John Mark Ainsley Roger Vignoles
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
2008-2009 architectuur theater dans muziek 2008-2009 BLAUWE ZAAL deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur JOHN MARK AINSLEY www.desingel.be [email protected] ROGER VIGNOLES T +32 (0)3 248 28 28 ZA 25 APRIL 2009 F +32 (0)3 248 28 00 deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2008-2009 / LIED WO 19 NOV 2008 IRWIN GAGE PRESENTEERT #1 CAROLINE MELZER SOPRAAN ANETTE FISCHER-LicHDI PIANO WO 26 NOV 2008 IRWIN GAGE PRESENTEERT #2 RicHARD BURKHARD BARITON EDWARD RUSHTON PIANO DO 18 DEC 2008 (DE MUNT) MARLIS PETERSEN, STELLA DOUFEXIS SOPRAAN MARKUS ScHÄFER TENOR KONRAD JARNOT BARITON CHRISTOPH BERNER, CAmiLLO RADicKE PIANO VR 16 & ZA 17 JAN 2009 GERALDINE MCGREEVY SOPRAAN GRAHAM JOHNSON PIANO ZA 21 FEB 2009 SERGEJ LEifERKUS BARITON JULIUS DRAKE PIANO ZA 25 APR 2009 JOHN MARK AINSLEY TENOR JULIUS DRAKE PIANO inleiding door Lucrèce Maeckelbergh in gesprek met Roger Vignoles, 19.15 uur, vergaderzaal begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.50 uur teksten programmaboekje Steven Marien coördinatie programmaboekje deSingel JOHN MARK AINSLEY tenor ROGER VIGNOLES piano gelieve uw GSM uit te schakelen De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … REAGEER betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & WIN Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be foyer de kunsthaven enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp open van 18.30 tot 22.30 uur Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket Reclamepanelen omringen de bouwwerf van deSingel. De plaatsing van deze panelen levert extra middelen op om de bouwkosten te financieren. De toelating voor het plaatsen van de advertentiepanelen geldt voor de periode van de bouwwerken. Wij hopen op uw begrip. JOHN MARK AINSLEY tenor ROGER VIGNOLES piano BENJAMIN BRITTEN (1913-1976) FRANZ SCHUBERT (1797-1828) Uit ‘On this Island’, opus 11: Ganymed, opus 19 nr 3, D544 (J. W. von Goethe) nr 1 Let the florid music praise (W.H. Auden) Atys, D585 (J.B. Mayrhofer) Die Götter Griechenlands, D677 (F. von Schiller) HENRY PURCELL (1659-1695) Lied eines Schiffers an die Dioskuren, opus 65 nr 1, D360 Music for a while (J. Dryden) (J.B. Mayrhofer) BENJAMIN BRITTEN FELIX MENDELSSOHN-BARTHOLDY (1809-1847) Canticle 1: My beloved is mine and I am his, opus 40 (F. Quarles) Neue Liebe, opus 19 nr 4 (H. Heine) HENRY PURCELL / ARR. BENJAMIN BRITTEN CARL LOEWE (1796-1869) Sweeter than roses (anoniem) Tom der Reimer, opus 135 (T. Fontane) BENJAMIN BRITTEN CLARA SCHUMANN (1819-1896) Winter Words, opus 52 (T. Hardy) Lorelei (H. Heine) 1. At day-close in November 2. Midnight on the Great Western ROBERT SCHUMANN (1810-1856) 3. Wagtail and Baby Mein Wagen rollet langsam, opus 142 nr 4 (H. Heine) 4. The little old table 5. The choirmaster’s burial CARL LOEWE 6. Proud songsters Erlkönig, opus 1 nr 3 (J. W. von Goethe) 7. At the railway station, Upway 8. Before life and after pauze BEFORE THE BIRTH OF CONSCIOUSNESS BENJAMIN BRITTEN, EEN MEESTERLIJK LIEDCOMPONIST Benjamin Britten (1913-1976) is zonder twijfel de belangrijkste Engelse com- ponist uit de twintgste eeuw en ook buiten de grenzen van het Verenigd Koninkrijk lijkt niemand zijn plaats in de galerij der allergrootsten in vraag te stellen. In de handen van Frank Bridge, zijn eerste en belangrijkste com- positieleraar, ontpopte de jonge Britten zich al snel tot een getalenteerd musicus met een bijzonder eigenzinnige smaak. Aan het Royal College of Music in Londen vervolmaakte hij zich als componist en pianist. Brittens vroege muziek werd sterk beïnvloed door het oeuvre van Beethoven en Brahms, maar ook de composities uit de Weense School fascineerden hem. Toen Britten eind 1932 de wens uitte om bij Alban Berg in Wenen te gaan studeren, stootte hij echter op een resoluut njet van het school- bestuur. Vermits Berg kort daarop, in 1935, overleed, hebben beide toon- dichters elkaar nooit ontmoet. Desalniettemin lijken de vroege liederen van Britten - zoals de cyclus ‘Our Hunting Fathers’ - duidelijk geïnspireerd door het klankidioom van de Weense School. Britten rekende resoluut af met de muziektraditie van zijn eigen land en verguisde Charles Villiers- Stanford, Hubert Parry en vooral Edward Elgar, wier muziek hij misprijzend samenvatte onder de noemer “The English Pastoral School”. Hij kneedde de Britse koor- en liedtraditie naar zijn eigen inzichten en zette na de Tweede Wereldoorlog Groot-Brittannië op de kaart als toonaangevend centrum voor de eigentijdse opera. Wystan Hugh Auden (1907-1973) is één van de voornaamste Engelsta- lige dichters uit de twintigste eeuw. Zijn poëzie is erg beïnvloed door het