Bijdrag En En Mededeelingen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Bijdrag En En Mededeelingen BIJDRAG EN EN MEDEDEELINGEN VA.N HET HISTORISCH GENOOTSCIIAP (GEVESTIGD TE UTRECHT) ZES EN VIJFTIOSTE DEEL <><:-.1><>- KEMINK ZOON N.V. OVER DEN DOM - DOMPLEIN 2 - TE UTRECHT 1935 ELECTR. DRUKKERIJ KEMINK & ZOON N.V. - OVER DEN DOM - UTRECHT. INHOUD. Bladz. VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1934 V EIJLAGEN VAN HET VERSLAG: A. NAAMLIJST DER LEDEN VAN HET GENOOTSCHAP. XV B. KASOVERZICHT VAN HET GENOOTSCHAP 1934. XXXVI C. JAARVERSLAG VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE HISTORISCH-STATISTISCHE RAARTEN VAN NEDER- LAND OVER 1934 . xxxvm D. VERSLAG VAN DE ALGEMEENE VERGADERING DER LEDEN VAN HET HISTORISCH GENOOTSCHAP, GEHOUDEN OP WOENSDAG 4 APRIL 1934 IN HET RESTAURANT ROYAL TR ARNHEM . XXXIX STUEKEN BETREFFENDE KETTERIJ EN BEELDENSTORM TE VENLO, medegedeeld door J. C. J. KLEIJNTJES S.J ... 1 HET DAGBOEK VAN DEN KEULSCHEN NUNTIUS AGOSTINO FRAN- GEHOUDEN TIJDENS ZIJN VOORZITTERSCHAP VAN HET VREDESCONGRES TE AKEN (1668), medegedeeld door G. P. J GIEZENA AR 69 TWEE ,,NIET TER DRUKPERSSE BEREIDE " GESCHRIFTEN VAN PIETER DE LA COURT, medegedeeld door DR. J. H. KERNKAMP . 151 DE INBOEDEL VAN HET KASTEEL TE BREDA IN 1567, medegedeeld door M. W. JURRIAANSE . 215 ERIEVEN VAN EMANUEL VAN METEREN EN VAN PIETER BOR, medegedeeld door DR. Z. W. SNELLER .. 261 VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1934. In tegenstelling met voorafgaande jaren bracht 1934 eenige veranderingen in de samenstelling van het Bestuur. In het voorjaar deelde Prof. Mr. R. Fruin ons merle, dat hij wegens gezondheidsredenen ontslag nam als buitenlid van ons Bestuur. Wij hebben de motieven, die ons medelid tot zijn besluit hadden gebracht, kunnen billijken en ons daarbij neer- gelegd en de gelegenheid, dat wij hem dit mededeelden, te baat genomen, om den beer Fruin hartelijk dank te zeggen voor al wat hij gedurende een lange reeks van jaren, eerst, tijdens zijn werkzaamheid te Utrecht, als tweede secretaris van 1893 tot 1894 en daarna als lid van het Algemeen Be- stuur van 1915 tot 1920 en van 1923 tot thans voor het His- torisch Genootschap heeft gedaan, om nog te zwijgen van de door hem in de uitgaven van het Genootschap bewerkte pu- blicaties. Zijn opvolger als hoofd van het Algemeen Rijks- archief, Mr. R. Bijlsma, wien wij verzocht hebben de plaats van zijn voorganger ook in ons Bestuur in te nemen, heeft tot onze voldoening aan onze roepstem gehoor gegeven. Tegen het einde van het verslagjaar onderging het Bestuur een tweede wijziging: deze gelukkig zonder afscheid. De Penningmeester, Dr. K. Heeringa, die zijn functie sedert 1922 met niet genoeg te prijzen toewijding had bekleed, ging Utrecht metterwoon verlaten en was, hoewel hij zich onder den rook der stad ging vestigen, de meening toegedaan, dat deze omstandigheid aan de juiste vervulling van zijn penning- meesterschap in den weg zou staan. Ook bij zijn besluit heb- ben wij ons neergelegd, dock gelukkig, hem bereid gevonden, als ambteloos lid van het Utrechtsch Bestuur ons het voor- recht van zijn aangenaam gezelschap en zijn wetenschappe- lijke adviezen te doen blijven genieten. Zijn plaats als Pen- ningmeester werd op ons verzoek ingenomen door zijn opvol- ger aan het Rijks-archief in de provincie Utrecht, Jhr. Mr. B. M. de jonge van Ellemeet, lien wij — nadat