Presentatie Over De “Populier” “ABOR POPULI” Boom Van Het Volk

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Presentatie Over De “Populier” “ABOR POPULI” Boom Van Het Volk Presentatie over de “Populier” “ABOR POPULI” boom van het volk De populierenlaan bij Nuenen gezien door impressionist Vincent van Gogh 1885 Tot de hoofdgroep Salicacea behoren Wilgen, Populieren en Abelen ( van de wilgen bladeren aspirine !) Meerdere namen: Pappel, Poplar, Peuplier. Lat. Populus, Grieks paipolos in Rome Piazza de Popolo pleinen van het geroezemoes van het volk. 4 sekties populieren: 1,2,3 Abelen en Trilpopulieren -Witte abeel (Leuce Duby) -Esp -Grauwe abeel (canescens) 4,5,6 Zwarte populieren -Europese Zwarte Populier (Aigeros Duby) Canadapopulier 7 Balsempopulieren a) Aziatische balsempopulier (Tamahaka) b) Westamerikaanse balsempopulier c) Hybride- balsempopulier d) Zwarte balsempopulier 8 Grootbladige populieren Lasiocarpa (Leucoides) What is in the name ? Kruisingen van de groepen !! 1. P Tremula Ratelpopulier, Trilpopulier, Klaterabeel, ESP, Vrouwentong; blad rond met platte steel hout en papierindustrie 15-20 m , rechte stam Blad van de ratelpopulier (POPULUS TREMULA (RATELPOPULIER) Populierenblad vlinder (Gastropacha populifolia) Het populierenblad is een zeer zeldzame soort van kleinschalig landschap met oude populieren. Populieren pijlstaart (Laothoe populi) De populierentandvlinder (Gluphisia crenata) gebruikt populier als waardplant, vooral ratelpopulier. De soort overwintert als pop, meestal tussen twee samengesponnen bladeren van de waardplant. 2. P Witte Abeel Blad van een witte abeel 3. P Grauwe of grijze abeel (populus canescens = grijsharig) wordt verward met de witte rondere bladeren onderzijde matter wit van kleur en aan de bovenkant glad. Het is een kruising van witte abeel (p. alba ) een ratelpopulier (p. tremula). Bereikt een hoogte van 3 Blad van een grauwe abeel(populus canescens) Rechte stam en breed piramidale kroon; goede, sterke groei. “Blad muziek” 4. P Nigra canadens (Canadese populier) zwarte hybride populier kruising p. nigra en p. deltoides. Bladeren hartvormig (schoppen aas) de Italiaanse(cultivar is voor de meeste mensen het prototype (stekken) r Twee huizig, de vrouwelijke katjes laten zich als pluis vallen en het lijkt dan alsof het sneeuwt. De boom bereikt een hoogte va 30 m. (80 jarige canadapopulier) 5. P Populus X euramricana zeer snelle groeier voor lucifers, houtwol pulp, kisten en kratten Blad van de zwarte populier Stam van de zwarte populier Mannelijke bloeiwijze “De boom van Klokgieters” Van een afstand kijkend naar de boom kon men er de hand van vader Klokgieters in zien. De boom is in 2019 omgewaaid. 6. P Populus nigra ‘Italica’ De Groene Kathedraal Almere Binnen in de Groene Kathedraal. (juli 2009) Marinus Boezem ontwierp dit "Gothisch Groeiproject" in 1978. Er werden 178 populieren geplant die op den duur tezamen deze groene, gotische kathedraal zouden gaan vormen. Kathedraal van Reims. Van de zwarte populier wordt sinds de 18e eeuw de populus nigra 'Italica' aangeplant. Deze heeft een kenmerkende smalle zuilvorm. Deze variëteit werd vooral aangeplant als ornamentale boom of in windsingels, niet voor de houtproductie. De Italiaanse populier is een mannelijke cultivar, er zijn alleen mannelijke katjes aan de boom de boom is niet geschikt als laanboom omdat er grote takken vanaf breken. Zwarte populier bij ontstekingen; Artrose of gewrichtsslijtage ,Artritis of gewrichtsontsteking, Hyperuricemie of verhoogd urinezuurgehalte, urica of jicht Sportblessures, Lumbago of lage rugpijn, Ischias, Neuralgie. 