Onteigening in de gemeente Hoogezand-Sappemeer VROM

«Onteigeningswet» onteigeningswet kan, zonder vooraf- plan en de herziening daarvan, zoals in gaande verklaring bij de wet dat het de raadsvoordracht terzake staat ver- Percelen begrepen in het bestem- algemeen nut onteigening vordert, meld, volledig te hebben gerealiseerd mingsplan ’Compagniesterpark’ onteigening plaatsvinden onder meer in het jaar 2002. In de wijze van plan- ten behoeve van de uitvoering van een uitvoering is onder meer inzicht ver- Besluit van 9 augustus 1999 no. bestemmingsplan. De ter onteigening schaft door middel van overlegging 99.003707 tot gedeeltelijke goedkeu- aangewezen percelen zijn begrepen in van de bij voornoemd bestemmings- ring van het besluit van de raad van het onherroepelijk goedgekeurde plan behorende kaart, toelichting met Hoogezand-Sappemeer van 8 decem- bestemmingsplan ’Compagniesterpark’ een daarin opgenomen stedebouw- ber 1998, no. 26, zoals aangevuld bij van de gemeente Hoogezand- kundig schetsplan (inrichting) en voor- raadsbesluit van 23 februari 1999, no. Sappemeer, zoals herzien bij de nog schriften met de daarin opgenomen 15, tot onteigening als bedoeld in Titel niet onherroepelijk goedgekeurde her- beschrijving in hoofdlijnen. Voorts IV van de onteigeningswet ziening van dit plan. Blijkens het raads- heeft de gemeente Hoogezand- besluit tot onteigening wenst de Sappemeer in het kader van het onder- Wij Beatrix, bij de gratie Gods, gemeente Hoogezand-Sappemeer de zoek de brochure ’Compag-niester- Koningin der Nederlanden, Prinses van daarin bedoelde percelen in eigendom park, een rijk gevoel’ overgelegd. Oranje-Nassau, enz. enz. enz. te verkrijgen ter uitvoering van het Het raadsbesluit tot onteigening heeft Op de voordracht van Onze Minister zojuist genoemde bestemmingsplan. overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke In verband met het feit, dat ten tijde van de onteigeningswet met ingang Ordening en Milieubeheer van 24 juni van het nemen van het raadsbesluit tot van 17 december 1998 gedurende vier 1999 no. MJZ99181327 Centrale onteigening de herziening van het weken voor een ieder ter inzage gele- Directie Juridische Zaken, Afdeling bestemmingsplan ’Compagniesterpark’ gen op de secretarie van de gemeente Algemeen Juridische en Bestuurlijke nog niet onherroepelijk was goedge- Hoogezand-Sappemeer. In verband Zaken, en van Onze Minister van keurd, is in dat raadsbesluit, zoals dat met een rectificatie in de publicatie Binnenlandse Zaken en is aangevuld, onder meer bepaald, dat: heeft het raadsbesluit van 8 december Koninkrijksrelaties, Directoraat- a. niet tot dagvaarding van de grond- 1998, opnieuw, met alle daartoe beho- Generaal Openbaar Bestuur. eigenaren en/of de zakelijk gerechtig- rende stukken, met ingang van 25 Gelezen de brief van burgemeester en den zal worden overgegaan voordat februari 1999 gedurende vier weken wethouders van Hoogezand- onherroepelijk over de goedkeuring voor een ieder ter inzage gelegen op Sappemeer van 16 december 1998, van het bestemmingsplan vorengenoemde secretarie. Binnen de kenmerk 98121615.IJG. ’Compagniesterpark’ en de Herziening laatstgenoemde termijn zijn geen Gelet op Titel IV van de onteigenings- daarvan is beslist en bedenkingen bij Ons naar voren wet, Titel V van de Gemeentewet en b. het onteigeningsbesluit vervalt, gebracht. Binnen de eerstgenoemde Titel 10.2 van de Algemene wet indien en voor zover in hoogste instan- termijn zijn tegen het raadsbesluit bij bestuursrecht. tie goedkeuring aan vorenbedoeld Ons schriftelijk bedenkingen naar De Raad van State gehoord (advies van bestemmingsplan en de Herziening voren gebracht door: 16 juli 1999 no. W08.99.0316/V). daarvan wordt onthouden. a. Y.A. de Boer te Baarn namens J. Gezien het nader rapport van Onze De in het onteigeningsplan begrepen Kemper-Hesse te Baarn en A.M. Hesse- Minister van Volkshuisvesting, gronden zijn in het bestemmingsplan Swart te Sappemeer, rechthebbenden Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ’Compagniesterpark’, zoals herzien, op het mede ter onteigening aange- van 2 augustus 1999 no. MJZ99198328, aangewezen voor ’Woondoeleinden’. wezen perceel kadastraal bekend Centrale Directie Juridische Zaken, Het betreft hier een globale bestem- gemeente Sappemeer, sectie G, no. Afdeling Algemeen Juridische en ming, welke door burgemeester en 1815, Bestuurlijke Zaken. wethouders van Hoogezand- b. Mega Vastgoed B.V. te Rijssen Beschikken bij dit besluit over de goed- Sappemeer niet nader overeenkomstig namens zichzelf alsmede namens H.W. keuring van het besluit van de raad artikel 11 van de Wet op de Ottens te Hoogezand, rechthebbende van Hoogezand-Sappemeer van 8 Ruimtelijke Ordening behoeft te wor- op de mede ter onteigening aangewe- december 1998, no. 26, zoals aange- den uitgewerkt. zen percelen kadastraal bekend vuld bij raadsbesluit van 23 februari De door de gemeente Hoogezand- gemeente Sappemeer, sectie G, nos. 1999, no. 15, tot onteigening ingevol- Sappemeer ter plaatse voorgestane 4268 en 4269, ge artikel 77, eerste lid, aanhef en wijze van planuitvoering strekt tot de c. mr E. Maas te namens onder 1°, van de onteigeningswet, ten realisering van een parkbuurt met Stuut Sappemeer Beheer B.V. te name van die gemeente, van de bij dat woningen in diverse woningcatego- Sappemeer, rechthebbende op het besluit aangewezen percelen. rieën alsmede de realisering van ont- mede ter onteigening aangewezen sluitingswegen, groen- en speelvoor- perceel kadastraal bekend gemeente Overwegingen zieningen en water. De gemeente Sappemeer, sectie G, no. 4267, Ingevolge voornoemd artikel 77 van de wenst het onderhavige bestemmings- d. mr E. Maas te Groningen namens J.

