Pro Memorie 11(2009)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Pro Memorie 11(2009) in de Lage Landen Lage de in In 1810 reorganiseerde Keizer Na- poleon per decreet de advocatuur. advocatuur de van Geschiedenis P De Franse revolutionairen hadden enkele jaren daarvoor de functies van ‘avocat’ en ‘procureur’ zonder M meer afgeschaft als hatelijke pro- ducten van het Ancien Régime. Geschiedenis van de advocatuur Napoleon plaatste deze beroepsgroep van, zoals hij ze noemde, ‘praatzieke op- ruiers’ onder toezicht van de uitvoerende macht. Deze Napoleontische regeling in de Lage Landen vond ook in de Nederlanden doorgang. Koning Willem I behield de regeling, maar na de Revolutie van 1830 bevochten zowel de Nederlandse als de Belgische balies hun autonomie. Deze bundel belicht talrijke facetten uit de geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen, waaronder de evolutie van de gedragsregels, de vervrouwelijking, specialisering en democratisering van de beroepsgroep, de rol van advocaten in heksenprocessen, in de politiek, in de oorlog en zelfs in de literatuur. 9 789087 041 359 redactie Georges Martyn, Gretha Donker, Pro Memorie. Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden 11.1-2 (2009) Sjoerd Faber en Dirk Heirbaut Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 1 07-10-09 12:09 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 2 07-10-09 12:09 Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen Onder redactie van Georges Martyn, Gretha Donker, Sjoerd Faber en Dirk Heirbaut Stichting tot uitgaaf der bronnen van het Oud-Vaderlandse Recht Uitgeverij Verloren, Hilversum 2009 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 3 07-10-09 12:09 Deze tevens als boek verschijnende afl evering van Pro Memorie is uitgegeven met fi nanciële steun van FWO-Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen en Interuniversitaire Attractiepool P6/01 ‘Justice and Society: sociopolitical history of justice adminitration in Belgium (1795-2005)’. isbn 978-90-8704-135-9 issn 1566-7146 © 2009 Uitgeverij Verloren, Postbus 1741, 1200 bs Hilversum www.verloren.nl Omslagontwerp: Robert Koopman Typografi e: Rombus, Hilversum Druk: Wilco, Amersfoort Brochage: Van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the publisher. 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 4 07-10-09 12:09 Inhoud Pro Memorie 11.1-2 (2009) Geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen Woord vooraf door Georges Martyn, Gretha Donker, Sjoerd Faber en Dirk Heirbaut 7 De advocatuur in het oude graafschap Vlaanderen 13 door Georges Martyn Advocaten van de duivel? De verdediging aan het woord in heksenprocessen 37 door Jos Monballyu Advocatuur in de Noordelijke Nederlanden tot 1838. Verkenning van een weinig betreden onderzoeksterrein 63 door Marie-Charlotte le Bailly en Paul Brood Advocaten bij het Hof van Gelre en Zutphen (1610-1811) 87 door Frank Keverling Buisman Waarom de dorpsadvocaat van Brueghel eigenlijk een stadsprocureur is 111 door Georges Martyn De opmars van de strafadvocaat te Amsterdam (1798-1811) 115 door Sjoerd Faber Ambitieuze verdedigers van het eigen vrije woord. Advocaten en de ijver voor de vrijheid van drukpers in de 137 Belgische grondwet (1830-1831) door Bram Delbecke De opleiding van de Nederlandse advocaat vanaf het einde van de achttiende eeuw 159 door Corjo Jansen De eer van de stand 171 door Richard Verkijk Edmond Picard en de deontologie van de advocaat 191 door Bart Coppein Advocaten: olie of zand in de Belgische politieke machine? 