Hugo Van Der Goes. — Christus Beweend
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
HUGO VAN DER GOES. — CHRISTUS BEWEEND. STAATSMUSEUM, WEENEN. HUGO VAN DER GOES, DOOR DR. J. M. C. VAN OVERBEEK. Toen het Kaiser-Friedrich-museum te Ber- als een tragisch noodlot niet het licht van zijn lijn in het jaar 1913 der kunstzinnige wereld rusteloos zoekenden geest met den nacht der zijne kerstgave bracht en het na veel strijdens verstandsverbijstering had overschaduwd. voor een millioenenbedrag verworvene Drie- De stad Gent, in de vijftiende eeuw nog koningenpaneel van Hugo van der Goes open- het middelpunt van het vrije streven des lijk tentoonstelde, werd de naam van den Vlaamschen burgerdoms en der prachtui- kunstenaar eene vernieuwde openbaring uit tingen van het pronkzuchtige Bourgcndische de roemvolle eeuw, die de schilderkunst der hof tegelijk, moet wel voor de geboorteplaats lage landen zag geboren worden. Eene eeuw- des meesters gehouden worden. Geen enkel van zoeken en tasten, meende men, waar ander authentiek document geeft ons hier- het werk van den genius van Maeseyck als een over bescheid, dan eene stadsrekening van lichtende baken den weg gewezen had, dien Leuven, die bij de vereffening eener eervolle zijne nakomers schromend volgden. opdracht in 1479 van hem melding maakt, De wetenschap der laatste veertig jaren als geboortig van Gent. had in Van der Goes het verbindingslid ge- Dat de stad Goes de eer zijner afkomst vonden, meer niet, tusschen de Aanbidding voor zich zou kunnen opvorderen, moet uit van het Lam der Genter broeders en de gebrek aan cenig bewijs ontkend worden, ter- Kruisafneming, waarin Ouintcn Massijs Ne- wijl evenmin de uitspraak van Marcus van derlandschen geest met Zuidelijk sentiment Vaemewijck, die hem in zijn boek „Van die had samengesmolten. beroerlicken tyden" henderd jaar na zijn De nieuwe Berlijnsche aanwinst gaf den overlijden „Hughe van der Leyden in Hol- stoot tot nog dieper indringen in de kunst lant" noemt, als zeker getuigenis kan wor- des meesters, tot eene uitbreiding der these, den aanvaard. die Scheibier in 1880 reeds had opgezet, Al hebben de oude kroniekschrijvers ons zonder echter genoegzame bew ijzc n daartoe te over Hugo's vaderstad geen nadere gegevens kunnen bijbrengen: „Hugo van der Goes over- overgeleverd, zoo was toch zijne kunst hoog treft alle navolgers der Van Eycks in waarde genoeg geschat, dat zijn naam door hen ver- en de meesten van hen in vruchtbaarheid." scheidene malen met eere vermeld werd. Door de onmiskenbare kracht, die uitgaat Jean Lemaire, dichter en geschiedschrijver van zijn levenswerk, zooals de nieuwere kri- van Anna van Brctagne, noemt hem in zijn tiek het heeft samengesteld, komt het helder gedicht „la couronne marguéritique" (1511): over ons: niet als een Petrus Christus, niet „Hugues de Gand, qui tant cut les tretz als Rogier van der Wcyden en de anderen netz". Lucas d'Heere zingt den lof van zijn gaat hij langs afgepaalde baan, zich passend werk in een sonnet van zijn „Hof ende Boom- in de voetstappen der voorgangers, maar een gaerd der Poesien" (1565). Marcus van frissche uitingsdrang woelde i zijne ziel, Vaemewijck geeft in zijne Historie van Belgis zijn geest zocht naar middelen, om nieuwe (1574) de beschrijving van alle zijn toen- kunstproblemcn te ontraadselen. Ongetwij- maals nog bestaande schilderijen in Gent en feld zou hij in zijn