities of The Hague, Rotterdam and Zoetermeer in The Netherlands. During peak hours, the frequency on some trajectories is about 24 vehicles an hour. Dealing with these high frequencies and offering travelers a high-quality product, in terms of waiting times and the probability of getting a seat, the operator designed a three-step controlling philosophy. The first step is to prevent deviations from occurring: the infrastructure is exclusively right of way as much as possible and at intersections RandstadRail gets priority over the other traffic. RandstadRail stops at every stop and never leaves before the scheduled time. The second step in the philosophy is dealing with deviations by planning additional time in the schedule at stops, trajectories and terminals. Small deviations can be solved in this way. The final step to get vehicles back on schedule is performed by the traffic control centre: they have a total overview of all vehicles and they can respond to disturbances like slowing down vehicles nearby a delayed vehicle.
    [Show full text]
  • Analysing the Business Case for Introducing a 3 Kv Traction Power Supply in Dutch Railways
    Computers in Railways XIV 745 Analysing the business case for introducing a 3 kV traction power supply in Dutch railways A. Zoeteman1, F. ten Harve1 & T. Ploeg2 1ProRail, The Netherlands 2DNV GL, The Netherlands Abstract The Dutch railway system is equipped with a 1500 V DC system. In order to facilitate further growth, the 1500 V system has needed and will need significant investments in substations. In 2001 the railway sector analysed the system and decided to continue with the system until at least 2017 and to re-evaluate the system performance again a decade later. 25 kV AC was considered the best option but difficult to realised in a “brownfield situation” on existing tracks. ProRail started a quick-scan study in 2011 and 2012 in which the actual existing options for power supply as described in European standards (TSI Energy) were put to the test. It led to new insights, which were not available back in 2001, and related to updated traffic development insights and a new possibility and importance of sustainable power consumption. A migration path to an alternative traction system was subsequently elaborated in 2013, the so-called 3 kV DC alternative, which was developed jointly with a societal business case. It was found that the current 1500 V DC system can still be improved in terms of efficiency but that a 3 kV alternative can achieve a step change in energy savings as well as travel time savings. The draft business case and migration plan will be the start for discussions with the operators and development of a joint business case and recommendation of the railway sector.
    [Show full text]
  • Use the Randstadrail?
    Public transport 2.0: why (not) use the RandstadRail? A study of travel behaviour Master thesis Urban Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht University Supervisor: Jan Prillwitz September 2011 Martje Wedman ([email protected]) Enny Vredelaan 191, 3584 ZG Utrecht 2 Summary This thesis tries to give a theoretically grounded and empirically based insight in the travel behaviour of people. The travel behaviour researched is the use of the RandstadRail, a light rail network in the Randstad area in the West of the Netherlands. The development and introduction of this network encountered many problems and made sure that the start of service was delayed by several months. As one of the main goals of the project was to attract people to use public transport instead of their car, it is interesting to see if this was accomplished, and why (not). Therefore, the main question of this thesis was: Which factors determine whether travellers use the RandstadRail or not? A survey was held among 119 respondents living near two RandstadRail stations (Leidschendam‐Voorburg and Leidschenveen). In addition, five interviews were held to further explore the motives for (not) using the RandstadRail. The most important findings are the value of information and knowledge. These factors prove to be of influence on attitude towards the RandstadRail, desire and intention to use it, and actual use. Also, it would be advised to invest in more parking space at the stations, and in ticket buying possibilities at the stations. Both features appeared to be influential on the likelihood to use the RandstadRail. Finally, regarding to possible future developments of the RandstadRail, a better marketing and information campaign would be necessary, since many people regarded this as insufficient.