215 door Bram van Dael De vervrouwelijking van de advocatuur en van het juridische werkveld 227 door Patrick Humblet Arme pro Deo? Enkele rechtshistorische impressies van het pro-Deosysteem in België 249 door Bruno Debaenst In de schaduw van de advocatuur. De Belgische pleitbezorgers (1800-1969) 267 door Karel Velle De balie bij het Hof van Cassatie: oorsprong en evolutie 297 door Willy van Eeckhoutte 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 5 07-10-09 12:09 6 Pro Memorie 11 (2009) De Jodenverordeningen en de Belgische advocatuur 319 door Jan Verstraete Opkomst en ondergang van de Nationale Orde van Advocaten van België 341 door Bart Quintelier Over poëzie en rechtspraak. Beschouwingen over de dichter-advocaat Eddy van Vliet (1942-2002) 361 door Yves T’Sjoen De Vlaamse advocatuur, een empirisch onderzoek 371 door Paul Ponsaers en Stephan Parmentier Sociale advocatuur in Nederland vanaf 1970: interview met Theo de Roos 399 door Sjoerd Faber en Gretha Donker Over de auteurs 412 Register van persoonsnamen 415 001-006 PM2009_Voorwerk.indd 6 07-10-09 12:09 Woord vooraf In 2004 verscheen Prominenten kijken om. Achttien rechtsgeleerden uit de Lage Landen over leven, werk en recht, een bijzonder nummer (afl . 6.1-2) waarmee dit tijdschrift zijn eerste lustrum afsloot. Vandaag zijn we weer vijf jaren verder. Pro Memorie heeft zijn vaste plaats verworven in de rechtshistorische Lage Landen. De redactie vond het een goed idee om weer uit te pakken met een bijzondere en bijzonder lijvige afl evering, een feesteditie. Deze keer is het boek zelfs ook offi cieel voorgesteld tijdens een colloquium te Gent (Het Pand) op vrijdag 30 oktober 2009, in samenwerking met het Instituut Rechtsgeschiedenis van de Universiteit Gent. Onderwerp voor dit bijzonder nummer is de geschiedenis van de advocatuur in de Lage Landen, een geschiedenis die grotendeels gelijklopend is, maar in België en Nederland ook zijn eigen particulariteiten kent. Er zijn vele goede redenen om de advocaten histo- risch toe te lichten. In 2010 zal het precies twee eeuwen geleden zijn dat Napoleon de orde reorganiseerde, nadat de Franse revolutionairen de advocaten en de procureurs gewoon hadden afgeschaft. Daarenboven bestaat er nog geen overzichtswerk van de geschiedenis van de advocatuur in de Nederlanden. In 1951 publiceerde Hermesdorf een eerste kennis- making met de historische advocatuur en in 1998 verscheen Henssens Twee eeuwen advo- catuur in Nederland 1798-1998, maar daarmee zijn we ongeveer rond, op enkele verspreide artikelen na (voor referenties wordt verwezen naar de voetnoten in de bijdragen in deze bundel). Andere landen hebben op dit punt een sterker palmares en er is zelfs gedurende een aantal jaren een Revue internationale d’histoire de la profession d’avocat uitgegeven. Het is evident dat in dit boek niet ‘de’ geschiedenis van de advocatuur geschreven wordt. Wie erin grasduint, zal echter vele facetten van die geschiedenis leren kennen. Elke auteur legt daarbij zijn eigen klemtonen, de ene wat procestechnischer, de andere meer vanuit po- litieke invalshoek en nog een andere werkt dan weer prosopografi sch. In de bundel komen juristen en historici aan het woord. Onder de geschiedkundigen zijn er specialisten van de vroegmoderne periode en kenners van het hedendaagse tijdvak, academische rechtshisto- rici en archivisten. De juristen zijn zowel jonge onderzoekers als praktijkmensen met een mooie staat van dienst. En het panorama wordt nog verruimd door rechtssociologen en een fi loloog. De volgorde waarin de bijdragen staan, is min of meer chronologisch. Wie niet kiest voor een topic, maar een globale visie wil, kan dus het beste bij het begin beginnen. Georges Martyn behandelt kort het opduiken van de eerste advocaten in de Nederlanden, vooraleer hij focust op de advocaten en procureurs bij de Raad van Vlaanderen. Hij gaat daarbij terug tot de Romeinse roots van de advocatuur en schetst de verschillen met de taal- lieden uit de Germaanse traditie. We zien hier de advocatuur ontstaan als een kind van de re- 007-000 PM10.2_20091en2.indd 7 07-10-09 12:31 8 Pro Memorie 11 (2009) G. Martyn, G. Donker, S. Faber en D. Heirbaut ceptie van het geleerde recht. Advocaten zijn dan ook in de eerste plaats rechtsgeleerden met een universitair diploma. Het is één van de grote verschillen tussen de advocaat en de procureur. De eerste geeft inhoudelijk advies en pleit de zaak. De tweede vertegenwoordigt een partij voor de rechtbank. Op deze en vele andere verschillen tussen beide aanverwante beroepen gaat Georges Martyn in, maar ook in vele