De mineralogische belangstelling van ondergronders in de Limburgse mijnindustrie

Hans Bongaerts

H. Bongaerts, Rector van de Boornlaan 13, 6061 AN Posterholt

Opgedragen aan mijn oom Jan Cloudt (1919 -1977), die ruim 25 jaar als houwer op Staatsmijn Maurits heeft gewerkt. Hoewel de Limburgse mijnsluitingen nu ongeveer 25 jaar achter ons liggen, kan nog altijd mineralogisch veld• werk in het Boven-Carboon worden gedaan. Dat daarbij goede vondsten mogelijk zijn, werd onlangs toege• licht door Bongaerts (1999). Uiteraard kwamen mijnwerkers tijdens hun werk ook heel wat interessante mineralen tegen; slechts enkelen hebben destijds daadwerkelijk verzameld en een collectie aangelegd. Werd door de auteur in een aantal voorgaande publicaties de mineralogie van het Carboon beschreven, in dit artikel worden voorbeelden gegeven van mineralen die mijnwerkers verzameld hebben en wordt een mijn- bouw-historische schets gegeven van de steenkoolmijn waar het betreffende mineraal gevonden is.

Het mijnbedrijf en Duitse investeerders viel het besluit prof. dr. W.J. Jongmans een internatio• een groot deel van de steenkoolvoor- naal befaamde organisatie. Onder Zuid- heeft van het einde van raad voor de Nederlandse staat te Jongmans werden in 1927 en 1935 te de 19de eeuw tot in de jaren zeventig reserveren. Belangrijkste promotor Heerlen de eerste twee Carboon-con- van de 20ste eeuw een uitgebreide hiervan was ir. C. Lely (1854-1927), die gressen georganiseerd. steenkoolmijnbouw gekend. Uit histo• vooral bekend is geworden door In de loop der tijd vonden diverse rische bronnen is vast komen te staan waterstaatkundige werken. Zijn bijdra• organisatorische veranderingen plaats dat kleinschalige winning al honderden ge tot de ontwikkeling van de en werd het Geologisch Bureau een jaren eerder plaatsvond. Het centrum Limburgse mijnindustrie is eveneens onderdeel van de Rijks Geologische hiervan lag rond Kerkrade, terwijl het groot geweest. De oprichting van Dienst. Het is mede door de mijnbouw mijnbouwgebied zich in oostelijke rich• Staatsmijnen vond in 1902 plaats, dat in Nederland een belangrijke ting verder uitstrekte naar waarna in relatief korte tijd de mijnen Carboon-collectie is opgebouwd die Herzogenrath en het dal van de Worm. Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits met name tijdens de hoogtijdagen van In het begin van de 19de eeuw, direct werden aangelegd en in productie de steenkoolwinning bijeen is na de Franse Tijd, was in Kerkrade de gebracht. De aanleg van de steenkool• gebracht, tussen 1930 en 1960. Domaniale mijn in exploitatie.Ten zui• mijnen werd door de overwegend In 1952 werd op grootse wijze het 50- den van de Domaniale bestonden nog agrarische bevolking met de nodige jarig jubileum van Staatsmijnen de particuliere concessies Neu Prick en scepsis bekeken; zij zagen hun omge• gevierd, het jaar waarin het Beatrix- Bleijerheide. ving binnen zeer korte tijd veranderen project gestart werd. De Neu Prick is buiten de kleine kring in een zwaar geïndustrialiseerd gebied. De Beatrix had tot doel: ontsluiting van van mijnbouw-historisch geïnteres• het steenkoolveld ten oosten van seerden een nogal onbekende mijn die Nederland had vrijwel geen mijnbouw- Roermond. Dit zou drastisch ingrijpen echter op bepaalde momenten een historie; kennis kwam in beginsel door in de economie en het sociale leven in grotere opbrengst had dan de het aantrekken van mijnbouwkundigen Midden-Limburg. De technische moei• Domaniale. In 1904 deed zich een uit het buitenland. Mede door het lijkheden waren hier groter dan in waterdoorbraak voor die de gehele 270 stichten van eigen opleidingsinstituten, m-verdieping