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 1 Stuut te Sappemeer, huurder en bewo- dig hun zienswijze bij het gemeente- op voornoemde agrarische bestem- ner van het op vorengenoemd perceel bestuur naar voren hebben gebracht, ming, geen grondslag vormen voor de aanwezige woonhuis, gedurende de in het eerste lid van arti- door de gemeente voorgenomen ont- e. mr E. Maas te Groningen namens kel 84 genoemde termijn, schriftelijk eigening. De reclamanten onder a. S.W.G. Helweg te Veendam, hebbende bij Ons bedenkingen naar voren kun- menen dat slechts een onherroepelijk een stallingsovereenkomst betrekking nen brengen tegen een raadsbesluit als goedgekeurd bestemmingsplan als hebbend op vorengenoemd perceel en het onderwerpelijke. grondslag voor de voorgenomen ontei- f. mr E. Maas te Groningen namens E. De reclamanten onder a. stellen in hun gening kan dienen. Hiervan is echter Jager te Wildervank, eveneens hebben- geschrift met bedenkingen dat door de nog geen sprake aangezien de herzie- de een stallingsovereenkomst betrek- gemeente onder andere ten aanzien ning van het bestemmingsplan king hebbend op vorengenoemd per- van hun grond de Wet voorkeursrecht ’Compagniesterpark’ nog moet wor- ceel. gemeenten is toegepast. Hierdoor den vastgesteld en er vervolgens nog Aan artikel 86, tweede lid, van de ont- heeft de gemeente het overleg dat zij de nodige bezwarenprocedures bij eigeningswet, inhoudende dat dege- voerden met projektontwikkelaars Gedeputeerde Staten en de Afdeling nen, die tijdig ingevolge het derde lid omtrent de aankoop van hun grond bestuursrechtspraak van de Raad van van artikel 84 van die wet bedenkin- geblokkeerd. State zullen kunnen worden gevolgd. gen naar voren hebben gebracht, door Voor hen is het hierdoor onmogelijk In dit kader wijzen de reclamanten Onze Minister van Volkshuisvesting, gemaakt tot een transactie terzake onder a. er tevens op dat het herziene Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer hun grond te komen met diegene die bestemmingsplan – op aanwijzing van in de gelegenheid worden gesteld zich het bestemmingsplan wilden realise- Gedeputeerde Staten – op onder ande- te doen horen, is voldaan. ren. re hun perceel een bouwverbod Uit de overgelegde stukken blijkt even- behelst. Hierdoor is het onzeker dat de Allereerst overwegen Wij het volgende wel, dat de reclamanten onder a. de beoogde bestemming kan en zal wor- Bij het ter zake ingestelde onderzoek is vorenaangehaalde bedenkingen niet den gerealiseerd binnen de periode, gebleken, dat de gemeente overeenkomstig artikel 3:13 van de waarin een bestemming waarvoor Hoogezand-Sappemeer niet langer Algemene wet bestuursrecht als ziens- grond wordt onteigend, dient te wor- prijsstelt op onteigening van de mede wijzen bij het gemeentebestuur naar den gerealiseerd. Hiermee ontbreekt ter onteigening aangewezen percelen voren hebben gebracht. Artikel 84, echter dan de noodzaak voor de ontei- kadastraal bekend gemeente derde lid, van de onteigeningswet gening. Verwezen wordt dienaangaan- Sappemeer, sectie G, nos. 188, 196, strekt ertoe, dat alleen door de de naar een arrest van de Hoge Raad 3797, 3798, 3898, 4268 en 4269. In ver- gemeenteraad gekende en niet erken- (HR 24-01-86, NJ 1986, 746). band hiermee wordt aan het raadsbe- de zienswijzen door Ons in het kader Ten aanzien van deze bedenkingen sluit tot onteigening, voor zover het van de behandeling van de bij Ons overwegen Wij dat het in beginsel aan- deze gronden betreft, wegens het ont- naar voren gebrachte bedenkingen vaardbaar moet worden geacht, dat breken van de noodzaak de goedkeu- beoordeeld worden. De reclamanten met de administratieve onteigenings- ring onthouden. onder a. kunnen derhalve niet in hun procedure, bedoeld in artikel 77, eerste De bedenkingen van de reclamanten voormelde bij Ons naar voren gebrach- lid, aanhef en onder 1°, van de ontei- onder b. hebben betrekking op de te bedenkingen worden ontvangen. geningswet, een aanvang wordt zojuistgenoemde mede ter onteige- In dit verband overwegen Wij voorts, gemaakt vóórdat het bestemmings- ning aangewezen percelen kadastraal dat in het kader van de door Ons te plan, ter uitvoering waarvan de ontei- bekend gemeente Sappemeer, sectie nemen beslissing omtrent goedkeuring gening strekt, onherroepelijk is goed- G, nos. 4268 en 4269. Op deze beden- van een raadsbesluit tot onteigening gekeurd. Indien het bestemmingsplan kingen behoeft thans niet te worden overigens ook een