exotische landplatwormen in nederland (platyhelminthes: tricladida)

Sytske de Waart

Platwormen komen in Nederland vooral voor in zoet water, maar er zijn twee soorten van landbiotoop bekend. De laatste jaren duiken steeds vaker exotische landplatwormen op in Europa, vooral in kassen en tuincentra, maar sommige kunnen ook buitenshuis overleven. Uit Nederland zijn kewense, Caenoplana bicolor en Marionfyfea adventor gemeld. Omdat ze regenwormen en slakken eten, kunnen ze een grote invloed hebben op het bodemleven, met gevolgen voor natuurlijke ecosystemen en landbouwgebieden. In het buitenland is de aandacht voor exotische landplatwormen al groeiende. Zo wordt de Nieuw-Guineese landplatworm door de iucn tot de 100 ergste invasieve soorten aangemerkt. In Nederland is er nog nauwelijks aandacht voor landplatwormen. Daarom wordt in dit artikel de kennis over deze groep samengevat. inleiding in 2016 een nieuwe soort landplatworm beschreven Platwormen (familie ) komen in mede op basis van materiaal uit Nederland: Nederland vooral in zoet water voor, maar enkele Marionfyfea adventor (Jones & Sluys 2016). soorten zijn aangepast aan het leven op land. In juli 2014 werd Caenoplana bicolor in een tuin in Op andere continenten zijn landplatwormen veel Castricum waargenomen (fig. 1), een exotische talrijker. In totaal zijn ruim 900 soorten beschre- soort uit Australië. ven, vooral uit (sub)tropische streken in Zuid- oost-Azië, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-­ De afgelopen decennia duiken er steeds meer Amerika en delen van Afrika. In Europa en Noord-­ exotische landplatwormen op in West-Europa, Amerika komt slechts een handjevol inheemse waarschijnlijk vooral geïntroduceerd via de aarde soorten voor. In Nederland zijn twee inheemse van potplanten. Deze soorten blijken zich niet te soorten landplatwormen bekend: Microplana ter- beperken tot kassen en tuincentra, maar kunnen restris en Rhynchodemus sylvaticus. Daarnaast werd zich soms ook buitenshuis handhaven. Omdat

Figuur 1. Grote Australische geelstreep Caenoplana bicolor, Castricum (2014). Foto Richard Reijnders. Figure 1. Caenoplana bicolor, Castricum (2014). Photo Richard Reijnders.

de waart ‒ exotische landplatwormen in nederland 1 landplatwormen grote hoeveelheden regenwormen en slakken kunnen eten hebben ze een grote invloed op het bodemleven, zowel in de natuur als in landbouwgebied. Onderzoekers waarschuwen dat de gevolgen van introducties van landplat­ wormen onvoldoende onderkend worden door beleidsmakers en pleiten voor actie in Europa en de Verenigde Staten (Justine et al. 2014, 2015, Sluys 2016).