hij in vroe- VI ger jaren daarvan reeds gedurende vijf jaren deel had uit- gemaakt gaarne thans weer in het Bestuur opnamen. In het jaar, waarover wij hier verslag uitbrengen, verga- derden de Utrechtsche, als naar gewoonte, tweemaal met de buitenbestuursieden en wel op 3 April en 27 October. De lijst der eereleden van het Genootschap onderging in 1934 geen verandering. Hetzelfde kan niet gezegd worden van die der gewone leden. Weer was het getal groot dergenen, die — voor het meerendeel op grond van economische over- wegingen — hun lidmaatschap opzegden, terwij1 ook de dood ons ledental niet spaarde en wij tot ons leedwezen eenige malen ook genoodzaakt waren, leden wegens wanbetaling af te voeren. Zoodoende hadden wij aan het einde van het jaar een verlies van 64 gewone leden te boeken, welk verlies echter tot onze niet geringe voldoening weer grootendeels werd ingehaald, doordat bij den aanvang van het thans inge- treden nieuwe jaar van hen, die wij daartoe hadden uitge- noodigd, er 55 bereid gevonden werden, het lidmaatschap van het Historisch Genootschap te az-mvaarden. Evenals in ons vorig jaarverslag moeten wij er nog weer eens op wijzen, dat het bedanken voor het lidmaatschap ge- schieden moet voor of op den laatsten dag van het jaar, waar- in men wenscht op te houden lid te zijn, terwijl het ons ook gewenscht is gebleken, in verband met een eenige malen daar- over gerezen misverstand, hier te doen opmerken, dat uit den aard der zaak alinea 2 van artikel 9 der genootschapswet geldend blijft, ook indien door bijzondere omstandigheden hunne benoeming de nieuwe leden eenigen tijd na den 'sten Januari bereikt. Bij den ingang van het jaar 1935 telde het Genootschap 16 eere- en 631 gewone leden (zie bijlage A). 'Pen aanzien van het door het Genootschap onderhouden ruilverkeer met zijn binnen- en buitenlandsche betrekkingen behoeft ook ditmaal niet veel bericht te worden. Met den Oldenburger Verein. fiir Landesgeschichte und Altertumskun- den werd nieuw ruilverkeer aangegaan, waarbij wij tegen het door die vereeniging gepubliceerde Jahrbuch onze Bijdragen en Medcdeelingen zullen leveren. Een ten vorige jare ver- melde poging, om lancrs den weg van het ruilverkeer het Oldenburger Urkunde7ibuch,b te -verwerven, mocht daarente- gen niet slagen. Overigens werd de gewone briefwisseling over aangelegenheden van internen aard. met onze ruilbetrek- kingen gevoerd. VII Wat de Boekerij en de verzameling handschriften van het Genootschap aangaat, zij volstaan met de mededeeling, dat zij geregeld blijven aangroeien, zoo door ruiling en schenking als door aankoop. Van het langs den weg der schenking in het verslagjaar verworvene mogen hier vermeld worden : voor de verzameling handschriften een drietal opstellen van de hand van een tijdgenoot over door hem beleefde gebeurtenis- sen, welke geschriften echter eerst na een lange reeks van, jaren mogen gebruikt of gepubliceerd worden ; dan een om- vangrijke verzameling origineele brieven van de hand van Gijsbert Jan van Hardenbroek van Lokhorst aan den baron. van Lijnden van Lunenburg, door den heer Dr. W. C. A. ba- ron van Vredenburch te 's-Gravenhage en de gebruikelijke afschriften, door den heer F. Vogels aldaar geschonken; en voor de Boekerij : het lijvige werk, bevattende de brieven van. Louis de Geer, uitgegeven door het eerelid van het Genoot- schap, Dr. E. W. Dahigren te Stockholm, en door