ambtshalve toetsing ten tijde van het nemen van het raads- ingegaan, aangezien aan het raadsbe- plaatsvindt. besluit tot onteigening nog niet onher- sluit tot onteigening, voorzover het De reclamanten onder a. verwijzen in roepelijk is goedgekeurd, dienen aan onder meer deze gronden betreft, de hun geschrift met bedenkingen naar dit besluit evenwel voorwaarden te goedkeuring wordt onthouden. hun bij het gemeentebestuur ingedien- worden verbonden, welke ertoe lei- de geschrift met zienswijzen. Met de den, dat geen dagvaardingen als Overwegingen ten aanzien van de weerlegging van hun grieven door de bedoeld in artikel 18 van de onteige- naar voren gebrachte bedenkingen gemeente kunnen zij niet instemmen. ningswet zullen worden uitgebracht De totstandkoming van de door Ons – Zo menen de reclamanten onder a. dat alvorens het bestemmingsplan onher- op grond van artikel 79 van de ontei- er geen grondslag kan zijn voor de roepelijk is goedgekeurd en dat het geningswet – te nemen beslissing onderhavige onteigening. onteigeningsbesluit vervalt, indien en omtrent goedkeuring van een raadsbe- Gedeputeerde Staten van Groningen voorzover aan het bestemmingsplan in sluit tot onteigening is omgeven met hebben voor een groot gedeelte de hoogste instantie goedkeuring wordt wettelijke waarborgen voor een zorg- goedkeuring aan het bestemmingsplan onthouden. vuldige belangenafweging onder meer ’Compagniesterpark’ onthouden. Dit Door middel van deze voorwaarden in de vorm van een bezwarenprocedu- betekent naar de mening van de recla- zijn naar Ons oordeel de rechtszeker- re. Deze procedure is onder andere manten onder a. dat voor de niet heid en de rechtsbescherming van alle geregeld in de artikelen 80, 84 en 85 goedgekeurde plandelen de oorspron- belanghebbenden voldoende gewaar- van de onteigeningswet. Zo is in artikel kelijke – agrarische – bestemming weer borgd. In het onderhavige raadsbe- 84, derde lid, van de onteigeningswet geldt. De bestemming sluit, zoals dat is aangevuld bij raads- bepaald, dat belanghebbenden, die tij- ’Woondoeleinden’ kan dan ook, gelet besluit van 23 februari 1999, zijn de

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 2 bedoelde opschortende en ontbinden- reclamanten niet wat er op hun grond ber 1997 is vastgesteld. Aangezien de voorwaarden ten aanzien van de is gepland. Gedeputeerde Staten van Groningen herziening van het bestemmingsplan Dienaangaande overwegen Wij dat op aan het bestemmingsplan opgenomen. basis van een globaal bestemmings- ’Compagniesterpark’ gedeeltelijk de Ten aanzien van de bedenking dat er plan in beginsel onteigend kan wor- goedkeuring heeft onthouden heeft in dezen geen sprake is van een door den, mits er voldoende inzicht wordt de gemeente op grond van artikel 30 de gemeente vastgestelde herziening verschaft in de door de gemeente ter van de Wet op de Ruimtelijke overwegen Wij dat het raadsbesluit tot plaatse voorgestane wijze van planuit- Ordening dit bestemmingsplan her- vaststelling van bedoelde herziening voering. Zoals in het vorenstaande zien. Voordat bedoelde herziening tot van het bestemmingsplan reeds is gesteld zijn Wij van oordeel stand is gekomen heeft de gemeente ’Compagniesterpark’ voorafgaande dat uit de plankaarten, de voorschrif- Ons gemeld niet langer prijs te stellen aan het raadsbesluit tot onteigening, ten en de toelichting waarin een stede- op voortzetting van die onteigenings- beide gedateerd op 8 december 1998, bouwkundig schetsplan (inrichting) is procedure. De onthouding van goed- is genomen. Dit betekent dat ten tijde opgenomen, behorende bij het onder- keuring aan het bestemmingsplan van het nemen van het onderhavige havige bestemmingsplan alsmede uit ’Compagniesterpark’ had geen betrek- raadsbesluit tot onteigening wel spra- de brochure ’Compagniesterpark, een king op de structuur van dit bestem- ke was van een vastgestelde herzie- rijk gevoel’, voldoende blijkt, welke mingsplan, maar slechts op de bouw- ning. Gelet hierop zijn Wij van oordeel wijze van planuitvoering de gemeente mogelijkheden in bepaalde jaren. dat het onderhavige raadsbesluit tot voorstaat. Gelet hierop heeft de gemeente dan onteigening kan worden geacht te zijn De reclamanten onder a. zijn tenslotte ook het bestemmingsplan voor wat gebaseerd op het onderhavige bestem- van mening dat de gemeente betreft de fasering van de bouwactivi- mingsplan en de herziening hiervan. Hoogezand-Sappemeer in strijd heeft teiten herzien. Voor de hand