Casting Van Vierde Partijen in TV-Interviews
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS Op de grens van de neutraliteit: casting van vierde partijen in TV-interviews Naomi H.J.M. Pijnenburg S343424 Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen Bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen Studierichting Tekst & Communicatie Eerste begeleider: Dr. Erica Huls Tweede begeleider: Dr. Kiek Tates Tilburg, augustus 2011 VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave II Samenvatting IV Voorwoord V 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding en theoretisch kader 1 1.1.1 Historie van TV-interviews 1 1.1.2 Neutraliteit 3 1.2 Verandering in participantenstructuur 5 1.3 Definitie van de casting van het platform met vierde partijen 9 1.4 Doelstellingen en vraagstellingen 13 2 Methode 14 2.1 Karakterisering 14 2.2 Materiaal 14 2.2.1 Dataselectie 16 2.3 Materiaalanalyse 17 2.3.1 De drie manieren van reageren op derde partijen 18 3 Resultaten 19 3.1 Patronen in de vraagstelling 19 3.1.1 Gesprekscoördinatie 20 3.1.2 Postsequenties 22 3.2 Patronen in de beantwoording 23 3.2.1 Aarzeling in de beantwoording 23 3.2.2 Ontvangst van de platformcasting 27 3.2.3 Metacommunicatie 29 4 Conclusie en discussie 31 4.1 Evaluatie inhoud 31 II VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS 4.2 Evaluatie werkwijze 33 4.2 Vervolgonderzoek 33 Bibliografie 35 Bijlage 1 Legenda transcriptiesymbolen 37 III VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS SAMENVATTING Hoewel TV-interviews in de loop der jaren erg veranderd zijn, blijft de basis van de journalistiek de neutraliteit die beoefenaars van het vak moeten bewaren. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe vormen van vraagstelling, zoals het inzetten van zogenaamde derde partijen. Dat wil volgens Clayman (1988) zeggen: het toekennen van een uiting aan een andere auteur of uitvinder, om namens deze partij te kunnen spreken. Een nieuwere vorm is het inzetten van zogenaamde vierde partijen, waarin door middel van videofragmenten, audiofragmenten, foto‟s, objecten of andere gasten aan tafel, andere auteurs of uitvinders op tafel komen. De focus van dit onderzoek is het ontdekken van patronen in de manier waarop interviewers vierde partijen inzetten, en in de manier waarop geïnterviewden deze veranderde platformcasting ontvangen. Hiervoor zijn 40 beurtsequenties uit 8 interviews met politici uit het TV-programma Pauw & Witteman onderzocht. Deze interviews zijn getranscribeerd voor eerder onderzoek (Huls & Varwijk, 2011) en de geselecteerde sequenties zijn aan de hand van de transcriptiemethode van Jefferson (2005) voor dit onderzoek verfijnd. Uit een gespreksanalytische beoordeling van de sequenties, komt naar voren dat interviewers moeite hebben de gesprekscoördinatie te behouden en dat politici overrompeld zijn door deze vorm van interviewen. De geïnterviewden hebben de strategie wel door, blijkens het feit dat ze metacommuniceren over handelingen die hebben plaatsgevonden in het interview. IV VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS VOORWOORD Een woord van dank gaat uit naar mijn begeleidster en onderzoeker Dr. Erica Huls, omdat zij de eerste was die dit fenomeen op het spoor kwam en die tijdens andere onderzoeken (Huls, 2010; Huls & Varwijk, 2011) ontdekte dat er in TV-interviews met Jeroen Pauw en Paul Witteman meer gebeurt dan in een standaard interview. Ook heeft ze mij geadviseerd waar nodig en bijgestaan met creatieve ideeën, zoals het tekenen van Figuur 2a tot en met 2f, terminologie aangedragen en ervoor gezorgd dat het geheel de vorm kreeg die het nu heeft. Ook wil ik in dit kader Jasper Varwijk bedanken, die zijn masterscriptie heeft geweid aan het onderzoeken van Pauw en Witteman en hun neutraliteit jegens rechtse en linkse politici. Hij is degene die de transcripten heeft geleverd die de basis vormden voor dit onderzoek. Uiteraard wil ik mijn beide beoordelaars bedanken voor de tijd en moeite die ze in dit project hebben geïnvesteerd. V VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS Op de grens van de neutraliteit: casting van vierde partijen in TV-interviews Nr. Spreker Transcriptie 1 Witt Mogen we nog een experimentje doen met Midas Dekkers. 2 (0.7) Die heeft het namelijk in zijn boek ook over praten met 3 mensen .hh en dat je beter naar pratende mensen kunt kijken 4 als je ze niet hoort .hh dan wanneer je ze wel hoort. Dan gaan 5 we dit fragmentje van Bot (.) gaan we nog even zo:nder geluid 6 laten horen als dat kan. (.) Vraag ik aan de regie.= 7 Pauw =Ja::, dat kan va:st. 8 Witt Ja. (1.0) Nou: (.) zie je dat valt toch nog niet mee. (3.0) Maar 9 het komt er nu aan. 10 ((Het fragment met Bot wordt nogmaals afgespeeld, maar nu 11 zonder geluid.)) 12 Abal Ohjee 13 Witt Wat zie je Midas? 14 ((Midas Dekkers blijft even stil terwijl hij de beelden bekijkt.)) 