7. P Cadicans Balsempopulier (balsamifera x deltoides) Hybride (kruising) De ontariopopulier (of Amerikaanse ratelpopulier0 is een soort uit de wilgenfamilie van het geslacht populier. De loofboom komt voor in Canada en de noordelijke Verenigde Staten. Zij dankt haar naam balsamifera aan de kleverige knoppen die vooral tegen het voorjaar een zeer sterk ruikende balsem afscheiden. De ontariopopulier is een lange, snelgroeiende boom en bereikt een hoogte van 18 tot 24 meter (maximaal 36 meter). De bladeren zijn afwisselend, zijn eivormig tot breed eivormig, grof, puntig en afgerond aan de basis tot hartvormig. Ze zijn getand en fijngehakt. Ze zijn 12 tot 30( cm lang. De bovenkant van het blad is kaal en donkergroen, de onderkant is witachtig en enigszins behaard. De steel is dun, rond en wordt 7 tot 12 cm lang. De balsempopulier is tweehuizig en wordt bestoven door de wind. 8. P Lasiocarpa Grootbladige populieren De ruw vruchtige populier kan een hoogte van ongeveer 20 meter bereiken die langzaam groeit, heeft een ronde kroon en de gemiddelde diameter op borsthoogte bedraagt 50 centimeter. De stam is van kleur donkergrijs en gegroefd. De jonge twijgen zijn behaard en hebben een geel-bruine kleur. De knoppen zijn spits van vorm en zijn plakkerig. De bladsteel is 5 tot 10 centimeter lang, behaard en heeft aan de bovenkant een roodbruine kleur. De bladeren zijn pijlvormig en worden tussen de 15 en 30 centimeter lang en tussen de 10 en 15 centimeter breed. De bovenkant van het blad heeft een groene kleur en is in eerste instantie behaard, later wordt het blad kaal. De bladnerven zijn rood van kleur. De bloemen zijn tweehuizig. De mannelijke katjes zijn 9 centimeter lang en bevatten tussen de 30 en 40 meeldraden. De vrouwelijke katjes zijn tussen de 15 en 24 centimeter lang. De vruchten zijn behaard en tussen de 1,0 en 1,7 centimeter lang. De bloemen bloeien van maart t/m mei, de vruchten zijn rijpen van mei t/m juni. Nederlandse dichter Hendrik Marsman Herinnering aan Holland is, voor het eerst gepubliceerd in 1936. Marsman schreef dit realistische gedicht tijdens zijn verblijf aan de Middellandse Zee. Het gedicht beschrijft het Nederlandse landschap en de Nederlandse strijd tegen het water. Op doorreis door Vlaanderen (Willem Wilmink 1936-2003) Denkend aan Holland zie ik breede rivieren Ach mijn vrouw wil naar Zuid-Frankrijk traag door oneindig voor vakantie en vertier. laagland gaan, Daarom rijdt ze nu door Vlaanderen rijen ondenkbaar en ik ben haar passagier. ijle populieren Meid, waarom zo ver gereden, als hooge pluimen waarom blijven we niet hier, aan den einder staan; waarom blijven we niet in Vlaanderen en in de geweldige met zijn duizend soorten bier? ruimte verzonken de boerderijen Hier zijn middeleeuwse steden, verspreid door het land, majesteitelijk en fier, boomgroepen, dorpen, hier schiep Breughel zijn taferelen geknotte torens, van het landvolk aan de zwier, kerken en olmen hier schiep Rubens vrouwenbillen in een grootsch verband. die getuigen van plezier, de lucht hangt er laag in het landschap van Stan Ockers *) en de zon wordt er langzaam en van Peerke Pollentier.*) in grijze veelkleurige dampen gesmoord, Weet je soms nog witter bloemen en in alle gewesten dan de hagelwitte vlier, wordt de stem van het water zijn er ergens hogere bomen met zijn eeuwige rampen dan de Vlaamse populier? gevreesd en gehoord. Smalle huizen op de velden: ieder huis de pionier van een nooit voltooide hoofdstraat in een nooit gebouwd kwartier. Vlaanderen, Vlaanderen door welk noodlot, door welk wonderlijk bestier word je steeds voorbij gereden, worden al je mooie steden, Brugge, Antwerpen, Gent en Lier, tot op heden steeds gemeden, waarom blijft er niemand hier? *)Belgische wielrenhelden Het gebruik door de eeuwen heen; Bouwhout; voor gebinten van boerderijen , binnendeuren of kozijnen, binnenbetimmering van spoorwegwagons. Nog steeds in de klompenindustrie, tegenwoordig gaan grote hoeveelheden naar de paletten- kistenproductie en de papierfabricage. Populierenhoutmeubels, lucifers, houten keukengerei en speelgoed De snelle groei en grote eindhoogte maken van de boom