onbereikbaar maakte. De staatstoezicht op de mijnen en een watertoevoer was zo groot dat de mijn goede regelgeving bereikten de gesloten moest worden. De concessie Limburgse mijnen al snel een moderne werd later aangesloten bij die van de en veilige status. In 1958 bedroeg het Domaniale; steenkool is echter nooit aantal werknemers een kleine 60.000. meer ontgonnen. Maar liefst 70% van de bevolking in de Tot ver in de 19de eeuw bestond de mijnstreek was indirect of direct afhan• Limburgse mijnbouw alleen uit de ont• kelijk van de mijnbouw. ginning van bovengenoemde steen• Uiteindelijk groeide het dorp Heerlen koolvelden. Wel werden op vele plaat• uit tot de belangrijkste 'mijnstad'; dit sen boringen verricht waarvan de vanwege het feit dat behalve de meeste door gebrek aan technische Oranje-Nassau-mijnen een aantal kennis op een mislukking uitliepen. belangrijke organisaties, waaronder De ommekeer kwam eind 19de eeuw het hoofdkantoor van Staatsmijnen en toen enkele boringen succesvol verlie• een afdeling van de Rijksopsporing pen, en de Oranje Nassau I t/m IV, van Delfstoffen in Nederland Afb. 1. Houwer met afbouwhamer. Tekening Willem-Sophia, Laura en Julia aange• (Geologisch Bureau) hier gevestigd Charles Eyck (1951). Uit: B. Bekman, De boom legd werden. waren. Dit bureau werd met name en zijn vruchten (jubileumuitgave 50 jaar Door de grote toeloop van Belgische door het wetenschappelijke werk van Staatsmijnen).

Grondboor & Hamer nr. 6 2000 137 aardgas maakte de situatie voor de de mineraalsoorten. Pyriet werd door mijnbouw alleen maar slechter. In 1965 sommigen 'koeljoöd' (mijngoud) verscheen de Eerste Mijnnota waarin genoemd (pers. meded. H.L. de sluiting van alle Limburgse mijnze- Schlechtriem). tels geregeld is. Mijnwerkers herkenden niet alleen in• De aanleg van Staatsmijn Beatrix was teressante en bijzondere mineralen, inmiddels gestopt; de twee ruim 700 maar verzamelden deze soms ook. Het meter diepe schachten (middenin een was vaak problematisch om onder• uitgestrekt natuurgebied dat nu de sta• gronds te verzamelen en de stukken tus 'Nationaal Park' heeft!) zijn afgeslo• naar boven te brengen, zodat deze col• ten met deksels. In Zuid-Limburg zijn lecties meestal beperkt van omvang alle schachten definitief afgesloten zijn. door betonnen proppen en vullingen Al in 1932, de laatst aangelegde mijnen van beton, leem of puin. zijn dan enkele jaren in productie, ver• In 1974 was de mijnsluiting een feit; de scheen er een artikel van Jongmans laatste wagens steenkool werden uit waarin mineralen uit de Domaniale en de Oranje Nassau I en Julia gehaald. Julia worden genoemd en afgebeeld. Afb. 2a. Ankeriet. Reg. nr 1905. Domaniale De meeste particuliere mijnen verleg• Het artikel is opgenomen in een uitga• mijn. den hun werkterrein naar andere tak• ve van de Heerlense VVV en geeft een ken van industrie. Staatsmijnen hield overzicht van de collectie van het zich al ruim vóór de Tweede Geologisch Bureau. Wereldoorlog uitvoerig bezig met Met name ondergronders die enige onderzoek en fabricage van chemische kennis van geologie hadden, merkten stoffen die als nevenproducten uit tijdens hun werk wel eens bijzondere steenkool verkregen werden. Uit deze mineralen of fossielen op. In 1949 activiteiten ontstond de huidige DSM werd in het bedrijfstijdschrift (Dutch State Mines). 