andere bijdragen komen ze ter sprake. Omdat de advocaten geleerden waren, werden ze vaak geconsulteerd, niet enkel door pro- cespartijen, maar ook door overheden en gerechtelijke instellingen. In het kader van de staats- uitbouw verplichtte centrale wetgeving lagere schepenbanken om advies te vragen in bepaal- de materies. Hekserij was daar één van. Jos Monballyu, die ettelijke artikelen publiceerde over strafrecht in het algemeen en heksenvervolgingen in het bijzonder, belicht de Vlaamse verde- digers en adviseurs in heksenaangelegenheden, vooral in het begin van de zeventiende eeuw. Aan de hand van enkele levendig geschilderde voorbeelden beschrijft professor Monballyu de procesgang en de typische argumentatie van de verdediging in deze duivelse zaken. Met de tekst van Paul Brood en Marie-Charlotte le Bailly wordt een algemene blik gewor- pen op de ontwikkeling van de advocatuur in de Noordelijke Nederlanden vanaf het einde van de zestiende eeuw, maar vooral in de achttiende eeuw. De geschiedenis van de advo- catuur in de Republiek is grotendeels nog onontgonnen terrein. De auteurs bieden echter een rijk scala van onderzoeksmogelijkheden en relevante bronnen aan. Ze onderscheiden de advocaat niet alleen van de procureur, maar ook van de referent en de stads- en lands- advocaat. Aan de hand van enkele vermaarde voorbeelden hangen ze een beeld op van hoe een advocatencarrière in het ancien régime eruit zag. Chronologisch eindigt hun bijdrage met de unifi cerende wetgeving van het begin van de negentiende eeuw. Frank Keverling Buisman concentreert zich aansluitend op de meer algemene beschrijving van Brood en le Bailly, op één specifi ek noordelijk hof. Wie waren en hoe functioneerden de advocaten en procureurs bij het Hof van Gelre en Zutphen? Hoewel ze er al in de zestiende eeuw opdoken, werd hun gedrag pas met een ordonnantie van 1610 geregeld. Advocaten moesten gediplomeerd zijn en een eed afl eggen om ‘geadmitteerd’ te worden. Frank Kever- ling Buisman nam de admissieregisters grondig door, stelde een cijfermatig overzicht samen en trok enkele algemene conclusies over de prosopografi e van deze heren van het recht.
Recommended publications
  • Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870
    CONTEXTUAL RESEARCH IN LAW CORE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Working Papers No. 2017-2 (August) Permanent Neutrality or Permanent Insecurity? Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870 Frederik Dhondt Please do not cite without prior permission from the author The complete working paper series is available online at http://www.vub.ac.be/CORE/wp Permanent Neutrality or Permanent Insecurity? Obligation and Self-Interest in the Defence of Belgian Neutrality, 1830-1870 Frederik Dhondt1 Introduction ‘we are less complacent than the Swiss, and would not take treaty violations so lightly.’ Baron de Vrière to Sylvain Van de Weyer, Brussels, 28 June 18592 Neutrality is one of the most controversial issues in public international law3 and international relations history.4 Its remoteness from the United Nations system of collective security has rendered its discussion less topical.5 The significance of contemporary self-proclaimed ‘permanent neutrality’ is limited. 6 Recent scholarship has taken up the theme as a general narrative of nineteenth century international relations: between the Congress of Vienna and the Great War, neutrality was the rule, rather than the exception.7 In intellectual history, Belgium’s neutral status is seen as linked to the rise of the ‘Gentle Civilizer of Nations’ at the end of the nineteenth century.8 International lawyers’ and politicians’ activism brought three Noble Peace Prizes (August Beernaert, International Law Institute, Henri La Fontaine). The present contribution focuses on the permanent or compulsory nature of Belgian neutrality in nineteenth century diplomacy, from the country’s inception (1830-1839)9 to the Franco- 1 Vrije Universiteit Brussel (VUB), University of Antwerp, Ghent University/Research Foundation Flanders.