    [Show full text]
  • Derailments at Randstadrail
    DERAILMENTS AT RANDSTADRAIL The Hague, November 2008 (project number M2006RV1129-04) The reports of the Dutch Safety Board are public. All reports are also available on the website of the Dutch Safety Board www.safetyboard.nl DUTCH SAFETY BOARD The Dutch Safety Board has been established with the responsibility to investigate and establish what the causes or probable causes are of individual or categories of incidents in all sectors. The sole aim of such an investigation is to prevent future accidents or incidents and if the results of this should give cause to do so, to attach recommendations to this. The organization consists of a Board with five permanent members and has a number of permanent committees. Specific advi- sory committees are formed for specific investigations. A professional staff supports the Dutch THE Safety Board. Board Rail Committee Chairman: Prof. Pieter van Vollenhoven Chairman: J.A. Hulsenbek Vice chairman J.A. Hulsenbek Vice-chairman: dr. ir. J.P. Visser A.H. Brouwer-Korf1 mr. F.G. Bauduin Prof. F.J.H. Mertens ir. L.H. Haring2 Dr. J.P. Visser drs. R.W.M. van den Heuvel A. van den Berg: did not ir. J.F.M. Kitzen participate in this investigation2 prof. Ir. D.P. Rookmaaker drs. F.R. Smeding drs. W.A. Vriesendorp Additional member: Prof. R.E.C.M. van der Heijden (Road Traffic Committee) General M. Visser Secretary: Project leader: R.H.C. Rumping Visitors address: Anna van Saksenlaan 50 2593 HT The Hague The Netherlands Correspondence address: PO Box 95404 2509 CK The Hague The Netherlands Telephone: +31 (0)70 333 7000 Fax: +31 (0)70 333 7077 Internet: www.safetyboard.nl 1 A.H.
    [Show full text]
  • Value Capture Funding in the Netherlands
    VALUE CAPTURE FUNDING IN THE NETHERLANDS A study into the application of value capture funding instruments in the Netherlands MASTER GRADUATION THESIS | BERNARD MURRE | TU DELFT | JUNE 2020 COLOPHON Author Name B.M.N. (Bernard) Murre Email [email protected] Student number 4363116 Graduation details University Technical University Delft Faculty Architecture and the Built Environment Department Management in the Built Environment Graduation lab Urban Redevelopment Strategies: Financial tools, partnership models, legal instruments Graduation company RebelGroup Project duration 09/2019 – 07-2020 Version P5 report Graduation date 02-07-2020 Graduation committee First mentor Dr.Ir. T.A. (Tom) Daamen [email protected] Faculty of Architecture and the Built Environment Urban Development Management Second Mentor Dr.Ir. J.H. (John) Baggen [email protected] Faculty of Civil Engineering and Geosciences Transport and Planning External examiner Ir. J.A. (Joran) Kuijper First company supervisor R. (Remco) Derksen Second company supervisor J. (Jos) de Vries Bernard Murre | Graduation thesis 2 PREFACE This research was conducted as last part of the graduation at the faculty of Architecture at the Technical University of Delft in the Management in the Built Environment track. It was conducted within the topic of Urban Development Management with a focus on Transport and Planning. The topic of research, value capturing, works well with the Urban Development Management topic. It is interesting to connect the topic of infrastructure funding to urban development to see whether this may form a solution to funding problems. Together, the topics therefore from the beginning captured my imagination and were capable of combining subjects within my field of interest such as urban area development, transport development and economics.
    [Show full text]
  • Download Project Profile
    Netherlands RandstadRail This report was compiled by the Dutch OMEGA Team, Amsterdam Institute for Metropolitan Studies, University of Amsterdam, The Netherlands. Please Note: This Project Profile has been prepared as part of the ongoing OMEGA Centre of Excellence work on Mega Urban Transport Projects. The information presented in the Profile is essentially a 'work in progress' and will be updated/amended as necessary as work proceeds. Readers are therefore advised to periodically check for any updates or revisions. The Centre and its collaborators/partners have obtained data from sources believed to be reliable and have made every reasonable effort to ensure its accuracy. However, the Centre and its collaborators/partners cannot assume responsibility for errors and omissions in the data nor in the documentation accompanying them. 2 CONTENTS A INTRODUCTION Type of project Overview of Randstadrail Major associated developments Parent projects Location Current status B PROJECT BACKGROUND Principal project objectives Key enabling mechanisms and decision to proceed Transport operators Parliament Councils Timeline of enabling mechanisms Principal decision-makers Feasibility studies Main organisations involved Pre-construction phase Construction phase Operations phase Planning and environmental regime Outline of planning regime Environmental regime Overview of public consultation Regeneration, archaeology and heritage Project appraisal Land acquisition C PRINCIPAL PROJECT CHARACTERISTICS Description of route Line 3 Line 4 Erasmuslijn Project costs Predicted costs Timeline of cost estimates Contracts and contractors D PROJECT TIMELINE Project timeline Key timeline issues 3 E PROJECT FUNDING/FINANCING Overview of project funding Revenue - actual and forecast Overview of key stages in funding approach Funding sources F OPERATIONS Traffic volume G BIBLIOGRAPHY 4 List of figures Figure 1: Route of RandstadRail major associated developments ................................................