wat zijn landplatwormen? Terrestrische platwormen zijn afgeplatte, ongeseg- Figuur 2. Nieuw-Zeelandse landplatworm menteerde wormen (Noordijk et al. 2010). Arthurdendyus triangulatus. Foto Archie Murchie. Ze zien er glad en glibberig uit. De mond, tevens Figure 2. Arthurdendyus triangulatus. Photo Archie Murchie. anus, zit aan de onderzijde van het lichaam. De dieren bewegen sloom. Ze zijn 3 tot 50 cm lang en 0,2 tot 0,5 cm breed. De kop van sommige landplatwormen is halvemaan­vormig of heeft een med. R. Sluys). Deze vijf soorten worden hier­ breed, stomp uiteinde (Choate & Dunn 2015). onder kort behandeld, samen met enkele exoti- sche soorten waarvan verwacht kan worden dat Landplatwormen kunnen verward worden met ze in de nabije toekomst in Nederland gevonden naaktslakken, regenwormen en bloedzuigers. zullen worden. Hierbij moet worden aangetekend Naaktslakken zijn te herkennen aan het dikkere dat het moeilijk te voorspellen is welke soorten lichaam, de tentakels vooraan de kop waar de geïntroduceerd kunnen worden. Alleen al in ogen op staan en het mantelschild achter de kop. Engeland zijn 15 geïntroduceerde soorten aan­ Bij regenwormen en bloedzuigers is het lichaam getroffen (Sluys 2016). Uitgebreidere en gedetail- duidelijk gesegmenteerd, terwijl platwormen glad leerdere beschrijvingen en een velddeterminatie- zijn. Bloedzuigers hebben bovendien een zuignap sleutel van landplatwormen is te vinden in Winsor aan beide uiteinden van het lichaam. In onze (2003). streken zijn bloedzuigers alleen in het water te vinden (Anonymus 2015). Arthurdendyus triangulatus (Dendy, 1895) Nieuw-Zeelandse landplatworm soorten In Nederland komen twee soorten landplatwormen Grote platworm (5 tot 20 cm), leverbruin tot van nature voor: Microplana terrestris en Rhyncho- paars met een lichte zijrand (fig. 2). De onder­ demus sylvaticus. Daarnaast worden er steeds meer zijde is grijs gestippeld en de kop is spits. geïntroduceerde soorten ontdekt. Onlangs is Afkomstig uit Nieuw-Zeeland en inmiddels Marionfyfea adventor beschreven, op basis van gevestigd in Ierland en het Verenigd Koninkrijk. materiaal uit Engeland en Nederland. Deze soort In Engeland blijkt deze soort al populaties regen- is waarschijnlijk in Europa geïntroduceerd (Jones wormen te hebben gereduceerd (Invasive & Sluys 2016). In 2014 werd een enkel exemplaar Compendium 2009, Murchie & Weidema 2013, van Caenoplana bicolor gevonden. Daarnaast Sluys 2016). komt Bipalium kewense al geruime tijd voor in kassen, vooral in planten- en dierentuinen (pers.

2 nederlandse   47 ‒ 16 Figuur 3. Hamerhoofdlandplatworm Bipalium kewense. Foto Jean-Lou Justine. Figure 3. Bipalium kewense. Photo Jean-Lou Justine.

Bipalium kewense Moseley, 1878 Caenoplana bicolor (Graff, 1899) hamerhoofdlandplatworm grote Australische geelstreep

Grote soort (20-40 cm), bleek met midden op Een vrij grote soort (5-12 cm), rug donkerbruin de rug een donkere lijn en een donkere vlek in de tot bijna zwarte met gele band, met centraal twee nek (fig. 3). De kop is plat en hamervormig. fijne zwarte lijntjes (fig. 1). De kop is spits. Beschreven op basis van materiaal van Kew Afkomstig uit Australië en gevonden in tuinen, Gardens in Engeland, maar oorspronkelijk voor­ boomgaarden en kwekerijen in Spanje, Frankrijk komend in Indochina en op veel plaatsen in de en het Verenigd Koninkrijk. Ook uit Nederland wereld geïntroduceerd, waaronder Spanje, Frank- is deze soort bekend: in juli 2014 werd een exem- rijk en België. In Nederland komt de soort al heel plaar gefotografeerd in een tuin in Castricum. lang voor in kassen in plantentuinen en in dieren- Deze dieren hebben geen vochtige omgeving tuinen (pers. med. R. Sluys). Kan in onze streken nodig, waardoor hun overleving in drogere bio­ niet buiten kassen overleven, maar indien de topen mogelijk is (Álvarez-Presas et al. 2014, klimaatopwarming doorzet kan dit mogelijk in de Anonymus 2015, Justine 2014, Sluys 2016, Waar- toekomst wel. In Noord-Amerika is de soort wijd- neming.nl). verspreid in de warmere delen, maar rukt buitens- huis ook op naar het noorden langs de Atlantische kust. Hij kan temperaturen onder nul verdragen, Caenoplana coerulea Moseley, 1877 mits hij ergens onder kan schuilen (Anonymus blauwe tuinplatworm 2015, Choate & Dunn 2015, Justine 2015, Sluys 2016, Winsor 2003). Vrij grote soort (8-10 cm), donkerblauw met crème­ kleurige lengtestreep over het midden (fig. 4); vaak rozige kop; onderkant lichter blauw. Kop spits. Afkomstig uit Australië en geïntroduceerd in Spanje, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk (Australian Faunal Directory 2015, Sluys 2016).

de waart ‒ exotische landplatwormen in nederland 3 Figuur 4. Blauwe tuinplatworm Caenoplana coerulea. Figuur 5. Marionfyfea adventor, Goes (2012). Foto Mark Ridgway. Foto Marco Faasse. Figure 4. Caenoplana coerulea. Photo Mark Ridgway. Figure 5. Marionfyfea adventor, Goes (2012). Photo Marco Faasse.