een aantrekkelijke productieboom We importeren in Nederland 90% van het hout !!!!!!!!!!!! Er komen steeds meer hoogwaardige toepassingen binnen handbereik Populieren hout is in alle opzichten een bijzonder hout Het eerlijkste hout van Nederland Molen lucifers Eindhoven Zwaluw lucifers Uddevalla Zweden Vereniging Hollandsche Luciferfabrieken De luciferfabriek gaf aan Eindhoven de naam ‘Lichtstad’ Groot deel van het hout gaat naar China en India voor fineer en lucifers Klompenmakerij van Kaathoven in Schijndel Pop. = spottend waaibomenhout en klompenhout Snelgroeier “Gauw groot” Onze volksboom (het eerlijkste hout van Nederland) Boom van het volk ‘Formule 1 onder de bomen’ Leonardo da Vinci schilderde ‘De Mona Lisa’ (een van de beroemdste kunstwerken van de wereld) op een paneel van populierenhout Keltische wapenschilden: Keltische bomenhoroscoop; Populier 4-8/2, 1-14/5 en 5-13/8 een zorgeloos gezelligheidsdier Buigzaam en flexibel net als de levensboom stevig geworteld met een groot aanpassingsvermogen koestert relaties en maakt snel contact met andere mensen heeft een hekel aan fanatici en bekrompen mensen. Soms wat verkwistend en bewaakt eigen grenzen niet altijd even zorgvuldig. Populieren langs de Epte zijrivier van de Seine ten noorden van Parijs. Door de impressionistische schilder Claude Monet Onze visie Vroeger was het goud waard, in die tijden van weleer. Nu wordt het populierenhout (onterecht) voor laagwaardige toepassingen gebruikt, zoals pallets en papier. Hierdoor worden minder populieren aangeplant en worden de bestaande populieren niet goed meer onderhouden, met verloedering van het kenmerkende populierenlandschap als gevolg. Al twee decennia lang gaat het niet goed met de populier. Er wordt nog maar een fractie aangeplant van datgene wat de vorige generaties plantten. Uit cijfers van Stichting Probos blijkt dat de verkoop van plantmateriaal is gedaald van ca 1.000.000 stuks in de jaren zeventig tot ca 38.000 stuks per jaar nu. Oftewel: die goeie ouwe populier is uit de gratie geraakt. De populier.
Recommended publications
  • Pests of Cultivated Plants in Finland
    ANNALES AGRICULTURAE FE,NNIAE Maatalouden tutkimuskeskuksen aikakauskirja Vol. 1 1962 Supplementum 1 (English edition) Seria ANIMALIA NOCENTIA N. 5 — Sarja TUHOELÄIMET n:o 5 Reprinted from Acta Entomologica Fennica 19 PESTS OF CULTIVATED PLANTS IN FINLAND NIILO A.VAPPULA Agricultural Research Centre, Department of Pest Investigation, Tikkurila, Finland HELSINKI 1965 ANNALES AGRICULTURAE FENNIAE Maatalouden tutkimuskeskuksen aikakauskirja journal of the Agricultural Researeh Centre TOIMITUSNEUVOSTO JA TOIMITUS EDITORIAL BOARD AND STAFF E. A. jamalainen V. Kanervo K. Multamäki 0. Ring M. Salonen M. Sillanpää J. Säkö V.Vainikainen 0. Valle V. U. Mustonen Päätoimittaja Toimitussihteeri Editor-in-chief Managing editor Ilmestyy 4-6 numeroa vuodessa; ajoittain lisänidoksia Issued as 4-6 numbers yearly and occasional supplements SARJAT— SERIES Agrogeologia, -chimica et -physica — Maaperä, lannoitus ja muokkaus Agricultura — Kasvinviljely Horticultura — Puutarhanviljely Phytopathologia — Kasvitaudit Animalia domestica — Kotieläimet Animalia nocentia — Tuhoeläimet JAKELU JA VAIHTOTI LAUKS ET DISTRIBUTION AND EXCHANGE Maatalouden tutkimuskeskus, kirjasto, Tikkurila Agricultural Research Centre, Library, Tikkurila, Finland ANNALES AGRICULTURAE FENNIAE Maatalouden tutkimuskeskuksen aikakauskirja 1962 Supplementum 1 (English edition) Vol. 1 Seria ANIMALIA NOCENTIA N. 5 — Sarja TUHOELÄIMET n:o 5 Reprinted from Acta Entomologica Fennica 19 PESTS OF CULTIVATED PLANTS IN FINLAND NIILO A. VAPPULA Agricultural Research Centre, Department of Pest Investigation,
    [Show full text]
  • British Lepidoptera (/)
