De Mineralogische Belangstelling Van Ondergronders in De Limburgse Mijnindustrie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De mineralogische belangstelling van ondergronders in de Limburgse mijnindustrie Hans Bongaerts H. Bongaerts, Rector van de Boornlaan 13, 6061 AN Posterholt Opgedragen aan mijn oom Jan Cloudt (1919 -1977), die ruim 25 jaar als houwer op Staatsmijn Maurits heeft gewerkt. Hoewel de Limburgse mijnsluitingen nu ongeveer 25 jaar achter ons liggen, kan nog altijd mineralogisch veld• werk in het Boven-Carboon worden gedaan. Dat daarbij goede vondsten mogelijk zijn, werd onlangs toege• licht door Bongaerts (1999). Uiteraard kwamen mijnwerkers tijdens hun werk ook heel wat interessante mineralen tegen; slechts enkelen hebben destijds daadwerkelijk verzameld en een collectie aangelegd. Werd door de auteur in een aantal voorgaande publicaties de mineralogie van het Carboon beschreven, in dit artikel worden voorbeelden gegeven van mineralen die mijnwerkers verzameld hebben en wordt een mijn- bouw-historische schets gegeven van de steenkoolmijn waar het betreffende mineraal gevonden is. Het mijnbedrijf en Duitse investeerders viel het besluit prof. dr. W.J. Jongmans een internatio• een groot deel van de steenkoolvoor- naal befaamde organisatie. Onder Zuid-Limburg heeft van het einde van raad voor de Nederlandse staat te Jongmans werden in 1927 en 1935 te de 19de eeuw tot in de jaren zeventig reserveren. Belangrijkste promotor Heerlen de eerste twee Carboon-con- van de 20ste eeuw een uitgebreide hiervan was ir. C. Lely (1854-1927), die gressen georganiseerd. steenkoolmijnbouw gekend. Uit histo• vooral bekend is geworden door In de loop der tijd vonden diverse rische bronnen is vast komen te staan waterstaatkundige werken. Zijn bijdra• organisatorische veranderingen plaats dat kleinschalige winning al honderden ge tot de ontwikkeling van de en werd het Geologisch Bureau een jaren eerder plaatsvond. Het centrum Limburgse mijnindustrie is eveneens onderdeel van de Rijks Geologische hiervan lag rond Kerkrade, terwijl het groot geweest. De oprichting van Dienst. Het is mede door de mijnbouw mijnbouwgebied zich in oostelijke rich• Staatsmijnen vond in 1902 plaats, dat in Nederland een belangrijke ting verder uitstrekte naar waarna in relatief korte tijd de mijnen Carboon-collectie is opgebouwd die Herzogenrath en het dal van de Worm. Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits met name tijdens de hoogtijdagen van In het begin van de 19de eeuw, direct werden aangelegd en in productie de steenkoolwinning bijeen is na de Franse Tijd, was in Kerkrade de gebracht. De aanleg van de steenkool• gebracht, tussen 1930 en 1960. Domaniale mijn in exploitatie.Ten zui• mijnen werd door de overwegend In 1952 werd op grootse wijze het 50- den van de Domaniale bestonden nog agrarische bevolking met de nodige jarig jubileum van Staatsmijnen de particuliere concessies Neu Prick en scepsis bekeken; zij zagen hun omge• gevierd, het jaar waarin het Beatrix- Bleijerheide. ving binnen zeer korte tijd veranderen project gestart werd. De Neu Prick is buiten de kleine kring in een zwaar geïndustrialiseerd gebied. De Beatrix had tot doel: ontsluiting van van mijnbouw-historisch geïnteres• het steenkoolveld ten oosten van seerden een nogal onbekende mijn die Nederland had vrijwel geen mijnbouw- Roermond. Dit zou drastisch ingrijpen echter op bepaalde momenten een historie; kennis kwam in beginsel door in de economie en het sociale leven in grotere opbrengst had dan de het aantrekken van mijnbouwkundigen Midden-Limburg. De technische moei• Domaniale. In 1904 deed zich een uit het buitenland. Mede door het lijkheden waren hier groter dan in waterdoorbraak voor die de gehele 270 stichten van eigen opleidingsinstituten, m-verdieping onbereikbaar maakte. De staatstoezicht op de mijnen en een watertoevoer was zo groot dat de mijn goede regelgeving bereikten de gesloten moest worden. De concessie Limburgse mijnen al snel een moderne werd later aangesloten bij die van de en veilige status. In 1958 bedroeg het Domaniale; steenkool is echter nooit aantal werknemers een kleine 60.000. meer ontgonnen. Maar liefst 70% van de bevolking in de Tot ver in de 19de eeuw bestond de mijnstreek was indirect of direct afhan• Limburgse mijnbouw alleen uit de ont• kelijk van de mijnbouw. ginning van bovengenoemde steen• Uiteindelijk groeide het dorp Heerlen koolvelden. Wel werden op vele plaat• uit tot de belangrijkste 'mijnstad'; dit sen boringen verricht waarvan de vanwege het feit dat behalve de meeste door gebrek aan technische Oranje-Nassau-mijnen een aantal kennis op een mislukking uitliepen. belangrijke organisaties, waaronder De ommekeer kwam eind 19de eeuw het hoofdkantoor van Staatsmijnen en toen enkele boringen succesvol verlie• een afdeling van de Rijksopsporing pen, en de Oranje Nassau I t/m IV, van