15 Dekk Ik zie een man die ontzettend zijn best doet (.) om uh: uh 16 eerlijk over te komen. (0.5) En die daar zo:: erg zijn best voor 17 doet, dat ik m niet zou vertrou[wen. 18 Rutte [Jongens, ik maak hier echt 19 bezwaar tegen. (.) Want dit past nou weer he::lemaal even 20 serieus dit past nou weer helemaal in het stijltje van <de 21 politiek is bezig altijd de zaak te belazeren.> Ik, ik ben vier jaar 22 geleden de politiek ingegaan (0.5) .hh uh (1.0) ik ben tot nu 23 toe, natuu::rlijk heb je stevige debatten en meningsverschillen, 24 maar ik ben nog gee::n mensen tegengekomen die de zaak 25 bewust aan het belazeren zijn. Ps. Een uitgebreide uitleg bij dit fragment is te vinden op pagina 8. 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en theoretisch kader 1.1.1 Historie van TV-interviews Al sinds de zestiende eeuw is het interview een begrip, maar in die tijd werd het begrip gebruikt om aan te duiden dat het ging om een “face to face ontmoeting tussen personen, met name met de bedoeling een formele conferentie te houden over een bepaald punt” (Montgomery, 2007, p. 144). Montgomery legt verder uit dat er in die tijd dus symmetrie bestond tussen de deelnemers aan een interview en de bedoelingen van die deelnemers, wat vaak personen waren met een hoge rang. Over de laatste 150 jaar is het interview veranderd in een ontmoeting tussen een interviewer en een geïnterviewde die duidelijk andere rollen vervullen. Deze verandering heeft onder invloed van de journalistiek kunnen plaatsvinden; op dit gebied begon de specialisatie van de term interview. Volgens Montgomery wordt er rond het jaar 1860, en misschien zelfs al wel eerder, gesproken over een interview, wanneer het 1 VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS gaat om een “ontmoeting tussen een afgevaardigde van de pers en iemand van wie hij beweringen wil verkrijgen voor publicatie”. Met de komst van de televisie, kreeg het interview een nieuwe vorm. Hiermee was een interview niet langer altijd een privé aangelegenheid, maar wie dat ook maar wilde kon meekijken. In de laatste helft van de twintigste eeuw werd een interview niet alleen gebruikt voor nieuwsprogramma‟s, maar ook als entertainment voor de kijkers en in een format voor bekentenissen (Bell & Leeuwen, 1994). Televisieprogramma‟s, en dan met name TV-interviews, vormen tegenwoordig een belangrijk platform voor vooraanstaande personen in de maatschappij om hun ideeën uit te dragen en aan het grote publiek bekend te maken. Voor politici is een TV-interview één van de belangrijkste middelen geworden voor politieke communicatie (Elliott & Bull, 1996). Elliott & Bull (1996) concluderen dat dit ervoor heeft gezorgd dat dit type medium veel aandacht heeft gekregen in de onderzoekswereld, met onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen de Psychologie, Sociologie, Taalkunde en Communicatiewetenschappen. In 2010 had in Nederland 97,6% van de huishoudens één of meerdere TV-toestellen in gebruik (SKO & Intomart GfK, 2011) en dus lijkt dit inderdaad een middel waarmee potentieel veel Nederlanders tegelijkertijd kunnen worden bereikt. Hoewel er veel potentiële winst te behalen valt via dit medium, is een TV-interview ook een risicovol platform, omdat het interview wordt geleid door een interviewer die veel macht heeft in de conversatie (Huls & Varwijk, 2011). Interviewers zijn degenen die de politici introduceren aan het publiek en zij bepalen de agenda. Bovendien zijn ze altijd in de meer machtige positie, doordat zij nieuwe onderwerpen mogen initiëren (Lauerbach, 2007) en kunnen bepalen wanneer een vraag naar hun mening (in)adequaat is beantwoord (Huls, 2009). Het hele concept TV-interview zou niet bestaan zonder de notie van publiek. Zowel het publiek in de studio, maar vooral ook het publiek dat thuis voor de televisie zit, vormt een belangrijke factor in een TV-interview, omdat de gehele interactie tussen politicus en interviewer is gericht op het toehorende publiek (Blum-Kulka, 1983). Een politicus die deelneemt aan een TV-interview, doet dat niet alleen als zichzelf, maar met name als afgevaardigde van zijn politieke partij (Lauerbach, 2007). Door deel te nemen aan een TV- interview, hoopt een politicus op goede publiciteit en in ruil hiervoor geeft hij informatie en zijn mening wanneer daar om wordt gevraagd (Bell & Leeuwen, 1994). Hier kunnen conflicten ontstaan, wanneer een politicus een vijandige vraag bijvoorbeeld liever niet wenst te beantwoorden, terwijl een interviewer op zoek gaat naar antwoorden met nieuwswaarde (Ekström, 2001) door kritische vragen te stellen in naam van het publiek (Lauerbach, 2007). 2 VIERDE PARTIJEN IN TV-INTERVIEWS Door naar de studio te komen, verplicht een politicus zich om bevredigende antwoorden te geven en dan kan het zijn dat alleen een ja of nee niet volstaat (Blum-Kulka, 1983). Wordt er een onbevredigend antwoord gegeven, dan zal de interviewer blijven doorvragen tot hij een antwoord heeft gehoord waarmee hij en het publiek tevredengesteld zijn. Dit is echter niet altijd zo geweest. Terwijl de context van een TV-interview veranderde en de technologie verder vooruit ging, is ook de manier van interviewen veranderd.