    [Show full text]
  • Rotterdam CONNECTING WATER with OPPORTUNITIES
    Rotterdam CONNECTING WATER WITH OPPORTUNITIES Benthemplein The world’s first water square Rotterdam’s tools for Climate Change Adaptation Strategy Aqua Dock’s water lots Connecting Delta Cities shares knowledge and exchanges experience Even with safe dikes, you need to stay alert Rotterdam Rotterdam is a delta city and located in the delta of the rivers Rhine and Meuse. Via the Nieuwe Waterweg, the city has open links to the sea and is influenced by the tide. Foreword Rotterdam is one of the safest delta CNN: Rotterdam’s mayor cities in the world, Aboutaleb on climate adaptation in Rotterdam but is vulnerable (summer 2013). because of its Climate change has made delta cities location in the a focus of interest. Population growth Dutch delta. and density are particularly high in low- lying delta cities. The effects of rising sea levels and changing discharges, as well as longer dry spells, will be felt more strongly here. Extreme weather events (e.g. superstorm Sandy, which hit New York in 2012) have increased this interest. The images of New York, but also those of New Orleans (2005), Bangkok (e.g. in 2011) and Jakarta (e.g. in 2007), are impressive. The high levels of precipitation which increasingly affect the Netherlands, are often taken as an example of the increase in extreme weather events. People wonder: how truly safe and climate-proof are our coastal and delta cities? Should we not take action? Although Rotterdam is one of the safest delta cities in the world, it is vulnerable because of its location in the Dutch delta.
    [Show full text]
  • Rotterdam Centraal Milieu(Effect)Rapport
    0 G Ingenieursbureau Rotterdam Centraal Milieu(effect)rapport Projectcode 2003-0593 Datum 6 september 2005 Versie Definitief Opgesteld door: Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam Auteurs Marianne de Snoo/Marja Houwen Projectleider Paraaf projectleider Marja Houwen/Willie Fikken 0G Rotterdam Centraal Projectcode Versie Datum Pagina Milieu(effect)rapport 2003-0593 Definitief 6 september 2005 2 van 274 0G Inhoudsopgave 1. Inleiding 13 1.1 Het voornemen 13 1.2 Plan- en studiegebied 13 1.3 Doel en reikwijdte van het Milieu(effect)rapport 14 1.4 Besluiten en besluitvorming 15 1.5 Initiatiefnemers en Bevoegd Gezag 16 1.6 Planhorizon 16 1.7 Leeswijzer 17 1.8 Referenties 17 2. Probleem- en doelstelling 19 2.1 Algemene probleemstelling 19 2.2 Probleemanalyse 20 2.2.1 Algemeen 20 2.2.2 Investeren in de toekomst van de mobiliteit 21 2.2.3 Economische relevantie 21 2.2.4 Gebiedsontwikkeling en een nieuw stedelijk vestigingsmilieu 21 2.2.5 Sociaal-culturele relevantie 22 2.3 Doel van de voorgenomen activiteit 22 3. Alternatieven 25 3.1 Inleiding 25 3.2 Nulalternatief 26 3.3 Voorgenomen Activiteit 27 3.4 Meest Milieuvriendelijk Alternatief 31 3.4.1 Inleiding 31 3.4.2 Uitgangspunten 31 3.4.3 Bouwstenen 31 3.4.4 Beschrijving van het alternatief 35 3.5 Referenties 36 4. Verkeer en vervoer 39 4.1 Toetsingskader 39 4.1.1 Afbakening 39 4.1.2 Wettelijke bepalingen en beleid 39 Rotterdam Centraal Projectcode Versie Datum Pagina Milieu(effect)rapport 2003-0593 Definitief 6 september 2005 3 van 274 0G 4.1.3 Richtlijnen m.e.r.
    [Show full text]