    [Show full text]
  • W BOULLAIRE Jacques
    ACADÉMIE ROYALE DE BELGIQUE Index biographique DES MEMBRES ET ASSOCIÉS DÉCÉDÉS 1769-2008 1 A ABERCOMBRIE Sir Leslie Patrick. Classe des Beaux-Arts. Né à Ashton-upon-Mersey, Royaume-Uni, le 6 juin 1879 ; décédé à Londres, le 23 avril 1957. Élu associé, le 3 juillet 1947. Architecte. Professeur à l’University College of London. Bulletin Beaux-Arts : Hommage à sa mémoire, par Alexis Dumont, 1957, p. 60. ABSIL Jean Nicolas Joseph. Classe des Beaux-Arts. Né à Bon-Secours, le 23 octobre 1893 ; décédé à Uccle, le 2 février 1974. Élu correspondant, le 7 juillet 1955 ; membre, le 5 juillet 1962. Président de l’Académie et directeur de sa Classe en 1968. Compositeur. Professeur au Conservatoire royal de musique de Bruxelles. Directeur de l’Académie de musique « Jean Absil » d’Etterbeek. Annuaire : Notice par René Barbier ; portrait photographique, 1977, p. 243. Nouvelle Biographie nationale: Notice par Christine Ballman, t. IX, p. 11. Cent cinquante ans de vie artistique, 1980, p. 219. Bulletin Beaux-Arts : Hommage à Jean Absil, à l’occasion de son quatre-vingtième anniversaire, par Paul Tinel, 1973, p. 18. Hommage à Jean Absil, par René Barbier, 1974, p. 38. ACKER Ernest. Classe des Beaux-Arts. Né à Bruxelles, le 28 août 1852 ; décédé à Saint-Gilles (Bruxelles), le 12 juin 1912. Élu correspondant, le 8 janvier 1903 ; membre, le 7 juillet 1904. Donateur de l’Académie. Prix Ernest Acker, créé en 1922. Architecte. Professeur à l’Académie royale des Beaux-Arts de Bruxelles. Annuaire : Notice par Jules Brunfaut ; portrait gravé par Louis Greuze, 1923, p. 151.
    [Show full text]
  • Rogier Versus Jottrand: Dure Beledigingen in De Belgische Opiniepers (1861-1863)
    Rogier versus Jottrand: dure beledigingen in de Belgische opiniepers (1861-1863) English summary The Belgian Constitution guaranteed political liberty, exemplified by the mandatory competence of the jury for judging political and press offences. However, the constitution did not literally mention quasi- delicts. In 1861, liberal statesman Charles Rogier was insulted by the ultramontanist Catholic newspaper Le Journal de Bruxelles. He sued the newspaper’s printer under tort law, and obtained a considerable amount of damages, bypassing the jury. Progressive radical lawyer Lucien Jottrand, former member of the Constituent Assembly, argued at length that the constitution exclusively reserved competence for both civil and criminal liability to the jury. The Brussels Court of Appeal and the Court of Cassation rejected this reasoning and insisted on the superior natural law-origins of tort law. Yet, this decision created a risk of private censorship, well documented in the press and in private archives on the legal battle around the Journal de Bruxelles. Keywords Free speech – Belgian constitution – neutrality Frederik Dhondt1 ‘Une épithète malsonnante, regrettable, et que la droite tout entière a désavouée hier, a été appliquée ces jours derniers par un journal de la capitale à M. Rogier, ministre des affaires étrangères.’ Le Bien Public, 14 december 18612 ‘Le Journal de Bruxelles, feuille pontificale, à bout d’invectives contre l’honorable président du conseil M. Rogier, s’est décidé à l’appeler « petit-fils du bourreau d’Arras ». Cette plate
    [Show full text]
  • Homeuniversity Library