Figuur 6. Donkere landplatworm Microplana terrestris, Figuur 7. Kleine Australische geelstreep Parakontikia Eeserveld (2012). Foto Jan van Duinen. ventrolineata. Foto Jean-Lou Justine. Figure 6. Microplana terrestris, Eeserveld (2012). Figure 7. Parakontikia ventrolineata. Photo Jean-Lou Photo Jan van Duinen. Justine.

Marionfyfea adventor Jones & Sluys, 2016 Microplana terrestris (Müller, 1773) donkere landplatworm Deze kleine (1 cm) landplatworm (fig. 5) werd zeer onlangs beschreven op basis van materiaal Kleine inheemse landplatworm (1-3,5 cm), grijs dat werd gevonden in Frankrijk, Verenigd tot zwart (fig. 6) met een witte kruipzool. De kop Koninkrijk en Nederland. In Nederland is de is stomp afgerond, zonder duidelijke ogen. Van soort bekend van Goes (2012) en Schiedam oorsprong in West-Europa voorkomend. Lijkt in (2012). Marionfyfea adventor is waarschijnlijk Nederland niet zeldzaam in vrij vochtige bioto- geïntroduceerd vanuit Nieuw-Zeeland, waar de pen, verspreid over het land. Deze soort is zeker enige andere vertegenwoordiger van dit genus nog onderbemonsterd (Den Hartog 1962, Mienis voorkomt (Jones & Sluys 2016). 2014, 2015, Waarneming.nl). De manier van voortbewegen is te zien op www.youtube.com/ watch?v=R5RAvT8Pbog.

4 nederlandse   47 ‒ 16 Figuur 8. Nieuw-Guineese landplatworm Platydemus manokwari. Foto Jean-Lou Justine. Figure 8. Platydemus manokwari. Photo Jean-Lou Justine.

Figuur 9. Tweelijnige landplatworm Rhynchodemus sylvaticus, Eeserveld (2012). Foto Jan van Duinen. Figure 9. Rhynchodemus sylvaticus, Eeserveld (2012). Photo Jan van Duinen.

Parakontikia ventrolineata (Dendy, 1892) vooruitstekende ogen achter de punt van de kop. kleine Australische geelstreep Afkomstig uit Nieuw Guinea. Wordt door de iucn tot de 100 ergste invasieve soorten gerekend Vrij kleine landplatworm (1-5 cm), rug bijna vanwege het gevaar voor inheemse slakken. zwart met twee lichtere strepen (fig. 7). Kop spits. De soort is als biologische bestrijder van de grote Afkomstig uit Australië en geïntroduceerd in agaatslak Achatina fulica (Férussac, 1821) geïntro- Spanje, Frankrijk, Ierland en Verenigd Koninkrijk duceerd in de Filipijnen, Japan en de Maldiven. (Anonymus 2015, Sluys 2016). Daar belaagt hij nu niet alleen de beoogde plaag- slakken, maar elimineert ook inheemse slakken- soorten. Het dier is in Europa gesignaleerd in Platydemus manokwari Beauchamp, 1962 Spanje en Frankrijk (Anonymus 2015, Justine Nieuw-Guineese landplatworm et al. 2015, Global Invasive Species Database 2010, Sluys 2016). Vrij kleine soort (tot 5 cm), rug kastanjebruin met een lichte streep over het midden (fig. 8) en onderkant bleek. De kop is spits met twee grote

