Statenvoorstel nr. PS/2012/832

Investeringsvoorstel ombouw provinciale weg N34 Witte Paal - Coevorden naar een veilige regionale stroomweg 100 km per uur

Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 2 oktober 2012 2012/0118769 dhr. M.V. Lunenborg, telefoon 038 499 71 14 e-mail MV.Lunenborg@.nl

Aan Provinciale Staten

Onderwerp Investeringsbesluit ombouw provinciale weg N34 Witte Paal - Coevorden naar een veilige regionale stroomweg 100 km per uur; 28e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012

Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2012/832 (bijgevoegd) II. Budgettaire gevolgen 28e wijziging 2012 (bijgevoegd) III. Overzichtskaart ‘de nieuwe N34 in één oogopslag’ (bijgevoegd) IV. Overzicht zienswijzen en planaanpassingen voorkeursalternatief (bijgevoegd) Onderstaande bijlagen zijn te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en liggen ter inzage bij de receptie van het provinciehuis: V. Ontwerpnota definitief voorkeursalternatief VI. Reactienota N34, behandeling zienswijzen op Ontwerpnota V1 VII. Ontwerpplan in Hoofdlijnen deelplan A (gedeelte J.C. Kellerlaan - Coevorden) VIII. Milieueffectrapportage deelplan B (gedeelte Witte Paal - J.C. Kellerlaan)

Samenvatting van het voorgestelde besluit 1. In het hoofdlijnenakkoord is de opgave ombouw provinciale weg N34 Witte Paal- Coevorden naar een veilige regionale stroomweg 100 km per uur opgenomen onder hoofdstuk 3. In de kerntakenbegroting 2012 staat het vermeld onder kerntaak 4, beleidsdoel 1 en is het als investeringsprestatie 4.1.3 opgenomen. 2. Bereikbaarheid en verkeersveiligheid op provinciale wegen zijn belangrijke speerpunten in het Hoofdlijnenakkoord en de Omgevingsvisie Overijssel. Het verbeteren van de bereikbaarheid en verkeersveiligheid op provinciale wegen en vaarwegen is als kerntaak opgenomen in het hoofdlijnenakkoord en in het profiel provincies. Provinciale Staten hebben voor het verbeteren van de hoofdinfrastructuur kaders vastgesteld in de Omgevingsvisie en het programma Mobiliteit. In deze kaderstellende plannen is de N34 opgenomen. De provinciale weg N34 tussen Witte Paal en Coevorden is een regionale stroomweg en een belangrijke verkeersader voor de regio Noordoost- Overijssel. De weg zorgt voor de (economische bereikbaarheid) van forensen, zakelijk verkeer en recreanten en is een belangrijke route tussen Zwolle(A28) en en Twente (Almelo) en (Emmen). Op dit moment is de weg niet ingericht als een veilige regionale stroomweg en kent een snelheidsregiem van 80 km per uur. De verkeersonveiligheid is groot, er gebeuren veel omgevallen. Om de bereikbaarheid en verkeersveiligheid te verbeteren hebben GS in de afgelopen 2 jaar een maatregelenpakket ontwikkeld.

Dit is in samenwerking en samenspraak gegaan met partners in de regio, zoals gemeenten en waterschap en omwonenden en belanghebbenden. Naast bereikbaarheid en verkeersveiligheid is in de uitgevoerde planstudie/MER rekening gehouden met ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit en duurzaamheid. Het maatregelenpakket omvat dan ook een combinatie van infrastructurele maatregelen en maatregelen voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. GS hebben het definitieve voorkeursalternatief vastgesteld. Vanuit de overdracht van de weg van Rijkswaterstaat naar de provincie Overijssel, een bijdrage van de gemeente Hardenberg en overige financiële budgetten is een beperkt budget beschikbaar. Om het gewenste maatregelenpakket uit te voeren is een aanvullend budget nodig vanuit ‘Kracht van Overijssel’. Met het voorgestelde investeringsbesluit gaan Provinciale Staten akkoord met het beschikbaar stellen van dit aanvullende budget en zal GS de voorbereiding en uitvoering van de maatregelen starten. Deze voorbereiding en uitvoering zal samen met onze regionale partners en de omwonenden en belanghebbenden gebeuren. 3. PS besluiten voor uitvoering van het maatregelenpakket een bedrag van € 22,2 miljoen vanuit de reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve ‘uitvoering Kracht van Overijssel’ over te hevelen. 4. PS besluiten tot het doteren van een bedrag van € 1,5 miljoen in de Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen voor het toekomstig beheer en onderhoud van het extra te onderhouden areaal na aanleg van de maatregelen.

Leeswijzer Dit statenvoorstel betreft opgave ombouw provinciale weg N34 Witte Paal – Coevorden naar een veilige regionale stroomweg 100 km per uur uit de Kracht van Overijssel, investeringsprestatie 4.1.3 uit de kerntakenbegroting 2012. In de afgelopen periode is deze opgave verkend en heeft planvorming plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een door ons college vastgesteld voorkeursalternatief, wat is beschreven in Ontwerpnota definitief voorkeursalternatief. Op dit moment staan wij voor realisatie van deze opgave. Via dit statenvoorstel vragen wij u het beschikbaar stellen van de benodigde (extra) middelen voor de realisatie van deze opgave.

Via uw besluit voteert u middelen vanuit de Reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve Uitvoering Kracht van Overijssel. Na uw besluitvorming neemt ons college de uitvoering ter hand. Na deze stap rapporteren wij regelmatig over de voortgang van deze opgave. Dit doen wij middels de P&C cyclus en, indien relevant, op de in het Statenvoorstel genoemde bestuurlijke mijlpalen.

Samen met de andere voorstellen leiden de hoge ambities uit de P-nota en de Begroting 2012 én de in daarin geïndiceerde PM-posten tot een zodanig beslag op de middelen, dat de ruimte in de ADR zodanig beperkt wordt, dat geen extra beslag op die ADR mogelijk is zonder keuzes die in het kader van de P-nota 2013 zullen moeten worden gemaakt.

Tot slot: zie ook het overkoepelende Statenvoorstel PS/2012/852.

1. Inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding/aanleiding In 2007 is de provinciale weg N34 tussen Witte Paal en de Drentse grens overgedragen van het Rijk aan de provincie Overijssel. Daarbij is afgesproken dat de weg wordt omgebouwd naar een veilige regionale stroomweg 100 km per uur, waarbij gebruik wordt gemaakt van de vormgeving zoals die in de richtlijnen EHK is opgenomen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst (NN-5136) waarin een maatregelenpakket, uitvoeringsperiode en een beperkte financiële vergoeding is opgenomen. Sinds de overdracht zijn wij bezig geweest met planvorming om tot een adequaat en gedragen maatregelenpakket voor deze ombouw te komen.

2 Statenvoorstel nr. PS/2012/832

Het eindresultaat van onze planvorming ligt nu voor in uw Staten, waarin wij besluitvorming vragen voor de benodigde middelen voor uitvoering van dit maatregelenpakket (investeringsbesluit voorkeursalternatief).