    HOME UNIVERSITY LIBRARY ^ r^ M : HOME UNIVERSITY LIBRARY OF MODERN KNOWLEDGE No. 96 Editors HERBERT FISHER, M.A., F.B.A. Prof, gilbert MURRAY, LiTT.D., LL.D., F.B.A. prof. j. arthur thomson, m.a. Prof. William t. brewstbr. m.a. A complete classified list of the volumes of The Home University Library already published will be found at the back of this book. BELGIUM BY R. C. K. ENSOR SOUCTIUS SCHOLAR OF BALLIOL COLLEGE, OXFOaD NEW YORK HENRY HOLT AND COMPANY LONDON WILLIAMS AND NORGATE 32? m W7 ^ CONTENTS OHAP. PAOR I INTRODUCTORY 9 II GENERAL CHARACTERISTICS OP THE COUN- TRY 22 III GENERAL CHARACTERISTICS OF THE PEOPLE 40 IV THE HISTORIC GLORIES OF BELGIUM . 65 V THE HISTORIC SUBJECTION OP BELGIUM . 97 VI THE ESTABLISHMENT OP INDEPENDENCE . 123 VII THE BELGIAN CONSTITUTION . .142 VIII POLITICS AND PARTIES. 166 IX SOCIAL CONDITIONS AND AGENCIES . 195 X ART AND LITERATURE .... 222 BIBLIOGRAPHY . .251 INDEX 253 Digitized by tine Internet Arciiive in 2007 witii funding from IVIicrosoft Corporation littp://www.arcli ive.org/details/belgiumensorOOensoiala BELGIUM CHAPTER I INTRODUCTORY The events of August 1914 and their sequel have shown Belgium to many in a new light. They have seen a nation where they had supposed that there was only a geographical expression. They have seen martial courage where they had forgotten that it had been famous for centuries. They have been surprised to find in this little land so much chivalrous honour and so much civic patriotism. They need to be reminded that its nobility headed the Crusades and that its common people established the first free city life north of the Alps.
    [Show full text]
  • Sovereignty, Civic Participation, and Constitutional Law: the People Versus the Nation in Belgium
    Sovereignty, Civic Participation, and Constitutional Law: The People versus the Nation in Belgium Edited by Brecht Deseure, Raf Geenens, and Stefan Sottiaux First published in 2021 ISBN: 978-0-367-48359-3 (hbk) ISBN: 978-0-367-71228-0 (pbk) ISBN: 978-1-003-03952-5 (ebk) Chapter 11 Pulling the curtain on the national sovereignty myth: Sovereignty and referendums in Belgian constitutional doctrine Christophe Maes, Brecht Deseure, and Ronald Van Crombrugge (CC BY-NC-ND 4.0) This OA chapter is funded by KU Leuven. 11 Pulling the curtain on the national sovereignty myth Sovereignty and referendums in Belgian constitutional doctrine Christophe Maes, Brecht Deseure, and Ronald Van Crombrugge Introduction The dominant interpretation of sovereignty in the Belgian Constitution holds that the National Congress consciously opted for national sovereignty as opposed to popular sovereignty. Followers of this interpretation argue that direct consul- tation of the people – most notably through referendums – is unconstitutional. Giving voice to the nation through legal decision-making is reserved exclusively for political representatives. Yet, it has been shown elsewhere that the national sovereignty interpretation is an anachronism (De Smaele, 2005; Deseure, 2016b; Geenens and Sottiaux, 2015). This chapter traces the development of the closely related subjects of sovereignty and referendums in Belgian constitutional doctrine from 1831 onwards. We will chart the different points of view on sovereignty from the nineteenth century until the definite breakthrough of the national sov- ereignty interpretation between 1893 and 1950, as well as the implications this development had for the perceived (un)constitutionality of referendums. We will also briefly address the more recent (post-2000) debates on citizen participation and their connection to the issue of sovereignty.