'Steenkool' zelfs melding gemaakt van De enorme gangenstelsels met al het een ondergronds locomotief-machinist achtergelaten materiaal (pompen, lei• op Staatsmijn Wilhelmina die op deze dingen, locomotieven etc.) zijn vol wijze een collectie mineralen en fossie• water gelopen of dichtgedrukt. len heeft aangelegd. De collectie werd Bovengronds zijn nagenoeg alle indu• o.a. in Dordrecht en Sliedrecht geëxpo• striële gebouwen gesloopt, en hebben seerd. Een jaar later publiceerde ingrijpende landschappelijke en ste• Kimpe in hetzelfde tijdschrift een arti• denbouwkundige activiteiten plaatsge• kel dat in eerste plaats bedoeld was vonden, waardoor er nog maar weinig om het mijnpersoneel wat meer uitleg herinnert aan het mijnbouwverleden. te geven over de mineralen die men in Voor uitvoerige mijnbouw-historische de mijnen kon aantreffen (Kimpe 1950). Afb. 2b. Sfaleriet f donkere aggregaten) op overzichten wordt verwezen naar In de jaren vijftig ontstonden de eer• kwarts. Reg. nr 1907. Domaniale mijn. Raedts (1973) en Engelen (1989), beide ste Limburgse geologische verenigin• genoemde auteurs hebben talrijke gen. Daarbij hebben diverse medewer• andere publicaties over de Limburgse kers van de mijnen een belangrijke mijnbouw op hun naam staan. aandeel gehad in hun oprichting en Een uitvoerig wetenschappelijk onder• ontplooiing. zoek van de mijnsluitingen en de daar• Hoewel het een fossiel betreft mag de mee samenhangende processen geeft unieke vondst van J. Vranken uit Echt, Messing (1988).Tussen 1945 en 1956 is die als mijnwerker op Staatsmijn door de gezamenlijke steenkoolmijnen Maurits werkte, niet onvermeld blijven. het bedrijfstijdschrift 'Steenkool' uitge• In 1963 ontdekte hij tijdens zijn werk geven; dit geeft een goed beeld over een klein fragment van een insecten• wonen en werken rondom de mijnen. vleugel. Nadat de vondst verder uitge- prepareerd was, bleek het hier te gaan Mijnpersoneel en mineralen om een nagenoeg complete rechter voor- en achtervleugel van een libel. Door de mijnbouw is het Westfalien Deze libellensoort was onbekend en (Boven-Carboon) in dit deel van heeft de naam van zijn ontdekker Limburg goed bekend.Tijdens de pro• gekregen: Breyeria vrankeni. Deze ductieve periode werd intensief vondst werd door de vinder aan het paleontologisch, en in mindere mate Geologisch Bureau geschonken (reg. Afb. 3. Sfaleriet pijl wijst naar bolvormig sfa- mineralogisch, onderzoek verricht. Dit nr 6374) en is zonder twijfel het fraaiste lerietaggregaat. Reg. nr 908. Willem-Sophia. blijkt uit talrijke publicaties en de eer• voorbeeld van carbonische fossiele der genoemde grote collecties die in fauna in Limburg. deze tijd zijn aangelegd. Niet alleen de Ruim dertig jaar geleden werden in Zuid-Limburg. Zo moest een 500 m dik geoloog verzamelde monsters in de Grondboor & Hamer door G.L. dekterrein met sterk watervoerend mijnen, ook het overige ondergrondse Gommans enkele artikelen gepubli• zand overwonnen worden. Al in dat• personeel was vaak geïnteresseerd in ceerd over vondsten uit het Carboon. zelfde jubileumjaar werd door deskun• geologische bijzonderheden. In De auteur was lange tijd opzichter op digen de terugval van de mijnbouw gesprekken met oud-mijnwerkers wor• Staatsmijn Hendrik en zeer geïnteres• voorspeld. Ondanks het feit dat mecha• den vooral duidelijk herkenbare zaken seerd in geologie. In één van zijn arti• nisatie haar intrede deed, en ondanks zoals fossielen van varens en pyriet kelen worden mineralen beschreven de steeds hoger wordende werkdruk genoemd. Mijnwerkers hadden een die hij uit de Hendrik had verzameld op de pijlers (steenkoolwinplaatsen), eigen taalgebruik, maar omdat minera• (Gommans 1967). werden begin jaren zestig de verliezen lisaties over het geheel genomen niet Ook in mijnwerkersliteratuur wordt het steeds groter. Het in die tijd in de algemeen waren, bestonden er slechts voorkomen van mineralen genoemd. ondergrond van Groningen gevonden zeer weinig benamingen voor bepaal• Nolting vertelt het verhaal van een