liggend is Het bouwverbod zoals dat – op aanwij- gehandeld met de algemene beginse- dan ook dat de gemeente opnieuw zing van Gedeputeerde Staten – in het len van behoorlijk bestuur. De zou trachten de grond van de recla- herziene bestemmingsplan is opgeno- gemeente heeft namelijk de in eerste manten onder a. te verwerven. Wij zijn men, houdt een fasering in van het instantie met haar raadsbesluit van 7 van oordeel dat de gemeente hierin realiseren van de beoogde bestem- juli 1998 opgestarte onteigeningspro- niet onzorgvuldig en niet in strijd met ming. Zoals in het vorenstaande reeds cedure niet voortgezet. Twee dagen de goede trouw heeft gehandeld. is overwogen wenst de gemeente het nadat de reclamanten hiervan door Voor zover de reclamanten van onderhavige bestemmingsplan en de middel van een brief van 29 september mening zijn dat de gemeente op herziening daarvan volledig te hebben 1998 zijdens het ministerie van onvoldoende wijze heeft getracht hun gerealiseerd in het jaar 2002. Gelet op Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening perceel op minnelijke wijze te verkrij- het feit dat de gemeente een grote en Milieubeheer op de hoogte zijn gen, overwegen Wij vooreerst dat in taakstelling krijgt in het kader van de gebracht, heeft de gemeente, zonder het algemeen niet eerder tot onteige- Regiovisie en het Omgevingsplan voorafgaand overleg, de reclamanten ning behoort te worden overgegaan, Regio Groningen kan, zo wordt in het bericht dat opnieuw een onteigenings- dan nadat een redelijke doch vruchte- raadsvoorstel tot vaststelling van de procedure, met inachtneming van het loos gebleken poging is ondernomen meergenoemde herziening gesteld, herziene bestemmingsplan, wordt om hetgeen onteigend moet worden worden aangenomen dat in het jaar gestart. Een dergelijke handelwijze is langs minnelijke weg te verwerven. 2000 en 2001 alle bouwverboden kun- naar de overtuiging van de reclaman- Aan deze eis is naar Ons oordeel nen worden opgeheven. Onder deze ten geen zorgvuldig overheidshande- genoegzaam voldaan indien voor de omstandigheden zijn Wij van oordeel len en is eveneens in strijd met de eerste tervisielegging van het onteige- dat, nu met de uitvoering van het werk goede trouw. Ook, zo voeren de recla- ningsplan met de onderhandelingen waarvoor onteigend wordt, een aan- manten verder aan, heeft de gemeente over de minnelijke verwerving een vang wordt gemaakt binnen de ten aanzien van deze nieuwe onteige- aanvang is gemaakt en ten tijde van gemeenlijk op vijf jaren te stellen ningsprocedure niet opnieuw overleg het nemen van het raadsbesluit tot urgentietermijn, de voorgenomen ont- gevoerd om de grond van de recla- onteigening voldoende aannemelijk is eigening, wat dit aspect betreft, manten op minnelijke wijze te kunnen dat die onderhandelingen vooralsnog gerechtvaardigd is. Niet valt in te zien verwerven. Dit had de gemeente wel niet tot het gewenste resultaat zullen dat de onderhavige situatie vergelijk- moeten doen, aldus de reclamanten leiden. Voorts zijn Wij van oordeel, dat baar is met de situatie van het door de onder a., omdat er door de nieuwe het wel wenselijk doch niet strikt reclamanten genoemde arrest, waarin onteigeningsprocedure een zogenaam- noodzakelijk is, dat ten tijde van het het beëindigen van een huurovereen- de ’nulsituatie’ voor wat betreft het nemen van het raadsbesluit tot ontei- komst ter realisering van een bestem- voeren van onderhandelingen is ont- gening reeds een formeel bod moet mingsplan als geschil in geding is staan. zijn uitgebracht. Voldoende is dat spra- gebracht. Ten aanzien van deze bedenkingen ke is geweest van een redelijke doch De reclamanten onder a. melden ver- overwegen Wij het volgende. De vruchteloos gebleken poging om het- der dat het (herziene) bestemmings- gemeente heeft destijds een adminis- geen onteigend moet worden langs plan een globaal karakter draagt. Een tratieve onteigeningsprocedure gestart minnelijke weg te verwerven. concreet werk waarvoor de onteige- – het raadsbesluit tot onteigening is Bij de onderhandelingen dienaangaan- ning wordt beoogd, evenals een inrich- gedateerd op 7 juli 1998 – met als de kan, ook zonder dat een formeel tingsplan, ontbreekt aldus de recla- grondslag het bestemmingsplan bod is uitgebracht, genoegzaam manten. Hierdoor weten de ’Compagniesterpark’ dat op 23 decem- komen vast te staan dat minnelijke ver-