dezen ook aan onze Boekerij geschonken, alsmede de Catalogus der plat- tegronden der stad Amsterdam, lien de Archivaris Bier stad ons deed toekomen. Wat de finantiEn van het Genootschap en van het Leesge- zelschap aangaat, worde in hoofdzaak verwezen naar de ach- ter dit versiag volgende bijlage B. Het jaar 1934 begon voor het Genootschap met een saldo in kas van f 5735.365 en ein- digde met een zoodanig overschot van f 5984.065, zoodat een vooruitgang der middelen met f 248.70 te constateeren valt. Het Leesgezelschap had daarentegen weer een nadeelig slot en wel nu van f 48.06. Gedurende het verslagjaar hebben wij ons voorts meermalen met den geldelijken toestand van het Genootschap bezig te houden gehad. Naar aanleiding van een van meer dan een zijde tot ons gerichte aansporing, om tot verlaging der contributie over te gaan, hebben eenige leden van het Bestuur in den zomer een uitvoerige memorie opgesteld over de finantien van het Genootschap en haar ontwikkeling gedurende de afgeloopen twintig jaren, welk stuk, na eerst in onze gewone vergaderingen te zijn besproken, in de Algemeene Vergadering in het najaar in behandeling is gekomen. Het bestuur in pleno heeft zich toen kunnen vereenigen met de conclusies uit genoemd rap- port getrokken, die door het Utrechtsche waren voorgesteld. Van deze conclusies volge hier een overzicht. Hoewel, over een tijdperk van twee decenniEn bekeken, de VIII geldelijke toestand niet ongunstig mag genoemd worden, zijn er in de toekomst een drietal minder gunstige factoren in het vooruitzicht, die ons beletten zullen, om het geopperde denk- beeld van verlaging der contributie te verwezenlijken. Het zijn : het geregeld terugloopen van het ledenaantal, dat zeer zeker voorloopig nog niet tot staan zal komen, ook indien de jaarlijksche bijdrage werd verlaagd ; dan de aan- zienlijke eischen, die in de naaste toekomst aan het kapitaal van het Genootschap zullen gesteld worden door de uitgave van de voortzetting der Correspondance de Marguerite de Parme en der Acta et Decreta van den Utrechtschen Acade- mischen Senaat; en ten derde de rentevermindering uit dat kapitaal ten gevolge van conversie en vermindering van het kapitaalsbedrag zelve, terwijl ook de belasting op de goederen in de doode hand het bedrag der vaste uitgaven is komen ver- hoogen. De middelen nu, om deze vermeerdering van uitgaven op te vangen, zullen dus alleen kunnen zijn : vermindering, zoo mogelijk, van de productie van onze pers en verlaging van de drukkosten. Op die bekrimping op de productie komen wij beneden terug ; wat daarentegen de besparing op de kosten daarvan aangaat, kunnen wij reeds hier mededeelen, dat be- sprekingen, in de laatste maanden des jaars met onze uitge- vers en drukkers gevoerd, tot een nieuw contract heb- ben geleid, waarbij wij een niet onaanzienlijke verlaging van het tarief der drukkosten hebben verworven. Van de filialen van het Leesgezelschap vertoonde dat te Amersfoort in het afgeloopen jaar dusdanige teekenen van zwakte, dat wij vreezen moeten, het niet in het leven te zullen kunnen houden. Van de op 4 April 1934 te Arnhem gehouden Algemeene vergadering der leden van het Genootschap deden wij dit- maal geen afzonderlijk verslag het licht zien. Hierachter, als bijlage D, zal men een kort relaas van die bijeenkomst en van het daarop gevolgd bezoek aan het Legermuseum op het kasteel den Doorwerth aantref fen.