    British Lepidoptera (/) Home (/) Anatomy (/anatomy.html) FAMILIES 1 (/families-1.html) GELECHIOIDEA (/gelechioidea.html) FAMILIES 3 (/families-3.html) FAMILIES 4 (/families-4.html) NOCTUOIDEA (/noctuoidea.html) BLOG (/blog.html) Family: NOTODONTIDAE (6SF 16G+1EX 27S+1EX+1CI) Suborder:Glossata Infraorder:Heteroneura Superfamily:Noctuoidea References: Waring & Townsend, Wikipedia Long-winged, heavy-bodied; wings held in tectiform position at rest; antennae bipectinate in male, with shorter pectinations or ciliate in female; adults do not feed and proboscis may be developed, rudimentary or absent; tympanal organ on metathorax; tibial spurs serrate. Subfamily: Thaumatopoeinae are the 'Processionary' moths - reflecting the fact that the larvae leave their silken webs in procession at night to feed. They have previously been treated as a separate family (Thaumatopoidae) or within the family: Noctuidae Subfamily: Crerurinae include the Puss Moth - reflecting its hairiness, and the 'Kittens' - which resemble small Puss Moths Subfamily: Notodontinae are the 'Prominents' - referring to a projecting scale-tooth from the forewing dorsum (notodonta = "tooth-back") Hindtibia with only one pair of spurs in subfamilies Cerurinae and Dicranurinae, 2 pairs in Notodontinae Subfamily: Thaumetopoeinae (1G 2S) Thaumetopoea (2S) 001 Thaumatopoiea processionea 002 Thaumatopoiea pityocampa (Oak Processionary) (Pine Processionary) fw: m14-16mm, f16-17mm; Jul-Sep; oaks ​Rare migrant with 2 British records 1966 & 2013 (Quercus spp); until 2006 a rare migrant, since then there have been outbreaks in London and Berkshire. See Forestry Commission (http://www.forestry.gov.uk/oakprocessionarymoth#outbreak stage) for more info, Subfamily: Cerurinae (2G 4S+1CI) Cerura (1S+1CI) 003 Cerura vinula (Puss Moth) 004 Cerura (Apocerura) erminea (Feline) 2 records from Jersey (/003-cerura-vinula-puss-moth.html) Furcula (3S) Antenna bipectinate, the pectinations shorter in female; labial palps very short, proboscis reduced; hindtibia with 1 pair of short spurs.
    [Show full text]
  • Noctuid Moths As Potential Hybridization Agents for Platanthera Orchids
    LANKESTERIANA 17(3): 383–393. 2017. doi: http://dx.doi.org/10.15517/lank.v17i3.31576 NOCTUID MOTHS AS POTENTIAL HYBRIDIZATION AGENTS FOR PLATANTHERA ORCHIDS FABIANA ESPOSITO1, THOMAS MERCKX2 & DANIEL TYTECA1,3 1 Orchid Research Group, Biodiversity Research Centre, Earth and Life Institute, Université catholique de Louvain (UCL), Croix du Sud 4-5 (L7.07.04), B-1348 Louvain-la-Neuve, Belgium 2 Behavioural Ecology and Conservation Group, Biodiversity Research Centre, Earth and Life Institute, Université catholique de Louvain (UCL), Croix du Sud 4-5 (L7.07.04), B-1348 Louvain-la-Neuve, Belgium 3 Corresponding author: e-mail: [email protected] ABSTRACT. Zoophilous flowering plants communicate with pollinators to ensure pollen transfer. Pin-pointing which species are effective pollinators is not only essential to better understand plant-pollinator networks, but equally so to better understand the potential of hybridization in plant systems, such as in orchids. As a case study, we studied two sympatric populations of the congeneric orchids Platanthera bifolia and P. chlorantha in order to assess their nocturnal pollinators by checking which moth species carried pollinaria, and of which orchid species. Moths carrying Platanthera pollinaria were photographed and identified. The carried pollinaria were identified and counted, and their attachment position on the moth’s head was scored. Based on these observations we show that three species of noctuid moths visited the Platanthera inflorescences. Although Noctua pronuba visited P. chlorantha, only Cucullia umbratica and Autographa gamma turned out to be potential pollinators for both orchid species. As such, we here demonstrate that the latter two noctuids have high potential to facilitate hybridization among these two orchid species, especially so in sympatric populations.