138 Grondboor & Hamer nr. 6 2000 opzichter die tijdens werkzaamheden ten met een donkerbruingele kleur. in 1918 onder de indruk raakte van Tussen deze aggregaten zien we enke• recente mineraalvormingen (Nolting le vrijliggende kristallen die, hoewel z.j. p. 152-153): 'Het witte kristal schit• vergroeid, een beter beeld geven van terde in het licht der mijnlampen...In de kristalvlakken waaruit de sfaleriet een verlaten galerij had zich een druip• van deze mineralisatie is opgebouwd. steengrot gevormd. Staande en han• Door deze vergroeiingen is indexering gende kegels en duizenden op witte moeilijk; bij ieder kristal zijn echter te- bloesem gelijkende sterretjes versier• traëdrische vlakken duidelijk herken• den dak, vloeren wanden... "Het zijn baar. In de overigens soortenarme gipskristallen", verklaarde Ho berg../. paragenese zijn verder alleen enkele In het enkele jaren geleden verschenen kleine chalcopyrietkristallen op de 'Zwart diamant' (Verschooten 1997) kwarts waarneembaar. Of deze vóór of heeft een medewerker van de afdeling na de sfaleriet zijn ontstaan is hier niet opmetingen zijn ervaringen op papier vast te stellen. Maar uit andere parage- gezet. In 1939 moet hij met zijn colle• nesen in het Limburgse Boven- ga's metingen verrichten: 'Met een van Carboon is af te leiden dat dit type sfa• deze overgeplaatsten, ene van der leriet in een vroege fase is ontstaan, Afb. 4a. Bariet, reg. nr 710. Oranje Nassau IV. Linden die uit de Willemien kwam, na de eerste kwartsfase en vóór de hadden we in de grondgalerij naar de chalcopyriet. Feldbissstoring een loodlaag opgeme• Deze vondst is een uitzonderlijk fraai ten. De Hendrik was niet alleen een voorbeeld van sfaleriet die in particu• vindplaats van eskolen en anthraciet, liere handen terecht is gekomen. Ook maar ook van lood en kwarts en mine• ondergronds waren mineralisaties met ralen. Jammer genoeg niet ontgin- dergelijke grote kristalgroepen zeld• baar.' zaam. Deze werden dan meestal door Onderstaand volgen enkele voorbeel• de geologische dienst bemonsterd. Van den van mineralen die door mijnwer• de storthopen van de steenkoolmijnen kers zijn verzameld met een korte zijn sfalerietkristallen van deze grootte beschrijving van de mijnen waar ze zijn niet bekend. Bovendien zijn door de gevonden. Voor een algemeen beeld goede splijtbaarheid van dit mineraal van de mineralogie van het Limburgse de kristallen vaak beschadigd. Boven-Carboon en een systematisch overzicht wordt verwezen naar Bon• Domaniale mijn gaerts (1996). De genoemde mineralen De hierboven beschreven mineralen bevinden zich in de collectie van de zijn gevonden in de Domaniale mijn te auteur, de maatstrepen op alle afbeel• Kerkrade; de van oorsprong oudste dingen vertegenwoordigen een lengte mijn binnen de groep van mijnen die Afb. 4b. Oranje Nassau IV. Heerlen van 1 cm. deze eeuw in exploitatie waren. De (Heksenberg). Rechts betonnen schachtbok, mijn was plaatselijk ook wel bekend links de zeverij met laadplaats. Uit:A. Weijts, De Limburgse mijnbouw (Elmar, 1994). Ankeriet Ca(Fé*,Mg, Mn)(C03)2 (Afb. onder de naam 'Hollendsje Koel', aan• 2a). Domaniale mijn duiding van Nederlands bezit naast de Op het afgebeelde exemplaar bevindt talrijke overwegend Duitse mijnen in zich een etiket waarop de vinder de de wijde omgeving van het Wormdal. Paragenese van kwarts [Si02], sfaleriet benaming 'dolomiet' heeft vermeld. Het nabijgelegen Rolduc (de vroegere [ZnS] en chalcopyriet [CuFeS2]Afb. 3. Over het gebruik van de termen 'dolo• abdij Kloosterrade) heeft een belangrijk Willem-Sophia miet' en 'ankeriet' voor deze