Recommended publications
  • An Archaeological and Historical Study of the Tobacco Pipe Trade in the Potomac River Valley Ca
    University of Tennessee, Knoxville Trace: Tennessee Research and Creative Exchange Doctoral Dissertations Graduate School 8-2015 Community Formation and the Development of a British-Atlantic Identity in the Chesapeake: An Archaeological and Historical Study of the Tobacco Pipe Trade in the Potomac River Valley ca. 1630-1730 Lauren Kathleen McMillan University of Tennessee - Knoxville, [email protected] This Dissertation is brought to you for free and open access by the Graduate School at Trace: Tennessee Research and Creative Exchange. It has been accepted for inclusion in Doctoral Dissertations by an authorized administrator of Trace: Tennessee Research and Creative Exchange. For more information, please contact [email protected]. To the Graduate Council: I am submitting herewith a dissertation written by Lauren Kathleen McMillan entitled "Community Formation and the Development of a British-Atlantic Identity in the Chesapeake: An Archaeological and Historical Study of the Tobacco Pipe Trade in the Potomac River Valley ca. 1630-1730." I have examined the final electronic copy of this dissertation for form and content and recommend that it be accepted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy, with a major in Anthropology. Barbara J. Heath, Major Professor We have read this dissertation and recommend its acceptance: Gerald F. Schroedl, Elizabeth J. Kellar, Christopher P. Magra Accepted for the Council: Carolyn R. Hodges Vice Provost and Dean of the Graduate School (Original signatures are on file with official student records.) Community Formation and the Development of a British- Atlantic Identity in the Chesapeake: An Archaeological and Historical Study of the Tobacco Pipe Trade in the Potomac River Valley ca.
    [Show full text]
  • Downloaded from Brill.Com10/07/2021 07:13:05AM Via Free Access 70 Chapter Two
    CHAPTER TWO THE RHETORIC OF THE MARKET The crucial criterion for successful participation in the seventeenth- century Dutch public debate was the establishment of authority. Con- front ed with the limits imposed by convention and censorship, authors had to search for powerful patronage to support their publications and overcome potential opposition. The history behind the œuvre of the brothers De la Court reveals that this was no easy task: though he was initially backed by De Witt and the political establishment, De la Court quickly lost this support after the publication of the Interest van Holland, he was scorned by the public and his works were banned by the church. Yet apart from offfijicial patronage, there was also a second, more powerful way to establish one’s authority and thereby undermine the authority of others: the power of language.1 With their humanist education, the broth- ers De la Court, like all seventeenth-century authors, knew how to apply that power most efffectively thanks to the study of rhetoric. Since antiquity, the teaching and practice of rhetoric had played a cen- tral role in public life, offfering the foremost comprehensive system for the creation and evaluation of speech – and thus, for society’s most important feature: human communication. Famous Roman orators and theorists such as Cicero and Quintilian, who elaborated on a rich Greek rhetorical legacy, left hugely influential treatises that would dominate discussions on the subject for centuries. With the advent of humanism, this rhetorical tradition received new attention and emphasis. In line with the teachings of the classics, rhetoric came to be seen as an essential element of the ideal of a vir bonus dicendi peritus, the virtuous citizen who engages actively in the public life of the polity by eloquently advising his sovereign and instructing his fellow citizens to pursue truth and reason.2 1 See Kevin Sharpe, Reading Revolutions.