    [Show full text]
  • Checklist of the Fauna of La Selva Forest (Radicondoli, Siena, Tuscany, Italy)
    Checklist of the fauna of La Selva Forest (Radicondoli, Siena, Tuscany, Italy) Fondazione Ethoikos, Progetto Biodiversità Compiled by Nicholas Moray Williams Fondazione Ethoikos Convento dell'Osservanza I-53030 Radicondoli (SI), Italia [email protected] Fauna Checklist, La Selva Forest, Radicondoli, Siena PHYLUM MOLLUSCA CLASS GASTROPODA Order NEOTAENIOGLOSSA Family Pomatiidae Round-mouthed snail Pomatias elegans (O.F. Müller, 1774) Order PULMONATA Family Clausiliidae Cochlodina incisa (Küster, 1876) Papillifera bidens (Linnaeus, 1758) Family Helicidae Garden snail Cornu aspersum (O.F. Müller, 1774) Family Hygromiidae Cernuella neglecta (Draparnaud, 1805) Cernuella virgata (Da Costa, 1778) Monacha cantiana (Montagu, 1803) Monacha cartusiana (O.F. Müller, 1774) Xerotricha conspurcata (Draparnaud, 1801) Family Limacidae Striped Greenhouse Slug Ambigolimax valentiana (A. Ferussac, 1822) Cellar slug Limacus flavus (Linnaeus, 1758) Limax gr. corsicus Linnaeus, 1758 Family Milacidae Milax nigricans (Philippi, 1836) Family Patulidae Discus rotundatus (O.F. Müller, 1774) Family Subulinidae Rumina decollata (Linnaeus, 1758) Family Zonitidae Oxychilus sp. Fitzinger, 1833 www.ethoikos.it Fondazione Ethoikos www.ethoikos.myspecies.info 16 set 2021 © All rights reserved Page 1 Fauna Checklist, La Selva Forest, Radicondoli, Siena PHYLUM ARTHROPODA CLASS ARACHNIDA Order SCORPIONES Family Chactidae Euscorpius carpathicus (Linnaeus, 1767) Order OPILIONES Family Phalangiidae Metaphalangium cirtanum (C. L. Koch, 1839) Phalangium opilio Linnaeus, 1761 Order ARANEAE Family Agelenidae Giant house spider Eratigena atrica C. L. Koch, 1843 Family Araneidae Cross spider Araneus diadematus Clerck, 1757 Argiope bruennichi (Scopoli, 1772) Gibbaranea bituberculata (Walckenaer, 1802) Neoscona adianta (Walckenaer, 1802) Zilla diodia Walckenaer, 1802 Silver-sided Sector Spider Zygiella x-notata (Clerck, 1757) Family Dysderidae Dysdera crocata C. L. Koch, 1838 Family Filistatidae Filistata insidiatrix Forskål, 1775 Family Lycosidae Pardosa sp.
    [Show full text]
  • Cyclopelta Robusta, a New Species of Dinidorid Bugs
    P O L I S H JOU R NAL OF ENTOM O LOG Y POL SKIE PISMO ENTOMOL OGICZ N E VOL. 80: 83-116 Gdynia 31 March 2011 DOI: 10.2478/v10200-011-0007-2 Contribution to knowledge of the butterflies and moths (Lepidoptera) of north-eastern Poland with a description of a new tineid species from the genus Monopis HÜBNER, 1825 JAN ŠUMPICH *, JAN LIŠKA **, IVO DVOŘÁK *** * CZ-582 61 Česká Bělá 212, Czech Republic; e-mail: [email protected]; ** Forestry and Game Management Research Institute Jíloviště-Strnady, CZ–156 04 Prague 5 – Zbraslav, Czech Republic; e-mail: [email protected]; *** Tylova 23, CZ-586 01 Jihlava, Czech Republic; e-mail: [email protected] ABSTRACT. This work contains faunistic data on the occurrence of 677 butterfly and moth species found during 2000-2008 in north-eastern Poland (Podlasie Province). The species Monopis fenestratella (HEYDEN, 1863), Amphisbatis elsae SVENSSON, 1982, Coleophora ptarmicia WALSINGHAM, 1910 and Epermenia falciformis (HAWORTH, 1828) were found in Poland for the first time. Recent data are provided for five other species – Monochroa servella (ZELLER, 1839), Teleiodes aenigma SATTLER, 1983, Dichomeris limosella (SCHLÄGER, 1849), Aethes rutilana (HÜBNER, 1817) and Eana derivana (LA HARPE, 1858) – known in Poland only from historical data. The occurrence in Podlasie of 75 species is reported for the first time, and the occurrence of 6 other species is confirmed for this area after more than 50 years. This work also describes a new species, Monopis bisonella ŠUMPICH, sp. n. A number of species are very rare in Poland and occur only locally.