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 3 werving vooralsnog niet tot de moge- schappelijke bedenking aan dat de het perceel worden door de reclaman- lijkheden behoort. Alsdan kan een gemeente er ten onrechte vanuit is ten onder e. en onder f. – tegen gerin- gemeente teneinde op een redelijk gaan dat geen bedenkingen (lees: ge kosten – paarden gestald. tijdstip tot uitvoering van het desbe- zienswijzen) bij de gemeente naar Laatstgenoemde reclamanten stellen treffende bestemmingsplan te kunnen voren zijn gebracht tegen de voorge- dat bij onteigening hun paarden elders overgaan in beginsel tot onteigening nomen onteigening. Nadat de recla- moeten worden gestald hetgeen ver- besluiten. manten door de gemeente huiskosten met zich mee brengt. De Uit het ter zake ingestelde onderzoek Hoogezand-Sappemeer met een schrij- reclamant onder c. voert aan dat is gebleken dat de gemeente met de ven van 29 september 1998 zijn mede- indien tot onteigening zal worden reclamanten reeds geruime tijd voor gedeeld dat de onteigeningsprocedure overgegaan, de paardenstallen met de eerste tervisielegging van het eerste opnieuw zou worden opgestart, heeft acht boxen zullen moeten worden onteigeningsplan dat als grondslag uit- de gemachtigde van de reclamanten afgebroken en elders opnieuw moeten sluitend het bestemmingsplan op 14 oktober 1998 een gesprek gehad worden opgetrokken. Dit opnieuw ’Compagniesterpark’ had, in onderhan- met twee ambtenaren van deze optrekken zal dienen te geschieden deling is. De onderhandelingen heb- gemeente. Ook stellen de reclamanten met inachtneming van de heden ten ben zowel mondeling als schriftelijk op schriftelijke wijze bedenkingen dage geldende voorschriften, hetgeen plaatsgevonden. Eén en ander heeft tegen het herziene bestemmingsplan, een forse schade voor hem zal mee- echter nog niet geleid tot minnelijke gedateerd op 14 oktober 1998, bij de brengen. De reclamanten onder c. en overeenstemming. De gemeente gemeente naar voren te hebben onder d. wijzen er voorts op dat zij, streeft, zo blijkt uit haar brief van 28 gebracht. Vervolgens is er, aldus de naast materiële schade, door beper- september 1998 aan de reclamanten, reclamanten, nog verdere correspon- king van hun genotsuitoefening, ook verkrijging van hun grond op minnelij- dentie gevoerd met de gemeente en immateriële schade zullen lijden. ke wijze nog steeds na. Ten tijde van zijn er een groot aantal gesprekken Destijds is tot aankoop van het te ont- het nemen van het onderhavige raads- gevoerd. eigenen perceel overgegaan omdat besluit bestond er echter nog geen Uit het meergenoemde onderzoek is deze grond al jaren lang organiek zou overeenstemming tussen de partijen. naar voren gekomen dat de gemeente behoren tot het perceel plaatselijk Gelet op het vorenstaande zijn Wij van Hoogezand-Sappemeer het gesprek bekend Borgercompagniestraat 64. Het oordeel, dat nu de gemeente vóór de dat op 14 oktober 1998 heeft plaatsge- ter onteigening aangewezen perceel eerste tervisielegging van het onteige- vonden met de gemachtigde van de maakt naar de mening van de recla- ningsplan met de onderhandelingen reclamanten niet heeft opgevat als het manten onder c. en onder d. onlosma- over de minnelijke verwerving van het (mondeling) naar voren brengen van kelijk deel uit van het perceel plaatse- perceel van de reclamanten een aan- zienswijzen. lijk bekend Borgercompagniestraat 64 vang heeft gemaakt en ten tijde van Gelet echter op de vorengeschetste waarop zich het woonhuis van de het nemen van het raadsbesluit vol- omstandigheden, te weten het gesprek reclamant onder d. bevindt. doende aannemelijk was, dat minnelij- dat heeft plaatsgevonden binnen de Naar aanleiding van vorengenoemde ke verwerving vooralsnog niet tot de termijn waarin zienswijzen tegen de bedenkingen overwegen Wij dat deze mogelijkheden behoort, teneinde op voorgenomen onteigening naar voren in feite van financiële aard zijn. een redelijk tijdstip tot de uitvoering konden worden gebracht en dat tegen Dergelijke bedenkingen kunnen aan van het onderwerpelijke bestemmings- de eerdere onteigeningsprocedure, die de goedkeuring van een raadsbesluit plan te kunnen overgaan, zij in begin- is gestaakt vanwege het feit dat de tot onteigening niet in de weg staan, sel tot onteigening van het desbe- gemeente het bestemmingsplan zou aangezien de onteigeningswet belang- treffende perceel heeft kunnen gaan herzien, bijtijds zienswijzen bij de hebbenden een volledige schadeloos- besluiten. Het minnelijk overleg, dat gemeente