de waart ‒ exotische landplatwormen in nederland 5 Rhynchodemus sylvaticus (Leidy, 1851) voort door middel van inwendige bevruchting. tweelijnige landplatworm De bevruchte eicellen worden in cocons verenigd, die vervolgens op het substraat worden afgezet Kleine, inheemse slanke soort (1,5-2 cm), grijs- (Noordijk et al. 2010). bruin, met twee donkere lengtestrepen over het lichaam en een donkere vlek midden boven op Platwormen staan bekend om hun regeneratie­ het lichaam (fig. 9); onderzijde lichter. De kop is vermogen. Bij sommige soorten vindt ongeslach- spits met twee duidelijke zwarte ogen. Van oor- telijke reproductie plaats door deling van het sprong in West-Europa voorkomend. Er zijn lichaam, gevolgd door regeneratie van de ont­ weinig vindplaatsen in Nederland, maar de soort brekende delen (Noordijk et al. 2010). Na het is ongetwijfeld onderbemonsterd (Mienis 2014, overlangs in tweeën snijden van een platworm Waarneming.nl). regenereert zowel uit de linker- als uit de rechter- helft een nieuw individu. Ook wanneer men het dwars doorsnijdt, vormt het kopgedeelte een levenswijze nieuw achterlijf, en het achterlijf een nieuwe kop. Voeding Dit laatste duurt echter langer en ook komt het Landplatwormen zijn carnivoor. Ze voeden zich voor dat het achterste gedeelte van het lichaam met kleine landslakken, maar ook met andere het vermogen tot regeneratie mist. Door gedeelte- bodemorganismen zoals regenwormen en lijke insnijdingen kunnen meerkoppige of meer- insecten(larven). Zelfs kannibalisme komt voor. staartige individuen verkregen worden. Het succes Prooien worden opgespoord met chemorecepto- van dergelijke proeven is evenwel zeer afhankelijk ren in de kop. De prooi wordt omstrengeld en van de fysiologische toestand van het dier, en van omgeven door slijmerige excretie met verterings­ omgevingsfactoren als temperatuur en zuurstof­ enzymen, afgescheiden door de farynx zodat de gehalte van het water (Den Hartog 1962). buit opneembaar wordt gemaakt. Op Youtube staan mooie filmpjes die dit illustreren, bijvoor- Relaties beeld www.youtube.com/watch?v=3DU_pvAtI- Landplatwormen vallen zelden zelf ten prooi aan YQ. Het verteringskanaal begint met een ruimte andere dieren. Hiervoor zijn proeven gedaan met net achter de gespierde mond (farynx), die uit­ vogels, salamanders en slangen. De reden is dat gestulpt kan worden om voedsel te omsluiten en het slijm dat ze uitscheiden vies smaakt, of zelfs op te nemen. De voedingsdeeltjes verspreiden toxisch is. Alleen van de oranje jaguarslak zich in het uitgebreide darmstelsel en worden Rectartemon depressus, die van nature in Zuid- door middel van fagocytose door de lichaams­ Amerika (Brazilië, Colombia en Uruguay) voor- cellen opgenomen. De laatste fase van vertering komt, is bekend dat deze onder laboratorium­ vindt plaats in de cellen. Onverteerbare voedsel- omstandig­heden diverse soorten landplatwormen deeltjes verlaten het lichaam door de mond. Plat- eet (Lemos et al. 2012). wormen kunnen zeer lang (tot een jaar) overleven zonder te eten. In tijden van schaarste kunnen ze Besmettingen met protozoën, waaronder flagel­ hun eigen weefsel resorberen (Anonymus 2015, laten, ciliaten, sporozoën en nematoden, komen Choate & Dunn 2015, Den Hartog 1962, Justine voor (Winsor 2011, Choate & Dunn 2015, Justine 2014, Noordijk et al. 2010). 2014). De mens is waarschijnlijk de grootste vijand van inheemse platwormen door verstoring Cyclus van het leefgebied: ontbossing en verwijderen van Volwassen platwormen zijn hermafrodiet dus ze dood hout (Winsor 2011). bezitten zowel mannelijke als vrouwelijk geslachts- organen. Alle soorten planten zich geslachtelijk

