De Bodemgesteldheid Van Noord-Kennemerland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Bodemgesteldheid Van Noord-Kennemerland STICHTING VOOR BODEMKARTERING / WAGENINGEN DE BODEMGESTELDHEID VAN NOORD-KENNEMERLAND WITH A SUMMARY: SOIL CONDITIONS IN NORTH KENNEMERLAND Dr H. C. DE ROO, 1. i. g •"SCANS )S STAATSDRUKKERIJ %^^ UITGEVERIJBEDRIJF VERSL. LANDBOUWK. ONDERZ. No. 59.3 — 'S-GR AVENH AGE — 1953 INHOUD1 WOORD VOORAF Blz. I. INLEIDING 1 II. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN HET DUINLANDSCHAP. (D) EN HET STRANDWALLENLANDSCHAP (W) .... 7 1. Indeling van de gronden 7 a. Hoofdindeling 7 b. Korrelgrootte 8 c. Kalk- en humusgehalte 8 d. Waterhuishouding en de eisen die de gewassen daaraan stellen . 9 e. Beoordeling van de waterhuishouding met behulp van de gley- verschijnselen 12 ƒ. Bijzondere aanduidingen v en k, storingen in de waterhuishouding 15 2. Nadere omschrijving van de duinzandgronden (Dd, Dp en Da) ... 16 3. Nadere omschrijving van de strandwalgronden (Ww) 19 III. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE STRANDWALOVERGANGSGRONDEN (Wo) 22 1. Indeling van de gronden 22 a. Hoofdindeling 22 b. Waterhuishouding 23 c. Bijzondere aanduidingen v en k 23 2. Nadere omschrijving van de strandwalovergangsgronden (Wo) ... 25 IV. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE GRONDEN VAN HET JONGE ZEEKLEILANDSCHAP (M) EN DE ZEEBODEM- GRONDEN (N) 28 1. Landschappelijke hoofdindeling van de gronden 28 a. Binnendeltalandschap (MD) 28 b. Sterk geërodeerde pikkleilandschap (MP, MR, MEm en MEe) . 29 c. Verjongd marien-erosielandschap (MA, N en MN) 33 2. Nadere omschrijving van de gronden vanhe t binnendeltalandschap (MD) 34 3. Nadere omschrijving van de gronden van het sterk geërodeerde pikklei­ landschap (MP, MR, MEm en MEe) 40 a. Pikkleigronden (MP) 40 b. Rekerekleigronden (MR) 55 c. Meergronden (MEm) 59 d. Delgronden (MEe) 64 4. Nadere omschrijving van de gronden van het verjongd marien-erosie­ landschap (MA, N en MN) 65 a. IJoever-kleigronden (MA) en IJkleigronden (N) 65 b. Nieuwland-kleigronden (MN) 72 V. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE MARIENE OVERSLAGGRONDEN (Mo) 74 VI. BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE VEENGRONDEN (V) 76 VII. BIJZONDERE ONDERSCHEIDINGEN EN TOEVOEGINGEN 77 1. Bijzondere onderscheidingen 77 2. Toevoegingen 78 1 De auteur promoveerde op een gelijkluidend proefschrift tot Doctor in de Landbouwkunde aan de Land­ bouwhogeschool te Wageningen op 8 Juli 1953. VIII. BESCHRIJVING VAN DE OVERZICHTSKAART (BIJLAGE 1) MET OPMERKINGEN OVER DE PLAATSELIJKE GESTELDHEID EN AGRARISCHE GEBRUIKSMOGELIJK­ HEDEN VAND E BODEM 79 1. Inleiding 79 2. Het duinlandschap (D) 79 3. De strandwalgronden (geestgronden) (Ww) 82 a. De strandwalgronden vanBoeke i — Uitgeest 82 b. De strandwalgronden vanHeilo o — Limmen 83 c. De strandwalgronden langs de duinvoet 84 4. De strandwalovergangsgronden (Wo) 88 a. Langs de strandwal Boekei — Uitgeest 88 b. Langs de strandwal Heiloo — Limmen 90 c. Langs de duinvoet 93 5. De gronden vanhe t binnendeltalandschap (MD) 96 6. De pikkleigronden (MP)e n Rekerekleigronden (MR) 99 a. Polders vand e westelijke oude wad-strandvlakte 99 b. Polders vanhe t binnendeltalandschap en de Uitgeesterbroekpolder . 