en vervolgens bedenkingen, stelling waarborgt. De hoogte van ingevolge artikel 17 van de onteige- gedateerd op 4 augustus 1998, bij Ons deze schadevergoeding staat niet ter ningswet aan de gerechtelijke proce- zijn ingediend alsmede dat opnieuw beoordeling, aangezien de vaststelling dure vooraf zal moeten gaan, zal wel- bedenkingen zijn ingediend tegen het daarvan geschiedt in het kader van de licht alsnog tot een voor alle partijen herziene bestemmingsplan overwegen gerechtelijke procedure. aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Wij dat het niet overtuigend is dat er Voor zover de reclamanten menen dat Nadrukkelijk wijzen Wij erop dat de geen sprake is geweest van het op geen onteigening kan plaatsvinden onderhandelingen die hebben plaats- mondelinge wijze naar voren brengen omdat de in het raadsbesluit tot ontei- gevonden in het kader van de onteige- van zienswijzen door de reclamanten gening aangewezen grond organiek ningsprocedure met alleen het bestem- onder c. tot en met onder f. Gelet hier- behoort tot het perceel plaatselijk mingsplan ’Compagniesterpark’ als op zijn er termen aanwezig de recla- bekend Borgercompagniestraat 64 grondslag, uiteraard ook hun waarde manten onder c. tot en met onder f. in overwegen Wij dat dit geen aanleiding hebben in het kader van de hernieuw- hun bij Ons ingediende bedenkingen kan zijn goedkeuring aan het raadsbe- de onteigeningsprocedure waarbij te ontvangen. sluit tot onteigening ten aanzien van tevens het herziene bestemmingsplan De reclamanten onder c. tot en met het onderhavige perceel te onthouden. als grondslag dient. Van een ’nulsitu- onder f. verwijzen vervolgens in hun De reclamanten onder d., onder e. en atie’ is naar Ons oordeel geen sprake. geschriften met bedenkingen naar de onder f. menen vervolgens dat er geen De reclamanten onder c. tot en met eerder ingebrachte geschriften met dringende reden bestaat om het per- onder f. voeren in hun nagenoeg bedenkingen, gedateerd op 4 augustus ceel waarvan zij belanghebbenden zijn gelijkluidende geschriften met beden- 1998. Zo stellen zij schade te lijden te onteigenen. Elders binnen de kingen op de eerste plaats als gemeen- indien de grond wordt onteigend. Op gemeente Hoogezand-Sappemeer is

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 4 voldoende bouwgrond aanwezig. De in staat zijn het onderhavige bestem- heid dat die bestemming in de door de in het raadsbesluit tot onteigening mingsplan zelf te realiseren. gemeente gewenste vorm daadwerke- aangewezen grond is dan ook niet Met betrekking hiertoe dient vooreerst lijk wordt gerealiseerd. Vervolgens dringend nodig voor woningbouw. in het algemeen het volgende te wor- blijkt uit zowel het ter zake ingestelde Tevens betwisten voornoemde recla- den overwogen. In het kader van een onderzoek als uit de overgelegde stuk- manten het belang van een dergelijk voorgenomen onteigening zal moeten ken dat, gelet op de ligging van de groot bouwproject zoals de gemeente zijn aangetoond, dat zonder de voor- grond van de reclamanten, zonder in dezen voor ogen staat. Immers, bin- gestelde grondverwerving door de medewerking van de gemeente reali- nen een straal van 25 kilometer van de gemeente het doel waarvoor wordt sering van het bestemmingsplan door onderhavige locatie worden circa 1.500 onteigend niet of niet in de door de de reclamanten niet zonder meer tot woningen afgebroken wegens leeg- gemeente gewenste vorm te bereiken de mogelijkheden behoort. Gelet op stand. is. Voorts is van belang, dat indien een hierop en mede gelet op het feit, dat Ten aanzien van deze bedenkingen grondeigenaar bereid en in staat is zelf de reclamanten onder c. tot en met overwegen Wij dat deze in feite zijn de op zijn grond rustende bestem- onder f. tijdens het horen ingevolge gericht tegen het ter uitvoering staan- ming(en) te verwezenlijken, onteige- het tweede lid van artikel 86 van de de bestemmingsplan als zodanig. ning voor dat doel in beginsel niet onteigeningswet, te kennen hebben Dergelijke bedenkingen zijn van plano- noodzakelijk is. Dit beginsel kan uit- gegeven de voorkeur te geven aan logische aard en behoren in eerste zondering lijden, indien door de grondruil ten behoeve van een instantie in het kader van de in de Wet gemeente ter verwezenlijking van de geschikte locatie voor het houden van op de Ruimtelijke Ordening voorge- betrokken bestemming(en) een andere paarden, zijn Wij van oordeel dat deze schreven procedure met