6 nederlandse   47 ‒ 16 Voortbeweging gecontroleerd. Daarna worden de stukken karton Landplatwormen bewegen zich over zelf uitge- weer bevochtigd (Mienis 2015b). scheiden slijm voort met behulp van trilharen die de epidermis bedekken (Noordijk et al. 2010). herkomst en verspreiding Landplatwormen die op planten of voorwerpen klimmen, kunnen zichzelf naar de grond laten De in dit artikel beschreven exotische landplat- zakken via een slijmdraad (Choate & Dunn wormen komen allemaal van oorsprong uit Indo- 2015). Pacifische regio (de Pacifische eilanden, Nieuw Guinea, Nieuw Zeeland en Australië). De ver- spreiding van landplatwormen gebeurt vooral met biotopen de horticultuur, via transport van planten in pot- Omdat landplatwormen lichtschuw zijn en een ten. Sommige platwormen (zoals P. manokwari) hoge luchtvochtigheid nodig hebben, komen ze werden ook opzettelijk geïntroduceerd (in de voor op donkere, koele, vochtige plaatsen (zoals Filipijnen, Japan en Maldiven) voor biologische oevers van meren, rivieren, beken, kanalen en bestrijding van plaagsoorten zoals de grote agaat- sloten) onder stenen, planken, omgevallen slak of Afrikaanse reuzenslak Achatina fulica. boomstammen, rottend hout en -blad, hout­ Exotische landplatwormen worden vooral gevon- blokken, puin, struiken, en stukken plastic. Land- den in parken, privé-tuinen en plantenkwekerijen, platwormen komen ook voor in holtes en grotten. maar sommige soorten zoals P. manokwari, Op akkers zijn ze zeldzaam. In tuinen zitten ze C. coerulea en A. triangulatus lijken ook buiten vaak onder bloempotten en stukken plastic, deze kunstmatige habitats te kunnen overleven in onder houten- of stenen tuinschuttingen, in de meer gematigde gebieden (Álvarez-Presas et al. composthoop of bij voerbakken van huisdieren. 2014, Justine 2014). Na hevige regenval komt het voor dat ze tegen de huismuur opklimmen of zelfs hun heil binnens- discussie huis zoeken in koele, vochtige ruimtes als bad­ kamers en toiletten. Het zijn nachtdieren: Schadelijkheid ze verplaatsen en voeden zich ’s nachts. Land­ Landplatwormen kunnen een negatieve impact op platwormen komen het vaakst voor in de lente en de biodiversiteit en de landbouw hebben omdat de herfst (Winsor 2011, Choate & Dunn 2015, ze voor een aanzienlijke afname van regenworm- Mienis 2014). populaties kunnen zorgen. Daardoor neemt ook de bodemfertiliteit en het wateropnemend vermo- gen van de bodem af (Anonymus 2015, Álvarez- vangmethode Presas et al. 2014, Winsor 2011). Het effect op Landplatwormen komen weliswaar op het land inheemse populaties van landplatwormen­ is niet voor, maar altijd op vochtige plekken, zoals de bekend, wat ook kan komen omdat er überhaupt strooisellaag van loofbos, in parken, slootkanten weinig bekend is over inheemse landplatwormen. en dergelijke. Ze kunnen gevonden worden door Gezien het feit dat de invasieve soorten over het platten stukken hout, stenen of plastic om te algemeen groter, vraatzuchtiger en agressiever zijn, keren. In Mienis (2015b) wordt de ‘Vochtige en soms ook niet voedsel-specifiek, zou het kunnen karton-methode’ beschreven om landplatwormen dat ze beter tegen extreme omstandigheden (en andere wormen en slakken) te vangen. Hierbij kunnen dan de inheemse soorten (Álvarez-Presas worden 20 stukken vochtig karton van 17 × 35 cm et al. 2014). Ook kunnen de invasieve landplat- gebruikt die in de namiddag verspreid uitgelegd wormen een bedreiging vormen voor andere worden. Gedurende de eerste vier dagen worden inheemse prooidieren, zoals regenwormen en deze kartonnetjes de volgende ochtend vroeg slakken (Justine 2015).