1.2 Probleemstelling De voornaamste problemen op het wegtracé worden gevormd door de beperkte doorstroming op het tracé, met name in de spitsuren en de grote verkeersonveiligheid. De intensiteiten op het tracé zijn in de huidige situatie al vrij hoog, in de toekomst, in zowel de autonome als plansituatie, wordt het steeds drukker. In de huidige situatie rijden er ca. 15.000 motorvoertuigen per etmaal (intensiteit 2008), in de toekomst zullen dit meer zijn, variërend van ca. 20.000 (autonome situatie, 2020) tot 22.000 (plansituatie, 2020). Op het tracé gebeuren relatief veel ongevallen door de aanwezigheid van gelijkvloerse oversteken en een smal wegprofiel. In de jaren 2009 en 2010 hebben er 5 dodelijke ongevallen plaatsgevonden. Het weggedeelte is als laatste schakel in het netwerk dat, na besluitvorming over de N340 in uw Staten, nog niet ingericht is als een veilige regionale stroomweg 100 km per uur. Wij hebben in 2010 korte termijn maatregelen genomen door het wijzigen van de belijning op de weg en het plaatsen van zogenaamde mottoborden voor de attentieverhoging van de weggebruikers. Dit is echter een tijdelijke maatregel en geen toekomstvaste adequate oplossing, doordat verkeersstromen nog dicht bij elkaar blijven (smal wegprofiel), voldoende uitwijkruimte (obstakel vrije zone) ontbreekt en de aanwezigheid van gelijkvloerse oversteken en aansluitingen met bijbehorende veiligheidsrisico’s blijven bestaan. De definitieve inrichting door middel van voorgesteld maatregelenpakket zorgt voor een duurzame en toekomstvaste veilige inrichting van de weg.

1.3 Doelstellingen De N34 is een belangrijke verkeersader voor de bereikbaarheid van Noord-oost Overijssel en maakt onderdeel uit van het netwerk van de hoofdinfrastructuur van Zwolle (A28) naar Hardenberg (N340, N36) en verder. Daarnaast functioneert de weg als belangrijke route in het netwerk tussen Twente (Almelo, N36) en Drenthe (A37, Emmen). De weg is in de Omgevingsvisie opgenomen als hoofdinfrastructuur (ontwikkelingsperspectief 6). De doelstellingen voor de ombouw van de weg zijn het zo duurzaam mogelijk verbeteren van de (regionale) bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Met name voor het streekcentrum Hardenberg is deze bereikbaarheid van essentieel belang. Naast bereikbaarheid is verkeersveiligheid een hoofddoel van de ombouw, gezien de grote verkeersonveiligheid door onder andere de eerder genoemde dodelijke ongevallen.

Het spreekt vanzelf dat de omgevingsvisie Overijssel als leidraad en kader is gehanteerd. Uit de omgevingsvisie zijn de doelstellingen ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit (leefbaarheid) en duurzaamheid gedefinieerd voor dit project. In het Profiel Provincies en het hoofdlijnenakkoord is het verbeteren van regionale infrastructuur aangemerkt als provinciale kerntaak.

1.4 Kaders De kaders voor de ombouw van de N34 zijn reeds door uw Staten vastgesteld. Omgevingsvisie In de Omgevingsvisie die uw Staten in 2009 hebben vastgesteld is onder ontwikkelperspectief 6 de hoofdinfrastructuur opgenomen. De N34 wordt hier ook in genoemd. In het ontwikkelperspectief is aangegeven dat hoofdinfrastructuur bedoeld is om veilig en vlot door te stromen en dat het de verbinding is tussen stedelijke netwerken en streekcentra in Overijssel en verder. In het ontwikkelperspectief is aangegeven dat, hoofdinfrastructuur die nu geen vlotte en veilige doorstroming kent, wel vlot en veilig moeten worden ingericht.

De kaders voor een dergelijke inrichting zijn in ontwikkelperspectief 6 in de Omgevingsvisie opgenomen. Deze kaders zijn: - Het aantal aansluitingen op de hoofdinfrastructuur beperkt moet worden om prioriteit te geven aan doorstroming en veiligheid. - Aandacht voor inpassing en vormgeving, waarbij rekening moet worden gehouden met de identiteit van het gebied (Noord-oost Overijssel). - Een planproces met behulp van burgerparticipatie om te komen tot een afgewogen en gedragen inrichting.

Daarnaast zijn een aantal kwaliteitsambities gedefinieerd voor projecten in deze regio: - Voortbouwen op bestaande (cultuurhistorische) structuren. - Zichtbaar, beleefbaar mooi landschap. - Versterken contrast dynamische en luwe gebieden door het infrastructuurnetwerk. - Een beleefbaar watersysteem als dragende structuur.

Statenvoorstel nr. PS/2012/832 3 Investeringsbesluit Programma Mobiliteit Uw Staten hebben op 21 december 2011 het Investeringsbesluit Programma Mobiliteit vastgesteld. Het Programma Mobiliteit draagt met 18 investeringsopgaven bij aan de verbetering van de bereikbaarheid van Overijssel. Het gewenste eindbeeld van de uitvoering van het programma is een efficiënt werkend mobiliteitssysteem. Dat draagt bij aan de maatschappelijke en economische ontwikkeling van Overijssel en levert een positieve bijdrage aan duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. De provincie zet zowel in op kwaliteitsverbetering en capaciteitsuitbreiding van de weg-, spoor- en vaarwegeninfrastructuur als op een efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuurnetwerken. Een van deze kwaliteitsverbeteringen is de provinciale weg N34 Witte Paal – Coevorden. U hebt door de vaststelling van het programma mobiliteit het project N34 gevoteerd om een bijdrage uit Kracht van Overijssel te krijgen, om de genoemde kwaliteitsverbetering uit te voeren (conform motie Kerkdijk).

1.5 Rol PS Ons college heeft het planproces conform de door u vastgestelde kaders, uitgevoerd. Uw staten staan nu voor het besluit om een (extra) benodigd investeringsvolume voor de uitvoering van het voorkeursalternatief vast te stellen. Uw rol spitst zich toe op het controleren of de kaders door ons goed zijn aangehouden bij het door gevoerde planproces en het besluit om extra investeringsgelden voor dit initiatief beschikbaar te stellen. Uw rol in dit project is wezenlijk anders dan die bij bijvoorbeeld de besluitvorming N340 Zwolle – , waar uw staten de rol van bevoegd gezag voor het PIP hebben vervuld. De gemeente Hardenberg is bevoegd gezag in de volgende projectfase voor de bestemmingsprocedure. De rol van PS is te vergelijken met die in het proces van de N377 (Plan in Hoofdlijnen, Lichtmis-Slagharen).

1.6 Voorgeschiedenis, wat is er gebeurd? Na overdracht in 2007 vanuit het Rijk is het project N34 Witte Paal – Coevorden opgenomen in de dynamische beleidsagenda en is door ons, in samenwerking met de gemeente Hardenberg, een verkenning uitgevoerd. In deze verkenning is gekeken naar de problemen die zich op het wegvak voordoen en is onderzoek gedaan naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de ombouw. Eind 2009 hebben wij deze verkenning vastgesteld, waarin wij een minimaal benodigd maatregelenpakket hebben vastgesteld en hebben besloten om een planstudie met milieueffectrapportage (MER) uit te voeren naar deze maatregelen. Wij hebben u hierover schriftelijk geïnformeerd.