    [Show full text]
  • From Conflict Resolution to Conflict Management
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/65503 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ekama, K.J. Title: Courting conflict : managing Dutch East and West India Company disputes in the Dutch Republic Issue Date: 2018-09-13 COURTING CONFLICT ISBN: 978-94-92679-54-3 Printed by: Print Service Ede Cover images: Photograph of archival manuscript document: NL-HaNA, Hoge Raad Holland en Zeeland, 3.03.02, inv.nr. 778 (1686), Geextendeerde sententies, f. xxxiiii r; High Court judges: Detail from De begrafenisstoet van Frederik Hendrik. Pieter Nolpe after Pieter Jansz Post, 1651. Rijksmuseum, Amsterdam. Courting Conflict Managing Dutch East and West India Company disputes in the Dutch Republic PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. mr. C.J.J.M. Stolker, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op 13 september 2018 klokke 10:00 uur door Kate Jean Ekama geboren te Kaapstad, Zuid-Afrika op 24 october 1986 Promotor: Prof. dr. Cátia Antunes Co-promotor: Dr. Karwan Fatah-Black Promotiecommisie: Prof. dr. Michiel van Groesen Prof. dr. Egbert Koops Dr. Justyna Wubs-Mrozewicz, University of Amsterdam Dr. Bram van Hofstraeten, Maastricht University Contents Acknowledgements ......................................................................................................................................... iv List of Abbreviations .......................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795) Brandon, P. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Brandon, P. (2013). Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:02 Oct 2021 Chapter 1 The making of the federal-brokerage state This chapter examines the rise and consolidation of the Dutch federal-brokerage state. Perhaps the best starting point to do so is the extensive discussions on the fundamentals of the Dutch constitution that occurred merely a few years after the end of the war that established the new-born state as a European great-power.
    [Show full text]
  • And the Dutch Tradition of Republicanism Catherine Secretan Centre National De La Recherche Scientifique, Paris
    “True Freedom” and the Dutch Tradition of Republicanism Catherine Secretan Centre National de la Recherche Scientifique, Paris POLITICAL DEBATE FILLED A BROAD SPACE IN DUTCH INTELLECTUAL LIFE throughout the seventeenth century. In perhaps no other European country did discussing political issues be- come such common practice. From learned circles to schuitpraatje (“barge talk”), through Cort bewijs (“short demonstrations”) or single sheets of Warachtighe waerschouwinghe (“true warn- ing”), the proofs of political passions expressed verbally are countless. Due to high literacy levels, many ordinary people were able to take part in written debates, and the numerous printers and booksellers in Dutch cities like Amsterdam, Leiden, or Utrecht took full commercial advantage of the favorable situation.1 Hence, the number of texts written in the vernacular instead of Latin grew rapidly—an alarming phenomenon in the eyes of those who thought it unwise to present the common people with controversies that had not been “smoothed over” by scholars.2 With this wealth of printed material, the Dutch were laying the foundation of a public sphere that con- tributed late in the century to the emergence of the Radical Enlightenment. At the same time, this passion for political debate illustrates one of the striking features of Dutch politics through- out the seventeenth century: the constant reinvention of the newly formed state as it rose to be- come an independent republic. 1 Editions of a thousand or more of what are usually called “pamphlets” were not an exception; see Maarten Prak, The Dutch Republic in the Seventeenth Century (Cambridge: Cambridge University Press, 2009), 187–88, 225.