de waart ‒ exotische landplatwormen in nederland 7 In theorie kunnen veel soorten exotische land­ hebben Groot-Brittannië en enkele Scandi­ platwormen via de import van tuinplanten navische landen al geruime tijd maatregelen Nederland binnenkomen, en zich dan verder getroffen om introductie en verdere verspreiding verspreiden. De vraag is echter of de exoten zich van deze soort te voorkomen (Murchie & Weide- in ons relatief koude klimaat kunnen handhaven, ma 2013). Daarnaast zijn kanshebbers: Nieuw- of dat ze beperkt blijven tot gecontroleerde Guineese landplatworm Platydemus manokwari, omgevingen zoals kassen en tuincentra. Een andere de hamerhoofdlandplatworm Bipalium kewense en vraag is welke prooidieren ze in Nederland eten, mogelijk grote Australische geelstreep Caenoplana en of ze hier natuurlijke vijanden kennen. Die bicolor en de blauwe tuinplatworm C. coerulea. laatste twee vragen zijn gemakkelijk te beantwoor- Indien de opwarming van het klimaat doorzet, den: landplatwormen zijn niet erg kieskeurig en dan kan dit de vestigingskansen van (sub) eten allerlei kleine dieren als wormen, slakken en tropische soorten ook bevorderen. insectenlarven. Omdat ze een scherp smakende substantie uitscheiden, kennen ze weinig tot geen oproep natuurlijke vijanden. Het is van groot belang dat waarnemingen van Groeiend besef exotische landplatwormen worden gemeld, zodat Het besef dat exotische landplatwormen een er in onderzoek, beleid en beheer rekening mee gevaar vormen voor de bodemfauna in Europa en gehouden kan worden. Gebruik hiervoor zoveel Noord-Amerika begint te groeien. Zo beschouwt mogelijk de invoerportals Waarneming.nl en de iucn Platydemus manokwari als een van 100 Telmee.nl of stuur een mail aan [email protected]. schadelijkste invasieve exoten (Lowe et al. 2000). Wie geïnteresseerd is om actief onderzoek te doen eppo (European and Mediterranean Plant Protec- aan inheemse en/of exotische platwormen kan tion Organization) heeft richtlijnen opgesteld voor zich aansluiten bij de eis-werkgroep landplat­ maatregelen tegen bijvoorbeeld Arthurdendyus wormen. Stuur daarvoor een mail aan de auteur. triangulatus, maar dit heeft nog niet geresulteerd in Europees beleid. Het Bureau Risicobeoordeling­ dankwoord & Onderzoeksprogrammering van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft Jan van Duinen, Jean-Lou Justine, Archie Murchie een risicoanalyse laten maken (horizonscan) van en Richard Reijnders worden bedankt voor het ter mogelijk invasieve exoten voor Nederland beschikking stellen van hun foto’s. Ronald Sluys (Matthews et al. 2014, Verbrugge 2015). Arthur- wordt bedankt voor het meedenken over het dendyus triangulatus wordt hierin als enige land- artikel, en de rondleiding­ door de landplat­ platworm genoemd. De recent in werking wormencollectie van Naturalis. getreden E.U. Regulation on Invasive Alien Species bevat geen landplatwormen. literatuurlijst

Invasies in Nederland? Álvarez-Presas, M., E. Mateos, À. Tudó, H. Jones & M. De grootste kanshebber voor vestiging in Neder- Riutort 2014. Diversity of introduced terrestrial land lijkt de Nieuw-Zeelandse landplatworm in the Iberian Peninsula: a cautionary Arthurdendyus triangulatus te zijn. Het dier kan tale. – PeerJ 2:e430. zich als exoot al handhaven in buurlanden met Anonymus 2015. Project invasieve exoten, Herkennings- een vergelijkbaar klimaat (Groot-Brittannië, fiche landplatwormen. – http://waarnemingen.be/ Ierland). De worm predeert op regenwormen en exo/be/nl/643593.pdf op plekken waar deze exoot zich vestigt, kan de Australian Faunal Directory 2015. Atlas of Living Aus- regenwormpopulatie snel afnemen. Om die reden tralia: Caenoplana coerulea. http://bie.ala.org.au/