    [Show full text]
  • Lepidoptera, Notodontidae) on the Egg Characters
    Vestnik zoologii, 50(6): 517–532, 2016 DOI 10.1515/vzoo-2016-0059 UDC 595.787 (477) KEY TO THE SPECIES OF UKRAINIAN NOTODONTID MOTHS (LEPIDOPTERA, NOTODONTIDAE) ON THE EGG CHARACTERS I. V. Dolinskaya Schmalhausen Institute of Zoology, NAS of Ukraine, vul. B. Khmelnytskogo, 15, Kyiv, 01030 Ukraine E-mail: [email protected] Key to the Species of Ukrainian Notodontid Moths (Lepidoptera, Notodontidae) on the Egg Characters. Dolinskaya, I. V. — A key for identifi cation of 39 species from 20 genera of Ukrainian notodontid moths based on the the eggs is provided. Reliable diagnostic characters, which do not disappear with the injury of eggs or eggs preserved for a long time in alcohol were used. Th e characters as egg shape, egg and chorion colour, shape of gnawed holes in eggs before setting out of caterpillars, the type of oviposition and the chorionic sculpture are applied. Clear characters that are typical for the live eggs, which vary in the process of egg development are revealed. Th ese are characters of egg colour and pattern. In the key such characters are kept by stable signs that do not disappear aft er eggs traumatizing. Th e key is illustrated in details with photographs made using a digital camera and scanning electron microscope. Key words: Lepidoptera, Notodontidae, egg, morphology, diagnostic characters, key, scanning electron microscopy, illustrations. Introduction Th e basis for paper writing was the preparation of a book on Notodontidae from the series Fauna of Ukraine. In order to identify the Notodontidae the fi rst step should be eggs type determination. Macrolepi- doptera eggs are of two types.
    [Show full text]
  • "Fauna Lepidopterologica Volgo-Uralensis" 150 Years Later: Changes and Additions
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Atalanta Jahr/Year: 2000 Band/Volume: 31 Autor(en)/Author(s): Anikin Vasily Victorovich, Sachkov Sergej A., Zolotuhin Vadim V. Artikel/Article: "Fauna lepidopterologica Volgo-Uralensis" 150 years later: changes and additions. Part 2. Bombyces and Sphinges (Insecta, Lepidoptera) 265-292 ©Ges. zur Förderung d. Erforschung von Insektenwanderungen e.V. München, download unter www.zobodat.at Atalanta (August 2000) 31 (1/2):265-292, Würzburg, ISSN 0171-0079 "Fauna lepidopterologica Volgo-Uralensis" 150 years later: changes and additions. Part 2. Bombyces and Sphinges (Insecto, Lepidoptera) by Vasily V. A n ik in , Sergey A . Sac h k o v & V a d im V Z o lo t u h in received 24.II.2000 Summary: 309 species belonging to 21 families of Bombyces et Sphinges are listed for the modern Volgo-Ural fauna. 12 species ( Sesia philantiformis, Jordanita tenuicornis, Adscita manni, Zygaena trifolii, Z. occitanica, Phragmataecia territa, Amata phegea, Euchampsonia cristata, Phalera bucephaloides, Minna christophi, Hemaris croatica, Hyles nicaea and, prob­ ably, Holoarctia puengeleri) are deleted from the list. They were either erroneously deter­ minated or have disappeared ( Hemaris croatica) since Eversmann 's work. 129 species are recorded for the region in addition to Eversmann 's list. This paper is the third in a series of publications1 dealing with the composition of the present- day fauna of the Heterocera moths of various families, the so-called Bombyces et Sphinges, in the Middle Volga and the south-western Cisurals. This region comprises the administrative divisions of the Astrakhan, Volgograd, Saratov, Samara, Uljanovsk, Orenburg, Uralsk and Atyraus (= Gurjev) Districts, together with Tataria and Bashkiria.
    [Show full text]
  • Noctuid Moths As Potential Hybridization Agents for Platanthera Orchids
    LANKESTERIANA 17(3): 383–393. 2017. doi: http://dx.doi.org/10.15517/lank.v17i3.31576 NOCTUID MOTHS AS POTENTIAL HYBRIDIZATION AGENTS FOR PLATANTHERA ORCHIDS FABIANA ESPOSITO1, THOMAS MERCKX2 & DANIEL TYTECA1,3 1 Orchid Research Group, Biodiversity Research Centre, Earth and Life Institute, Université catholique de Louvain (UCL), Croix du Sud 4-5 (L7.07.04), B-1348 Louvain-la-Neuve, Belgium 2 Behavioural Ecology and Conservation Group, Biodiversity Research Centre, Earth and Life Institute, Université catholique de Louvain (UCL), Croix du Sud 4-5 (L7.07.04), B-1348 Louvain-la-Neuve, Belgium 3 Corresponding author: e-mail: [email protected] ABSTRACT. Zoophilous flowering plants communicate with pollinators to ensure pollen transfer. Pin-pointing which species are effective pollinators is not only essential to better understand plant-pollinator networks, but equally so to better understand the potential of hybridization in plant systems, such as in orchids. As a case study, we studied two sympatric populations of the congeneric orchids Platanthera bifolia and P. chlorantha in order to assess their nocturnal pollinators by checking which moth species carried pollinaria, and of which orchid species. Moths carrying Platanthera pollinaria were photographed and identified. The carried pollinaria were identified and counted, and their attachment position on the moth’s head was scored. Based on these observations we show that three species of noctuid moths visited the Platanthera inflorescences. Although Noctua pronuba visited P. chlorantha, only Cucullia umbratica and Autographa gamma turned out to be potential pollinators for both orchid species. As such, we here demonstrate that the latter two noctuids have high potential to facilitate hybridization among these two orchid species, especially so in sympatric populations.