Sinds begin 2010 hebben wij in een intensief traject, samen met regionale partners, bewoners en belanghebbenden, gewerkt aan deze planstudie/MER. Eind 2011 hebben wij op basis van de resultaten van de studie en burgerparticipatie een concept-voorkeursalternatief voor de ombouw vastgesteld. Dit concept-voorkeursalternatief bevat een pakket aan maatregelen dat invulling geeft aan de doelstellingen bereikbaarheid en verkeersveiligheid en de uitgangspunten van de Omgevingsvisie. Het concept-voorkeursalternatief is in december 2011 gepresenteerd tijdens een informatiemarkt in de evenementenhal in Hardenberg. Deze markt is bezocht door bewoners, belanghebbenden, staten- en raadsleden. U bent over deze besluitvorming en voorlichting schriftelijk door ons geïnformeerd cq uitgenodigd. Vanaf 15 december 2011 hebben de plannen 6 weken ter inzage gelegen (tot en met 10 februari 2012). Tijdens deze periode was het mogelijk om bij ons een zienswijze in te dienen. In de afgelopen maanden hebben wij de zienswijzen onderzocht en beoordeeld. Bij deze beoordeling hebben wij rekening gehouden met genoemde provinciale doelen en kaders. De zienswijzen hebben geleid tot een aantal planaanpassingen, welke door ons zijn vastgesteld en nu onderdeel uitmaken van het definitieve voorkeursalternatief.

1.7 Samenwerken en burgerparticipatie Samenwerken met regionale partners en burgerparticipatie bij (ingrijpende) projecten zijn belangrijke onderdelen van uw beleid. In de omgevingsvisie en het hoofdlijnenakkoord is dat nogmaals vastgelegd. Voor de planstudie/MER hebben wij intensief samengewerkt met de gemeente Hardenberg, provincie Drenthe, gemeente Coevorden en het waterschap Velt en Vecht. Het gros van de voorgestelde maatregelen zal worden uitgevoerd op het grondgebied van de gemeente Hardenberg. Daarnaast is de gemeente Hardenberg als direct belanghebbende betrokken. Omdat de doelstellingen bereikbaarheid en verkeersveiligheid niet stopt bij provinciale grenzen is door ons ook intensief samengewerkt met de provincie Drenthe en de gemeente Coevorden. In het voorkeursalternatief wat voorligt zijn ook maatregelen opgenomen die in Drenthe zullen worden uitgevoerd. Zienswijzen die door Drentse inwoners zijn ingediend, zijn bij ons binnengekomen. De behandeling is in samenwerking tussen de twee provincies gedaan. De provincie Drenthe blijft verantwoordelijk voor de beantwoording van die zienswijzen.

4 Statenvoorstel nr. PS/2012/832

Naast mede-overheden is ook samengewerkt met lopende gebiedsprogramma’s en –projecten zoals Ruimte voor de Vecht en het actieprogramma Cultuur & Ruimte. Een resultaat daaruit is een voorstel voor een specifiek ruimtelijke inpassing nabij het Engelandsche bos.

In de planstudie/MER zijn burgers en belanghebbenden betrokken in een intensief traject door de vorming van zogenaamde focusgroepen. Deze gemêleerd samengestelde groepen hebben hun (omgevings)kennis ingebracht en hebben hun mening gegeven over tal van onderwerpen, variërend van ruimtelijke kwaliteit tot oplossingsrichtingen en varianten. Naast de focusgroepen, die op projectniveau hebben geparticipeerd, zijn er verschillende bewonersconsultaties georganiseerd om de lokale inpassing van varianten te verfijnen.

2. Overwegingen In de planstudie/MER is onderzoek gedaan naar maatregelen om de bereikbaarheid en verkeersveiligheid te verbeteren en om een duurzame, toekomstvaste inrichting te verkrijgen. Uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd (mede uit Omgevingsvisie en programma Mobiliteit): - Een heldere, logische structuur voor een regionale stroomweg 100 km per uur. - Gebruik maken van het bestaande tracé (conform verkenning 2009). - Een maatregelenpakket conform de geldende verkeerskundige richtlijnen (handboek wegontwerp en essentiële herkenbaarheidskenmerken –EHK1-) 1x2 stroomweg 100 km per uur: o Geen gelijkvloerse kruisingen of aansluitingen. o Ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. o Wegprofiel stroomweg met groene asbelijning en obstakelvrije zone. o Beperkte aansluitingsstructuur op wegtracé, alleen waar logisch en noodzakelijk. - Zoveel mogelijk aantasting van bestaande landschappelijke en cultuurhistorische elementen voorkomen. - Waar mogelijk een versterking van de ruimtelijke kwaliteit te bewerkstelligen. - Rekening houden met bestaande structuren (landschap, wonen, werken en recreëren) - Samenwerken aan draagvlak.

Het huidige tracé bestaat momenteel uit een inrichting die niet past bij een veilige 100 km per uur stroomweg. Er zijn veel gelijkvloerse kruisingen, het wegprofiel is smal, evenals de obstakel vrije zone (berm). Op het gedeelte Witte Paal – J.C. Kellerlaan mag nu 80 km per uur worden gereden. Op het gedeelte J.C. Kellerlaan – Drentse grens mag 100 km per uur worden gereden.

Wij hebben een definitief voorkeuralternatief vastgesteld dat tot stand is gekomen binnen de kaders die door uw Staten zijn gesteld en dat maximaal invulling geeft aan de doelstellingen van het project. Bij de uitvoering van het planproces hebben wij intensief samengewerkt met omwonenden en goed geluisterd naar de inbreng van deze aanwonenden om een gedragen maatregelenpakket te krijgen. Wij zijn ons er van bewust dat wij het niet iedereen naar de zin kunnen maken. Voor onze besluitvorming zijn de gestelde kaders leidend geweest (onder andere financieel) met in ogenschouw het algemeen en provinciaal belang. In bijlage IV bij dit statenvoorstel is een samenvatting opgenomen hoe wij zijn omgegaan met de ingediende zienswijzen op het concept-voorkeursalternatief.

2.1 Definitief voorkeursalternatief Het definitieve voorkeursalternatief, wat door ons college na behandeling van de zienswijzen is vastgesteld, bevat de volgende maatregelen:

2.1.1 het verbreden van het wegprofiel naar 8,50 meter en het verbreden van de obstakelvrije zone zorgt voor een sterke verbetering van de bereikbaarheid en veiligheid. Met deze maatregel wordt de doorstroming en verkeersveiligheid sterk verbeterd. De verkeersstromen worden door de verbreding en de groene asbelijning uit elkaar gehaald wat de ongevalskans sterk doet en de bredere obstakelvrije zone zorgt voor extra uitwijk-, stop- en bijstuurmogelijkheden. De bereikbaarheid wordt verbeterd doordat deze maatregel zorgt voor een vlotte (100 km per uur) en veilige infrastructuur.

1 EHK, essentiële herkenbaarheidskenmerken is een nationale richtlijn voor het herkenbaar veilig maken van (stroom)wegen om onder andere de uniformiteit te versterken.