    [Show full text]
  • Prints, and Drawings in Leiden Outside of the Annual Fairs.[20] Number of Listings: 1600–1710
    Leiden Fijnschilders and the Local Art Market in the Golden Age How to cite Bakker, Piet. “Leiden Fijnschilders and the Local Art Market in the Golden Age” (2017). In The Leiden Collection Catalogue, 3rd ed. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. and Lara Yeager-Crasselt. New York, 2020–. https://theleidencollection.com/essays/updated-leiden-fijnschilders-and-the-local-art-market-in-the-golden-age/ (accessed October 02, 2021). A PDF of every version of this essay is available in this Online Catalogue's Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2021 The Leiden Collection Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Leiden Fijnschilders and the Local Art Market in the Golden Age Page 2 of 25 The year 1631 marked a turning point for painting in Leiden.[1] An abrupt end came to a period during which, sustained by a favorable economy, the number of painters had grown without interruption. This growth began in all of the cities in the Dutch Republic (fig 1) around 1610 and lasted until around mid-century in most of them. This was also true in Leiden, although it ground to a temporary halt in 1631 with the sudden departure of several painters, ushering in a period of artistic stagnation lasting close to a decade. By far the Fig 1. Graph: The Number of Painters in Six Cities in Holland: best-known painter to leave Leiden was Rembrandt van Rijn (1606–69) (fig 2 1590¬–1710. ), who moved to Amsterdam to run the workshop of the famous art dealer Hendrik Uylenburgh (ca.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Verspreide geschriften. Registers Robert Fruin Editie P.J. Blok, Pieter Lodewijk Muller en Samuel Muller Fzn. bron Robert Fruin, Verspreide geschriften. Registers (eds. P.J. Blok, Pieter Lodewijk Muller en Samuel Muller Fzn.). Martinus Nijhoff, Den Haag 1905 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/frui001vers12_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. VII Voorwoord. De firma NIJHOFF verlangde bij de uitgaaf der door ons in systematische orde uitgegeven Verspreide Geschriften van FRUIN registers, die het gebruik daarvan vergemakkelijken zouden voor het publiek. Wij begrepen dat verlangen, maar konden daaraan niet voldoen. Alleen wenschten wij aan het publiek rekenschap te geven, welke werken van FRUIN wij in onze uitgaaf opgenomen hebben, welke wij gemeend hebben te moeten weglaten. Wij hebben dit thans gedaan in het eerste register, dat in dezen bundel is afgedrukt. Deze chronologische lijst van FRUIN's geschriften, samengesteld door den nauwkeurigen ijver van L.D. PETIT, is door eenige vrienden sten en vereerders van FRUIN op zijn 75 verjaardag hem aangeboden, als een monument van zijne vruchtbare werkzaamheid. Zijne bescheidenheid wenschte destijds de uitgaaf niet; zoo is het stuk slechts in zéér beperkten kring verspreid. Wij hebben het thans eenigszins omgewerkt en hier en daar aangevuld, en telkens aangeduid, waar elk stuk in onze uitgaaf te vinden is; als het niet herdrukt werd, is de reden daarvan meestal aangeduid door verwijzing naar eene noot in de uitgaaf zelf. Daarmede achten wij onze werkzaamheid en ook onze verantwoordelijkheid geëindigd. De firma NIJHOFF was echter niet geheel voldaan; zij heeft achter onze chronologische lijst der werken nog Robert Fruin, Verspreide geschriften.
    [Show full text]
  • Republican Exchanges, C
    Republican Exchanges, c. 1550-c.1850 Newcastle University, 16-18 July 2009 Abstracts SPECULATIVE REPUBLICANISM ‘Republicanism and the English Revolution: George Wither and Sir John Maynard’ John Gurney, Newcastle University In examining the careers and writings of the poet George Wither and the Presbyterian politician Sir John Maynard, this paper will explore some aspects of the at times problematic relationship between republicanism and England’s mid-seventeenth-century Revolution. Wither and Maynard were close collaborators during the Civil War in advancing the cause of the ‘well affected’, but after 1645 their paths diverged. Maynard, steeped in Machiavelli but mindful of the failings of ancient and modern republics, fought hard for a monarchical political settlement and was active in Presbyterian political campaigns against the New Model Army and its political allies. From 1649, Maynard worked closely with the Leveller John Lilburne in orchestrating the campaigns of fenland inhabitants against government-backed drainage schemes, drawing partly on common- law and rights-based arguments but at times also making use of the new Republic’s own propaganda and rhetoric to support his case. Wither, ‘the Poor Man’s Milton’, tends to be portrayed as a republican poet, but it could be argued that his active support for the political experiments of the late 1640s and 1650s owed at least as much to his providentialist world view (and indeed his own material needs) as to any deeper commitment to republican ideas. He was, nevertheless, prepared to flirt with speculative republican constitution building – anticipating aspects of Harrington’s model along the way – and, like Milton, he campaigned to the last to prevent the restoration of monarchy.