carbona- aandeel gehad in de ontwikkeling van Een paragenese die typisch is voor het ten in het Limburgse Carboon wordt de Domaniale mijn. Veel abten voerden Limburgse Boven-Carboon. Op een een korte uitleg gegeven door een actief beleid ten aanzien van matrix van grofkorrelige zandsteen is Bongaerts (1999). steenkoolwinning op hun grondge• als eerste mineraal kwarts I afgezet Het zandsteenfragment is aan één zijde bied. Uit mijnbouw-historisch oogpunt bestaande uit wit doorschijnende kris• overdekt met een tot 2 cm dikke witte heeft deze mijn een zeer interessante tallen alleen begrensd door romboë• laag ankeriet die aan de buitenzijde als en bewogen geschiedenis gekend. ders. De kwartskristallen worden gro• romboëders gekristalliseerd is. De Helaas is veel materiaal met gegevens tendeels bedekt door aggregaten van bruingrijsachtig gekleurde romboëders over de begintijd van de Domaniale tij• sfaleriet met zeer uiteenlopende kleu• vertonen door de gekromde kristalvlak- dens de Franse periode verloren ren, variërend van geelachtig, oranje• ken de typische 'zadel-vorm'. Over de gegaan. Mede door de geografische rood tot donkerbruinrood. Op de sfale- ankeriet verspreid bevinden zich enke• ligging van de mijnzetel en de ingewik• rietafzetting zijn enkele prismatische le chalcopyrietkristallen. kelde staatkundige geschiedenis van kristallen van kwarts II waarneembaar. Nederlands en Belgisch Limburg in het Als laatste mineraalvorming zien we Sfaleriet ZnS (Afb. 2b). Domaniale algemeen, is deze mijn in o.a. korrelige aggregaten van chalcopyriet. mijn Nederlands, Frans en Pruisisch bezit Het zandsteenfragment waarop de geweest. De mijnindustrie van Willem-Sophia mineralen zijn afgezet is aan één zijde Kerkrade was over het algemeen Duits Door de industriële ontwikkeling in de bedekt door ongeveer 1 mm grote, georiënteerd, lonen en prijzen werden 19de eeuw ontstond er een grote vraag kleurloze kwartskristalletjes van kwarts• bijvoorbeeld in marken uitgedrukt. Ook naar steenkool. fase I. Kwarts I is ontstaan tijdens de tegenwoordig is het plaatselijk dialect De eerder genoemde Domaniale en eerste hydrothermale activiteit die bin• met Duitse invloeden zeer afwijkend Neu Prick maakten grote winsten. Dit nen de carbonische sedimenten plaats• van de rest in Limburg. In de jaren bleek een stimulans voor particulieren vond en wordt gekarakteriseerd door vóór de tweede wereldoorlog stonden voor het aanvragen van concessies. De een zeer eenvoudige kristalmorfologie. mijnwerkers bij de (agrarische) bevol• 'Bergwerksvereeniging voor Dit is ook bij dit exemplaar te zien; de king in laag aanzien. Dit was in Nederland' kwam in het bezit van twee kwartskristallen bestaan uitsluitend uit Kerkrade door de eeuwenoude mijn- concessies; Willem en Sophia (respec• romboëders. Op de kwarts bevinden bouwtraditie duidelijk anders. tievelijk verleend in 1860 en 1861). zich tot 1x4 cm grote sfalerietaggrega- Zoals al eerder het geval was geweest,

Grondboor & Hamer nr. 6 2000 139 1902 met de productie beginnen. riaal dat in Duitsland besteld was niet De mijnzetel bevond zich in meer geleverd werd. Pas in 1920 kon Spekholzerheide (gemeente Kerkrade) Thyssen aan de voorbereiding gaan en bezat 5 schachten. werken.Toen eindelijk met het afdie- In 1955 kwam de mijn landelijk in het pen kon worden begonnen ging dit in nieuws door een ongeluk waarbij drie uitzonderlijk hoog tempo; in ruim 23 mijnwerkers betrokken waren.Tijdens weken werd op 196 m diepte het werkzaamheden op de 217 m- verdie• Carboon bereikt. In de beginjaren van ping vond een instorting plaats waar• de mijn werd nogal wat improvisatie door zij ingesloten