Statenvoorstel nr. PS/2012/832 5 2.1.2 het opheffen van gelijkvloerse oversteken en aansluitingen zorgt voor een verbetering van de bereikbaarheid en veiligheid De huidige gelijkvloerse oversteken en aansluitingen zorgen voor een verminderde bereikbaarheid door de aanwezigheid van onder andere verkeersregelinstallaties en overstekende en invoegende (landbouw)voertuigen, waardoor de doorstroming niet optimaal is. Deze oversteken en aansluitingen zorgen ook voor een grote verkeersonveiligheid gezien de grote intensiteit op de provinciale weg, waarbij de kans op ongevallen groot is.

2.1.3 aanleg ongelijkvloerse kruisingen bij de Willemsdijk, Boshoek, Pothofweg en Holthonerweg zorgt voor een verbetering van de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en sociale kwaliteit (leefbaarheid) Door op een viertal plaatsen ongelijkvloerse kruisingen aan te leggen worden de verbindingen tussen de twee zijden van de N34 intact gehouden voor aanwonenden, recreanten en ondernemers en kan op een verkeersveilige manier de N34 gepasseerd worden. Deze ongelijkvloerse kruisingen zijn geschikt voor alle verkeersdeelnemers (auto, landbouw, fiets en voetgangers). Door de ongelijkvloerse vormgeving wordt de verkeersveiligheid sterk verbeterd. De locaties zijn dusdanig gekozen dat de sociale kwaliteit wordt behouden en versterkt en een logische verkeersstructuur ontstaat.

2.1.4 aanleg ongelijkvloerse aansluitingen bij de J.C. Kellerlaan en Klooster zorgen voor de verbetering van de bereikbaarheid en verkeersveiligheid De bereikbaarheid wordt verbeterd door het aantal aansluitingen op de infrastructuur beperkt te houden. Er worden twee aansluitingen aangelegd op economisch belangrijke punten. De aansluiting bij de J.C. Kellerlaan is een drukke aansluiting voor de ontsluiting van Hardenberg- Noord (ziekenhuis, centrum, station en woonwijken). De aanleg van deze aansluiting zorgt ervoor dat de doorstroming wordt behouden (gescheiden op- en afritten) en de verkeersveiligheid verbeterd doordat er geen gelijkvloerse aansluiting meer bestaat. In samenwerking met de provincie Drenthe wordt een aansluiting bij Klooster (Drenthe) aangelegd. Deze aansluiting zorgt zowel voor de ontsluiting en bereikbaarheid van Coevorden als van het gebied Holthone/Ane in Overijssel.

2.1.5 versterken ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid In samenwerking met partners in de omgeving wordt de ruimtelijke kwaliteit verbeterd. Zo worden twee punten waar de N34 de Vecht raakt landschappelijk ingepast zodat de Vechtpanorama’s vanaf de weg gezien kunnen worden. Deze twee punten zijn de enige punten in het netwerk Zwolle-grens Drenthe waar de weggebruiker de Vecht kan ervaren. Daarnaast wordt werk-met-werk gemaakt door samen met de ontwikkeling van het Vechtpark een gecombineerde carpool en toegangsplaats te creëren bij de nieuwe aansluiting J.C. Kellerlaan. Daarnaast worden (oude) landschapsstructuren hersteld om de verschillende landschapskamers door zowel de weggebruikers als de aanwonenden en recreanten te beleven. Bij de afweging van het maatregelenpakket hebben wij duurzaamheid als een van de leidende thema’s meegenomen. In de volgende projectfase liggen potentiële kansen om duurzaamheid concreet door te voeren. Deze kansen krijgen een prominente plaats in de volgende projectfase.

2.2 Overige overwegingen 2.2.1 Grondverwerving Voor het uitvoeren van het voorkeursalternatief in het Overijsselse deel moeten gronden worden verworven die niet in eigendom van de provincie Overijssel of de gemeente Hardenberg zijn. Ditzelfde geldt voor de aansluiting Klooster voor de provincie Drenthe en de gemeente Coevorden. In totaal moet in Overijssel ca. 29 ha. worden aangekocht. Naast gronden zullen 3 woningen moeten wijken als gevolg van de ombouw van de weg. Dit betreft woningen die te dicht op de provinciale weg staan waardoor de leefbaarheid in de plansituatie niet meer gehandhaafd kan worden of waar op- en afritten komen. Gezien het geringe aantal wijkers wordt door ons geen separaat wijkersbeleid opgesteld. Wel vallen deze wijkers onder de beleidsregels uit de Omgevingsverordening voor wijkers voor infrastructuur. Wij proberen de verwerving waar mogelijk te organiseren door middel van (vrijwillige) kavelruilen en minnelijke verwerving. In het gebied loopt momenteel een aantal kavelruilen waar wij waar mogelijk bij aanhaken. Indien minnelijke verwerving niet mogelijk blijkt, zal de onteigeningsprocedure worden gevolgd om de gronden in bezit te krijgen. Wanneer dit gaat spelen zult u hier nader over worden geïnformeerd.

6 Statenvoorstel nr. PS/2012/832

2.2.2 EHS2 Binnen het plangebied van de ombouw van de N34 valt het EHS-gebied Boswachterij Hardenberg. Om de verbreding van het wegprofiel tussen Witte Paal en Willemsdijk mogelijk te maken en de aanleg van de tunnel Willemsdijk, zal hier een deel van EHS-gebied verloren gaan, het betreft ca. 1,3 ha. Wij zullen in de volgende projectfase in het kader van de ontheffingsaanvraag voor de Flora- en Faunawet een compensatie- en mitigatieplan opstellen om dit EHS oppervlakte al dan niet lokaal te mitigeren en/of te compenseren. Hierbij wordt rekening gehouden met de herijking van de EHS.

2.2.3 Luchtkwaliteit/N2000 In de planstudie/MER is uitgebreid onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit bij de ombouw van de N34. Daarin is geconcludeerd dat de ombouw ten opzichte van de autonome ontwikkeling niet leidt tot toenames van depositie op kwetsbare habitattypen. In de recentere PAS gebiedsanalyses is aangegeven dat op de locatie waar de depositie ten opzichte van de autonome ontwikkeling stijgt kwetsbare habitattypen liggen, waarbij sprake is van een te hoge stikstofbelasting De toename tengevolge van het project is zeer marginaal (orde van grootte 0,5 mol/ha/jaar). Op deze locatie is in het kader van de PAS een overschot aan ontwikkelingsruimte. Het project zal in de PAS worden opgevoerd een project waar ontwikkelingsruimte voor moet worden gereserveerd. Hiermee kan nu bij de beoordeling van het plan worden gesteld dat significant negatieve effecten zijn uit te sluiten, wanneer uitvoering wordt gegeven aan de PAS.

2.2.4 Geluid Door de toename van de intensiteit en de snelheidsverhoging van 80 naar 100 km per uur op het gedeelte van de N34 tussen Witte Paal en Hardenberg zal de geluidsbelasting primair toenemen. Echter doordat voertuigen steeds stiller worden en doordat geluidsreducerende maatregelen worden toegepast zal dit beperkt leiden tot overschrijding van de wettelijke normen conform de wet Geluidhinder. In de volgende projectfase zullen de te nemen maatregelen verder worden onderzocht en uitgewerkt worden. Maatregelen die mogelijk zijn om het geluidsniveau te beperken zijn geluidsreducerend asfalt (bronmaatregel), geluidsschermen of –wallen (overdrachtsmaatregel) of saneringsmaatregelen (ontvangermaatregel).