betrekking tot vorm van planuitvoering wordt bedenkingen er niet toe leiden, dat de totstandkoming van bestemmings- gewenst dan de eigenaar voor ogen aan het onderwerpelijke raadsbesluit plannen naar voren te worden staat. In een dergelijk geval is onteige- geheel of gedeeltelijk de goedkeuring gebracht. Door middel van deze proce- ning echter slechts dan gerechtvaar- wordt onthouden. dure en door middel van de hiervóór digd, indien is aangetoond, dat aan die aangehaalde, aan het raadsbesluit tot andere vorm van planuitvoering in het Overige overwegingen onteigening verbonden opschortende publiek belang dringend behoefte Zoals in het vorenstaande reeds is over- en ontbindende, voorwaarden, ver- bestaat. De vorm van planuitvoering wogen wordt ten aanzien van de per- band houdende met de goedkeuring welke in het publiek belang geboden celen kadastraal bekend gemeente van het ter uitvoering staande (herzie- is, staat overigens in eerste aanleg ter Sappemeer, sectie G, nos. 188, 196, ne) bestemmingsplan, zijn de rechtsze- beoordeling van het gemeentebestuur. 3797, 3798, 3898, 4268 en 4269 de kerheid en de rechtsbescherming van Of de betrokken grondeigenaren zelf goedkeuring aan het raadsbesluit tot de justitiabelen naar Ons oordeel vol- daadwerkelijk tot planuitvoering zul- onteigening onthouden. De verwer- doende gewaarborgd. Dergelijke len (kunnen) overgaan, hangt dan ook ving van de overige in het onteige- bedenkingen dienen hier derhalve in hoofdzaak af van de vorm van plan- ningsplan begrepen gronden moet in thans buiten beschouwing te blijven en uitvoering. het belang van de volkshuisvesting en kunnen er daarom niet toe leiden, dat De potentiële uitvoerders van het een goede ruimtelijke ontwikkeling aan het raadsbesluit tot onteigening bestemmingsplan zullen met het oog van de gemeente Hoogezand- de goedkeuring wordt onthouden. daarop inzicht moeten verkrijgen in de Sappemeer worden geacht. Er bestaan Voorts heeft het ter zake ingestelde door de gemeente voorgestane wijze ook overigens te dien aanzien geen onderzoek uitgewezen dat als gevolg van planuitvoering, hetgeen door- termen aan het raadsbesluit tot ontei- van ontwikkelingen op de woning- gaans voor een belangrijk deel uit de gening de goedkeuring te onthouden. markt een toenemende behoefte is toelichting op het bestemmingsplan of ontstaan aan bouwcapaciteit in de uit de bij dat plan behorende voor- Beslissing vrije sector. Hiertoe heeft de gemeen- schriften al dan niet met de beschrij- Wij hebben goedgevonden en ver- teraad Hoogezand-Sappemeer de ving in hoofdlijnen blijkt. staan: structuurschets ’Hart nodig’, waarin In het bijzonder overwegen Wij aller- locaties – waaronder de locatie eerst ten aanzien van vorenstaande vorengenoemd besluit van de raad van ’Compagniesterpark’ – zijn aangege- bedenking het volgende. De reclaman- Hoogezand-Sappemeer, zoals dat is ven die voor woningbouw ontwikkeld ten onder c. en onder d. hebben op aangevuld, goed te keuren, behoudens zullen worden, vastgesteld. Het is de geen enkele wijze duidelijkheid ver- voor zover het strekt tot onteigening bedoeling, zoals in de reeds eerder schaft, ook niet na daartoe te zijn uit- van de percelen kadastraal bekend genoemde brochure genodigd tijdens het ter zake ingestel- gemeente Sappemeer, sectie G, nos. ’Compagniesterpark, een rijk gevoel’ de onderzoek, hoe zij aan het 188, 196, 3797, 3798, 3898, 4268 en wordt vermeld het plangebied als een onderhavige bestemmingsplan uitvoe- 4269, aan welk deel van het raadsbe- (luxe) parkbuurt met ’veel groen, ring kunnen geven, waaronder tevens sluit de goedkeuring wordt onthou- water en mooie huizen’ in te richten. begrepen de financiering van de uit- den. Gelet hierop heeft de gemeente naar voering. Nu er geen duidelijkheid Ons oordeel in redelijkheid tot ontei- bestaat of het zelf realiseren van de Onze Minister van Volkshuisvesting, gening voor dit doel kunnen besluiten. bestemming ’Woondoeleinden’ door Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De reclamanten onder c. en onder d. de reclamanten wel is belast met de uitvoering van dit menen tenslotte dat er geen noodzaak reëel moet worden geacht, bestaat er besluit, dat met de raadsbesluiten in tot onteigening kan bestaan omdat zij naar Ons oordeel geen enkele zeker- de Staatscourant zal worden geplaatst

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 5 en waarvan afschrift zal worden gelet op de artikelen 77 e.v. van de Raadsbesluit d.d. 23 februari 1999 no. gezonden aan de Raad van State. Onteigeningswet; 15