raakten. Een pers• gevraagd; zo werd de lift niet direct in luchtleiding viel op de vloer en werd de schacht geplaatst en moesten de bedolven door het puin, maar de lei• werknemers een tijd lang via ladders ding bleef gelukkig intact. De buis de diepte in. Een groot probleem in diende als communicatiemiddel en deze beginjaren was het aantrekken voor het transport van verse lucht, van personeel, dat de grootste moeite voedsel en zaklantaarns. De instorting moest doen om de mijn te bereiken. In had een zodanige omvang, dat een gat de omgeving bevonden zich alleen Afb. 5a. Galeniet pijlen wijzen naar galeniet- met een diameter van 60 cm vanuit onverharde veldwegen. Dit verbeterde kristallen. Reg. nr 1754. Staatsmijn Maurits. een onderliggende verdieping geboord slechts langzaam. De geregelde pro• moest worden door een ductie van steenkool vond vanaf 1927 Duits/Nederlandse reddingsploeg. Na plaats, de steenkool moest door het vijf dagen werden de mijnwerkers ontbreken van een wasserij naar de bereikt en konden zij bevrijd worden. ON I vervoerd worden. In 1967 ging de ON IV schacht als

Bariet, BaS04 (Afb. 4a). Oranje Nassau luchtschacht dienst doen; de mijn IV bestond toen ongeveer 40 jaar. Op de 420 m -verdieping van de ON IV heeft een mijnwerker een fraaie bariet Galeniet, PbS (Afb. Sa). Staatsmijn verzameld. Ondanks de gelijkenis met Maurits calciet was hij blijkbaar op de hoogte Uit de Maurits twee monsters die vrij• van het feit dat het iets bijzonders was. wel geheel uit galeniet bestaan. In één Het begeleidende etiket vermeldt naast exemplaar (reg. nr 1753) bevinden zich de benaming 'bariet' de aantekening verspreid door de galeniet diverse 'is zeer zeldzaam'. De kleur is grijsach• geelgroen doorschijnende sfalerietkris- tig en de structuur typisch dendriet• tallen. Aan het ander exemplaar (reg. achtig. Matrix is niet aanwezig, de nr 1754) is een matrix van verkiezelde bariet is van het compacte type (zie zandsteen aanwezig waarin kleine hol• Bongaerts 1999). Na het verschijnen ten met kwartskristalletjes. Sfaleriet is Afb. 5b. Calciet. Reg. nr 1747. Staatsmijn van laatstgenoemde artikel zijn nog op een enkele roodbruine korrel na Maurits. diverse barietmonsters verzameld die afwezig, wel zijn er enkele chalcopy- alle onder te brengen zijn in de drie riet-aggregaten ontwikkeld. De galeniet groepen die in dit artikel genoemd is voor een deel als kristallen ontwik• werden. keld met hexaëdrische vlakken en combinaties van hexaëdrische en Oranje Nassau IV, Heerlen (Afb. octaëdrische vlakken. 4b)

Het concessiegebied van de 'n.v. Calciet, CaC03 (Afb. 5b). Staatsmijn Maatschappij tot Exploitatie van Maurits Limburgsche Steenkolenmijnen Een aggregaat zonder matrix dat rond• genaamd Oranje-Nassau Mijnen' (ON) om vrijwel geheel overdekt is met kris• werd ontgonnen via vier afzonderlijke tallen; de plaats waar het aggregaat mijnzetels; de ON I t/m IV. Daarvan was aan het sedimentgesteente was ver• de ON I binnen Heerlen de grootste. bonden is slechts klein. Aan een zijde Twee schoorstenen van de ON I (155 zijn de kristallen wit doorschijnend en en 130 m hoog) bepaalden jarenlang bestaan uit romboëders en combina• het beeld van Heerlen. Het neerhalen ties van skalenoëders met kleine rom- van deze schoorstenen was voor velen boëdrische vlakjes. Met name de skale- synoniem met het definitieve einde noëdrische vorm komt sporadisch voor van de mijnindustrie. in het Limburgse Carboon. De kristal• ON IV was de allerkleinste mijn in len aan de tegenoverliggende zijde zijn Limburg en bevond zich nabij de overgroeid met een donkergrijs laagje Afb. 5c. Overzicht Staatsmijn Maurits tijdens buurtschap 