    [Show full text]
  • This Item Is the Archived Peer-Reviewed Author-Version Of
    This item is the archived peer-reviewed author-version of: 'La mentalité de nos confrères à l'égard de ce qui fut jadis et sera demain'. The Neutralities of Belgium, the Congo Free State and the Belgian Congo (1885-1914) seen through the Journal des Tribunaux Reference: Dhondt Frederik, Vandenbogaerde Sebastiaan.- 'La mentalité de nos confrères à l'égard de ce qui fut jadis et sera demain'. The Neutralities of Belgium, the Congo Free State and the Belgian Congo (1885-1914) seen through the Journal des Tribunaux Belgisch tijdschrift voor nieuw ste geschiedenis / Jan Dhondt Stichting; CEGESOMA [Brussel] - ISSN 0035-0869 - 48:1-2(2018), p. 134-162 To cite this reference: https://hdl.handle.net/10067/1546700151162165141 Institutional repository IRUA “La mentalité de nos confrères à l’égard de ce qui fut jadis et sera demain”1 The Neutralities of Belgium, the Congo Free State and the Belgian Congo (1885-1914) seen through the Journal des Tribunaux2 Frederik Dhondt3 - Sebastiaan Vandenbogaerde4 I. Introduction The Great War fought between 1914 and 1918 involved each and every imperial power and devastated the entire world. In that respect, the centenary commemoration generated a disproportionately large attention to the heroic battles in Flanders and the North of France. The war experience in the colonies, where European powers found the required manpower and resources5, has been barely looked at. The African Theatre of War, where Germany started its East African Military Campaign to force allied governments to keep their armed forces and supplies on the dark continent, generated new interest6. In comparison, the case of the Belgian Congo during the First World War and the key question on its neutrality, remains until now largely unexplored7.
    [Show full text]
  • CITY-PHOTOGRAPHY-MODERNITY Visualizing Antwerp and São Paulo Through the Lenses of Fierlants (1819-1869) and Azevedo (1837-1905)
    CITY-PHOTOGRAPHY-MODERNITY Visualizing Antwerp and São Paulo through the lenses of Fierlants (1819-1869) and Azevedo (1837-1905). Gustavo Racy Supervisor Prof. Dr. Paolo S.H. Favero Doctoral Committee Prof. Dr. Luc Pauwels Prof. Dr. Marnix Beyen Prof. Dr. Scott McQuire Doctoral Jury Prof. Dr. Norval Baitello Junior Prof. Dr. Stéphane Symons. The content of this publication may be reproduced with due credits to its author Cover Design: Felipe Racy Dias Printed by Universitas Digital Printing Antwerp Contact : [email protected] Copyright © Gustavo Racy, 2018 Faculty of Social Sciences Department of Communication Studies CITY-PHOTOGRAPHY-MODERNITY Visualizing Antwerp and São Paulo through the lenses of Fierlants (1819-1869) and Azevedo (1837-1905). Thesis submitted for the degree of Doctor in the Social Sciences at the University of Antwerp, to be defended by Gustavo RACY Supervisor Prof. Dr. Paolo S.H. Favero Antwerpen, 2018 To Juliana, my fortress. To my parents, to Vivien, Fernando and Arthur. To the one who prophesised I´d be here one day, defending my PhD at 30 years old. You were gone way too soon, but you live in all of us, who had the honour to be your students. Graciela Deri De Codina (in memoriam) A sabedoria mais fina é a que distingue imagens no invisível. José Luis Peixoto Abstract The current research focuses on the nexus between photography, modernity, and the city. Building on a critical exploration of the opus of two mid-nineteenth century photographers – Edmond Fierlants from Antwerp, and Militão Augusto de Azevedo from São Paulo – the study aims to provide a theoretical and methodological dialogue between the field of visual culture and philosophy, especially through a Benjaminian materialist perspective.
    [Show full text]
  • Krak Studia 7 3 2 Łam.Indd 455 2015-03-31 14:22:18 456 Laurent Waelkens
    Krakowskie Studia z Historii Państwa i Prawa 2014; 7 (3), s. 455–462 doi: 10.4467/20844131KS.14.034.3099 www.ejournals.eu/Krakowskie-Studia-z-Historii-Panstwa-i-Prawa LAURENT WAELKENS (KU Leuven) The Royal Commission for Old Laws and Ordinances of Belgium at the Service of Legal Historians* Abstract Belgium became independent in 1830. In this constitutional monarchy, legal norms would fi nd their place in a hierarchy of norms of which the constitution formed the pinnacle. In practice, the country renewed only a part of its legal norms. Many sources predating 1830 remained in force. Which ones? Which measures did they include? With the aim of putting these anciennes lois et ordonnances in or- der, a Royal Decree of 18 April 1846 established a royal Commission for Old Laws and Ordinances of Belgium (Commission royale des anciennes lois et ordonnances de Belgique), which was composed of politicians and professors of law faculties. Initially, the Commission was at the service of judicial practice. Its activities were considerably diminished by the First World War and it was only in 1950 that it took up its full range of activities again. At that time, the Commission was invested in exclusively by legal historians, who reoriented it to serve the science of legal history. Since 1846, the Commission has decided to divide the publication of legal texts into three collections: the ordinances, the customaries, and the treaties. In each division, it distinguished between acts regarding the old Netherlands and those regarding the Principalities of Liège, Stavelot, and Bouillon. The volumes concerning Liège, Stavelot, and Bouillon were fi nished in 1878.