100 c. Veenpolders vand e oostelijke oude wad-strandvlakte 103 d. Polders vand enoordelijk e oude wad-strandvlakte 106 7. De meergronden (MEm) 116 8. Dedelgronde n (MEe) 119 IX. TOELICHTING BIJ DE OVERZICHTSKAART VANHE T BODEMGEBRUIK (bijlage 2) 122 X. GEOLOGISCHE EN BODEMKUNDIGE WORDINGSGESCHIEDENIS VAN NOORD- KENNEMERLAND 127 1. Inleiding 127 2. Vorming vand e schoorwal 127 3. Veengroei achter de schoorwal 128 4. Doorbraken van het strandwallenlandschap 128 5. Hernieuwde veengroei achter deschoorwa l 133 6. Vorming van hetpikkleilandscha p .134 7. Mariene erosie van hetpikkleilandscha p 134 8. Aanleg vandijken , vorming vanhe t verjongd marien-erosielandschap . 134 XI. BODEMKUNDIG EN MORFOLOGISCH ONDERZOEK IN HET STERK GEËRODEERDE PIKKLEILANDSCHAP (MP, MEe en MEm) 137 1. Beschrijving van de detailkaart met profieldoorsneden in de Baafjes- polder (bijlage 3 en 3A) 137 a. Inleiding . 137 b. Opbouw en vorming van het pikkleidek 137 c. Erosie vanhe tpikkleidek , vorming van de del- en meergronden . 140 2. Enkele opmerkingen over de schematische doorsnede D—E door een deel vand e Bergermeer end e polder de Egmondermeer (bijlage 4) . 143 XII. ENKELE BODEMKUNDIGE OPMERKINGEN EN BESPREKING VAND E RESULTATEN VAN HET GRONDMONSTERONDERZOEK 146 1. Grondsoorten 146 2. Nadere gegevens betreffende de duinzand- en strandwalcultuurgronden 148 3. Na-e n Mg-gehalte van de pikkleigronden en IJoever-kleigronden . 150 XIII. WATERHUISHOUDING VANHE T GEBIED VAN DE LAGE BEPOLDERDE GRONDEN IN NOORD-KENNEMERLAND 155 XIV. WATERHUISHOUDING VAN HET CIEBIED VAN DE HOUE GRONDEN IN NOORD- KENNEMERLAND 156 1. Inleiding 156 2. De hydrologie van de duinwaterstromingen 157 3. De hydrologische geschiedenis van de Hollandse duinstreek 160 a. Verbetering van de afwatering in het strandwallenlandschap en de aanleg van de droogmakerijen 162 b. Wateronttrekking aan de duinen ten behoeve van de waterleidingen en de industrieën 163 4. De ontwatering van het duinlandschap-infiltratiegebied in Noord- Kennemerland 167 5. De gevolgen van de ontwatering van het duinlandschap voor de vocht­ huishouding van de cultuurgronden in de duinstreek van Noord- Kennemerland 174 a. De duinzandgronden 174 A. De strandwalgronden (geestgronden) 179 c. Bevloeiing 183 d. Infiltratie 187 SUMMARY 188 LITERATUUR 197 BIJLAGEN: 1. Bodemkundige overzichtskaarl van Noord-Kennemerland, schaal 1: 2 5 000 (in twee bladen). 2. Overzichtskaart van het bodemgebruik van Noord-Kennemerland, schaal 1 :2 5 000. 3. Detailkaart van het sterk geërodeerde pikkeleilandschap in de Baafjespolder, met schetsen van profieldoorsneden. 3A. Profielen A, B en C in de Baafjespolder. 