Delfstoffen in Nederland Afb. 1. Houwer met afbouwhamer. Tekening Willem-Sophia, Laura en Julia aange• (Geologisch Bureau) hier gevestigd Charles Eyck (1951). Uit: B. Bekman, De boom legd werden. waren. Dit bureau werd met name en zijn vruchten (jubileumuitgave 50 jaar Door de grote toeloop van Belgische door het wetenschappelijke werk van Staatsmijnen). Grondboor & Hamer nr. 6 2000 137 aardgas maakte de situatie voor de de mineraalsoorten. Pyriet werd door mijnbouw alleen maar slechter. In 1965 sommigen 'koeljoöd' (mijngoud) verscheen de Eerste Mijnnota waarin genoemd (pers. meded. H.L. de sluiting van alle Limburgse mijnze- Schlechtriem). tels geregeld is. Mijnwerkers herkenden niet alleen in• De aanleg van Staatsmijn Beatrix was teressante en bijzondere mineralen, inmiddels gestopt; de twee ruim 700 maar verzamelden deze soms ook. Het meter diepe schachten (middenin een was vaak problematisch om onder• uitgestrekt natuurgebied dat nu de sta• gronds te verzamelen en de stukken tus 'Nationaal Park' heeft!) zijn afgeslo• naar boven te brengen, zodat deze col• ten met deksels. In Zuid-Limburg zijn lecties meestal beperkt van omvang alle schachten definitief afgesloten zijn. door betonnen proppen en vullingen Al in 1932, de laatst aangelegde mijnen van beton, leem of puin. zijn dan enkele jaren in productie, ver• In 1974 was de mijnsluiting een feit; de scheen er een artikel van Jongmans laatste wagens steenkool werden uit waarin mineralen uit de Domaniale en de Oranje Nassau I en Julia gehaald. Julia worden genoemd en afgebeeld. Afb. 2a. Ankeriet. Reg. nr 1905. Domaniale De meeste particuliere mijnen verleg• Het artikel is opgenomen in een uitga• mijn. den hun werkterrein naar andere tak• ve van de Heerlense VVV en geeft een ken van industrie. Staatsmijnen hield overzicht van de collectie van het zich al ruim vóór de Tweede Geologisch Bureau. Wereldoorlog uitvoerig bezig met Met name ondergronders die enige onderzoek en fabricage van chemische kennis van geologie hadden, merkten stoffen die als nevenproducten uit tijdens hun werk wel eens bijzondere steenkool verkregen werden. Uit deze mineralen of fossielen op. In 1949 activiteiten ontstond de huidige DSM werd in het bedrijfstijdschrift (Dutch State Mines). 'Steenkool' zelfs melding gemaakt van De enorme gangenstelsels met al het een ondergronds locomotief-machinist achtergelaten materiaal (pompen, lei• op Staatsmijn Wilhelmina die op deze dingen, locomotieven etc.) zijn vol wijze een collectie mineralen en fossie• water gelopen of dichtgedrukt. len heeft aangelegd. De collectie werd Bovengronds zijn nagenoeg alle indu• o.a. in Dordrecht en Sliedrecht geëxpo• striële gebouwen gesloopt, en hebben seerd. Een jaar later publiceerde ingrijpende landschappelijke en ste• Kimpe in hetzelfde tijdschrift een arti• denbouwkundige activiteiten plaatsge• kel dat in eerste plaats bedoeld was vonden, waardoor er nog maar weinig om het mijnpersoneel wat meer uitleg herinnert aan het mijnbouwverleden. te geven over de mineralen die men in Voor uitvoerige mijnbouw-historische de mijnen kon aantreffen (Kimpe 1950). Afb. 2b. Sfaleriet f donkere aggregaten) op overzichten wordt verwezen naar In de jaren vijftig ontstonden de eer• kwarts. Reg. nr 1907. Domaniale mijn. Raedts (1973) en Engelen (1989), beide ste Limburgse geologische verenigin• genoemde auteurs hebben talrijke gen. Daarbij hebben diverse medewer• andere publicaties over de Limburgse kers van de mijnen een belangrijke mijnbouw op hun naam staan. aandeel gehad in hun oprichting en Een uitvoerig wetenschappelijk onder• ontplooiing. zoek van de mijnsluitingen en de daar• Hoewel het een fossiel betreft mag de mee samenhangende processen geeft unieke vondst van J. Vranken uit Echt, Messing (1988).Tussen 1945 en 1956 is die als mijnwerker op Staatsmijn door de gezamenlijke steenkoolmijnen Maurits werkte, niet onvermeld blijven. het bedrijfstijdschrift 'Steenkool' uitge• In 1963 ontdekte hij tijdens zijn werk geven; dit geeft een goed beeld over een klein fragment van een insecten• wonen en werken rondom de mijnen. vleugel. Nadat de vondst verder uitge- prepareerd was, bleek het hier te gaan Mijnpersoneel en mineralen om een nagenoeg complete rechter voor- en achtervleugel van een libel. Door de mijnbouw is het Westfalien Deze libellensoort was onbekend en (Boven-Carboon) in dit deel van heeft de naam van zijn ontdekker Limburg goed bekend.Tijdens de pro• gekregen: Breyeria vrankeni. Deze ductieve periode werd intensief vondst werd door de vinder aan het paleontologisch, en in mindere mate Geologisch Bureau geschonken (reg. Afb. 3. Sfaleriet pijl wijst naar bolvormig sfa- mineralogisch, onderzoek verricht. Dit nr 6374) en is zonder twijfel het fraaiste lerietaggregaat. Reg. nr 908. Willem-Sophia. blijkt uit talrijke publicaties en de eer• voorbeeld van carbonische fossiele der genoemde grote collecties