gedachtegoed van Marx en Freud en bevat niet zelden een pacifistische ondertoon. Net als Benjamin Britten verliet hij Groot-Brittannië in 1939 en vestigde hij zich een tijd in de Verenigde Staten. Daarvóór hadden beide kunstenaars elkaar echter al ontmoet: in 1935 en 1936 werkten zij samen aan de productie van de films ‘Coal Face’ en ‘Night Mail’. In de daaropvol- gende jaren leverde Auden de gedichten voor de liedcycli ‘Our Hunting Fathers’ en ‘On This Island’, waaruit het eenvoudige, maar charmante ‘Let the florid music praise’ komt. Hij schreef ook het libretto voor Brittens operette ‘Paul Bunyan’ en de tekst van de ‘Hymn to St. Cecilia’, een werk voor vijfstemmig koor. Daarnaast componeerde Britten ook een aantal losse liederen op tekst van Auden, net als de bekende ‘Cabaret Songs’. W.H. Auden en Benjamin Britten in 1941 © Britten Estate Tussen 1947 en 1974 componeerde Benjamin Britten vijf ‘Canticles’. Ephraim” verwijst Britten - het is net geen citaat - naar de gelijknamige Hoewel die vijf liederen geen cyclus vormen en al evenmin een liturgische psalmzetting van Benjamin Milgrove (1731-1810). De verhouding tussen het functie hebben, delen zij een religieus geïnspireerde context en taalidi- eerste en het laatste lied maakt van ‘Winter Words’ ook een cyclus in de oom. Voor de oudste canticle, ‘My Beloved is Mine’, gebruikt Britten ware zin van het woord: beide liederen staan in re - respectievelijk mineur ‘A divine rapture’, een zeventiende-eeuws gedicht van Francis Quarles en majeur - en hun erg contrasterende tempi ten spijt geeft het slotlied de (1592-1644) dat op zijn beurt gebaseerd is op een citaat uit het Hooglied luisteraar een (onbewust) gevoel van afronding. (‘My beloved is mine, and I am his’: hfst. 2, v. 16) en een voor die tijd merk- waardig manifeste homo-erotische beeldentaal bezigt. Britten benadert Hoewel hun klankidioom op het eerste zicht ver verwijderd lijkt van de zes strofen als een vierledige cantate. Het eerste deel is een barcarolle Brittens muzikale taal, inspireerden John Dowland (1563-1626), maar vooral waarin de sleutelwoorden door lange melismes in de verf gezet worden. Henry Purcell (1659-1695) de componist tot talloze arrangementen. Naar Een opgewonden begeleid recitatief mondt uit in een presto derde deel - aanleiding van de 250ste verjaardag van het overlijden van Purcell in 1945 in een symfonie zou het de functie van scherzo kunnen vervullen - en een had Britten al enkele van zijn liederen bewerkt. Meestal beperken die ar- plechtstatige finale. ‘My Beloved is Mine’ beklijft door zijn strakke vorm rangementen zich tot het uitschrijven van een moderne klavierbegeleiding. en het rijke kleurenpalet dat in een mum van tijd geschilderd wordt. Niet ten onrechte beschouwde Peter Pears, de tenor die het merendeel van Brittens vocale muziek creëerde, de ‘First Canticle’ als één van de knapste vocale werken uit het oeuvre van zijn levensgezel. In 1953 volgde ‘Winter Words’, een achtdelige liedcyclus op poëzie van Thomas Hardy (1840-1928). Hardy wordt traditioneel gelezen als een ietwat nostalgische auteur en ook Brittens ‘Winter Words’ schilderen het beeld van een oude man die melancholisch terugblikt op een idyllisch verleden, “before the birth of consciousness”, toen hij “in de junitijd” van zijn leven de bomen plantte die nu het uitzicht versomberen. Ronduit meesterlijk is het vakmanschap waarmee Benjamin Britten in elk van de acht liederen de precieze semantische ondertoon van de tekst weet te treffen en het geheel opbouwt tot een gevarieerde en rijk gekleurde cyclus. Op verschillende momenten illustreert de pianopartij letterlijk de tekst: in ‘Midnight on the Great Western’ stoomt de trein voorbij en in ‘At the railway station, Upway’ portretteert Britten al even accuraat de ont- stemde viool waarop de kleine jongen speelt. Ook in ‘The little old table’ vindt de krakende tafel haar evenknie in de klavierpartij. Het typeert de grote liedcomponist echter dat hij zich op zulke momenten niet beperkt tot die letterlijke schildering, maar muzikaal een stap verder gaat en een dimensie toevoegt. In ‘Midnight on the Great Western’ bijvoorbeeld komt de trein regelmatig tot stilstand en vraagt Britten zich samen met Hardy af “knows your soul a sphere, our rude realms far above?”. In ‘At the railway station, Upway’ brengt - ironisch genoeg - de ontstemde viool van de kleine vrijbuiter de gevangene tot zijn “this life so free is the thing for me”. Een sleutelpositie in de cyclus bekleedt het vijfde lied, ‘The choir- master’s burial’: zoals in de eerste canticle wisselt de componist ook hier recitatieven af met uitgesponnen melismes die al even transparant zijn als de serafijnen op het glasraam in de kerk.