2.2.5 Meningen focusgroepen/omgeving Wij hebben in de afgelopen twee jaar intensief samengewerkt met de omgeving. De focusgroepen en bewonersconsultaties hebben gedurende het planproces hun inbreng gehad. Wij hebben dit als zeer positief en constructief ervaren. Na vaststelling van het concept- voorkeursalternatief hebben wij de plannen ter inzage gelegd met mogelijkheid om hierop te reageren. De meningen vanuit de omgeving zijn door ons waar mogelijk en relevant meegenomen. Een groot deel van de ingediende zienswijzen op het concept- voorkeursalternatief hebben ervoor gezorgd dat planaanpassingen zijn doorgevoerd. Wij beseffen ons terdege dat wij niet alle zienswijzen kunnen honoreren mede door de door u gestelde (financiële) kaders en de afwegingen vanuit algemeen en provinciaal belang. De omgeving is blij met de extra investeringsimpuls voor een aantal maatregelen ten opzichte van de start van het project. Voor een samenvatting/overzicht van de ingediende zienswijzen en door ons doorgevoerde planaanpassingen verwijzen wij u naar bijlage IV bij dit statenvoorstel.

2.3 Investeringsbesluit/financiën Het uitvoeren van het voorkeursalternatief voor de N34 vraagt om een financiële inspanning. Hieronder zijn zowel de investerings- als onderhoudskosten in beeld gebracht en is dekking inclusief voorliggend investeringsvoorstel opgenomen.

2.3.1 Investeringskosten Het voorkeursalternatief is geraamd volgens de SSK-systematiek3. De ramingen kennen een ramingsmarge van +/- 20%. De totale investeringskosten van het voorkeursalternatief zijn geraamd op € 45,1 miljoen ex. BTW met prijspeil 2010. De verwachting is dat de aanbesteding van de maatregelen zal plaatsvinden in 2014. Om in dat jaar voldoende budget beschikbaar te hebben zijn de ramingen geïndexeerd tot en met 2014.

2 EHS staat voor Ecologische Hoofd Structuur 3 SSK staat voor Standaard Systematiek voor Kostenramingen.

Statenvoorstel nr. PS/2012/832 7 De investeringskosten in 2014 bedragen totaal € 48,2 miljoen ex. BTW. In de totaalraming zijn alle maatregelen opgenomen, inclusief kosten grondverwerving en te verwachten planschade. Het initiatief ‘Raakpunt N34’ is buiten deze raming gehouden. Dit initiatief wordt gefinancierd door de reguliere budgetten van Ruimte voor de Vecht en het actieprogramma Cultuur & Ruimte. De totaalraming bevat naast kosten voor voorbereiding en uitvoering door de provincie Overijssel van maatregelen, een bijdrage aan de provincie Drenthe ter grootte van € 3,0 miljoen ex. BTW. Deze bijdrage is voor het voorbereiden en uitvoeren van de aansluiting Klooster wat een gezamenlijk initiatief is van beide provincies en gemeenten Hardenberg en Coevorden en waarmee meerdere doelen van de samenwerkende overheden worden behaald.

2.3.2 Onderhoudskosten Door het uitvoeren van het voorkeursalternatief wordt het te onderhouden areaal uitgebreid. De nieuwe maatregelen kennen in de eerste jaren relatief weinig onderhoudsmomenten en daarbij behorende kosten. De provincie Overijssel is beheerder van vele provinciale (hoofd)infrastructuur. Primair voeren wij het beheer over de doorgaande regionale infrastructuur. Andere (lagere) overheden hebben in de regel het beheer en onderhoud van aansluitende of kruisende wegen van een lagere orde. Met de gemeente Hardenberg zijn afspraken gemaakt om de kruisende en aansluitende (gemeentelijke) wegen in beheer en onderhoud bij de gemeente te houden/brengen. Zo ontstaat een logische verdeling tussen de overheden. Het verbrede wegprofiel, de aanleg van tunnels en op- en afritten verhogen de kosten voor beheer en onderhoud voor de provincie Overijssel de komende jaren. De kosten verschillen echter per jaar, afhankelijk van de onderhoudcyclus voor de verschillende onderdelen.

Wij stellen voor om voor deze extra onderhoudskosten een bedrag van € 1,5 miljoen te doteren in een voorziening om toekomstig beheer en onderhoud te financieren. Daarnaast moeten wij op nog langere termijn bij andere provinciale (vaar-) wegen rekenen op grote vervangingsinvesteringen voor onder andere viaducten en bruggen. Gedeputeerde Kok heeft namens ons college in december 2011, naar aanleiding van het statenvoorstel Programma Mobiliteit, aan uw Staten een nota toegezegd over toekomstige vervangingsinvesteringen op provinciale wegen en vaarwegen (rehabilitatie). Wij stellen voor om de problematiek van de extra beheer- en onderhoudslasten door de opwaardering van diverse provinciale wegen, waaronder de N34, ook in deze nota op te nemen. Daarbij zullen wij een relatie leggen met het gewenste kwaliteitsniveau van onze (vaar-) wegen op langere termijn. Deze nota zullen wij begin 2013 aan PS voorleggen, en de inhoud verwerken in de perspectiefnota 2014 binnen de dan geldende kaders.

2.3.3 Investeringsvoorstel en dekking Voor het uitvoeren van het voorkeursalternatief zijn een aantal budgetten beschikbaar. Deze budgetten zijn (prijspeil 2014): Budget Bedrag (mln) Provincie Overijssel Doeluitkering N34 (overdracht N34 Rijk) en € 19,8 reserve provinciale infrastructuur Renteaanwas Doeluitkering en reserve € 3,2 provinciale infrastructuur Gemeente Hardenberg Bijdrage gemeente € 4,5 Totaal € 27,5

Het investeringsbesluit vanuit de Kracht van Overijssel betreft het resterend benodigd budget om de totale investeringskosten van € 48,2 miljoen en de onderhoudskosten van € 1,5 miljoen te financieren, wat neerkomt op een bijdrage van € 22,2 miljoen. Dit investeringsbesluit is verwoord in bijgevoegde begrotingswijziging. Bij de Perspectiefnota 2014 zal het kasritme van de bij dit project behorende budgetten worden aangepast aan de dan bekende planning.

8 Statenvoorstel nr. PS/2012/832

In het investeringsbesluit Programma Mobiliteit wat in december 2011 door uw staten is vastgesteld is voldoende budget beschikbaar voor de gevraagde bijdrage van € 22,2 miljoen, zie onderstaande staat:

Pakket 3 opwaardering provinciale wegen € 245 mln AF: N340/N48/N377 -€ 210 mln Resterend budget pakket 3 € 35 mln Na aftrek van de bijdrage voor de ombouw N34 blijft voldoende budget over voor de realisatie van de overige projecten in pakket 3.

Wet HOF en Schatkistbankieren Daadwerkelijke inwerkingtreding van de wet HOF en het Schatkistbankieren heeft gevolgen voor het investeringsprogramma KvO. Dit kan zich uiten in de omvang en het tempo van het programma en daarmee mogelijk ook voor dit investeringsvoorstel.