    [Show full text]
  • From Romanian Dobrogea (South-East Romania) Levente SZÉKELY*
    Travaux du Muséum National d’Histoire Naturelle «Grigore Antipa» Vol. 59 (2) pp. 195–230 DOI: 10.1515/travmu-2016-0023 Research paper New and Rare Macrolepidoptera (Insecta) from Romanian Dobrogea (South-East Romania) Levente SZÉKELY* George Moroianu Blvd. 297, 505600 Săcele, Brașov, Romania *corresponding author, e-mail: [email protected] Received: February 24, 2016; Accepted: November 14, 2016; Available online: December 13, 2016; Printed: December 30, 2016 Abstract. This study represents a synthesis of recent faunistical results (2012–2015), regarding the Macrolepidoptera of Dobrogea (south-eastern Romania) (Fig. 1A). Records of species of great faunistical and zoogeographical importance for the Romanian fauna are included. Eublemma porphyrina (Freyer, 1844) is reported for the first time in the Romanian fauna. The presence of several species known in the country based exclusively on very old records is confirmed (e.g.Dryobotodes carbonis (F. Wagner, 1831), Eremodrina pertinax (Staudinger, 1879), Zekelita antiqualis (Hübner, [1809])). Certain rare species with few records are also presented, such as Catopta thrips (Hübner, 1818), Sphingonaepiopsis gorgoniades (Hübner, 1819), Grammodes bifasciata (Petagna, 1787), Clytie syriaca (Bugnion, 1837), Symira dentinosa Freyer, 1839, Chazaria incarnata (Freyer, 1838), Protarchanara brevilinea (Fenn, 1864), Polymixis rufocincta (Geyer, [1828]), Gortyna cervago Eversmann, 1844, Dichagyris melanura (Kollar, 1846), Polyommatus (Agrodiaetus) admetus (Esper, 1783), Libythea celtis (Laicharting in Fuessly, 1782), Kirinia roxelana (Cramer, 1777), etc. Several Macrolepidoptera species recorded for the first time in Dobrogea are also included, eg: Hyloicus pinastri (Linnaeus, 1758), Cyclophora quercimontaria (Bastelberger, 1897), Perconia strigillaria (Hübner, 1787), Dryobotodes carbonis (F. Wagner, 1831), Meganephria bimaculosa (Linnaeus, 1767), Cerastis leucographa ([Denis & Schiffermüller], 1775), Noctua janthe (Borkhausen, 1792).
    [Show full text]
  • Vol. X V I I ADJUVANTIBUS I. BANCSI, I. FODOR, I. KISS, M. MARIÁN, L
    TISCIA Vol. XVII ADJUVANTIBUS I. BANCSI, I. FODOR, I. KISS, M. MARIÁN, L. MÓCZÁR, Μ. О BRADO VIC REDIG IT GY. BODROGKÖZY Index BODROGKÖZY, GY. : Objectives and results of complex investigations in the landscape pro- tection district of Mártély (Hungary) 3 FÜGEDI, KLÁRA and M. HORVÁTH MÁRIA: Water quality in Körtvélyes backwater 15 HEGEDŰS, MÁRIA and ZSIGÓ, MARGIT: Hygienic bacteriological investigations of the back- waters at Mártély and Körtvélyes 29 Kiss, I.: The algal flora and its seasonal aspects in the Körtvélyes and Mártély backwaters of the Tisza 51 DOBLER, ENIKŐ and KOVÁCS, KATALIN: Biological water quality in the Mártély and Körtvé- lyes backwaters of the Tisza from 1976 to 1980, with special regard to phytoplankton changes 67 BODROGKÖZY, GY.: Ten-year changes in community structure, soil and hydroecological con- ditions of the vegetation in the protection area at Mártély (S. Hungary) 89 GÁL, D.: Quantitative und qualitative saisonmässige Veränderung des Zooplanktons im Alt- wasser der Theiss bei Körtvélyes im Zeitraum 1971 bis 1976 131 GASKÓ, В.: Cerambycid beetles developing on the willow, Salix alba in Körtvélyes 143 GALLÉ, L., GYÖRFFY, GY. and H. HORNUNG, ELIZABETH: Flood as an ecological perturbation of epigeic animal communities. I. Some preliminary hypotheses on the application of catastrophe theory by evaluating some Mártély—Körtvélyes data 155 KOVÁCS, S. T. : Data to the knowledge of Lepidoptera fauna at Mártély—Körtvélyes environ- ment protection area. I 163 BÁBA, К.: Comparative faunistic and oecological investigations into the and land-molluske of the Körtvélyes reservation area 175 FARKAS, Á. : Ichthyological relations of Körtvélyes dead channel in Mártély landscape pro- tection area 191 MAGYAR, L.