'De Heksenberg' in de jongere calciet. Hierop bevinden zich eerste jaren van productie. Uit: Staatsmijnen gemeente Heerlen, midden in een uit• ongeveer 0,2 mm grote pyrietkristalle- in Limburg 1902-1925 (jubileumuitgave 25 jaar gestrekt heidegebied. tjes met aanloopkleuren. Staatsmijnen). De mijn had slechts één schacht die oorspronkelijk bedoeld was als lucht- Staatsmijn Maurits (Afb. 5c) schacht voor een nieuw te vestigen ON Staatsmijn Maurits was, met de zetel in draaide het aanleggen van de schach• III die het zogenaamde 'Noordveld' (kern Lutterade) de meest wes• ten uit op een mislukking; de organisa• moest ontginnen. De aanleg van deze telijk gelegen mijn. Na een aantal ver• tie ging tenslotte failliet. De velden schacht, die aan een Duitse firma was kennende boringen vond in 1916 de werden overgenomen door de gegund (het latereThyssen) ging aanleg plaats van de eerste schacht, Belgische SA des Charbonnages gepaard met grote moeilijkheden van twee jaar later gevolgd door een twee• Néerlandais Willem et Sophia. Deze vooral politieke en administratieve de. Omdat de carbonische gesteenten onderneming had door grotere techni• aard. Het uitbreken van de Eerste vanaf Kerkrade naar het noordwesten sche kennis meer succes en kon in Wereldoorlog had als gevolg dat mate• toe naar beneden hellen en dus steeds

140 Grondboor & Hamer nr. 6 2000 dieper in de ondergrond liggen, moest situation and the discovery of natural Nolting, G., z.j. Knokenflip. Een mijnwerker door een ongeveer 350 meter dik dek- gas in the province of Groningen trig• vertelt. Kerkrade, Bindels. 226 pp. terrein geboord worden. De officiële gered the closing down of mining ope• opening vond in 1926 plaats. rations after some 70 years; in 1974 the Raedts, CE.P.M., 1973. De opkomst, de ont• wikkeling en de neergang van de steen- Staatsmijn Maurits werd zelfs de last mines were sealed off. kolenmijnbouw in Limburg. Maaslandse The exposures underground as a grootste in Europa en de omvangrijk• Monografiën 18. Assen, Van Gorcum. ste twee-schachten steenkoolmijn ter result of mining activities enabled a vii+235 pp. wereld (hoewel met de aanleg van een thorough study of Carboniferous and derde schacht deze status verviel). Alle resulted in extensive collections. Of Verschooten, G.J., 1997. Zwart diamant - De vervoer van personen, productie en course, mining staff working under• memoires van een mijnwerker. Assen, materiaal vond lange tijd door twee ground encountered fossils and miner• Servo. 222 pp. schachten plaats, wat getuigde van een als. The geological societies in Limburg goede planning. De schachtbokken mainly were founded in the 1950's, Weijts, A., 1994. De Limburgse mijnbouw. waren voor die tijd zeer modern; when the mining industry reached its Rijswijk, Elmar. 152 pp. geheel gesloten betonnen gebouwen largest production volume. Quite a waardoor kabels of draaiende wielen number of their first members were Over de mineralen niet meer zichtbaar waren.Tijdens de employed in the mining industry. Tweede Wereldoorlog liep de mijn The present paper describes some Bongaerts, H., 1996. Mineraal-systematiek door een bombardement zware schade minerals collected by miners, and van het Emma/Hendrik-steenkoolveld op. Doordat de elektriciteitscentrale includes a brief survey of the collieries (Limburg). Grondboor en Hamer, 50 (5): geraakt werd viel de stroom uit en in which they were found. 