2.4 Risicodekking De belangrijkste risico’s bij dit project zijn mogelijke archeologische vindplaatsen en onbekende beschermde flora- en faunasoorten. In de uitgevoerde onderzoeken uit de milieueffectrapportage is uitgebreid onderzoek gedaan naar deze thema’s. In de volgende projectfase zal zo snel mogelijk risicobeperkend onderzoek worden uitgevoerd. De eventueel optredende risico’s zijn gekwantificeerd en opgenomen in de totaalraming van het voorkeursalternatief (projectonvoorzien). Als in de loop van het project risico’s zouden ontstaan die daar niet onder vallen dan is dekking door de weerstandscapaciteit van de provincie aan de orde. Jaarlijks wordt de bepaling van de weerstandscapaciteit weergegeven in de paragraaf weerstandsvermogen in het jaarverslag van de provincie.

2.5 Standpunten regionale partners De planstudie/MER is in nauwe samenwerking uitgevoerd met de dagelijkse besturen van onze regionale partners (GS/B&W/Dagelijks Bestuur). Zij ondersteunen het voorliggende voorkeursalternatief van harte.

2.6 Vervolg Na vaststelling van het investeringsbesluit voor het voorkeursalternatief door uw staten, zullen wij overgaan tot voorbereiding en uitvoering van de maatregelen. In overleg en participatie met aanwonenden en belanghebbenden wordt het definitief ontwerp gemaakt, waarna wij de maatregelen ruimtelijk-juridisch gaan vastleggen in een nieuw bestemmingsplan. Voor de uitvoering van dit bestemmingsplan is de gemeente Hardenberg bevoegd gezag. Voor dit project hebben wij niet voor een provinciaal inpassingsplan gekozen, aangezien de maatregelen maar binnen één gemeente juridisch moeten worden geborgd. De N34 is een belangrijke opgave voor de provincie Overijssel, wij zullen uw staten rapporteren over de voortgang via de reguliere P&C-cyclus. Indien zich belangrijke ontwikkelingen voordoen en deze momenten lopen niet gelijk met de P&C cyclus, zullen wij u informeren door middel van een PS-brief.

De uitvoering van de maatregelen is voorzien in 2015/2016.

Na besluitvorming door uw staten gaan wij Rijkswaterstaat verzoeken om de overeenkomst NN-5136, waarin de overdracht van de N34 van Rijk naar provincies is geregeld, te wijzigen. Deze wijzigingen hebben betrekking op een aangepast maatregelenpakket (voorkeursalternatief) en de uitvoeringsperiode van deze maatregelen.

Conclusie Wij hebben samen met de partners en in overleg met de omwonenden een duurzaam en toekomstvast voorkeursalternatief voorliggen. In een intensief traject hebben wij een maatregelenpakket samengesteld dat voldoet aan de doelstellingen en een sterke impuls aan de omgeving geeft. Wij hebben goed geluisterd naar de ingebrachte voorstellen ter verbetering en zijn daar bewust mee omgegaan.

Door middel van het door u te nemen investeringsbesluit kunnen wij overgaan tot uitvoering van deze maatregelen om de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid op en om de N34 sterk te verbeteren.

Statenvoorstel nr. PS/2012/832 9 Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord.

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

voorzitter,

secretaris,

10 Statenvoorstel nr. PS/2012/832

Bijlage I

Ontwerpbesluit nr. PS/2012/832

Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 2 oktober 2012 - kenmerk 2012/0118769.

Overwegende: dat een planstudie/MER is uitgevoerd door GS voor de ombouw van de provinciale weg N34 tussen Witte Paal en Coevorden; dat dit een uitwerking is van de opgenomen prestatie in de kerntakenbegroting 2012, prestatie 4.1.3; dat dit tot stand is gekomen door een intensief traject met aanwonenden en belanghebbenden door middel van focusgroepen en bewonersconsultaties; dat deze aanwonenden en belanghebbenden, de mogelijkheid hebben gehad om te reageren op het concept-voorkeursalternatief gedurende 6 weken; dat deze zienswijzen zijn beantwoord in de opgestelde reactienota; dat er planaanpassingen zijn gedaan ten opzichte van het concept-voorkeursalternatief op basis van de ingediende zienwijzen; dat de betrokken regionale partners, de gemeenten Hardenberg, Coevorden, provincie Drenthe en waterschap Velt en Vecht het voorkeursalternatief ondersteunen; dat de maatregelen die zijn opgenomen in het voorkeursalternatief op een toekomstvaste en duurzame manier invulling geven aan de doelstellingen en probleemstelling van het project en zijn uitgevoerd binnen door de staten vastgestelde kaders; dat zorgvuldig de effecten van de maatregelen zijn onderzocht op tal van thema’s; dat Provinciale Staten op 21 december 2011 het Investeringsbesluit Programma Mobiliteit hebben vastgesteld met daarin onder meer pakket 3, waarin voor de provinciale wegen ‘N34, N 340/N48/N 377, N 348, N 307’ tezamen € 245 mln (extra) is opgenomen; dat voor de nieuwe N34 een beheer- en onderhoudsplan is opgesteld waaruit blijkt dat de toekomstige beheer- en onderhoudskosten structureel hoger zijn;

besluiten:

1. het benodigde (extra) projectbudget vanuit de provincie voor de uitvoering van het voorkeursalternatief van het project N34, ad € 22,2 mln euro, vanuit de algemene reserve ‘Kracht van Overijssel’ over te dragen naar de bestemmingsreserve ‘Uitvoering kracht van Overijssel’; 2. het bedrag aan renteaanwas op de reserve provinciale infrastructuur met betrekking tot het project N34 en de doeluitkering N34 in te zetten voor de realisatie van het voorkeursalternatief; 3. Gedeputeerde Staten op te dragen de voorbereiding en uitvoering van het voorkeuralternatief uit te voeren;

Statenvoorstel nr. PS/2012/832 11 4. vooruitlopend op een voorstel van Gedeputeerde Staten over de complete problematiek van toekomstig beheer en onderhoud bij de Perspectiefnota 2014, tot het instellen van de Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen en hierin in 2016 een bedrag van € 1,5 miljoen uit het projectbudget te storten om toekomstig extra beheer en onderhoud als gevolg van de areaaluitbreiding te financieren. 5. de bijgevoegde begrotingswijziging (bijlage II) voor de gevraagde extra bijdrage van € 22,2 miljoen voor het voorkeursalternatief en de € 1,5 miljoen voor de Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen vast te stellen.