origineele scheppingslust in Brugge, terwijl Carel van Mander in het zich geheel hebben vrijgemaakt van de ban- „Schilderbceck"(i6o4)zijnle\ens\erhaalgeeft, den der Genter traditie, waarin vooral zijn zij het ook met de gewene onnauwkeurigheid vroege arbeid nog eenigermate gebonden ligt, van den compilatorischen legendenschrijver. LVIII. Elseviers No. 7. HUOO VAN DER GOES. DAVIP EN ABJGAÜL (MUSÉE DU CINQUANTENAJRE TE PRUSSEL). HUGO VAN DER GOES. Uit den loop zijner levensgeschiedenis zal niet slechts als diens groote bewonderaar blijken, dat het geen verwondering behoeft moet beschouwd worden, maar tevens als te wekken, als zijn naam zelfs verre over de zijn piëteitvolle navolger, die vooral in zijn Alpen beroemd was en dat een geschiedschrij- eerste werken zich niet aan de betoovering ver als Vasari (1550) en de Italiaansche be- der kleurenweelde in de scheppingen des schrijver der Nederlanden, Guicciardini (1567) grooten meesters kon onttrekken. hem met alle eere vermelden, al noemen zij Wij behoeven ons niet voor te stellen, dat hem met roerende overeenstemming Ugo Hugo zijne jonge jaren angstvallig tusschen d'Anversa, naar de stad, die, toen zij schre- de wallen zijner vaderstad doorbracht, in ven, als kunstcentrum de plaats van Gent slaafsche schoolverhouding tot de meester- en Brugge ingenomen had. werken, waarop Gent zich beroemen mocht. Een gewichtige vraag bij de beschouwing Met jeugdige begeestering moet hij met de van het kunstenaarsleven van Van der Goes toenmaals bekende meesters, met Van der moet eveneens alle aanspraak op documen- Weyden, met Jacques Daret, met Dirk taire beantwoording laten varen, de vraag Bouts in meer of minder intieme, — werke- n.L, wie zijn direkte leermeester geweest is. lijke of geestelijke —, verhouding gestaan Alleen op kunstkritische gronden kan tot hebben. Hunne werken zijn de trappen ge- dusver worden nagegaan, welke de school weest, waarover hij zich tot zijne eigene kan zijn geweest, waaruit zijne kunst is voort- hooge kunst heeft opgewerkt. gekomen. Dat hij zijne opleiding in de Noor- De eerste zekere sporen zijner werkzaam- delijke Nederlanden zou gehad heiben, zoo- heid vinden wij op een gebied, waarin hij als de onlangs overledene Karl Voll meende later nog blijken van groote vaardigheid zal te kunnen vaststellen, mag wel bij de andere geven, op het gebied der sierkunst. Het ongenoegzaam bewezen hypothesen gevoegd was geen alledaagsche gebeurtenis, bij welke worden, welke deze overigens zeer verdien- de naam van den jongen kunstenaar voer stelijke vorscher der vrocg-Nederlandsche 't eerst in het openbaar zou genoemd wor- kunst meende te kunnen opzetten. Wanneer den. Karel de Stoute zou in het jaar 1467 wij alle mogelijke invloeden van een Noor- Margaretha van York als zijne derde vrouw delijken Albrecht van Ouwater en eenige in feestelijke en blijde incomste zijne stad met name onbekende meesters der vroege Brugge binnenvoeren. De geweldige, pracht- 15de eeuw in de weegschaal leggen tegenover lievende vorst had voor die gelegenheid luis- die van de Van Eycks, Robert Campin tot terrijke feesten verordend. Paleis en vorsten- Dirk Bouts toe, moet de schaal zeker naar zalen niet alleen, maar geheel de stad, stra- de zijde der laatsten overslaan. ten en pleinen zouden met fantastische ver- Dat het verhaal van Van Mander, die kwisting aller kunsten, van schildering en Jan van Eyck als zijn