8 nederlandse   47 ‒ 16 Choate, P.M. & R. A. Dunn 2015. Featured Creatures: Mienis, H.K. 2014. Vondsten van landplatwormen in landplanarians. – University of Florida, Gainesville. de vrije natuur in Noord Holland, Nederland. http://entomology.ifas.ufl.edu/creatures/misc/land_ – Natuurhistorische en andere notities 2: 11-14. .htm Mienis, H.K. 2015a. Een vondst van de donkere land- Hartog, C. den 1962. De Nederlandse platwormen- platworm in Heeremastate, Joure, Friesland. Tricladida. – Koninklijke Natuurhistorische Vereni- – Natuurhistorische en andere notities 5: 8. ging Wetenschappelijke mededelingen 42: 1-40. Mienis, H.K. 2015b. Nogmaals iets over het voorkomen Hartog, C. den & G. van der Velde 1973. Systematische van de tweelijnige landplatworm Rhynchodemus notities over de Nederlandse platwormen (Tricladi- sylvaticus in de Kijktuin in Oosterend, Terschelling. da). – De Levende Natuur 78: 41-45. – Natuurhistorische en andere notities 6: 11-12. Jones, H. D. & R. Sluys 2016. A new terrestrial plana- Murchie, A.K. & I. Weidema 2013. nobanis Invasive rian species of the genus Marionfyfea (Platyhelmin- Alien Species Fact Sheet. Arthurdendyus triangulata. thes: Tricladida) found in Europe. – Journal of – Online Database of the European Network on Natural History 50: 2673–2690. Invasive Alien Species www.nobanis.org. Justine, J-L., D. Gey, P. Gros & J. Thévenot 2014. The Noordijk, J., R.M.J.C. Kleukers, E.J. van Nieukerken invasive New Guinea Platydemus mano- & A.J. van Loon (red) 2010. De Nederlandse biodi- kwari in France, the first record for Europe: time versiteit. – Nederlands Centrum voor Biodiversiteit for action is now. – PeerJ. 2014 Mar 4;2:e297. Naturalis & European Invertebrate Survey Neder- Justine, J., L. Winsor, P. Barrière, C. Fanai, D. Gey, land, Leiden. [Nederlandse Fauna 10] A.W.K. Han, G. La Quay-Velázquez, B.P.Y. Lee, Sluys, R., M. Kawakatsu, M. Riutort & J. Baguñà J. Lefevre, J. Meyer, D. Philippart, D.G. Robinson, 2009. A new higher classification of flat- J. Thévenot & F. Tsatsia 2015. The invasive land worms (Platyhelminthes, Tricladida). – Journal of planarian Platydemus manokwari (Platyhelminthes, Natural History 43: 1763-1777. Geoplanidae): records from six new localities, Sluys, R. 2016. Invasion of the flatworms. – American including the first in the usa. – PeerJ 3:e1037. Scientist 104: 288-295. Lemos, V., R. Canello & A. Leal-Zanchet 2012. Carni- Verbrugge, L.N.H., L. de Hoop, R.S.E.W. Leuven, R. vore mollusks as natural enemies of invasive land Aukema, R. Beringen, R.C.M. Creemers, G.A. van flatworms. – Annals of Applied Biology 161: 127-131. Duinen, H. Hollander, M. Scherpenisse, F. Spik- Lowe, S., M. Browne, S. Boudjelas & M. De Poorter mans, C.A.M. van Turnhout, S. Wijnhoven & E. 2000. 100 of the world’s worst invasive alien species. de Hullu 2015. Expertpanelbeoordeling van (poten- A selection from the Global Invasive Species Data- tiële) risico’s en managementopties van invasieve base. – Invasive Species Specialist Group iucn. exoten in Nederland. Inhoudelijke input voor het Matthews, J., R. Beringen, R. Creemers, H. Hollander, Nederlandse standpunt over de plaatsing van soor- N. van Kessel, H. van Kleef, S. van de Koppel, ten op eu-verordening 1143/2014. – In opdracht van A.J.J. Lemaire, B. Odé, G. van der Velde, L.N.H. Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogram- Verbrugge & R.S.E.W. Leuven 2014. Horizonscan- mering Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ning for new invasive non-native species in the (nvwa) Ministerie van Economische Zaken. Netherlands. – Netherlands Centre of Expertise on Winsor, L. 2003. Studies on the systematics and biogeo- Exotic Species (nec-e) Radboud University Nijme- graphy of terrestrial flatworms (Platyhelminthes: gen, Institute for Water and Wetland Research Tricladida: Terricola) of the Australian region. Department of Environmental Sciences, floron, – James Cook University. [PhD Thesis] Stichting Bargerveen, sovon, Natuurbalans, Bureau Winsor, L. 2011. Terrestial flatworms. – James Cook van de Zoogdiervereniging, ravon, Nijmegen. University Australia.

de waart ‒ exotische landplatwormen in nederland 9 summary Exotic land flatworms in the Netherlands (Platyhelminthes: Tricladida) In several European countries (Spain, France, Belgium, United Kingdom, Ireland) exotic land flatworm have been reported from hothouses, gardens, nurseries and garden centers, while some species seem to be able to survive in (semi) natural areas, in a climate similar to that of the Netherlands. These invasive alien species may pose a threat to indigenous - and snail populations, and thus to soil fertility and biodiversity. The Netherlands should take preventive measures to prevent the introduction of Arthurdendyus triangulates, Bipalium kewense and Platydemus manokwari, being large and voracious terrestrial flatworms without any natural enemies. Dispersion of these worms is facilitated by the commercial and non-commercial trade in ornamental and garden plants and transport of soil material.

S. de Waart eis Kenniscentrum Insecten Postbus 9517 2300 ra Leiden [email protected]

10 nederlandse   47 ‒ 16