Zwolle,

Provinciale Staten voornoemd,

voorzitter,

griffier,

12 Statenvoorstel nr. PS/2012/832 Bijlage II: overzicht budgettaire gevolgen van de 28e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012

Investeringsvoorstel ombouw provinciale weg N34 Witte Paal - Coevorden

(bedragen x € 1.000)

Kern- Investerings- Volg- taak Beleids- prestatie I/S Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 nummer doel Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo

4 4.1 Het realiseren van een goede bereikbaarheid voor het autoverkeer van en naar stedelijke netwerken en streekcentra, waarbij wegvakken een intensiteit- capaciteitverhouding kleiner dan 0,8 /0,85 hebben. 4.1.3 I - programmakosten (Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen) 1.500 1.500- 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen I - programmakosten (Reserve Kracht van Overijssel) 22.200 22.200 4.1.3 I - programmakosten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel) 22.200 22.200- 1.500 1.500

22.200 22.200 1.500 1.500

LEGENDA nr. kerntaak Lasten: - = verlaging Baten: - = verlaging Saldo: - = financiële ruimte neemt af 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer + = verhoging + = verhoging + = financiële ruimte neemt toe 2 Milieu en Energie 3 Inrichting landelijk gebied I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2012, paragraaf 4.4.2 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5 Regionale Economie 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit Openbaar Bestuur 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2012/832 Pagina 1 van 1 Verbeterde N34 Witte Paal - Coevorden in één oogopslag

- maximum snelheid 100 km/uur - verbreding rijbaan naar 8,50 m

2012-461e folder verbeterde n34.indd 1 09-10-12 16:49 Bijlage IV bij statenvoorstel investeringsvoorstel N34 Overzicht zienswijzen en planaanpassingen voorkeursalternatief

1 Locaties/maatregelen Als bijlage is een overzichtkaart ‘de nieuwe N34 in één oogopslag’ toegevoegd, waarop de verschillende maatregelen zijn opgenomen.

1.1 Wegprofiel en obstakelvrije zone Voor het wegprofiel wordt voorgesteld om, conform de richtlijnen van het Handboek wegontwerp en de EHK, de huidige weg te verbreden naar een breedte van 8,50 meter en de weg te voorzien van de uniforme belijning van een regionale stroomweg 100 km/uur (groene vulling). Door deze vormgeving worden de rijstroken aanmerkelijk verder uit elkaar gehaald dan in de huidige situatie, waardoor de voertuigstromen een sterk verminderde kans hebben om in botsing met elkaar te komen, wat voor een verbetering van de verkeersveiligheid zorgt. Doordat de snelheid op het gehele tracé naar 100 km per uur gaat wordt de bereikbaarheid verbeterd (reistijdwinst) en geüniformeerd. De gehele route van Zwolle naar Hardenberg en verder is dan in de toekomst 100 km/uur (incl. N340 Zwolle –Ommen). Evenals de route van Twente (via N36) naar Hardenberg en verder.

Naast de weg wordt voorgesteld de ruimte naast de weg, de zgn. obstakelvrije zone te verbreden naar 8 meter breed aan beide zijden van de weg, inclusief de aanleg van bermverharding. Incidenteel wordt gebruik gemaakt van vangrails, zoals bij kunstwerken (viaducten/tunnels). Bij het ontwerpen van het nieuwe wegprofiel is rekening gehouden met de meest optimale inpassing voor de omgeving (bebouwing, natuur en landschap) van deze verbrede weg, rekening houdend met een goede (verkeers)leefbaarheid. Door het verbreden van de obstakelvrije zone wordt de verkeersveiligheid verbeterd, doordat er meer ruimte is voor correctie bij het van de weg raken van een voertuig en het ontbreken van obstakels (bomen, palen).

Zienswijzen en eventuele planaanpassingen Er zijn geen zienswijzen ingediend die direct over de inrichting van het wegprofiel gaan.

1.2 Kruisend lokaal verkeer en onderliggend wegennet In de huidige situatie kruisen tal van gelijkvloerse oversteken de N34. Deze kruisingen zijn aangelegd voor lokaal gebruik (toegang tot percelen/woningen) of voor het verbinden van wegen in het onderliggend wegennet (gemeentelijke wegen). In het kader van de ombouw wordt voorgesteld om deze gelijkvloerse kruisingen te verwijderen. Het verwijderen van gelijkvloerse kruisingen is positief voor de verkeersveiligheid. De mogelijke contactmomenten tussen voertuigen worden weggenomen waardoor vooral flankongevallen worden vermeden. Ook illegaal gebruik van deze kruisingen als op- en afrit op de N34 wordt hiermee voorkomen. De intensiteiten op de weg zijn in de huidige situatie al veel te hoog om veilig over te kunnen steken. In de toekomst zal de intensiteit alleen maar toenemen, waardoor het risico op ongevallen zal toenemen. Ook voor de doorstroming is het verwijderen van gelijkvloerse kruisingen positief. Er hoeven geen hiaten meer te vallen om veilig te kunnen oversteken. Nu moet de weggebruiker rekening houden met mogelijk gelijkvloers overstekende voertuigen, in de toekomst niet meer.

Om de woningen en gebieden bereikbaar te houden na het verwijderen van de gelijkvloerse oversteken, worden een aantal ongelijkvloerse kruisingen voorgesteld. Er zijn verschillende locatievarianten onderzocht. In de keuze is rekening gehouden met logica, toekomstvastheid en het zoveel mogelijk beperken van omrijdafstanden. In het voorliggend voorkeursalternatief zijn ongelijkvloerse kruisingen opgenomen op de locaties Willemsdijk, Boshoek (Hessenweg), Pothofweg en Holthonerweg. Deze locaties zijn gekozen omdat ontsluiting van de ene naar de andere zijde van de N34 op deze plek de meest logische is. Op deze punten komen veel lokale verkeersstromen samen zoals auto-, landbouw-, fiets- en voetgangersverkeer. De ongelijkvloerse kruisingen op deze locaties zorgen voor een borging van de lokale bereikbaarheid en de sociale kwaliteit. Gebieden blijven met elkaar verbonden door deze kruisingen waar alle modaliteiten (auto, landbouw, fiets en voetgangers)veilig gebruik van kunnen maken. De kruisingen worden vormgegeven in de vorm van tunnels. Deze vorm zorgt ervoor dat het landschap intact blijft en op een veilige manier de N34 gepasseerd kan worden.

Onderzochte locatievarianten kruisend lokaal verkeer en onderliggend wegennet De onderzochte locatievarianten in de planstudie/MER zijn: - Tunnel nabij Lentersdijk - Tunnel nabij Larixweg en tunnel bij Willemsdijk - Alternatieve locatie tunnel Boshoek (Hessenweg) - Afsluiten Pothofweg - Alternatieve locatie tunnel Holthonerweg

Zienswijzen en eventuele planaanpassingen Voor een aantal locaties zijn zienswijzen ingediend op het concept voorkeursalternatief: - Voor de Lentersdijk is de wens geuit hier een fiets/voetgangerstunnel op te nemen. Dit is door ons in het voorkeursalternatief niet opgenomen omdat het een puur lokaal karakter kent. De route kent geen verbinding met regionale recreatieve routes en zien wij daarom niet als provinciaal belang. Recreanten kunnen gebruik maken van de tunnel bij de Willemsdijk om de N34 op een veilige manier te kruisen, waar de regionale recreatieve routes samen komen. - Voor de Willemsdijk is gepleit voor een alternatieve ontsluiting van de woningen aan de Ommerweg en de verharding van de Willemsdijk tot de Oldemeijerweg. Na onderzoek blijkt dat dit een goed alternatief is om de verkeersstromen te faciliteren en de overlast te beperken. Wij hebben deze variant dan ook opgenomen in het voorkeursalternatief dat voorligt. - Een alternatieve locatie van de tunnel nabij de Boshoek (Hessenweg) is op verzoek van indieners onderzocht. Deze (duurdere) alternatieve locatie is geen verbetering ten opzichte van de door ons voorgestelde locatie. Door logische routes te creëren en door een vormgeving die (vermeende) overlast voorkomt is de locatie uit het concept-voorkeursalternatief de juiste keuze. - Indieners pleiten er voor de locatie van de tunnel Pothofweg te wijzigen. Deze gewijzigde locatie sluit beter aan op de bestaande structuren, geeft minder overlast en creëert een logische structuur. Wij hebben deze variant dan ook opgenomen in het voorkeursalternatief dat voorligt.