’s-Gravenhage, 9 augustus 1999. besluit: De raad van de gemeente Hoogezand- Beatrix. Sappemeer De Minister van Volkshuisvesting, – de zienswijzen van A.M. Hesse-Swart gelezen het voorstel van burgemeester Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en J. Kemper-Hesse ongegrond te ver- en wethouders d.d. 1 februari 1999, J.P. Pronk. klaren; no. 25a/afd. RO/EZ; – de zienswijzen van Mega Vastgoed overwegende, dat het noodzakelijk is Raadsbesluit d.d. 8 december 1998 no. BV ongegrond te verklaren; het raadsbesluit van 8 december 1998 26 – ten behoeve van de uitvoering van (no. 172) aan te vullen in verband met het bestemmingsplan het vermelden van de ’Herziening De raad van de gemeente Hoogezand- ’Compagniesterpark’ ten name van de bestemmingsplan Compagniesterpark’; Sappemeer gemeente Hoogezand-Sappemeer te gelezen het voorstel van burgemeester onteigenen de, op de bij dit besluit besluit: en wethouders d.d. 4 november 1998, behorende lijst en grondtekening aan- no. 172/afd. RO/EZ; gegeven percelen, kadastraal bekend – dat de onteigening mede geschiedt overwegende: gemeente Sappemeer, sectie G num- ten behoeve van de uitvoering van de – dat bij raadsbesluit van 8 december mers 4267, 196, 3898, 3797, 3798, 188, ’Herziening bestemmingsplan 1998 de Herziening van het bestem- 4268, 4269 en 1815; Compagniesterpark’; mingsplan ’Compagniesterpark’ is vast- – dat niet tot dagvaarding van de – dat niet tot dagvaarding van de gesteld; grondeigenaren en/of de zakelijk grondeigenaren en/of de zakelijk – dat het ten behoeve van de realise- gerechtigden zal worden overgegaan gerechtigden zal worden overgegaan ring van het bestemmingsplan voordat onherroepelijk over de goed- voordat onherroepelijk over de goed- ’Compagniesterpark’ noodzakelijk is, keuring van het bestemmingsplan is keuring van het bestemmingsplan en dat de gemeente de beschikking heeft beslist; de Herziening daarvan is beslist; over alle binnen het plangebied gele- – dat dit besluit vervalt, indien en voor- – dat dit besluit vervalt, indien en voor- gen percelen; zover in hoogste instantie goedkeuring zover in hoogste instantie goedkeuring – dat in verband hiermee een onteige- aan het bestemmingsplan wordt ont- aan het bestemmingsplan en de ningsplan met de daarbij behorende houden. Herziening daarvan wordt onthouden. stukken vanaf 1 oktober 1998 ter inza- ge heeft gelegen; Aldus vastgesteld in de openbare ver- Aldus vastgesteld in de openbare ver- – dat binnen de daarvoor gestelde ter- gadering van 8 december 1998. gadering van 23 februari 1999. mijn 2 schriftelijke zienswijzen zijn De raad voornoemd, De raad voornoemd, ingediend; De voorzitter. De voorzitter. – dat de raad kennis heeft genomen De secretaris. De secretaris. van de overwegingen van Burgemeester en Wethouders ten aan- zien van de ingebrachte zienswijzen en deze tot de hare heeft gemaakt;

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 6 Onteigening Compagniesterpark

Grondplan- Te van het perceel, bij het kadaster bekend nummer onteigenen grootte

Als Ter grootte Sectie en Deel Zakelijk ten name van van nummer recht ha a ca ha a ca

Gemeente Sappemeer 1 01 68 13 onbebouwd 01 68 13 G 4267 1 VE STUUT SAPPEMEER BEHEER B.V. grasland BORGERCOMPAGNIESTERSTR. 64 9611 KC SAPPEMEER 2 00 03 98 bebouwd 00 03 98 G 196 1 VE NIEMEIJER H. eengezinswonen Noorderstr. 290 9611 AH SAPPEMEER 3 00 00 33 onbebouwd 00 00 33 G 3898 1 VE NIEMEIJER H. erf en tuin Noorderstr. 290 9611 AH SAPPEMEER 4 00 05 26 onbebouwd 00 05 26 G 3797 1 VE LETMAATH BEHEER BV bouwterrein voor Noorderstr. 179 bedrijvigheid 9611 AD SAPPEMEER 5 00 02 25 onbebouwd 00 02 25 G 3798 0.5 VE LETMAATH BEHEER BV bouwterrein voor Noorderstr. 2179 bedrijvigheid 9611 AO SAPPEMEER 6 00 04 37 bebouwd 00 04 37 G 188 0.5 VE WILMINK B.J. eengezinswonen Noorderstr. 280 9611 AS SAPPEMEER 0.5 VE JAGER L NOORDERSTRAAT 280 9611 AS SAPPEMEER 7 01 77 44 onbebouwd 01 77 44 G 4268 1 VE OTTENS H.W. grasland MELKWEG 94 9602 JJ HOOGEZAND 8 01 27 78 onbebouwd 01 27 78 G 4269 1 VE OTTENS H.W. grasland MELKWEG 94 9602 JJ HOOGEZAND 9 01 86 70 onbebouwd 01 86 70 G 1815 0.25 VE HESSE J. akkerbouwland PRINSES MARIELAAN 2a 3743 JA BAARN 0.75 VE SWART A.M. VAN NOORTSTRAAT 59 SAPPEMEER

Behoort tot het raadsbesluit tot onteigening van de gemeente Hoogezand-Sappemeer d.d. 8 december 1998 no. 26.

Uit: Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 8 7