4. Schematische doorsnede D-E door een deel van de Bergermeer en de polder de Egmondermeer. WOORD VOORAF Aan het tot stand komen van deze verhandeling hebben velen hun medewerking verleend. De karteerders H. J. TE BRINKE, J. BRUYNS, A. B. FROON, J. J. VLEESHOUWER en H. F. VAN VUGHT hebben metvee l enthousiasme en toewijding het grootste deel van het veldwerk verzorgd. De bodemopname is verricht in de periode van begin 1948 tot medio 1949. De Rijkslandbouw- end eRijkstuinbouwvoorlichtingsdienste n boden steeds hun vol­ ledige medewerking en verschaften mijo.a .d e resultaten vanee ngroo t aantal grond- monsteranalyses. In het bijzonder werd alle hulp ondervonden vand e Rijkstuinbouw- consulent Ir G. W. VAN DERHEL M en de hoofdassistent J. C. MUYEN vanhe t Rijks- tuinbouwconsulentschap Amsterdam. De overzichtskaart van het bodemgebruik van Noord-Kennemerland (bijlage 2) is grotendeels samengesteld uit een door dit consu­ lentschap verrichte opname. De Geologische Dienst gaf mij inzage vanenkel e diepboringen uit haar archief. Dr P.J . R. MODDERMAN wasbehulpzaa m bijhe t opgraven enhe t dateren van de oudheidkundige vondsten. Dr D. J. DOEGLAS maakte enkele opmerkingen bij de interpretatie vand e korrel­ grootte-analyses. Ook de vele tuinders en boeren, die mij vaak waardevolle inlichtingen verschaften en hunbelangstellin g toonden, beni k veel dank verschuldigd. Afb. 1. Situatiekaart. Fig. 1. Locality map. I. INLEIDING Noord-Kennemerland omvat de Noordhollandse duinstreek vanaf het Noordzee Kanaal tot aan Kamperduin onder Schoorl (afb. 1). In het noorden, noordoosten en oosten wordt het gebied begrensd door het Noordhollands Kanaal, het Alkmaarder- of Langemeer en door de wateren Krommenie en De Ham. Nog verder zuidwaarts loopt de begrenzing door de jonge polders of z.g. Buitenlanden van de oude Krommenije, waarvan de laatste overgebleven geul, De Kil, thans een poldersloot, de werkelijke grenslijn vormt. Deze grenssloot sluit aan op het gebied van de Zuid-Wijkermeerpolder langs het Noordzee Kanaal, welk gebied grotendeels bij deze kartering is opgenomen. Deze streek is in grote trekken onder te verdelen in enkele landschappelijke een­ heden, die elk gekenmerkt worden door een bepaalde topografische en bodemkundige gesteldheid. Deze indeling blijkt tevens grotendeels samen te vallen met een indeling naar het gebruik, dat de mens van de bodem maakt (vergelijk bijlage 1 en 2). Langs de Noordzeekust ligt het hoog opgestoven duinlandschap (D), een echt duingebied met voor ons land grillige en grote hoogteverschillen. Het bestaat grotendeels uit woeste gronden (woeste duinzanden, Dd) en alleen in de lagere delen, in de duinvlakken of pannen, liggen de in meerdere of mindere mate verdroogde cultuurgronden (Dpi en Da; zie o.a. afb. 2, 3, 27 en 28). Alleen de binnenduinzoom onder Egmond, Castricum en Beverwijk is, voornamelijk met behulp van bevloeiings- installaties, thans nog ten dele intensief in cultuur, in hoofdzaak ten behoeve van de bloembollenteelt. Achter deze duinstrook ligt het lagere, z.g. oude duinlandschap, bestaande uit een drietal reeksen oude strandwallen (afb. 13): hetstrandwallenlandschap (W), met daartussen de laaggelegen oude strandvlakten, waarin de verschillende bodem­ landschappen van de jonge zeekleiformatie (M) tot ontwikkeling zijn gekomen (hfdst. X). Het vlakke strandwallenlandschap, bestaande uit de bekende geestgronden, hier strandwalgronden (Ww) genaamd, is intensief in cultuur genomen door de tuinbouw, terwijl daarnaast nog wat grasland voorkomt. Het laaggelegen en bepolderde jonge zeekleigebied (M) langs en tussen de strand­ wallen, dat als geheel een uitgesproken weidestreek vormt, wordt grotendeels in beslag genomen door het sterk geërodeerde pikkleilandschap. Dit bodemkundige