    [Show full text]
  • Ntiquarian Fair 2009
    VRIJKAARTmet ANTIQUARIAN30 BOOK, nederlandsche Vereeniging Van antiquaren joint catalogue 2009 gezamenlijke catalogus TH MAP & PRINT AMSTERDAM FAIR FREE TICKET with 30th Amsterdam Antiquarian Book, Map & Print Fair 2009 Vr. 2 oktober 14.00 - 20.00 uur Zat. 3 oktober 10.00 - 18.00 uur Locatie: Passenger Terminal Amsterdam (PTA) (naast het Muziekgebouw aan 't IJ) Piet Heinkade 27, 1019 BR Amsterdam Georganiseerd onder auspiciën van de Nederlandsche Vereniging van Antiquaren (NVvA) joint catalogue • gezamenlijke catalogus www.nvva.nl www.amsterdambookfair.com 2009 ad.boekenwereld2009:Opmaak 1 15-7-09 16:22 Pagina 1 Ledenlijst Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren Bent u ook geïnteresseerd in boek- en prentkunst? Aarzel dan niet om De boekenwereld te proberen en word abonnee. Ga naar www.deboekenwereld.nl of stuur uw aanmel- Almen Dordrecht ‘s – Hertogenbosch Tilburg ding naar Uitgeverij Vantilt, Postbus 1411, 6501 BK Nijmegen. Iris Antique Globes Quist Brabant De Rijzende Zon Meijering J. de Slegte Amersfoort Egmond aan den Hoef J. de Slegte Leen Helmink B.M. Israel Utrecht Leeuwarden Acanthus Amsterdam Eindhoven J. de Slegte Beijers Antiqua Max Silverenberg J. de Slegte E.H. Ariëns Kappers J. de Slegte Leiden André Swertz John Benjamins Burgersdijk & Niermans Niek Waterbolk Brinkman Enschede Hotei Charbo J. de Slegte J. de Slegte Vianen Inter-Antiquariaat Gert Jan Bestebreurtje Mefferdt & De Jonge Ermelo Maastricht Junk Petrus Plancius Paul Bremmers Voorburg De Kloof J. de Slegte Papyrus A. Kok & Zn. Gorinchem Dieter Schierenberg Rashi Middelburg Vorden Die Schmiede De Boekenbeurs Het Bisschopshof Schuhmacher ’t Goy – Houten Dat Narrenschip J. de Slegte Forum Weesp Spinoza Nieuw-Vennep Ronald Jansen ’s Gravenhage René Krul Apeldoorn Fokas Holthuis IJmuiden J.
    [Show full text]
  • THE COMMERCIAL COMMONWEALTH the Brothers
    CHAPTER FOUR THE COMMERCIAL COMMONWEALTH The brothers De la Court were still in their mid-twenties when they sought permission from the Leiden court to start an independent textile busi- ness.1 With the establishment of their joint fijirm in March 1645, the broth- ers aimed at a vertical concentration of the various stages of textile manufacturing and trade: they provided the capital for the purchase of pure woollen materials, they set up a central atelier at their own house and a dyeworks where a group of employees processed the wool, and they were themselves responsible for putting the fijinished product on the mar- ket. The De la Courts thus bypassed intermediary producers and traders, and as so-called reders they became the patrons of an entirely self- sufffijicient business that went well beyond the system of ‘small commodity production’ characteristic to the earlier stages of Leiden’s economic development.2 Thanks to their father’s wealth and experience, the broth- ers were able to make the large investments needed for this new, early- capitalist type of entrepreneurship, which was soon to dominate the textile industry in Leiden.3 The fijirm ‘Pieter and Johan de la Court’ would prove to be very success- ful. By the end of the 1650s, it had become a thriving fijirm that manufac- tured and exported cloth and camlet from Leiden all over Europe, from the Baltic to the Mediterranean. The brothers’ joint capital amounted to the substantial sum of 76000 guilders, mainly invested in readymade cloth and loans.4 The De la Courts were active at the apogee of the Leiden textile 1 The petition is printed in N.W.