1.3 Aansluitingen op hoofdinfrastructuur N34 In de studie is onderzoek gedaan naar ontsluiting van gebieden op de hoofdinfrastructuur van de N34. Op deze punten is uitwisseling mogelijk tussen de gebieden en de N34 (op- en afritten). Deze locaties zijn gekozen door hun potentie en belang. Deze aansluitingen zijn essentieel om de bereikbaarheid van Hardenberg en omgeving te verbeteren.

In het voorkeursalternatief zijn twee nieuwe aansluitingen opgenomen. Een aansluiting bij de J.C. Kellerlaan (Hardenberg-Noord) en bij Klooster (Drenthe). De aansluiting bij de J.C. Kellerlaan is economisch en sociaal van groot belang. Een groot deel van de kern Hardenberg ontsluit via deze aansluiting. Ook voorzieningen zoals het streekziekhuis en het industrieterrein worden via deze aansluiting ontsloten. De aansluiting wordt vormgegeven door de N34 half te verdiepen en de J.C. Kellerlaan half te verhogen, mede om de overlast op de omgeving zoveel mogelijk te verbeteren.

Daarnaast wordt, in samenwerking met de provincie Drenthe, een aansluiting voorzien nabij Klooster, in Drenthe. De aansluiting ligt ca. 150 meter in de provincie Drenthe en dient zowel het belang van de inwoners van Overijssel als die van Drenthe. Door samenwerking met de provincie Drenthe en de gemeente Coevorden worden synergievoordelen behaald. De aansluiting zorgt ervoor dat de gebieden Holthone/Ane en de gebieden Klooster/Coevorden op een veilige manier ontsloten worden op de N34. Daarnaast wordt het industrieterrein Leeuwerikkenveld II in Coevorden op een adequate manier ontsloten. De inwoners van Overijssel kunnen bij Holthone de N34 kruisen en bij Klooster de N34 op en af.

De bestaande aansluiting bij de Vaart/Ane/Gramsbergen blijft in zijn huidige vorm bestaan, met een paar kleine aanpassingen, waaronder een meer logische aansluiting van de Engbersweg op de Anerdijk/N34 en de aanleg van een fietspad om de verkeersveiligheid voor fietsers te verbeteren.

Onderzochte locatievarianten aansluitingen - Aansluiting nabij Larixweg - Aansluiting nabij Holthonerweg

Zienswijzen De zienswijzen die zijn ingediend hebben voornamelijk betrekking op de vormgeving van de aansluitingen. - Indieners pleiten voor een gewijzigde vormgeving van de aansluiting J.C. Kellerlaan. De vormgeving van de aansluiting J.C. Kellerlaan zoals is opgenomen in het concept-voorkeursalternatief is optimaal wat betreft het tegengaan van geluidsoverlast doordat de doorgaande weg niet op maaiveld wordt gesitueerd. Door deze vormgeving wordt ook het ruimtegebruik beperkt gehouden. - Indieners geven aan dat de vormgeving van de aansluiting Klooster in het concept- voorkeursalternatief teveel overlast geeft voor de omgeving. Wij hebben onderzoek gedaan naar een gewijzigde vormgeving van de aansluiting. Uit dit onderzoek hebben wij geconcludeerd dat een gewijzigde vorm de overlast voor omwonenden verminderd, zonder dat de logische structuur en bereikbaarheid wordt benadeeld. Wij hebben deze variant dan ook opgenomen in het voorkeursalternatief dat voorligt. - Indieners pleiten voor het verbreden van de Beltmansbrug. Deze brug ligt in de toegangsweg naar het gebied de Meene. De huidige brug is volgens indieners te smal om door landbouwverkeer op een veilige manier te kunnen worden gebruikt. De brug is eigendom van het waterschap Velt en Vecht. Wij zien deze wens niet als gevolg en verantwoordelijkheid van de ombouw van de N34 naar een regionale stroomweg. De verantwoordelijkheid voor deze brug en onderliggend wegennet ligt bij resp. waterschap Velt en Vecht en de gemeente Hardenberg. Deze overheden hebben aangegeven in overleg te treden om eventuele aanpassingsmogelijkheden te onderzoeken.

1.4 Ruimtelijke maatregelen/duurzaamheid Er bevinden zich vele kansen langs en rondom de N34 om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. In de door ons opgestelde ruimtelijke visie en rapportage ‘omgeving rondom de N34, kansen in beeld’ zijn potentiële ruimtelijke kansen verkend, samen met gebiedspartners en regionale partners, zoals Ruimte voor de Vecht, gemeente Hardenberg en het waterschap. Vanuit deze analyse zijn de volgende ruimtelijke kansen opgenomen in het voorkeursalternatief wat voorligt: - Ruimtelijke impuls ‘Raakpunt N34’. Dit betreft een ruimtelijke impuls op de plek waar de N34 de Vecht ‘raakt’, ten noorden van Hardenberg. In de huidige situatie is de Vecht op de N34 eigenlijk niet te zien. Door deze ruimtelijke impuls wordt deze plek toegankelijk en kan het vechtpanorama zowel vanuit het voertuig, rijdend op de N34, als lopend of fietsend worden ervaren. Dit initiatief is in samenwerking met het actieprogramma Cultuur & Ruimte en het programma Ruimte voor de Vecht. Voor dit initiatief heeft al positieve besluitvorming plaatsgevonden door ons college. - Carpool/toegangsplaats voor het Vechtpark. Bij de nieuwe aansluiting J.C. Kellerlaan is er carpoolbehoefte in de huidige en toekomstige situatie. In overleg met de gemeente Hardenberg, waterschap Velt en Vecht en het programma Ruimte voor de Vecht is het voorstel om de carpoolplaats te combineren met een toegangsparkeerplaats voor het te ontwikkelen Vechtpark aan de westzijde van de Vecht. Door deze combinatie wordt de parkeerplaats dubbel gebruikt, op de weekdagen door forensen en in het weekend en vakanties door bezoekers van het Vechtpark - Landschapsstructuren herstellen. In het verleden is bij de aanleg van de N34 weinig rekening gehouden met het omliggende landschap en bestaande landschappelijke structuren. In het landschapsplan is een voorstel gedaan om deze landschapsstructuren te herstellen of zichtbaar te maken door het aanbrengen of juist verwijderen van bomen en beplanting. Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillende landschappelijke structuren en gebiedskenmerken. Zo is het gedeelte Witte Paal – Hardenberg een heide- en boslandschap en het gedeelte Hardenberg – Coevorden het typische Vechtdallandschap. Door deze aanpak kan zowel de bewoner, recreant en weggebruiker de verschillende ‘landschapskamers’ beleven. Ook zijn de varianten in de planstudie/MER geanalyseerd voor het thema duurzaamheid. Deze afweging is door ons meegenomen in de integrale afweging. Potentiële kansen voor duurzaamheid liggen op verschillende niveaus. Dit varieert van de variantenkeuze tot technische maatregelen/innovaties en voorschriften voor uitvoering van deze maatregelen.