Recommended publications
  • Developments in the Oer-Ij Area
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) The homecoming of religious practice : an analysis of offering sites in the wet low-lying parts of the landscape in the Oer-IJ area (2500 BC-AD 450) Kok, M.S.M. Publication date 2008 Link to publication Citation for published version (APA): Kok, M. S. M. (2008). The homecoming of religious practice : an analysis of offering sites in the wet low-lying parts of the landscape in the Oer-IJ area (2500 BC-AD 450). lima. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:06 Oct 2021 chapter 3 Bergen Alkmaar Egmond Heiloo Limmen Castricum Akersloot Uitgeest Heemskerk Beverwijk Assendelft Velsen Zaanstad Haarlem Amsterdam 0 10 km Figure 3.1 Oer-IJ area with the modern topographical names.
    [Show full text]
  • 167 Bus Dienstrooster & Lijnroutekaart
    167 bus dienstrooster & lijnkaart 167 Alkmaar Station Bekijken In Websitemodus De 167 buslijn (Alkmaar Station) heeft 2 routes. Op werkdagen zijn de diensturen: (1) Alkmaar Station: 06:30 - 23:18 (2) Castricum Station: 05:56 - 22:39 Gebruik de Moovit-app om de dichtstbijzijnde 167 bushalte te vinden en na te gaan wanneer de volgende 167 bus aankomt. Richting: Alkmaar Station 167 bus Dienstrooster 27 haltes Alkmaar Station Dienstrooster Route: BEKIJK LIJNDIENSTROOSTER maandag 06:30 - 23:18 dinsdag 06:30 - 23:18 Castricum, Station Stationsweg, Castricum woensdag 06:30 - 23:18 Castricum, Mient donderdag 06:30 - 23:18 113 Mient, Castricum vrijdag 06:30 - 23:18 Castricum, Prinses Beatrixstraat zaterdag 08:30 - 23:18 2 Prinses Beatrixstraat, Castricum zondag 09:18 - 23:18 Castricum, Dorpsstraat C.F. Smeetslaan, Castricum Castricum, De Loet 163 C.F. Smeetslaan, Castricum 167 bus Info Route: Alkmaar Station Castricum, Dorcamp Haltes: 27 14 Paulingstraat, Castricum Ritduur: 35 min Samenvatting Lijn: Castricum, Station, Castricum, Castricum, Anna Reynvaansingel Mient, Castricum, Prinses Beatrixstraat, Castricum, 26 Petronella Voûtestraat, Castricum Dorpsstraat, Castricum, De Loet, Castricum, Dorcamp, Castricum, Anna Reynvaansingel, Castricum, De Bloemen Castricum, De Bloemen, Castricum, Ganzerik, Castricum, Soomerwegh, Limmen, Limmerbuurt, Castricum, Ganzerik Limmen, Kerkweg, Limmen, Visweg, Heiloo, 54a De Bloemen, Castricum Kapellaan, Heiloo, Krommelaan, Heiloo, Zevenhuizerlaan, Heiloo, Stationsweg, Heiloo, Castricum, Soomerwegh Slimpad, Heiloo,
    [Show full text]
  • Village Formation in the Netherlands During the Middle Ages (AD 800 - 1600) an Assessment of Recent Excavations and a Path to Progress