    [Show full text]
  • Historical and Political Thought in the Seventeenth- Century Dutch Republic
    HISTORICAL AND POLITICAL THOUGHT IN THE SEVENTEENTH- CENTURY DUTCH REPUBLIC The Case of Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653) Jaap Nieuwstraten HISTORICAL AND POLITICAL THOUGHT IN THE SEVENTEENTH-CENTURY DUTCH REPUBLIC The Case of Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653) Historisch en politiek denken in de zeventiende-eeuwse Nederlandse Republiek De casus van Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnifi cus Prof.dr. H.G. Schmidt en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op vrijdag 4 mei 2012 om 09.30 uur door Jacob Tomás Nieuwstraten geboren te Haarlem Promotiecommissie Promotor: Prof.dr. R.C.F. von Friedeburg Overige leden: Prof.dr. H. Hotson Prof.dr. H.J.M. Nellen Prof.dr. S. Stuurman Historical and Political Thought in the Seventeenth-Century Dutch Republic: The Case of Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653) © 2012 by Jaap Nieuwstraten Published by Jaap Nieuwstraten, Saenredamstraat 65, 2021 ZP Haarlem, The Netherlands All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form (electronic, mechanical, photocopy, recording, or any other means) without prior written permission of the publisher Cover design by GBU grafi ci, Urk Printed by GBU grafi ci, Urk Deo, parentibus sororique CONTENT PREFACE v ACKNOWLEDGEMENT vii ABBREVIATIONS ix CHAPTER 1. INTRODUCTION 1 CHAPTER 2. INTELLECTUAL CONTEXT 7 Early modern historical thought 7 Early modern political thought 16 CHAPTER 3. BIOGRAPHY 35 Early years (1612-1625) 35 Student (1626-1631) 39 1.
    [Show full text]
  • Dangerous Drugs Amsterdam Studies in the Dutch Golden Age
    Dangerous Drugs Amsterdam Studies in the Dutch Golden Age Editorial Board: Frans Blom, University of Amsterdam Michiel van Groesen, Leiden University Geert H. Janssen, University of Amsterdam Elmer E.P. Kolfin, University of Amsterdam Nelleke Moser, VU University Amsterdam Henk van Nierop, University of Amsterdam Claartje Rasterhoff, University of Amsterdam Emile Schrijver, University of Amsterdam Thijs Weststeijn, University of Amsterdam Advisory Board: H. Perry Chapman, University of Delaware Harold J. Cook, Brown University Benjamin J. Kaplan, University College London Orsolya Réthelyi, Eötvös Loránd University Budapest Claudia Swan, Northwestern University Dangerous Drugs The Self-Presentation of the Merchant-Poet Joannes Six van Chandelier (1620–1695) Ronny Spaans Translated by Ciarán Ó Faoláin Amsterdam University Press The publication of this book has been made possible by: Programredaktør Andor Birkeland og hustru Halinas legat, Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting, and Nord University. The translation of the book has been possible by a grant from the Norwegian Research Council. Cover illustration: Egbert van Heemskerk, An Alchemist in His Study, 17th century. Oil on canvas. (© Science History Institute, Philadelphia). Cover design: Kok Korpershoek Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 254 3 doi 10.5117/9789462983543 e-isbn 9789048532582 nur 694 © R. Spaans / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2020 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book.
    [Show full text]