    [Show full text]
  • Dissertation
    DISSERTATION Titel der Dissertation Community ecology of moths in floodplain forests of Eastern Austria Verfasserin Mag. rer. nat. Christine Truxa angestrebter akademischer Grad Doktorin der Naturwissenschaften (Dr. rer. nat.) Wien, 2012 Studienkennzahl lt. Studienblatt: A >091 439< Dissertationsgebiet lt. Studienblatt: Zoologie Betreuerin / Betreuer: Univ.-Prof. Mag. Dr. Konrad Fiedler Community ecology of moths in floodplain forests of Eastern Austria Frontispiece: Male of the Giant Peacock Moth (Saturnia pyri), a regular component of floodplain forest moth communities in Eastern Austria. © C. Truxa. 2 Table of contents Chapter Page 1. Abstract . 4 2. Zusammenfassung . 6 3. List of manuscripts with statement of personal contribution . 8 4. Introduction . 10 5. Attraction to light – from how far do moths (Lepidoptera) return to weak artificial sources of light . 22 6. Species richness measures fail in resolving diversity patterns of speciose forest moth assemblages. 36 7. Down in the flood? How moth communities are shaped in temperate floodplain forests . 48 8. Beta-diversity of floodplain forest moths – within-group concordances and structural redundancies . 65 9. Synopsis . 83 10. Acknowledgements . 91 11. Curriculum vitae . 92 12. Appendix . 93 3 1. Abstract In this thesis I investigated moth communities in relation to flood regime across three riparian regions of lowland Eastern Austria (viz. Danube, Morava and Leitha rivers) using light traps once a month over a period of two consecutive years. Although light trapping is the most widely used method to survey nocturnal moths, little is still known about the distances at which moths respond to an artificial light source. Two community-wide mark-release-recapture experiments were carried out in order to investigate the attraction radius of a weak artificial light source (2 × 15 W UV-light tubes).
    [Show full text]
  • Checklist of British Lepidoptera
    Checklist of British Lepidoptera 1 Micropterix tunbergella (Fabricius, 1784) Micropterigidae 2 Micropterix mansuetella Zeller, 1844 Micropterigidae 3 Micropterix aureatella (Scopoli, 1763) Micropterigidae 4 Micropterix aruncella (Scopoli, 1763) Micropterigidae 5 Micropterix calthella (Linnaeus, 1761) Micropterigidae 6 Eriocrania subpurpurella (Haworth, 1828) Eriocraniidae 7 Eriocrania chrysolepidella Zeller, 1851 Eriocraniidae Nb 8 Eriocrania unimaculella (Zetterstedt, 1839) Eriocraniidae 9 Eriocrania sparrmannella (Bosc, 1791) Eriocraniidae 10 Eriocrania salopiella (Stainton, 1854) Eriocraniidae 11 Eriocrania cicatricella (Zetterstedt, 1839) Eriocraniidae 11 Eriocrania haworthi Bradley, 1966 Eriocraniidae 11 Eriocrania purpurella (Haworth, 1828) Eriocraniidae 12 Eriocrania sangii (Wood, 1891) Eriocraniidae 13 Eriocrania semipurpurella (Stephens, 1835) Eriocraniidae 14 Hepialus humuli (Linnaeus, 1758) Ghost Moth Hepialidae Common 14 Hepialus humuli humuli (Linnaeus, 1758) Ghost Moth Hepialidae Common 14 Hepialus humuli thulensis Newman, 1865 Ghost Moth Hepialidae Local 15 Hepialus sylvina (Linnaeus, 1761) Orange Swift Hepialidae Common 16 Hepialus hecta (Linnaeus, 1758) Gold Swift Hepialidae Local 17 Hepialus lupulinus (Linnaeus, 1758) Common Swift Hepialidae Common 18 Hepialus fusconebulosa (DeGeer, 1778) Map-winged Swift Hepialidae Local 18 Hepialus fusconebulosa f. gallicus Lederer, 1853 Map-winged Swift Hepialidae Local 19 Bohemannia quadrimaculella (Boheman, 1851) Nepticulidae 20 Ectoedemia decentella (Herrich-Schäffer, 1855) Nepticulidae
    [Show full text]