    Nederlandse Archeologische Rapporten 056 Village Formation in the Netherlands during the Middle Ages (AD 800 - 1600) An assessment of recent excavations and a path to progress J.P.W. Verspay, A.M.J.H. Huijbers, H. van Londen, J. Renes and J. Symonds Village Formation in the Netherlands during the Middle Ages (AD 800 – 1600) An assessment of recent excavations and a path to progress J.P.W. Verspay, A.M.J.H. Huijbers, H. van Londen, J. Renes and J. Symonds Colophon Nederlandse Archeologische Rapporten 56 Village Formation in the Netherlands during the Middle Ages (AD 800 – 1600) An assessment of recent excavations and a path to progress Project management: H. van Londen (University of Amsterdam) Authors: J.P.W. Verspay (University of Amsterdam/University of West Bohemia), A.M.J.H. Huijbers (BAAC), J. Renes (Utrecht University), J. Symonds (University of Amsterdam), H. van Londen (University of Amsterdam) Authorisation: M. Groothedde & H.A.C. Fermin (Bureau Archeologie, gemeente Zutphen) Illustrations: J.P.W. Verspay (University of Amsterdam/University of West Bohemia), unless otherwise stated Cover: The old village square of Wassenaar with figures from Pieter Breughel the Elder (painted ca. 1560-1569) Editors: J. Symonds & H. van Londen (University of Amsterdam) Proofreading: Andrea Travaglia (University of Amsterdam) Layout & production: Xerox OBT, The Hague Print: Xerox OBT, The Hague ISBN/EAN: 9789057992940 © Cultural Heritage Agency of the Netherlands, Amersfoort, 2018 Cultural Heritage Agency of the Netherlands Postbus 1600 3800 BP
    [Show full text]
  • Journal of Neolithic Archaeology
    Journal of Neolithic Archaeology doi 10.12766/jna.2018S.7 Heiloo-Craenenbroeck. A Late Neolithic/ Article history: Early Bronze Age settlement on the western Received 15 December 2017 coast of the Netherlands Reviewed 18 May 2018 Published 19 December 2018 Jan de Koning & Erik Drenth Keywords: Heiloo-Craenenbroeck; province with a contribution by Frans Bunnik of Noord-Holland; the Netherlands; Late Neolithic; Early Bronze Age; house-plan; ard-marks Abstract Cite as: Jan de Koning, Erik Drenth: This paper discusses a site in the western coastal district of the Heiloo-Craenenbroeck. A Late Neolithic/ Dutch province of Noord-Holland. There, one or two house-plans Early Bronze Age settlement on the that were partially two- and partially three-aisled as well as ard- western coast of the Netherlands marks were discovered at the transition between a dune and a dune JNA 20, 2018S, 123–142 [doi 10.12766/jna.2018S.7] valley which was formed behind a coastal barrier. Stratigraphic evi- dence indicates that the habitation preceded the agricultural activ- Authors‘ addresses: ities. All together, this human presence dates somewhere between Jan de Koning, Hollandia archeologen c. 2000 – 1850 BC, the final stage of the Bell Beaker Culture and the Tuinstraat 27a 1544 RS Zaandijk onset of the Barbed Wire Beaker Culture in the Netherlands. The Netherlands [email protected] Introduction Erik Drenth, Torenstraat 4 3811 DJ Amersfoort,The Netherlands House-plans dating to the final stage of the Neolithic and the on- [email protected] set of the Bronze Age are still a rare phenomenon in the Netherlands, as shown by a recent overview (Drenth et al.