leermeester aangeeft, levende beelden, in éénc machtige prcnkzaal onmogelijk is, blijkt alleen reeds hieruit, dat herschapen worden. Bij de maandenlange het sterfjaar van den grootmeester der Ne- voorbereidingen, waartoe de kunstenaars derlandsche kunst, 1441, ongeveer met het van-alle zijden des lands, van Arras en Va- geboortejaar van Hugo van der Goes moet lenciennes tot de Noordergrens van Vlaan- sameivallen. Daar deze toch in het jaar deren toe, werden opgeroepen, verschijnt 1482 in de kracht des levens stierf en hi] in Hugo schuchter op den achtergrond. Zijn 1467 eerst als meester in de Gentschc schil- loon van 14 schelling per dag is veel geringer dersgilde was opgenomen, ware een vroeger dan dat zijner stadgenooten, wier namen stellen van zijn geboortejaar onmogelijk. reeds lang vergeten zijn en wij moeten aan- In zoo verre kunnen wij echter Van der Goes nemen, dat hij bij de decoratie der stad den leerling van Van Eyck noemen, dat hij alleen ondergeschikten arbeid zal verricht HUGO VAN DER GOES. hebben. Weldra zou hij echter in de stad 1469 tot 1475 werd hij eenmaal tot gezworene zijner inwoning eene eerste plaats in de kunst- en driemaal tot deken van het gilde gekozen, wereld innemen, al werd hij kort na zijne In deze tijdspanne ligt welde vruchtbaarste werkzaamheid in Brugge, op den 5den Mei periode van zijn kunstenaarsloopbaan, van hetzelfde jaar 1467 eerst als meester in Een waas van dichterlijke gevoelsstem- het gilde van St. Lucas opgenomen. ming ligt over het eerste werk verbreid, waar- Eenmerkwaardige omstandigheid was het, van de oude schrijvers, van Vaernewijck, dat een der schil- d'Heere en Van ders van Diet- Mander berich- schcn stam, die ten. Het was een met hem den muurschildering roem der Neder- ten huize van landsche kunst zekeren Jacob naar Italië zou- WeytensteGent. den dragen, dat Naar hun getui- Joost van Was- genis vrij dde Van senhove, de late- der Goes de doch- re hofschilder ter van dezen van hertog Fede- Genter burger, rigo van Urbino, die een huis aan alsborgdemede- het „Muyder onderteekenaar Brugsken" be- was der akte. woonde, schil- waarin de nieuwe derde hij met meester zich ver- olieverf op een plichtte, zijn? doek, dat aan bijdrage aan het den schoorsteen- gilde, zes pond wand bevestigd en vier schelling, was, de geschie- in den tijd van denis van David zes jaar te zullen en Abigael en voldoen. Latere nam hij zijne bescheiden ge\ en bruid en zich zelf ons de zekerheid, tot modellen voor dat tusschen bei- de hoofdpersonen den een vriend- des Bijbelschen schappelijke ver- verhaals (Konin- houding bestaan gen XXV). HUGO VAN DER GOES. DE ZONDEVAL (DIPTIEK STAATSMUSEUM TE WEENEN). heeft, die zich Het was een in samenwerking op kunstgebied en in bur- gaarne in de kunst afgebeelde voorstelling, gerlijke betrekkingen uitte; zelfs, als van de geschiedenis, hoe de jonge David de on- Wassenhove over de bergen trok, was het gelukkige vrouw des hardvochtigen Nabals Van der Goes, die hem een gedeelte van het tot zijne vrouw genomen had. Bij den in- benoodigde reisgeld bezorgde. tocht van Philips den Goede, in het jaar 1458, Dra zou het vertrouwen der gildebroeders was zij met groote weelde van kleederen en hem tot de hoogste posten in de corporatie en sieraad in levend beeld voorgesteld. Onge- daarmede in het bestuur der stad openen, van lukkigerwijze is de oorspronkelijke schilderij HUGO VAN DER GOES.