    [Show full text]
  • Reconsidering Constitutional Formation II Decisive Constitutional Normativity from Old Liberties to New Precedence Studies in the History of Law and Justice
    Studies in the History of Law and Justice 12 Series Editors: Mortimer Sellers · Georges Martyn Ulrike Müßig Editor Reconsidering Constitutional Formation II Decisive Constitutional Normativity From Old Liberties to New Precedence Studies in the History of Law and Justice Volume 12 Series editors Mortimer Sellers University of Baltimore, Baltimore, Maryland, USA Georges Martyn Legal History Institute, University of Ghent, Gent, Belgium Editorial Board António Pedro Barbas Homem, Universidade de Lisboa Emanuele Conte, Università degli Studi Roma Tre Gigliola di Renzo Villata, Università degli Studi di Milano Markus Dirk Dubber, University of Toronto William Ewald, University of Pennsylvania Law School Igor Filippov, Moscow State University Amalia Kessler, Stanford University Mia Korpiola, Helsinki Collegium for Advanced Studies Aniceto Masferrer, Universidad de Valencia Yasutomo Morigiwa, Nagoya University Graduate School of Law Ulrike Müßig, Universität Passau Sylvain Soleil, Université de Rennes James Q. Whitman, Yale Law School The purpose of this book series is to publish high quality volumes on the history of law and justice. Legal history can be a deeply provocative and influential field, as illustrated by the growth of the European universities and the ius commune, the French Revolution, the American Revolution, and indeed all the great movements for national liberation through law. The study of history gives scholars and reformers the models and cour- age to question entrenched injustices, by demonstrating the contingency of law and other social arrangements. Yet legal history today finds itself diminished in the universities and legal academy. Too often scholarship betrays no knowledge of what went before, or why legal institutions took the shape they did.
    [Show full text]
  • Pro Memorie 15(2013)
    PRO MEMORIE PRO Inhoud Pro Memorie 15 (2013), aflevering2 Redactioneel 193 Artikelen René Vermeir en Kopstukken van de kasselrij. De hoogbaljuws van het Land van Waas in de 194 Sylvie de Smet zestiende en zeventiende eeuw Frank Judo De Brabantse Burke? Traditie en innovatie in de pamfletten van Henri Joseph 220 Pro Memorie van der Hoop Sjoerd Faber De verzachting van de Code Pénal in Nederland (1813) en België (1814-1815) 243 P Dirk Heirbaut Een hopeloze zaak. FrançoisLaurents ontwerp van burgerlijk wetboek voor 261 België Stefan Huygebaert Een man uit één stuk? Iconografie van en polemiek rond het Gentse monu- 284 ment voor François Laurent (1900-1908) BijdragenM tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden Recensies Janwillem Oosterhuis, Specific Performance in German, French and Dutch Law in the Nineteenth Century (Michael Milo) 297; Oscar Gelderblom, Cities of Commerce: the Institutional Foundations of International Trade in the Low jaargang 15 (2013) Countries, 1250-1650 (Dave De ruysscher) 300; Dave De ruysscher, Westers recht in ontwikkeling: privaat- en publiekrecht van Rome tot vandaag (Georges Martyn) 301 aflevering 2 Over de auteurs 304 15.2 (2013) Stichting tot uitgaaf der bronnen van het Oud-Vaderlandse Recht (ovr) Uitgeverij Verloren bv te Hilversum PM20132_omslag R8.indd 1 29-11-13 15:06 Aanleveren kopij Kopij kan in digitale vorm (tekst en illustraties) worden toegezonden aan: – dr. P. Brood (Nationaal Archief Den Haag), redactiesecretaris: [email protected] – prof.dr. A.M.J.A. Berkvens (Universiteit Maastricht), hoofdredacteur Nederland: louis.berkvens@maastricht- university.nl Pro Memorie. Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden – prof.dr. G. Martyn (Universiteit Gent), hoofdredacteur België: [email protected] De Stichting Oud-Vaderlands Recht geeft sinds 1999 Pro Memorie.