    [Show full text]
  • Maurits Cassee January 2019
    HAS THE VALUE OF RESIDENTIAL ENERGY LABELS INCREASED? A QUANTITATIVE APPROACH TO THE CHANGE IN VALUE OF ENERGY LABELS BETWEEN 2008- 2018 FOR DWELLINGS IN THE PROVINCE OF NOORD-HOLLAND, T HE N ETHERLANDS Maurits CassEE January 2019 2 COLOPHON DOCUMENT: Master thesis – Real Estate Studies TITLE: Has the value of residential energy labels increased? A quantitative apprOach tO thE changE in valuE Of EnErgy labEls fOr dWEllings in thE prOvincE Of NoOrd-Holland, ThE NEthErlands VERSION: Final AUTHOR: Maurits Cassee STUDENT NUMBER: S2541130 E-MAIL: [email protected] DATE: 31 January 2019 WORD COUNT: 19021 (including appendices and references) ILLUSTRATION European Commission FRONT PAGE SUPERVISORS: Prof. Dr. E.F. Nozeman Dr. M. van Duijn DISCLAIMER: “Master theses are preliminary materials to stimulate discussion and critical comment. The analysis and conclusions set forth are those of the author and do not indicate concurrence by the supervisor or research staff.” 3 4 ABSTRACT This thEsis studiEs thE Dutch EnErgy labEls fOr dWEllings. An OverviEW is given abOut thE Origin Of thE EnErgy labEls fOr dWEllings. ThE main rEsearch quEstiOn studiEs thE dEvelOpmEnt Of EnErgy labEl valuE Over thE past dEcadE. This dEvelOpmEnt is studiEd fOr thE prOvince Of NOOrd-HOlland and its undErlying COROP-rEgiOns. This study is based On transactiOn data prOvidEd by thE Dutch AssociatiOn Of REaltOrs and thE EnErgy labEl rEgistratiOns prOvidEd by thE NEthErlands EntErprise AgEncy. ThE rEsearch mEthOd that is usEd is thE hEdOnic mOdEl that is rOOtEd in EconOmEtric mOdElling. ThE rEsults Of thE analysis suggEst that thE diffErEnt typEs Of EnErgy labEl classes (A- G) attributE diffErEnt valuE tO dWEllings.
    [Show full text]
  • Journal of Neolithic Archaeology 1)
    Journal of Neolithic Archaeology 19 December 2018 doi 10.12766/jna.2018S.7 Heiloo-Craenenbroeck. A Late Neolithic/ Article history: Early Bronze Age settlement on the western Received 15 December 2017 coast of the Netherlands Reviewed 18 May 2018 Published 19 December 2018 Jan de Koning & Erik Drenth Keywords: Heiloo-Craenenbroeck; province with a contribution by Frans Bunnik of Noord-Holland; the Netherlands; Late Neolithic; Early Bronze Age; house-plan; ard-marks Abstract Cite as: Jan de Koning, Erik Drenth: This paper discusses a site in the western coastal district of the Heiloo-Craenenbroeck. A Late Neolithic/ Dutch province of Noord-Holland. There, one or two house-plans Early Bronze Age settlement on the that were partially two- and partially three-aisled as well as ard- western coast of the Netherlands marks were discovered at the transition between a dune and a dune JNA 20, 2018S, 123–142 [doi 10.12766/jna.2018S.7] valley which was formed behind a coastal barrier. Stratigraphic evi- dence indicates that the habitation preceded the agricultural activ- Authors‘ addresses: ities. All together, this human presence dates somewhere between Jan de Koning, Hollandia archeologen c. 2000 – 1850 BC, the final stage of the Bell Beaker Culture and the Tuinstraat 27a 1544 RS Zaandijk onset of the Barbed Wire Beaker Culture in the Netherlands. The Netherlands [email protected] Introduction Erik Drenth, Torenstraat 4 3811 DJ Amersfoort,The Netherlands House-plans dating to the final stage of the Neolithic and the on- [email protected] set of the Bronze Age are still a rare phenomenon in the Netherlands, www.j-n-a.org as shown by a recent overview (Drenth et al.
    [Show full text]