97-106. kwam ook het ondergrondse bedrijf Bongaerts, H., 1997. Mineralogisch veld• zonder stroom te zitten. Een ploeg werk na de Limburgse mijnsluitingen. mijnwerkers was op dat moment op de Literatuur Jubileumuitgave 40 jaar NGV kring Echt: 455 m- verdieping. Eén van hen heeft 16-27. dit voorval opgetekend: door het uit• Over de mijnen vallen van de stroom was er alleen Bongaerts, H., 1999. Nieuwe mineraalvond• nog licht van de draagbare pot- en pet• Anoniem. Staatsmijnen in Limburg 1902- sten in het Nederlandse Carboon. lampen. Erger was het uitvallen van de 1927. Roermond, Staatsmijnen in Grondboor en Hamer, 53 (1): 18-21. hoofdventilator die normaal 15.000 m3 Limburg. 45 pp. lucht per minuut in de gangenstelsels Gommans, G.L., 1967. Fossielen en minera• len van laag VII van Staatsmijn Hendrik. ververste. De liftkooien konden niet Bekman, B., 1952. De boom en zijn vruch• ten. Vijftig jaar Staatsmijnen in Limburg. Grondboor en Hamer, 21 (1): 33-37. meer gebruikt worden, waardoor er Heemstede, De Toorts. 201 pp. niets anders over bleef dan de schacht• Jongmans, W.J., 1932. De geologisch- ladders te gebruiken; er volgde een Bless, M.J.M., J. Bouckaert, J.A.M. Finger palaeontologische verzameling van het klim van 455 m over 91 ladders. & E. Paproth, z.j. Oorsprong en winning Geologisch Bureau te Heerlen. Heerlen De Maurits werd in 1967 als eerste van steenkool langs Henne, Samber, Mijn-, Industrie-, Winkel- Woonstad mijn gesloten, de bovengrondse Maas en Worm. Tervuren, Geofiles. 68 pp. (orgaan VVV te Heerlen), (1): 4-7. gebouwen kregen een andere bestem• ming of werden gesloopt en de steen• Breij, B., 1981. De mijnen gingen open, de Kimpe, W.FM., 1950. Kristallen glinsteren in het licht der mijnlamp. Steenkool berg werd afgegraven om plaats te mijnen gingen dicht. Alphen a/d Rijn, De 1950: 84-86. maken voor de huidige installaties van Hoeve. 190 pp. DSM. Engelen, F.H.G., 1986. Boringen naar steen• kool in en rond het Land van Zwentibold. Dankwoord Tijdschrift Heemkundevereniging Geleen (1):40 pp. Voor hun bijdragen tijdens de voorbe• reiding van dit artikel een woord van Engelen, FH.G., 1989. De exploitatie van steenkool. Grondboor en Hamer, specia• dank aan H.L. Schlechtriem (Industrion le uitgave Delfstoffen in Limburg, 43 te Kerkrade), dr. J.W.M. Jagt (5/6): 349-352. (Natuurhistorisch Museum Maastricht), S. Geraedts (DSM, Geleen) en mevr. Geraedts, S., 1982. De steenkolen van het Gommans (Brunssum). Vlodropperveld. Roerstreek '82. Jaarboek Heemkundevereniging Roerstreek, 14: Summary 95-120. Hijma, B. & G.J.M. Jagers, 1995. Over several centuries coal has been Mijnbouw-historische gids. Amsterdam, mined in the neighbourhood of NEHA. 168 pp. Kerkrade, mostly from small pits. After some attempts to sink shafts in other Kreukels, L., 1986. Mijnarbeid: volgzaam• parts of southern Limburg had failed, heid en strijdbaarheid. Geschiedenis van large-scale mining operations started de arbeidsverhoudingen in de off with the successful construction of Nederlandse steenkolenmijnen 1900- a number of shafts by private compa• 1940. Maaslandse Monografiën 42. nies.The Oranje Nassau and Willem- Assen/Maastricht, Van Gorcum. xlv+600 Sophia were the first collieries to be PP- constructed, rapidly followed by other Messing, F.A.M., 1988. Geschiedenis van de mining seats. Because of the great mijnsluiting in Limburg. Leiden, Martinus interest shown by foreign investors, a Nijhoff. xviii+707 pp. large portion of the coal reserves was put aside for the Dutch state. After Mous, J., L.G.J. Verberne,T.R van der Kooy 1902, the year in which Staatsmijnen & F.J.C.J. Nuy, 1952. Staatsmijnen in was formed, the construction of the Limburg. Gedenkboek bij gelegenheid collieries Wilhelmina, Emma, Hendrik van het vijftigjarig bestaan. Heerlen, and Maurits took place.The economic Staatsmijnen in Limburg. 410 pp.

Grondboor & Hamer nr. 6 2000 141