    [Show full text]
  • From Pragmatic Conservatism to Formal Continuity. Nineteenth-Century Views on the Old Regime Origins of the Belgian Constitution
    CONTEXTUAL RESEARCH IN LAW CORE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Working Papers No. 2017-1 (March) From pragmatic conservatism to formal continuity. Nineteenth-century views on the Old Regime origins of the Belgian Constitution Brecht Deseure Please do not cite without prior permission from the author The complete working paper series is available online at http://www.vub.ac.be/CORE/wp From pragmatic conservatism to formal continuity. Nineteenth- century views on the Old Regime origins of the Belgian Constitution1 Even though they were formally abolished during the French Revolution, the constitutions of the Old Regime continued to be politically relevant in nineteenth- century Belgium. The suggestion that there was continuity between the defunct charters and privileges of the former Southern Netherlands and the modern Belgian state proved useful for legitimising Belgian independence and for historically grounding the institutions of the young state. This article draws attention, first, to a specific legal historical line of argument, developed by patriotic Belgian historians and legal scholars in the nineteenth century, who made a case for formal continuity between the Belgian Constitution of 1831 and the old fundamental laws. After analysing this continuity thesis and its political and ideological backgrounds, the article then turns to the actual genesis of the Belgian Constitution. As the debates in the constituent assembly and in the press make clear, the Belgian revolutionaries of 1830 were much less concerned with national constitutional history than has later been supposed. The views on constitutional monarchy enshrined by the Constitution of 1831 were fundamentally liberal, and invocations of the ancient constitutions usually remained limited to preserving the spirit of ancestral liberty.
    [Show full text]
  • La Mentalité De Nos Confrères À L'égard De Ce Qui Fut Jadis Et Sera
    “LA MENTALITÉ DE NOS CONFRÈRES À L’ÉGARD DE CE QUI FUT JADIS ET SERA DEMAIN”1 The Neutralities of Belgium, the Congo Free State and the Belgian Congo (1885-1914) seen through the Journal des Tribunaux2 - Frederik Dhondt - Sebastiaan Vandenbogaerde - The Great War fought between 1914 and 1918 involved each and every imperial power and devastated the entire world. In that respect, the centenary commemoration generated a disproportion- ately large attention to the heroic battles in Flanders and the North of France. The war experience in the colonies, where European powers found the required manpower and resources3, has been barely looked at. The African Theatre of War, where Germany started its East African Military Campaign to force allied govern- ments to keep their armed forces and supplies on the dark conti- nent, generated new interest4. In comparison, the case of the Bel- gian Congo during the First World War and the key question on its neutrality, remains until now largely unexplored5. 1. Adaptation of a quote by Guy Delfosse in : “Soixante-quinze ans d’histoire du Congo à travers soixante-quinze ans d’histoire du Journal des tribunaux”, in JT, 1960, p. 240-245. 2. We express our thanks to the anonymous reviewers of this article for their valuable suggestions. 3. Colonial powers increased the mining of gold, diamond and copper to keep the war machine running. Especially the copper mines in the Katanga province served for the production of shells fired at the European front. 4. BYRON FARWELL, The Great War in Africa, 1914-1918, New York, 1986 ; MELVIN PAGE, Africa and the First World War, New York, 2014 ; ANNE SAmsON, World War I in Africa : the Forgotten Conflict Among the European Powers (International library of twentieth century history, 50), London, 2012 ; HEW STRACHAN, The First World War in Africa, Oxford/New York, 2004 ; GORDON MCGREGOR and MANNFRED GOLDBECK, Keine Chance : der Erste Weltkrieg in Namibia, August 1914-July 1915, Windhoek, 2014.
    [Show full text]